Laureatenconcert

Page 1


BESPREEKBUREAU MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00, za 13:00 - 17:00 t. 09 269 92 92 e. tickets@debijloke.be w. www.debijloke.be DE BIJLOKE BISTRO Ma - vr 12:00 - 18:00 Op concertdagen ook 2 uur voor en 2 uur na het concert t. 09 277 07 04 e. info@debijlokebistro.be w. www.debijlokebistro.be OP ZOEK NAAR EEN GESCHENK? Doe een concert cadeau in de vorm van een geschenkbon of een ticket naar uw keuze. Te verkrijgen aan onze balie. OP ZOEK NAAR KWALITEITSVOLLE OPNAMES? In de foyer vindt u een selectie opnames u aangeboden door ‘t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, 2970 Schilde t. 03-384 29 70 e. info@tklavervier.be AANDACHT! Gelieve uw mobiele telefoon uit te schakelen. Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be) COLOFON Tekst programmaboekje | Tom Janssens Coverafbeelding | Camille Saint-Saëns Coördinatie programmaboekje | Sophie Cocquyt Verantwoordelijke uitgever | Daan Bauwens © Muziekcentrum De Bijloke Gent


LAUREATENCONCERT defilharmonie olv edo de waart Denis Kozhukhin, Evgeni Bozhanov, Hannes Minnaar

ZA | 12.06.10 | 20:00

09 269 92 92 - tickets@debijloke.be

3


4

LAUREATENCONCERT Programma

Uitvoerders

Camille Saint-Saëns

deFilharmonie

Pianoconcerto nr. 5 in F,

Edo de Waart | dirigent

opus 103 1. Allegro animato

Denis Kozhukhin | piano

2. Andante

Evgeni Bozhanov | piano

3. Molto allegro

Hannes Minnaar | piano

Hannes Minnaar, piano Frédéric Chopin Pianoconcerto nr. 1 in e, opus 11 1. Allegro maestoso 2. Romance (Larghetto) 3. Rondo (Vivace) Evgeni Bozhanov, piano Pauze Johannes Brahms Pianoconcerto nr. 2 in Bes, opus 83 1. Allegro non troppo 2. Allegro appassionato 3. Andante 4. Allegretto grazioso Denis Kozhukhin, piano

WWW.DEBIJLOKE.BE


TOELICHTING Saint-Saëns, Chopin, Brahms Tom janssens

Camille Saint-Saëns (1835-1921) Pianoconcerto nr. 5 in F, opus 103 In 1870 stuikte het reactionaire muziekleven van het Second Empire volledig in elkaar. De nederlaag die Frankrijk in de Frans-Pruisische oorlog geleden had, deed de hele structuur van het land wankelen. Op muzikaal vlak betekende dit een ware culturele renaissance: een nieuwe generatie componisten, verenigd onder het vaandel van de Société Nationale de Musique, propageerde met volle overtuiging een ‘Ars Gallica’. Als er één componist symbool mag staan voor de herprofilering van de Franse muziekcultuur, is het wel Camille SaintSaëns. Dat is geen toeval, want al geruime tijd vóór de culturele omwenteling van 1870 stond de carrière van deze buitengewoon veelzijdige componist haaks op de conservatieve Franse normen. Saint-Saëns’ interesse lag, in tegenstelling tot de vocale obsessies van zijn collega’s, immers in de instrumentale (lees: Germaanse) muziekgenres. Die bijzondere belangstelling leverde een voor de Franse muziekgeschiedenis ongewoon corpus symfonieën, concerto’s en kamermuziek op. Dat hij in de nasleep van 1870 snel beschouwd werd als frontman van het nieuwe Franse élan, was dus geen toeval. Als vicepresident van de Société Nationale zette hij zich met ijver in voor de orkesten kamermuziek van collega’s als Franck, Lalo en Fauré en trad hij als pianist herhaaldelijk op in creaties van zijn leerlingen. Wat zijn eigen muziek betrof, legde Saint-Saëns een opmerkelijke zin voor eclecticisme aan de dag. De buigzaamheid van ‘s mans verbeeldingskracht zet het gangbare oordeel over hem als ‘conservatief’ componist danig op de helling. Wie zijn indrukwekkende oeuvre doorkruist, tuimelt namelijk van de ene muzikale verbazing in de andere. Je treft er zowel snoevende romantiek à la Schumann aan (de symfonie ‘Urbs Roma’), delicaat filigraanwerk in de stijl van Mendelssohn (het ‘Eerste 09 269 92 92 - tickets@debijloke.be

5


6

TOELICHTING pianotrio’), flirtende exotismen met opera-allures (de sensuele ‘Havanaise’), virtuoos barokkerig contrapunt (de ‘Preludes en fuga’s voor orgel’), orkestrale fantasieën volgens Lisztiaans recept (de ‘Danse macabre’) als archaïserende, quasi antiromantische experimenten (zijn twee meesterlijke strijkkwartetten). “Het mag een groot gebrek lijken, maar ik kan er eenvoudigweg niets aan doen: ik ben een eclecticus. Je kan je eigen natuur niet verloochenen”, zo excuseerde Saint-Saëns zijn verbluffende veelzijdigheid. Dat Saint-Saëns ook op het vlak van concertmuziek een authentieke signatuur ontwikkelde, mag duidelijk zijn. Met vijf pianoconcerto’s, drie vioolconcerto’s, twee celloconcerto’s en tal van kortere stukken voor solist en orkest stond hij garant voor een overdosis raffinement. Saint-Saëns’ uitgangspunt daarbij was het Mozartiaanse concertmodel: een maximum aan gratie, in combine met een minimum aan muzikaal wroetwerk. Toch zijn ’s mans concerto’s niet zomaar heruitgaven van de achttiende-eeuwse concertpraxis. Zijn ‘Tweede pianoconcerto’ bijvoorbeeld begint met een enigmatische pianosolo à la Bach, en schakelt daarna door naar Italiaanse dansparafrases en minimalistisch koraalgezangen. Zijn ‘Eerste celloconcerto’ is één langgerekte sonatevorm, die halverwege opgeschort wordt door een allerlieflijkst menuet. Ook in zijn ‘Vijfde, ‘Egyptische’ pianoconcerto’ ging Saint-Saëns het boekje te buiten. Allereerst is er de bijnaam. ‘Egyptien’ slaat niet enkel op het feit dat de componist dit concerto voltooide op vakantie in Luxor en Cairo. Meer bepaald slaat het op de bijzondere atmosfeer van het middendeel: “Het Andante is een soort reis doorheen de Oriënt. De hoofdmelodie is een Nubisch liefdeslied dat ik schippers op de Nijl hoorde zingen, terwijl ik met mijn dahabiya voorbij voer.” Effectief strooit Saint-Saëns in dit rapsodische middendeel gretig met oriëntaalse toonladders, improvisatorisch aandoende ornamenten, gamelanimitaties en exotische ritmes. Het was niet de eerste keer dat Saint-Saëns een muzikaal postkaartje componeerde. Reeds in ‘Nuit persane’, ‘Suite algérienne’, ‘Africa en Souvenir d’Ismaïlia’ had hij gestalte gegeven aan geraffineerde, zij het muzikaal weinig authentieke exotismen. De hoekdelen van dit pianoconcerto zijn heel wat minder oriënWWW.DEBIJLOKE.BE


TOELICHTING taals. Het Allegro opent met een ontwapenende pianoballade die, na een overgang met veel chromatisch tuimelende nootjes, geflankeerd wordt door een heerlijk onvaste nevenmelodie. Opvallend in dit openingsdeel is de spaarzame, maar uiterst doeltreffende bijdrage van het orkest. Eindigen doet SaintSaëns met een haast jazzachtige finale, waarin alles ten dienste staat van de uitbundige, pyrotechnische pianopartij. Frédéric Chopin (1810-1849) Pianoconcerto n. 1 in e, opus 11 Je zal maar een Duits of Oostenrijks componist geweest zijn in de negentiende eeuw. De confrontatie met het imposante oeuvre van Beethoven moet simpelweg verpletterend hebben aangevoeld. Het besef van diens meesterlijke behandeling (en canonisering) van bestaande genres noopte velen tot artistieke bescheidenheid, sommigen zelfs tot creatieve wanhoop. Andere landen daarentegen namen het niet zo nauw met de Beethoveniaanse status. In Frankrijk bijvoorbeeld boezemde het doembeeld van diens ongenaakbaarheid maar weinige componisten angst in. Waarom zouden ze ook? Frankrijk was nu eenmaal een land waar instrumentale muziek ondergeschikt was aan vocale muziek – niet toevallig het domein waarin Beethoven (afgezien van een hybride opera-experiment, een onbegrepen miscompositie en een meesterlijke liedcyclus) maar geringe successen behaald had. Hoewel het onjuist zou zijn te beweren dat symfonie-, concerten kamermuziek maar matig vertegenwoordigd waren in het Franse muzieklandschap, is het stellig waar dat vocale muziek (lees: opera) een repertoire vormde dat veel machtiger geacht werd dan instrumentale muziek. Meer dan concertorganisaties waren het instellingen als de Opéra de Paris die dicteerden welke componist ‘hot’ was en welke ‘not’. Wat bijvoorbeeld verklaart waarom vroegromantische Franse orkest- of kamermuziek vooral geschreven werd door… in Frankrijk residerende buitenlanders. Als het instrumentale klimaat van vroegromantisch Frankrijk al door iets bepaald werd, dan was het wel door de inspanningen van Habeneck, Reicha of Onslow – respectievelijk een Duitser, een Tsjech en een Brit. De grootste buitenlander die in Parijs resideerde, was evenwel een Pool. Aan hem 09 269 92 92 - tickets@debijloke.be

7


8

TOELICHTING schrijven we de niet geringe merite toe zich in dit vocale bastion exclusief met slechts één enkel instrument bezig gehouden te hebben. Wie Frédéric Chopin zegt, denkt piano. Terecht, want voor werkelijk alles wat deze componist op papier zette, is een klavier benodigd. Die exclusieve interesse voor het samenspel van tien vingers was al bij aanvang van zijn carrière aanwezig. Reeds in zijn studentenjaren in Warschau liet Chopin zich in tal van salons opmerken als een sensitief interpreet van eigengemaakte rondo’s, polonaises en mazurka’s. Met het oog op een loopbaan als pianovirtuoos deed de Poolse jongeman ook Wenen aan, waar hij ophef maakte met bravoureuze composities voor piano en orkest. Dergelijke werken (waaronder de meesterlijke ‘Variaties op ‘La ci darem la mano’’) werden ook opgepikt door Robert Schumann, die in Chopins muziek het gedroomde alternatief zag voor de holle brio van Kalkbrenner of Moscheles. “Hoed af heren, een genie”, zo oordeelde Schumann – waarmee hij aangaf dat Chopins muziek niet verward mocht worden met lichtzinnig variété. Toen Chopin het thuisland vaarwel zei en in 1831 naar Parijs verkaste, had hij twee volwaardige pianoconcerto’s op zijn naam staan. Daarbij dient het adjectief ‘volwaardig’ begrepen te worden overeenkomstig de toenmalige concertpraxis. Chopins voorbeeld was namelijk niet het Beethoveniaanse concertmodel, waarin piano en orkest elkaar voortdurend op de huid zitten. Integendeel, Chopins concerto’s huldigen de pianistieke alleenspraak, waarin elke orkestrale bemoeienis berekend is op de glorificatie van de solist. Dat Chopin zijn concerto’s herhaaldelijk uitvoerde zonder orkest, illustreert het primaat van de pianopartij in dit concept. Het ‘Eerste pianoconcerto’ (een jaar later geschreven dan het numeriek misleidende ‘Tweede pianoconcerto’) is een archetypisch voorbeeld van deze concertante theatraliteit. Het concerto opent met een majesteitelijke entree door het orkest, die als prelude dient voor de solopartij. Functie van deze lang uitgesponnen intro is in hoofdzaak de voorstelling van het aristocratische hoofdthema en de zangerige nevenmelodie. De piano mag binnenstuiken met enkele stormachtige akkoorden, gebaseerd op het hoofdthema. Wat volgt, is een weelderig WWW.DEBIJLOKE.BE


TOELICHTING geornamenteerde, nu eens zalvende, dan weer dansachtige of hyperdramatische transformatie van beide thema’s in de piano, die vanaf nu alle aandacht naar zich toe trekt. Zelfs de spaarzame interventies van de solohoorn, die nu en dan voor een fijne tegenmelodie zorgt, kunnen die aldoor improvisatorische opzet niet doorprikken. Het langzame deel is – aldus Chopin – “een soort romance, zacht en melancholisch. Het biedt een indruk van een liefdevolle blik op een bijzondere plek, die duizenden herinneringen bovenhaalt.” De beweging prefigureert de sensitiviteit van Chopins latere ‘Nocturnes’ en put – meer nog dan de openingsbeweging – sterkte uit een immer rapsodiërende pianopartij. Als finale is er een tumultueus Rondo, dat qua ritmiek refereert aan de ‘krakoviak’, een Poolse dans in 2/4. Opnieuw staat het orkest (een enkele fagotmelodie niet te nagelaten) volledig ten dienste van de piano, die een overdaad aan sierlijkheden en snelle loopjes etaleert. De magistrale wendbaarheid van het melodisch materiaal (capricieus, ernstig, precieus, imposant,…) illustreert echter dat Chopin zich ook hier ver houdt van de platvloerse retorica van zijn collega’s virtuozen. Johannes Brahms (1833-1897) Pianoconcerto nr. 2 in Bes, opus 83 “Er was geen enkele reactie na de eerste en tweede beweging. Na de slotmaten waren er drie paar handen die aarzelend begonnen te applaudisseren, maar al gauw werd het spaarzame handgeklap gesmoord in afkeurend gesis”, aldus Johannes Brahms na de première van zijn ‘Eerste pianoconcerto’. De ontgoochelde componist had er toch moed op: “op een dag zal er een tweede concerto komen dat helemaal anders zal klinken.” Effectief klonk Brahms’ nummer twee (dik twintig jaar na zijn ‘Eerste pianoconcerto’ geschreven) ‘helemaal anders’ dan zijn rampzalig onthaalde eersteling. Niet alleen was het nieuwe concerto – in Brahms’ eigen woorden “een klein, klein pianoconcertootje met een petieterig scherzo” – het langste uit de toenmalige muziekgeschiedenis. Het was ook een concerto dat alle verworvenheden van het genre samenperste en vooruitblikte naar de toekomst. Door zijn nieuwe, magistrale pianoconcerto bovendien op te dragen aan zijn eerste muziekleraar Eduard 09 269 92 92 - tickets@debijloke.be

9


10

TOELICHTING Marxsen sloeg Brahms een persoonlijke brug tussen verleden, heden en toekomst. Brahms’ ‘Tweede pianoconcerto’ boort allereerst een nieuwe dimensie aan in de dialectiek tussen orkest en klavier. Niet enkel de opvallend vroege cadenza van de solist, de vierdelige opzet van het concerto (in plaats van de obligate driedeligheid) of de ravissante orkestpassages wijken af van de norm. Bovenal is het de originele manier waarop Brahms de tweespraak tussen solist en orkest modelleert, die dit concerto zo adembenemend interessant maakt. De retorische expressiviteit waarmee hij al van bij de start beide partners laat dialogeren (een dromerige hoornsolo tegenover een mijmerende pianopartij) verleent dit concerto een succulent romantisch élan. Alle orkesterupties, dramatische heroïek en aartsmoeilijke, met akkoorden en sprongen volgestouwde pianopassages ten spijt, is dit concerto in hoofdzaak een intimistische compositie, waarin de pianist niet zozeer als extravert podiumbeest optreedt, maar als luisterend en allerlei zielsroerselen opbiechtend instrumentalist. Frappant: de meest voorkomende voordrachtsaanwijzingen in dit concerto zijn dolce en leggiero (‘zacht’ en ‘licht’). Meer nog dan een ‘symphonie manquée’ met additionele klavierpartij is dit concerto ‘Überkammermusik’, waarin de piano zich voortdurend schikt naar de overige stemmen. Dit is vooral het geval in het derde deel van dit concerto (Andante), waarin Brahms de introspectieve pianist het orkest laat begeleiden in plaats van andersom. Die wonderlijk gestileerde intensiteit deed de vraag rijzen in hoeverre dit concerto niet ook een persoonlijke biecht is. Dat de bijna vijftigjarige Brahms – die het pianistenbestaan al in de jaren 1860 vaarwel zegde – dit veeleisende concerto voor zichzelf schreef, zegt veel over de veranderende rol van het instrument in zijn leven. Waar het klavier in het stormachtige ‘Eerste pianoconcerto’ nog klankbord was van technisch rigoureuze ‘Sturm und Drang’, was de piano voor de oudere Brahms een barometer van private gevoelens geworden. Wie in het concerto bijgevolg het verhaal wil lezen van de talentvolle, vingervlugge pianist (het wervelende openingsdeel) die door studie van de oude meesters (de neobarokke parafrase in het scherzo) en gesterkt door een intimistische persoonlijkheid WWW.DEBIJLOKE.BE


TOELICHTING (het mijmerende Andante) in staat is de meest vitale muziek (de dansachtige ‘hongroiserie’ van de finale) te schrijven, zullen we niet tegenspreken. Ook zullen we u niet tegenhouden in de lange cellosolo van het Andante een liefdevol eerbetoon te zien aan Clara Schumann, die in de Romanze van haar eigen ‘Pianoconcerto’ eveneens een roerende cellosolo opvoerde. Evenmin is het moeilijk voorbij te gaan aan enkele citaten, die een autobiografische lezing van dit concerto ondersteunen. Zo vertoont het cellothema in de opening van het Andante grote gelijkenissen met Brahms’ lied ‘Immer leiser wird mein Schlummer’. En er is de inzet van de klarinet aan het eind die de begrafenismelodie van een ander lied, ‘Todessehnen’ parafraseert. Is het concerto een muzikaal testament, waarin de componist staat opmaakt van verleden, heden en toekomst? Voorzag Brahms het einde van een tijdperk, waarin hij als allerlaatste Mohikaan de klassieke vormentaal glans verleende? Hoewel denkbeeldig, zijn de vragen allesbehalve onzinnig: Brahms was een uiterst intelligent en erudiet componist, die binnen het louter abstracte meerdere dimensies wist aan te boren. Binnen het kader van absolute, inhoudsloze muziek dreef Brahms de vraag naar intellectuele diepgang, zeggingskracht en luisterbereidheid voortdurend op de spits. In hoeverre we ons daarbij willen laten meevoeren, is bijzaak. Want ook zonder metamuzikale interferentie bleef, blijft en zal zijn muziek overeind blijven.

09 269 92 92 - tickets@debijloke.be

11


12

BIO Denis Kozhukhin: Eerste prijs - Grote internationale prijs Koningin Elisabethwedstrijd 2010, Prijs Koningin Fabiola Denis Kozhukhin begon zijn opleiding aan de Balakirev Muziekschool en vervolmaakte zich daarna aan de Escuela Superior de Música Reina Sofía in Madrid, bij Dmitri Bashkirov en Claudio Martinez-Mehner. Hij volgt momenteel lessen kamermuziek in Madrid, bij Menahem Pressler en Ralf Gothóni, en piano aan de Internationale Academie van Lago di Como bij Fou Ts’ong. Daarnaast studeert hij bij Kirill Gernstein aan de Hochschule für Musik Stuttgart. Hij trad reeds op in Rusland, Duitsland (Klavier- Festival Ruhr), Italië, Frankrijk (Auditorium du Louvre, Salle Cortot, Théâtre du Châtelet), Zwitserland (Verbier Festival) en Spanje. Hij was laureaat van verschillende wedstrijden in Rusland en in Spanje, behaalde in 2006 de Derde Prijs van de Leeds International Competition en won in 2009 de Vendome Prize in Lissabon. Hij is ook een laureaat van de Solti Stichting. Evgeni Bozhanov: Tweede prijs Koningin Elisabethwedstrijd 2010, Prijs van de Belgische Federale Regering Evgeni Bozhanov gaf zijn eerste concerten met orkest in zijn geboortestad Rousse (Bulgarije) op zijn twaalfde. Hij studeerde bij Boris Bloch aan de Folkwang-Hochschule für Musik in Essen en daarna bij Georg Friedrich Schenck aan de Robert Schumann Musikhochschule in Düsseldorf. Al sinds 1996 behaalt hij successen op talrijke wedstrijden, waaronder in 2008 zowel de Eerste Prijs van de Internationale Casagrandewedstrijd als de Tweede Prijs van het Sviatoslav Richter concours in Moskou. Als finalist van de Van Cliburn International Piano Competition vorig jaar onderscheidde hij zich daar ook in de interpretatie van het Kwintet van Franck met het Takács Kwartet. Hij trad onder andere op tijdens het Ravinia Festival (Chicago), het Chopin Festival (Warschau) en het Festival voor Kamermuziek in Trieste. Hannes Minnaar: Derde prijs Koningin Elisabethwedstrijd 2010, Prijs van Graaf de Launoit Hannes Minnaar begon met piano op de leeftijd van zeven jaar. Hij heeft aan het Conservatorium van Amsterdam piano gestudeerd bij Jan Wijn en orgel bij Jacques van Oortmerssen. WWW.DEBIJLOKE.BE


BIO Hij volgde ook master classes, onder anderen bij Willem Brons, Leon Fleisher, Menahem Pressler en Ferenc? Rados. Naast de verschillende prijzen die hij in ontvangst mocht nemen op nationale wedstrijden (Rotterdamse Pianodriedaagse, Prinses Christina Concours, Vriendenkrans Concours) behaalde hij in 2008 de Tweede Prijs op het concours van Genève. Hij gaf reeds recitals in zijn vaderland en ook in Ierland, Japan, het Midden Oosten en New York. Hij werkte samen met verschillende orkesten (onder meer onder de leiding van Frans Brüggen) en ensembles zoals het Párkányi Kwartet. Edo de Waart Edo de Waart is chef-dirigent en artistiek directeur van het Hong Kong Philharmonic Orchestra, muziekdirecteur van het Milwaukee Symphony Orchestra en eredirigent van het Radio Filharmonisch Orkest. Sinds het seizoen 2010-2011 is hij vast verbonden aan het Saint Paul Chamber Orchestra. Vanaf 2012 neemt hij het chef-dirigentschap op van deFilharmonie. Recent stond hij voor diverse toporkesten, waaronder het Los Angeles Philharmonic, het Minnesota Orchestra, het National Symphony Orchestra, het Orchestre de la Suisse Romande en het NHK Symphony Orchestra. Edo de Waart werd geboren in Nederland en studeerde hobo, piano en orkestdirectie in Amsterdam en werd na zijn studies aangesteld als eerste solist hobo van het Koninklijk Concertgebouworkest. Twee jaar later, op 23-jarige leeftijd, won hij de Dimitri Mitropoulos Conducting Competition in New York, waarop hij aangesteld werd als assistent van Leonard Bernstein aan de New York Philharmonic. Bij zijn terugkeer naar Nederland werd hij assistent van Bernard Haitink aan het Concertgebouworkest. In 1967 werd hij door het Rotterdams Philharmonisch Orkest aangesteld als vaste gastdirigent en zes jaar later als chef-dirigent en muziekdirecteur. Nadien werd hij muziekdirecteur van het San Francisco Symphony en Minnesota Orchestra, chef-dirigent en muziekdirecteur van het Sydney Symphony Orchestra en chef-dirigent van De Nederlandse Opera.

09 269 92 92 - tickets@debijloke.be

13


14

BIO deFilharmonie Als modern, stilistisch flexibel symfonieorkest bezit deFilharmonie (Royal Flemish Philharmonic) een artistieke souplesse die toelaat om meerdere stijlen – van klassiek tot en met hedendaags – op een historisch verantwoorde wijze te vertolken. Dankzij eigen concertreeksen in grote zalen bekleedt deFilharmonie een unieke positie in Vlaanderen. De Koningin Elisabethzaal en deSingel in Antwerpen, het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, Muziekcentrum De Bijloke Gent en het Brugse Concertgebouw behoren tot de vaste podia. Naast reguliere concerten hecht deFilharmonie veel waarde aan de uitbouw van educatieve projecten, zoals de succesvolle KIDconcerten en de pedagogische OORcolleges, waarmee het orkest kinderen en jongeren doorheen de symfonische klankenwereld gidst. Samen met uitgeverij Lannoo ontwikkelt deFilharmonie een reeks luisterboekjes met originele orkestvertellingen voor kinderen. Bovendien werkt het orkest aan diverse sociale projecten, die mensen uit diverse culturen en met verschillende sociale achtergronden de kans geven om het symfonieorkest van dichtbij te leren kennen.

WWW.DEBIJLOKE.BE


HUISMEDEDELINGEN Gouden label

Klassiek Centraal – dé webstek voor de klassieke muziekliefhebber – heeft zaterdag jl. zijn jaarlijkse ‘Gouden Labels’ uitgereikt. In de categorie ‘Concerten’ viel De Bijloke in de prijzen voor het concert op 21 april 2010 met Daan Vandewalle en Geoffrey Madge. De jury bestond uit klassieke muziekjournalisten en componisten. Een erkenning voor de muzikanten én voor De Bijloke! (www.klassiek-centraal.be)

seizoen 2010-2011

Indien u de nieuwe seizoensbrochure nog niet ontvangen heeft, dan kan u ze telefonisch of per email aanvragen. U kan ze ook meenemen aan de ticketbalie. U kan bij ons reeds terecht om uw abonnement te vernieuwen of om een nieuw abonnement of losse tickets aan te kopen. Wist u trouwens dat u bij aankoop van een abonnement een podiumhopper ontvangt? Deze podiumhopper is een geschenkbon ter waarde van € 5 die u kan gebruiken bij een van onze cultuurburen: NTGent, Vooruit, Handelsbeurs en Vlaamse Opera. En ook voor de jazzliefhebbers is er goed nieuws! Bij aankoop van een jazzabonnement ontvangt u twee gratis tickets voor het eerste deel van het Gent Jazz Festival (naar keuze op 8, 9, 10 of 11 juli).

18-22 juli: sint-baafsabdijconcerten

Tijdens de Gentse Feesten organiseren Muziekcentrum De Bijloke Gent en de Dienst Feestelijkheden van de Stad Gent een unieke concertreeks in de historische refter van de SintBaafsabdij. Speciaal voor de Sint-Baafsabdijconcerten vroeg het Muziekcentrum aan vijf internationaal gerenommeerde topsolisten om het podium te delen met jonge talenten waarin ze 200% geloven. Het resultaat mag er zijn! Vijf concerten waarin vijf ‘meesters’ een muzikaal gesprek voeren met vijf ‘leerlingen’. Reserveer nu uw plaats voor een van de Sint-Baafsabdijconcerten in het bespreekbureau, via 09 269 92 92 of via www. debijloke.be. Voor uw reservatie betaalt u slechts 5 euro. Dit bedrag krijgt u meteen als korting terug bij uw eerstvolgende boeking voor een concert uit het nieuwe seizoen van Muziekcentrum De Bijloke!

09 269 92 92 - tickets@debijloke.be

15


16

BiNNENKORT Z0 | 18.07.10 15:00 |

ZA | 25.09.10 20:00 |

Sint-Baafsabdijconcerten

Musica Antiqua 2 / 2+

Pascal Schumacher (vibrafoon),

Capriccio Stravagante olv Skip

Francesco Schlimé (piano)

Sempé

Dialogues

Les 24 Violons du Roi

MA | 19.07.10 15:00 |

WO | 29.09.10 20:00 |

Sint-Baafsabdijconcerten

Voix Gras / +

Ustad Sayeeduddin Dagar (zang),

Concerto Italiano olv Rinaldo

Bert Cornelis (surbahar)

Alessandrini

Drupad

Musica Sacra a Roma

DI | 20.07.10 15:00 |

DO | 30.09.10 20:00 |

Sint-Baafsabdijconcerten

Musica Antiqua 1 / 1+

Christine Busch (viool), Olivier

Scherzi Musicali olv Nicolas Achten

Marron (cello)

La Catena d’Adone

Schulhoff, Britten, Glaser, Ravel ZA | 02.10.10 20:00 | WO | 21.07.10 15:00 |

East of Eden +

Sint-Baafsabdijconcerten

Ensemble Dialogos

Kristian Bezuidenhout (piano),

Barlaam en Josaphat - het christelijke

Esther Yoo (viool)

Boeddhaverhaal

Beethoven, Haydn, Kreisler, Bach ZO | 10.10.10 11:00 | Kantata! DO | 22.07.10 15:00 |

Ex Tempore olv Florian Heyerick

Sint-Baafsabdijconcerten

Graupner, Cantates voor de 19de zon-

Skip Sempé (klaveceimbel), Olivier

dag na Trinitatis

Fortin (klavecimbel) A.-L. Couperin, F. Couperin, Rameau,

ZO | 10.10.10 17:00 | Docenten in

Scarlatti

Concert Bram Nolf (hobo), Rik Vercruysse

VR | 24.09.10 20:00 | Symfonisch 1 / 1+

(hoorn), Guy Penson (piano)

deFilharmonie olv Philiippe

Beethoven, Schumann, Reinecke

Herreweghe (dirigent), Dagmar Peckova (mezzosopraan) Mahler, Bruckner

WWW.DEBIJLOKE.BE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.