3 minute read

Magistraal: Cappella Mediterranea

Magistraal Barok met Cappella Mediterranea

Intieme parels van eindeloze schoonheid

Advertisement

Hij stond in januari op de affiche met Vivaldi, maar binnenkort krijgt dirigent Leonardo García Alarcón een herkansing met minstens even intense Italiaanse barok. Op 13 mei brengt hij met zijn indrukwekkende Cappella Mediterranea twee sacrale oratoria die overweldigen door hun innemende kleinschaligheid.

Jasper Gheysen, foto Jean-Baptiste Millot

‘Historia di Jephte’ van Giacomo Carissimi en het ‘Oratorio per la Settimana Santa’ van Luigi Rossi: de ene bezingt de overwinningsroes en een eindeloos verdriet, de andere laat een nieuw licht schijnen op het passieverhaal. Intense dramatiek, niet-alledaagse muzikale contrasten en een ontroerende omhelzing van de eindigheid van het bestaan, verpakt in één magistraal concert: dat beloven Cappella Mediterranea en Choeur de Chambre de Namur je in De Bijloke.

De muziek uit de vroege Italiaanse barok was verhalend en dramatisch. Het zenit van de aandacht verschoof van hermetische veelstemmige Italiaanse missen in de renaissance naar de handeling in het verhaal en de muziek zelf, waardoor alle emoties uitgelicht worden. Vergelijk het met kijken naar een schilderij van Caravaggio: de emoties op de gezichten worden uitgelicht door kaarslicht en iedere gelaatstrek krijgt reliëf. De scène gaat op in een donker decor op de achtergrond.

Deze revolutionaire ontwikkelingen speelden zich af bij het ontstaan van de opera en de contrareformatie in de culturele wereld in Rome anno 1550, waar onder leiding van Filippo Neri de Congregazione dell’Oratorio opgericht werd. Deze vennootschap kwam samen in ‘bidzalen’, in het Italiaans ‘oratoria’, om daar spirituele verlichting te vinden. De componisten experimenteerden er klankmatig op los om tot de meest krachtige muziekzettingen te komen die de zielen van de gelovigen én ongelovigen tot vrome daden zouden aanzetten.

Compassievol

Ze vonden een meester in het genre van het oratorium en de ‘historia sacra’ in Giacomo Carissimi, die zijn leven lang actief was aan het Duits college in Rome. De compassievolle muziek van deze Roomse Italiaan borduurde verder op de compositietechnieken die Monteverdi in de opera gebruikte. Niet alleen werden er Griekse drama’s uit de Oudheid op muziek gezet, ook Bijbelverhalen met een moraal vonden hun weg in deze authentieke stijl.

Carissimi laat in zijn ‘Historia di Jephte’ het verhaal vertellen door een aantal ‘historici’ die het publiek rechtstreeks aanspreken. Het prominente koor (om)kadert, becommentarieert of vertelt de tragische gebeurtenis na. Met heldhaftige drieklanken uit Jephte zijn belofte aan God: bij een overwinning op de Ammonieten zal hij degene die hij als eerste ontmoet bij zijn terugkomst als brandoffer aan de Heer schenken. Na een geweldige strijd met veel muzikale effecten, beweent het volk van Amon zijn nederlaag met pakkende dalende chromatische melodielijnen. De overwinningsroes maakt echter snel plaats voor intense tristesse wanneer Jephte aan zijn belofte wordt herinnerd. Niemand minder dan zijn dochter ziet hij als eerste bij zijn thuiskomst. De onvermijdelijke smart dringt door tot de krochten van de ziel bij het aanheffen van de woorden ‘filia mea’ (mijn dochter).

Het slotkoor, waar zijn dochter de kinderen van Israël oproept om te wenen, staat in de muziekgeschiedenis geboekstaafd als een van meest intense muzikale lamentaties vol contrasten en gestold medelijden. Het koor rolt finaal een laken van droefenis, berusting en aanvaarding uit om het hele tafereel mee te bedekken.

Demonen

Ook Luigi Rossi heeft in zijn ‘Oratorio per la Settimana Santa’ oog voor het menselijke drama, ook al is het niet honderd procent zeker dat hij de componist is van dit passie-oratorium. Op basis van onderzoek kwam men terecht bij Rossi én twee bundels manuscripten in het Vaticaan van de rijke aristocratische familie Barberini, die het werk besteld zou hebben en Rossi vaak in dienst nam om deze verhalen te componeren en uit te voeren in hun statige palazzo’s.

De beeldende kracht van deze muziek komt tot uiting in recitatieven, dialogen, turba-koren en aria’s die de lijdensweg van Christus van commentaar voorzien. Dat het werk rond 1640 zijn première kende, in het Oratorio di San Girolamo della Carità, waar Neri zijn kompanen aanspoorde in de nieuwe stijl, is geen verrassing. Wat wel tot de verbeelding spreekt, is de overgeaccentueerde Italiaanse taal en individuele tekstzettingen in plaats van de traditionele Latijnse teksten. De ongewone narratieven waar Rossi ook andere atypische personages, zoals de demonen, aan bod laat komen, geeft het werk van deze meester van het genre extra cachet.

do 13.05 | 20:00

Intieme parels van eindeloze schoonheid

Cappella Mediterranea & Choeur de Chambre de Namur o.l.v. Leonardo García Alarcón

Datum onder voorbehoud. MAGISTRAAL BAROK

Check bijloke.be

This article is from: