9 minute read
“Ik zie, hoor en ervaar wat mijn persoonlijkheden voelen”
TIJDENS HET INTERVIEW NEEMT EEN VAN JOSÉ’S
PERSOONLIJKHEDEN HET OVER. ZE NEEMT EEN
Advertisement
POTLOOD IN DE HAND EN BEGINT OP EEN LEEG
VEL VOOR HAAR TE TEKENEN. ZE TEKENT ALLERLEI
PUNTIGE VORMEN. HET VOELT KWETSBAAR VOOR
JOSÉ: “IK KRIJG HET HIER HEEL WARM VAN. NU ZIE JE
LETTERLIJK WAT ER MET ME GEBEURT.”
José is enthousiast als ik haar vraag of ze wil meewerken aan een interview. Onlangs is ze begonnen met het schrijven van een eigen boek. Ze wil graag meer bekendheid over haar stoornis en zoals ze zelf zegt: “Als ik maar één iemand kan helpen met mijn verhaal, is mijn doel al bereikt.” Terwijl ik in het gezellige huis van José zit, struikel ik over mijn eigen woorden. José heeft een dissociatieve identiteitsstoornis. Niet zo gemakkelijk uit te spreken, evenmin uit te leggen. Ik haal opgelucht adem als José aangeeft: “Spreek maar over dis, dat is net zo gemakkelijk. Dat doen we hier allemaal.”
Cirkels
Maar wat is dis? José legt het uit door het tekenen van een grote ovalen cirkel.
Ze zet haar naam erin. “Dit ben ik, José. Door trauma’s in mijn kindertijd kwam er grote druk op mijn persoonlijkheid.”
Ze tekent allerlei pijlen die wijzen naar de cirkel. “Mijn hersenen konden die druk niet meer aan, waardoor ze een nieuw ‘deel’ vormden,” en José tekent er een kleinere cirkel aan vast. Vervolgens nog een en nog een. “Dit zijn de nieuwe persoonlijkheden die mijn hersenen vormden. Zij konden wel met mijn trauma’s omgaan. Een van de persoonlijkheden is bijvoorbeeld Josi, een meisje van zeven. In haar kon ik mij verschuilen, als het me even teveel werd als kind. Iedere persoonlijkheid heeft een eigen naam: naast Josi zijn er Anna, Katja en nog elf anderen. En iedereen heeft een eigen leeftijd en verschillende eigenschappen. Zo heb ik een kind van zeven, een zorgzame persoonlijkheid en een rebels type. Bij mij is de kern ‘ik, José’ altijd aanwezig, maar ik kan wel overgenomen worden door andere persoonlijkheden. Ik zie, hoor en ervaar alles wat zij waarnemen en voelen.” Terwijl ik José interview, zie ik dat een van haar persoonlijkheden het overneemt. Ze neemt een potlood in de hand en begint op een leeg vel voor haar te tekenen. Ze tekent allerlei puntige vormen. Het voelt kwetsbaar voor José: “Ik krijg het hier heel warm van. Nu zie je letterlijk wat er met me gebeurt.”
Afwijzing
“Je kunt dis hebben zonder dat je het weet, want lange tijd merkte ik niks. Ik was getrouwd, had vier jonge kinderen en een baan in de zorg. Ik kampte wel met psychische klachten, kreeg twee keer een burn-out en had een depressie. Door een stressvolle tijd nam mijn leven een nog grotere wending. Omdat we ons al lang niet thuis voelden in onze kerk, besloten we over te stappen naar een heel ander kerkverband. Qua opvattingen verschillen zij nogal van mijn oude gemeente. Hierdoor kregen we ontzettend veel afwijzing van familie en mensen uit onze vorige kerk. In deze periode maakte ik soms plotseling ongecontroleerde bewegingen en kreeg ik regelmatig een angstaanval. Ik merkte dat mijn lichaam signalen gaf die buiten mijn vermogen omgingen. Ik dacht dat ik demonisch belast was en zocht naar bevrijding. Hiervoor ging ik naar verschillende bevrijdingsen genezingsdiensten. Omdat ik in een traditionele kerk opgegroeid was, maakte ik veel mee wat ik nooit eerder had gezien. Mensen schreeuwden, of baden in tongen. Achteraf denk ik dat alle onbekende situaties mijn angsten nog heftiger maakten. Het maakte me radeloos dat alle pogingen tot genezing geen effect hadden. Ik kwam in een geloofscrisis terecht. Ik dacht echt dat de duivel in mij was. Dit was niet alleen voor mijzelf moeilijk, maar ook voor mijn man. Hij zei: ‘We proberen God te volgen, maar we krijgen een grote bak ellende over ons heen’. Met elkaar stonden we op de overlevingsstand. Op een gegeven moment bad ik: ‘Uw genade is mij genoeg. Ik vecht nu even niet meer tegen mijn spasmes’. Toen kreeg ik het idee dat ik rustiger werd.”
LIEF, SCHATTIG MEISJE
“Ook had ik een fijne ontmoeting met Dinie Stortenbeker, medeoprichter van De Hoop. Zij heeft zo’n krachtig geloof. Ik zocht bevrijding, maar Dinie vertelde mij dat ik naar mijn verleden moest kijken. ‘God gaat het je bekend maken’, zei ze. Die nacht erna kreeg ik een droom over mijzelf als klein kind. Ik zag een lief, schattig meisje met blauwe ogen en krulletjes, maar wist niet wat er met haar gebeurd was of wat ik ermee moest. De volgende ochtend sloeg ik mijn fotoalbum open en zag mijzelf als kind. Ik moest heel erg huilen en besefte dat mij heel erge dingen zijn overkomen. Na deze gebeurtenis leefde ik verder. Ik moest wel als moeder.”
Het Gaat Niet Goed
“Door mijn burn-out en plotselinge spasmes kon ik niet meer tegen prikkels om mij heen. Ik zat met oordoppen aan tafel of in elkaar gedoken op de bank. Mijn kinderen waren teleurgesteld dat ik niet mee kon met dagjes uit. Voor hen was het moeilijk om te begrijpen. Ook kreeg ik hartritmestoornissen en aanvallen met benauwdheid. Door de angsten, ontwikkelde ik tics. Hier schrok mijn man erg van, hij zei: ‘Het gaat écht niet goed met je.’ De huisarts was het gelukkig met ons eens en zei: ‘Dit is niet oké, ik verwijs je door naar de GGZ.’”
Naalden En Doekjes
“Daar kwam eindelijk naar boven dat ik niet bezeten was, maar dis heb. De meeste mensen met dis worden opgenomen. Maar omdat ik een sterke kernpersoonlijkheid heb en geen suïcidale personages in mij heb, krijg ik wekelijks traumatherapie bij De Hoop. Hier leer ik veel over dis en ontdekte ik mijn deelpersoonlijkheden. Ze mogen ieder zichzelf zijn en hun verhaal vertellen. Ieder deel draagt een trauma en door alle verhalen naar boven te halen, ontstaat er onderling begrip, respect en samenwerking. Zo kwam naar voren dat Josi het idee had dat er telkens heel veel naalden in mijn armen zaten, vanuit een situatie van vroeger. Tijdens de therapie moest ik die naalden eruit halen en er doekjes op doen. Vervolgens zei ik tegen Josi: ‘Je hoeft niet bang te zijn, ze zijn eruit.’ We hebben er drie sessies over gedaan, waarna ik realiseerde ‘het is nu over’. Nu heb ik dat verwerkt. Soms heb ik spanning en ervaar ik een druk op mijn borst. Dan voel ik dat de kleine kinderen bescherming nodig hebben en zeg ik tegen de volwassen persoonlijkheid in mij: ‘Nu kom jij naar voren en ben je er voor de kleintjes.’ Hierna voel ik de angst wegtrekken en word ik rustiger.”
Sterk Genoeg
“De bedoeling is dat alle personen zo leren samenwerken, dat ze op een gegeven moment weer in elkaar schuiven. Dat ze als karaktereigenschappen weer onderdeel worden van José. Want we hebben allemaal een innerlijk kind, een zorgzame, gelovige en rebelse kant. Nadat al mijn trauma’s zijn genezen, hoeven mijn persoonlijkheden het niet meer van me over te nemen. Ik ben dan sterk genoeg om het leven zelf weer aan te kunnen. Hoop op genezing geeft God mij met Zijn troostende woorden: ‘Hij geneest de gebrokenen van hart en verbindt hun wonden’ (Psalm 147:3). En dat je kunt genezen, bewijst een van mijn behandelaarsters Liz. Zij had dis, maar is hersteld en zet nu haar ervaringen in om anderen te helpen.”
VOEL DE PIJN
“Tijdens mijn behandelingen heb ik geleerd naar mijn gevoel te luisteren. Ik dacht altijd dat het verkeerd was om boos te zijn. Nu laat ik emoties toe, om alles wat ik heb meegemaakt te voelen en te verwerken. Ik heb heel wat gescholden op pesters die mijn schooltijd onveilig hebben gemaakt. Dit is een belangrijke les die ik heb geleerd: Heb je verdriet? Slik het dan niet weg. Laat de tranen maar stromen, voel maar gewoon dat je pijn hebt.”
KIPPEN TBC
“Tijdens de therapie heb ik regelmatig het gevoel dat ik stik, omdat het zo heftig is. De nare ervaring met de naalden, kreeg ik als driejarig meisje in het ziekenhuis. Daar liep ik een trauma op. Ik kreeg kippen Tuberculose, een besmettelijke ziekte die van vogels naar mens overgedragen kan worden. Daarvoor werd ik geopereerd. Zonder dat ik het wilde, kreeg ik een mondkapje op mijn gezicht.” Ondertussen merk ik dat een van haar persoonlijkheden dit uitbeeldt. Ze stopt met praten en draait met haar hand in een vloeiende beweging rond haar mond en beeldt het mondkapje uit. José vertelt verder: “Ik moest onder narcose en dat ging zonder uitleg. Als kind dacht ik dat ik dood zou gaan. De tweede keer wist ik wat me te wachten stond en stribbelde ik tegen. Toen ging het onder dwang. Ik werd wakker en wilde naar mijn moeder. Ze hoorde mij gillen in de wachtkamer, maar omdat ik op de uitslaapkamer lag, mocht ze niet bij me komen. Hierna moest ik vanwege infectiegevaar van een open wond in mijn nek een aantal dagen in een isoleercel. Dat dit een van mijn jeugdtrauma’s is, ontdekte ik doordat ik telkens tegen mijn gezin zei ‘deur dicht, deur dicht’, uit angst voor een dichte deur. Ook was ik bang in het donker. Naast dit trauma, had ik geen veilige jeugd. Thuis was ik de wiebelkont, want ik had ADHD. Opvoeden met de harde hand was normaal. Op school werd ik gepest. Ik geloofde dat ik niet goed genoeg was en vertelde mezelf: ‘Het is mijn schuld dat ik zo hard geslagen ben. Het is mijn schuld dat ik uitgescholden word’.”
Oordoppen
Haar nare verleden vormt José als moeder. “Ik wil mijn kinderen liefdevol opvoeden en het anders doen dan mijn ouders. Toch hebben mijn vier kinderen heel moeilijke jaren gehad toen mijn dis naar boven kwam. Ik lag ziek op de bank en zij gingen hun eigen gang. Regelmatig kreeg ik de vraag ‘waarom zit je nu weer met oordoppen in?’ Aan tafel was er veel spanning. Vooral toen ik eenmaal therapie kreeg. Er kwam zoveel naar boven, waardoor ik plotseling vreemde dingen zei. De oudste twee zijn inmiddels pubers en dat is soms confronterend. Ze weten van mijn zwakke plekken en kunnen me triggeren door daarover te beginnen. Een opmerking als ‘Mam, jij brengt me echt niet naar de club hoor, met je rare tics’, is mij niet vreemd. Dat is lastig, maar ik begrijp hen ook wel. Een van mijn dochters gaf aan dat ze bang was dat mijn persoonlijkheden gekke dingen zouden doen. Toen heb ik haar heel duidelijk uitgelegd dat ze niet bang hoeft te zijn en dat ik nu goed de controle over mezelf kan houden. Ook leren mijn kinderen via thuisbegeleiding hoe ze met mijn stoornis om kunnen gaan. Dat ze me bijvoorbeeld kunnen kalmeren door het geven van een knuffel. Soms levert mijn stoornis ook heel grappige situaties op. Zo werd er een pakketje afgeleverd en ik wilde dat geheimhouden voor mijn zoon. Maar hij was slim en sprak Josi aan: ‘Hee Josi, weet jij waar dat cadeautje ligt?’ En Josi antwoordde: ‘Ja, ik mag het eigenlijk niet vertellen, maar het ligt bovenop de kast.’ Bij dit soort situaties lachen we er hard om. Dat is het beste om ermee om te gaan.”
HERKENBARE SITUATIES
“Mijn man laat mij naar therapie gaan, maar wilde er eerst niet zoveel over weten. Zijn leven werd al zoveel beïnvloed doordat ik dis had. Toch ging hij uiteindelijk verschillende keren mee naar mijn behandelaarster. Hij kreeg uitleg over wat dis is en hoe het is ontstaan. Ook is hij in gesprek gegaan met Liz en haar man Antonio, die als stel een soortgelijk proces hebben meegemaakt. Zij hebben uren gepraat over herkenbare situaties, de stoornis en het verleden.”
EENZAAM LEVEN
“Al heb ik mijn gezin om me heen en behandelaren die me helpen, toch vind ik een leven met dis eenzaam. Ik ken alleen behandelaarster Liz die hetzelfde had. Verder niemand. Dis is geen ziekte, maar een overlevingsstrategie. Het is intens lijden om te kunnen overleven. Toen dis bij mij naar boven kwam, had ik overal pijn in mijn lichaam waar ik niets van begreep. Ik wil aan iedereen meegeven: luister naar je lichaam. Wat je ook hebt, pijn in je lichaam vertelt iets. Bij mij betekende buik- en maagpijn dat er emoties opgekropt werden. Door telkens over mijn grenzen heen te gaan, kreeg ik twee keer een burn-out. Dat was zo heftig. Nu heb ik geleerd dat ik de pijn moet aangaan. Dat kan ik alleen samen met God. Als ik het moeilijk heb, merk ik dat Hij tot mij spreekt. Pas hoorde ik bijvoorbeeld het lied ‘houd vol, houd vol’ en dat bemoedigde me. Hij leidt mijn leven. Ik hoef het niet alleen te doen. Hij ziet mij en ik kan bij God uithuilen. Bij De Hoop heb ik weer hoop voor de toekomst gekregen. Als ik zover ben, wil ik mijn trauma’s, pijn en ervaringen inzetten om anderen te helpen. Er is niets krachtiger dan dat iemand tegen je zegt: ‘Ik weet hoe moeilijk het is’.”