8 minute read

“Nooit meer terug naar het leven dat we hadden”

“KHALIS IS VOOR MIJ ABSOLUUT EEN VOORBEELD. WE HEBBEN DEZELFDE ACHTERGROND. ALS IK AAN KHALIS

VERTEL WAAR IK MEE ZIT, SNAPT HIJ MIJ.

Advertisement

HIJ WEET PRECIES WAT IK BEDOEL.”

Als je Khalis (50) en Corné (46) tegenkomt, zie je twee optimistische en goedlachse mannen. Wie hun verhaal echter kent, weet dat dat niet altijd zo is geweest. Beiden worstelden jarenlang met een verslaving en belandden in het criminele circuit. Ze vochten hard om hun leven weer op orde te krijgen. Dat dit gelukt is, is volgens de mannen niets dan Gods genade. Bij De Hoop leerden ze elkaar kennen en de twee bouwden een hechte vriendschap op. Corné: “Khalis is voor mij een Jonathan. Een échte vriend!”

Khalis groeide op in Marokko, bij zijn oom en tante. Zijn ouders waren naar Nederland verhuisd om geld te verdienen. “In Marokko was ik al veel op straat te vinden. School deed me niet veel en de overheid deed eigenlijk niks aan spijbelaars. Ik begon al heel jong met het gebruiken van softdrugs, zoals hasj en wiet. Waarom ik ging gebruiken, weet ik eigenlijk niet. Ik denk toch een bepaalde nieuwsgierigheid. En mijn vrienden deden het ook. Op mijn zestiende emigreerde ik naar Nederland en kon ik weer bij mijn ouders wonen. Ook daar spijbelde ik van school en kwam ik al snel in aanraking met drugs. Het ging snel bergafwaarts met me en ik belandde in de criminaliteit. Ik had geld nodig om de drugs te betalen, dus ik stal uit winkels. Uiteindelijk werd ik opgepakt en moest ik een jaar zitten. In de gevangenis kwam ik in aanraking met harddrugs.”

Controle Verliezen

Na zijn vrijlating komt Khalis met iemand in contact van wie hij harddrugs krijgt. “Ik was afhankelijk van die persoon. Toen die uiteindelijk uit mijn leven verdween, moest ik zelf voor drugs zorgen en ging ik opnieuw stelen. De macht van drugs is zo groot. Je weet wel dat je jezelf kapotmaakt, maar je verliest de controle. Je hebt heroïne nodig om de dag door te komen. En dealers bellen je ook op met mooie aanbiedingen, dus je blijft in die vicieuze cirkel.”

Negatief Zelfbeeld

Het verhaal van Corné heeft veel raakvlakken met dat van Khalis. Ook hij kwam al jong in aanraking met drugs. “Ik groeide op in een periode waarin de house- en gabberscene begon. Ik ging naar die feesten en gebruikte daar onder andere pillen en speed. Op een gegeven moment hield de housescene op, maar ik bleef gebruiken. Mijn verslaving ontstond doordat ik me nooit goed genoeg heb gevoeld. Mijn zelfbeeld

Ik verloor meerdere keren mijn baan. Daardoor kreeg ik opnieuw de bevestiging dat ik niks kon, al maakte ik het er zelf naar. Bij mijn broer ging alles voor de wind en ik dacht dat mijn ouders meer van hem hielden.”

OP ROOFTOCHT

Corné wordt steeds verder de ellende ingezogen. “Mijn vrienden gebruikten ook heroïne en cocaïne, dus ik dacht: dat kan ik ook wel een keer gebruiken. Ik raakte zwaar verslaafd en kon niet meer zonder. Dagelijks besteedde ik gerust driehonderd euro aan drugs. Dat is met een normaal salaris niet te bekostigen, dus belandde ik net als Khalis in de criminaliteit. Ik was de hele dag op rooftocht. Inbraakje hier, inbraakje daar. In het dorp waar ik woonde, was ik berucht. Als mensen me zagen lopen, keerden ze terug naar hun auto om te checken of die wel echt op slot zat. Mijn ouders liepen met een ketting om hun hals. Daaraan hing de sleutel van hun slaapkamer, waar alle waardevolle bezittingen opgeslagen lagen. Ze waren gevangen in hun eigen huis. Alles wat van waarde was, was niet veilig voor mij.”

Bewaar Je Hart

was ontzettend laag. Ik dacht dat ik het nooit goed kon doen, hoe hard ik mijn best ook deed. Die onzekerheid en het gevoel van leegte vulde ik op met drugs. Doordat ik zo veel gebruikte, ging ook alles mis. Bijvoorbeeld op school. Mijn vader zei op een gegeven moment dat ik maar moest gaan werken. Dat deed ik, maar daardoor kwam er meer geld binnen en kon ik meer gaan gebruiken.

Bij Khalis kwam er een moment dat hij zich realiseerde dat het zo echt niet langer kon. “Een vrouw uit een motivatiecentrum voor verslaafden zei tegen mij: ‘Als jij zo doorgaat, wordt dit je dood. Ik ga mijn best doen een plek voor je te zoeken waar je kunt afkicken’. Daar ben ik die vrouw zo dankbaar voor. Ik kon terecht bij Horeb (toenmalige woon- en leefgemeenschap van De Hoop, red.). Daar hoorde ik de mensen zingen over Jezus en ik kreeg kippenvel. Ik werd nieuwsgierig en wilde meer weten van het Evangelie. Daar veranderde langzaam mijn leven. Ik leerde Jezus kennen en werd gedoopt. Bij Horeb werkte ik aan mijn hart. Eerder deed ik altijd wat mijn kop zei, of het nou goed of slecht was. Nu weet ik dat ik naar mijn hart moet kijken, want daar zitten de verborgen dingen. Spreuken zegt niet voor niets: ‘Bewaar je hart!’ Er zijn zo veel dingen die je hart in beslag kunnen nemen, maar de echte leegte kan alleen Jezus vullen. Na Horeb stroomde ik door naar De Hoop. Daar leerde ik meer en meer wie ik was en wie Jezus voor mij wil zijn. Het proces ging met vallen en opstaan en ik leer nog steeds. Maar in dankbaarheid kan ik zeggen dat ik al zo’n 21 jaar clean ben.”

Gevangenis

Dat vallen en opstaan herkent Corné als geen ander. “Ik ben drie keer opgenomen geweest bij De Hoop. De eerste keer was in 1996. Toen werkte ik wel aan mezelf, maar de donkere plekken in mijn hart hield ik geheim. Ik sprak niet uit waar ik echt mee zat. Na een jaar keerde ik terug naar mijn dorp en dacht ik dat ik er klaar voor was. Binnen twee weken was ik weer terug bij af, want ik had nog steeds dezelfde verkeerde mensen om me heen. In 1998 werd ik weer opgenomen. Ik dacht de geleerde lessen nu echt in de praktijk te brengen. Maar ik bleef het maar op eigen kracht doen. Ik kan wel stoppen met drugs, maar de echte verandering moet binnenin gebeuren. Dat heb ik tijdens de derde opname ervaren. Daar ging nog zo’n twintig jaar verslaving aan vooraf. Ik had me er eigenlijk al bij neergelegd dat het nooit meer goed zou komen. Ik dacht: ik kan het gewoon niet. Ik zal mijn hele leven verslaafd blijven. Dat is eigenlijk heel triest. Nadat ik een ernstig ongeluk kreeg en op de ic belandde, schreef ik me opnieuw in bij De Hoop. Ik besefte dat ik de 50 niet ging halen als ik zo doorging. In de periode erna moest ik binnen een jaar vijf keer voor de rechter verschijnen. Toen hij de laatste keer de ISD-maatregel (een maatregel op basis waarvan stelselmatige daders in een inrichting geplaatst kunnen worden die specifiek voor hen bestemd is, red.) wilde opleggen, gaf ik aan dat ik op de wachtlijst stond bij De Hoop. Ik mocht de opname doen, maar bleef twee jaar onder toezicht van Justitie. Als ik stopte met de opname, moest ik de gevangenis in. Nu had ik een stok achter de deur en dat was maar goed ook. Bij De Hoop is het besef gekomen dat ik iets met mijn leven wilde doen. Ik heb gegraven in mijn pijn en mijn probleem in de kern aangepakt. Bij De Hoop leerde ik ook God kennen. Hij leerde mij dat ik het niet op eigen kracht kan, maar dat ik het samen met Hem mag doen. God liet me zien dat ik goed genoeg ben en Hij vulde mijn hart met Zijn liefde. Dat was de echte ommekeer in mijn leven.

Ik ben geworden zoals Hij me heeft bedoeld. Ik ben Zijn geliefde kind!” Khalis herkent zich in dat wat Corné zegt: “Ik vulde mijn leegte ook met dat wat niet goed was. Het fijne gevoel is van korte duur en je wilt altijd meer. Nu weet ik dat Gods liefde echt de leegte opvult!”

BIDSTOND

Bij De Hoop ontmoeten Khalis en Corné elkaar voor het eerst. Khalis werkt daar dan inmiddels als huismeester en Corné zit in behandeling. “Ik weet nog goed dat Corné naar de bidstond kwam. Hij kwam daar om in contact te komen met vrouwelijke cliënten. Hij was een onrustzaaier en luidruchtig aanwezig. Het was een rotjong”, zegt Khalis met een knipoog. “Maar kijk hem nu eens: nu zet hij de stoelen klaar voor de bidstond en verzorgen we samen de dagopeningen. Zijn leven is zo veranderd.”

JONATHAN

De mannen krijgen een steeds betere band en er ontstaat een vriendschap. Khalis: “Ik ben trots op hoe Corné is veranderd. Ik ben al veel langer clean en daar wil ik niet over opscheppen, maar Corné zag door mijn verhaal heen dat er echt hoop is en dat een nieuw leven ook voor hem mogelijk is.”

“Khalis is voor mij absoluut een voorbeeld”, vult Corné aan. “We hebben dezelfde achtergrond. Het is zo fijn als je mensen om je heen hebt die je echt begrijpen. Als ik aan Khalis vertel waar ik mee zit, snapt hij mij. Hij weet precies wat ik bedoel. Toen ik tot geloof kwam, was ik zoekende naar een kerk. Khalis en zijn vrouw Marlies nodigden me uit om mee te gaan en namen me op sleeptouw. Daar ben ik ze dankbaar voor. Ook los van de verslaving is hij mij tot voorbeeld. Hij stapt zo makkelijk op mensen af als hij ziet dat ze het moeilijk hebben. Daardoor kan hij veel voor iemand betekenen. Ook de vrijmoedigheid waarmee hij over God praat, vind ik prachtig. Ik leer van hem. Khalis is voor mij een Jonathan. Een échte vriend. Ik vertrouw niet zo makkelijk mensen, maar Khalis vertrouw ik voor honderd procent, en hij mij.” Khalis: “Ik zeg altijd: ‘Beter een goede vriend dan een ver familielid’. Die vriend heb ik gevonden in Corné. Ik was als ex-verslaafde ook op zoek naar iemand die me begrijpt. Met wie ik kan praten over mijn angsten en onzekerheden. Iedereen heeft een vriend nodig. Het is bijzonder hoe het tussen ons is gelopen. Vroeger kwam ik in een vriendschap altijd iets halen. Maar ik leerde dat vriendschap om geven gaat, er gewoon zijn voor iemand. Daarnaast houden we elkaar scherp. We zeggen vaak tegen elkaar: ‘Nooit meer terug naar het leven dat we hadden’.”

Nieuw Leven

Corné wil niets liever dan zijn eigen verhaal gebruiken om anderen te helpen.

“We hebben dezelfde achtergrond. Het is zo fijn als je mensen om je heen hebt die je echt begrijpen.”

Daarom is hij gestart met de opleiding tot ervaringsdeskundige. “Ik ervaar zo’n liefde naar cliënten die het moeilijk hebben. Ik zie het echt als een roeping om iets voor hen te mogen betekenen. Dat ik ze kan ondersteunen in het proces dat ze doormaken. Ik heb hetzelfde meegemaakt, dus vanuit die pijn en worsteling kan ik laten zien dat er hoop is. Dat ik trouwens weer in de schoolbanken zit én dat het lukt, vind ik bijzonder. Het gaat niet vanzelf, maar ik heb vertrouwen gekregen dat ik het aankan.”

Khalis: “Ik hoop dat Corné op zijn tijd het hoofdstuk De Hoop kan afsluiten door op zichzelf te gaan wonen. Ik gun hem een mooie plek en een lieve vrouw. Ik hoop dan dat ik getuige mag zijn op zijn bruiloft.”

“Dat hoop ik ook!” roept Corné. “Ik heb veel ongezonde relaties gehad, maar nu is mijn verlangen om een vrouw van de Heer te krijgen. God weet dat ook. Ik durf nu te zeggen dat ik er klaar voor ben, al ben ik voorzichtig geworden. Ik ben klaar om naar buiten te stappen en een nieuw leven te beginnen met mensen die een zegen voor mij zijn. En anderen tot zegen te zijn. Laten zien dat er hoop is. Strijdend achter Jezus aan.”

This article is from: