Uit de vele levens van... de RABAS Vooruitgang eist zijn tol. Nostalgie moet plaatsmaken voor winkels, appartementen en moderne gevels. Waar nu een groot gat gaapt op de Luizenmarkt in de Vrijheid, stond voor enkele weken nog het werkhuis van timmerman Jef Mertens, in Hoogstraten en de regio beter gekend als ‘de Rabas’. Hij is een man van 12 stielen en 13 hobby’s, gemaakt uit onverslijtbaar materiaal van een andere planeet. We kennen hem als timmerman, klusjesman, luizenmarkter, sjotter, mister Los Camarados, klaroenspeler, koorzanger, drummer, solist, fanfaremuzikant, tamboer, vogelkweker, visser, kweker van allerlei gevogelte en konijnen, pompier, coureur, brandweerkampioen van Vlaanderen, wielertoerist, fotomodel, gelegenheidsspilzak, enz. Nu zijn ouderlijk huis en timmermagazijn met de grond gelijk zijn gemaakt, voelt hij zich wat ongemakkelijk en verweesd. “Es geht alles vorüber”, zong lang geleden Freddy Quinn op de jukebox van de oude Roma. Regelmatig zie ik hem in het centrum van de stad aarzelend op zijn fiets voorbij zijn vroegere biotoop rijden. Hoe dikwijls hebben zijn kameraden en kornuiten in de winter niet staan buurten rond het gloeiend houtstoofke in zijn atelier. Daar zijn ongetwijfeld heel wat straffe verhalen over de tong gegaan. Hoog tijd dus om dit Hoogstraatse kopstuk zelf aan het woord te laten over enkele sappige anekdotes uit zijn rijk gevuld leven.
Rabas in ‘kort
Hoe Jefke Rabas werd
Jef ‘Rabas’ Mertens is geboren in1933. Als ik goed kan tellen, is hij onlangs 80 jaar geworden, op 2 maart om precies te zijn. Hij is getrouwd met Gisella Knaepkens in 1960 op 23 februari in 1960 en het verslag van zijn gouden bruiloft heeft nog in de Hoogstraats Maand gestaan. Jef en Gisella hebben 3 kinderen (Els, Luc en An) en 5 kleinkinderen, allemaal jongens (Ben, Cedric, Lars, Wannes en Senne). Zij wonen al jaar en dag in de Gelmelstraat op het nr. 11 in Hoogstraten. En tot voor kort had Jef dus zijn werkhuis in de Vrijheid naast De Blauwe Regen.
Van kindsbeen af heb ik gedacht dat de naam Rabas een afkorting was van Barabas. Was dat niet de naam die het volk scandeerde toen Pilatus vroeg: “Wie zal ik vrijlaten, Jezus of Barabas?” In mijn kinderlijke fantasie gaf dat extra aureool aan die imposante baardmens die wij de Rabas noemden. Nu ben ik er echter achtergekomen dat het verhaal van zijn bijnaam heel anders in mekaar steekt. Toen hij nog een aankomende puber was, hadden zijn oudere kameraden -niet voor een grap verlegen-hem wijsgemaakt dat zij een uiterst zeldzame vogel gezien hadden in een pattatenveld. Het zou gaan over een ‘Rabaskopkakkeluutkawauw’, kortweg Rabas genoemd.
Rabas tijdens de oorlog Jef, ik heb daar nooit bij stil gestaan. Maar toen de oorlog van ‘40 uitbrak, was jij amper zeven jaar? Inderdaad, ik ben er ‘ene van voor den oorlog’. Wij hebben dikwijls genoeg met allemaal thuis in de kelder gezeten tijdens de beschieting: vader, moeder, ik en onze Staf, grootvader en grootmoeder Van Den Heuvel en heel de familie Wuyts van neffen1 ons. Sliepen jullie dan ‘s nachts ook allemaal in de kelder? Ja, onze vader had tegen de kant, in de nissen en in de patattenbak2 allemaal bedden gemaakt voor de kinderen en voor de volwassenen. Heel onze kelder lag vol. Onze vader had dat ferm voorzien. Het plafond van de kelder was ondersteund met eiken balken voor het geval er een bom op ons huis zou vallen en de boel boven onze kop zou inzakken. Elke keer als de sirenes gingen, doken wij als de weerlicht de kelder in. Het gezin Wuyts kwamen meestal in paniek aangerend terwijl de beschietingen al bezig waren. Vader Wuyts, die gewoonlijk als laatste de kelder kwam in gesloft, zeulde steevast een valies met zich mee. Wij dachten natuurlijk dat al zijn geld daar in
zat. Tot zijn koffer eens openviel. Propvol met beelekes3 van de Liebig4 en met postzegels. De vader van Toon Wuyts was namelijk een hevige postzegel- en prentjesverzamelaar. Zijn collectie wou hij voor geen geld achterlaten. Uit compassie heeft onze vader voor hem een kastje gemaakt in de kelder waar hij tijdens de oorlog zijn valies met kostbare inhoud veilig kon opbergen achter slot en grendel. Wat moet ik me voorstellen bij de Duitse bezetting? Hoe heb jij dat als kind ervaren? Wel op zekere morgen kropen wij nog half slapend uit de kelder en heel onze living zat keivol
14 - APRIL 2013 - DE HOOGSTRAATSE MAAND
Omdat de vogel zich enkel liet zien bij valavond en hij op de geur van verbrand pattatenloof afkwam, heeft Jef op zekeren dag een hele avond lang de wacht gehouden bij een smeulend vuur op die verlaten pattattenakker. Eén voor één dropen zijn kwelduivels af, zonder dat Jefke iets in de smiessen kreeg. Om hem uit zijn lijden te verlossen, kwam de kliek wat later toch nog eens poolshoogte nemen. “En Jef, nog gene Rabas zien zitten?” Waarop Jef dapper gebaarde: “Njet jom, ik denk dat ‘em wa schouw27 is”. Waarop zijn kameraden het uitproestten: “Wij zien hem pertang47 wel. Want hij zit hier al heel de avond te koekeloeren bij het vuur!” Waarop iedereen over de grond rolde van het lachen. Sindsdien heet hij ‘de Rabas’.