mei 2021 - De Hoogstraatse Maand

Page 1


De humorvolle wereld van Gie Segers

De rijkdom van een divers Hoogstraten

Verdwijnt het Rozenkranspark?

Zingen tegen zwerfvuil - Het Wortel van morgen - Wijndomein breidt fors uit Wonen in een gerenoveerd Hoefijzer - Jos Herrijgers van Meer naar Algeciras Dorien Van Der Velden tussen fiets en kapsalon - Poëzie in de Kolonie De sportieve familie Everaert - Afscheid van Christ Sterkens en Gust Snoeijs

Bij het vastknopen van mijn nieuwste sportschoenen denk ik weemoedig aan die dagen als kleine kerel. Toen ik nog alles op mijn bord kon verslinden zonder ook maar een grammetje vet aan te kweken. Toen ik nog hele dagen buiten speelde en continu probleemloos in beweging bleef. Toen ik nog zonder schuldgevoel met de hand diep in de snoeppot graaide en naar hartenlust het buikje vulde met suikerbommen. Toen dus, want die dagen zijn zeker voorbij.

“De hand diep in de snoeppot”

Uiteraard zit er meer drama achter dan nodig is. Overgewicht en obesitas zijn termen die me gelukkig nog niet zijn toegemeten, maar ik kamp toch al enige tijd met enkele extra plooien huid in de buikregio, die me regelmatig teleurgesteld aankijken. Die groeiden tijdens een studententijd waar het gezonde bord eten van thuis werd vervangen door de lonkende frituur vlak bij het

kot en de frisse pint in het nabijgelegen studentencafé.

Het blijkt helaas dat deze extra ballast niet zomaar verdwijnt na de diploma-uitreiking, maar dat ze vrij hardnekkig blijft hangen en soms zelfs durft om in volume toe te nemen. Dan is het zoeken naar tips en methodes om snel en doeltreffend af te vallen. Hierbij stoot ik telkens op twee kernprincipes: meer bewegen en gezonder eten.

De voetbalschoenen hangen nu al even aan de haak en het fitnessabonnement doet momenteel vooral mijn portemonnee zweten. Vandaar dat lopen, wandelen en fietsen de voornaamste opties zijn om in beweging te blijven. Met die opvallend ongeschonden loopschoenen aan mijn voeten gebonden, merk ik dat het mentaal nog wat hapert. Heb ik wel genoeg tijd om te lopen? Is het wel verstandig om te lopen met dat kleine steekje pijn in mijn kleine teen? Wie weet loop ik een blessure op. Een spervuur aan smoesjes baant zich een weg door mijn gedachten.

“Een spervuur aan smoesjes”

En gezonder eten is ook niet zo’n evidente opgave. Door de enorme rijkdom aan verschillende diëten weet ik op den duur ook niet meer waar te beginnen. De ene zegt dat koolhydraten des duivels zijn, terwijl ik volgens iemand anders vetten moet vermijden. Ik moet minder en tegelijkertijd vaker eten op een dag. En als het lekker is, moet ik er zeker van afblijven…

Ondertussen zie ik dat vele mensen tijdens deze periode zich extra hebben ingezet op sportief vlak. Sterk, denk ik dan, want bij mij is de motivatie bijzonder ver te zoeken. Maar toch ben ik weer blij als ik bezweet mijn sportschoenen van mijn voeten wring en in de douche spring. Nee, een droomlichaam zal het nog niet zijn deze zomer, ik zal me al gelukkig prijzen met een gewoon gezond lijf. (PvA)

Ruth tekent

Het humoristische universum van Gie Segers

“Rommel? Kijk daar eens doorheen!”

Het begint te kriebelen, de lente is in het land en mensen met groene vingers zijn dan niet meer te houden. Zeker Gie Segers niet. Deze duivel-doet-al met bakken humor en een groot hart voor de natuur loopt rond met grote plannen. “Hij loopt altijd rond met grote plannen”, fluistert zijn vrouw Jee (Van Loock) ons glimlachend toe.

Toen we de oprit van hun huis in de Sluiskensweg in Meer opreden, kregen we Gie onmiddellijk in de gaten. Hij heeft onze komst coronaveilig voorbereid en de buitenkachels op zijn bijzondere terras branden al. Als we rondkijken krijgen we direct een goede indruk van de filosofie van Gie: rommel bestaat niet, als je het goed weet te gebruiken is rommel ook gewoon heel mooi!

Het was de aanzet voor een onnavolgbaar gesprek dat ons van losse vrouwkes en uitgeplante pisbloemen, via een schouw uit Waterloo en een paardenflieter, naar afbrokkelende stenen van de kerktoren voert tot aan een Guldensporenslag jaren na datum…

De zwarte van Geel

Gie Segers woont tegen Maxburg en de Krochten aan. Je hoort het al… bijna op het einde van de wereld. Samen met Jee Van Loock woont hij daar al 35 jaar in hun woning die dateert uit de jaren dertig en die ooit eigendom was van “De zwarte van Geel”.

“Het was een café en tegelijkertijd ook een winkeltje. Het opmerkelijke was dat de woning vroeger twee voordeuren had, één voor het café en één voor de winkel. Vlakbij de grens kan je al raden dat er hier het één en ander over en onder de toog ging. De “zwarte van Geel” hadnaar men beweert - een “los” vrouwke. Ze had er het handje van weg om de douaniers rond haar vinger te winden en zodanig af te leiden dat de illegale praktijken des huizes in het verborgene bleven.”

“Ik heb “De zwarte van Geel” nooit gekend hoor. We kochten het huis van een blinde man. Hij had hier een stal met legkippen en een kleine moestuin. De legkippen boden hem de mogelijkheid om eieren te rapen en in zijn moestuin stonden koordjes gespannen zodat hij er ook in kon werken. Ik begon aan de tuin met het aanleggen

van enkele zichtlijnen, en daarrond hebben we dan later onze tuin opgebouwd. Maar dat was geen sinecure. De bramen stonden hier twee meter hoog. Geld hadden we in het begin niet op overschot en in plaats van een kraan te huren ben ik er dan maar met de “schup” aan begonnen. Een hele zomer lang heb ik niets anders gedaan dan “geschupt”, drie steken diep!”

Een hele zomer deed ik niets anders dan schuppen

Billenkoek

“De microbe voor de natuur is er altijd geweest. Van jongsafaan waren wij buiten bezig”, zegt

Jee. “ In onze jeugd was dat normaal. We leefden op de boerderij, gingen ravotten in de bossen en we waren eigenlijk constant buiten.” Gie: ”Binnen moest je enkel zijn om te eten en te slapen, zo was dat. We hebben allebei een toffe tijd beleefd in onze jeugd. En het is omdat we zoveel buiten waren dat ook de liefde voor de natuur en het natuurbehoud zijn gegroeid. Dat laatste was wellicht niet de bedoeling van onze ouders. Zij zagen buiten werken eerder als een verplicht nummer om de kost te verdienen en het leven op de boerderij kon hard zijn. Daar ontsnapten wij ook niet aan. We moesten ook hard werken. Ik probeerde er altijd onderuit te geraken en ik heb dan ook dikwijls billenkoek gehad. Amai, dat was niet min. Maar in die tijd ook niet ongewoon, hoor.”

Gie is geboren en getogen aan de ecoduct in

“De

schouw hier komt uit Waterloo en dit hier zijn arduinen dorpels die ik redde van de breekmolen…”

Loenhout. “Mijn jeugd kon ik dus doorbrengen in een toen nog prachtige omgeving. Je zou dat nu niet zeggen. Maar in die tijd was die streek daar nog echt mooi. Het had veel weg van de kolonie, met prachtige dreven en houtkanten. We waren met zeven kinderen thuis en we zaten eigenlijk altijd in de bossen.” Eind de jaren zestig kwam daar bruusk verandering in. “De snelweg werd aangelegd en de ruilverkaveling zorgde er voor dat alle houtkanten, dreven en bossen verdwenen. Een paar relicten doen je nog terugdenken aan die tijd, maar het is er in die regio echt niet fraaier op geworden.”

Boerendochter

Gie leerde Jee kennen in mei 1979. Jee weet het

nog heel goed. “Het heeft nog wel twee maanden geduurd voordat we een koppel werden, want toen we mekaar voor het eerst zagen had ik nog een ander lief….” Jee was ook een boerendochter, haar vader was een tijdlang schepen in Hoogstraten en boerde langs de Loenhoutsebaan. “In de buurt van het ronde punt met de aardbei.”, verduidelijkt Jee. “We woonden dus niet ver van mekaar af, dat kon je gemakkelijk met de velo doen”, vult Gie aan.

Jee: “Alleen ben jij wel nooit met de velo naar ons gekomen. Ik twijfelde er zelfs aan of je wel kon fietsen. Elke keer was hij daar met zijn felblauw Escortje.”

Ze hebben er in ieder geval goede herinneringen aan overgehouden. Jee was bijzonder actief in de KLJ, dat vond ze allemaal veel belangrijker dan school. Hun uitgaansleven situeerde zich vooral in de Far West, indertijd een geliefd café bij de jeugd.

In stilte waren wij dan een beetje jaloers

Jee en Gie hebben twee kinderen. “Ons Leen en ons Tinne. Die hebben we wel op een andere manier opgevoed.”, lacht Jee. “Ze zijn het huis al uit hoor en er is ook al een kleinkind. Toen onze dochters jonger waren sloten ze zich ook aan bij JNM Markvallei, de Jeugdbond voor Natuur en Milieu. Ze maakten er geruime tijd deel uit van de leiding en beleefden een zalige tijd. In stilte waren wij dan een beetje jaloers.”

Distels zeisen

“Onze ouders hadden een boerderij, maar het waren maar keuterboerkes,” kijkt Gie terug op zijn eigen jeugd. “Als kleine bengel ging ik naar de tuinbouwschool. De eerste dag op de speel-

plaats herinner ik me nog goed. En? Van waar zijde gij? Ah, een boer uit Loenhout? En wat voor een tractor hebben jullie? …dat werd daar groot jolijt. Wij hadden geen tractor, wij deden alles nog met een paard. Ja, dat werd niet hoog ingeschat.”

“Ze stuurden me naar de tuinbouwschool, maar niet echt met de bedoeling om me nadien te laten boeren. Na school moest ik direct gaan werken. Ik ben begonnen in de slachterij in Meer. Sorry, de tijden zullen wel veranderd zijn, maar op den duur werd je daar toen echt een beest. Dat bleef dus echt niet lang duren. Nadien ben ik bij een aannemer begonnen die de bermen van autowegen en industrieterreinen onderhield, het woord “beheren” kende men toen nog niet.”

“We stonden op het terrein van een raffinaderij in Antwerpen en de baas vroeg wie er kon zeisen. Ik liet enthousiast weten dat ik dat wel kon. Vanaf toen moest ik daar hele dagen distels zeisen. Ze zetten me er af en ’s avonds kwamen ze me weer halen. Ik moest de hele dag zeisen en op den duur kon ik gewoon mijn eigen schoofzak niet meer vinden. Met al die buizen, ik geraakte daar echt mijne weg kwijt. Later werkte ik nog een tijd bij een boomkweker en uiteindelijk ben ik bij Wirtz terechtgekomen.”

Pisbloemen op rij

Hoe hij bij Wirtz terechtkwam? “Ik kende niks van planten, maar ik kon wel “schuppen” en dat was nodig. In het begin moest ik elke dag de fiets op naar Sint Lenaarts om mee te rijden naar de Wirtz om dan te gaan schuppen ergens in België. Tuinarchitectuur Wirtz had een gigantisch assortiment van planten en voor ze naar de tuinen verhuisden moesten die allemaal de grond in. Dat was mijn job, maar mijn interesse

De filosofie van Gie: rommel bestaat niet, als je het goed weet te gebruiken is rommel ook gewoon heel mooi!
De buitenkachels op zijn bijzondere terras branden al.
Een prachtige oude duiventil, helemaal in steen en cement, kreeg al een plaatsje aan de rand van de amfibieënpoel die er komt na 20 jaar plannen.
“Een

voor planten werd hier wel echt aangescherpt. Ik kreeg er goesting in. Die passie had ik ook al in mijn jeugd hoor. Thuis waren ze totaal niet geïnteresseerd, als het niet om te eten was dan moesten ze er niets over weten. Bij mij was dat toch anders. Ik plantte pisbloemen (paardenbloem) en boterbloemen netjes op rijtjes in mijn hofke.”

Al van in het begin heeft Gie een aantal ideeën over zijn eigen tuin in zijn hoofd die hij probeert te realiseren. Zo nam hij zich twintig jaar geleden voor om een amfibieënpoel aan te leggen. “Deze zomer ga ik er aan beginnen. Ideeën moeten bij mij rijpen, ik moet materialen kunnen verzamelen en als alles dan in mekaar past begin ik er aan. Ik schrik er soms zelf van hoe de dingen vorm krijgen. Mijn tuin is nog altijd een project in wording.”

Mijn

tuin is altijd een project in wording

Op hun gemak

In de tuinen waar hij werkt, gaat het er anders aan toe. Tuinarchitect Wirtz heeft nu al meer dan veertig jaar een trouwe werknemer aan Gie. Hij doorkruist met zijn vrachtwagen het hele land en komt op die manier op allerlei tuinwerven. Het cliënteel van Wirtz bestaat voor het merendeel niet uit “Jannekes en Miekes” en is eerder exclusief.

Maar hij heeft ook zijn mening over hoe een tuin er zou moeten uitzien. “Met de architecten van het bedrijf heb ik regelmatig discussies. Ze hebben weinig kaas gegeten van wat bijvoorbeeld een bloemenweide inhoudt, de relatie tussen pinksterbloemen en het oranjetipje is vreemd voor hen. Een tuin is nog altijd in de eerste plaats iets natuurlijks en daarom zou natuurbeheer eigenlijk de basis moeten uitmaken van hun

opleiding. Een zacht glooiende helling moet je niet ophogen, die moet je gebruiken om de natuur nog meer kansen te geven. Een tuin met een draad omheen, een kiezeltuin of een tuin met kunstgras… dat zijn voor mij geen tuinen. In onze tuinen moeten vogels en dieren zich op hun gemak voelen en vrij kunnen bewegen. We zorgen voor veel nectarplanten voor de insecten en proberen zoveel mogelijk rekening te houden met de natuur. Als we dat allemaal doen, creëren we het grootste natuurgebied van Vlaanderen!”

Gie staat er soms nog versteld van hoe onwetend veel mensen zijn over de natuur. “Tijdens de winter doet iedereen moeite om de vogeltjes zoveel mogelijk te voederen. Aan elke tak in hun tuin hangt dan wel een mezenbol. Maar in de zomer hanteren ze even vrolijk de gifspuit om rupsjes te bestrijden. Dat valt toch niet met mekaar te rijmen?”, vraagt hij zich af.

IJsbeer en flamingo

Het is behaaglijk warm op het terras. Een ooievaar en de Heilige Maria kijken op ons neer terwijl we genieten van de koffie en de sappige verhalen van Gie. Ons oog valt op een grote imitatie-ijsbeer die ons vanonder een afdak aanstaart en als we nog iets beter kijken lijkt het alsof iets verder een plastic flamingo staat te pronken. Alhoewel het nog vroeg op het jaar is, tjilpen de vogels en is het om ons heen een geritsel van jewelste.

Gie vertelt dat zijn tuin eigenlijk volledig bestaat uit gerecupereerd materiaal. “De schouw hier komt uit Waterloo en dit hier zijn arduinen dorpels die ik redde van de breekmolen… Op de bouwwerven waar ik voor mijn werk kom, ontdek ik van alles. Het zijn allemaal materialen die worden weggegooid. Maar gelukkig heb ik een kraan en een vrachtwagen ter beschikking en kan ik die dingen redden van het stort, al leidt dat al eens tot wanhoop bij Jee… Ik stockeer ze

hier tot ze passen in mijn plannen. Ik kijk door de rommel heen. Ik krijg iets in de mot en weet al onmiddellijk wat ik er ooit mee zou kunnen doen. Kijk maar, van jou staat hier ook iets en hij wijst parmantig naar een buitenkachel die inderdaad voordien als binnenkachel nog van mij geweest was.” Bij een tweede bezoek heb ik Gie dan ook maar blij gemaakt met een forse ijzeren ketting. Benieuwd hoe die in zijn plannen zal passen!?

Ik krijg iets in de mot en weet al wat ik er mee kan doen

Efteling

Het maakt dat de tuin een hoog Efteling-gehalte heeft. Als we een wandeling maken, vallen we van de ene verrassing in de andere. Een gigantische voorraad stenen in alle maten, formaten en gewichten - allemaal met een doel - valt onmiddellijk op. In een kleine serre staan al de planten die het niet zo hebben op de winterse kou. Trots haalt Gie plots een zelf gemaakt rek tevoorschijn. “Ik heb dat gemaakt met allemaal “mikken” die ik heb liggen. Het dient om mijn materiaal aan op te hangen in de schuur. En zo knutsel ik vanalles in mekaar. Bij Natuurpunt weten ze dat ook wel. Als ze iets nodig hebben weten ze me te vinden. Maar ik doe dit ook wel graag.”

In het serretje en in zijn moestuin kweekt Gie overigens allerhande bijzondere planten. “Op dat vlak heb ik wel een afwijkende mening binnen Natuurpunt. De aversie tegen niet-invasieve exoten begrijp ik niet goed. Er zijn zeker exoten

Met zijn creatieve ideeën zorgt Gie vaak voor een extra beleving tijdens activiteiten van Natuurpunt.

tuin is altijd nog in de eerste plaats iets natuurlijks.”

die een functie kunnen opnemen. Natuurlijk heb ik het ook niet voor Japanse duizendknoop of reuzenbalsemien (onbeheersbaar woekerende exoten die de inheemse flora veel kwaad berokkenen, nvdr). Maar dat wil niet zeggen dat alle exoten per se slecht zijn voor de natuur”, geeft hij nog mee.

H. Hart bij de kippen

We lopen uit op een oude duiventil, helemaal in steen en cement. Een prachtig exemplaar is het en het heeft al een plaatsje gekregen aan de rand van de amfibieënpoel die er deze zomer zal komen. Twee grote bananenplanten staan goed ingepakt te pronken, straks mag het frakske er af als het weer wat warmer wordt. Het kippenhok is een pareltje. “Het Heilig Hartbeeld dat er middenin stond is door het geweld van de kippen gehavend. Maar de spreuk die tegen de muur hangt blijft parmantig overeind.” Gie begint al te lachen als hij ons de spreuk laat lezen: “Twee kippen komen mekaar tegen. Zegt de ene kip tegen de andere. Hoe is het met je kinderen? Goed hoor. De ene is advocaat en de andere uitsmijter.“

Amai, gij moet nog veel snoeien!

Het typeert hem ten voeten uit, altijd met een kwinkslag en met een stevige knipoog. Het moet allemaal niet te serieus zijn. Zo kan hij vooral heel goed relativeren. “Mijn schoonzus kwam ooit op bezoek en toen ze onze tuin zag, zei ze “Amai gij moet nog veel snoeien!” Tot haar grote verbazing antwoordde ik dat ik net klaar was!”

In zijn vrije tijd nemen de natuur en planten een belangrijke plaats in. Zo stapte hij mee in het project van het Koolhof. Een groep vrijwilligers

neemt daarbij de begijnhoftuin van het Stedelijk Museum onder haar hoede. “Het is een heel plezant idee om oude groenten in ere te herstellen en de hof ook de uitstraling te geven van een tuin uit de vorige eeuw. Sommigen kennen er niet veel van, maar iedereen is bereid om mekaar mee op sleeptouw te nemen om de dingen beter te leren kennen en te kunnen. Elke vrijdagnamiddag komt een ploegje samen en je ziet het ongelooflijk hard vooruit gaan. Dat is echt motiverend. Ik heb hier nu een insectenhotel klaar staan voor het Koolhof. En toen de duiven de kolen teisterden, maakte ik een vogelverschrikker met een merelnest in zijn buik. Op die manier kan ik mijn creatief ei een beetje kwijt.”

Straalmotoren

Ook bij Natuurpunt is hij meer dan een goede bekende. “Een zelfde gevoel heb ik bij Natuur-

punt, waar ik inderdaad al vele jaren vrijwilliger ben. Hier ben ik verzeild geraakt door Jack Govaerts. Ik kocht schoenen bij hem, hij had een winkeltje samen met zijn vrouw May in de Donckstraat in Meer. Ik geraakte er mee aan de babbel en hij nodigde me uit om met Natuurpunt een busreis te maken naar Flevoland. Ik leerde er Wim Verschraegen, Bart Hoeymans en Tom Verschraegen kennen en de dingen die we tijdens die busreis allemaal zagen, trokken me helemaal over de streep. Na een spaghetti-avond in de Mussenakker was ’t vertrokken. Alles hangt wat aan mekaar. De JNM organiseerde een aantal kampjes en weekends hier in de tuin en ik trok meer en meer met de vriendengroep van Natuurpunt op.”

Zijn bijdrage is er niet gering. Met zijn creatieve ideeën zorgt hij vaak voor een extra beleving tijdens activiteiten. Iedereen kent hem als de man die zich graag verkleedt, een grote kindervriend die zorgt voor net dat beetje meer. Zo zorgde Gie tijdens de winterperiode voor een echte voedertafel voor de vogels - met borden, glazen en bestek dus. Voor een mineralententoonstelling kwam hij aanzetten met een gigantisch rotsblok, voor een optreden kwam hij op de proppen met een heksenbezem met drie straalmotoren… met Gie is humor nooit veraf.

Flieter

Honderduit vertellend komt Gie helemaal op dreef. De ene anekdote volgt de andere op, het wordt lachen met tuiten. Hij vertelt over het horloge van Jack, kippen die hij in slaap liet vallen en hoe hij ooit koeien liet omvallen. “Het horloge van Jack, dat was echt een verhaal dat gewoon te gek is om verzonnen te zijn. Jack Govaerts kreeg voor zijn plechtige communie een horloge met een “flix-a-flex”-bandje. Toen Jack een paard in de gaten kreeg dat aan het plassen was, merkte hij de grote “flieter” op en vond het een geweldig idee om eens te kijken of zijn horloge er omheen paste. Alleen, na het

Aan het hoofd van een Stap en Trap activiteit in 2018.
Trots haalt Gie plots een zelf gemaakt rek tevoorschijn. “Ik heb dat gemaakt met allemaal “mikken”

plassen is die “flieter” natuurlijk ook snel weer weg… en zo ook het horloge. Daar stond Jack. Later tijdens wandelingen stopten we bij elk paard en werden we muisstil. Misschien is dit wel het paard dat…”

Misschien is dit wel het paard dat…

Kippen laat hij echt in slaap vallen, maar die koeien omgooien … “Dat was eigenlijk een grap. We waren op stap met enkele “nieuwe” Natuurpunters. Mensen die ons eigenlijk niet zo goed kenden. Onderweg beginnen we een verhaal over koeien. Dat je die op een sierlijke manier op hun zij kan leggen. En tegen mekaar allemaal aan het uitleggen hoe we dat deden… aaien over het bolleke, iets in de oren fluisteren, recht in de ogen kijken, buikske ruis, … Niks van aan natuurlijk, maar we vertelden het met zoveel overtuiging dat we het zelf begonnen te geloven.”

Kinderen voelen zich op één of andere manier altijd aangetrokken door hem. “Ik heb er zelf niet echt een verklaring voor. Maar ik zet me op knieën en voeten, zet een zot gezicht op en ik heb heel de nest aan me hangen. De kinderen van de mensen van Natuurpunt noemden me steevast “Zotte Gie” en elke keer als ze me zagen, werd het een bestorming om me zo snel mogelijk op de grond te krijgen.”

DE WERELD VAN

Dat leverde nogal rare taferelen op

Schrikken

Via de KWB van Meer geraakte Gie betrokken bij het veilig overzetten van de zangertjes tijdens nieuwjaarke zoete. “Ik verkleedde me dan ook altijd. Dat leverde nogal rare taferelen op. Zo verkleedde ik me als palmboom, met onder andere allemaal flesjes Palm. Het was een hele constructie die ik op die manier mee te zeulen had en ik had er uiteraard heel wat bekijks mee. Maar de lol was er wel wat af toen bleek dat ik met mijn kostuum niet binnen geraakte in de café’s en dus tot grote hilariteit van iedereen telkens buiten moest blijven staan.”

“We hebben ze in Hoogstraten ook even laten schrikken,” gaat Gie verder. “Toen ik bij een feestje bij Frans van der Kaa hoorde dat er steenstukjes van de Hoogstraatse kerktoren afbrokkelden, ben ik onmiddellijk met Bart en Wim naar mij thuis gereden. Daar haalden we enkele grote blokken Franse zandsteen op en die hebben we in het donker snel over de nadar aan de kerk heen gegooid. Dat leverde ’s morgens bij de hoogmis ongetwijfeld verbaasde blikken op. Ook burgemeester Van Aperen bleek toen danig onder de indruk geweest te zijn. Al had hij wel door dat het om een volgens hem “flauwe” grap ging.”

Breydel met pispot

Zijn grappen brachten Gie ook wel eens in een lastig parket. “We waren met Natuurpunt in de Argonne (Frankrijk). Tom Verschraegen nam de hele groep op sleeptouw voor een excursie. Ik bleef wat hangen en zou de afwas wel doen. Ik wilde hen evenwel verrassen. In het houthok achter het huis waar we verbleven, vond ik wat attributen en ik verkleedde me als Jan Breydel, met een pispot op mijn hoofd… Ik ging op pad om die gasten eens goed te doen verschieten en dat lukte aardig. Goed gelachen en nadien ging ik met de groep terug naar huis.

... met buikkrampen van het lachen op de grond

Maar door het gewicht van mijn uitrusting kon ik natuurlijk niet zo goed volgen en raakte ik wat achterop. Komt daar toch ineens het Frans leger aan, een colonne van tanks en legervoertuigen met allemaal soldaten… en ik stond daar als Jan Breydel! Ik heb toen meteen mijn indrukwekkendste pose aangenomen, die Natuurpunters lagen met buikkrampen van het lachen op de grond. En gelukkig, ook die Franse soldaten zagen er de humor van in en stonden allemaal in “geef acht”. Zouden ze geweten hebben wie Jan Breydel was?” (oa)

Lentekriebels

Geert

programmator van het Gemeenschapscentrum

De cultuurhonger is groot

CULTUUR - Zijn achternaam is misschien ongewoon in onze contreien, maar verder is er met Geert Dehertefelt niets aan de hand. Integendeel, Geert is nu anderhalf jaar programmator van het Gemeenschapscentrum Hoogstraten en hoewel er maar enkele van de door hem geplande voorstellingen mochten doorgaan, zit hij boordevol enthousiasme en ideeën. Vol goede moed werkt hij in een zwaar getroffen sector aan wat een ‘nieuw normaal’ cultuurseizoen moet worden.

De nu 36-jarige Geert Dehertefelt is afkomstig van Oelegem. Hij volgde middelbaar onderwijs in Lier, om vervolgens een lerarenopleiding te volgen in Antwerpen. Tijdens die studies schreef hij al voorstellingen en was veel bezig met cultuur. Tot Carry Goossens, die hij goed kende, hem de raad gaf om een opleiding ‘kleinkunst’ te volgen aan het Herman Teirlinckinstituut. Daar behaalde hij na drie jaar zijn bachelor- en na het vierde jaar zijn masterdiploma.

DHM: Hoe kom je vervolgens in Hoogstraten terecht?

Gert Boeckx, die les gaf in de Academie voor Woord en Muziek in Hoogstraten, zag bij toeval mijn afstudeerproject en zo ben ook ik hier in de academie terecht gekomen. Met een onderbreking van één jaar geef ik daar nu al acht jaar les, tot ik de vacature voor programmator hier in Hoogstraten zag.

Tijdens het jaar loopbaanonderbreking deed ik een schrijfproject voor een Nederlands bureau. Ik schreef een reisgids voor Tokio, één van mijn favoriete steden. In 2014 gingen Nele (Van Nyen, uit Rijkevorsel) en ik er trouwens op huwelijksreis. Maar ik miste het lesgeven te erg, zodat ik na een jaar teruggekeerd ben naar de Academie. Ik geef er woord en toneel en vind dat een fijne job.

Prullenbak

Ik leer er Hoogstraten beter mee kennen

DHM: Maar dan toch een andere job?

Anderhalf jaar geleden werd ik aangesteld als programmator in een halftijdse job die ik combineer met lesgeven aan de Academie. Het is heel fijn om in die twee werelden te vertoeven, ze vullen mekaar goed aan, versterken mekaar. Ik leer er Hoogstraten ook beter mee kennen. Dat wil ik nog versterken door in Hoogstraten te komen wonen. Momenteel wonen we tijdelijk in Rijkevorsel, maar we bouwen een huis in de Moerstraat, dat we tegen het einde van het jaar hopen te betrekken.

DHM: Hoe begin je aan deze opdracht?

Op het ogenblik van mijn aantreden als programmator in november 2019 stond het programma voor de rest van het seizoen al vast. Mijn opdracht was ondertussen het Gemeenschapscentrum (GC) verder uit te bouwen en de Hoogstratenaren er meer bij te betrekken, het GC meer gezicht te geven.

Ook moest ik meteen aan de slag voor de programmatie voor het seizoen 2020-2021. Brent heeft mij ingewijd, maar toen ik het goed en wel in de vingers had, begon Corona! Alle brochures lagen klaar, ik was er best trots op. Een heel divers programma zou het worden, met heel wat lokale dingen en op verschillende locaties. Ik

Een van zeldzame optredens in 2020. Kamagurka trad op voor een bubbel van tien toeschouwers in wat de reeks “Cultuurkamers” moest worden.
Geert Dehertefelt verwacht dat de stoelen kortelings van tafel mogen.

zocht in de programmatie naar verbinding tussen bekende namen en uitdagende nieuwe voorstellingen die anders nooit in Hoogstraten zouden passeren. Met dus oog voor lokale bindingen. Helaas, alles in de prullenbak…

Wit blad

DHM: Hoe ging je daarmee om? Veel voorstellingen zijn er niet doorgegaan, enkele nog Yevgueni in de St-Katharinakerk, enkele schoolvoorstellingen en Els De Schepper voor een uitverkocht huis. Dat was heel fijn om mee te maken. Nadien is alles noodgedwongen geannuleerd. We hadden voor een aantal voorstellingen nieuwe data gepland, zoals voor Lieven Scheire - ook op 1,2,3 uitverkocht - maar later hebben we samen met de boekingsbureaus beslist de zaken te schrappen en de tickets terug te betalen. Het heeft weinig zin om voorstellingen te blijven meezeulen die twee jaar geleden gepland waren. Liever met een wit blad beginnen.

In de zomer probeerden we wel nog het project “Cultuurstraat” op de rails te zetten, maar Corona heeft ons telkens ingehaald. Met “Cultuurkamer” hebben we wel nog enkele fijne avonden met een beperkt publiek gehad. O.a. Kamagurka in de refter van het gemeentehuis. Ik was een beetje bang dat Kamagurka dat not done zou vinden, in een refter, zonder micro, met 10 toeschouwers. Maar we kregen een compliment van hem “De eerste keer dat ik zonder micro speelde en het heeft me enorm deugd gedaan. Ik heb nieuwe dingen ontdekt in mijn stem en gemerkt dat het goed over kwam”.

Daar was ik uiteraard heel blij mee. Ook Radar Station, winnaars van de Nieuwe Lichting 2020, hebben nog een fijn concert gegeven. Maar dan is alles helemaal stil gevallen en werd de hele voorjaarsplanning geannuleerd.

DHM: Je start was dus door de omstandigheden een brokkenparcours?

Jammer genoeg! Je start met heel veel goesting om er iets van te maken met een zorgvuldig samengesteld programma. Dan zie je dat de 1e voorstelling wegvalt, dan de 2e, de 3e … Toen wisten we nog niet hoe lang die toestand ging duren. We hebben nog lang gehoopt dat we in het seizoen 2020-2021 nog iets zouden kunnen brengen. Niets meer! Vreemd hoe zo’n virus ingrijpt op ons leven. Daar is niets aan te doen, dat is erg voor iedereen.

Koffiedik

DHM: In de cultuursector kwam dat ongetwijfeld heel hard binnen.

Voor de artiesten is het inderdaad wel bijzonder erg, zij kunnen al meer dan een jaar niets meer doen. Ik zie mensen rondom mij die in de armoede belanden, die niet meer rondkomen. Vele hebben om den brode een andere job gezocht. Ook voor de beroepen die in de culturele wereld werken, is het erg: podiumbouwers, licht- en klanktechnici, …. Ze hebben op geen enkel moment een perspectief gekregen. Ze zitten door hun reserves.

Nochtans heeft de sector naar coronaveilige methodes gezocht. Hopelijk trekt men daar lessen uit voor de toekomst. Ook de cultuursector is immers een essentieel onderdeel van onze maatschappij. Nu staat de nieuwe najaarsplanning in de steigers, in de hoop dat we op een min op meer normale manier kunnen werken. Maar het blijft koffiedik kijken.

DHM: Wanneer begint het seizoen?

Vanaf september, met een speciaal voorproefje eind augustus. Dan staat Blockbusters geprogrammeerd. We zijn nog op zoek naar de meest geschikte locatie. Blockbuster is eigenlijk Radio Gaga, een kijkcijfer-hit op Eén, die op een fijne manier radio komen maken in Hoogstraten. Om zoals in het TV-programma de mensen hun ver-

haal te laten vertellen, mensen in de bloemetjes te zetten, muziek te draaien op verzoek en vooral te polsen hoe het met de mensen gesteld is na anderhalf jaar Corona. Ik denk dat dit een goede start is voor het seizoen! Je hoort de details later nog.

DHM: En in het najaar?

Dan zijn een aantal voorstellingen gepland die indien nodig volledig Coronaproof kunnen plaatsvinden. Zo komt het toneelgezelschap Skagen in oktober voor een locatievoorstelling in de veiling, voor een beperkt publiek. Zeker 100 % Coronaproof.

We doen wat veel cultuurcentra doen voor het volgende seizoen. De ticketverkoop opsplitsen: vanaf 7 juni kan je boeken voor het najaarsprogramma van 2021, vanaf 7 oktober voor het voorjaarsprogramma van 2022. We beseffen dat het andere instelling vergt van het vaste publiek dat gewend is onmiddellijk tickets te boeken voor een heel seizoen. Maar het is wel veiliger om toestanden zoals vorig seizoen te vermijden. Zo kan je ook als programmator nog op een later tijdstip keuzes maken. Want als we het voorbije jaar iets geleerd hebben, is het wel dat we nooit weten wat er op ons afkomt.

Pijplijn

DHM: Kan je ook voor het volgend seizoen al een tip van de sluier lichten?

Jawel, die programmatie is bijna helemaal rond. In normale tijden heb je dat klaar in januari, maar iedereen is later gestart.

De enige voorstelling die we uiteindelijk van vorig programma behouden hebben, is Stef Bos. Zijn optreden op 22 oktober kadert in een samenwerking met ’t VerZetje, n.a.v. de Dag tegen Armoede. We promoten bij deze gelegenheid ook de UitPas, een spaar- en voordeelkaart voor vrijetijdsactiviteiten. Hiermee kun je punten sparen, die je kan ruilen voor leuke extra's zoals kortingen, cadeaus of gratis tickets. Mensen met een kansenstatuut genieten van sterk verminderde tarieven op UitPas-activiteiten. Wie het niet te breed heeft, kan op deze manier ook voorstellingen bijwonen aan een verminderd tarief.

Kamal Kharmach, die ook vorig jaar gepland stond, komt in december langs met zijn eindejaarsconference, uiteraard nu die van 2021. Ver-

Stef Bos treedt op 22 oktober op naar aanleiding van de Week tegen armoede.

Ook de deeldorpen komen aan bod. In de kerk van Wortel is een optreden van Wannes Cappelle gepland. (foto Inge Kinnet)

der staan er ook al wat evenementen op locatie gepland. Een vuurvoorstelling - echt een spektakel - brengen we rond het tijdstip van de zonnewende. Wannes Capelle van het Zesde Metaal heeft liederen van Schubert vertaald en brengt die in de kerk van Wortel. Een aanrader!

We proberen trouwens in alle deeldorpen voorstellingen te organiseren. In het Klooster in Meer, in het Raadhuis van Meerle een lezing door dichteres Delphine Lecompte. Annemie Struyf en zangeres Soetkin - van het TV Eén programma Het Hoge Noorden - brengen een voorstelling over dromen. Er komen dus veel mooie dingen aan.

En voor volgend voorjaar zitten er al evenzeer een aantal fijne voorstellingen in de pijplijn. Onder meer van Annelies Van Hullebusch, met een Hoogstraatse link; een Roemeense Balkanband, om een verbinding te leggen tussen het Hoogstraatse publiek en de Roemeense gemeenschap, die toch nadrukkelijk aanwezig is in onze gemeente.

Binding

DHM: Je verwacht een grote opkomst?

Zeker. Want met het oog op de komst van het nieuwe Cultuurhuis wil ik graag gaandeweg het Hoogstraatse publiek leren kennen. En dat het publiek mij leert kennen, waar dit interview alvast wat aan bijdraagt (lacht). Die wederzijdse

Gezocht: Gezanten van het GC

GC Hoogstraten is op zoek naar zes “Gezanten van het Gemeenschapscentrum”. Deze gezanten krijgen een seizoen lang gratis toegang tot alle voorstellingen en evenementen van GC Hoogstraten. Ze komen nauwer in contact met de artiesten en hebben exclusief toegang achter de schermen.

Voorwaar een straffe aanbieding, niet? Wat is de tegenprestatie? Als gezant ben je een seizoen lang het uithangbord van GC Hoogstraten. Je brengt verslag uit van de voorstellingen die je bezocht op sociale media. Vloggend of bloggend, aan jou de keuze.

kennis moet leiden tot een programma dat beantwoordt aan de verlangens van de Hoogstratenaren, zodat het publiek vertrouwen krijgt in wat we programmeren. Dat ze binnen de kortste keren kunnen zeggen “die voorstelling kennen we niet, maar we hebben er alle vertrouwen in dat het de moeite waard is.”

Maar dat betekent ook dat ze mij er ook op kunnen aanspreken als het niet goed is! Die binding tussen publiek en programmator zou ik heel fijn vinden. En daarom zal het goed zijn dat ik in Hoogstraten kom wonen.

Inschrijven

Wie interesse heeft en z’n kandidatuur wil stellen, moet aan de volgende voorwaarden voldoen: je bent + 16, hebt een hart voor cultuur, je bent op de sociale media actief en hebt zin om je in dit avontuur te storten Tot en met zondag 30 mei kun je je inschrijven via website www.gchoogstraten.be. De kandidaten worden in juni uitgenodigd voor een gesprek en nadien maken we een selectie van zes geschikte Gezanten. Eind augustus stellen we hen officieel voor aan het publiek.

DHM: Verwacht je een snel herstel van het culturele leven?

Jawel, maar we zullen de mensen toch opnieuw moeten overtuigen weer naar de voorstellingen te komen. Want dit rare coronajaar heeft de mensen zo lang verplicht op een lager ritme te leven. Dat zal voor een stuk misschien wel behouden blijven, iets waar we rekening mee moeten houden. Maar dat cultuurevenementen een belangrijke rol zullen blijven spelen en dat de cultuurhonger groot is, daar ben ik van overtuigd. En die overtuiging zal ik onverminderd trachten uit te dragen. (fh/jaf)

VANUIT HET STADHUIS

Groeiend aantal anderstalige nieuwkomers in Hoogstraten

Stad zet in op inburgering en integratie

POLITIEK - Hoogstraten is al lang geen witte vlek meer op het veelkleurige palet van het Vlaamse land, schreven we enkele jaren geleden bij de voorstelling van onze rubriek ‘Welkom in Hoogstraten’. In een reeks interviews stelden we toen een twintigtal ingeweken nieuwkomers voor. Naast onze noorderburen kleurden toen nog 87 andere nationaliteiten onze gemeente. Vandaag is dit aantal inmiddels opgelopen tot 94. Hoog tijd, zo vindt nu ook de stad, om nog meer in te zetten op inburgering en integratie.

Smeltkroes

Uit de bevolkingsstatistieken van 2019 blijkt dat er op de bevolking van ongeveer 21.500 inwoners 41% van buitenlandse origine is. Uiteraard zijn onze Nederlandse buren het stevigst vertegenwoordigd, maar ook heel wat andere Europese landen hebben hun zonen en dochters uitgezonden.

91% van de buitenlanders in Hoogstraten komt uit Europa. Maar ook heel wat wereldburgers van buiten Europa vonden hun weg naar het

meest noordelijke plekje van het land. In totaal ging het in 2019 om 6223 inwoners vanuit een ander herkomstland. Zeker uit de landen van het voormalige ‘oostblok’ kwamen er heel wat naar hier. De tewerkstelling in de tuinbouwsector en de bouw zijn daar zeker niet vreemd aan.

Volgens de cijfers van het Vlaamse Agentschap voor Integratie en Inburgering is er de laatste 10 jaar een zeer grote stijging van 618% van inwoners uit Oost-Europa. De top 5 van herkomstlanden wordt gevormd door Nederland (28,5%), Roemenië (4,5%), Polen (1,5%), Portugal

(1,4%) en Marokko (0,5%). Einde 2020 geeft de bevolkingsregister van Hoogstraten al aantallen van 1032 Roemenen, 306 Polen en 280 Portugezen.

Analyse

Uit de analyse van het Agentschap blijkt dat de inwoners van buitenlandse herkomst over het algemeen jonge mensen zijn en vaak jonge gezinnen. De grootste groep nieuwkomers komt als arbeidsmigrant om hier aan het werk te gaan (39%). Daarnaast is er een ruime groep (34%)

Het Centrum voor Volwassenenonderwijs organiseert al jaren Nederlandse lessen voor anderstaligen in Hoogstraten. Altijd blije gezichten bij de proclamatie op het einde van het jaar en weer een stap verder in de integratie. In juni 2017 beëindigden 137 nieuwkomers hun cursus waaronder ook de Tunesische muzikant Nabil Khemir onderaan tweede van rechts.

VANUIT HET STADHUIS

die voldoende bestaansmiddelen heeft om hier hun leven verder uit te bouwen. Nog een belangrijke categorie zijn die mensen die via gezinshereniging naar Hoogstraten zijn afgezakt (23%). Dit is bijna een vierde van alle migranten. De aanwezigheid van de grens zal hier ook niet vreemd aan zijn.

Het Agentschap bekeek ook sociale en economische factoren. De armoede-indicatoren liggen hoger bij personen en gezinnen van buitenlandse herkomst dan die bij burgers van Belgische herkomst. Wat betreft de arbeidsmarkt blijkt de werkzaamheidsgraad voor inwoners van buitenlandse herkomst ongeveer 10% lager te liggen dan bij inwoners van Belgische herkomst. Dit geldt zowel bij burgers uit de Europese Unie als bij niet-EU burgers. Van de werkzoekenden in Hoogstraten blijkt 45% van niet-Belgische origine.

Vermits er bij de mensen met buitenlandse roots heel wat jonge gezinnen zijn, wordt dit uiteraard ook weerspiegeld in het onderwijs. In het basisonderwijs in Hoogstraten is momenteel 13,1% van de leerlingen afkomstig uit een gezin die het Nederlands niet als moedertaal hebben. In het secundair onderwijs is dit 8,4%.

Actieplan

Het stadsbestuur begrijpt ten volle dat er aandacht moet zijn voor deze groeiende groep inwoners met migratie-achtergrond en andere taalen culturele achtergrond. Dit heeft immers een invloed op de hele samenleving. Daarom wil de stad extra initiatieven nemen om ongelijkheid weg te werken.

In het voorjaar van 2020 werden verschillende diensten en partners bevraagd over hun ervaring met de groeiende diversiteit bij inwoners. Ook de inwoners met andere taal- en culturele achtergrond zullen zelf nog bevraagd worden over hoe zij het leven in Hoogstraten ervaren, tegen welke drempels ze botsen en wat hun noden zijn. Deze bevraging is nog niet uitgevoerd omwille van covid19.

Werken aan openheid in een diverse stad

Aan de hand van de huidige resultaten van de bevraging en cijfers over diversiteit heeft het stadsbestuur een actieplan opgesteld. Na de bevraging van de betreffende bevolkingsgroep zullen er acties bijkomen of worden bijgestuurd. Hoogstraten wil in ieder geval de integratie en inburgering van anderstalige nieuwkomers bevorderen en werken aan openheid in een diverse stad waarin iedereen zich thuis voelt.

Het gaat dan zeker niet alleen over de wettelijke integratie, zoals rechten en plichten, maar ook

over kansen op de arbeidsmarkt en deelname aan het socio-culturele leven. De nieuwkomer moet voelen dat hij er in Hoogstraten bij hoort en dat zal van iedereen een inspanning vragen. Taal zal hierin zeker een sleutelpositie innemen.

Taal neemt een sleutelpositie in

Rechten en plichten

Het stadsbestuur lijkt er van overtuigd dat duidelijke informatie en communicatie een belangrijke taak voor haar en voor al haar diensten zal zijn. Vooral de dienst Vreemdelingenzaken zal baat hebben bij een goede ondersteuning door het Agentschap Integratie en Inburgering. Van de expertise van dit Agentschap wordt momenteel al dankbaar gebruik gemaakt, op termijn moet deze dienst nog beter bereikbaar en toegankelijk zijn.

Daarbij is het ook belangrijk dat alle inwoners de communicatie goed begrijpen. Eenvoudig taalgebruik en gerichte informatie zijn voor iedereen goed. Een toegankelijke en duidelijke website is alvast belangrijk. Maar ook de persoonlijke benadering in de dienstverlening is een niet te onderschatten streefdoel. Dit zal van alle diensten een extra inspanning vragen, maar de dienstverlening voor inwoners met andere taalen culturele achtergrond moet nog beter op elkaar afgestemd worden.

Integratie

Nieuwkomers zijn momenteel verplicht om een

integratiecursus te volgen. Zo leren zij de gebruiken, de wetten, de rechten en de plichten van het land. Maar ook inwoners van vreemde herkomst die daartoe niet verplicht zijn, zullen aangespoord worden om een integratietraject te volgen. Het volgen van een taalles blijkt een absolute must.

Scholen hebben hierin een belangrijke taak voor een goed onthaal en communicatie met anderstalige ouders. De stad verleent daartoe al heel wat ondersteuning aan de scholen maar wil hierin nog verder gaan in een streven naar gelijke onderwijskansen. Taal speelt daarbij steeds een belangrijke rol. Vandaar dat de stad initiatieven zoals Praatpunt en andere vrijblijvende oefenkansen voor Nederlands wil blijven aanmoedigen. Zij ondersteunt dan ook ten volle het CVO (Centrum voor Volwassenenonderwijs) om een voldoende aanbod aan NT2 cursussen (Nederlands tweede Taal) in te richten.

Bouwen aan vertrouwen

De stad lijkt zich bewust te zijn dat er nog heel wat werk op haar ligt te wachten om haar burgers van vreemde herkomst optimaal te begeleiden naar een geslaagde integratie. Taal, tewerkstelling, deelname aan het socio-culturele leven, toegang tot verenigingen, sportclubs, enz. vormen een breed gamma waarin de stad kan en moet investeren. Op die manier kan Hoogstraten bouwen aan vertrouwen en wederkerigheid binnen en tussen de verschillende gemeenschappen en aan een meer leefbare samenleving voor iedereen.

Het stadsbestuur wijst regelmatig op het belang van een organisatie als Praatpunt om nieuwkomers via taal sneller te doen integreren. De familie Hourik, gevlucht uit Aleppo in Syrië is steeds present op woensdagavond voor een gezellige en leerrijke praatavond.

Samenwerking

In de gemeenteraadszitting van 22 maart besliste de raad eenparig om in dit traject een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met het Agentschap voor Integratie en Inburgering. Schepen Van Impe wees er op dat de snelle groei van nieuwkomers een grote uitdaging vormt voor de stad. Daarom is de oprichting van de dienst Integratie erg belangrijk. “We moeten de problemen durven benoemen en dan naar oplossingen zoeken. Dat is goed voor iedereen en op die manier kan iedereen zich thuis voelen. De ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst heeft een belangrijke symbolische stap zijn in het diversiteitsverhaal.”

Raadslid Van Pelt is blij met deze eerste stappen in de goede richting maar wijst er op dat men best eerst de bevraging bij de betreffende mensen uitvoert. Schepen van Impe is echter van mening dat ook hier haast en spoed zelden goed zijn. “Wij gaan die bevraging niet rap-rap doen, maar op een doordachte wijze op middellange termijn. We gaan eerst een aantal sleutelfiguren zoeken.”

Raadslid Rombouts verwoordt twijfels over de cijfers. Volgens haar wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de eerste en de tweede generatie van nieuwkomers. Dat onderscheid speelt noch-

tans een grote rol in het integratieproject. “Er zijn Roemenen en Polen die al 10 jaar in Hoogstraten wonen, of kinderen die hier geboren en opgegroeid zijn, dat is een heel verschil met mensen die pas toekomen”.

Een correcte interpretatie van deze cijfers is voor haar toch wel heel belangrijk om goede contacten te kunnen leggen. Zij raadt het bestuur aan de bevraging daarom te verfijnen. “Verder kunnen wij op dezelfde golflengte zitten”, besluit het raadslid. En dat blijkt uiteindelijk ook voor iedereen te zijn, want de samenwerking werd unaniem goedgekeurd.

Vorige zitting

Door de onvermijdbare beknoptheid van een verslag ontsnappen er mogelijk ongewild wel eens nuances of komen elementen niet aan bod. Raadslid Leemans wees er ons op dat in ons vorig nummer zijn inbreng over de kostprijs van het nog te bouwen cultuurhuis niet op de juiste wijze was weergegeven. “Zoals je vermeldt zullen inderdaad de operationele kosten voor de uitbating voor de volgende legislatuur zijn. Maar daar doelde ik niet op. Hoewel dit bestuur het project aanbesteedt en laat bouwen, de krijtlijnen ervoor bepaalt, evenals hoe dit bekostigd wordt, wordt de rekening voor de realisatie vol-

ledig doorgeschoven naar de volgende legislaturen.” Het bedrag van 750.000 euro in de meerjarenbegroting, betreft “de kosten voor de studie en de aanbesteding, maar niet die van de effectieve realisatie en dus de bouw van het cultuurhuis - óók niet die van de erfpacht van de grond waarop het cultuurhuis wordt gerealiseerd!”

Het raadslid heeft vragen bij de DBFM-constructie. Alles uitbesteden aan een externe partner voert naar een hogere kost omdat deze het financieel risico aangaat, zo stelt hij. Over financies kan niet meer heronderhandeld worden, ook niet wanneer de marktomstandigheden later wijzigen. “Bovendien kiest het bestuur er voor om pas te beginnen te betalen als het project wordt opgeleverd. Alle financiële risico's bij de realisatie zullen dus ten laste zijn van de private partner, die deze kosten zonder enige twijfel zal doorrekenen.” Hij besluit: “Het voordeel van een DBFM-contract is dat de deze niet wordt ingeboekt als investering, maar dat de kosten elk jaar in het exploitatie-overzicht zullen te vinden zijn. Op papier lijkt het dus financieel een zeer goede zaak om te kiezen voor deze formule, want we zien geen grote investering terug die moet worden afbetaald. Maar ze is er wél en de uiteindelijke kostprijs zal een pak hoger zijn dan wanneer de gemeente het financiële luik zelf in handen had genomen.” (jh)

Het Hoefijzer in Hoogstraten

Een oude, maar niet versleten tuinwijk

Bijna anderhalve hectare groot, slechts bebouwd met 26 woningen, voorzien van speelplein en groen. De tuinwijk ‘Hoefijzer’ achteraan in de Lindendreef heeft menig vaarwater van restauratie doorstaan. Maar blijkbaar hebben de vele bewoners er tot nog toe graag gewoond.

Bouwkundig er fgoed

Het Hoefijzer aan de Lindendreef bestaat uit 26 koppelwoningen rond een gemeenschappelijke hof, aanvankelijk bestemd voor het personeel van de nabijgelegen Strafschool in het Gelmelslot. De Turnhoutse Maatschappij voor Goedkope Woningen bouwde de woningen tussen 1931 en 1933 voor rekening van de Belgische Staat naar ontwerp van de Turnhoutse stadsarchitect L. Van Ravestyn.

De inplanting van de woningen rond een groot gemeenschappelijk groenplein (vandaag met linden) is typerend voor de tuinwijkgedachte, waarin het gemeenschapsbevorderend karakter centraal staat. Vormelijk is de wijk een goed voorbeeld van de tuinwijken uit de jaren 1930.

Opmerkelijk is dat een sociale bouwmaatschappij werd aangesproken voor de bouw ervan. Voor het onderwijzend personeel van de strafschool realiseerde de Turnhoutse Maatschappij in het midden van de Lindendreef, links achter het Spijker komende van de kerk, een groep van 8 ruime gekoppelde burgerwoningen van dezelfde ontwerper. Die zijn ondertussen eigendom van de stad Hoogstraten die ze in erfpacht heeft gegeven aan de bewoners. Het Hoefijzer is vanaf 29 maart 2019 als ‘Tuinwijk’ erkend in het kader van Bouwkundig Erfgoed.

Modern er fgoed

Vanaf 1960 verlieten de bewoners stelselmatig de woningen, rond 1978 staan ze allemaal leeg. De compacte woningen konden niet meer voldoen aan moderne woonbehoeften. De behuizing werd te klein, en wie het zich kon permitteren bouwde elders een eigen woning. De leegstand had een groot verval tot gevolg.

In 1971 droeg het Ministerie van Justitie het geheel over aan Openbare Werken wat nog tot meer ongemakken leidde: de vroegere koppeling qua nutsvoorzieningen met de Strafschool werd verbroken, er was zelfs geen water meer. Men stond voor de keuze over te gaan tot afbraak en nieuwbouw zetten, dan wel erg dure vernieuwbouw. Openbare Werken overwoog een verkoop die mogelijk zou leiden naar afbraak van de oude wijk.

Lenk, dorpsraden, jeugdraad en ACW ijverden ondertussen voor het behoud en herstel van de woningen die tegen dan zo’n 20 jaar leeg staan. “Naar het schijnt zouden er in Hoogstraten een 70-tal kandidaat-huurders zijn.” Er werd actie gevoerd, op alle fronten, de gemeenteraad stapte mee als het gebied geherwaardeerd kon worden. Toenmalig staatssecretaris Dewulf gaf opdracht aan de Nationale Maatschappij voor Huisvesting om de zaak te onderzoeken.

Her waardering

Nieuwe eigenaar (1983) werd de Turnhoutse Maatschappij voor Huisvesting die eertijds in 1933 de huizen had gebouwd voor Justitie. In december 1983 beslist de gemeenteraad het gebied uit te roepen tot herwaarderingsgebied wat mogelijkheden opende voor een tussenkomst in de vernieuwing. In april 1984 opteerde huisvestingsmaatschappij voor een renovatie. Dit zou leiden tot een 60% subsidiëring van de kosten door de hogere overheid en een betoelaging van de wegenwerken in het kader van de wet Brunfaut. De kost werd geraamd op anderhalf miljoen frank per woning. De werken werden door de Balense Bouwonderneming aangenomen voor 40 miljoen Belgische frank.

Pas op 20 januari 1986 keurde de gemeenteraad de officiële naamgeving goed. Vanaf dan is het dus ‘Hoefijzer’. Er werd nog getwijfeld om de woningen langs de Lindendreef in deze straat een nummer te geven, maar dat spoor werd uiteindelijk niet gevolgd.

Toen de Hoogstraatse Gazet in juni 1987 de nieuwe inwoners bevroeg, bleek er een grote tevredenheid over de woningen. Maar er was wel een oud zeer dat bleef: de stinkende Kasteelbeek.

Vanaf 2015 zijn de woningen terug toe aan een renovatie. De Ark (de opvolger van de Turnhoutse Maatschappij voor Huisvesting) renoveert de woningen in gedeelten zodat niet alle inwoners al dan niet tijdelijk een ander onderkomen moeten krijgen. Daarvoor werden vier woningen eerst gerestaureerd en volledig ingericht met meubilair en al. Die zogenaamde ‘vakantiewoningen’ zouden de mensen herbergen in afwachting van de renovatie van hun woning. Maar niet iedereen zou kunnen terugkeren naar zijn eigen haard. (ep)

Het centraal gelegen grasveld in 2014*
Het

De bewoners

Jef Rombouts (ex-bewoner)

“Dat was voor veel mensen een bom…”

Eén van hen is Jef Rombouts. Hij is onmiddellijk bereid het verhaal te doen van zijn wonen op het Hoefijzer. “Hilt (Swaegers) en ik hadden in 1986 de eerste keuze toen die woningen werden toebedeeld. Na wat wikken en wegen kozen we voor een hoekhuis, eerder zuid georiënteerd en met nogal een grote tuin. Dan kon er ook een moestuin aangelegd worden. Wij hebben daar dan 27,5 jaar gewoond, volledig met ons goesting.

In 2013 nam minister Homans een besluit - dat ik haar wel niet verwijt, alle coalitiepartners

waren het ermee eens en er waren toen te weinig sociale woningen. Het kwam er op neer dat wie te groot woonde, zou moeten vertrekken, met twee een huis met drie slaapkamers bewonen, dat mocht niet meer. Dat was voor veel mensen een bom.

Wij hebben toen verschillende mensen aangesproken, burgemeester Rombouts, schepenen, iemand van Rijkevorsel. Verschillende van hen zijn toen bij ons thuis geweest om het verhaal te horen. Maar aan het wit van hun ogen zagen we al dat ze er niets aan konden doen. Want wie mocht er terugkeren? Wie kinderen had, of wie wat krap bij kas zat. Want de huur werd betaald op basis van het inkomen. Er waren twee redenen dat wij dus niet mochten terugkeren: wij verdienden te veel en het huis was te groot voor ons twee.

Een grote hoop van de mensen zou moeten vertrekken. Onze actie is dan wat doodgebloed, solidariteit verdwijnt grotendeels als het eigen belang gaat primeren. Wie mocht blijven haakte af. Wij hebben dan een huis gekocht op de Ganzendries, een soort Begijnhof.”

En Jef neemt ons nog mee naar twee verborgen parels van dit stukje erfgoed. Links achter op het Hoefijzer ligt een verhard basketbalpleintje dat amper ooit bespeeld is geweest, en rechtsachter een speelveld in gras, evenmin gekend door velen. Maar dat is het lot van wel meer speelzones in andere wijken.

“Bang wachten op de brief…”

Onze interview-wandeling met Jef eindigt vanzelfsprekend op het Hoefijzer. Er volgen enkele voordeurgesprekken, maar niet iedereen wil met naam en foto in dit maandblad.

Twee dames vertellen hun wedervaren. Beide ‘kampeerden’ tussen de 9 en 13 maanden in de vakantiewoningen die de Bouwmaatschappij na renovatie gemeubeld ter beschikking stelde. De eigen inboedel werd in tussentijd opgeslagen in containers. Om een derde slaapkamer te installeren op zolder werd in de woningen een bij-

komende vaste trap gestoken. Het is die uitbreiding naar een volwaardige gezinswoning die de twee vrouwen angst inboezemt.

Als alleenstaande behoren zij niet tot de doelgroep voor een sociale woning. “Wij voldoen niet aan de rationele bezetting, zoals dat heet,” zegt één van hen. In afwachting van een aanbod van de Bouwmaatschappij voor een kleiner huis (o.a. de 21 appartementen in de Venhoef) is die onzekerheid van het nakende vertrek ondraaglijk, zeker als je je hier intussen geworteld bent. Of er een lijst van volgorde bestaat van degenen die moeten verhuizen, weten ze niet, maar als er een pand vrijkomt in de Venhoef is het “bang wachten op de brief” die zegt dat je moet vertrekken.

In ieder geval, beiden hebben hier naar eigen zeggen altijd graag gewoond. De één heeft eigen tijd en geld gestoken in het bewoonbaar houden van de woning en de recente bezetting vraagt nog veel afwerking. “En waarom die vier vakantiewoningen nog altijd niet verhuurd zijn nu al de andere woningen afgewerkt zijn en terug verhuurd…?” Met hetgeen ze te weten gekomen zijn van horen zeggen, zijn ze niet zo gelukkig. Maar van horen zeggen hoort ge veel liegen, dus die piste van doorgangshuizen - want daar ging het blijkbaar over - is helemaal niet zeker.

Onze gids bij uitstek: Jef Rombouts oud-inwoner van het Hoefijzer poseert voor de woning waar hij 27,5 jaar heeft gewoond.

Ingrid Michielsen

“Op zich is het plezant wonen hier ”

Ingrid Michielsen woont al dertig jaar op het Hoefijzer, nu nog met haar dochter. “Na de restoratie in 1984 was er achteraan een blok bijgebouwd met keukentje, badkamer en berging.

De huizen waren toen vernieuwd, maar na verloop van tijd zijn er meer kosten aan gekomen. Met verbouwen zijn ze pas 4 jaar geleden begonnen. Die blok daar hebben ze eerst afgewerkt, dan konden wij daar naartoe, in wat ze de ‘vakantiewoningen’ noemden, volledig bemeubeld. Die huizen waren al leeg gekomen omdat de meesten alleenstaanden waren en hier weg moesten. Naar een eigen huis of één aangeboden door de Maatschappij. Onze huisraad moesten we opslaan in witte containers hier voor de deur, enkel kledij en beddengoed dienden we mee te nemen. En ik mocht terugkomen omdat ik nog een kind heb.”

“Het is hier heel leuk om te wonen en heel rustig,” gaat ze verder. “Enkel nog speeltuigen voor de kinderen mankeren we. Want nu komen hier allemaal mensen met kinderen wonen. De verbouwing heeft al bij al bijna 1 jaar geduurd. Alleen de buitenmuren hebben ze laten staan. Je kon de hemel zien. De oude achterbouw hebben ze afgebroken en een nieuwe gezet. En in de hoekhuizen hebben ze de keuken naar voren gebracht en met de living achteraan hebben we nu veel licht in huis. Daar geraakt ge aan gewoon. De badkamer is naar boven verhuisd en op de zolder is een slaapkamer bijgemaakt.”

“Spijtig dat er zoveel moesten vertrekken. Omdat je er een band mee opgebouwd hebt. Ik vind dat erg. Hier woonden veel oudere mensen als koppel, en die konden maar blijven zolang de Maatschappij geen huis voor hen heeft want het moeten hier gezinswoningen zijn. Op zich is het echt plezant wonen hier, veel nieuwe mensen ook, van de Venhoef - waar ook woningen zouden leegkomen voor een vernieuwing, van de Mouterij en privé.” (ep)

Ingrid Michielsen: “Spijtig dat er zoveel moesten vertrekken.”

Wijndomein Hoogstraten wordt een halve hectare groter

Drinkt u wel eens een wijn uit Hoogstraten?

WIJNBOUW - Tot enkele jaren geleden had men jou vreemd aangekeken bij de vraag of je al een Hoogstraatse wijn geproefd had. Nochtans was er al ten tijde van de Romeinen Belgische wijnbouw en was er in onze provincie in de zestiende eeuw sprake van wijngaarden. Het is vandaag niet anders, want tussen de aardbeiserres in de Minderhoutsestraat staan er sinds enkele jaren ook hier wijnstokken. Dit wijndomein is recent zelfs nog flink uitgebreid.

De Belgische wijnbouw zit in de lift, België wordt dan ook steeds bekender als wijnland. En Hoogstraten? Charis Kamoen breekt alvast een lans voor de kwaliteit van de Hoogstraatse wijn. “Tot voor kort lag de enige wijngaard hier ingesloten tussen de aardbeiserres en verscholen in de Minderhoutsestraat. Dit veld werd door ons in 2015 aangeplant, samen met Steve Schrijvers en Leen Delcroix.”

“We verbouwen er de muscaris,” vervolgt ze, “dat is een zeer aromatisch ras dat in 1987 ontwikkeld werd door het Freiburg Weinbau Institut uit een kruising van Solaris en Muskateller. Doordat deze druif bestand is tegen de meeste schimmels, kunnen we ons beperken tot biologische sproeimiddelen, die we bovendien slechts met mondjesmaat gebruiken. Met onze muscaris produceerden we al twee jaar een heerlijke dessertwijn.”

Aperitiefwijn

Er is meer op komst, zo blijkt. “Dit jaar brengen we een eerste aperitiefwijn, gemaakt van hetzelfde ras, op de markt. Gebotteld in een grotere fles met bijpassend etiket, ontworpen door Leny Moerkens - een fantastische lokale, grafische

Samen met de kinderen werd het Wijndomein Hoogstraten met 2.500 stokken uitgebreid tot driekwart hectare. V.l.n.r.: Lian, Thais, Charis, Matteo, Paul en Annao.

ontwerpster Faar, uit Meer. Dankzij het nieuwe etiket is het onderscheid met onze dessertwijn in de kleine flesjes duidelijk.

Na een eerste veld in de Minderhoutsestraat kwam er een tweede in de Bredaseweg.

De aperitiefwijn is een pure en elegante wijn, maar dit keer minder zoet en met een minimaal sprankeltje, fruitig en fris. Kortom echt heel erg geschikt als aperitief op een heerlijk zomerse dag… Dit past helemaal binnen onze toekomstvisie om een breder aanbod van heerlijke dessert- en aperitiefwijnen, met net dat tikkeltje extra, aan te kunnen bieden.”

Wijnbouw is een uitdagende vorm van landbouw

Er kwam bovendien een tweede veld bij. “We willen onze passie volgen om een mooi product te maken en gaan uitdagingen niet uit de weg. Wijnbouw is een uitdagende, nieuwe vorm van landbouw, die beduidende investeringen vraagt en pas een aantal jaren later oogst oplevert, maar het is noodzakelijk om te blijven groeien en dus willen we de volgende stap wagen.”

Bredaseweg

In april plantte Charis samen met haar man Paul Depauw en hun kinderen Thaïs, Ilian, Annoa en Matteo dit tweede veld aan. “Het gaat dit keer

om 2100 nieuwe stokken op een halve hectare, op de Bredaseweg in Minderhout. Hier hebben we gekozen voor de Johanniter. Dat is een druif die in 1986 is ontwikkeld uit kruisingen tussen Riesling, Seyve-villard, Ruländer en Gutedel. geschikt voor krachtige en volle wijnen. We kozen er ook voor de Solaris, een kruising van Merzling, ZarayaSevera en Muscat Ottonel. Zuur, zoet en geuren van exotisch fruit.

zeker bij de cool climate wines rekenen.” (Hoe ‘cool’ kan het zijn? Tijdens het maken van dit artikel ligt er midden april plots een laagje sneeuw op ons prachtige Hoogstraatse landschap nvdr.)

“Door het korte seizoen, met zijn bijzondere uitdagingen en de relatief koele zomers rijpen de druiven in onze streken iets langzamer, maar daardoor ook gelijkmatiger. Dat geeft dus diepere en complexere wijnen met een aanvaardbaar alcoholpercentage, heerlijk aromatisch en friszuur.”

Toekomst

Beide druiven zijn zoals de muscaris minder gevoelig voor schimmels en dus heel geschikt voor het Belgische klimaat. Dit klimaat, dat mensen vaak als een nadeel zien, blijkt overigens juist een voordeel: door de onvoorspelbare en soms gure weersomstandigheden, mag je onze wijn

Binnenkort kan je dus in Hoogstraten bij het maken van de bloesemwandeling, ook deze lokale wijngaard passeren en misschien op een heropend terras of thuis genieten van een verfrissend aperitief uit eigen streek. Charis licht exclusief voor ons graag nog een tipje van de

sluier betreffende hun verdere toekomstplannen.

“Dankzij de keuze voor de Johanniter en de Solaris op het recent aangeplante veld, kunnen we ons gamma uitbreiden. Wijndomein Hoogstraten zal bijna driekwart hectare beslaan en binnen enkele jaren kunnen we naast dessertwijn en aperitiefwijn, ook de eerste Hoogstraatse Méthode Traditionnelle voorstellen. Een bijzonder moment, waar we met de hele familie nu al naar uit kijken!”

Voor meer informatie kan je terecht op de site www.wijndomeinhoogstraten.be - ontwikkeld in samenwerking met Arne Dondeyne en Mitch Goos van Mark and Think. (fh)

(Erkend door Eurogarant, Long Life Repair en de meeste verzekeringsmaatschappijen)

3 min. van op- en afrit E19 “Meer” 6 min. van centrum HOOGSTRATEN

Meerse weg 8 in HOOGSTRATEN Tel. 03 315 71 76 – sales@geudens.be

Dorien Van Der Velden fietst alleen nog voor het plezier

Combinatie van wedstrijden en werken

bleek moeilijk

haalbaar

WIELRENNEN - “Waarom zou ik het eens niet proberen? “ vroeg de jonge Dorien Van Der Velden zich lang geleden af. Met grote ogen keek zij immers op naar haar broer Pieter die zich op de wielersport geworpen had. Het kriebelde bij het 12-jarig meisje en even later kreeg ook zij haar koersfiets. Op de weg en op de piste rijfde ze heel wat mooie titels bij elkaar. Nu alweer twaalf jaar geleden vertelde zij in de Maand met passie over haar nog prille sportieve carrière. Ze stond toen op de drempel van de overgang naar de Dames Elite. Hoe zou het haar intussen vergaan zijn? Is de fiets nog steeds het centrum van haar leven?

In het septembernummer 2008 lieten wij vier Hoogstraatse jongeren aan het woord over hun sport en hun ambities. Sommigen koesteren misschien wel Olympische ambities, anderen zijn gewoon met hart en ziel verknocht aan hun sport en hebben er heel veel voor over. Met Kristof Schroé (gymnastiek), Gitte Bartholomee-

usen (paardensport) en Ruben Tilburgs (voetbal) keken we eerder al terug op hoe het hen ondertussen verging. Wielrenster Dorien Van Der Velden is de laatste van het viertal.

Jong

Twaalf jaar was ze pas toen pa en ma Van Der Velden de verzuchtingen van dochterlief inwilligden en een blitse koersfiets kochten. Zij waren al langer fan van de wielersport, ook zoon Pieter had zijn ambities in het wielrennen gelegd. Even later verscheen de kleine Dorien voor de eerste keer aan de start bij de aspiranten waar ze samen met de jongens voor de prijzen reed. Eén bloemtuil bracht ze in die periode mee naar de Maxburgdreef. Die werd behaald in Meer, een thuisoverwinning die naar meer smaakte. Ze was 15 jaar toen ze overstapte naar het serieuze werk bij de nieuwelingen.

We interviewden de 17-jarige Dorien, ze reed bij de juniores en begon ook net het laatste jaar van een kappersopleiding aan het Koninklijk Atheneum te Schoten. De combinatie studeren en fietsen vond ze helemaal geen handicap. Er was voldoende tijd om te trainen en ze genoot de volledige steun van haar ouders. Buiten één rustdag in de week, trainde zij dagelijks twee à drie uur, vaak samen met Sofie Leemans uit Meerle die in de categorie van de nieuwelingen uitkwam.

Aan uitgaan werd niet gedacht, de focus lag volledig op de studie en de fiets en later ook op haar vriendje Kenneth die ze in het wielermilieu ontmoette. Dorien was niet bepaald het sprinterstype en hield niet van het passief rijden. Maar doordat heel wat dameskoersen in die tijd bij de juniores eindigden in een massasprint kon ze dat jaar geen groot palmares voorleggen. Wel één mooie overwinning in Kalmthout en tal van ereplaatsen met een zevende plaats op het Belgisch kampioenschap.

Piste

Maar ook de piste kon haar wel bekoren. Na het wegseizoen werd er op de wielerbaan geoefend en deelgenomen aan allerlei meetings. Het

Kuipke in Gent was the place to be en samen met haar broer Pieter, die als 19-jarige bij de beloften reed, werd het traject Meer-Gent meermaals per week afgelegd.

Met succes. In 2007 kaapte Dorien enkele pistetitels weg: Belgisch kampioene in de individuele achtervolging, de 500 m en keirin. In 2008 behaalde ze geen titels. Als eerstejaars moest ze het opnemen tegen oudere deelneemsters met meer ervaring er ook de gevolgen van enkele serieuze valpartijen speelden haar parten. Een elleboogbreuk en kort nadien een schouderbreuk bezorgden haar weken opgelegde rust. “De eerste weken na zo ’n valpartij hou je je wel heel rustig,” vertelde ze met overtuiging. Het seizoen 2008 was echter nog niet gedaan en er stonden nog heel wat wedstrijden op het programma.

De categorie Dames Elite lonkte, maar ook de droom van een eigen kapsalon was duidelijk voelbaar. Was dit te combineren en wat is er met

De 17-jarige Dorien zoals we haar ontmoetten in 2008. Zij reed toen bij de Dames juniores.
Het wielrennen kende geen pauze. Na het wegseizoen koos Dorien resoluut voor het pistewerk.
Dorien als Belgisch kampioene 2009 op de piste in het keirin.

de fiets gebeurd? Veel vragen die wij Dorien anno 2021 voor de voeten wierpen.

Aan de haak

DHM: In 2008 was het allemaal nog overzichtelijk: studeren voor kapster en elke dag een paar uur trainen. Je droomde toen om twee jaar later bij de Dames Elite te rijden. Ben je daar ook in geslaagd? Ja, dat is me goed gelukt. Ik ben blijven koersen en heb nog twee jaar bij de Dames Elite meegereden. Maar die categorie is nog iets anders dan fietsen bij de jeugd. Je moet veel meer trainen en ik was intussen ook beginnen werken. Door die combinatie heb ik geleidelijk aan heel wat kwaaltjes gekregen, waardoor het uiteindelijk niet meer mogelijk was die twee te combineren. Ik heb daarom bewust gekozen voor mijn werk. Maar ik heb nog wel een mooi resultaat behaald bij de Dames Elite. Ik ben er Belgisch kampioen geworden in het keirin op de piste.

DHM: Heb je dan voorgoed de fiets aan de haak gehangen? Nee, helemaal niet. Ik fiets nog heel graag. Ik heb mij aangesloten bij de wielertoeristen van WTC Victoria en ik probeer toch altijd twee tot drie keer per week te fietsen. Meestal rijd ik in groep met de dames van de club maar soms ook wel met mijn man Kenneth. Ik doe gemiddeld toch wel een 150 à 200 km per week.

DHM: Ik veronderstel dat je in groep ook altijd rond de kerktoren rijdt. Kruip je in de vakantieperiode ook op de fiets voor een langere tocht of fietsvakantie?

Ja, dat gebeurt ook wel. Dit jaar ga ik samen met een vriendin meedoen aan een campagne van Think Pink. We rijden met de fiets naar Compostella, maar we doen het niet in één keer. We spreiden het over drie jaar en doen per keer ongeveer 700 km. Dit jaar vertrekken we in Oudenaarde en dan leggen we de eerste 700 km van het traject af. We nemen daar één week de tijd voor. Volgend jaar vertrekken we dan op het eindpunt van dit jaar en het derde jaar doen we juist hetzelfde. Dus binnen drie jaar komen we in Compostella aan.

Zelfstandige

DHM: Je hebt voor kapster gestudeerd. Doe je dat nu ook als werk? Ik ben inderdaad als kapster afgestudeerd en ben direct op mijn 18-de gaan werken. De eerste jaren in een kapsalon in loondienst, maar sinds 6 jaar ben ik volledig zelfstandige. Dat was ook altijd mijn droom. Ik werk halftijds thuis en halftijds in een Woonzorgcentrum als kapster.

DHM: Dan ben je ook wel stevig geconfronteerd geweest met de coronamaatregelen? Kan je het hoofd nog goed boven water houden? Ik ben de corona best wel goed doorgekomen. De eerste lockdown bracht

ik veel tijd door met de kindjes, die toen ook thuis waren van school. Ik ben intussen immers getrouwd met Kenneth Mariën, waarvan in het eerste interview al sprake was. Wij hebben samen twee kindjes. In februari 2016 is ons Fien geboren. Zij is dus nu juist 5 jaar geworden. Anderhalf jaar later, in juli 2017 is onze Tuur geboren. Toen vonden we de tijd gekomen om in het huwelijksbootje te stappen. Dat deden we in augustus 2018. We wonen nog met heel veel plezier in Meer.

In die eerste lockdown was het vaak heel mooi weer en aangezien onze kindjes ook heel veel fietskriebels hebben, hebben we daar echt van genoten. In de weekends genieten we ook als gezinnetje veel van elkaar, aangezien Kenneth gewoon kan blijven werken. Dat is bij ons wel dagelijkse kost: genieten van de simpele dingen en van elkaar. Tijdens de tweede lockdown was dat wel anders. Ik was toen in de week helemaal alleen thuis, al heb ik me eigenlijk niet verveeld. Een vrouw heeft altijd wel iets te doen, zeker ?

DHM: Heb je buiten je werk, je gezin en je fiets nog tijd voor andere hobby’s?

Nee, en dat is ook niet nodig, want mijn gezin en het fietsen zijn eigenlijk mijn hobby. En ook voor Kenneth is dat oké. Hij is werfleider bij SGM in Hoogstraten en in zijn vrije tijd fietst hij ook nog altijd. Hij is ook aangesloten bij WTC Victoria.

Trots

DHM: En hoe is het met je broer Pieter afgelopen? Fietst hij nog?

Nee, Pieter is helemaal gestopt met wielrennen. Hij fietst enkel nog voor z’n plezier als hij er tenminste nog de tijd voor vindt. Hij is samen met mijn papa zelfstandige in tuinonderhoud. Ze runnen met hart en nieren Tuinonderhoud Van Der Velden.

DHM: Hoe kijk je achteraf terug op je periode als wielrenster? Zat er voor jou meer in?

Ik ben eigenlijk heel trots op mezelf. Ik heb veel voor mijn sport gedaan en gelaten, maar ik heb ook veel mooie resultaten behaald. Ik kan terugkijken op verschillende provinciale, Vlaamse en Belgische titels. De combinatie van wielrennen op de weg en op de piste was ook heel plezant. In de winter reden we op de piste en in de zomer op de weg.

Ik ben mijn ouders heel dankbaar dat ze mij die kans gegeven hebben. Zonder hen was dat niet vanzelfsprekend geweest. Ik denk dat ik er alles uitgehaald heb wat op dat moment mogelijk was. Zo ben ik op een gegeven moment ook minder gaan werken. Maar de combinatie werken en intensief sporten was te veel op de duur.

In die periode was er ook bijlange zoveel aandacht niet voor het vrouwenwielrennen als nu. Ook daardoor heb ik bewust voor mijn werk gekozen en fiets ik nu enkel voor mijn plezier. Ik volg het vrouwenwielrennen nog wel op tv, maar ik zal er niet voor thuisblijven. De top bij de vrouwen is op dit moment overigens zo breed dat ik niet echt één favoriete heb. (jh)

Met Kenneth en de kindjes Fien en Tuur, een gelukkig gezin. Maar de fiets is nooit ver weg.

Wortelaar Geert Snoeys pakt uit met eigen gin

Kolonie inspireert Clochard Spirits

ONDERNEMEN - Midden in het rare jaar dat 2020 was voor veel van ons, werd Geert Snoeys er 30. Juist in dat jaar liet hij zijn ondernemerschap de vrije loop en startte zijn eigen zaak, volledig geënt op Wortel - de plek waar hij is opgegroeid en ook nog altijd met volle trots over spreekt. Een drankenlabel beginnen is voor veel mensen een uitdaging te ver, niet voor Geert dus, die enthousiast vertelt hoe hij eraan begon en wat hij wil bereiken.

DHM: Het is een open deur intrappen als we zeggen dat 2020 een raar jaar is geweest. Toch heb ik het gevoel dat jij daar lichtjes anders naar kijkt, niet?

Jawel, met enige trots op wat ik het afgelopen jaar bereikt heb en ook wel met wat spanning, omdat het allemaal nog erg nieuw is. In 2020 hebben ze mijn hobby en tijdverdrijf volledig lamgelegd door het voetbal te annuleren. Waar voordien 90% van mijn vrije tijd naartoe ging, viel opeens helemaal weg. Ik speel namelijk in het eerste elftal van KVNA Wortel en geef er ook training aan de jeugd. In normale omstandigheden alleszins, breng ik dus mijn weekavonden en weekends door op het voetbal - en dat viel helemaal weg.

Beroepshalve werk ik voltijds bij Ebema (Stone & Style) in Rijkevorsel als Junior Project Manager. Ik kon vrijwel volledig van thuis uit werken, dus ik bracht noodgedwongen veel tijd door op mijn appartement. Met de sluitingen van de horeca en de andere covid maatregelen, werd ik zowat

verbannen naar het terras van mijn appartement in Hoogstraten, waar ik de warme lente- en zomeravonden kon genieten.

Op café bestel je makkelijk een pintje, maar thuis wilde ik wat andere drankjes proberen. Daarnaast zat ik al langer te broeden op het idee om een zelfstandige activiteit te starten en op mijn terras kreeg dat idee eindelijk vorm: een eigen drankenlabel. Zoals zoveel mensen ben ik een sociaal dier en geniet het meest van mijn avonden als ik ze doorbreng met vrienden en een drankje. Dat gaf te denken…

Wortelse roots

DHM: Uiteindelijk zou je dus van start gaan met een eigen gin. Waarom die keuze?

Er passeerden een heel aantal sterke dranken op mijn terras; whisky, rum, gin, … Ik lijk misschien bijna een alcoholieker zo (lacht), maar het werd voor mij eerder een marktonderzoek. Met welke soort sterke drank zou ik beginnen? Jenever is een tijdje in de running geweest, maar een nieuwe gin leek me al snel het interessantst. Het is een heel toegankelijke sterke drank die ook experimentele smaken toe laat. Het werd dus inderdaad een eigen gin, die is ondertussen ook op de markt. Dat hele proces heeft mijn 2020 heel wat kleur gegeven. Een leerproces waar ik trots op ben.

DHM: Je doopte het label “Clochard Spirits”. Daar zit volgens mij veel Wortelse trots in. Vanwaar die naamkeuze?

Wortel is en blijft mijn trots. Ik ben opgegroeid naast de kerk in Wortel. Het huis dat ze momenteel aan het renoveren zijn, was voor meer dan twintig jaar mijn woonplaats. Bovendien woont mijn familie al lang in Wortel. Mijn grootvader, Ivo De Clerck, had er nog zijn café destijds: Verzekering Tegen De Dorst. Daar komt waarschijnlijk mijn band met de horeca ook vandaan. Mijn echte vader heb ik nooit gekend, omdat hij jammer genoeg op heel jonge leeftijd gestorven is, maar ik weet heel goed wie hij was. Trotse inwoner van Wortel en kapitein van het eerste elftal van KVNA Wortel.

Ik ben zelf ook van jongs af aan bij Wortel gaan voetballen en doe dat nog steeds. Wanneer ik niet op het voetbalplein stond, kon je me in mijn tienerjaren terugvinden op het Vagebondplein waar ik aan het skaten was met vrienden. Nadien deden we onze tricks op het skateplein achter de Parochiezaal. Uiteindelijk stond ik voor een keuze tussen skaten en voetballen en mijn keuze was heel snel gemaakt.

DHM: Heb je altijd in Wortel gevoetbald?

Ik brak die eerste jaren niet écht door in de eerste ploeg van Wortel rond mijn 18 jaar, dus besloot ik om naar Westmalle te transfereren. Ik trainde er twee jaar onder ex-Rode Duivel Dirk Huysmans en zette grote stappen door de zaken die hij mij aanleerde. Hij speelde in zijn tijd ook op de flank, net als ik, dat zal er ook wel mee te maken hebben. Na dat korte intermezzo in Westmalle, kwam ik evenwel terug en werd een vaste waarde bij Wortel. Ondertussen speel ik al acht jaar terug in Wortel en hebben we al heel wat kunnen bereiken met de ploeg. Op mijn persoonlijk verlanglijstje staat zeker nog om te proberen de Gouden Schoen te bemachtigen, maar natuurlijk gaat de ploeg altijd voor! Tot zover mijn Wortelse roots (lacht)

Zowel de naam als de grafische vormgeving verwijzen naar de rechte dreven van de Kolonie.

Kolonie

DHM: En de link met de Kolonie is vanzelfsprekend?

Inderdaad, de naam Clochard Spirits is een hommage aan de Wortelse Kolonie. Tijdens de lockdown ging ik er veel lopen en wandelen. De Kolonie won de laatste jaren aan populariteit, en de laatste maanden nog meer, én werd zelfs kandidaat voor Unesco Werelderfgoed. Kijk ook maar eens naar de bedrijven zoals de Bonte Beestenboel die er al zitten en er in de toekomst zullen komen, zoals Zouterover. Het is duidelijk dat veel mensen de Kolonie waarderen voor het prachtige juweel dat het is. Ik wilde iets doen met de rijke geschiedenis van de Kolonie en daarop is de naam Clochard geënt.

Veel mensen buiten de streek hier weten niet veel af van die geschiedenis, maar eigenlijk zijn de koloniën een deel van een sociaal experiment van 200 jaar geleden. Er werden in de Lage Landen zeven landbouwkoloniën opgericht om armoede tegen te gaan. Je ziet vandaag nog dat de koloniën zijn aangelegd, omdat ze allemaal dezelfde structuur hebben van rechte dreven. Ze zochten naar een dunbevolkt gebied met veel ongebruikte landbouwgrond ter beschikking. Als je ergens in het land werd gevonden en je had niet genoeg geld om een brood te kopen, werd je bestempeld als een “landloper” en werd je naar een van de koloniën gebracht. Daar moesten ze de ongebruikte velden ontginnen en konden ze hun eigen voedsel planten. Het doel was om een combinatie te bieden van discipline, onderwijs en werk, waardoor ze als betere mensen konden terugkeren naar de maatschappij. De Wortelse Kolonie werd veelal gebruikt voor gezinnen om hun leven opnieuw op de rails te krijgen.

Ik heb dat altijd een erg interessant verhaal gevonden en ik wilde iets doen om dat Wortels erfgoed te linken aan mijn gin. Ik ging op zoek naar een catchy naam die verwees naar de landlopers en ook nog eens makkelijk te bestellen was op café. Ik heb nog even getwijfeld over “een landloperke”, maar “geeft mij nog es ne clochard”, klonk meteen perfect in mijn oren…

Knipogen

DHM: Oké, dus ondertussen wist je welk soort drank je wilde maken en hoe je die zou noemen. Wat was de volgende stap? Dan waren er nog twee erg grote stappen te zetten. Enerzijds de branding van het product, anderzijds het maken van de gin. Om mijn merk te ontwikkelen, heb ik samengewerkt met Quatre Face, een designbedrijf gespecialiseerd in typografie, boeken en grafisch design. Het was de

bedoeling dat de merknaam in het oog zou springen, maar deze moest ook verwijzen naar de geschiedenis van de Clochard.

De letters zijn afwisselend tussen rondingen en heel hoekige letters, waar de hoekige letters een knipoog zijn naar de typische rechte dreven van de Kolonie. Voor het woord Clochard staat er een plusje met een dubbele betekenis. Enerzijds staat het voor een mindset: iets positiefs halen uit iets negatiefs. Net zoals de landlopers een positieve ervaring en evolutie doormaakten in de Koloniën, haalde ik iets heel positiefs uit een negatief jaar. Anderzijds is ook dit weer een verwijzing naar de Kolonie, denk maar aan de grafzerken in de Torendreef. De plusjes komen ook terug op de verpakkingen, de stickers, … noem maar op.

Er komt meer bij kijken dan alleen een drankje brouwen

De tweede grote stap was beslissen waar de gin gemaakt moest worden en hoe hij moest smaken. Niet onbelangrijk! Ik koos voor Sterk Stokers uit Sint-Lenaarts. Ik had professionele hulp nodig bij het maken van mijn gin, ook al wist ik heel duidelijk welke richting ik uit wilde met Clochard. Bij sterke dranken komt meer kijken dan alleen een drankje brouwen. Het gaat bijvoorbeeld ook over vergunningen krijgen en daarin hebben de medewerkers van Sterk Stokers me heel goed geholpen.

DHM: Heb je dan samen met hen de smaak ontwikkeld?

Exact. Ik ben ook heel trots om te kunnen zeggen dat ook daar weer knipogen naar de Kolonie in verstopt zitten. De smaak is kruidig, zoals het een goede gin betaamt, maar hij drinkt heel zacht, zonder flauw te zijn. De knipogen naar de kolonie zitten in de verwerking van de gagelkat-

jes en de blauwe bosbessen. Daarnaast heb ik er een speciaal ingrediënt in laten verwerken dat helemaal niet vaak voorkomt in gin, namelijk eucalyptus. Samen met de iets meer gebruikelijke gin-ingrediënten bergamot, iriswortel en tijm, vormt het een fris geheel.

Vol ideeën

DHM: Hoe zie je het merk verder evolueren? Dat is een hele goede vraag. Mijn hoofd zit vol met ideeën, maar dat is allemaal voor later. Ik wil er eerst voor zorgen dat dit project naar mijn beste kunnen wordt opgezet. De lancering was heel positief, maar er zijn nog een aantal zaken te doen, alvorens ik van een echt succes wil spreken. Ik hoop dat de horeca binnenkort écht terug open mag, want zij hebben al genoeg te lijden gehad, en wie weet zien zij de Clochard gin als een leuke toevoeging voor hun kaart. Voor de rest bekijk ik het echt stap voor stap en zien we wel waar dit schip strandt. Hopelijk is het geen Suez-verhaal (lacht)

Daarnaast wil ik ook niet aan volgende stappen denken, zonder deze volledig uit te werken tot het einde, omdat ik echt van nul ben begonnen om deze gin te maken. Er zijn heel veel zaken waar je rekening mee moet houden en ik heb ook wel best wat kosten moeten maken. Het begint bij de opstart van de zaak, maar je moet ook etiketten drukken voor de flessen en zo zijn er veel kleine dingen. Nu de eerste batch gelanceerd is, hoop ik uiteraard wel dat er nog veel mogen volgen.

Ik heb wel met een reden gekozen voor de naam “Clochard Spirits” en niet enkel “Clochard Gin”, omdat ik mijn keuzes voor de toekomst wil openhouden. Een jenever zal altijd een optie zijn, maar een non-alcoholische gin lijkt me ook een fijn idee. Voor nu hoop ik dat Clochard deze zomer mag uitgroeien tot de nieuwe favoriete Gin-To van de Kempen! (cl)

Geert is al jarenlang een vaste waarde in het eerste elftal van VNA Wortel.

VAN HEMELEN BVBA

NIEUWBOUW & RENOVATIE

ALTERNATIEVE

Industrieweg 4 2330 Merksplas

Tel: 03 314 37 67 Tel: 014 26 60 72 info@vanhemelenbvba.be

‘Wij staan u m et raad en daad b ij v oor, tijdens en na de uit v aart.’

Begrafenissen - cre m aties nab estaandenzorg

• persoonlijke dienstverlening

• respect voor uw wensen

• eigen funerarium

• aula voor intieme plechtigheden

• eigen rouwdrukwerk

• uitvaartverzekeringen

• nabestaandenzorg

Hoe kunnen we ook na de uitvaart zorgen wegnemen?

Bij een overlijden, en vooral na de uitvaart, worden de nabestaanden geconfronteerd met een lawine aan praktische en administratieve verplichtingen. Wie moet er verwittigd worden? Werkgever, vakbond, ziekenfonds, bank, verzekeraars, enzovoort. Lopen er bepaalde abonnementen, wat met water en elektriciteit, met kinderbijslag, pensioenkas, nalatenschap?

Onze consulenten zijn er voor de nabestaanden met raad en daad en met correcte ondersteuning. En niet te vergeten, met een luisterend oor, om samen het leed en het verdriet te verzachten. Iedere uitvaart die we verzorgen, omvat steeds nabestaandenzorg.

Wuustwezel I Hoogstraten I Kalmthout Hoofdvestiging: Dorpsstraat 85 I 2990 Wuustwezel 06 669 62 66 I hofmans@dela.be I www.uitvaartzorg-hofmans.be

Anne-Marie Verdaasdonk Hilde Boden
Hilde Martens Britt Swinkels

Jos Herrijgers in de ban van Andalucia De Meerse ambassadeur van een Spaanse haven

Jos Herrijgers - ‘af Meer’ - maakt al meer dan dertig jaar het mooie weer in Algeciras. Deze Spaanse stad telt 123.000 inwoners, is de geboorteplaats van de bekende flamenco guitarist Paco de Lucia en ligt tegenover Gibraltar, op een van de meest strategische en drukst bevaren routes ter wereld. Door de Straat Van Gibraltar varen jaarlijks meer dan 100.000 schepen. Door zijn werk en leven is Jos er uitgegroeid tot een van de meest gedreven ambassadeurs van de haven van Algeciras.

DHM: Wie is Jos Herrijgers?

Geboren in 1957 in Hoogstraten en getogen in Meer, zoon van Jozef Herrijgers en Christina Van Dun. Ik heb nog 3 broers en 2 zussen. Ik liep lagere school in Meer. Daarna in Hoogstraten, het Seminarie en Vito, afdeling handel. Voor mijn hogere studies koos ik voor fotografie. Toen ik in de maritieme sector ging werken volgde ik nog de opleiding ‘scheepvaart-douane-transport en logistiek’ aan het beroepsinstituut voor havenbedienden.

Levensgevaarlijke pijlen

DHM: Heb je mooie jeugdjaren gekend? Zeker, aan mijn jeugd in Meer heb ik veel en mooie herinneringen. Aan de onvolprezen Meer kermis, aan jeugdclub Het Kelderke - onder het

gemeentehuis - waar we buitengeflikkerd werden, aan de Mussenakker. Ik zong in het zangkoor van de kerk en was lid van jeugdverenigingen KSA en KLJ. Al jong was ik ook lid van de kruisboog, hier werd ik uitgezet omdat mijn pijlen te veel afweken en dus levensgevaarlijk waren voor de andere schutters!

Ik beleefde leuke tijden bij de fanfare St-Rosalia en de gekende bonte avonden. Natuurlijk het lokale caféleven: ’t Fortuin en café de Welkom bij Jan Faes. Dan kwam je thuis met een frietgeur van hier tot Lima. Ik stond mee aan de wieg van de later zeer bekende muziekgroep Cryptic Skull, die nog altijd bestaat (Jan Dufraing en company). Vakantiewerk op de veiling van Meer was ook heel plezant.

Samengevat: vooral veel pinten gepakt en gefuifd met mijn vrienden. Ja, ik was vrij actief in Meer en omstreken en was er nogal vroeg bij. Dat kwam ook omdat ik oudere vrienden had en thuis de jongste was. Dan mocht je wat meer, de ouderen hadden de weg bereid!

DHM: Wat deed je hier na je studies? Ik ging fotografie studeren omdat ik dat als een mogelijkheid zag om als freelancefotograaf de wereld te ontdekken. Om reportages te maken in verre landen, zelfs oorlogsverslaggeving, wie weet... Ik wou absoluut geen dorpsfotograaf worden, maar de eerste baan die ik aangeboden kreeg als fotograaf was foto’s ontwikkelen in een donkere kamer. Veel avontuur viel daar niet te beleven. Nee ik wou de wereld verkennen, en vooral reizen Dat lukte gelukkig nadien via de maritieme en transportsector. Als je in een haven op de kade rondloopt en aan boord gaat van een schip zit je al in een andere wereldcultuur.

Ik maak nog altijd zo’n vijf- tot tienduizend foto’s per jaar

Fotografie is weliswaar nog altijd mijn passie. Voor mijn werk reis ik vrij veel over de hele wereld en kan dan overal foto’s maken als ik even vrij ben. Ik maak nog altijd zo’n vijf- tot tienduizend foto’s per jaar. Bedoeling is om het helemaal terug op te nemen als ik op pensioen ben. Ik kijk er ontzettend naar uit.

Professioneel is Antwerpen de plek waar het voor mij allemaal begon. In 1976 ging ik aan de slag bij de het transportbedrijf Coppejans, onderdeel van de groep Van Ommeren, later Hoyer. In 1978 stapte ik over naar Sealand-Belgium, toen de grootste containerrederij - Amerikaans en uitvinder van de container - destijds nog aan kaai 468 in de haven van Antwerpen. Van 1985

Havenautoriteiten: Carlos Fenoy Rico (President Kamer van Koophandel), Jos Herrijgers (Bestuurder van Comport) en Gerrardo Landaluce Calleja (President van de haven van AlgecirasAPBA).

tot 1989 werkte ik in Rotterdam op het Sealand hoofdkantoor voor Europa en Midden Oosten. Eenmaal de maritieme microbe mij te pakken had, liet de sector me niet meer los.

Los amigos

DHM: Hoe kwam Spanje op je radar?

Dat was eerder per toeval. Mijn plan was om in Sri Lanka te gaan werken. Toen dat niet doorging door de burgeroorlog daar, werd het als ‘troostprijs’ Algeciras. Maar daar heb ik nog geen minuut spijt van gehad. Sealand stuurde me in 1989 hierheen als expat voor maximum 5 jaar. Maar ik ben hier dus niet meer weggegaan.

Na de overname door Maersk in 2000, ging ik aan de slag bij Breda Transport Maroc, om in 2002 managing director te worden bij Mertramar, een Duits familiebedrijf met als activiteiten scheepsagent, douane vertegenwoordiger (vroegere douane-agent) import-export in transit T1, freight forwarder - project cargo, breakbulk, logistiek.

Ik bouwde niet alleen een persoonlijke band op met de brede havengemeenschap, ook mijn echtgenote Mirian is Spaanse. We hebben geen kinderen, en dat is een heel bewuste keuze. In mijn drukke carrière zou ik hen onvoldoende tijd en aandacht hebben kunnen geven.

De mensen hebben hier nog iets voor mekaar over

DHM: Wat bevalt zo aan het Spaanse leven? Het zal wel meer zijn dan zon, zee, strand? Ik spreek nu hoofdzakelijk over het zuiden de regio Andalucia, waar ik al 32 jaar woon. De mensen zijn vrolijk, heel open, vriendelijk en behulpzaam. Ze zijn niet zo individualistisch ingesteld als in het noorden. Er heerst nog een groot familiegevoel, ze zorgen goed voor hun ouders en grootouders en medemensen. Er heerst een grote solidariteit, de mensen hebben nog iets voor mekaar over. De uitspraak ‘los amigos de mis amigos son mis amigos’ (de vrienden van mijn vrienden zijn ook mijn vrienden) is geen loos gezegde.

Wat me eveneens bevalt aan Spanje is dat de mensen trots zijn op hun land. Het goede klimaat in het zuiden en de zon horen er uiteraard bij, al is het in de zomer soms iets te warm, tot 45 graden in het binnenland. Ook op culinair gebied is het in Spanje prima. Heel lekker eten met als top “pata negra”, de ham van het zwarte Iberisch varken dat hoofzakelijk eikels eet en nog vrij rondloopt.

Wat blijkt bovendien? Er zou wel eens een nog diepere link kunnen zijn met deze streek. Onze familie vind je dezer dagen vooral terug in de Antwerpse Kempen en Zuid -Nederland, maar ondertussen weten we dat een van mijn voor-

Jos in ‘Café Belga’ met Belgische bieren…

ouders afkomstig is uit deze streek! Vermoedelijk heeft die zijn hele hebben en houden in de volksverhuizingen van de zestiende eeuw naar Antwerpen verkast, tijdens de terreur van de Hertog van Alva. Tja, als je je op dat moment daar aanmeldt als “Enrique Hernandez” wordt dat algauw verbasterd tot “Herrijgers”. Je ziet, toeval bestaat niet!

Pepe el Belga

DHM: Hoe is jullie leefomgeving en het wonen daar?

Er is hier nog veel ruimte. Geen lintbebouwingen, niet dichtbevolkt op de buiten. Als je 10 km het binnenland in rijdt, zit je in de ‘middle of nowhere’ en kun je uren rondrijden of wandelen zonder veel mensen tegen te komen. De typische pittoreske “pueblos blancos” (witte dorpen) in de bergen, in het binnenland. De natuur is zondermeer prachtig. Er zijn gigantische natuurreservaten en ook de mooiste stranden vooral aan de Atlantische oceaan - van Tarifa tot Cadiz.

Daar heb ik een Belgisch stamcafé uitgebaat door een Brusselaar

Zelf woon ik in de zone van de straat van Gibraltar, vlakbij de natuurreservaten “Los Alcornocales” (kurkbomen) en “El Estrecho” (de zeestraat) in het meest zuidelijke puntje van Europa. In Tarifa, surfcenter en bekend voor de tonijnvangst en diepzeeduiken, kan ik bij helder weer vanuit mijn living de Marokkaanse stranden zien. Deze streek in Andalucia is een pareltje - aan de ene kant hebben we de Middellandse Zee en aan de andere kant de Atlantische Oce-

aan - zo verschillend. Niet ver van Cadiz , Jerez de la Frontera (de sherry streek), Sevilla, Malaga en ga zo maar door tot Granada. Wij zitten vlak bij de Costa del Sol (Marbella). Daar heb ik een Belgisch stamcafé: “Cafe Belga”, uitgebaat door een Brusselaar, waar ik regelmatig mijn Duveltje-Trippel van Westmalle of een Bolleke ga drinken met een curryworst erbij.

Hier ontmoet ik soms Belgische vrienden en kennissen. Verder heb ik weinig contact met lokale Belgen, de meeste zijn immers gepensioneerd terwijl ik professioneel nog heel actief ben en dus niet veel vrije tijd heb. Mijn vrienden zijn allemaal mensen van hier. Ze kennen mij als “Pepe el Belga”, want mijn achternaam helpt hier ook niet echt mee natuurlijk…

DHM: Zie je wezenlijke verschillen met België en het Hoogstraatse?

Hier werken ze om te leven. En ze werken best veel, maar ze kunnen ook genieten. Het geld dat ze verdienen, geven ze uit. Geen dikke spaarboeken hier, geld moet rollen. Ze gaan veel op restaurant en naar bars. Ze zijn ook gek op reizen, ik hoorde al vaak dat ze België een prachtig land vinden. Met favoriete steden als Brugge, Gent, Brussel en Antwerpen, de klassiekers voor de georganizeerde reizen. Ze houden van onze cultuur en zijn zot op onze biercultuur en de pralines.

Botten in de modder

DHM: Wat zijn je beroepsbezigheden?

Ik werk hier als managing director voor de Duitse scheeps- en douaneagent Mertramar. Korte lijnen, een no-nonsense aanpak en geen ‘mañana’mentaliteit, dat is helemaal de stijl die ik voorsta. Al blijf ik zweren bij een persoonlijke aanpak. Bij welke grote rederij kun je om 11 uur ’s avonds de directeur nog opbellen en erop rekenen dat hij

je probleem oplost? Wel, bij ons kan dat nog. Mijn team bestaat inmiddels uit mensen die ook internationaal hebben gewerkt en gestudeerd, die een meer Noord-Europese mentaliteit voorstaan. Die mensen vormen mijn grootste asset. “One team one goal”, die slogan uit mijn Sealand-tijd blijf ik trouw. In het verleden heb ik vaak ‘constructief’ ruzie gemaakt om het vooruit te doen gaan.

Spanje heeft wat van het België van 30 jaar geleden: ons-kent-ons blijft belangrijk. Intussen ben ik één van hen. Dat lukt alleen maar als je alle dagen met je ‘botten’ in de modder staat en in de haven rondloopt.

Ik reis heel veel en kom gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar naar België, Nederland, Frankrijk of Duitsland. Door corona reis ik momenteel echter helemaal niet en werk ik alleen van thuis. Geen risico’s dus, ik wil absoluut gezond blijven. Mijn geweldig team in de haven werkt wel gewoon door (7 dagen per week), volledig coronaproof met de allerhoogste veiligheidsnormen. Maar wie van thuis kan werken, doet dat uiteraard ook.

DHM: Na al die jaren ben je ongetwijfeld helemaal ingeburgerd in de haven van Algeciras…

Zeker weten. Ik ben een grote believer in het potentieel van deze haven én een gedreven ambassadeur ervan. De grote troef is de directe link met Noord-Afrika, onder andere Tanger Med is een directe ‘buurhaven’. Er zijn 18 afvaarten van ferry’s en roll-on roll-off schepen per dag tussen Algeciras en Tanger Med Marocco. In 2019 was dat goed voor een volume van 343.000 truckstrailers, komende en gaande van heel Europa van en naar Marokko. De transittijd per ferry van Algeciras naar Tanger Med is anderhalf uur. De smalste afstand in de Straat van Gibraltar tussen Marokko en Spanje is 14,5 km.

In de vakantieperiodes zie je de Antwerpse Marokkanen hier aanschuiven voor de ferry. In 2019 hebben we in Algeciras meer dan 6 miljoen Europese toeristen overgezet per ferry van/naar Algeciras of van/naar Marokko, via Tanger Med of Tarifa. Een gigantische jaarlijkse volksverhuizing, wetende dat de afstand van Hoogstraten naar Algeciras ongeveer 1.900 km is en dat deze toeristen in Marokko ook nog tot 1.000 km in het zuiden gaan in 3-4 weken vakantie!

Verder zetel ik in het bestuur van Comport, het commmerciële promotieteam van de Haven, vergelijkbaar met bijvoorbeeld Alfaport-Voka in Antwerpen en APZI in Zeebrugge. Daarnaast richtte ik in Algeciras mee de lokale afdeling op van de Beroepsverening van Freight forwarders en douanevertegenwoordigers ATEIA-FETEIAwaar ik nog steeds in het bestuur zit als penningmeester.

Tapas met een wijntje

DHM: Hoe zit het met sociale zekerheid? Spanje heeft een van de beste ziekteverzekeringen in de wereld. Iedereen heeft recht op goede medische zorgen en dat is heel goed geregeld en volledig gratis. Het systeem wordt vooral gefinancierd door hogere sociale bijdragen van de bedrijven en de werkende mensen. Er bestaan ook privé ziekteverzekeringen en voorzieningen, maar die zijn niet beter dan de publieke. De publieke medische zorg staat spijtig genoeg wel onder druk door de bezuinigingen.

Ook pensioenrechten zijn goed geregeld, steeds meer in lijn met de Europese landen. Er zijn goede afspraken met alle andere Europese landen, belangrijk voor wie zoals ik in verschillende landen werkte. In het algemeen is Spanje heel pro Europees en ze kijken met respect naar Europa. De meeste Spanjaarden zijn trots om tot

de Europese Unie te behoren. Misschien ook dit nog vermelden. In onze sector worden de vrouwen hetzelfde betaald als de mannen, gelijkheid vind ik heel belangrijk.

DHM: Is er nog vrije tijd over?

In mijn weinige vrije tijd ga ik graag tapas eten met een wijntje of biertje op een zonnig terras. Of wandelen in de vrije natuur. Op het strand zul je mij niet vaak aantreffen, tot ongenoegen van mijn vrouw hou ik niet zo van zonnen. Dan liever de Fnac bezoeken in Marbella, ik luister veel muziek en kijk veel films op dvd’s.

In onze sector worden de vrouwen hetzelfde betaald als de mannen

Pensionado

DHM: Wat mis je het meest van het vaderland?

Met mijn oude vrienden aan de toog hangen in een stamkroeg en bijpraten, discuteren, zeveren… ik bel ze regelmatig eens op of stuur een WhatsApp of e-mailtje. Normaal kom ik regelmatig in België en Nederland voor mijn werk en passeer ik altijd via Hoogstraten en een avondje in Antwerpen.

DHM: Wat heeft de toekomst in petto?

Op mijn 64e kijk ik uit naar mijn fin de carrière. Ik stel me graag op als de wijze oude man in de vereniging, maar ik heb geen zin meer in grote vergaderingen. De promotie van een haven als deze kun je niet als bijbaantje doen. Want dat het hier gaat boomen, daar ben ik wel van overtuigd. Het Afrikaanse continent heeft een enorm potentieel. Daar zal Algeciras ook de vruchten van plukken. Als containerhaven behandelde Algeciras in 2020 5.1 miljoen TEU en kan gemakkelijk doorgroeien naar 8 à 9 miljoen TEU.

Daarbij krijg ik vaak de vraag: “Hoe doen ze dat in Antwerpen?”. Ook de fusie tussen de havens van Zeebrugge en Antwerpen werd hier met argusogen gevolgd. Antwerpen heeft overigens nog geen vertegenwoordiger in Algeciras. Als ze nog iemand zoeken, ik zie dat wel zitten. Een Belgische vertegenwoordiger zou voor de bedrijven geen overbodige luxe zijn sinds het verdwijnen van het ereconsulaat hier.

DHM: Zou je een terugkeer nog overwegen? Van een terugkeer naar België is er geen sprake. Als “pensionado” bestaat er in Europa geen beter land dan Spanje en in het bijzonder de regio Andalucia: mooie streek, vooral het binnenland, prachtige stranden, goed klimaat, heel lekker eten en drinken aan gunstige prijzen, een gezond mediterraan dieet met olijfolie, verse vis, groenten en fruit… En ook nog eens zeer gastvrije mensen “goei volk” zoals ze het vroeger bij ons in de Kempen noemden. Wat wil je nog meer?! (jaf)

Een zicht op Algeciras met op de achtergrond de rots van Gibraltar.

De

Curieus wie in Hoogstraten deelneemt?

WATERBELEID - CurieuzeNeuzen in de Tuin is het grootste burgeronderzoek naar hitte en droogte ooit. Ook Hoogstratenaren stelden zich massaal kandidaat. Al deze deelnemers plaatsten op zaterdag 3 april een gazondolk om de hitte en droogte te meten en namen drie bodemstalen. Die stalen werden volgens de richtlijnen goed gemengd en dan voor onderzoek doorgestuurd.

Met een netwerk van 5.000 meetpunten brengen de initiatiefnemers een half jaar lang de hitte en droogte in heel Vlaanderen in kaart. Het project is een samenwerking tussen partners uit de academische wereld (Universiteit Antwerpen, VITO), de media (De Standaard), de overheid (VMM, Departement Omgeving en het Departement Economie, Wetenschap & Innovatie) en private bedrijven en organisaties (Orange, Rabobank.be, DPD, Aquafin, Bio-Planet en Natuurpunt). Droogtesensoren, satellietbeelden, communicatiecampagnes, datatransmissie, pakketjes versturen: elke partner levert met eigen expertise een cruciale bijdrage aan het project.

Hoogstraten

Op deze kaart vind je een overzicht van de plekken die werden weerhouden in Hoogstraten: www.standaard.be/cnt/dmf20210402_94434129

Enkele Hoogstraatse deelnemers maakten zich aan ons kenbaar. In Wortel nemen Stefaan Voet en Liesbeth Stoffels deel en ook Wim Brosens en San Adams. In Hoogstraten Bart Wuyts, Adelin Vandesande en Mia De Smet, Marcel Verschueren en Annie Michielsen, Flor Verschueren en Marleen Franssen en Jan Voet. In Minderhout Koen Van Delm en Els Dereymaeker, Charis Kamoen. In Meer is dat Marcel Adriaensen. Zij busten allemaal bij buren, vrienden en familie kaartjes om hun deelname kenbaar te maken.

Verder nemen twee scholen deel, een bedrijf of vereniging en een natuurgebied. Het mag niet verwonderen dat dit de vallei van het Merkske

is. We zijn curieus wie de andere deelnemers zijn. Laat het ons weten?

Lokale besturen

De stad Hoogstraten kocht zes sensoren aan. Ze plaatste een gazondolk op het grasveld van het woonzorgcentrum Stedeakkers en het recreatiedomein De Mosten. Twee plaatsen waar in normale tijden veel publiek komt en waar veel aandacht is gegaan naar de omgevingsaanleg. Beide groene ruimtes worden al vele jaren pesticidenvrij onderhouden zoals is opgelegd aan openbare besturen.

De stad koos ervoor om niet enkel eigen infrastructuur en groene ruimte op te nemen. Zij vroeg de Paters van Meersel-Dreef en de vrije basisschool de Klimtoren in Meerle om deel te nemen. Met het park, de speeltuin en de kloostertuin dragen de Paters bij tot het groene karakter van noordelijkste dorp van België. De leerkrachten en kinderen van de Klimtoren hebben op de nieuwe vestiging meer groen en zaaien en oogsten er.

Ook burgers werden hierbij betrokken. Jan Meijer van KWB Minderhout en ikzelf nemen deel

op hun vraag. Ook dat hoeft niet te verwonderen. Sensibilisering is voor elke gedragsverandering belangrijk. Socio-culturele verenigingen als KWB, Ferm en vele anderen dragen hier al jaren toe bij. KWB Minderhout en haar voorzitter nemen vaak het voortouw. Zo namen zij recent ook weer deel aan de zwerfvuilactie.

Eigen tuin

Wij vroegen Jan waarom hij inging op de vraag van het bestuur. “Droogte in de omgeving was de afgelopen jaren duidelijk merkbaar op de velden en in de bossen,” zegt hij. “Sommige naaldbomen legden het loodje en andere bomen stonden er al bruinig bij in de zomer. Vele grachten en beekjes vielen zo ongeveer droog. Dit project geeft meer inzicht in de omvang van het probleem en hopelijk komen we ook te weten wat mensen in hun eigen tuin kunnen doen aan hitte en droogte, en hoe wij kunnen bijdragen aan koolstofopslag.”

Stefaan Voet is een van de Hoogstraatse curieuze neuzen. Zoonlief ook.
Op Facebook maakte deelnemer San Adams duidelijk wat er op 3 april diende te gebeuren.
De gazondolk ging in ettelijke Hoogstraatse tuinen de grond in.

En Jan vervolgt zijn verhaal met de nodige humor. “Gisteren (3 april) de bodemsensor in de tuin geplaatst. Niet zonder slag of stoot. Voor mensen die enthousiast aan de slag gaan en niet opletten, is een klap op de duim en niet op het plankje zo gebeurd. Maar niet getreurd, alles voor de wetenschap! De komende week zal de tuin niet al teveel uitdrogen als ik het weerbericht mag geloven. Ik hoop, dat de sensor het niet al te koud krijgt. Anders zal er toch een muts en sjaal aan te pas moeten komen :-).”

Maaien

Landschapsarchitect Louis De Jaeger riep namens een ander burgerinitiatief Byebyegrass alle Belgen op om te wachten tot na 1 mei om hun gazon te maaien. Dat zou goed zijn voor de biodiversiteit en voor de bijen. Langer gras zou het vocht ook langer vasthouden in de bodem. Of Jan van plan is om dit verzoek op te volgen?

“Mijn tuin is het levend bewijs. Ik laat het gras al een paar jaar zijn/haar gang gaan. Op een gegeven moment bloeiden er spontaan wat viooltjes en sinds die tijd maai ik het nog maar één keer per jaar tegen de herfst. Alles wat omhoog komt, op distels na, laat ik staan. In het voorjaar en in de vroege zomer bloeit er van alles onder de noemer 'onkruid'. De insecten weten het te waarderen, daarmee de vogels ook. Ook komt er regelmatig een groene specht in de tuin op zoek naar mieren. Ja, het gras is een beetje hobbelig, dat is dan maar zo. Spechten kunnen behoorlijke gaten maken. Een konijn zou er jaloers op zijn…”

Hoogstratenaar Marcel Verschueren postte zijn meetgegevens op Facebook. Komen ze overeen met die uit de tuin van Jan? “Mijn gegevens verschenen niet meteen op 6 april op mijn dashboard. Intussen is dit euvel verholpen en deel ik de gegevens graag. Het meetstation of de gazondolk meet de luchttemperatuur op 12 cm hoogte

en op grondniveau en de bodemtemperatuur op 10 cm onder de grond.”

Tussen de meetresultaten van beiden zijn er duidelijke verschillen, die nog niet meteen te verklaren zijn. De resultaten voor de luchttemperatuur liggen in de tuin van Jan veel dichter bij elkaar. Er is ook een verschil van 0,40 graden in de hoogst gemeten temperaturen. De fruittelers zouden met de vorst op dit ogenblik liever in de tuin van Jan werken. Vraag is of dit ook de rest van het seizoen zo zal zijn. Daarvoor zijn de gegevens over de bodemvochtigheid ook belangrijk. De bodemanalyse is evenwel nog niet afgerond.

Opvolgen

Ook wie niet zelf deelneemt, kan op verschillende manieren op de hoogte blijven van het onderzoek en de resultaten. Op standaard.be/curieuzeneuzen staat een uitgebreid journalistiek dossier met meer context

rond het onderzoek. Een paar weken na de start van de metingen vind je daar ook een stippenkaart van Vlaanderen met de resultaten van alle deelnemende meetpunten. Inzoomen is mogelijk tot op straatniveau. Half december 2021 lanceren de initiatiefnemers daar de resultaten en conclusies van het onderzoek.

Ben je nieuwsgierig naar de meetgegevens van iemand bij jou in de buurt? Deelnemers hebben de mogelijkheid om hun persoonlijke dashboard te delen via Facebook, Twitter en LinkedIn. Ken je mensen die deelnemen, dan kan je hen vragen om hun dashboard via die route met jou te delen. Daar kan je dan de meetgegevens van die specifieke tuin bekijken. Het leert je misschien ook meer over hoe het in je eigen tuin gesteld kan zijn.

Wie zich registreert voor de maandelijkse nieuwsbrief van CurieuzeNeuzen, krijgt meer achtergrondinformatie over het onderzoek en tips om aan de slag te gaan in je eigen tuin. (hr)

Een klusje voor de dochter, denkt Jan Meijer…
Het dashboard waarop Marcel Verschueren zijn meetgegevens kan aflezen.

2020 - 2030

Na een mooie nota nu het uur van de waarheid…

PARTICIPATIE - Met hun ‘synthesenota Wortel 2020 - 2030’, afgerond op 1 maart 2021, legt Ar-tur een document op tafel met uitstekende ideeën en een massa voorstellen om van Wortel nog een mooier dorp te maken dan het al is. Het is nu aan het bestuur om zoveel mogelijk van de mooi geformuleerde voorstellen te realiseren, want daar gaat het uiteindelijk om. De nota ligt er alvast, nu volgt onherroepelijk het uur van de waarheid.

De nota is het resultaat van een participatief proces begeleid door Ar-tur. Tussen de coronabeperkingen door was er een eerste ‘live’ overlegmoment met een 40-tal zogenaamde ‘ambassadeurs’ van Wortel op 18 januari en een tweede op 1 oktober 2020. De resultaten daarvan werden op 19 oktober 2020 besproken tijdens een online ‘dorpsgesprek’, meer dan 75 gezinnen volgden de livestream (zie DHM nr. 421, januari 2021 blz. 63). Met de informatie die daar nog ingebracht werd, werkte Ar-tur zijn synthesenota af en overhandigde die op 1 maart aan het stadsbestuur.

Notendop

De nota hier samenvatten is onbegonnen werk. We beperken ons tot de vier belangrijkste aandachtpunten die de inwoners van Wortel op de tafel hebben gelegd.

De pleinen als hart van het dorp. Men ziet De Boomkens als een (bijna) autovrij (evenementen)plein dat aansluit bij de voorgevel van ’t Slot en met parkeergelegenheid aan de zijkanten. Op het Vagebondplein wenst men meer groen.

Wortel verbonden met zijn omgeving. De unieke ligging van Wortel op een plateau bij de Mark, met een dorpskern omgeven door groen moet versterkt en zichtbaar gemaakt worden. Men wil de doorkijk naar de Markvallei behouden of herstellen en de vallei toegankelijk maken. Ook trage wegen dragen bij om de groene omgeving bij het dorp te betrekken.

Alles begon met een wandeling door het dorp en een eerste overleg met inwoners van Wortel op 18 januari 2020.

Behoud van het dorpse karakter. De dorpsbewoners willen de authentieke dorpse kwaliteiten van Wortel behouden en slechts uitbreiden wanneer die uitbreiding die kwaliteiten verstrekt. Waar en hoe kan Wortel nog uitbreiden en wenst men dat?

Samenwerken aan een dorp van de toekomst Herdenken en verbeteren van de bestaande infrastructuur zoals het Slot, de parochiezaal, het huidige KLJ-lokaal, de bibliotheek enz. Die oefening moet gemaakt worden met aandacht voor de verenigingen en de buurtwerking. Hier wordt

ook de vraag naar de wenselijkheid van een dorpshuis en/of een dienstencentrum op maat van Wortel gesteld.

Voeten op de grond

In de 54 pagina’s tellende nota van Ar-tur staan ook statistieken, voorbeelden van aanpak in andere gemeenten en uiteraard een massa voorstellen om Wortel aangenamer te maken. De ene actie al eenvoudiger te realiseren dan het andere. Om de voorstellen te ordenen naar wenselijkheid en haalbaarheid, werden de ‘ambassadeurs’

Guy Aerts Wim Brosens
Dirk Vanhaute
Tom Brosens

uitgenodigd om op 29 maart deel te nemen aan een online ‘doorstartgesprek’. Na een inleiding werden de deelnemers ingedeeld in vier groepen, die elk uit een van de vier hoger genoemde thema’s de meest belangrijke en haalbare acties selecteerden, waar men de volgende twee jaar mee aan de slag gaat.

Verder in werkgroepen

Omdat men niet altijd in grote groep kan overleggen, werd aan de ambassadeurs gevraagd om enkele kandidaten af te vaardigen, die deel zullen uitmaken van de relatief kleine ‘Stuurgroep’ die het project moet dragen. Die Stuurgroep wordt wanneer nodig uitgebreid tot een groter ‘Projectteam’, met ambtenaren die aansluiten, afhankelijk van de te bespreken agendapunten.

De Stuurgroep bestaat uit Ann Embrechts (projectleider), burgemeester Marc Van Aperen en schepen Faye Van Impe, Joke Verschueren (projectcoach) en Daan Aerts als afgevaardigden van het stadbestuur. Guy Aerts, Tom Brosens, Wim Brosens en Dirk Vanhaute vertegenwoordigen de grotere groep ambassadeurs van Wortel.

De vorderingen, voorstellen of resultaten van het werk van de Stuurgroep en het Projectteam worden tweemaal per jaar, wellicht in juni en oktober 2021 en 2022, voorgelegd aan de groep ambassadeurs. Dit blad houdt u op de hoogte. (fh)

Stuurgroep

Guy Aerts, 63 jaar en ‘rentenier’; Dirk Vanhaute, 59-jaar en werkzaam als manager Omgeving bij de stad Turnhout; Wim Brosens, 51 jaar en zelfstandig ingenieur bouwkunde; Tom Brosens, 38-jaar en hoofd calculatie bij Ecohuis skeletbouw. Dat is het viertal dat de ambassadeurs (en bij uitbreiding de inwoners van Wortel) vertegenwoordigt in de Stuurgroep. Deze groep moet twee jaar lang mee vorm geven aan de aanbevelingen uit de nota ‘Wortel 2020 - 2030’ van Ar-tur.

Rome

De vier stuurgroepleden willen er het beste van maken, al beseft elk van hen dat het niet eenvoudig wordt. Om zich voor te bereiden op het eerste overleg op 29 april, kwamen zij alvast op 21 april samen om de violen te stemmen.

Het viertal beseft dat ze voor een enorme uitdaging staan, maar is realistisch genoeg om te beseffen dat men niet alles ineens kan realiseren. Rome is niet op een dag gebouwd en Wortel mag dan wel kleiner zijn, maar toch…

“Ik heb er al wakker van gelegen”, zegt een van hen. Maar tegelijk zijn ze blij met het ‘stevig’ rapport van Ar-tur en de open manier waarop het bestuur in overleg wil gaan.

Bekommernis

Alle vier kennen ze het vaak logge apparaat van de ambtenarij en vragen ze zich ook af hoe men hun opdracht kan of zal kaderen in het grotere geheel van mobiliteit, klimaat, wonen en woonuitbreiding en zoveel meer.

Een andere bekommernis is de samenwerking met andere bestaande groepen die een deelaspect van het grote geheel bekijken. Er is de dorpsraad, de mobiliteitsraad, de werkgroep die werkt rond het Slot, er zijn of waren de plannen van De Lijn met De Boomkens en noem maar op. Hopelijk werkt men niet naast elkaar en krijgt men alle neuzen in dezelfde richting. (fh)

Borduuratelier

Minderhoutdorp 66

2322 Minderhout

Tel 03 314 40 46 info@macryan.be

Al tien jaar een boeiende mix van taal en cultuur

ANDERSTALIGEN - “Zahra heeft lekker Pakistaans gekookt voor jullie. Kunnen jullie het komen halen?”

Het is Hussain aan de telefoon en hij klinkt opgewekt, maar ook wel trots. Sinds zijn jonge vrouw Zahra uit Pakistan is gearriveerd straalt hij van geluk en wil hij er alles aan doen om zijn vrienden te verwennen… Hun verhaal is maar een van de vele die we mochten leren kennen bij Praatpunt, dat al tien jaar lang het verschil probeert te maken voor anderstalige inwijkelingen in onze gemeente. Boeiend en verrijkend zonder meer.

Geluk

Wij moeten niet lang nadenken over het telefoontje van Hussain, want we kennen intussen de kookkunsten van Hussain en zijn vrouw al. Een half uurtje later staan we aan de deur, mondmasker op, maar we komen niet binnen. Liever hadden we gezellig samen aan tafel aangeschoven, maar corona beslist er nu eenmaal anders over. De geuren van de Pakistaanse kruiden vullen even later de auto en we kunnen niet snel genoeg thuis zijn.

Het doet ons onderweg even terugdenken aan de verschillende kerstavonden samen met familie en vrienden waarbij de Belgische keuken zich mengde met Pakistaanse gerechten en Malinese lekkernijen. Twee jaar geleden vierden we zo nog samen de prille Belgische nationaliteit van Hussain, tien jaar nadat hij in België was toegekomen vanuit het door Taliban geteisterde Parachinar op de grens met Afghanistan. Hij straalde bij het aansnijden van de voor de gelegenheid gemaakte taart in de Belgische kleuren, versierd met de vlagjes van België en Pakistan.

Het leek of er een pak van hem afviel. Want verdriet en eenzaamheid zijn wel zijn deel geweest sinds hij tien jaar geleden een asielaanvraag in-

diende in Brussel. Hij had er net een lange vluchtweg opzitten van het noorden van Pakistan, over Iran, Turkije, de Middellandse Zee tot in Europa. Maandenlang ging het te voet, per vrachtwagen en per bootje tot in België, een totaal onbekend land voor deze toen jonge man van 24 jaar.

Verveling

Vanuit de Dienst Vreemdelingenzaken in Brussel werd hij naar Brecht gestuurd waar het OCMW zich over hem ontfermde en als LOI (Lokaal Opvang initiatief) een woning ter beschikking stelde. Hij verbleef er met verscheidene andere asielzoekers waarvan de meesten uit Afghanistan gevlucht waren.

De onzekerheid, het gemis aan familie en thuis, het onbekende… dat knaagt

Hij ontmoette er ook Ibrahim uit Mali. En het klikte tussen beiden en samen volgden zij taallessen Nederlands en een integratiecursus, maar

Kerstmis 2019: Hussain viert samen met vrienden zijn prille Belgische nationaliteit met een taart in onze nationale driekleur.

verder was het verveling troef. Enkele uren per dag cursus en voor de rest afwachten, de tijd invullen. De onzekerheid, het gemis aan familie en een thuis, het onbekende, niet mogen werken, enz. het knaagt aan iedereen die een lange asielprocedure moet doorlopen.

Op aanraden van hun begeleider in Brecht schreven zij zich in voor Praatpunt in Hoogstraten. Al vrij snel staken zij hun hoofd binnen in de gemeenteschool in de Gravin Elisabethlaan waar het initiatief toen nog in de kinderschoenen stond. Praatpunt, ontstaan vanuit het ACW en de vzw Kreatief in Turnhout, wil anderstaligen de kans geven om het Nederlands op een ontspannen manier te oefenen. Geen lessen, geen schoolse manier, gewoon wat praten over dagdagelijkse zaken, om op die manier de taal op een levendige manier beter onder de knie krijgen.

Gewoon wat praten over dagdagelijkse zaken

De vlotte ontvangst, de gemoedelijke sfeer en een kopje koffie met een koekje deden blijkbaar wonderen. Want vanaf die eerste woensdagavond waren zij beiden voortaan elke week pre-

In mei 2014 kregen de vrijwilligers van Praatpunt de Waarderingsprijs van het ACW Hoogstraten.

sent en schoven aan bij één van de talrijke vrijwilligers. En de genegenheid was wederzijds want geleidelijk aan groeide er ook een vriendschap met verscheidene vrijwilligers en werd de avond dikwijls verder afgerond met een biertje of een ander drankje in een van de Hoogstraatse horecazaken.

Onzekerheid

Maar de onzekerheid bleef zolang de asielprocedure niet volledig afgewerkt was. Het was voor beiden bang afwachten op de beslissing van de dienst Vreemdelingenzaken. Toen voor Hussain uiteindelijk het verdict viel en zijn asielprocedure negatief werd beoordeeld, belandde hij in gevangenschap in het Centrum voor Illegalen in Merksplas. Drie maanden zou hij er verblijven alvorens hij het land zou uitgezet worden.

Maar geen enkele dag hebben mensen van Praatpunt hem aan zijn lot overgelaten en om beurten schoven verscheidene vrijwilligers van Praatpunt aan om hem een bezoek te brengen. Op de valreep draaide zijn dossier in de goede richting, kreeg hij zijn vrijheid terug, hielpen vrienden hem aan werk en kon zijn echte toekomst terug beginnen. En dat liep gesmeerd want zowel werkgever en collega’s waren erg enthousiast over de inzet en het werk van Hussain.

Twee jaar geleden was daar dan de uiteindelijke zekerheid, bekroond met de Belgische nationaliteit. Met de komst van zijn vrouw is nu een definitief punt gezet achter alle twijfels en onzekerheden en kijkt hij de toekomst zonnig tegemoet. En daarbij is hij de mensen van Praatpunt heel erg dankbaar.

Evolutie

Dit is een van de vele verhalen. Dit specifieke geval is niet eens zo uitzonderlijk als het op het eerste gezicht wel lijkt. In de 11 jaar dat Praatpunt Hoogstraten bestaat, zijn er heel wat vriendschappen ontstaan en blijkt dankbaarheid geen ijdel woord. Maar het is vooral een winwin situatie waarbij iedereen leert van de ander. Niet enkel de taal maar ook de gebruiken, de cultuur, de grappen en de tristesse. Wie wil er nu niet eens een bruiloft in Roemenië meemaken met alles er op en eraan zoals vrijwilliger Jan, of zich laten gidsen door Mexico en aanschuiven aan het touwfeest zoals Chris? Of ge-

woon hier een verjaardag meevieren met zoete Syrische gebakjes?

In de eerste jaren passeerden heel wat Afghaanse asielzoekers de revue. Geleidelijk aan evolueerde het publiek echter tot een bonte mengeling van talloze nationaliteiten. We ontmoeten er Roemeense arbeiders uit de tuinbouw en andere sectoren, vrouwen en mannen die via gezinshereniging in België terechtgekomen waren, tot Syrische en Iraanse vluchtelingen. Afrika is ook nooit ver weg met mensen van het oosten tot het westen, uit Tanzania, Somalië, Rwanda, Mali, Nigeria, Marokko, Tunesië en noem maar op.

Vrijwilligers en anderstaligen maken er samen een cultureel pallet van waarbij de Nederlandse taal de drijfveer is.
Een gezellige babbel en soms ook wel eens tijd om samen het huiswerk na te zien…
Nederlands is echt geen gemakkelijke taal

Allen zijn ze op zoek naar een goede integratie waarbij de taal de basis is. En daar mag dan ook gerust wel een woordje dialect bij, want een taal leren op de schoolbanken en in het dorp naar de winkel gaan zijn vaak twee verschillende zaken. En dit valt bij de meeste anderstaligen goed in de smaak. Zo vertelde Ibrahim ons onlangs nog:

“Ik sprak in het begin bijna geen Nederlands , maar dankzij Praatpunt heb ik heel snel mensen leren begrijpen en met hen spreken. Voor mij heeft Praatpunt heel veel betekend. Alle vrijwilligers die ons geholpen hebben waren heel vriendelijk en het was plezant om zo met iedereen te babbelen over koetjes en kalfjes. Ik wil daarom al die mensen nog eens heel hard bedanken om ons zo geholpen te hebben. Want Nederlands is echt geen gemakkelijke taal. Als ik nu in Hoogstraten zou wonen of in de buurt, dan zou ik zeker altijd nog naar Praatpunt zijn blijven komen.”

Belangrijk

Sinds heel wat jaren is ook de Roemeense Cristina Rusu een vaste deelneemster aan Praatpunt. Vorig jaar verhuisde de familie naar Turnhout, met heimwee kijkt zij terug op de gezellige

avonden die nu evenwel tijdelijk opgeschort zijn omwille van de coronamaatregelen.

“Van origine ben ik Roemeens, maar samen met mijn gezin woon ik al tien jaar in België. Mijn verhaal bij Praatpunt begint in 2015. Ik volgde toen Nederlandse avondlessen in Hoogstraten. De leerkracht vertelde ons regelmatig over een groep vrijwilligers die anderstaligen hielp om zich vloeiend in het Nederlands uit te drukken. Vol nieuwsgierigheid, besloot ik om er eens heen te gaan. Daar ontdekte ik een groep aangename mensen die altijd bereid waren om iedereen te helpen. Naast het oefenen van de Nederlandse taal, kon je er naar toe met al je moeilijkheden en onduidelijkheden over de Belgische maatschappij. Zij stonden altijd klaar om je de beste raad te geven. En zo ging ik wekelijks, het werd haast een routine.”

Compliment

“Moest ik eens een week missen, dan werd ik altijd gevraagd of alles goed met me was,” vervolgt Cristina. “Op dat moment wist ik dat ik deel uitmaakte van de Praatpunt-kring. Ik besef dat dit voor mij een zeer belangrijke stap geweest is in het leren van de Nederlandse taal. Vroeger was ik wat beschaamd om ‘gebrekkig’ Nederlands te spreken, maar Praatpunt heeft mij geleerd dat het belangrijker is om je duidelijk te maken en de boodschap over te brengen. Dit is voor iedereen van belang!

Daarnaast werden er allerlei activiteiten georganiseerd waar wij tijd samen doorbrachten en elkaar beter leerden kennen. Het maakte de groep hechter en hechter. Wij werden ook vrienden daarbuiten. Dankzij Praatpunt kan ik vandaag met trots zeggen dat ik me in elke situatie kan redden. Het Nederlands is geen hindernis meer voor mij. Ik zou het zeker en vast aanraden aan elke anderstalige die nieuw is in België!”

Taal is nu geen hindernis meer voor mij

Een mooier compliment kan Praatpunt zich waarschijnlijk niet wensen. Maar het zal wellicht nog even wachten zijn tot er weer in groep kan samen gekomen worden. Het feest van 10 jaar Praatpunt blijft dus nog even in de diepvries. Intussen zijn er mogelijkheden tot onlinegesprekken en wordt er in kleine groepjes gewandeld, steeds op woensdagavond. Wie wil aansluiten als vrijwilliger of anderstalige neemt best contact op met An Verhasselt, integratiemedewerker van de stad Hoogstraten. Dat kan op het e-mailadres, samenleving@hoogstraten.be. (jh)

Begijnhof 26, 2320 Hoogstraten - 0495 25 25 05 - redactie@demaand.be

Een nieuwe thuis voor mensen in armoede

ARMOEDEBESTRIJDING - Welzijnsschakel ’t Ver-Zet-je verliet haar lokaal in de Gelmelstraat en nam veel grotere lokalen langs de Heiligbloedlaan 242/B in gebruik. Meer dan nodig, want het aantal mensen in armoede neemt steeds toe.

Toen ’t Ver-Zet-je, nadat het jaren eerder in de luwte werkte, op 9 november 2018 een lokaal opende in de Gelmelstraat 50 was dat een enorme stap voorwaarts. Eindelijk werd ’t VerZet-je zichtbaar en kregen mensen die het financieel moeilijk hebben een deur om aan te kloppen. Letterlijk en figuurlijk.

In het gesprek met voorzitter Frederik Pollet werd toen al duidelijk dat de beschikbare ruimte niet voldoende was en men vanaf dag één op zoek ging naar grotere lokalen. Zowel de ontmoetingsruimte als de stapelplaats voor goederen was er veel te klein.

De nieuwe ‘feftig’

Wellicht had niemand op dat moment durven dromen dat men binnen de twee jaar na de opening van wat men ‘de feftig’ noemde, al over nieuwe, grotere en dus meer geschikte lokalen

zou kunnen beschikken. Het stadsbestuur stelde hun eigendom langs de Heiligbloedlaan 242/B ter beschikking. Dit lokaal heeft aan de Vrijheid een ingang naar ontmoetingsruimte ‘de nieuwe feftig’ en bovendien langs de campus Stede Akkers een meer discrete ingang van ‘de Atelier’. Dat is de plaats voor voedselbedeling en sociale verkoop van voeding en ander materialen die ’t Ver-Zet-je ter beschikking krijgt van particulieren, winkels, warenhuizen, bedrijven en andere weldoeners.

Op 24 augustus 2020 mocht schepen Faye Van Impe de lokalen overdragen. En ook al is het lokaal langs de Heilig Bloedlaan al maanden gesloten, eens de COVID-beperkingen achter de rug kan men de ontmoetingsruimte en de daarachter gelegen lokalen met zoveel meer mogelijkheden ten volle benutten.

125 gezinnen

Ondertussen ontvingen 125 gezinnen, samen goed voor zowat 300 personen, een ID-kaart van ’t Ver-Zet-je waarop hun naam en de gezinssamenstelling staat; iedere maand komen er meerdere gezinnen bij.

De selectie van de zogenaamde MIA’S (Mensen in armoede) gebeurt vanuit drie invalshoeken: een doorverwijzing door de sociale dienst of een bewijs van verhoogde tegemoetkoming door de mutualiteiten zijn er twee van. En dan is er nog een derde groep van een achttal gezinnen die door omstandigheden niet onder de eerste twee categorieën vallen. Tijdens een persoonlijk gesprek met de voorzitter wordt hun situatie zorgvuldig geëvalueerd om al dan niet mee

opgenomen te worden in het betrokken bestand.

Pampers en Co

Ondertussen is ook de werkgroep Pampers en Co sedert begin dit jaar operationeel op dezelfde locatie. Die voorziet, in samenwerking met Buurtwerk van stad Hoogstraten, maandelijks een twintigtal jonge moeders uit de doelgroep van pampers, melk en potjesvoeding aan sterk gereduceerde prijzen.

Er zijn ook andere initiatieven gegroeid, zoals ‘fifty4animals’, een distributie van dierenvoeding, maar een ‘budgetbemiddeling’ en een ‘verslavingskoepel’.

Toekomst

Wanneer kunnen er weer volop ontmoetingen zijn? Het is wachten tot 'de duiven mogen gelost worden' bij de opheffing van de COVID-maatregelen. De mensen van de doelgroep snakken naar een normale situatie waarop ze opnieuw samen een koffie kunnen drinken, kaarten en een gezellige babbel doen. Terwijl velen van hen voordien al slachtoffer waren van contactarmoede, heeft het voorbije jaar ook dit soort armoede nog meer toegeslagen.

Verder wil men de ‘Week tegen de armoede’ in oktober in overleg met de sociale dienst op een vernieuwde manier invullen. Op 22 oktober is er een optreden van Stef Bos voorzien. Men wil ook het armoede-thema op een speelse manier onder de aandacht te brengen van de leerlingen van de derde graad van de lagere school gedurende een halve dag. Meer daarover later. (fh)

De 'nieuwe feftig' in Heilig Bloedlaan242/B hoopt spoedig de deuren te heropenen.

Een bezige bij in het Stedelijk Museum

TENTOONSTELLING - Tot 20 juni loopt in het Stedelijk museum de tentoonstelling “Kunstmatig”, met grafisch werk van IKO-leerkracht Alexandra Vinck. Bloemmotieven en bijen leveren de hoofdinspiratie voor het werk.

Natuurlijk

“Kunstmatig” toont voornamelijk grafisch werk waarin bloemen en bijen de hoofdrol spelen. Door een bloementekort, pesticiden en parasieten komt de honingbij in onze gebieden nauwelijks of niet in het wild voor en is ze afhankelijk geworden van de kweek en zorg van imkers. “Kunstmatig” verwijst naar dit menselijk ingrijpen in de natuur en zo naar de spanning tussen natuurlijk en menselijk.

Beeldend interesseert Alexandra zich voor de vormen van de natuur die er op het eerste zicht organisch en willekeurig uitzien, maar waarachter geordende en zelfs geometrische structuren schuilen. De haast wiskundige

Take away voor Broederlijk delen

SOLIDARITEITSACTIE - Ondanks corona organiseerde de Pastorale eenheid Sint-Franciscus Hoogstraten-Rijkevorsel ook dit jaar een actie ten voordele van Broederlijk delen. Op zaterdag 27 maart, de eerste dag van wat velen de derde lockdown noemden, waren de ingrediënten al geleverd en kregen de organisatoren de toelating om onder zeer strikte voorwaarden 240 take away maaltijden te bereiden.

Met chefkok Richard Pellegrin achter het fornuis werden in de voormiddag 240 Boliviaanse stoofpotjes met kip bereid. In de namiddag werden ze verpakt en op zondag konden de sympathisanten de maaltijden op drie verschillende plaatsen ophalen. In Rijkevorsel werden er 70 besteld, 66 inwoners van Meerle en MeerselDreef konden terecht bij de paters, bestellingen uit de andere deeldorpen lagen klaar in zaal Pax. (fh)

correcte wijze waarop bijvoorbeeld de honingraat door de bij opgebouwd is, geeft paradoxaal genoeg de indruk onnatuurlijk en kunstmatig te zijn.

Ook is Alexandra verwonderd door kleur in de natuur. Kleur kan vanuit wetenschappelijk, visueel en gevoelsmatig standpunt benaderd worden. Het is de rijkdom van deze verscheidenheid en tegelijkertijd complexiteit, die de gekleurde draad doorheen haar werk vormt. Het verhaal van zonlicht, bloemen en bijen vertelt ze met verf en inkt.

Bezige bij

De nu 31-jarige Alexandra Vinck woont in Zoersel, geeft les aan kinderen (van 6 tot 12 jaar) en jongeren (van 12 tot 18 jaar) in de het IKO atelier in Meer. Naast les geven heeft ze in IKO ook een beleidsondersteunende functie. Daarin zet ze zich vooral in voor projecten waarbij IKO samenwerkt met de verschillende Hoogstraatse scholen.

Alexandra studeerde schilderkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, grafiekkunst in het deeltijds kunstonderwijs en grafische vormgeving in het avondonderwijs. In haar ‘Atelier Alexandra Vinck’ wordt duidelijk waar ze artistiek mee bezig is: van het maken van vrij werk zoals schilderijen, houtsneden en zeefdrukken, opdrachtwerk zoals digitaal drukwerk tot het geven van workshops. Maar naast dat alles is Alexandra ook zelf imker, in meer dan een opzicht dus een bezige bij.

Praktisch: “Kunstmatig”, werk van Alexandra Vinck tot 20 juni 2021 in het Stedelijk museum, geopend van woensdag tot en met zondag van 14 tot 17 uur en na afspraak 03 340 19 80. (fh)

Richard Pellegrin, ook dit jaar chefkok van dienst.

Nederlandse en Vlaamse poëzie op de grens

Dichters in de Kolonie

LITERATUUR - Hoe stel je een nieuwe dichtbundel voor terwijl de coronapandemie de wereld in haar greep houdt? Met een Zoom- of Teams-presentatie, denken de meesten mensen. Nee. Dichteres Jo Govaerts en haar Nederlandse collega Tjitske Jansen denken er anders over, en ze stellen hun nieuwe bundels op 15 mei voor tijdens een wandeling… in Wortel-Kolonie. En ze brengen hun collega’s Maud Vanhauwaert en Liesbeth Aerts mee - meteen een line-up waar de meeste poëziefestivals slechts van kunnen dromen. Een zestigtal mensen kan erbij zijn. Je zou voor minder lyrisch worden.

“Er zijn weinig zekerheden in de wereld, en zeker in de literatuur, maar dat Jo Govaerts op dit moment de beste dichteres van haar generatie is, is zo’n zekerheid”, schreef niemand minder dan Herman de Coninck een kwarteeuw geleden over haar. Als compliment kan dat tellen. Eind jaren tachtig en begin jaren negentig gold ze dan ook als een van de belangrijkste nederlandstalige dichters, en ze was een vaste waarde op de grote poëziefestivals. In 1987 was ze op 15jarige leeftijd gedebuteerd met de bundel Hanne Ton, waarmee ze meteen genomineerd werd voor de Cees Buddingh’-prijs. Met de opvolgers De twijfelaar (1989), Waar je naar zit te kijken (1994) en Apenjaren (1998) bevestigde ze al het moois dat er over haar debuut werd gezegd en geschreven.

Daarnaast publiceerde ze reisreportages en maakte ze ook naam als vertaalster uit het Pools en het Litouws, onder meer met poëzie van de latere Nobelprijswinnares Wisława Szymborska, met wie ze ook correspondeerde. In 2016 publiceerde ze een geprezen biografie van de Amerikaans-Belgische kunstenaar Jan Yoors. Maar

Hoeveel vrouwen realiseren zich vlak na het bevallen dat hun kind snel groter zal groeien? Het hoofd steeds verder weg van de voeten? En alsof dit nog niet erg genoeg is dat het op een dag een boekhouding zal moeten bijhouden.

Hoeveel mannen staan met hun pasgeborene in de armen en vragen zich af gaat dit kind later genoeg tijd hebben voor alles? Voor werk, huishouden, vrienden, familie eventuele hobby’s op vakantie gaan het verzorgen van het lichaam het onder controle houden van lichaamsbeharing het zoeken naar sleutels het zoeken naar pasjes het aanvragen van nieuwe pasjes het verzorgen van de ziel. Heeft mijn moeder toen ze mij kreeg erbij stil gestaan dat ik net als zijzelf voortdurend bezig zou zijn met het verdelen van mijn tijd?

Tsjitske Jansen

Apenjaren bleef al die tijd haar laatste bundel met eigen gedichten. Alsof ze na tien jaar in de spotlights genoeg had van het literaire leven en alle gedoe er omheen, en liever vertaalde.

Grote poort

Half mei maakte ze haar terugkeer door de grote poort. In Ik dans mij weer bijeen Verzamelde gedichten worden de vier al verschenen bundels van Jo Govaerts voor het eerst gebundeld. Bovendien worden ze aangevuld met een heel nieuwe bundel, haar eerste in meer dan twintig jaar: Morgen ga ik met je trouwen. Daarmee kan

een heel nieuwe generatie lezers haar werk ontdekken, en bevestigt ze tegelijkertijd opnieuw een van de belangrijkste poëtische én meest toegankelijke stemmen van de Lage Landen te zijn.

Om een en ander te vieren wilde Jo Govaerts een boekvoorstelling. Een echte, niks virtueels. Ze had het er over met Tjitske Jansen, een bevriende Nederlandse dichteres die bij uitgeverij Querido net haar derde bundel Iedereen moet ergens zijn publiceerde. Konden ze samen niks organiseren? Er is immers een grote verwantschap tussen hun werk. Wat ze gemeenschappelijk hebben is “simpelheid, even ogenschijnlijk als

DEZE MAAND

wij. hier. nu. Ja en ach, misschien zullen er ooit bergen rijzen valleien splijten tussen ons in, zullen wij met rookpluimen moeten seinen: weet je nog daar. toen. wij. toch maar zolang we niet vergeten dat er een moment was in ons leven waarop we dachten dit en voor eeuwig, dit heden is een eden vinden wij ons wel weer in elkaar en zal ik denken aan wat je ooit onbewaakt tegen mij zei, je had het in oude psalmen gelezen aan u gebonden ben ik vrij

geraffineerd”, zoals critica Marja Pruis het ooit omschreef. Ze schrijven allebei heldere, toegankelijke maar bijzonder intelligente poëzie.

Puik plan

Een wandeling, zou dat niks kunnen zijn, waarbij zij dan elk op een bepaald punt onderweg uit hun bundels konden voorlezen? De mensen zouden dan in kleine groepjes bij hen kunnen langskomen. Een puik plan, maar er was nog één probleem: wat als de grenzen half mei nog dicht zouden zijn? Dan kon Tjitske Jansen helemaal niet naar België komen, en ook Jo Govaerts mocht misschien Nederland niet in.

En toen kwam Wortel-Kolonie in beeld. Want daar kan je een wandeling organiseren waarbij je de grens niet over moet. De Nederlandse dichteres blijft in Nederland, de Belgische in België. Niemand moet de grens over, en dus ook niet in quarantaine - ongeacht hoe de regeling daaromtrent er tegen die tijd uit zou zien... En zo geschiedde. Als vertrekpunt werd De Klapekster gekozen, en ook bij Natuurpunt Markvallei werd meteen enthousiast gereageerd. In groepjes van tien personen zouden mensen bij de dichteressen langswandelen.

Vrijheid

Voor iemand met een grote vrijheidsliefde als Tjitske Jansen moet het erg fijn zijn om toch een boekvoorstelling te kunnen doen, ook al zitten

de omstandigheden om dat te kunnen doen al een hele tijd tegen. “Mijn vader heeft me het schrijverschap hartgrondig afgeraden. Het bestaan als schrijver, zei hij, zou verre van eenvoudig zijn. Ik ben hem dankbaar voor de waarschuwing, omdat hij me heeft gedwongen mijn keuze goed te onderzoeken. Het was wat ik echt wilde.”

“Toen mijn eerste bundel werd gepubliceerd,” zo vervolgt ze, “barstte mijn vader haast uiteen van trots. Hij volgde alles op de voet en kocht een grote voorraad bundels om aan mensen te geven. Ik ben zo blij dat hij het nog heeft meegemaakt. Mijn vader had zelf ooit een schrijfwedstrijd gewonnen en was in wezen een schrijver. Soms kan de droom van een ouder het kind in de weg staan, omdat het de droom van de ouder moet vervullen. In ons geval vielen de dromen samen. Ik voel dat ik het ook voor hem heb gedaan. Wat niet wegneemt dat het schrijven voor alles een middel is om te vinden wat ik zoek: helemaal vrij zijn. Dat is mijn eerste liefde”, vertelde Tjitske Jansen begin april in een uitgebreid interview met de boekenbijlage van de Standaard

Kwartet

Toen het concept van de boekvoorstelling eenmaal op de rails stond, werd ook Maud Vanhauwaert uitgenodigd, de voormalige Antwerpse stadsdichter en kersvers winnares van de Jan

Maud Vanhauwaert
Jo Govaerts
Maud Vanhauwaert
Liesbeth Aerts

Tsjitske Jansen

Campertprijs, die het voorwoord schreef bij het boek van Jo Govaerts. Ook zij komt op 15 mei voorlezen uit eigen werk in de Kolonie. Ergens langs het wandeltraject.

En er is nog meer. De nieuwe Turnhoutse stadsdichteres Liesbeth Aerts, geboren en getogen in Hoogstraten, maakt het kwartet compleet. Haar nieuwe bundel verschijnt pas begin 2022, maar ze leest in première al een paar gedichten voor. Een ideale en misschien wel unieke gelegenheid om deze vier dichteressen met eigen gedichten aan het werk te horen.

Al neemt u, bij slecht weer, best een paraplu mee, want alles gebeurt in open lucht.

Misschien zal ik nog eens zeggen dat ik van je hou met een bloemetje bijvoorbeeld of als een hondje dat rond je benen danst of misschien zoals ik ben ja nee nee ja

Jo Govaerts

Praktisch:

Dichters in de Kolonie, zaterdag 15 mei vanaf 14.30 uur (tijdslot te reserveren), met Liesbetg Aerts, Jo Govaerts, Tsjitske Jansen en Maud Vanhauwaert. Een organisatie van Standaard Uitgeverij, Davidsfonds en Natuurpunt Markvallei.

Reserveren kan via de activiteitenpagina op www.natuurpuntmarkvallei.be. (th)

Steltloper

Tijdens de voorstelling stoot zich zonlicht als een balk door het raam, voel je

hoe warmte samenstroomt op je wang, brandpunt dat zij met een vinger week zou wrijven.

- Staat op de speelplaats, groot met lang haar dat naar appelshampoo ruikt en iedereen vindt haar mooi en wil haar wel, volgen grote lange dagen waarop zij met je speelt tot gevoelens tevoorschijn komen in je broek -

Achter de fietsenstalling maakt ze het weer gedaan. Op het podium een danser in de zon, zo

trekt ze jou naar zich toe, sluit zich in je armen als een kleine lamme vogel, roept verdenking op maar vooral vertedering die wiegt.

Met het applaus iets weggeklapt, die versie van jezelf op hoge poten.

Liesbeth Aerts

Poëziewie?

Liesbeth Aerts (Hoogstraten, 1970) won in 2017 een wedstrijd voor het mooiste nieuwsgedicht bij Radio 1, en debuteerde twee jaar later met Woonoperaties bij Uitgeverij P. Begin 2022 verschijnt bij dezelfde uitgever een tweede bundel, Gletsjertongen. Ze groeide op in de Hoogstraatse Gelmelstraat, maar woont ondertussen al 25 jaar in Turnhout, waar ze recent verkozen werd tot nieuwe stadsdichter.

Jo Govaerts (Leuven, 1972) is schrijfster en vertaalster. In mei verschijnt Ik dans me weer bijeen. Verzamelde gedichten, dat haar eerste nieuwe bundel in meer dan twintig jaar bevat, naast een bundeling van haar vier reeds verschenen titels. Ze werkte mee aan het legendarische Radio 1-programma Het einde van de wereld, en publiceerde onder meer in Nieuw Wereldtijdschrift, DWB en Het liegend konijn. Sinds 2019 is ze poëzieredacteur van het tijdschrift Oikos.

Tjitske Jansen (Barneveld, 1971) studeerde af aan ArtEZ, de academie voor Theater in Arnhem. Ze publiceerde vier bundels waarin ze poëzie, proza en theater combineert. Al vanaf haar vroegste bundels, Het moest maar eens gaan sneeuwen (2003) en Koerikoeloem (2007) treedt ze veel en vaak op. Daarnaast geeft ze met grote inzet les over schrijven, poëzie en performance aan middelbare scholieren. Voor haar tweede bundel kreeg ze de Anna Bijns Prijs; Voor altijd voor het laatst (2015) werd genomineerd voor De Bronzen Uil. Haar vierde bundel, Iedereen moet ergens zijn, verscheen dit jaar op 9 maart.

Maud Vanhauwaert (Veurne, 1984) eindigde in 2012 als finalist tijdens het Wereldkampioenschap Poetry slam en haalde twee jaar later de finale van het Leids Cabaret Festival. Met haar tweede bundel Ik ben evenwijdig won ze in 2015 zowel de publieksprijs bij de Herman de Coninckprijs als de Hugues C. Pernathprijs. Het stad in mij, dat de gedichten bundelt die ze maakte als Antwerps stadsdichter, werd zopas bekroond met de Jan Campertprijs voor de beste Nederlandstalige poëziebundel van het voorbije jaar.

Plezant zwerfvuillied maakt komaf met een ergerlijk probleem

“Ik kan dat niet verstaan, al dat afval langs de baan…”

ZWERFVUIL - Iedereen stoort er zich aan. Niet iedereen doet er effectief iets aan. En niemand wil toegeven er zelf mee de oorzaak van te zijn. Zwerfvuil, daar hebben we het over. Creatieve geesten doen alvast met een kakelvers zwerfvuillied een ludieke oproep om er eindelijk komaf mee te maken…

Onderzoek toont aan dat 3 op 4 Vlamingen zich ergert aan zwerfvuil, dat ruim de helft van de Vlamingen zich wil inzetten voor acties die hen na aan het hart liggen en dat 70% van de Vlamingen zich zorgen maakt over het leefmilieu en de vervuiling. Toch gooit een omvangrijk aantal Vlamingen nonchalant en zonder er zelfs maar bij stil te staan klein afval op straat.

Dat moet anders, toch? Met een kleine inspanning van ons allemaal zijn we binnenkort voorgoed verlost van rondslingerende peuken, klokhuizen, papiertjes, kauwgom, blikjes, mosselschelpen,…. Dit zwerfvuillied kan velen hopelijk warm maken om het afval op te ruimen.

Handen uit de mouwen

Hoogstraten voert al jaren een strijd tegen zwerfvuil. Verenigingen, scholen en individuele inwoners werken al jaren mee aan een opruimactie in het voorjaar. Ook bedrijven doen mee. OVAM en Mooimakers ondersteunen lokale besturen daarbij. VVV Hoogstraten startte enkele jaren geleden bij de opening van het toeristisch seizoen met de campagne Proper Hoogstraten.

Door corona kwamen deze initiatieven onder druk te staan. Toch gingen vrijwilligers van Natuurpunt in bubbels in januari vier weekends na elkaar in natuurgebieden zwerfvuil inzamelen. Ook de Klimtoren in Meerle en KWB Minderhout hebben net een actie achter de rug. De gemeenteschool Hoogstraten, VTI Spijker en KLJ Hoogstraten namen deel aan Operatie Proper.

De stad ging begin 2019 een samenwerking met de vzw Natuurwerk aan die een viertal mensen tewerkstelt via sociale tewerkstelling. Met dit project was het vooral de bedoeling om de woonwijken aan te pakken, maar ook sites als Den Dijk, het Rozenkranspark, de zwembadsite of de Transportzone Meer. De gemeenteraad heeft begin 2020 het licht op groen gezet om deze activiteiten nog zeker tot 2025 verder te zetten.

Meezinger

En toch volstaat dit niet. Het zwerfvuil is niet afgenomen sinds corona. Zelf ben ik ook een “Mooimaker” en af en toe neemt de frustratie het over van de wil om het zwerfvuil in te zamelen. Toen ik twee dagen na een opruimactie naar Hoogstraten fietste, stelde ik onthutst vast dat er op die korte tijd alweer veel zwerfvuil in de gracht en de berm lag.

Stampend op mijn pedalen groeide de idee om een oproep te doen aan de

Hoogstratenaren om alles op te ruimen. De idee voor een lied was geboren. Tekstschrijver, muzikant, tekenaar, zangers, monteur, … werden als snel gevonden. Ook de Maand, VVV Hoogstraten en de stad waren bereid te ondersteunen.

Alle betrokkenen hopen dat dit zwerfvuillied een meezinger wordt en dat verenigingen, scholen en bedrijven ermee aan de slag gaan. Tekst, tekeningen en ritmesectie mogen door iedereen vrij worden gebruikt op voorwaarde dat ze hun afval mee naar huis nemen. Succes ermee en maak komaf met zwerfvuil! Iedereen kan zich bij de gemeente opgeven als vrijwilliger. Dan ontvang je een volledige uitrusting - handschoenen, grijper, hesje, zwerfvuilzakken,... Doen. En ondertussen meezingen!

En waar…

…je dit lied te horen krijgt? Het is de bedoeling om het zwerfvuillied in stappen te lanceren via de facebook-kanalen van betrokkenen, de stad en uiteraard ook de Hoogstraatse Maand. De gemeente plaatst de verschillende versies op het you-tubekanlaal van de stad.

De “small-versie” met strofe 1 en 2 werd gelanceerd op vrijdag 16 april. De “mediumversie” met strofe 1, 2, 3 en 4 zou op woensdag 21 april ten gehore worden gebracht. En de “largeversie” met de vijf strofes was voorzien voor vrijdag 23 april.

Daarnaast is er ook een karaokeversie (backingtrack of ritmesectie) voor scholen, verenigingen en bedrijven die een eigen versie van het zwerfvuillied willen maken. (hr)

Tekst: Flor Verschueren

Backing-Track : Florejan Verschueren

Geluid: IDmix - Jan Kris Vinken

Beeld en foto’s: Victor Verschueren en Ingrid Brosens

Montage: Victor Verschueren

Tekeningen: Charel Huet

Zang: Ruud Oomen, Castor, Lorelei, Sibella

Refrein:

Ik kan dat niet verstaan, al dat afval langs de baan

Blijven we dit doen of zien we lieveR groen

Ik kan dat niet verstaan, al dat afval langs de baan

Dikke dakke do, dikke dikke do, dikke dop

We ruimen alles op!

En is dat hier geen cola blik

Ja dat is een cola blik

En heeft die koe niet heel veel schrik

Ja die koe heeft heel veel schrik

En heel veel schrik

Voor een cola blik

NEE NEE

(Refrein)

En is dat hier geen plastiek zak

Ja dat is een plastiek zak

En zit die niet vol hondenkak

Ja die zit vol hondenkak

En hondenkak

In een plastiek zak

Heel veel schrik

Voor een cola blik

NEE NEE

(Refrein)

En is dat hier geen mombakkes

Ja dat is een mombakkes

En is dat hier geen lege fles

Ja dat is een lege fles

En een lege fles

En een mombakkes

NEE NEE

(Refrein)

En is dat hier geen sigaret

Ja dat is een sigaret

En is dat hier geen opklapbed

Ja dat is een opklapbed

En een opklapbed

En een sigaret

NEE NEE

(Refrein)

En is dat hier geen fleske bier

Ja dat is een fleske bier

En is dat hier geen ballonneke plezier

Ja dat is een ballonneke plezier

Een ballonneke plezier

En een fleske bier

NEE NEE

(Refrein)

Boek van Toon Horsten vertaald

LITERATUUR - In 2018 verscheen “De pater en de filosoof” van onze medewerker Toon Horsten. Ondertussen is dit erg knap geschreven en ronduit spannende verhaal over pater Van Breda die de manuscripten van de filosoof Husserl uit Duitsland weet te smokkelen, toe aan zijn vierde editie. Bovendien is het vertaald in het Duits en het Spaans, en zopas werden ook de Japanse vertaalrechten gekocht.

Dit voorjaar verschijnen zowel de Duitse als Spaanse vertalingen. In Duitsland werd het bijzonder lovend ontvangen, zo verscheen er onder meer een uitgebreide recensie in de Frankfurter Allgemeine Zeitung, wat de belangstelling van andere media nog aanzwengelde. Het is bovendien erg uitzonderlijk dat er ook een Japanse vertaling komt. Deze is voorzien voor 2022. Het is de prestigieuze uitgeverij Sayusha uit Tokyo die de vertaalrechten kocht.

Ontvangst

In eigen land kreeg “De pater en de filosoof” een erg goede ontvangst in de pers en bij het publiek. Zozeer dat uitgeverij Vrijdag een nieuwe editie op de markt brengt. Onverwacht toch voor een boek waarin een pater en een filosoof zo’n belangrijke rol spelen. Maar beslist niet onverdiend, want het verhaal blijkt spannend als een detectiveroman, terwijl het zich afspeelt tegen de dreigende achtergrond van jodenvervolging en de tweede wereldoorlog.

Merkwaardig ook dat een verhaal over het kruim van de twintigste eeuwse filosofie en wetenschap voor de schrijver zijn oorsprong vond in een op een familiefeest in Wortel gemaakte foto… Ook voor “Landlopers”, eerder boek van zijn hand, vond hij de inspiratie dicht bij huis.

De vierde, uitgebreide editie van De pater en de filosoof is verkrijgbaar bij uitgeverij Vrijdag. (mdl)

Digitaal startschot voor een nieuw veilingseizoen

TUINBOUW - Door de gekende coronabeperkingen nodigde Coöperatie Hoogstraten haar 223 telers uit om deel te nemen aan een digitale seizoenstart op woensdag 31 maart. Vooraf ontving elk van hen een verrassingsdoos ter inspiratie aan huis of op kantoor.

Nieuw zijn de kartonnen aardbeibakjes met een QR code die de consument kan scannen op de smartphone om zo via de website van de Coöperatie rechtstreeks in contact te komen met de teler van de gekochte aardbeien. In 2020 hebben ongeveer 40.000 consumenten in diverse landen deze code gescand.

Giels Bos

De verkoop van de eerste kist Hoogstraten aardbeien ten voordele van een goed doel ging naar de firma Délidis, groothandel in verse groenten,

fruit en vlees, aan de prijs van 500 euro per 500 gram. Coöperatie Hoogstraten verdubbelde de opbrengst, zodat afgevaardigden van Het Giels Bos een cheque van 8.000 euro in ontvangst konden nemen.

Met 600 personeelsleden draagt Het GielsBos zorg voor 450 mensen met een verstandelijke beperking en hun familie via woongelegenheid, daginvulling en mobiele begeleiding aan huis.

Ook Roger van Damme, sterrenchef van het restaurant Het Gebaar en ambassadeur van de Hoogstraatse aardbei was digitaal van de partij met een heerlijk recept voor een botercake met aardbeien en slagroom.

Danone

Verder werd de samenwerking met Danone aangekondigd. Door de samenwerking is de fruit-

yoghurt met Belgische melk en Hoogstraatse aardbeien voortaan terug te vinden in het winkelrek.

Coöperatie Hoogstraten maakt zich op voor de rest van de seizoen. Zo is er het jaarrond geteelde en ruime assortiment tomaten, vanaf maart waren er al paprika’s en komkommers. In de zomermaanden volgen nog o.m. blauwe bessen, frambozen, braambessen, kiwibessen en kersen. (fh)

REDACTIE

Frans Horsten

Begijnhof 26, 2320 Hoogstraten tel. 0495 25 25 05 redactie@demaand.be

DORPSNIEU WS

w Hoo gstraten :

Frans Horsten

tel. 0495 25 25 05 hoogstraten@demaand.be

w Meer :

Marcel Adriaensen

tel. 03 315 90 40 meer@demaand.be

w Meerle :

Jan Fret

tel. 03 315 88 54 meerle@demaand.be

w Meersel-Dreef :

Jef Jacobs

tel. 03 315 73 64 meersel-dreef@demaand.be

w Minderhout : tel.0495 25 25 05 minderhout@demaand.be

w Wortel:

Frans Horsten tel. 0495 25 25 05 wortel@demaand.be

SPORTNIEUWS

Rob Brosens tel. 03 314 43 39 sport@demaand.be

Vijf

van de 365 dagen geopend

HOOGSTRATEN - Een jaar geleden huurde de 54-jarige Danny Verbruggen de voormalige pastorij van het begijnhof om er een koffie- en wijnbar in onder te brengen. In ‘Ladorée’ kan je iets drinken, er zijn ook stijlvolle meubelen, antiek en kunst te koop. Maar van de 365 dagen kon de zaak welgeteld vijf dagen open zijn.

Toen Danny het huurde, moest het gebouw nog als horecazaak ingericht worden. De kerkraad had hiervoor bij de restauratie een bedrag voorzien, maar wachtte terecht tot uitvoering van de werken tot het type zaak gekend was. Er was dus nog werk aan de figuurlijke winkel. Op woensdag 14 oktober was het eindelijk zo ver. De zaak

opende eindelijk de deuren, maar was na vijf dagen omwille van corona verplicht om ze alweer te sluiten.

Omdat er antiek verkocht wordt, mocht de zaak volgens de letter van de wet nadien op afspraak geopend worden. “Maar,” zegt Danny, “het had geen zin om ons als winkel te profileren om nadien opnieuw voor de volle 100% de kaart van de horeca te trekken, want dat zijn we uiteindelijk.”

Vooralsnog zou de horeca onder voorwaarden vanaf 8 mei de terrassen opnieuw mogen openen. En die heeft ‘Ladorée’ gelukkig. (fh)

Niet alle beeldmateriaal wordt ons met auteursgegevens overgemaakt. Neem contact op met de redactie voor eventuele rechten.

ADVERTENTIES

Jan Croes

tel. 0477 66 11 60 advertenties@demaand.be

SECRETARIAAT/DRUKWERKEN

Emilia Horsten

Begijnhof 27

2320 Hoogstraten tel. 03 314 51 03 abonnementen@demaand.be administratie@demaand.be

Verantwoordelijke uitgever: F. Brosens, Begijnhof 27 2320 Hoogstraten www.demaand.be

50 jaar Oxfam met (h)eerlijk kopje koffie

JUBILEUM - Ook al bestaat Wereldwinkel Hoogstraten ‘nog maar’ 44 jaar, als klant of passant kan je meegenieten van het feit dat de koepel van Oxfam Wereldwinkels dit jaar zijn 50-jarig bestaan viert. Van 5 tot 15 mei krijgen de klanten en de voorbijgangers van de winkel in de Vrijheid 100 een (h)eerlijk kopje koffie met een chocoladelekkernij erbij.

Bij goed weer kan het buiten, als het iets minder is, mag het binnen. Het wordt een opendeurdagmoment met (coronaproof) proevertjes. Uiteraard is dit maar mogelijk tijdens de openingsuren van de Wereldwinkel van woensdag tot en met zaterdag vanaf 10 uur. In oktober

en wanneer het feestjaar in december afgesloten wordt, zijn er overigens nog feestmomenten, maar daar verneem je later meer over.

Buurtbewoners en actiegroep in verzet tegen de plannen voor het cultuurhuis

Verdwijnt het Rozenkranspark helemaal?

CULTUURHUIS - Amper tien dagen hadden de buurtbewoners van de huidige Pax nodig om 560 handtekeningen te verzamelen in hun actie om het Rozenkranspark te redden. Door de plannen van de stad om op de locatie van de Hoogstraatse parochiezaal een gloednieuw cultuurhuis te bouwen zou dit achterliggend parkje moeten verdwijnen. Dit kan niet, vinden de actievoerders. Het Rozenkranspark is een historisch monument en de enige groene long in het centrum van de stad.

Hoogstraten droomt al lang van een cultureel centrum of een huis voor cultuur. Na een lange studie viel uiteindelijk op 27 januari 2020 de beslissing om op de gronden van de parochie in het centrum van de stad een cultuurhuis te bouwen. Er werd een erfpachtovereenkomst opgemaakt met de eigenaar (Dekenale Werken) en men zou op zoek gaan naar een private partner. Deze zou zowel voor het ontwerp, de bouw, de financiering, de uitbating en onderhoud moeten instaan. Aanvankelijk werd er ook gedacht aan een ondergrondse parking, maar deze piste werd intussen verlaten.

Het project zou plaats moeten bieden aan een gemeenschapscentrum, maar ook de bibliotheek, de Academie voor Woord en Muziek en de Toeristische Dienst van de stad zouden er volgens het stadsbestuur een plaats moeten vinden. Het geheel omvat naast een podiumzaal en polyvalente ruimte, ook klaslokalen, vergaderlokalen, bergruimte, horeca, terras, enz. In totaal zou dit project een oppervlakte innemen van 4300 m² en heel de projectzone zou ongeveer 1,6 hectare groot zijn. Over deze plannen berichtten we uitvoerig in ons maartnummer 2020 (archief www.demaand.be).

Bezwaren

Voor de buurtbewoners neemt dit project evenwel ‘megalomane proporties’ aan en wordt het Rozenkranspark hiervoor opgeofferd. De bebouwde oppervlakte zou immers drie maal zo groot worden als de huidige parochiezaal. Hoe valt dit te rijmen met de betonstop? Waarom moet hier de bibliotheek in ondergebracht worden? Waarom moet de Academie voor Woord en Muziek hier een onderkomen vinden? En de Toeristische Dienst? Laat die op de plaats waar ze nu zijn en bouw een kleiner cultuurhuis op maat, vinden de actievoerders.

Drie maal zo groot als de huidige parochiezaal

Voor alle duidelijkheid, niemand van de initiatiefnemers is tegen een cultuurhuis. Maar de opoffering van een mooi groen parkje en de vrees voor toenemend verkeer en gebrek aan parking doen vrezen voor de leefbaarheid van de wijk. Het is nu zelfs al een hele drukte in de wijk tij-

dens de schooluren van de ‘Tekenschool’, zonder nog te spreken van activiteiten in de Pax. Als ook de kinderen van de ‘Muziekschool’ (AVWM) er op dezelfde uren nog eens bijkomen wordt het wel erg druk. Een mogelijk éénrichtingsverkeer in de Buizelstraat, zoals het bestuur overweegt, zou de bereikbaarheid van de achterliggende wijken kunnen bemoeilijken en het verkeer nog zwaarder belasten.

Rozenkranspark

Het Rozenkranspark of Heilig Bloedpark is een begrip in Hoogstraten. Het werd einde jaren ’50 aangelegd achter de Sint Katharinakerk waarmee het verbonden is met het Rozenkranspad. Dit kerkhofpad bevat diverse staties van de kruisweg. De staties starten aan de kerk en lopen via het pad door tot in het park. Bij de realisatie ervan werd steenpuin van de tijdens WO II gedynamiteerde Sint-Katharinakerk en toren gebruikt. Verschillende staties bevatten aan de zijkanten ook de namen van Hoogstraatse oorlogsslachtoffers.

Parochiezaal Pax werd in 1975 vooraan in het Rozenkranspark gebouwd. In 2006 werd het park heringericht om er meer speelruimte te creëren voor de drie jeugdverenigingen die er

hun lokalen hadden. Hierbij verhuisde een gedenkplaat aan dr. Versmissen naar de gelijknamige straat vlak achter de kerk. Ook al is het oorspronkelijk park met de jaren heel wat ingekort, en zijn er ooit al wel eens problemen geweest met overlast, het blijft voor vele Hoogstratenaren een plek om de drukte van het centrum te ontvluchten en tot rust te komen. De buren noemen het niet voor niets de laatste groene long in het centrum van Hoogstraten.

De laatste groene long in het centrum

Petitie

In de voorstudie voor het cultuurhuis geeft het stadsbestuur duidelijk te kennen dat bij een herlokalisatie of een aanpassing van het rozenkranspad rekening dient gehouden te worden met deze gevoelswaarde. Maar hier wringt nu juist het schoentje. Volgens de buurtbewoners wordt er immers geen rekening gehouden met deze gevoelswaarde en nog minder met de vooropgestelde inspraakmogelijkheden.

Ze voelen zich gesterkt door de honderden leden die zich op vrij korte tijd inschreven op de face-

Leden van de actiegroep uitten hun bezorgdheid over het verdwijnen van het parkje met historische waarde, dat ook de laatste groene long in het centrum van Hoogstraten is.

book pagina en de 560 ondertekenaars van de petitie om gehoord te worden op de gemeenteraad. Want net zoals Natuurpunt in 2016 en de bewoners uit de omgeving van de H.Bloedstraat in 2017 hen hebben voorgedaan dwongen zij door een minimum van 300 handtekeningen af dat zij gehoord zouden worden op de gemeenteraadszitting van einde april.

Gesterkt door de honderden leden en ondertekenaars

Mobiliteit

Maar niet alleen het verdwijnen van het Rozenkranspark beroert de buurtbewoners en de actiegroep. Ook de vrees voor een toenemende verkeersoverlast in de omliggende straten steekt de kop op. De oorspronkelijke plannen om een ondergrondse parking te maken onder het nieuwe cultuurhuis zijn dan al wel afgevoerd, maar de onzekerheid blijft.

Eerst een mobiliteitsplan voor Hoogstraten

Het stadsbestuur focust zich volop op de aanleg van één grote ondergrondse parking onder de Gravin Elisabethlaan. Volgens schepen Roger Van Aperen in de gemeenteraad van maart 2021 zal deze parking er sowieso komen vóór het einde van deze legislatuur. Dit doet bij heel wat mensen de wenkbrauwen fronsen, vermits er nog steeds geen mobiliteitsplan voor Hoogstraten bestaat. Spant men hiermee niet het paard achter de kar, vragen velen zich af.

Ook de mogelijke afschaffing van de Van Cuyckparking om plaats te maken voor een nieuwe verkaveling doet de gemoederen oplopen. En dit terwijl Hoogstraten nu al de kwalijke reputatie van ‘betonhoofdstad van Vlaanderen’ met zich meedraagt.

Inspraak

Tijdens ons gesprek met de actiegroep Red het Rozenkranspark viel op hoe ontgoocheld de initiatiefnemers zijn over de manier waarop het huidige bestuur tot dan toe met de inspraak omgegaan is. Het project zal uitgevoerd worden zoals het werd voorgesteld, werd er vanuit de stad gecommuniceerd.

Alle hoop is nu gevestigd op nog twee overleg-

momenten met het stadsbestuur, alvorens de gemeenteraadszitting van 26 april er aan komt. Alle bewaren en bedenkingen van de buurtbewoners werden gebundeld en aan het stadsbestuur overhandigd. Deze gemeenteraadszitting, die bij het lezen van dit artikel al gepasseerd zal zijn, moet noodgedwongen online gebeuren. Dat zal mogelijk niet eenzelfde effect hebben als de twee bewuste gemeenteraadszittingen uit 2016 en 2017. Toen zat de raadszaal vol ter ondersteuning van de vertegenwoordigers van de actiegroepen. Het is afwachten of de voorafgaande overlegmomenten de twee partijen dichter bij elkaar zullen gebracht hebben.

Duidelijke taal

De actiegroep is heel duidelijk in hun eisen naar het stadsbestuur. Het Rozenkranspark moet blijven bestaan en liefst van al zou deze groene long in het centrum van de stad nog verder uitgebreid moeten worden. Het is immers het enige park in Hoogstraten die naam waardig. Het cultuurhuis is welkom en noodzakelijk, maar het moet kleiner worden dan in de voorliggende plannen. De grootte van de huidige parochiezaal lijkt een maximum.

De bibliotheek, de Toeristische Dienst, de Academie voor Woord en Muziek dienen hier niet in ondergebracht te worden en blijven best waar ze nu gehuisvest zijn. Dit kan alleen maar positief zijn om bij te dragen aan de betonstop in Hoogstraten. En het zal op die manier ook financieel beter haalbaar zijn.

Tot slot staan de buurtbewoners er op dat er eerst een mobiliteitsplan voor Hoogstraten moet opgemaakt zijn voor men verdere stappen zet om dit project in een concrete vorm te gieten en men de gunningsleidraad verstuurt voor de aanbesteding. Het cultuurhuis kan of mag niet van start gaan vooraleer er voldoende parkeergelegenheid gecreëerd is voor ongeveer 300 auto’s. Wordt zeker vervolgd. (jh)

De site van de Pax waar het cultuurhuis gepland is met rechtsboven het Rozenkranspark.
Het Heilig Bloedpark-Rozenkranspark grenst aan de huidige parochiezaal en haar jeugdlokalen.

LEZERS SCHRIJVEN (1)

Rozenkranspark

Geachte Heer Burgemeester en Schepenen, Heel tevreden vernamen we het nieuws dat Hoogstraten eindelijk ook een echt cultuurhuis zou krijgen! We waren dan ook erg benieuwd naar de plannen, want onze stad heeft wat in te halen! Voor het ogenblik zijn deze nog niet definitief -gelukkig maar!- en hopen we dat de “stem van het volk” toch nog kan gehoord worden.

We laten graag het woord aan deskundigen terzake wat het bouwen zelf van dit project betreft, maar onze bezorgdheid gaat eigenlijk nu uit naar het behoud van het Heilig Bloed-Rozenkranspark. Daarom willen we hier de waarde van het park voor de Hoogstratenaren en zeker voor onze familie toch even in de verf zetten.

Het park is ingericht op een moment dat onze inwoners het nog niet te breed hadden - net na WO II - en is met giften en de inspanningen van de hele gemeenschap kunnen ingericht worden. Het betekende ook echt iets voor hen. Het moest zoveel mogelijk ook aansluiten bij de kruisweg die was opgetrokken in de nog bruikbare witte steen van onze vernielde kerktoren. Het opblazen van deze toren door de Duitsers had immers diepe wonden geslagen bij de Hoogstratenaren.

Elke statie van de kruisweg werd een herdenkingszuil voor een slachtoffer van de razzia’s van de Duitsers. Zo kreeg ook onze grootvader, Marcel Rosiers, zijn herinneringsplaatje op de zuil tegenover de ingang van het park. Hij stierf in Sarau bij Lübeck, na een dodenmars vanuit het concentratiekamp van Blankenburg en Buchenwald, en is daar- naamloos- begraven. Zoals zovele andere Hoogstratenaren. In het park werden dan aansluitend 15 kapelletjes opgetrokken in dezelfde steen, om het leed dat Hoogstraten en inzonderheid de getroffen families was aangedaan, nooit te vergeten. Zo werd het park voor ons en voor al die gezinnen die een dierbare - vader, zoon, broer,..- verloren hadden een herdenkingsplek met een grote emotionele waarde, want een graf is er niet…

Natuurlijk is het inderdaad dringend nodig dat dit groene hoekje wordt opgefrist, maar het zou niet mogen verdwijnen. Het centrum van Hoogstraten heeft al heel weinig groen en we zouden ook graag de titel van “betonhoofdstad” kwijtspelen. Dit park is er reeds, laten we dit zo goed mogelijk beschermen. In deze coronatijden heeft het zijn belang eens te meer bewezen, want het werd het voorbije jaar erg druk bezocht!

Een dorp, een stad is meer dan de optelsom van zijn gebouwen. De ziel ervan is terug te vinden in zijn verleden, in de emotionele waarde van bijzondere plekjes, in de geschiedenis die er aan vasthangt. Wij hopen dat met de bouw van dit mooi project andere waarden niet overboord worden gegooid…

Familie Van Delm-Rosiers

LEZERS SCHRIJVEN (2)

Verontruste Hoogstratenaar

Op ons redactieadres komen regelmatig anonieme, niet ondertekende lezersbrieven aan. Deze maand mochten we een brief ontvangen van een ‘Verontruste Hoogstratenaar’. Best lezenswaardig, maar we plaatsen deze niet omdat we de auteur van de brief niet kennen. Anonieme brieven publiceren we principieel nooit.

Indien een briefschrijver daar een goede reden voor heeft, kan zij of hij wel vragen dat diens naam niet vermeld wordt bij de publicatie. De redactie maakt in dat geval de overweging of we daar op in kunnen gaan. Maar hoe dan ook dient naam (en adres) door de redactie gekend te zijn. (mdl/fh)

TERL IJKE VRIJ HEID gisteren zag ik een vogel in volle vlucht even aarzelen zich bedenken om dan resoluut terug te zwenken marleen

Stilleven met afval

Sluikstort? In tegenstelling tot elders sorteert men in de stad blijkbaar zeer nauwkeurig... (ep)

DICH

Nattebottentocht door de boerennatuur

WANDELTOCHT - “Boeren en tuinders van Hoogstraten” organiseerden een nattebottentocht door de prachtige boerennatuur van Maxburg. De organisatoren beklemtonen zo dat iedereen in onze streek wel ergens een link heeft met de land- en tuinbouw. Ook tijdens een pandemie zorgt de land -en tuinbouw voor genoeg eten voor iedereen. Maar deze moeilijke tijden maken dat er steeds minder boeren starten.

De wandeling liep tijdens de paasvakantie door velden en wegen in de omgeving van Maxburg. Tijdens de wandeling ging het langs verschillende land -en tuinbouwbedrijven. Op de zeven stopplaatsen konden de deelnemers een QRcode scannen, dan kregen de deelnemers een filmpje te zien met informatie over verschillende bedrijven in Hoogstraten. Een mooie manier om het platteland en de innovatieve landen tuinbouwsector te ontdekken.

Wandelen is trouwens heel erg in. Zo kon de tocht in de buurt van Kettingdreef, Maxburg, Sluiskensweg en Blauwputten op heel wat stappers rekenen. (fh/ma)

Bingowandelen met Chiro Meer

WANDELING - Wie wilde er zich nu niet een dagje amuseren met zijn eigen familiebubbel, of kleine vriendenbubbel? Chiro Meer zag er wel brood in en organiseerde twee bingowandelingen. Een korter traject van ongeveer 5 km met start in het Looi, een langere versie van 8km die begon aan de Chirolokalen.

De deelnemers konden aan de verschillende posten bingokaarten invullen met op het einde een kans op een prijs. Onderweg hielden de wandelaars zich netjes aan de Coronavoorschriften. Op de foto zien we de wandelaars ter hoogte van de Venneweg. (ma)

Opnieuw toeren langs Meerse kapelletjes

FIETSTOCHT - Vorig jaar was de kapellekestocht in het kader van open monumentendag in Meer een groot succes. Ook dit jaar dicteert corona nog steeds ons doen en laten. Fietsen kan prima in kleine groep, veel andere activiteiten zijn niet haalbaar. Daarom stelt de dorpsraad de kapellekestocht van vorig jaar opnieuw ter beschikking.

Wie Meer van zijn mooiste kant wil zien, krijgt hiermee tijdens de Meimaand een uitgelezen mogelijkheid. De dorpsraad roept op om bij de kapelletjes een selfie te nemen en deze op de FB pagina van Dorpsraad Meer te posten. Het mooiste kiekje kan dan in de volgende Maand verschijnen. (ma)

De kaart van de fietstocht. Te vinden op de facebook pagina van Dorpsraad Meer.

Een brug houdt de botten van de wandelaars toch droog…

Wordt wegversmalling definitief?

VERKEERSVEILIGHEID - Om het gevaarlijke kruispunt TerbeeksestraatGestelsestraat veiliger te maken wil het schepencollege de voorlopig aangebrachte versmalling definitief maken. Zij doet daarbij een oproep om tot 30 april eventuele bezwaren tegen deze plannen kenbaar te maken. Daarna zal een definitief besluit genomen worden over de weginrichting. Geen reactie wordt daarbij gezien als instemming met deze plannen.

Het was duidelijk dat de aangebrachte snelheidsbeperking van 50 km niet voldoende was om het kruispunt minder gevaarlijk te maken. Komende vanuit de Gestelsestraat heeft men immers zeer slecht zicht op het aankomende verkeer. Een lage snelheid is dan ook cruciaal voor de veiligheid hier. De aangebrachte versmalling zal daarbij zeker helpen. Allicht een hele opluchting voor wie dit kruispunt vaak gebruikt. Wordt vervolgd. (ma)

Bloemetje voor Samana leden

ZIEKENZORG - Samana is de leden ook met Pasen zeker niet vergeten. Ze bezorgden hen coronaproef een bloemetje en een mooi kaartje gemaakt door Rita, Jos en Trees, samen met een folder van de pastorale eenheid SintFranciscus.

Zoals iedereen hopen de bestuursleden van Samana dat deze moeilijke tijd snel voorbij gaat, zodat men de leden terug een bezoekje kan brengen voor een leuke babbel en men hen weer een leuke namiddag kan aanbieden. (fh)

Paastoneel in klasbubbel

ONDERWIJS - Vorig jaar strooide Corona roet in het eten met de lockdown, dit jaar speelden de kinderen van het eerste leerjaar in de Klimtoren toch weer een paastoneel.

Ze waren nog maar net begonnen met oefenen van het toneel toen ze te horen kregen dat de paasvakantie vervroegd zou worden. Desondanks kon op de vrijdag voor het vervroegde verlof het paastoneel toch nog plaats vinden.

Integratie

Door de verstrengde coronamaatregelen mochten de maxi's (oudste kleuters) helaas niet komen kijken. De opvoering van het paastoneel is normaal gezien één van de integratiemomenten die de overgang van de kleuterschool naar de lagere school minder groot maken. De maxi's kijken dan naar het toneel en nadien zitten ze dan met zijn allen samen voor het “laatste avondmaal”. Ze eten brood en drinken samen (kinder)wijn.

Dit jaar moesten de leerlingen van het 1e leerjaar het dus doen met hun klasbubbel. Toch werd het een fijne opvoering van het Passieverhaal. Bedankt juf Yitse, juf Eline en juf Sofie om het verhaal te vertellen, te filmen en te fotograferen. Het laat iedereen toe om er ook van te genieten en terug te blikken op een mooi paastoneel.

En zeker niet onbelangrijk: de kinderen verdienen allemaal een dikke duim voor hun knappe prestatie! (SvdO/jaf)

Het eerste blad

je denkt!

KLJ Meerle doet mee aan de KLJ-feestdagen

JUBILEUM - KLJ nationaal organiseerde op 11 april de KLJ-feestdag. Op die dag wordt KLJ in de bloemetjes gezet als de beste jeugdvereniging van België (al zullen er allicht nog jeugdverenigingen die mening toegedaan zijn, zeker?). In ieder geval moeten er dat weekend vijf opdrachten tot een goed einde gebracht worden. Als dat lukt, kunnen zij een DJ op kamp winnen. KLJ Meerle nam enthousiast deel.

De vijf opdrachten waren creatief en uitdagend. Versier je dorp en/of lokaal en maak KLJ zichtbaar voor alle inwoners, zo luidde de eerste. Verder werd verwacht dat de afdeling in de media zou komen om te vertellen over de KLJ-feestdag. In de derde plaats moesten alle KLJ’ers samen (coronaproof) aftellen naar het gezamenlijke feestmoment. Wat niet mocht ontbreken, is de opdracht om de feestelijkste outfit aan te trekken voor een verkleedpartijtje. En ten slotte moest een liedje uit de KLJ-feestdag-playlist van een dansje voorzien worden.

Weekend

KLJ Meerle organiseerde daarvoor een weekend. De leden waren op zaterdag 10 april en op zondag 11 april welkom van 9u tot 17u om leuke spelletjes te spelen en de opdrachten te volbrengen. Dat gebeurde met veel plezier. Ze lieten zich niet doen door het slechte weer en maakten

Samen ballonnen blazen om het dorp te versieren.

er een fantastisch weekend van. Het bestuur herinnert er aan dat eventuele nieuwe leden altijd welkom zijn op een van de

activiteiten. Het volstaat om een seintje te geven via klj-meerle@hotmail.com. (jaf)

Jubileumversie van zoektocht van KWB Wielertoeristen

JUBILEUM - Zoals je eerder al in dit blad kon lezen, bestonden de KWB wielertoeristen van Meerle vorig jaar 40 jaar. In de eerste jaren van hun bestaan hielden ze een fietszoektocht om wat geld in kas te krijgen. In hun jubileumjaar hadden ze dat opnieuw gepland. Corona stak toen stokken in de wielen, maar met zicht op versoepelingen van de lockdown-maatregelen laat de KWB de tocht nu wel plaatsvinden. Het wordt een fijne fiets-foto-zoektocht die de deelnemers de mooie omgeving van Meerle en omstreken laat herontdekken.

Elke zondag en op feestdagen doen de wielertoeristen hun ritjes in verschillende tempo-groepen. Maar zoals met zowat alle evenementen kon de geplande jubileumtocht vorig jaar door de coronacrisis niet doorgaan. De tocht leidde immers ook langs Nederlandse wegen en plots ging de grens een hele tijd dicht. Het voorziene traject liep ook over de grens en dat kon dus tijdelijk niet.

Praktisch

Maar uitstel blijkt geen afstel. Tijdens de nieuwe tocht zijn er foto’s te herkennen waarbij er prijsjes voorzien zijn voor de deelnemers die alles juist beantwoord hebben. Er hoort ook een schiftingsvraag bij, voor de deelnemers die alles juist hebben.

De tocht is ongeveer 31 km lang en is te rijden vanaf 16 mei tot 20 september. De tocht passeert langs verschillende horeca mogelijkheden, die hopelijk in de loop van deze periode terug open zijn en waar je dan kan afstappen voor een lekker drankje en/of hapje.

De zoektocht is vanaf 15 mei te koop voor 5 euro. Je vindt die bij de Dienst voor Toerisme van Hoogstraten, en in Meerle bij ’t Winkeltje, Meerledorp 2, bij Harry Verheyen, Heimeulenstraat 59 of bij Jos Van Bavel, Heimeulenstraat 41. Meer info: tel. 0496.44.39.41 of via mail verheyen-van.opdorp@telenet.be.

Wij wensen de KWB wielertoeristen graag vele deelnemers toe, en aan alle deelnemers uiteraard een fijne en plezierige fietstocht! (jaf)

jaar
KWB Wieler toeristen Meerle

Christ Sterkens (1934 - 2021)

Christ Sterkens werd op 9 januari 1934 geboren op de Hoge Rooy als oudste zoon van Bert Sterkens en Joke Geenen. Hij was een van de beste leerlingen op de lagere school. Zijn vader werkte als tuin-en huisman bij Madame Voortman, zij moedigde zijn ouders aan om hem te laten voortstuderen. Zo trok Christ naar de normaalschool in Mechelen en behaalde er na 5 jaren zijn diploma. Aanvankelijk vond hij geen werk als leraar, zodat hij 7 jaren op het ministerie van financiën werkte. In 1960 kwam er evenwel een klas bij in de jongensschool van Meerle. Christ kon beginnen in het eerste leerjaar en werd er vastbenoemd.

Zoals toen voor een onderwijzer paste, werd hij ingeschakeld in de culturele verenigingen. Zo kwam hij bij de fanfare, het Davidsfonds en bij de toneelbond. Christ offerde zijn vrije tijd volledig op aan de verenigingen.

Hij was de beste souffleur bij de toneelbond De Lustige Merels, hij was op elke repetitie en moest grondig voorzeggen bij sommige spelers, die weliswaar echt toneel konden spelen maar minder tekstvast waren. Bij de fanfare speelde hij eerst bariton en later tuba bas. Steeds trouw op post bij de repetities en uitstappen. Hij speelde meer dan 40 jaren mee, tot zijn “embouchure “op was.

Als lector in de kerk sprak hij met een klare, duidelijke stem, zodat ieder woord tot zijn recht kwam.

Een kaartje voor Jeanne!

KAARTJESACTIE - Jeanne Govers, die nu samen met haar man Jan van de Wiel in Nederland woont, wordt op 29 mei 75 jaar. Haar man wil haar verassen met veel kaartjes en vraagt aan iedereen uit Meerle en omgeving haar een kaartje te sturen om dit heuglijke feit een extra feestelijk tintje te geven.

Haar adres: Jeanne Govers, Reli 56 - 5061 XZ, Oisterwijk - Nederland. Doen! (jaf)

Hij was de voortrekker van het Davidsfonds in Meerle en werd secretaris van de boekenclub. Voor de boekenkeuze trok hij jaarlijks per fiets naar al zijn klanten. Nadien bracht hij de boeken aan huis. Toen de afdeling Meerle verhuisde naar Hoogstraten bleef hij die taak vervullen en werd ook daar bestuurslid. Hij zorgde o.m. voor het onthaal bij het inrichten van al de cursussen.

Christ was ook een verwoed wandelaar. Zo richtte hij jaarlijks ommegangen in met de wandelclub Maerckland, waar soms meer dan 100 leden mee opstapten.

Bij de volksspelen met de kermis was hij steevast secretaris. Hij zocht sponsors om voldoende geld te krijgen en berekende de geldsommen voor elke ploeg. Elke euro werd nauwkeurig berekend.

Tenslotte was hij vele jaren voorzitter van de dorpsraad. Hij riep de verenigingen op voor de bijeenkomsten die hij met vaste hand leidde. Zo kwamen de voorstellen steeds bij het stadsbestuur terecht. Meerle was de best georganiseerde dorpsraad van de fusie.

Zijn laatste levensjaren bracht Christ in het WZC Den Brem door, waar hij op 3 april 2021 overleed.

Christ heeft zich honderd procent in dienst gesteld van de Meerlese gemeenschap, waarvoor we hem zeer dankbaar zijn. (kp/jaf)

Julia zorgt opnieuw voor een viergeslacht

VIERGESLACHT - Na de geboorte van Marilyn Knevels in juli 2016 zorgde de geboorte van haar zusje Julia opnieuw voor een viergeslacht in de familie. Julia is op 9 september 2020 geboren als tweede dochter van Sharon Brosens, de middelste van drie kinderen van Margot Jansen (dochter van Jeanne van Ginneken) en Gust Brosens uit Meerle.

Op de foto (vlnr): Margot Jansen, Marilyn Knevels, Jeanne Van Ginneken met op de schoot de kleine Julia Knevels en rechts de mama Sharon Brosens. (jaf)

Kapelletjestocht met Halte Merlet

FIETS- EN WANDELTOCHT - Wandelen of fietsen is wat in deze tijden voor de mens overblijft om zijn vrije tijd buiten door te brengen. Gelukkig zijn wij hier in ons dorp gezegend met mooie bossen en natuur op loopafstand en kunnen we mooie fietstoeren doen langs bossen, velden en weiden. Voorwaar, er zijn mensen die er slechter aan toe zijn. Halte Merlet maakt er alvast gebruik van om een Kapelletjestocht in te richten.

Zulke buitenactiviteit is momenteel ook zowat het enige dat de verenigingen nog kunnen organiseren. Halte Merlet staat doorgaans synoniem voor mooie culturele initiatieven, nu staan ze borg voor een fraaie wandel- en fietstocht in een landelijke omgeving langs de mooie kapelletjes

in Meerle. Voor het samenstellen van deze tocht werden ze bijgestaan door Erfgoed Noorderkempen.

Praktisch

Er is langs de Meerlese kapelletjes een route uitgedokterd die je wandelend of fietsend kan doen. Het parcours is daarvoor verdeeld in 3 lussen. Lus 1 is 6.8 km; lus 2 is 7.7 km; lus 3 is 14.8 km. Voor elke wandelaar wat wils dus. Het totaal is 29.3 km en derhalve uitstekend gepast voor een fijne fietstour.

Deze tocht(en) kan je doen vanaf 1 mei tot 31 december. De boekjes met de plannetjes van de 3 lussen zijn te verkrijgen aan 1 euro bij Bart en Vera van 't Winkeltje en bij Liliane en Johan van Spar Express in Meerle. Het is ook verkrijgbaar bij de Toeristische dienst in Hoogstraten.

Een welgekomen initiatief van Halte Merlet dat we alle succes toewensen! (lva/jaf)

Joost Verheijen met eigen kledingmerk Ricky

MODE - Het woord Corona betekent voor veel mensen kippenvel en zelfs de vrees voor een uitzichtloze depressie. Maar dat is niet bij iedereen het geval. Voor sommigen is het een periode die zelfs onvermoede kansen biedt. Dan heb je wel een bewonderenswaardige portie ondernemerschap nodig, iets waar Joost Verheijen uit Meersel-Dreef niet om verlegen zit. Samen met vriend en collega Wouter van Dun, maakte hij van de voorbije maanden gebruik om hun eigen kledingmerk Ricky’s het levenslicht te doen zien. En dat blijkt meteen goed aan te slaan.

Cool konijn

Het aanbod vind je o.m. online op www.rickysclothing.com. Ricky belichaamt het merk. Het konijn is cool, eigenwijs en zelfzeker, maar bezit ook een schattige aaibaarheidsfactor. Stuk voor stuk eigenschappen die erg belangrijk zijn voor Joost en Wouter. Je zou de twee oprichters overigens zelfs met exact dezelfde adjectieven kunnen omschrijven.

Met een doelpubliek van jongvolwassenen met een deugnietenkarakter is het niet verwonderlijk dat Ricky’s Clothing kiest voor een “chille” merkpersoonlijkheid. Zulke goed doordachte marketingtechniek is belangrijk om je te onderscheiden in een zo goed als verzadigde markt.

Skaterslook

Er is meer waarmee Ricky’s zich onderscheidt. De kleding biedt een losse (baggy) skaterslook, die toch nog erg stijl-

vol oogt. Bovendien is er een eigentijdse focus op duurzaamheid. De truien zijn gemaakt van eerlijk katoen en gerecycled polyester. Alles wordt ook verscheept in biologisch afbreekbare zakken.

De zaken slaan aan en dat bewijzen ook de cijfers. De Instagram-pagina van Ricky’s heeft ondertussen al bijna 600 volgers. Op de eerste dag dat het mogelijk was om pre-orders te registreren, haalden ze prompt al meer dan 100 verkochte artikelen. Een maand verder is er al een eerste skatewinkel in Antwerpen die het merk aanbiedt tussen haar producten.

Een prima start, niet verwonderlijk dus dat Joost en Wouter niet bepaald met een hoop spijt terug kijken op de lockdowns die we achter de rug hebben. Integendeel. (cl)

Het ondernemersduo achter Ricky’s Clothing: Wouter links, Joost rechts.

Jos en Riet vieren diamanten bruiloft

JUBILEUM - Jos Schrickx (1932) en Riet Maas (1936) vieren dit jaar hun diamanten bruiloft. Het koppel trouwde in Meerle op 3 mei 1961, het bruiloftsfeest werd indertijd gehouden in de gekende feestzaal “Stad Lourdes”.

Jos is afkomstig van de gekende Dreefse brouwersfamilie Schrickx. Riet komt uit Effen (NL), later woonde ze in café ’t Hoekske te Meersel-

De huwelijksfoto van het diamanten echtpaar.

Dreef.

Eerst hebben ze bij de brouwerij gewoond. Na een paar jaar bouwden ze ernaast een woning waar zij zovele jaren later nog altijd in goede gezondheid wonen, op de plek die hen dierbaar is. Zij mochten vier kinderen verwelkomen: dochter Diana (°1962) en zonen Wies (°1963), Daniël (°1965) en Eddy (°1968). Samen zorgden die ondertussen voor 10 kleinkinderen: Sanna,

Gitte, Mats, Samantha, Jill, Hanne, Nele, Wout, Steffi en Kevin. En dat is nog niet alles, want vooralsnog hebben de kleinkinderen ook al voor 6 achterkleinkinderen gezorgd: Emma en Sten, Femm, Babs en Pepp, en Lenn, en er is er ook nog ééntje onderweg.

Wij wensen hen nog vele voorspoedige jaren op de Dreef, temidden van familie en vrienden. (JJ)

Parkeren aan de Elsakker

NATUURGEBIED - Vele mensen hebben door de omstandigheden de natuur beter leren kennen en trekken er dus op uit om eventjes de vier muren van thuis achter te laten. Al jaren brengt het parkeren op Strijbeek bij ingang West van domein De Elsakker een onveilige verkeerssituatie voor passerende auto’s en fietsers. Er wordt geparkeerd voor de bareel en deels op het fietspad. De dorpsraad van Meersel-Dreef had dit al eerder aangekaart en gevraagd om een parkeerplaats te voorzien langsheen de ingang van het bos, maar hier werd nog niet op ingegaan.

Verbodsborden

Plots staan er nu langsheen Strijbeek, vanaf kruispunt Klein Eyssel/Strijbeekseweg tot aan de Nederlandse grens, verbodsborden voor parkeren en stilstaan. De onveilige situatie is hiermee natuurlijk wel opgelost. Wandelaars van het domein dienen hun personenauto vanaf nu te parkeren aan ingang Noord bij de ingang van de Polderdreef op Strijbeek (schuin tegenover de Markweg), daar was en is nog altijd veel parkeergelegenheid. Een andere mogelijkheid is parkeren langs de toegangsweg bij de Chaamseweg.

De ingang van het infobord bij ingang Noord vermeldt overigens al jaren een extra bordje dat honden aan de lijn gehouden moeten worden. Ondertussen heeft iemand er met een viltstift

“150 euro” boete overheen geschreven. De boodschap is alleszins duidelijk, hopelijk geeft u er ook gevolg aan. (JJ)

Parkeren bij ingang Noord.

Jos en Riet met al hun kleinkinderen.

Op stap voor ‘t Dreefke

WANDELTOCHT - Vanaf 3 april tot en met 24 mei (Pinksterweekend) organiseert basisschool ’t Dreefke een gevarieerde wandelzoektocht voor jong en oud, die voor iedereen toegankelijk is. Voor maar vijf euro per deelnameformulier wil je dat toch niet missen, wel?

De tocht laat je 5 km lang genieten van de natuur en ons prachtige dorp Meersel-Dreef op een door u zelf gekozen tijdstip, met vragen, foto’s, zoekvragen en spelletjes. Graag fluo-hesjes en gsm/fototoestel meebrengen.

Deelnameformulieren zijn vanaf 2 april te koop bij Koffiehuis MartensDreef 65, Speeltuin De Zevenster - Dreef 42, en Toerisme HoogstratenVrijheid 149. De opbrengst van de wandelzoektocht gaat naar de leerlingen van basisschool ‘t Dreefke. (JJ)

Kasteel Dupret verkocht

KASTEEL - Het is zover, het kasteel van Dupret op Strijbeek is verkocht. Volgens postkaarten wordt het ook wel eens “Villa Saint-Georges” of “Sint-Jorisburg” genoemd. De makelaar zal met veel genoegen de sticker “verkocht” diagonaal over het aankondigingsbord hebben gekleefd.

Voorlopig weten wij overigens niet wie de koper is of wat de verdere plannen zijn. Hopelijk behoudt het kasteel in ieder geval zijn grandeur. (JJ)

Ook Ferm gaat online

VERENIGINGSLEVEN - Zoals bij heel veel verenigingen staat de werking van Ferm Minderhout noodgedwongen op een laag pitje. Het bestuur komt wel samen, met enkele leden en ver uit elkaar in de tuin, of op digitale manier. Er werd ook online les gegeven met nuttige tips en trics hoe een goede organisatie het verschil kan maken bij het koken gedurende de week. Het traditionele Paasfeest werd vervangen door een persoonlijk aan huis gebracht “gelukje”. Het gaat om klavertjes 4 die het hopelijk overal goed zullen doen en hun naam als gelukssymbool alle eer aandoen. Het voorziene ontbijt in april, gekoppeld aan een rondleiding in de appelboomgaard Stoffels, kon niet doorgaan, maar staat volgend jaar terug op het programma. Als alternatief prijst Ferm de bloesemwandeling die Toerisme Hoogstraten organiseert.

In memoriam

Gust Snoeijs (1928 - 2021)

Op donderdag 1 april overleed Gust Snoeijs. Van 1963 tot 1992 stond hij achter de toog van café In Holland. Zijn grootvader Jaak Snoeijs en zijn vrouw Dina Van Der Steen lieten in 1896 de boerderij met café bouwen, ook al waren er in Castelré toen al 15 andere cafés.

Na Jaak nam zijn zoon Clement en zijn vrouw Lucia Mertens in 1926 het café over en in 1963 was het de beurt aan Gust, die getrouwd was met Maria Anthonissen uit Loenhout. Zij zouden de zaak nog uitbouwen, letterlijk en figuurlijk.

In die dagen was het verkopen van smokkelwaar een bezigheid waar iedere inwoner van Castelré zich mee bezig hield, het bleef lang niet beperkt tot de drie winkeltjes die er toen waren. Het café leek soms op een echt warenhuis. In alle hoeken en kanten, tot in het bed toe, waren allerlei producten zoals boter, jenever, schoenen, suiker, brood of sacharine verstopt. Allemaal producten waarvoor de Belgen maar al te graag naar ‘Castel’ trokken.

En dan was er nog de Sint-Jorisgilde en biljartclub ‘trek en fets’, waarvan Gust jarenlang actief lid was.

Café In Holland werd een begrip in de streek, een café waar iedereen welkom was. Zeker nadat Gust en Marie ‘spek met eieren’ klaar maakten voor de jagers en dat zowat het handelsmerk van het café werd. Van heinde en verre schoven klanten er de benen onder tafel en rukten Gust en Marie met panladingen vol eieren aan.

“Als de kippen ooit een prijs toekennen, is er zeker een trofee voor café In Holland”, schreven we naar aanleiding van het honderdjarig bestaan in 1996.

Negenentwintig jaar lang combineerde Gust het werk op het veld met het schenken van borrels, het tappen van pinten en het bakken van spek en eieren. In 1992, vier jaar nadat Marie gestorven was, liet Gust het café over aan Jos en zijn vrouw Carine Pemen. Gust bleef bij hen onder hetzelfde dak wonen. Aanvankelijk bleef hij actief op het veld en in de gilde, maar de laatste jaren zag je hem steeds minder, tot hij op 1 april op 96-jarige leeftijd overleed. (fh)

Leden

Leden leverden enkele ideeën, waarmee het bestuur uiteraard aan de slag zal gaan. Zo wil men bijvoorbeeld nog een les rond droogbloemen op het programma zetten. Tijdens een les bakken, terwijl men online contact heeft met elkaar maken, maakt men samen iets lekkers klaar, elk in de eigen keuken. Ook een les rond intolerantie voor bepaalde voedingsstoffen zit mogelijk in de pijplijn.

Ferm Minderhout doet wat mogelijk is in deze vreemde tijden. “Hou jullie gezond, zorg goed voor jezelf en de mensen rondom je”, klinkt het gemeende advies. (fh)

Jan en Louisa: “Gelukkig hebben we elkaar nog”

JUBILEUM - Op 7 april waren Jan Stoffelen en Louisa Van den Bogerd 65 jaar getrouwd. Maar van een feest voor hun briljanten bruiloft kon geen sprake zijn. De dag na ons gesprek krijgen ze hun tweede spuitje. “Hopelijk is alles dan vlug terug normaal, want we hebben veel moeten missen”, zeggen ze. “Maar gelukkig hebben we elkaar nog en hopelijk kunnen we hier nog lang samen blijven wonen.”

Af Meer

Jan en Louisa wonen nu al 18 jaar in een seniorenwoning in de Pastoor Van Dijckstraat in Minderhout, maar zijn alle twee afkomstig van Meer.

Louisa werd er op 25 oktober 1936 geboren als dochter van Gust Van den Bogerd en Paulien Van Bergen, in een gezin met nog twee broers. Na de lagere school ging ze een paar jaar naar de huishoudschool in Meer en volgde ze snit- en naad bij Vanhaute in Wortel.

Jan is twee jaar ouder. Hij werd op 12 december 1934 geboren als een van de zeven kinderen van Stan Stoffelen en Maria Martens. Hij ging in Meer naar de lagere school, maar op zijn 13de was het wel geweest en ging hij werken bij zijn ongehuwde nonkel

Het koppel leerde mekaar kennen op de kermis in Meersel-Dreef. Louisa was 13 en Jan 15 jaar. Vijf jaar lang hadden ze verkering. Op 7 april 1956 trouwden ze en kregen samen drie kinderen: Paula, Staf en Anja. Die zorgden voor vier kleinkinderen, vier achterkleinkinderen en een vijfde op komst.

Van alle markten thuis

Begonnen in de tuinbouw bij zijn nonkel, vond Jan een job naar zijn zin bij Brouwerij Sterkens. Twaalf jaar lang bracht hij bij zoveel mogelijk klanten drank aan huis. Daarna ging hij vier jaar

Nu met een officiële erkenning

VERENIGINGSLEVEN - In ons decembernummer 2020 brachten we u het verhaal van PLUSwater, een desinfecterende vloeistof. Het product PLUSwater ANK-Neutral Anolyte is nu ook erkend door FOD Volksgezondheid. Door de productregistratie kan men de samenstelling en functionaliteit opzoeken, wat voor preventieof veiligheidsadviseurs of voor de brandweer zeer belangrijk is. (fh)

werken bij Friswit en vervolgens acht jaar in dancing “De Zweep” in Oud-Turnhout.

Na acht jaar ruilden Jan en Louisa de Turnhoutse horeca voor het lokaal van de duivenmaatschappij, op de hoek van Vrijheid en de Tinnenpotstraat. In die dagen ging Jan eerst terug werken bij Friswit daarna een tijdje bij Van Wellen om zijn loopbaan te eindigen als arbeider bij de stad.

Droeve dagen

Jan en Louisa staan positief in het leven, maar bleven niet van onheil gespaard. Hun dochter Paula werd het slachtoffer van een ongeval met een blijvende invaliditeit en verblijft nu gedurende de week in het Zwart Goor.

En in 2002 kregen ze de droeve tijding dat hun 42-jarige zoon Staf, vader van twee kinderen, bij een werkongeval overleden was. Hij werkte bij Spranco en maakte een val van een vier meter

hoge stelling. “Het verdriet van het verlies van een kind, blijft je altijd bij”, zegt Louisa.

Naar Minderhout

Van de Tinnenpotstraat in Hoogstraten verhuisden ze 18 jaar geleden naar een seniorenflat in de Pater Van Dijckstraat in Minderhout. Ze wonen er heel graag, maar kijken nu echt uit naar het einde van die coronacrisis. De klein- en achterkleinkinderen komen eens langs aan de deur, maar daar blijft het bij. Gelukkig zien ze hun dochter Anja veel.

“Maar”, zegt Louisa, “We missen onze wekelijkse uitstap naar Meersel-Dreef met de schoonouders van ons Anja, de tas koffie of een ijsje op een terras en, zoals vroeger, de voetbal in Minderhout” zegt Louisa, “Oud worden is niets”, besluit ze, “maar oud zijn is iets anders. Maar we klagen niet… we hebben elkaar nog.” (fh)

UIT DE OUDE DOOS

God gaf aan mij de legkaart van mijn leven

Als stukjes speelgoed in een kinderhand.

De doos met het voorbeeld heeft hij niet gegeven.

Ik vind niet meer dan de hoekjes en de rand

Daar binnen in zie ik alleen maar kleuren

WORTEL - Het bestuur van VNA Wortel in 1980, met bovenaan v.l.n.r.: René Wouters, Herman Vanhaute, Miel Sommen, Jan Voet en Marcel Sterkens. Zittend v.l.n.r.: Karel van Calster, Leo Vanhaute, Jef Goetschalckx en Frans Brosens. (foto © Fotogroep Het Slot)

Een zoektocht in de archieven van de kolonies (2)

Het verhaal van 55.000 landlopers staat online

KOLONIE - In ons vorige nummer stelden we het project voor waarbij met de hulp van vrijwilligers de archieven van de kolonies digitaal ontsloten worden. De kans is groot dat je op de site www.kolonie57.be onder de noemer ‘Zoek je voorouders’ een landloper als naamgenoot, als familielid of als één van je voorouders vindt.

Op die website staat informatie over 55.178 landlopers die verbleven in het Bedelaarsgesticht der Beide Nethen’ in het kasteel van Hoogstraten of die tussen 1870 en 1920 een thuis vonden in Wortel- of Merksplas-kolonie. Zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan werd je vanaf 1810 opgesloten in het door Napoleon opgerichte ‘Bedelaarsgesticht der Beide Nethen’ in Hoogstraten. In de periode van de Verenigde Nederlanden, tussen 1815 en 1830, gebeurde dat in de ‘vrije kolonie‘ van Wortel (1822) of de ‘onvrije’ kolonie te Merksplas (1823)

Privacy

Beide kolonies naar Nederlands model waren geen groot succes, zeker niet na de Belgische onafhankelijkheid, en gingen in 1842 dan ook failliet. De domeinen bleven privé eigendom van

De proef op de som

Vrouwen en kinderen

de koning van Nederland tot de Belgische staat ze in 1870 aankocht en de koloniën het uitzicht kregen zoals we het nu kennen.

Duizenden Belgen stammen af van mensen die, dikwijls omwille van armoede, in Hoogstraten, Wortel- of Merksplas-Kolonie verbleven. De informatie over het doen en laten van deze landlopers uit de vroegere periodes staat vanaf eind april online. Wellicht worden de gegevens later aangevuld, omdat archiefmateriaal omwille van privacy 100 jaar oud moet zijn vooraleer het toegankelijk wordt.

Fiches

Het verblijf van elke landloper werd zorgvuldig geregistreerd in een fiche. Hierop staat de voornaamste informatie die zo een interessante bron is voor wie op zoek gaat naar sporen van familie

Vanaf 1810 tot aan de wet van 27 november 1891 worden in het Bedelaarsgesticht te Hoogstraten niet enkel mannen maar ook vrouwen en kinderen opgenomen. Via de module ‘Zoek je voorouders’ kan je ook informatie over hen terug vinden. Er werden kinderen opgenomen die niet ouder waren dan 13 of 14 jaar. Maar evengoed verbleven er vrouwen met hun jonge kinderen en werden er baby’s geboren in het gesticht.

Wanneer de moeder bij een volgende opname vergezeld was van de baby of het kind, werd dit ingeschreven in het gesticht ‘onder dezelfde voorwaarden als de moeder’.

Dorpen

Bedelaars en landlopers waren er vooral in de steden. Toch blijkt dat ook de plattelandsomgeving er niet aan ontsnapt. De zoekopdracht voor zowat elk toenmalig dorp of gemeente levert resultaten op. Ter illustratie het aantal personen geboren in de regio: Hoogstraten 23, Minderhout 1, Meer 6, Meerle 4, Wortel 12, Rijkevorsel 6 en Merks plas 3.

Komen en gaan

Voor sommige landlopers werd de Kolonie hun (tweede) thuis. Dat zou men kunnen afleiden aan het aantal opsluitingen achter hun naam. Een landloper werd maar liefst meer dan 80 keer opgenomen, twee meer dan 70 maal, veertien meer dan 60 maal en 56 landlopers stonden meer dan 50 maal aan de deur.

die ooit in de Kolonie van Weldadigheid Hoogstraten, Wortel en Merksplas verbleef. Met de financiële steun van de Vlaamse Overheid werden 43.817 inlichtingenstaten van landlopers gescand. Vervolgens gingen (via het project ‘Vele Handen’ crowdsourcing-platform) tientallen vrijwilligers aan de slag om dit rijke archief digitaal toegankelijk te maken voor het brede publiek. Ook de namenlijsten die de vrijwilligers van het Gevangenismuseum al eerder maakten, werden verwerkt. Voorlopig resulteert dit in 55.178 landlopers met in totaal 270.349 opsluitingen.

Binnen dit project is slechts een gedeelte van de beschikbare dossiers verwerkt, met name de inlichtingenstaten met een eerste opsluiting of overlijden in de periode 1870-1920. Het volledige archief wordt in het Rijksarchief Antwerpen bewaard.

De landloper bruggenbouwer

De laatste weken is er flink wat discussie over de voor- en nadelen van de aanleg van een fiets- en wandelbrug over de Schelde. De geschiedenis herhaalt zich, want in 1865 ontwierp Oscar Jean Jacques Auguste Gerardot de Sermoise, een man van goede komaf, al een soortgelijke brug. De man geraakte later blijkbaar aan lager wal, want op 13 september 1912 werd hij als landloper veroordeeld.

Oscar Jean, was net zoals zijn vader en grootvader ingenieur. Zijn grootvader Jean-Jacques-Arnaud werd op 2 maart 1769 nabij Metz geboren uit een adellijk geslacht, maar ontvluchtte in 1789 tijdens de Franse Revolutie zijn land. Hij vestigt zich in Tongeren en zal als ingenieur in dienst treden bij de administratie Bruggen & Wegen.

Ook in die periode valt de appel niet ver van de boom. Jacques-Arnold, de vader van Oscar Jean, geboren in Tongeren op 9 december 1796, wordt ook ingenieur in dienst bij Bruggen & Wegen. Een opmerkelijke realisatie van hem is de voormalige gevangenis “’t Pandreitje” in Brugge in 1848-1851.

En dan is er Oscar Jean zelf, geboren in Brugge op 17 maart 1834. Hij wordt ook burgerlijk ingenieur. Opmerkelijk is dat hij in 1859 in het ‘Jaerboek der Koninklijke Gilde van Sint-Sebastiaen te Brugge’ als rentenier wordt vermeld… hij is dan 25 jaar. Dit belet hem niet om samen met zijn vader in december 1865 bij het Departement Openbare Werken en in augustus 1869 bij het college van de stad Antwerpen een ontwerp in te dienen voor een brug over de Schelde. Net zoals de brug waarover er nu sprake is, was dat voor een brug met één middenpijler. Het project wordt afgewezen.

Oscar Jean overlijdt eenzaam in het Toevluchtshuis Hoogstraten op 15 november 1912. Hij wordt begraven op het recent herontdekte kerkhof van het Toevluchtshuis, het kasteel van Hoogstraten.

Zoek in alle velden

De module zoekt in alle beschikbare velden naar de gegeven zoekopdracht. Bij het zoeken naar een naam wordt dus niet alleen bij de namen van de landloper, maar ook bij deze van de partner, de vader en de moeder gezocht.

Wanneer je de voornaam gebruikt om te zoeken

Zoekresultaten

bervoets

moet je er wel rekening mee houden dat in de periode 1870-1920 de voornamen meestal Franstalig werden geregistreerd: bvb. JeanJoannes, François - Franciscus. Het kan nuttig de opdracht te verfijnen via uitgebreid zoeken. Dat wijst zich uit.

ZoekenUitgebreid zoeken ?

Wanneer je het vraagteken aanklikt, kun je ‘Slim zoeken’. Dan zijn er een groot aantal tips & trucs waarmee je de zoekopdracht kan verfijnen, maar het zou ons te ver leiden om daar hier op in te gaan.

ZoekenUitgebreid zoeken ?

Aantal resultaten: 51 van 3 Pagina 1 >

PERSOONS-IDVOORNAAMACHTERNAAMDATUM

1344

1344

1344

1344

Henri Léopold Bervoets 09-05-189526-02-189729-03-1852 Borgerhout

Henri Léopold Bervoets 04-11-189310-02-189429-03-1852 Borgerhout

Henri Léopold Bervoets 14-06-189402-05-189529-03-1852 Borgerhout

Pierre Casimir Bervoets 22-04-190325-01-190527-04-1838 Kwaadmechelen

Henri Léopold Bervoets 30-10-188826-04-188929-03-1852 Borgerhout

Klik je op een lijn in de zoekresultaten dan krijg je de detailgegevens van de persoon en de opsluiting.

De resultaten worden per opsluitingsperiode weergegeven. Via de knoppen van de lijst kan je sorteren. Bovenaan zie je een aantal velden waarop je kan gaan filteren, bvb. per beroep, per plaats of per rechtbank. Door het fototoestelletje aan te klikken, ga je naar beschikbare afbeeldingen (scans).

Wollige grazers

ECOLOGIE - Waar mogelijk gebeurt het beheer van Wortel- en Merksplas-kolonie op een ecologische manier. De schapenbegrazing is daar een mooi voorbeeld van. Van april tot oktober trekken herders met hun kudde schapen door de dreven. De schapen zorgen voor begrazing van de open ruimte onder de dreven.

Dergelijke begrazing verstoort de planten en dieren die zich in de bermen schuilhouden zo weinig mogelijk en zorgt voor meer gevarieerde bermen. Een grasmachine maait het gras overal even kort, de schapen laten her en der planten staan. Daardoor ontstaan er schaduwplekjes uit de wind, waar bijvoorbeeld Bonte Dikkopjes (een vlindersoort) van houden. Bovendien is het nog leuk om te zien ook. De herder en zijn schapen zijn inmiddels een visitekaartje geworden voor beide domeinen. (fh)

Naast deze gegevens vind je de akte, met vermelding van het aantal pagina’s, waarop de informatie werd teruggevonden. Je kan de akte in detail bekijken of de getoonde pagina downloaden.

Op de akte of inlichtingenstaat kan je volgende informatie vinden: op blz. 1 de naam en voornamen, de opsluitingen als landloper, op blz. 2 en 3 informatie over ouders, burgerlijke stand, beroepsactiviteiten en ondersteuningsgemeente en op blz. 4 disciplinaire inbreuken met sanctie. (fh)

Willy Van den Bergh is een van de drijvende krachten achter het digitaliseringsproject “Dwaallichten”.

UNESCO beslist digitaal over Kolonie

ERFGOED - Nadat de 44ste zitting van het UNESCO-Werelderfgoedcomité al meer dan eens verdaagd werd omwille van de wereldwijde pandemie, werd beslist dat de comitéleden van 16 tot 31 juli online samenkomen. Dan weten we of Wortel-kolonie een plaats krijgt op de lijst van het Unesco Werelderfgoed.

In 2017 werd er al een eerste keer een dossier ingediend dat in 2018 een zogenaamde ‘doorverwijzing’ kreeg. De vraag tot erkenning werd niet afgewezen, maar de comitéleden vroegen om een aantal zwakke punten weg te werken en andere sterke punten te verduidelijken, zodat men in 2020 in het Chinese Fuzhou een definitieve beslissing zou kunnen nemen.

Aangepast

De Vlaams-Nederlandse stuurgroep Koloniën van Weldadigheid nam voor de opmaak van het

W

Nederlands minister Ingrid van Engelshoven, Drents gedeputeerde Cees Bijl, Vlaams minister Mathias Diependaele en de gedeputeerden Kathleen Helsen en Jan de Haes bij de ondertekening van de aanvraag vorig jaar op 20 januari.

aangepaste dossier contact op met ICOMOS, een instelling die advies uitbrengt bij de beoordeling door Unesco. Na een bezoek van twee Icomos experten aan de zeven koloniën, werd Merksplas-kolonie samen met twee Nederlandse koloniën uit het dossier verwijderd. Op 20 januari 2020 werd de nieuwe kandidatuur plechtig ondertekend in de kolonie van Wortel.

O O R D V A N D E M A A N D (4)

Is iedereen klaar om, met afvalzak, grijper en hesje aan de grote lenteschoonmaak te beginnen?

1. Vaccineren doen we in … Kempenland

2. 4 vrouwen komen hun gedichten voorlezen in Wortel Kolonie. Eén van hen is de befaamde Maud …

3. De humorvolle wereld van Gie …

4. Deze organisatie rond armoedebestrijding verhuisde van de Gelmelstraat naar de H.Bloedlaan

5. Wie is deze bekende sportman uit Hoogstraten: TROFSKI SHERCO ?

6. Alexandra … stelt tentoon in het Stedelijk Museum

7. De leerlingen uit deze basisschool in Wortel hingen nestkastjes op in de Mosten

8. Het 4de weekend van april trappen we jaarlijks dit seizoen af

9. Geert Snoeys uit Wortel brouwt een sterk drankje: ….. Spirits

‚IJ’ is één vakje.

Mail het woord uiterlijk dinsdag 13 mei door naar redactie@demaand.be en maak kans op een cadeaubon van Hoogstraten voor de waarde van 20 euro. (Of stuur naar: De Hoogstraatse Maand, Begijnhof 26, 2320 Hoogstraten. Vergeet niet uw naam en adres te vermelden).

Nu is het wachten tot eind juli. Dan wordt duidelijk of Hoogstraten, naast het begijnhof een tweede Werelderfgoedsite op haar grondgebied heeft, een eer die wereldwijd maar voor enkele steden of gemeenten is weggelegd. (fh)

De cadeaubon van

20 gaat naar: Lynn Verhoeven, Heerle 26, 2322 Minderhout.

Sportnieuws: Rob Brosens - Alfred Oststraat 3, 2320 Hoogstraten, 03 314 43 39 - sport@demaand.be

De sportieve familie van Bram Everaert “Lopen is de rode draad in ons leven”

ATLETIEK - Bram Everaert is 45 jaar, werkt voor VOKAN, een ondersteunend netwerk voor scholen en zorgbehoeftigen bij leerkrachten en leerlingen. Eerder was hij leerkracht L.O. in VITO in Hoogstraten. Zijn echtgenote Tine Mariën is kleuterleidster in het Spijker. De families Everaert en Mariën zijn allebei heel sportminnend. Op hun beurt geeft het koppel deze passie door aan hun twee zonen, Bruno (13) en Bas (11).

Momenteel is Bram wellicht de meest actieve in zijn super sportieve familie. Kampioen worden was nooit het hoofddoel, genieten van bewegen in de natuur is dat wel. Hij was atleet op de piste, veldloper, fietser, oriëntatieloper, triatleet, zwemmer, wandelaar en ultraloper. Nu nog staan zijn hyperactieve benen nooit stil. Hij kan het daarbij ook nog eens goed uitleggen, zo mochten we ondervinden.

Sportieve ouders

“Mijn vader Guido Everaert (1949) was van kindsbeen af een sportieve kerel,” zo vertelt Bram. “Op zijn zevende sloot hij zich aan bij de turnkring van Zottegem. Hij zat er in de Chiro, op school speelde hij basket, bij de plaatselijke club speelde hij voetbal. Na een deelname aan de ‘cross der Jongeren' in Waregem, tekende hij bovendien een aansluitingskaart bij Zottegem Atletiekclub. Dat was voor hem de start voor heel wat veldlopen, atletiek werd de grote liefde die hij doorgaf aan vrouw en kinders. Mijn vader wilde overigens graag L.O. studeren, maar dat viel bij hem thuis niet in goede aarde. Kinesitherapie was het compromis.

Mijn moeder, Martine Persoone, is afkomstig van Brugge en studeerde ergotherapie. Mijn ouders leerden elkaar kennen in hun studietijd en toen mijn vader een job vond in Breda gingen ze daar ook wonen. Omdat ze meer vertrouwen hadden in het Belgisch onderwijssysteem en omdat er gezinsuitbreiding op komst was, verhuisden ze in ’72 naar Hoogstraten, eerst naar de Achtelsestraat waarna ze een nieuwe woning bouwden in de Salm-Salmstraat.”

Loopmicrobe

Het gezinsleven was geenszins het einde van de sportieve dromen. “Neen, hij overwoog even om te gaan trainen bij de atletiekclub van Turnhout, maar ging voetballen bij het gebuurte en speelde ook een jaartje bij de reserves van HVV. Vijf jaar heeft hij gevoetbald totdat een schouderkwetsuur hem tot stoppen noodzaakte. Bij de revalidatie werd er opnieuw gelopen, en dit zou niet meer stoppen. Op zijn 32ste liep hij in Utrecht zijn allereerste 42 km-wedstrijd.

Ook moeder kreeg de loopmicrobe te pakken. Haar debuut was in de Hoogstraatse stratenloop,

nadien volgden er nog vele opmerkelijke prestaties, waaronder ook marathons. Samen liepen ze tientallen marathons en het kon niet anders of ons Petra (‘73), ikzelf (‘75) en onze Roel (‘80) volgden in hun spoor. Ze reden naar wedstrijden en we streden alle 5 voor een mooi resultaat. Ik vooral was gebrand om de prestaties van mijn vader te evenaren of verbeteren. Vader liep zijn snelste marathon 2 uur 36 minuten, ga er maar aan staan…!”

Atletiek

“Wij mochten veel buiten spelen. In ons gebuurte deden we heel veel wedstrijdjes. Sport werd de rode draad uit mijn jeugd. Toen ik op mijn 12de met atletiek begon, ben ik samen met ons Petra en mijn vader gaan trainen in Rijkevorsel. We sloten ons aan bij Beerschot VAV,

waarvan Rijkevorsel een onderafdeling was. Daar kregen we prima trainingen van Jakke Stek of Jan Marissen, netter gezegd. Die wist ons zeer goed te motiveren.

Ook Jan Vlamings trainde daar en toen Jan AVN oprichtte, zijn we samen in Hoogstraten gebleven. Dan zette ik mijn eerste stappen in de competitie. In de zomer liep ik op de piste. De middenafstanden waren mijn geliefkoosde proeven, 800m, 1500m en 3000m steeple. In de winters kwamen telkens de veldlopen.

Ons Petra won verschillende veldlopen en wist ook op de piste uitstekende tijden te lopen. Maar uiteindelijk bleef ik als enige van de kinderen over die wedstrijden liep. De anderen bleven wel sportief, maar op andere manieren.”

Bram, Tine en de kinderen schrijven zich in voor de landlopersjogging in 2013.

Herentals

“Op mijn 21ste, ik was net afgestudeerd, ging ik trainen in Herentals. Door aan veel wedstrijden deel te nemen kende ik daar veel volk en de accommodatie in Herentals mag er ook wezen, schitterend. We reden samen naar wedstrijden en gingen op stage naar Sankt Moritz in Zwitserland. Dat waren leuke tijden. We trainden daar tweemaal per dag gedurende 14 dagen. Het oorspronkelijke idee was om vooruitgang te boeken gedurende de stage, maar ik herinner me vooral dat het heel plezant was.

Op een training deden ze ons dikwijls met een busje weg en we liepen dan terug. Onderweg konden we ons vergapen aan topatleten die ons in groep passeerden, Afrikaanse wereldtoppers. Zij trainden in de winter in Afrika en in de zomer kwamen ze trainen in Sankt Moritz om dan mee te doen aan de grote meetings.”

De sportieve resultaten volgden dan ook wel. “Elf jaar ben ik naar Herentals gereden. Ik behaalde een vijftal provinciale titels, op de 1500m, 3000m steeple en een keer op 10000m. Drie jaar geleden behaalde ik mijn laatste provinciale titel op de 1500m in mijn leeftijdscategorie. Ik liep verschillende marathons, maar mijn voorliefde ging toch naar de piste. Het tactische in zulke wedstrijden vond ik boeiender. Op provinciaal niveau kon ik mij meten met de concurrentie, maar op nationaal niveau kwam ik tekort, daar moet ik eerlijk in zijn.”

Cahier de Bidon

Echtgenote Tine komt eveneens uit een zeer sportieve familie, zo getuigt ze: “Nonkel Rik Mariën was gedurende een vijftal jaren beroepsrenner, onder andere bij IJsboerke. Nonkel Gerard reed koersen tot zijn tachtigste. Hij werd Belgisch kampioen in zijn leeftijdscategorie. Bij Huet, moeders kant, ging men eerder de artis-

tieke toer op. Hoewel, nonkel Jef is ook een L.O.-man.”

Bram vervolgt weer: “Na de sport en na het werk was Cahier de Brouillon ‘the place to be’, daar heb ik ook Tine leren kennen. In de cahier ontstond destijds een fietsclubje, genoemd Cahier de Bidon, waarmee we overigens ondertussen al mooie fietsreizen hebben gemaakt. Bij een eerste grote reis vertrokken we aan de Cahier en fietsten we met 12 naar de Stelvio, bekend uit de Ronde van Italië. Op 8 dagen naar het noorden van Italië om er op de laatste dag de op 2758 meter hoogte gelegen bergpas te beklimmen.

Als tweede reis met de Cahier deden we de Trans België Noord Zuid, een mountainbikeroute. We vertrokken in het noordelijkste puntje van Meersel-Dreef en fietsten naar het meest

zuidelijke puntje van ons land. En onze laatste reis was een trip naar de Vogezen waar we ook mountainbikeroutes uitstippelden. Wie weet wat er nog zal volgen.”

Finse filosofie

Mountainbiken zegt Tine minder. “We rijden wel veel samen met de koersfiets en de laatste jaren joggen we samen ook veel. Eerst ging ik mee kijken naar de wedstrijden, maar ondertussen heb ik zelf ook al twee marathons gelopen, in Zeeuws-Vlaanderen en in Frankfurt. Daar hebben we dan gelijk een vakantie aan gekoppeld. De drie mannen, Bruno, Bas en Bram supporterden dan voor de mama. Nadien hebben we in de Elzas onze sportieve vakantie verder gezet met lopen en fietsen.”

Elk jaar probeert ze zich een sportief doel te stellen. “Het volgende is de marathon van Amsterdam. We zoeken in de toekomst wel meer richting natuurmarathons of trails met minder aandacht voor de sportieve prestatie en meer aandacht voor gezondheid.”

Na de training springt Tine in het ijskoude water

Ze hanteert hierbij de Sisu filosofie. “Wie helemaal sisu in het leven staat, kan zich volgens de Finnen aanpassen aan elke mogelijke situatie en geeft nooit op - dus ook niet in tijden van corona. Ik wil mezelf pushen om elke keer een stapje verder te gaan.” Bram verduidelijkt: “Een mooi voorbeeld is dat we dikwijls samen gaan lopen in Galder. Na de training springt Tine dan in het ijskoude water. Ik sta nadien klaar met de badhanddoek en in de auto gloeit ze dan helemaal. Regelmatig ijsberen heeft grote voordelen, het verhoogt de weerstand, zegt ze dan. Haar

Bram, Bruno en Bas in 2015
Guido en Bram Everaert

ochtenden beginnen ook steevast met een ijskoude douche.”

Kids

De appel die niet ver van de boom valt, het is een gekend gegeven. “Net zoals dat in mijn jeugd ging toen wij als kinderen in de voetsporen van mijn ouders gingen, volgden onze zonen ook automatisch ons sportieve voorbeeld. Heel klein waren ze nog wanneer ik ze meenam op trektocht met 3 of 4 overnachtingen in een tentje terwijl we zelf ons potje kookten op een vuurtje. Bewegen in de natuur, daar ging het om.

De kids moesten ook altijd mee naar de vele wedstrijden. Allebei sloten ze zich ook aan bij AVN. Ze houden nu vooral van free running. De stratenloop van Hoogstraten lopen we meestal met de ganse familie en voor een grote wedstrijd plannen we een familie uitstap.”

Zelf bleef Bram zijn sportieve horizon verbreden. “Oriëntatielopen deed ik met mijn L.O.collega Desmond Franssen. Zo zijn we samen naar een wedstrijd geweest in Fontainebleau in Frankrijk, we deden ook ooit een 2-daagse oriëntatietocht in de Ardennen waarbij we alles moesten meedragen om te overnachten.”

Triatlon

“Op mijn 30ste begon ik te trainen voor triatlon. Mijn tijden op de middellange afstanden verbeterden niet meer en ik ging op zoek naar andere uitdagingen. Naast lopen zwem ik ook graag en met de Cahier oefende ik het fietsen. Een triatlon is dan maar een kleine stap. In de triatlonclub van Marc Herremans in Wuustwezel ging ik samen met Jan Meyers trainen. Ik koos meestal voor een kwarttriatlon en in Eupen deed ik ooit een halve.

In Zundert won ik ooit bij de recreanten. Bij die wedstrijd zwommen we in de Mosten, fietsten we naar Zundert waar we een plaatselijke ronde

liepen. In die tijd had ik er wel wat voor over. Vooraleer ik naar mijn werk op school ging, was ik destijds al met de fiets naar Baarle gereden om te gaan zwemmen of was ik vooraf in Kalmthout al gaan zwemmen.

Marc Herremans, dat was echt iemand om naar op te kijken. Die lag dan in het zwembad in de baan naast mij. Hij trainde toen voor de IronMan in Hawaï. Zijn benen waren gespalkt met een vlotter tussen zijn benen en die trok zich voort enkel op zijn armen, indrukwekkend.

Respect voor topatleten heb ik altijd gehad. Op de Stelvio kwamen we de wielrenners van Sky tegen. Wij reden 1 keer omhoog en zij doen dat dan 3 keer. Zulke dingen zijn leuk en dat vergeet ge niet.”

Toekomstambitie

“Ik loop nog altijd graag. Ik heb gemerkt dat vele subtoppers nog altijd met plezier blijven trainen terwijl de uitschieters stoppen wanneer ze niet meer het podium halen. De mannen die Belgisch kampioen werden op hun 16de, die zie je niet meer op wedstrijden. Misschien hebben die er teveel voor moeten doen en laten, wie

weet. De vrienden waarmee ik toen plezier maakte en die nooit de echte kampioenen werden, die kom je nog altijd tegen. Die hebben het plezier van het lopen niet verloren.

Vroeger wilde ik de prestaties van mijn vader evenaren of zelfs beter doen. Twee jaar geleden liep mijn vader nog een 10 kilometer in 51’ 57”. Ik heb nu voor mezelf het doel gesteld om mijn lichaam te blijven verzorgen zodat ik dit ook nog zal kunnen op mijn 70ste. Mijn vader blijft dus nog altijd het grote voorbeeld.”

Beetje hyper

“Echte ambities op wedstrijdvlak heb ik niet meer. Ik wil nog wel enkele ultralopen doen, langeafstandstrajecten lopen in verschillende dagen met overnachtingen. Onlangs liep ik in de Ardennen nog een trip van 53 km met Frank Buytaert, de oriëntatieloper. De mannen van de Cahier hadden een hele mooie tour uitgestippeld van 63 km. Dat kan ik ook wel eens lopen, dacht ik dan. Tine zorgde dan halfweg voor de bevoorrading. Ik heb mijn zinnen gezet op een trip van 100 km, 2 dagen van 50 km met een overnachting.”

Een trainingsweek is behoorlijk gevuld: “Van maandag tot vrijdag loop ik bijna dagelijks 7 à 8 km. Elke week doe ik een duurloop met interval (10 x 800m). In het weekend volgt dan meestal een lange duurloop. Daarbij komt per week ook een fietstraining en in de zomer train ik mee met Meetria voor het zwemmen.

Als kind was ik al heel actief. Wanneer er vroeger iemand in de klas gekozen moest worden om iets te gaan halen, werd ik bijna altijd gekozen. Ik was ook altijd direct terug. Misschien niet verwonderlijk dat ik nu ook kinderen met ADHD begeleid. Een beetje hyper ben ik altijd geweest, besef ik nu. Ik hoop dat ik de dingen die ik zo graag doe, nog lang kan blijven doen. Want stilzitten is echt niks voor mij.” (rob)

Bram en Tine
Bram in zijn jonge jaren
Guido en Bram aan de start van de stratenloop in Hoogstraten

Megafit plaatst een ruime tent op de parking

Ook buiten fitnessen blijkt erg in trek

FITNESS - Op de grote parking bij Megaftit in de Buizelstraat in Hoogstraten plaatsten de uitbaters een grote tent waar coronaproof gefitnesst wordt. De uitbaters zijn blij met deze opportuniteit, de sporters blijken opgetogen.

Met pijn in het hart moest ook de fitnessclub in de Buizelstraat in Hoogstraten de deuren sluiten vanaf 28 oktober 2020 wegens de verstrengde COVID-19 maatregelen. Sinds enkele weken staat er nu een grote tent op de parking. Hoog tijd om eens een kijkje te gaan nemen. We kwamen er sportief begeleider Joost Verheijen tegen.

DHM: Hoe lang staat deze tent er al, Joost?

Joost Verheijen: Vanaf 1 maart bieden we deze formule aan. Creativiteit overleeft, zo zie je maar. Gelukkig hebben wij zulke grote parking. Door die te benutten konden we een toch wel uniek project op poten zetten. Het is uitzonderlijk dat een fitnessclub zelf beschikt over zulke grote parkeerplaats, veelal delen de clubs die met een ander bedrijf.

DHM: Is het enkel toegankelijk voor de leden?

Iedereen kan heel eenvoudig een abonnement nemen, zo heb je meteen toegang.

DHM: Hoeveel toestellen staan er in de tent?

We hebben een mix gemaakt van cardio- en krachttoestellen zodat alle sporters aan bod kunnen komen, dus niet enkel de bodybuilders. Er staan zo’n 25 verschillende toestellen met toebehoren. Voor elke spiergroep en voor elke doelstelling kun je hier eigenlijk jouw gading vinden.

Onze klanten zijn supertevreden om weer actief te kunnen zijn en de eventuele coronakilo’s er terug af te werken.

Coronaproof

DHM: En hoe groot is de respons?

De respons is enorm. De telefoon rinkelt de hele dag, er zijn echt bijzonder veel geïnteresseerden. Niet zo verwonderlijk misschien, fitness is een levensstijl en deze mensen moesten die plots opgeven. Nu hebben ze de kans om de draad opnieuw op te pakken.

Er dient gewerkt te worden met tijdsloten. De sporters mogen een uur komen. Daarna moet iedereen naar huis en wordt alles opnieuw coronaproof gemaakt.

Ook de sporters zelf hebben strenge regels en moeten de oefenplek volgens bepaalde regels ontsmetten. Zo heeft iedereen zijn eigen spuitbusje. Er is uiteraard ook een limiet van het aantal sporters die per uur binnen mogen. Elke persoon heeft 10m² oppervlakte beschikbaar. Je kan online reserveren en alles wordt netjes geregistreerd. We proberen dus heel strikt de regels toe te passen zodat we kunnen openblijven.

DHM: De voorbije weken was het vaak slecht weer met sneeuwbuien en hevige wind. Komen ze dan ook nog sporten? O ja, ook dan komen ze sporten. In de tent zitten ze immers goed. We dienen ons wel aan de regels te houden, zo moeten de wanden van de tent altijd open blijven. Een keer, met een hevige storm, hebben we moeten sluiten om de veiligheid te vrijwaren. Maar zo onderhand zullen de aprilse grillen wel voorbij zijn en gaan we stilaan naar beter weer. We hopen op deze manier zeker de brug te kunnen maken naar het moment waarop we opnieuw volledig operatief mogen zijn. (rob)

Met een mix van 25 cardio- en krachttoestellen kunnen alle sporters aan bod komen.

Elke sporter heeft 10m² oppervlakte beschikbaar.

De wanden van de tent moeten altijd open blijven.

Antiek - Brocante - Verzamelobjecten - Snuisterijen

“Kris Voeten”

Koekhoven 5

Gsm. 0495 57 48 52 2310 Rijkevorsel Tel. 03 314 09 04 www.krisvoeten.be info@krisvoeten.be

ook inkoop antiek - meubelen - kleingoed - lusters - zilver, enz... Open: donderdag, vrijdag, zaterdag: 10 - 12u en 14 - 17u zondag: 10 - 12u / ma, di, wo en feestdagen gesloten

N OOD N UMMER 112

Ongeval / Brand / Ziekenwagen

Administratie Brandweer 03 314 32 11

POLITIE 101

Noorderkempen 03 340 88 00

Wijkpost MEER 03 315 71 66

HUISARTSEN

SAM VAN DIJCK

Aan & Verkoop van antiek en vintage-design Opkoop van volledige inboedels Leegmaken van huizen, zolders, kelders,... +(32) 485 67 01 49 Ook via WHATSAPP bereikbaar samvdijck@gmail.com www.samvandijck.be

THUIS V ERPLEGING

WIT-GELE KRUIS, 24 op 24 uur.

Voor Hoogstraten en deelgemeenten: tel. 014 61 48 02. DE VOORZORG, 24/24 uur: tel. 014 40 92 44. WACHTDIENST

Zelfstandige Thuisverpleegkundige

Noorderkempen, 24/24 uur: tel 014 40 50 13

Bogers Erika 0479 45 90 78

Zelfstandige verpleegkundigen

Adams Lieve 0479 43 53 89

Aernouts Anke 0479 34 68 03

Bartholomeeusen Liesbeth 0474 38 25 23

Bastijns Tine 0472 73 16 05

Bevers Lena 0493 15 16 65

Christianen Anke 0472 57 07 81

De Busser Edith 0477 17 58 06

de Jong Pascalle 0473 31 15 79

Dirks Els 0474 36 08 84

Geerts Inge 0478 64 81 61

Geerts Lia 0498 64 53 80

Jansen Laura 0474 60 89 06

Koyen Els 0476 43 07 55

Krols Anja 0495 23 02 43

Lambregts Linda 0476 94 31 15

Leys Nele 0499 29 77 86

Machielsen Kim 0477 81 27 61

Roefs Bianca 0493 02 04 19

Rombouts Kristel 0474 26 14 41

Rombouts Kristien 0477 04 41 40

Segers Nele 0494 92 32 27

Spannenburg Anke 0478 38 96 94

Tomby Hella 0478 42 08 13

van Bavel Bowy 0497 15 92 09

Van Der Eycken Inne 0478 23 52 89

Van Gastel Katrien 0468 12 64 26

Van Leuven Leen 0479 50 98 05

Van Otten Heidi 0486 37 45 27

Verheyen Kathleen 0474 29 33 09

Zelfstandige vroedvrouwen

Christiaensen Nathalie 0494 86 93 84

vanaf 18 uur tot 8 uur 's morgens én tijdens het weekend 014 410 410

TANDARTSEN

zaterdagen, zondagen en feestdagen 090 33 99 69

WACHTDIENST APOTHEKERS

090 39 90 00 (1.50 euro per minuut) www.a

INHOUD MEI

Segers: tuin, natuur en humor

Geert Dehertefelt over cultuur

Vanuit het stadhuis

Hoogstraten breidt uit

9

REDACTIE redactie@demaand.be

DORPSNIEUWS hoogstraten@demaand.be meer@demaand.be meerle@demaand.be meersel-dreef@demaand.be minderhout@demaand.be wortel@demaand.be SPORTNIEUWS sport@demaand.be

ABONNEMENTEN abonnementen@demaand.be ADVERTENTIES advertenties@demaand.be

Hoe is het met Dorien Van Der Velden 20 Clochard Spirits van Geert Snoeys 22 Skype met Jos Herrijgers in Andalucia 25

De natte droom van Hoogstraten 28

Dorpsontwikkeling Wortel 2020-2030 30 Tien jaar Praatpunt

- Meerle

- Meersel-Dreef

- Minderhout 53

DORPSNIEUWS - Wortel

Woord van De Maand 58

De volgende uitgave van de Hoogstraatse Maand verschijnt op de donderdag 29 mei

Voor volgende editie alle KOPIJ ten laatste op DINSDAG 13 MEI redactie@demaand.be

De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden teksten in te korten

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.