7 minute read
“Alleen met tegenwind kan een vliegtuig opstijgen”
Steve en Leen, tuinders in hart en nieren op de Vooraard
Steve Schrijvers en Leen Delcroix runnen sinds 2004 samen een aardbeienbedrijf op de Vooraard in Minderhout. Ze kozen heel bewust samen voor een job als tuinder en zetten daarmee een generatielange traditie voort. Van hun overgrootouders, grootouders en ouders hebben ze geleerd de bluts met de buil te nemen. En hun buitenlandse werknemers brengen de wereld in huis.
Leen is de dochter van Louis Delcroix uit Meer en Maria Aernouts uit Wortel. Haar ouders hadden een tuinbouwbedrijf in de Maxburgdreef en teelden tomaten, aardbeien, sla, prei en ook even paprika. Ze heeft een oudere broer, Raf, en een jongere, Jan. Ze volgde de afdeling kantoor op het VTI Spijker en ging aan de slag als bediende op het Proefcentrum in Meerle. Daar heeft ze vijftien jaar gewerkt. Steve is de zoon van Jan Schrijvers uit Minderhout en Hilda Braspenning uit Ulicoten. Zijn vader is gekend als Ghesel van de Aardbei en bevoorraadt de aardbeienautomaat in het woonzorgcentrum. Steve heeft één zus, Judith. Aan zijn schoolloopbaan heeft hij geen goede herinneringen. Hij worstelde met zich zelf. “Ik had van die vreselijke puisten en wist op school niet wat kiezen. Op één trimester heb ik vier verschillende studierichtingen gevolgd. Mijn laatste jaar was wel plezant”
Hij ging als lasser aan de slag, eerst als werknemer binnen verschillende bedrijven, later als zelfstandige. Velen kennen hem als DJ en als een heel veelzijdig iemand die vol verrassingen zit.
Twee grote liefdes
Steve en Leen leerden elkaar kennen in 1999 op een verjaardagsfeestje en het was meteen grote liefde: voor elkaar en voor… de aardbei. Ze trouwden in 2005, een jaar later werd Jan geboren. Twee jaar later volgde Louis en in 2020 verrasten ze iedereen met de geboorte van nog een oogappel, Gust. De drie jongens kregen de naam van de grootvaders en een nonkel, die voor Steve een grote hulp is. Leen en Steve gaan voor hun kinderen door een vuur.
Een soortgelijke passie hoor je als ze over de smaak, de structuur, de geur en kleur van de aardbei spreken. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat Steve, in 2004, ondanks zijn kwaliteiten als lasser, het tomatenbedrijf van Mark Govaerts en Ria Bolckmans overkocht om samen met Leen de lekkerste Hoogstraatse aardbeien te telen.
Niet evident
Dat was geen evidente keuze. In de jaren 80 zat de tuinbouw in een stevige dip. Een aantal aardbeitelers waaronder Steves vader trachtten als pioniers aardbeien te telen in substraat. Ze namen een groot risico. Daarom wilden zijn ouders niet dat hij voor tuinbouw zou kiezen en werd hij dus lasser.
Maar de liefde voor de aardbei was bij Leen en Steve zo groot dat ze twintig jaar later de serre van de buurman kochten. Het was toen nog gemakkelijk om krediet te krijgen. Het was Jan Van De Keybus van Landbouwkrediet die het goede nieuws kwam brengen. “En daar hoorde een anekdote bij,” aldus Steve. “Jan had een zachte stem en om zijn komst aan te kondigen had hij een truc. Bij het betreden van de serre tikte hij op de verwarmingsbuizen met zijn trouwring en dat kon je in de hele serre horen.”
Netjes verdeeld
Leen en Steve richten een BVBA (nu BV) op. Leen bracht geld in als borg en Steve plantgoed. Daarmee lag ook meteen de taakverdeling tussen beide vast. Leen beheert de financiën, ze doet de administratie, het personeel en het onderhoud van de seizoenswoningen. Steve neemt de teelttechnische zaken voor zijn rekening. “Die taakverdeling werkt goed, maar af en toe moeten we elkaar wat tegenwind geven,” zegt Leen. “Steve is heel gul en zou alles weggeven.”
“Da’s waar,” zegt Steve. “We gaan niet verhullen dat er nooit spanningen zijn. Maar alleen met tegenwind kan een vliegtuig opstijgen.” lachen ze.
Leven op het erf
Niet alle zelfstandigen wonen ook op hun bedrijf. Steve en Leen kennen niet anders. “De kinderen zijn altijd bij ons en hebben een geweldig speelparadijs. Achter het bedrijf ligt een BMX parcours, tegen de straat een klein avonturenpark, ze hebben skatetoestellen,… De vriendjes komen maar wat graag op bezoek. Wij hoeven ons geen zorgen te maken over opvang en als de school belt dat een van de kinderen ziek is, kunnen we alles laten vallen en hen gaan halen. Dat geeft rust.
Ik kan het bedrijf niet helemaal bannen uit mijn gedachten
Als we op vakantie gaan, is dat op het einde van de zomer of in de winter. Daar genieten we enorm van, ook al zijn we maar 4 dagen weg, toch kan ik het bedrijf niet helemaal bannen uit mijn gedachten. De aardbeien zijn er voor mij vierentwintig op vierentwintig uur. Ik bespreek de voor- en nadelen van het tuindersbestaan ook met de jongens.” En Leen vult aan: “En naast de gezinsvakanties gaan onze jongens net als hun vriendjes in de zomer op kamp of spreken ze samen af. Ze zien ook niet echt op tegen meewerken op het bedrijf.”
Als ik hen vraag of ze voor de kinderen een toekomst in de tuinbouw zien, dan is er toch nuance. Leen wikt en weegt en verwijst naar “de onzekere tijden”. Steve gelooft er helemaal in en vertelt dat de jongens bijvoorbeeld “nu al zeer goed weten hoe te handelen bij een panne van de sturing van de beregening. En aardbeien lusten ze ook!”
De wereld aan huis
Met de professionalisering van de tuinbouw kwamen ook de seizoenarbeiders. Bij Steve thuis waren dat in het begin vooral Polen, bij Leen thuis Portugezen. Leen vertelt: “Wij waren eraan gewend met en tussen het werkvolk te leven. Dat doen we ook nu nog. Hier werken vier koppels die allemaal inwonen. Wij proberen hen een warme thuis te geven.”
En Steve vult aan: “De wereld is op die manier geen ver-van-mijn-bedshow. De Roemenen die bij ons werken, komen van tegen de Moldavische grens. Zij zagen de Oekraïense vluchtelingen te voet met hebben en houwen en volledig ontredderd de grens oversteken. De Pool, die jarenlang bij ons werkte, woonde dichtbij de plek waar twee zestigers omgekomen zijn bij de explosie van een raket net over de Oekraïense grens in Polen. De Portugezen brengen verhalen mee over de alles verwoestende bosbranden. Door al die persoonlijke verhalen groeit je betrokkenheid en verruim je je blik op de wereld.”
Het werk roept
Hij kijkt door het keukenraam naar buiten en maakt me attent op de laagvliegende zwaluwen, de paarsgroene kleurenpracht van het ogenschijnlijk zwarte verenkleed van de spreeuwen, de distelvinken die eigenlijk paardenbloemvinken zouden moeten heten,…
Leen vervolgt: “Daar genieten we echt van en kunnen we onze zorgen bij vergeten. We voelen ons vrij zoals de vogels in hun vlucht.”
Leen en Steve kunnen nog uren vertellen. Het werk roept. Er kloppen tijdens ons gesprek meerdere mensen op het raam. “Of er nog kleine aardbeien zijn om confituur te maken?”
Tussendoor rinkelt de smartphone meermaals. Het personeel wacht op instructies, de klanten op dagverse aardbeien. Ieder krijgt een hartelijk woord. Hier voel je de verbondenheid met het bedrijf en met de mensen om hen heen. Ik neem een stukje van de warmte die ik hier voel mee naar huis…
Wil je meer zien over het bedrijf van Leen en Steve? Ga naar www.hoogstraten.eu/blogposts/een-blik-achter-de-schermen-bij-aardbeiteler-steve-schrijvers (hr)