10 minute read
Met de ogen van Paul Crick
Ontvangen, beheren en doorgeven
In de kijker: landbouwer Paul Crick
Advertisement
Ieder mens heeft zo zijn eigen referentiepunten in het leven. Je bent het product van je opvoeding, van de genen die je meekreeg en je wordt blijvend gevormd door al je ervaringen in het leven.
Landelijke gezelligheid
Ik ken Paul Crick niet goed, maar al vrij snel lijkt het mij niet zo moeilijk om hem toch even te schetsen, alleen al omdat hij zo 'anders' is. En wanner ik dan probeer een beeld van hem te krijgen doet hij hetzelfde naar mij toe. Ja, hij wil echt wel weten met wie hij te maken heeft, wie hij ontvangt op zijn boerderij. Met open armen, zo zal blijken... Want wanneer we aan tafel zitten in de oude eetkamer presenteert hij mij heerlijke huisgebakken taart, voorgezet op Delfts blauw, plus een wijntje of een koffie. Ik ervaar al meteen wat landelijke gezelligheid is. En gulheid, want straks zal ik nog een paar extra stukken taart meekrijgen voor het thuisfront! Maar eerst toont Paul zich een echte praatvaar, over heel diverse onderwerpen... Uiteraard vertelt hij over de dieren op en rond de boerderij, maar bij hem klinkt het alsof ze haast gezinsleden zijn. Over de koeien die processiegewijs van de weide naar het erf terugkeren, 'begeleid' door zwaluwen en vleermuizen die heel goed ‘weten’ dat er bij de rentree in de stal heelwat insecten te vangen zijn. Over de kleine vogels die ruim gelegenheid krijgen om zich te verstoppen in de door hem aangeplante doornhagen. Maar ook over allerlei boerderijvreemde dieren die er niettemin hun plaats krijgen, al was het maar omdat ook zij op dit gulle 'geleeg' hun voedsel mogen vinden. "Allemaal hebben ze een doel en een uur", zegt hij, "en allemaal mogen z'er zijn". Zoals die stokoude magere koe die geen melk meer produceert maar haar oude dag mag slijten op zijn en haar erf. Wel kent ze haar plaats in de kudde en loopt ze als laatste in de rij naar de stal. Terloops legt hij mij uit waarom de koeien zo onophoudelijk loeien als ik mee opduik in de stal: "Ze zien dat ik mijn werkkleren niet aan heb, en dat ik in vreemd gezelschap ben; daarom waarschuwen ze elkaar." Ik maak vervolgens kennis met zijn vrouw Marleen, zijn kinderen, hun partners en zijn kleinkinderen, die in de weer zijn met een lammetje dat verstoten is door de moeder en nu als een schoothondje wordt bijgevoed met koemelk. Zo is iedereen in de weer op het erf; de ene af en toe, want buitenshuis werkend, de andere full time.
Voorbestemd
Het was in de jaren 70 dat Paul als 12-jarige met het ouderlijk gezin vanuit Buggenhout op dit boerenhof-zonder-opvolging terechtkwam. Zelfs als tiener al wist hij dat hij voor een opdracht stond. En er klinkt iets wonderlijks door in de manier waarop hij zijn plaats ziet op dit hof. Hij is er 'geplaatst', zegt hij, door een soort voorzienigheid. Niet bepaald een goddelijke, maar toch iets wat hem aanstuurt om hier op deze plaats, die hem tijdelijk gegeven is, zorg te dragen voor iets wat al zoveel eeuwen bestaat. En hij wijst gelijk naar de inkerving ‘1614’ in de latei tegen het plafond. "Ja, zo oud is dat hier", zegt hij. "Sommige muren zijn zelfs nog gemetseld met 'korenmeel!' En vervolgens wijst hij mij de stallen en woongedeelten aan die bijna volledig vervallen waren en die hij, samen met zijn familie, geheel heeft heropgebouwd. Hij ziet zichzelf veeleer als 'passant' in de geschiedenis van deze hofstede. "Ik mag er een tijdje zorg voor dragen", mijmert hij en haalt krantenartikels boven over een provinciale prijs rond erfbeplanting en lanschapsintegratie die hij in 2006 won. Ja, Paul is onmiskenbaar een boer met visie. Een bruggenbouwer ook tussen mensen met tegengestelde belangen en noden. En hierbij zijn noties als diversiteit, overleg en steeds weer uitkijken naar een win-win-oplossing zijn ankerpunten.
Blik op de geschiedenis
Steeds weer zal hij hameren op die ankerpunten. Da's hetgene waar het voor hem op aankomt. En dat helpt mij tegelijkertijd om gaandeweg een genuanceerder beeld van hem te maken. Hij praat ook vaak in beelden, zijn blik op de wereld is wijds, minzaam-relativerend én erudiet. Zo refereert hij naar de geschiedenis van Vlaanderen, en meer bepaald naar die van de Ninoofse abdij. Die blijkt immers onlosmakelijk verbonden met dit 'Hof ter Schoor'. Puttend uit de uitvoerige naslagwerken die blijken te bestaan over de abdij, alsook over ‘zijn’ boerderij die één van haar vier pachthoeven was, weet Paul mij o.a. te vertellen dat het Napoleon was die deze Norbertijnenabdij liet platbranden. Tussendoor vertelt hij ook dat de Hof ter Schoor in de 17e eeuw werd aangevallen door drie roedels wolven, en dat de plaatselijke bevolking toen opgeroepen werd om deel te nemen aan een klopjacht, wat resulteerde in de uitroeiing van de wolf. Wie van ons kan zo’n eeuwenoude geschiedenis evoceren omtrent de plaats waar hij woont? En naast zijn weetgierigheid is er zijn mensenkennis. Die heeft hij vooral opgedaan bij de verkoop van zijn landbouwproducten. Hij praat immers graag en veel, maar luistert ook echt. Zo houdt hij de vinger aan de pols, ook bij hen die weinig of niets met het boerenleven te maken hebben.
Met de voeten op de grond
Paul is echt wel een bijzondere boer, precies doordat hij ‘boert’, maar dan wel in rechte lijn met vele generaties voor hem. Dàt ligt wellicht mee aan de basis dat hij zoveel aparte zienswijzen ontwikkeld heeft. Geheel verschillend van pakweg de arbeider, de bediende, de IT-er... mensen die meer en meer in een virtuele wereld vertoeven. Hij daarentegen staat nog letterlijk én figuurlijk met beide voeten op en ín de grond. Hij oefent niet enkel een vak uit, het is tegelijk ook een alomvattende levenswijze. Iedere dag werkt hij in wel en wee, maar altijd met volle goesting, op de puls van de natuur. En ook zijn gezinsleven is geent op de gestage ritmiek van het telen der gewassen en het kweken en houden van dieren. En plots besef ik dan dat dit een vorm van samenleven is die totaal verschilt van de mijne. Alleen al door het feit dat deze familie wellicht perfect in staat is om, zo nodig, te overleven met zelf geproduceerd voedsel. Zij het dat hun inkomen - en dat is ook een kapitaal verschil - lang niet alleen afhangt van de eigen werkkracht, maar ook van de hechte samenwerking tussen alle gezinsleden. Maar bovenal is er die directe en hei zo na allesbepalende invloed van de natuurelementen; het klimaat! Iets waar op de koop toe ook de EU nog een potje komt over meezeuren! Nee, het echte boerenleven is voor de meesten van ons volslagen onbekend. Op tv zien we soms nog wel eens een boer op zoek naar een vrouw, maar daar blijft het bij. De boer, en vooral 'het boeren zelf', zijn een curiosum geworden.
Een maai-mij-niet gazon wordt hier, zonder campagne, al lang toegepast
Om Paul dan nog wat verder te kenschetsen kan ik misschien best nog enkele anekdotes aanhalen die mij in de loop van ons gesprek zijn bijgebleven.
De trage weg
Zo had ik het met hem over het dispuut dat soms de kop opsteekt omtrent de zgn. 'trage wegen' die meer en meer een geliefd traject zijn van de wandelaar. Maar vaak lopen die weggetjes dwars over de boer zijn veld, wat het bewerken ervan serieus bemoeilijkt. Paul ziet evenwel geen conflict en zegt: “De moderne mens met zijn burn-outs en zijn jachtige leven heeft nood aan die trage wegen om, in contact met de natuur, zijn evenwicht wat terug te vinden”. Vanop zijn tractor ziet hij het direct, zegt hij, gewoon aan hun manier van lopen, en dan weet hij: da's weer een probleemmens. Dan stopt hij even om een praatje te maken, te luisteren en af en toe al eens een suggestieke te doen, en daarna... ploegt hij weer voort. Een Bruegels beeld toch? Overigens, die paadjes zijn volgens hem ooit gemaakt door de boer zelf, omdat die in vroeger tijden vaak over en weer moest met zijn kruiwagen tussen de velden en de boerderij. Nu heeft zo'n pad voor hem geen enkel nut meer. Integendeel. Als zo’n trage weg diagonaal over zijn akker loopt, kan hij de grond maar heel moeizaam bewerken met de huidige landbouwmachines. Hij begrijpt wel de noden van de wandelaar, maar vraagt ook begrip voor zijn specifiek probleem en het compromis is dan dat zo'n dwarse weg gewoon wordt rechtgetrokken. "Dan onderhoud ik die ook gemakkelijker voor jullie", zegt hij.
Geen plaats voor erfenis-onmin.
Een boerderij is, zoals gezegd, een heel aparte leefgemeenschap, en ik vroeg me af hoe dat in zijn werk gaat in een drie-generaties-gezin, en met één zoon die de boerderij wellicht zal overnemen. Plus de andere kinderen en schoonkinderen die occasioneel meewerken, al dan niet op regelmatige basis. En daarnaast zijn er dan nog een paar werknemers, ieder met hun specifieke capaciteiten, interesses en belangen. Soms ook tegengestelde... Hoe werkt dat dan?
Ook hier zijn de sleutelwoorden voor Paul weerom 'communicatie', 'dialoog', ‘overleg’, maar vooral ook: ‘tijd’. Ideeën, verlangens, standpunten, zienswijzen moeten de tijd krijgen om te rijpen, en dan komt het volgens hem doorgaans wel goed. En hij vertelt hoe zijn vader het eertijds heeft aangepakt, toen er sprake was dat Paul de boerderij zou overnemen en er regelingen moesten getroffen worden voor zijn broers en zussen. Vader Crick zei simpelweg: “Doe er uw goesting mee, maar zorg er wel voor dat de anderen hier binnen tien jaar nog over de vloer komen”. Waarna Paul fijntjes afrondt: “En ze komen nog allemaal over de vloer”.
Weer een mooi beeld van een konkrete invulling van begrippen als verantwoordelijkheid en medemenselijkheid. Van Pauls credo ook om voldoende tijd te nemen om een oplossing te zoeken waar iedereen zich goed bij voelt.
De boer en de vos
Bij 't verlaten van het erf, kuierend over de binnenkoer van de vierkantshoeve, had ik het met Paul ook nog even over 'de vos' die sinds enige jaren is teruggekeerd in het verstedelijkte Vlaanderen, vaak tot ergernis van de man in de straat die zijn twee of drie kippen opgevreten ziet. Of nog erger: moet aanzien dat zo'n vos louter voor zijn plezier die kippen doodbijt en ze dan frankweg laat liggen! Dan vertelt hij mij dat er op zijn hofstede ook een vos woont. En wanneer hij mij hoogstverwonderd ziet kijken naar de resem kippen die zonder enige bescherming blij-kakelend rondscharrelen, doet hij mij nog maar eens een merkwaardig verhaal. De vos, zegt hij, heeft een heel bijzonder geheugen. Zo weet hij om te beginnen zeer goed dat hij best bang moet zijn voor de mens, door wie hij destijds werd uitgeroeid. Maar tegelijk is die Reinaert ook echt wel sluw, en hier bij mij laat hij de kippen ongemoeid. En dat doet hij omdat hij als het ware een ongeschreven contract heeft met mij: hij màg hier wonen, op voorwaarde dat hij mijn kippen met rust laat. En jawel, meneer Vos houdt zich daaraan, uit opportunistische redenen weliswaar, maar toch. 'De boer en de vos'; weerom 'n mooi verhaal niet?
En of dat blijft duren? Vooralsnog is er geen haan die er naar kraait en voorts is er ook geen mens op het Hof ter Schoor die er problemen over maakt. Tja, zo pikte ik van boer Paul tal van weetjes op, zowel over akkefietjes als over de grote levensvragen. En daarbij voel je telkens weer hoe hij vanuit 'zijn boerenstandpunt’ voortdurend met andere ogen naar de wereld kijkt. Hij leeft in en met de natuur en het blijft opmerkelijk hoe zijn blik op mensen en dingen vaak zo verrassend anders is. Ik durf zelfs te wedden dat, als je aan boer Paul de weg zou vragen, je een héél andere traject zou voorgeschoteld krijgen dan bij iemand anders... Of als je hem om een remedie zou vragen voor zeurende koppijn, dan zou hij je in ernst antwoorden: “Koppijn! Ga dan onder een knotwilg zitten”. Greta Wittenberg
... en de majestueuze notelarendreef voert ons weer van de hoeve weg.