4 minute read

Uitgelicht

Next Article
Onze Schepen

Onze Schepen

Uitgelicht: DE LEMSTERAAK LE67

Erika en Martijn Lieman kopen in januari 2022 een oude Lemsteraak met de naam Noordster. Het is voor hen een lang gekoesterde wens die in vervulling gaat. Een familieschip waarmee ze kunnen genieten op het water. Op de boeg staat het visserijnummer LE67. Nieuwsgierig geworden duik ik in het verleden…

Advertisement

Meer dan honderd jaar geleden gleed de 45-voets aak, Noordster, van de helling bij scheepswerf De Boer in Lemmer. Dat de Lemsteraak LE67 daar te water ging, was niet verwonderlijk. De scheepswerf stond bekend om de bouw van visaken voor Lemster vissers. Gerrit Blaauw, visserszoon, was de trotse eigenaar van de LE67 en zal ongetwijfeld met een brede glimlach de tewaterlating hebben aanschouwd. De ‘vischaak’ was geheel naar zijn wens. De aak was in zijn opdracht wat kleiner gebouwd dan de 50-voets van zijn vader. Hij had een lengte van 12,86 meter en een breedte van 4,20 meter en was daardoor lichter en wendbaarder. Gerrit viste als kuilvisser vele jaren op de Zuiderzee met zijn broer Jan ‘in span’, een prachtig schouwspel in die tijd. Twee schuiten, twee broers die naast elkaar in weer en wind de Zuiderzee trotseerden.

Het schip gaat na vele jaren trouwe dienst in 1958 naar een garnalenvisser in Terneuzen. Slechts twee jaar later belandt het bij architect Romke de Vries. Deze stond in die tijd goed bekend als jacht- en scheepsontwerper die ook zijn sporen had verdiend als wedstrijdzeiler. De Lemsteraak in vissermanuitvoering werd door hem dan ook met succes verjacht, getuige de ruime en comfortabele kajuit die het schip vandaag de dag nog heeft.

Na verschillende eigenaren kopen Frits en Antje Beck in 1983 de LE67. Ze varen bijna 40 jaar met het schip. Het was hun ziel en zaligheid en ze investeerden dan ook flink. Zo werd rond 2011 het complete vlak vervangen. Het was hard nodig want zoals bij veel oude platbodems was er beton, verzwaard met ponsdoppen op het vlak gestort als ballast. Vocht tussen het cement en de scheepshuid zorgde voor roest, de tand des tijds deed de rest. Het oude cement werd losgebikt om het inmiddels aangetaste dun geworden vlak te kunnen vervangen. Ook investeerden zij in een krachtige 6 cilinder Mitsibushi. Maar het zeilen met de 17 ton zware aak valt hen steeds zwaarder. Frits en Antje gaan in 2019 daarom op zoek naar een nieuwe eigenaar en prijzen de Noordster aan in een artikel van de Spiegel der Zeilvaart.

In de zomer van 2022 zie ik de Lemsteraak op de kant liggen bij Jachtwerf Roelofsen. De aak maakt op het droge nog veel meer indruk dan in het water. Statig toont hij zijn elegante vormen.

Vader en zoon Lieman zijn druk aan het werk. De bodem wordt tot de waterlijn kaal gemaakt. Een enorme klus, maar vele handen maken licht werk. Geduldig worden oude lagen verwijderd en komt de deels gelaste en deels geklonken scheepshuid langzaam tevoorschijn. Terwijl ik bewonderend naar de aak kijk, steekt Martijn van wal: ‘Het schip is van 1911, het is een oud vissersschip, ik heb nog foto’s uit die tijd.’ De blik in zijn ogen is mij niet ontgaan. Zijn overgrootvader Aart en zijn grootvader Tinus Lieman waren bekende Harderwijker vissers. Martijn is trots op zijn afkomst, het zeilen met een oude vissersschuit zit in zijn genen. ‘Het liefst breng ik het schip zoveel mogelijk terug naar de oorspronkelijke vissermanuitvoering.’

Op mijn vraag of dit niet teveel ten koste gaat van de woonruimte, legt Martijn uit dat er nog voldoende leefruimte overblijft. Maar dan kijkt hij wat bedenkelijk. ‘We zijn het er nog niet over eens’. Erika zijn vrouw twijfelt. Begrijpelijk overigens, want de ruime kajuit is gerieflijk en zeker geen overbodige luxe met twee nog jonge kinderen. Een paar weken later komen we elkaar tegen op het water. De Noordster met haar pas wit geschilderde romp en nieuw gelakte zwaarden is een lust voor het oog. Erika staat fier aan het roer, Martijn steekt zijn hand op. ‘We hebben zo ieder onze eigen rol aan boord’, vertelt Erika later. ‘Als we gaan zeilen sta ik aan het roer en hijst Martijn de zeilen. Als de zeilen eenmaal staan, is Martijn stuurman en laat hij de zwaarden en de fok aan mij over. Bij het aanleggen zorg ik samen met de kinderen voor de stootwillen en de landvasten.’

De Noordster, de 45 voets aak op leeftijd, gaat met deze bevlogen eigenaren een mooie toekomst tegemoet.

Ansichtkaart scheepshelling de Boer te Lemmer

Rond 1900 waren er vier jongens uit het gezin werkzaam bij het bedrijf. Harmen, Klaas, Dirk en Hendrik brachten het bedrijf verder tot bloei.

De werf van De Boer was een alom bekende werf. Eigenaar Pier Klaas de Boer startte met zijn vrouw Sjoerdje in 1876 de werf. Ze hielden zich onder andere bezig met de bouw van botaken. Langzamerhand ontstond, volgens zeggen, uit de botaak de Lemsteraak. De Lemsteraken voor de vissers waren voornamelijk bestemd voor de visserij op het noordelijke deel van de Zuiderzee tussen Lemmer en Den Helder. Het verhaal gaat dat zijn vrouw Sjoerdje een belangrijk aandeel had in de vormgeving van de eerste ijzeren aken eind 1800. Uiteindelijk werden door verschillende generaties de Boer zo’n 250 Lemsteraken in verschillende uitvoeringen gebouwd, maar ook bouwden ze tjalken, plezierjachten, klippers, spitsen, mosselaken, pramen, vletten, punters en zelfs roeiboten. Veel gezinnen waren afhankelijk van het werk op de werf. De laatste eigenaar, Arie de Boer, verkocht de zaak in 1960 aan de firma Hilbrand Poppen. In 2000 sloot de werf voorgoed haar deuren vanwege de strenge milieueisen.

Advertentie Lemster-jacht

This article is from: