4 minute read

Doe mee met De Wilde Tuin

werden door ons geregistreerd bij het opvliegen van vogels uit een ingenomen slaapplaats. Controle tellingen op de opvolgende dag liet hierbij zien dat de locatie niet (meer) werd gebruikt. Hoewel het aantal van deze waarnemingen gedurende de periode van 16 jaar gering is (n=7), geeft de 100% uitkomst van dit aspect aanleiding om te veronderstellen dat de verstoringsgevoeligheid van purperreigers op slaapplaatsen hoog is. Gebieden met een grote beschikbaarheid van geschikte slaapplaatsen zullen dan ook mede een criterium vormen voor de benutting van foerageergebieden en derhalve van belang zijn voor de functionaliteit van de foerageerhabitat van de purperreiger in de periode juli-september. D

Literatuur en bronnen: LITERATUUR • Bosch, M. van den & R. Vlek [2006]: Najaarstrek van purperreigers over Ridderkerk, 2002-2005. Limosa 97: 129-138 • Buisman D. & R.J.S. Terlouw [1969-2021]: Natuurregistraties Krimpenerwaard • Kooy, H. van der [1976]: De Rode Reiger in het Groene Hart van Holland. Scriptie Landbouwhogeschool, Wageningen • Krijgsveld, K. G.G.W.A. Ottburg, L.M.J. van den Bergh & J. van der Winden [2004]: Kwaliteitseisen aan foerageergebieden in veenweiden. Bureau Waardenburg, rapport 03-242 • Terlouw, R.J.S. [2011]: Slaapplaatstellingen in de Kattendijksblokboezem te Gouderak. Waardvogel nr. 5-2011 • Terlouw, R.J.S & D. Buisman [2019]: Slapende purperreigers in erfbosjes Schaapjeszijde 3 Ouderkerk aan den IJssel, 2019. Archief Bui-TeGewoon |

Advertisement

Groenprojecten • Winden, J. van der & P.W. van Horssen [2001]: Voedselgebieden van de purperreiger in Nederland. Bureau Waardenburg, rapport 01-011 • Winden, J. van der, K. Krijgsveld, R. van Eekelen & D.M. van Soes [2002]: Het succes van de Zouweboezem als foerageergebied voor purperreigers.

Bureau Waardenburg, rapport 02-081 • Winden, J. van der, G. Bonhof, A. Bak & P.W. Horssen [2004]: Leefgebieden van moerasvogels in agrarisch gebied. Ligging en kwaliteit van foerageergebieden van lepelaar, purperreiger en zwarte stern. Bureau

Waardenburg, rapport 03-055 • Winden, J. van der, M.J.M. Poot & P.W. van Horssen [2010]: Nieuwe kennis voor de bescherming van Nederlandse purperreigers. Evaluatie van de studie met satellietzenders naar foerageergebieden en pleisterplaatsen in

Europa en Afrika (periode 2007-2009). Bureau Waardenburg, rapport 10058 • Winden, J. van der, P.W. van Horssen & M.J.M. Poot [2010]. Slaapplaatsen en foerageergebieden van purperreigers in het Groene Hart in de nazomer. Limosa 83: 109-118 • Winden, J. van der, J. Hartman, M. Kruk, D. Gerritsen-Davidse, M. van Schie [2013]: De purperreiger als logé; slaapplaatsen en foerageergebieden in

Zuid-Holland. Rapport Landschapsbeheer Zuid-Holland • Wolley, John [2018]: Ootheca Wolleyana. An Illustrated Catalogue of the

Collection of Bird’s Eggs Formed by the Late John Wolley. BRONNEN • Waarneming.nl: [2000-2021] Geregistreerde waarnemingen purperreiger met aanduiding ‘ter plaatse’

Doe mee met De Wilde Tuin en creëer een vierkante meter wildernis

https://www.nrc.nl/nieuws

P E R S B E R I C H T

Een wilde tuin! Vol spannende planten, krioelende beestjes en onverwachte bloemenpracht. Wie wil dat nou niet? Nou, de meeste Nederlanders. Als het op onze eigen tuinen aankomt, kiezen we meestal voor veilig en geordend. De gemiddelde Nederlandse tuin is strak, aangeharkt, betegeld. Kan dat niet anders? Kan het niet wat wilder? In het lezersproject De Wilde Tuin nodigen NRC en Tilburg University u uit om deel te nemen aan een experiment in eigen tuin. We vragen u om één vierkante meter tuin te laten verwilderen. Samen met ecologen kijken we een jaar lang met u mee naar wat er verschijnt, gebeurt en verandert. Welke planten komen op? Welke beesten passeren er zoal? En hoe verandert onze eigen houding ten opzichte van de omgeving, de natuur? Bestaat onkruid nog wel als alle planten er mogen zijn? Via de QR-code kunt u zich inschrijven voor het project.

Kleine wildernis

U twijfelt natuurlijk. Het gazon ligt er zo mooi bij. Of u heeft geen tuin, maar wel een balkon. Geen nood. De grond mag ook in een pot zitten. En het vrijgemaakte stuk mag ook kleiner zijn dan een vierkante meter. Of groter! Het gaat erom dat we controle uit handen te geven. En om eens wat vaker met de neus boven een plantje te zitten. Of om onszelf af te vragen: wat kruipt daar?

Natuurlijk, een vierkante meter is niet veel. Maar het is niet niets.

Hoogleraar ecologie Jens-Christian Svenning schat dat het genoeg moet zijn voor tien tot twintig verschillende soorten. En dan hebben we het alleen over de planten. Alle dieren die zich thuis gaan voelen in de kleine wildernis tellen ook mee. De Wilde Tuin is niet zo maar een bevlieging van NRC. Rewilden is al lang een trend in de ecologie. Of herverwilderen, in goed Nederlands. Ecologen en natuurbeheerders zoeken naar manieren om met weinig menselijke inspanning toch een wild landschap in te richten dat zichzelf in stand kan houden. Ze plaatsen grote planteneters die landschappen openhouden en grondstoffen verplaatsen. Ze laten dor hout liggen. Dode dieren ruimen ze niet op, die zijn voor de aaseters.

Paardenkudde

Herverwilderen is niet een kwestie van níéts doen. Die paardenkudde verschijnt er niet vanzelf. Het is nadenken over wat je nog wél doet. U mag uw Wilde Tuin dus best een handje helpen. Plaats een houtblok voor de pissebedden. Maak een poeltje. Plant een zaadje. Het is tenslotte uw tuin. Als u deelneemt aan de Wilde Tuin, krijgt u maandelijks een nieuwsbrief waarin we u aansporen en uitdagen planten en dieren te determineren. En waarin we u bijpraten over de resultaten in andere Wilde Tuinen. Ook vragen we u drie of vier keer een enquête in te vullen, om te onderzoeken hoe het met de verwildering staat en wat het met u doet. Ook ontvangen wij graag foto’s van het project. Een panel van zes wetenschappers staat klaar om resultaten te bespreken en duiden. Zien we u in uw Wilde Tuin?

This article is from: