![](https://assets.isu.pub/document-structure/220309184618-ca362f2eeb7c437baad9d971b5298f8d/v1/ad56f8731aecfedf652d3a71b0815881.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
3 minute read
Wintertelling roofvogels 2022
Wintertelling roofvogels 2022 Hoeveel overwinteren er in de Krimpenerwaard?
Tekst en foto’s: Dirk-Jan Saaltink en Harry Verkerk
Advertisement
Van zaterdag 8 januari tot en met zondag 16 januari heeft de roofvogelwerkgroep voor het vijfde jaar op rij de jaarlijkse wintertelling uitgevoerd. Het was dit jaar echter wel een behoorlijke uitdaging, want in die week waren er behoorlijk wat dagen met mist. Ook dit jaar was de buizerd de meest geziene vogel.D
Mist is niet handig bij het tellen van (roof)vogels. Vanaf vaste punten proberen we met een telescoop zittende buizerds, haviken, biddende torenvalken, jagende sperwers en slechtvalken in beeld te krijgen. Met een zicht van 200 meter wordt dat lastig. Gelukkig zaten er ook heldere dagen tussen en hebben we alsnog de hele polder kunnen tellen.
We hebben de Krimpenerwaard verdeeld langs de lijnen van de 5-kilometerblokken. In totaal zes tellers/telteams zijn op pad geweest, die samen 232 roofvogels hebben genoteerd. Veruit het meest is wederom de buizerd gezien, met maar liefst 162 individuen. Net als vorig jaar is de torenvalk de nummer twee. Wel valt op dat het er een flink stuk minder zijn dan de afgelopen twee jaar. Er is duidelijk sprake van een fluctuatie, die wellicht is ontstaan ten gevolge van beschikbaarheid van voedsel, dat voornamelijk uit veldmuizen bestaat. De muizenpopulatie
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220309184618-ca362f2eeb7c437baad9d971b5298f8d/v1/5177fd5cef914c230a42fa0ddee56424.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Aantalsverloop van de twee meest voorkomende roofvogels in de Krimpenerwaard van de afgelopen vijf jaar
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220309184618-ca362f2eeb7c437baad9d971b5298f8d/v1/70db19ae738393fb65ced64d56bc1f13.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
kent een bepaalde op- en neergaande trend. In een onderzoek uit 2008 wordt een mogelijke landelijke cyclus van 3 tot 4 jaar gesignaleerd, die daarmee ook van invloed is op het bestand aan roofvogels. Voor de Krimpenerwaard is hiervan nog onvoldoende bekend.
Onze hoop was natuurlijk dat we een paar van de geringde vogels zouden terugzien. Maar het bleek nog best lastig om een torenvalk van dichtbij te zien te krijgen. Eén vogel werd gespot met een mintgroene kleurring (foto 1). Na het aflezen werd duidelijk dat dit niet een vogel uit de Krimpenerwaard betrof, maar een torenvalk die afgelopen zomer nabij Zegveld is geboren. Wel is één van ‘onze’ vogels al twee maal gezien in de polder van Eemnes. Hiermee wordt het belang van terugmelden van ringen weer eens onderstreept. Zie ook onze oproep in het artikel ‘Project Torenvalk, het eerste seizoen’ in de Waardvogel van december 2021.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220309184618-ca362f2eeb7c437baad9d971b5298f8d/v1/5ae1729e6ce9940ca5debc16e527ca82.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Foto 2: Vrouwtje blauwe kiekendief nabij het Doove Gat te Haastrecht.
De overige roofvogels werden in veel kleinere aantallen gezien. Deels omdat er veel minder van deze soort broeden in de Krimpenerwaard, zoals de havik en de sperwer, deels omdat het schaarse wintergasten zijn zoals de slechtvalk, blauwe kiekendief en smelleken.
Voor snelle jagers als havik, sperwer en slechtvalk is een waarneming een toevalstreffer, maar wel een leuke. De aanwezigheid van sperwers (maar ook havik) is ook af te leiden uit plukplaatsen. Kenmerkend voor sperwer plukplaatsen zijn een grote plek met losse veren, meestal op en rondom een afgezaagd boomstammetje. Zorgvuldig worden de veren uit de prooi geplukt, zodat er een kale kip overblijft. Door staart-, hand- en armpennen te verzamelen en thuis naast elkaar te leggen is meestal de prooi nog te determineren. Omdat sperwers en haviken standvogels zijn en het hele jaar in hun territorium blijven, zijn dergelijke plukplaatsen indicatief voor een sperwer territorium.
Voor het derde jaar op rij zijn er blauwe kiekendieven waargenomen, wat er op duidt dat dit terugkerende wintergasten zijn. Ook deze
Soort 2018 2019 2020 2021 2022
Buizerd 124 125 169 145 162
Torenvalk 57 42 101 81 52
Slechtvalk 1 3 6 3 7
Sperwer 4 9 6 6 7
Havik 1 2 0 1 1
Blauwe kiekendief 0 0 1 2 2
Bruine kiekendief 0 0 0 3 0
Rode wouw 1 0 0 0 0
Smelleken 0 0 0 1 1
keer hing een volwassen vrouwtje rond in de omgeving van het Doove Gat en in de polder Groot Keulevaart. In de wintertelling week is ook een mannetje blauwe kiekendief gezien, met zijn kenmerkende lichtgrijze kleed.
Al met al een goed jaar, alleen van de torenvalk zijn er minder geteld dan we hoopten. De ontwikkeling van de torenvalk proberen we verder in beeld te krijgen met ons torenvalkproject, dat in 2020 is gestart. Zie ook het artikel op bladzijde 26 van de Waardvogel uit december 2020. We maken ons weer op voor een nieuw broedseizoen met BMP-R tellingen en het inspecteren van torenvalk kasten. D
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220309184618-ca362f2eeb7c437baad9d971b5298f8d/v1/ca818842f8001ff921e6d013e8c523ea.jpeg?width=720&quality=85%2C50)