Donderdag 29 april 2010
Hello again!
Dit is een uitgave van
2
donderdag 29 april 2010
Inhoudsopgave 5 Hello again!
3
Bevrijding in kaart
4
Een Canadese vriend voor het leven
5
Strijd op Noord-Veluwe
6
Slag om Otterlo
7
Erewerk op ereveld Holten
8
Militaire uitrusting 1945
9
Tenten op Landgoed Spijkerbosch
10
Vurige vlammenwerpers in Zutphen
11
Hello Again! Parade en festival in Apeldoorn
12
Dankbaar gastgezin
14
Nog altijd trots op Canadese vader
15
Oorlogsexposities
16
Fan van Canada
17
Bevrijdingsliederen
18
Waar bleven de Duitsers?
19
Nog jaren zoeken naar munitie in Hoog Soeren
20
Jongeren zetten herdenking voort
21
Veteranen die thuis blijven
22
Eindelijk erkenning voor bevrijders
8
14
16
18
23
21
Onderop de pagina’s
Foto’s voorpagina
Een aantal weken geleden plaatste de Stentor een oproep. Laat de krant weten of u nog spulletjes thuis hebt liggen die herinneren aan de Canadese bevrijders, was het verzoek. Daar kwamen tientallen reacties op binnen. Een aantal treffende voorbeelden is geselecteerd voor deze bijlage. U vindt ze her en der verspreid, onderop de pagina’s - te herkennen aan het meisje met de Nederlandse vlag.
Boven: Warm welkom voor de Canadezen in Apeldoorn. Collectie H. Stokhuyzen/CODA Midden: De bevrijders rukken op richting Zutphen. Collectie Groot Graffelmuseum Warnsveld Onder: Een Deventer familie poseert met enkele Canadese soldaten. Collectie Wouter Veldhoen
22
Hello Again!
de Stentor
3
Hello again!
V
andaag landen ze op Schiphol - de inmiddels hoogbejaarde Canadese veteranen die 65 jaar geleden Nederland hebben bevrijd. Nog één keer vieren zij de bevrijding met ons mee. Of beter gezegd: nog één keer maakt een grote groep de oversteek om allerlei herdenkingsbijeenkomsten bij te wonen. Denk bijvoorbeeld aan de ceremonie op het ereveld bij Holten en de afsluitende nationale parade in Apeldoorn op zondag 9 mei. Ter ere van dat 65-jarig jubileum verschijnt vandaag deze bijlage bij uw krant. Een bijlage waarin wordt teruggeblikt op de hevige strijd die in april 1945 werd geleverd bij ondermeer Otterlo en Zutphen. Een bijlage waarin we uitgebreid aandacht besteden aan het verblijf van de veteranen in onze regio. Een bijlage waarin we nog eens uit de doeken doen waarom we dankbaar mogen zijn voor de moedige inzet van onze bevrijders. Vandaag landen ze op Schiphol - maar hoeveel zullen het er zijn? Dat blijft nog even onzeker. Vanuit Canada sijpelden in de afgelopen weken verontrustende berichten door. Een groot aantal zag de reis niet zitten. Te oud, te kwetsbaar voor zo’n lange trip. Zij zullen echter wel aanwezig zijn bij een van de herdenkingen in Canada, want ook daar staan de komende weken in het teken van ‘memorials’. Iemand die daar alles over weet is Gerry Blom. Veertig jaar geleden emigreerde hij vanuit Nederland naar Canada. Inmiddels is hij voorzitter van de Canada Holland Remembers Comite 2010. Blom werd gevraagd om het woord vooraf te schrijven voor deze bijlage. Omdat hij als geen ander ziet en merkt wat die ingrijpende oorlogsjaren nog altijd betekenen voor de veteranen. Een woord vooraf van pakweg 250 woorden? Blom aarzelde: waar moest hij beginnen? Vorige week kreeg ik een mail terug met een verhaal van vier A4’tjes. Te lang voor een woord vooraf, te lang voor de bijlage, maar zeer de moeite waard... Wat nu? U leest zijn bijdrage op de speciale site: www.destentor.nl/canadezen
Marco van den Berg Chef stadsredactie Apeldoorn & Epe
‘De Man met de Twee Hoeden’, het Nationaal Canadees bevrijdingsmonument, tegenover De Naald in Apeldoorn. In het Canadese Ottawa staat een kopie. Beide beelden werden onthuld door prinses Margriet, in Apeldoorn op 2 mei 2000, in Ottawa op 11 mei 2002. De beelden zijn ontworpen door Henk Visch, in opdracht van de Stichting Bevrijding ‘45. Foto Cees Baars
Colofon Uitgever/directeur Rienk Feenstra Hoofdredacteur Alex Engbers Redactie de Stentor Jarno Bleumink, Henk Brummelman, Jan Buter, Bert Felix, Wijnand Kooijmans, David Levie, Ron Maat, Jeroen Pol, Angelique Rondhuis, Johannes Rutgers, Berend van de Sande, Henk van ’t Veen en Arnold Zweers. Eindredactie Marco van den Berg, Ton van der Schouw
Fotografen Cees Baars, Ab Hakeboom, Jan Houwers, Maarten Sprangh, Tom van Dijke en Kevin Hagens Vormgeving Laura Speelziek Infografieken Arte Westerbaan Druk Wegener NieuwsDruk Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
4
donderdag 29 april 2010
Bevrijd door de Canadezen op...
Canadezen op de Markt van Raalte 18 April 19 April Nunspeet 18 April
11 April
Wijhe
Raalte
9 April
18 April
Hierden
Haarle
Epe
Harderwijk
13 April
Heerde
Nijverdal
13 April
Vierhouten
Olst
Wesepe
Heeten
9 April
Nieuw-Heeten
Rijssen
18 April Ermelo
17 April
Elspeet
Vaassen 18 April
Lettele 12 April Deventer
Uddel
Putten
12 April Garderen
19 April
8 April Holten
Diepenveen
Bathmen Markelo
Twello
17 April
Epse
Nijkerk Hoog Soeren
Apeldoorn
Gorssel Laren
Voorthuizen
17 April Voorst
Kootwijk
Lochem
Beekbergen
Barneveld
14 April Zutphen
Harskamp
De Glind
2 April
Hoenderloo Otterlo Lunteren
Scène uit de oorlogsserie ‘In het vuur van de storm’
Loenen 16 April Eerbeek
Borculo
1 April 15 April Brummen
Vorden Ruurlo
de Stentor
Hello Again!
5
‘Zo’n schat van een man’ Een bijzondere relatie met Canadees Bep Ruessink (71) uit Zutphen gaat vijftig jaar na de bevrijding achter de ex-geliefde aan van een Canadees. De geliefde is inmiddels overleden, maar Ruessink en de Canadees raken innig bevriend. Door Henk van ‘t Veen
E
en smoorverliefde Canadees moet in de laatste oorlogsdagen zijn meisje in Zutphen laten staan. Zijn regiment trekt verder naar Groningen. Vijftig jaar later denkt de man nog steeds verlangend aan haar terug en stuurt een brief. Het adres wist hij nog: de Heeckerenlaan. En natuurlijk haar naam: Frija Köhler. De brief komt op het goede adres aan. Maar daar wonen inmiddels Bep Ruessink en haar man Dick. Bep stuurt de brief terug naar Canada met de aantekening ‘Hier woont niet Frija Köhler maar Bep Ruessink’. Dan gebeurt er iets opmerkelijks. Een paar weken later komt op de Heeckerenlaan opnieuw een brief van de Canadees, Steven Podvinsky. Nu voor Ruessink. Hij vraagt of Bep weet waar Frija woont en sluit een foto van Frija in. De Zutphense is geraakt door de brief, een wanhopige brief en ze neemt contact op met het Zutphens Dagblad dat vervolgens via lezers vele tips verzamelt. Dat leidt tot een teleurstellend bericht: Frija was inmiddels getrouwd met een Nederlandse marine-officier en is rond 1985 overleden. Ruessink stuurt Podvinsky dit bericht inclusief enkele foto’s van Frija. Vervolgens laat hij haar weten zeer ontroerd te
zijn. Door de meegezonden portretten, maar ook door de inspanningen van Bep Ruessink. ‘Ik wil u duizend keer bedanken’, schrijft hij. En ook: ‘U moet naar Canada komen. Ik wil u zien’. Hij wil haar het verhaal over Frija vertellen en sluit voor de reis een cheque van een paar duizend gulden bij. Op haar beurt is Ruessink weer ontroerd door de dankbaarheid van Podvinsky en ze vliegt naar Canada. De zorg voor haar man, die zwaar hartpatiënt is, laat ze in goede handen over aan haar dochter. Ze krijgt het verhaal. Podvinsky, chauffeur van een hoge officier, had Köhler na zijn inkwartiering in Zutphen nog enkele keren ontmoet. Onder meer in Apeldoorn, waar ze bij kennissen verbleef. In 1946 gaat hij te-
„Mijn zus dacht wel eens dat hij verliefd op me was. Ik was dat niet op hem’’ rug naar Canada. Zonder Frija. Ze corresponderen nog tien jaar. Wanneer ze met de marineman trouwt, is het hoofdstuk wat Frija betreft afgesloten. Ondertussen trouwt ook Steven. Ruessink die in 1995 op bezoek bij Podvinsky is aangedaan door de hartstochtelijke en vergeefs gebleken liefde, raakt ook geëmotioneerd door de armoedige omstandigheden waarin ze de inmiddels broze bevrijder van destijds aantreft. Hij is dan 74 jaar. „Maar één overhemd. En de gordijnen ontbraken. Wel stond op een dressoir een ingelijste foto van Frija die we hem uit Zutphen hadden toegestuurd. ‘Die foto gaat met mij mee
het graf in’, zei Steven.” Hij was nog maar pas gescheiden van zijn vrouw. Ruessink trekt even met haar neus. „Het was een vieze boel hoor. Hij had aardig fortuin gemaakt als aannemer. Maar die vrouw had bijna alles meegenomen. Het was zo’n schat van een man. Hij kon maar niet begrijpen dat we zoveel moeite hadden gedaan om Frija op te sporen. ‘Jij bent onze bevrijder’, zei ik.” De tweede keer was Ruessink met haar zus in Canada. „Zij dacht: daar heb je weer zo’n verhaal van Trees heeft een Canadees. We hebben gevraagd of er kinderen van hem en Frija zouden kunnen zijn. ‘Steven, eerlijk zeggen, heb je met haar gevreeën?’ No never. Ach, hij was goudeerlijk.” Ruessink is nog een derde keer geweest. „Hij wou dat ik bleef. Steven kon ook niet mee naar Holland. Hij was te zwak en werd steeds slechter. In 2003 is hij overleden.” „Mijn zus dacht wel eens dat hij verliefd op me was. Ik was dat niet op hem. Op zo’n man zou ik nooit verliefd kunnen worden. Hij was in de zeventig, ik was vijftien jaar jonger. Toen die cheque bij ons binnenkwam en ik ook iemand mocht meenemen, zei ik tegen mijn man Dick ‘Hoe doen we dat?’. ‘Je moet erheen gaan’, zei hij. Zelf wilde hij voor geen goud ter wereld. Hij had pas een hartinfarct gehad.” „Ik noemde Steven ook wel ‘my little dad’. Mijn eigen vader ben ik op jonge leeftijd kwijtgeraakt. Mijn man is nooit jaloers geweest. Integendeel.” Uit de stapel brieven van Steven trekt ze een brief van haar man Dick tevoorschijn. „Die kreeg ik toen ik in Canada was. Hij schreef hoe zeer hij me die reis gunde omdat ik altijd zo voor hem zorgde. Zelf is mijn man drie jaar geleden gestorven, ik mis hem nog elke dag.”
Foto bovenaan: Steven Podvinsky en Frija Köhler kort na de bevrijding van Zutphen. Daaronder: Veteraan Steven Podvinsky voor zijn huis in Canada. Onderaan: Militaire pasfoto van Steven Podvinsky. Foto’s Familiealbum Bep Ruessink
Bep Ruessink bracht drie keer een bezoek aan Canada en koestert warme herinneringen aan ‘haar’ Canadees Podvinsky.
Foto Jan Houwers
6
donderdag 29 april 2010
Een greep uit de enorme collectie oorlogsfoto’s die beschikbaar is op de Noord-Veluwe. De foto’s zijn gepubliceerd in het recent verschenen boek ‘Het is oorlog’, geschreven door Aart Visser uit Nunspeet. Veel foto’s zijn gemaakt door wijlen A. Jansen en geschonken aan het Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe. Ook het NIOD stelde foto’s beschikbaar.
In twee dagen bevrijd Felle strijd tussen Putten en Voorthuizen Het einde van de Tweede Wereldoorlog ging op de Noord-Veluwe gepaard met een aantal ingrijpende incidenten. Wat opvalt is dat vooral gewone burgers op de valreep nog slachtoffer werden. Door Wijnand Kooijmans
Z
eg Tweede Wereldoorlog en Veluwe en iedereen denkt onherroepelijk aan het drama in Putten. De razzia in oktober 1944 was een vergelding voor een mislukte aanslag op de brug bij Oldenaller. Vrijwel alle mannen uit het dorp werden weggevoerd, bijna niemand van de opgepakte mannen keerde terug. En veel mensen kennen het verhaal van het Verscholen Dorp in het zogenoemde Pas Op Kamp tussen Vierhouten en Gortel. Hier brachten enkele honderden onderduikers korte of langere tijd door. Totdat het kamp bij toeval door Duitsers werd ontdekt... Eveneens een gebeurtenis die al veelvuldig is beschreven. Voor het overige kende de oorlog op de Noord-Veluwe een relatief rustig verloop. De inwoners werden af en toe geconfronteerd met Duitse controles. Het meeste gevaar kwam van de eigen bevolking die heulde met de bezetters. Zij gaven landgenoten aan die onderduikers verstopt hielden. Al was de scheidslijn tussen goed en kwaad soms ook heel dun. Bekend is het verhaal van een landgoedbezitter uit Nijkerk die zich eenmaal in uniform op straat vertoonde. Nadat hij hierop door plaatsgenoten werd aangesproken liet hij het uniform achterwege. Pas later werd bekend dat hij ook mensenlevens had gered. De grimmige kant van de oorlog werd pas goed merkbaar tegen het einde van de oorlog. Zo werden steeds meer bombardemen-
ten uitgevoerd op de spoorlijn tussen Amersfoort en Zwolle. Deze was belangrijk voor bevoorrading van de Duitse troepen. Berucht was de bocht in het spoortraject bij Harderwijk. Hier moesten de treinen met gevangenen vaart minderen. Voor velen was dat het sein uit de rijdende trein te springen. Hierdoor wisten mensen te ontkomen. Anderen liepen recht in de armen van Duitse soldaten en werden neergeschoten. De daadwerkelijke bevrijding van de Noord-Veluwe begon op 17 april 1945 in Voorthuizen. Een tankbataljon kreeg opdracht op te trekken naar Putten en kreeg later op de dag assistentie van infanteristen. De Duitsers bleken niet bereid zich zo maar gewonnen te geven. Ze waren nog in het bezit van anti-tankkanonnen, pantservuisten en machinegeweren. Dat leidde tot een fel gevecht tussen Voorthuizen en Putten. Vier bevrijders kwamen om. Van de zeventien tanks van de bevrijders gingen er
Ze hoefde maar achterom te kijken om te zien hoe de eerste tank binnen reed twaalf verloren. Uiteindelijk moest de opmars zelfs worden stopgezet. Pas op 18 april werd deze onder de bescherming van grondmist voortgezet. Hierbij deed zich een tragisch ongeval voor met een Canadese mitrailleur waardoor twee doden waren te betreuren. In de Puttense buurtschap Steenenkamer kwam nog een vrouw om het leven bij schermutselingen tussen Canadezen en Duitsers. Vanuit Putten rukten de bevrijders snel op richting Ermelo. Daar was nauwelijks meer sprake van tegenstand. Bekend is het ver-
haal van een meisje dat ‘gastvrijheid’ vroeg voor haar fiets omdat Duitsers verderop in de straat bezig waren fietsen te vorderen. De eigenaar van het huis kon haar geruststellen. Ze hoefde maar achterom te kijken om te zien hoe de eerste Canadese tank Ermelo binnen reed. De bevrijding was nabij. De Duitsers gingen er als een haas vandoor in de richting van Harderwijk, op de fietsen die even daarvoor door hen waren gegapt. De klinkerweg door Ermelo werd volledig vernield door de steeds maar in grotere aantallen binnenrollende tanks. De bemanning werd bestormd door de inwoners van Ermelo. Vandaag de dag verwonderen ooggetuigen van destijds zich er nog steeds over dat er geen ongelukken zijn gebeurd. NSB’ers en anderen die fout waren geweest, werden in hun huizen gesleept. Ze moesten werken aan het afbreken van de stellingen met afweergeschut, die hier in de omgeving waren gebouwd door de Duitsers. Vanuit Ermelo werd zonder al te veel tegenstand opgerukt naar Harderwijk. Daar werd een tijdelijk hoofdkwartier ingericht in hotel Baars aan de Smeepoortstraat waar bevrijders en mensen van de ondergrondse elkaar troffen. Een plaquette aan de muur van dit hotel herinnert nog aan deze tijd. Voor de Harderwijker vissers betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog een einde aan een bange tijd. Belangrijke delen van het IJsselmeer waren jarenlang gesloten geweest voor de visvangst. Ook werden de vissers streng gecontroleerd om te bezien of er geen vis buiten de visafslag om werd verkocht. Regelmatig beschoten de Duitsers de vissersschepen. Soms ‘slechts’ om de schietoefeningen bij te houden. Bij die beschietingen en bombardementen kwamen veel Harderwijker vissers om het leven. In april 1945 kwamen de Duitsers in Harderwijk in de val te zitten. Uit vrees dat hun schepen door de Duitsers werden gevorderd voer een colonne van zo’n tien sche-
pen onopgemerkt de haven uit. De vaartuigen werden zo hoog mogelijk op het droge gezet. Maar de Duitsers wisten met een motorvlet bij de schepen te komen en bliezen deze als wraak op. Let wel: één dag voor de bevrijding. In de haven lagen de dag voor de bevrijding ook nog twee Duitse marineboten en een aantal vrachtschepen. Deze werden aangevallen door vliegtuigen van de geallieerden die een wachtschip, twee aken en een sleepboot tot zinken brachten. Ook kwamen twee Duitsers om het leven. Waar Putten, Ermelo en Harderwijk de achttiende april al werden bevrijd, kwam Nunspeet pas een dag later aan de beurt. De dag voor de bevrijding werd aan de Spoorlaan nog een vrouw dodelijk getroffen door granaten. En een Duitse soldaat wilde er in Hulshorst vandoor met een fiets die aan ene Aart van de Waterweg toebehoorde. De Hulshorster wilde zijn tweewieler niet af-
Bij de beschietingen en bombardementen kwamen veel vissers om het leven staan, sloeg op de vlucht en werd door de Duitsers dood geschoten. Nunspeet werd vanaf twee kanten bevrijd. Zowel vanuit Harderwijk als Epe trokken tanks Hulshorst en Nunspeet binnen. Even was het spannend, omdat er nog Duitsers waren. Na een omsingeling van het bos waarin ze zich bevonden gaf de laatste groep van dertien Duitsers zich over. Eerder die dag waren Wezep, Oldebroek, Elburg en Doornspijk al bevrijd - zonder al te veel moeite. Daarmee kwam de oorlog op de Noord-Veluwe ten einde.
de Stentor
Hello Again!
7
De laatste grote slag Otterlo toneel van zware gevechten Langs de Dorpsstraat in Otterlo staat een klein monument. De roestvrijstalen maple leaf herinnert aan een verwoede strijd tussen Duitsers, Canadezen en Britten. Het was het laatste grote gevecht in Nederland.
speelden zich onvoorstelbare gevechten af. Om iedere kamer werd gevochten. De dokter en zijn vrouw lagen onder matrassen in de voorkamer, om zich enigszins te beschermen. Het ene moment renden er Duitsers over hen heen, dan weer Canadezen. De Duitsers leken aan de winnende hand, tot een groepje verdwaalde Canadese artilleristen bij toeval in de omgeving van Otterlo op Britse eenheden met Churchill-tanks stuitten. Zij schoten te hulp. Reitsma: ,,Dat gaf de doorslag. De tanks waren uitgerust met vlammenwerpers. Ze hebben de Duitsers uit hun opstellingen gebrand.’’ In de uitgave ‘Otterlo, over oorlog en bevrijding’ vertelt boer Peet Brons hoe hij op 17 april ‘s ochtends vroeg de kelder uitgaat. ,,Ik open de achterdeur. Pang..., knalt het, pang, pang. De kogels fluiten me om de oren. Ik doe de deur snel weer dicht en ga de koeien melken.’’ Als hij daarna weer naar buiten kijkt ziet hij een twijg omhoog gaan met een theedoek eraan. ,,Wat een vreugde! De Duitsers geven zich over.’’ Zestien Canadezen, zes Britten, vier burgers en ongeveer honderd Duitsers kwamen in Otterlo om het leven. Vierhonderd Duitsers werden krijgsgevangen gemaakt, enige honderden wisten de Grebbelinie te bereiken. Veel Otterloërs moesten na de oorlog in houten noodwoningen leven omdat hun huis kapot was geschoten. De familie Bruil leende 1500 gulden van de dorpsdokter om hun huis te herbouwen. In dat huis werd een kindje geboren. Ze noemden hem Jan.
kerk bijeen om de aanval van de volgende dag voor te bereiden’’, vertelt brigadegeneraal buiten dienst Jelle Reitsma, die het verloop van de slag heeft bestudeerd. Maar van een rustige voorbereiding zou geen sprake zijn. Ongeveer duizend Duitsers hadden Otterlo uitgekozen om door te breken richting Grebbelinie. Ze vreesden ingesloten te raken door de opmars van de Canadezen uit Apeldoorn en Arnhem. De Duitsers dachten in het dorp alleen wat Canadese verbindingstroepen aan te treffen. Kort na middernacht begon de Duitse aanval. ,,Wat volgde was een man tegen man gevecht in het stikkedonker’’, vertelt Apeldoorner Reitsma. ,,De voorste gevechtseenheden
Door Berend van de Sande
W
ie aan de bevrijding van ons land denkt ziet foto’s voor zich van feestvierende menigten, Canadezen met meisjes om hun nek en kaalgeschoren ‘moffenhoeren’. In Otterlo ging het anders. Dagenlang zaten de dorpelingen in kelders terwijl boven hun hoofden een felle strijd woedde. Vier dorpelingen kwamen om het leven, waaronder de vijfjarige kleuter Jan Bruil. Het zou de oudere broer geweest zijn van Fred Bruil (55), die uit familieverhalen weet wat er is gebeurd. ,,Mijn ouders en vier kinderen zaten in de kelder toen hun huis kapot werd geschoten. Ze moesten eruit. Mijn vader droeg Jan op zijn arm. Bij het verlaten van de kelder werd Jan geraakt door een granaatscherf. Hij was op slag dood.’’ De Canadezen namen op 16 april Otterlo in. Bij beschietingen over en weer kwamen de vier Otterloërs om het leven. Na de inname vestigden de Canadezen hun hoofdkwartier in Otterlo. ,,Rond middernacht kwamen de officieren in de hervormde
„Pang..., knalt het, pang, pang. De kogels fluiten me om de oren’’ waren Otterlo al voorbij waardoor koks en klerken moesten meevechten. Een Canadese tank reed door het dorp heen en weer om de Duitsers te intimideren maar durfde niet te schieten uit angst eigen troepen te raken.’’ Het urenlange gevecht verliep chaotisch. Niemand wist wie vriend of vijand was. In het huis van dorpsarts Beumer (tegenwoordig hotel-restaurant ‘t Witte Hoes)
Otter m o lo ag l S
Putt
Garderen
1e Canadese Infanteriedivisie Stroesezand Voorthuizen
Barneveld
Apeldoorn
Kootwijk Stroe Boswachterij Kootwijk
war
Kootwijkerbroek
Fred Bruil (bovenste foto) weet uit de familieverhalen hoe zijn oudere broer Jan om het leven kwam. Diens naam staat bij het monument aan de Dorpsstraat, samen met die van drie andere burgerslachtoffers en van de geallieerde militairen die omkwamen. Op de zwartwitfoto Duitse krijgsgevangenen na de slag in Otterlo. Foto’s Berend van de Sande en Familiealbum Fred Bruil
Beekbergen
Harskamperzand
Spelderholt
Harskamp Loenen
Wekerom
Hoenderloo Eerbeek
17 april 1945 Lunteren
Otterlo
Nationaal park De Hoge Veluwe
Loenermark
Renswoude Planken Wambuis
5e Canadese Pantserdivisie Nationaal park Veluwe zoom
Ede Veenendaal
Bennekom
Wolfheze Arnhem
IJssel
Wageningen R
Heteren
E
Plaquette Bij het monument aan de Dorpsstraat zal op 4 mei een plaquette worden onthuld waarop staat hoe de 5e Gepantserde Divisie van het Canadese leger in Otterlo de terugtrekkende Duitsers de pas afsneed. Naast de tekst staat een portret van Bert Hoffmeister, de generaal die de Canadezen aanvoerde. Zijn zoon en twee leerlingen van de Erica-school zullen de plaquette onthullen.
donderdag 29 april 2010
Andre Deijk en zijn collega’s zijn volop aan het werk om de begraafplaats voor 4 mei zo mooi mogelijk te maken.
Erewerk op ereveld Tuinieren in Canadese dienst Op de flank van de Holterberg in Holten liggen ondermeer de Canadezen die sneuvelden in deze regio. Elk jaar vinden er verschillende herdenkingen plaats. Op 4 mei komen duizenden naar de berg, onder wie Prinses Margiet. Door Angelique Rondhuis
Z
evenduizend mensen worden er verwacht op 4 mei, wanneer in Holten de doden herdacht worden. Het belooft nog grootser te worden dan vijf jaar geleden. En hoveniers Andre Deijk en Jan Deijk zijn al sinds 2008 bezig met de voorbereidingen. Alle 22 banen met graven moeten gekrabbeld worden, zodat het fris oogt. Maar dat is wat de Holtense mannen in dienst van de Common Wealth altijd doen. Al jaren lang. Ieder jaar wordt er vanuit Canada zo’n ton gespendeerd aan het ereveld in Holten, de salarissen van de heren niet meegerekend. Nu zijn alle banen opnieuw ingeplant, de eersten al in het najaar van 2008. Want zo’n grote plantenrenovatie kan niet zomaar in een paar maanden tijd. „Voor elk graf staan drie planten. Wij kiezen altijd voor inheemse planten. Het liefst ook nog zo dat er elke keer weer wat bloeit’’, zegt beheerder Andre. „Dat vergt wel wat puzzelwerk.’’ Want niks mag gelijk zijn, maar tegelijkertijd moeten de graven aan elkaar gespiegeld worden. Aan de ene kant van de begraafplaatsopgang is het precies tegenovergesteld van aan de andere zijde. Niemand die het opvalt, maar zo moet het, en zo doen de mannen het met liefde. Bovendien staan om het graf een roos en een ‘hogere’ plant. De borders achter de grafsteen mogen maximaal 22 en minimaal 12 centimeter zijn.
Voor de steen geldt een border tussen de 40 en 65 centimeter. Het gras moet dus zeer precies afgestoken worden. „Bovendien krijgen zes graven nieuwe stenen. Die staan er voor de herdenking. Elk jaar worden er wel een paar vervangen. Het moet altijd goed zijn, maar voor 4 mei moet
„Enigszins schuchter komen nu ook Duitsers kijken op de begraafplaats’’ het wel een beetje extra worden.’’ Er zijn slechts weinigen die zich realiseren dat de Canadese Begraafplaats op de flank van de Holterberg helemaal geen Nederlands grondgebied is. Het terrein is na de oorlog geschonken aan de Common Wealth
en is Canadees grondgebied. „Ik moet dan ook wel eens glimlachen als een bezoeker opmerkt: ‘Zo, onze belastingcenten worden hier goed gebruikt’. Nou nee hoor, geen cent. Canada betaalt veel voor haar erevelden. Die van de Eerste Wereldoorlog worden ook nog steeds strak bijgehouden. Wat dat betreft, zal het dus minstens nog wel een jaar of vijftig doorgaan.’’ Zo’n honderdduizend mensen bezoeken de begraafplaats elk jaar. Veel Nederlanders, maar ook elke week wel een paar jonge Canadezen, op zoek naar hun familieleden. „Die dwalen dan tussen de graven, begrijpen het systeem niet zo goed. Dan helpen we ze natuurlijk en leggen we uit wat we hier doen. Dat waarderen ze heel erg.’’ Duitsers komen er ook steeds meer. Enigszins schuchter worden de mannen dan aangesproken. „Ze weten natuurlijk niet hoe de stemming over Duitsland hier is. Maar het wordt altijd een mooi gesprek. Ze willen heel graag meer weten.’’
Duizenden herdenken op begraafplaats Prinses Margriet en haar man Pieter van Vollenhoven, de Canadese minster Blackburn van Veterans Affairs, honderden kinderen uit Canada en Nederland, en duizenden anderen bezoeken de Canadese begraafplaats in Holten op de ochtend van 4 mei voor een indrukwekkende herdenking. Canadezen zullen er veel zijn, maar het aantal veteranen valt in het niet bij vijf jaar geleden. Nu zullen er ook vele jonge Canadezen zijn die speciaal voor de herdenkingen en bevrijdingsfeesten naar Europa komen. De Holterberg is ten tijde van de herdenking hermetisch afgesloten. Extra publiek kan niet langskomen. Verkeer kan de berg niet op, om te voorkomen dat de tientallen bussen in de problemen komen. Mensen kunnen in Holten wel in de gehele bevrijdingsweek een speciale Canadezenroute fietsen. De route is verkrijgbaar bij de Holtense VVV en langs de route is van alles te doen. www.canadezenroute.nl
Foto’s Ab Hakeboom
''Op de Canadese Begraafplaats bloeit elk jaargetijde een andere plant''
8
de Stentor
Hello Again!
9
Uitrusting uit 1945 Van scheermes tot Stengun
Een jack met diepe borstzakken, een pantalon, helm met camouflagenet en een paar kistjes: veel meer had het uniform van de Canadese bevrijders niet te bieden. Foto’s Cees Baars
Een gifgasbeschermingsset: onmisbaar bij aanvallen van Duitse pelotons. De ratel was bedoeld om kameraden te waarschuwen. De instructiekaart leert de gebruiker er ‘very soon’ bij te zijn...
Henri Boerdam uit Raalte verzamelt ‘militaria’. Hij heeft inmiddels zóveel spullen, dat hij zelfs overweegt een museum te openen. Speciaal voor deze bijlage selecteerde Boerdam een aantal onderdelen van de standaard militaire uitrusting van de Canadese strijders ten tijde van de bevrijding.
Een Stengun en een Lee Enfield geweer. Van de Stengun is De handgranaat: een zeer explosief wapen waarbij het vooral aanbekend dat het wapen af kon gaan als het op de grond viel. kwam op een gerichte worp richting vijandelijke manschappen.
Een persoonlijke verzorgingsset met ondermeer schoensmeer, bestek, een spel kaarten en een scheermes.
Plunjebaal
Edwin Knoeff (37) met de plunjebaal van M.W. Butcher. Foto Cees Baars
Hij zoekt alles op, heeft veel gelezen over de oorlog en de plunjebaal van de Canadees M.W. Butcher omringt hij met alle zorg. Belastingambtenaar Edwin Knoeff (37) is gefascineerd geraakt door de oorlog. De canvaszak was bedoeld voor persoonlijke spullen en kwam in bezit van zijn vader die aan de Schuttersweg in Apeldoorn woonde. ,,Hij was twaalf en ze zochten die Canadezen vaak op. Dan kregen ze chocola en soms wat spullen mee.” Aan de binnenkant van de baal zit een label van de fabrikant: ‘Hugh Carson Company Ottawa-Canada’. Ook kreeg zijn vader twee zakmessen. Het een met de inscriptie ‘1944 Richards Sheffield’ en het ander met ‘1945 Wilson’. Verder bewaart Knoeff uit de nalatenschap van zijn overleden vader nog een koperen baretembleem. ,,De belangstelling voor de oorlog is er omdat mijn opa bij de ondergrondse zat. Ik heb gehoord over het vervalsen van distributiebonnen. Een andere opa is twee keer weggevoerd naar een werkkamp en ook weer ontsnapt.”
10
donderdag 29 april 2010
Eef van Limburg-Stirum en het gastenboek van Landgoed Spijkerbosch.
Foto Henk van ’t Veen
Tent opgeslagen op Spijkerbosch Canadezen te gast op landgoed Spijkerbosch. Een klein feestje. Eef van Limburg-Stirum vond in het familie-archief foto’s terug uit de aprildagen van ‘45. Door Henk van ‘t Veen
L
andgoed Spijkerbosch bij Boskamp heeft de oorlog zonder schade doorstaan. De villa van de bewoners, de familie Van Limburg-Stirum, is niet in gebruik genomen als kwartier door Duitse troepen. Evenmin heeft het landgoed te lijden gehad van gevechten rond de IJssel. Wel deelde Spijkerbosch in de vreugde rond de bevrijding. Zo blijkt uit een verzameling foto’s die de huidige bewo-
ner Eef van Limburg-Stirum vond tussen stapels dozen met nog niet verwerkte documenten en foto’s uit het familiearchief. De familie vierde de bevrijding wel met een rouwrand want een oom van Van Limburg-Stirum had in gevecht met de Duisers op de Ginkelse Heide op 10 mei 1940 het leven verloren. Op 13 april kreeg Spijkerbosch, waar de grootouders van Van Limburg-Stirum woonden, bezoek van een kleine groep ‘Canadian Scottish’ soldaten. Zij sloegen de tenten op naast de oprijlaan om er de nacht door te brengen. Na een feestelijke avond op het landgoed vertrokken ze de volgende dag om verder te vechten. De namen van de in totaal zeven mannen zijn terug te vinden in het gastenboek dat doorgaans bij feestelijke gebeurtenissen in de hal werd gelegd.
''Canadese soldaten kampeerden op Landgoed Spijkerbosch''
Feesten op het landgoed
de Stentor
Hello Again!
11
Vurige vlammenwerpers Bevrijding van Zutphen was bloedige strijd Na de Hongerwinter kwam op 28 maart 1945 de bevrijding van de rest van Nederland op gang vanuit - vreemd genoeg Duitsland. Britse troepen slaagden er in een wig te drijven in de Duitse verdedigingslinie. Door Henk Brummelman
T
en oosten van Emmerich slaagden ze erin de Rijn over te steken. Het bood drie divisies van het Canadese leger de gelegenheid hun troepen de Rijn over te zetten. Allemaal trokken ze via de smalle Achterhoek in noordelijke richting. De tweede divisie moest Noord-Nederland bevrijden. De eerste divisie boog om Zutphen heen om bij Gorssel de IJssel over te steken voor de bevrijding van de Veluwe. De derde divisie was aangewezen om de IJsselsteden te ontzetten. Zij stuitten na Doesburg meteen op een levensgrote hindernis: Zutphen. De Duitsers hadden hier een complete vesting van gemaakt, die ‘tot de laatste man’ moest worden verdedigd, zoals blijkt uit de instructies in het dagboek van een Duitse soldaat, dat na de oorlog in een van de stellingen werd gevonden. Aan de verdedigingsring rond Warnsveld en Zutphen was maanden gewerkt met loopgraven en mitrailleur- en kanonstellingen. De Duitsers hadden de laatste weken versterking gekregen van een Fallschirmjäger Division. Zelfs 16- en 17-jarigen maakten hier deel vanuit. De Canadezen kwamen op eerste paasdag (1 april) al aardig in de buurt van Zutphen. De buurtschap Warken (hemelsbreed enkele kilometers van Leesten) werd 2 april bevrijd, waarbij nauwelijks materiële schade werd veroorzaakt. Dat konden de bewoners van het gebied rond Leesten niet zeggen. Met name door de felle tegenstand die de Duitsers daar op 4 en 5 april boden, zetten de Canadezen alles in waarmee ze de vijand konden bestoken. Daar hoorden – tot verdriet van de Leestenaren – ook vlammenwerpers bij. Maar liefst 47 boerderijen wer-
Begin april 1945: Canadese infanteristen rukken vanuit de Achterhoek op in de richting van ‘vesting’ Zutphen. Foto Collectie Groot Graffelmuseum Warnsveld den daarbij door brand verwoest of door granaatvuur zwaar beschadigd. Ook de molen van Leesten, waar een scherpschutter in zat, werd in brand geschoten. De kracht van de napalm uitbrakende vlammenwerpertanks hebben de Duitsers onderschat. Want op deze manier werd een stelling met een compleet peloton Duitsers in brand gezet. „De volgende dag troffen we daar dertig verkoolde lichamen aan. Dat is het ergste wat ik in de oorlog heb gezien”, scheef de Canadese infanterist Lester Murphy. Bij een oude luchtafweerstelling lieten de Duitsers nog eens een dozijn doden achter.
Maar ook de Canadezen moesten grote verliezen incasseren. Alleen op Warnsvelds grondgebied waren dat er al 36. Met Zutphen erbij zelfs 68. In Leesten sneuvelden elf leden van het Glengarrian-regiment. Hun namen blijven voortleven in de Zutphense nieuwbouwwijk Leesten, doordat straatnamen naar hen zijn vernoemd. Een deel van de straten is al in gebruik. Op 5 mei wordt een speciale brug in die wijk in gebruik genomen, die de naam van een van de gesneuvelden heeft gekregen. Ook zijn daar Maple Leafs, het symbool van de Ca-
Keuken
Ingrid Fuhri Snethlage met bord van de dienstkeuken.
Foto Cees Baars
Meteen na de bevrijding sloegen Canadezen hun tenten op naast het huis van familie Fuhri Snethlage aan de Jacob Damsingel in Zutphen. De aangetrouwde Ingrid Fuhri Snethlage (74) bewaart een blauw bord met de tekst ‘Kitchen out of bounds to all ranks’ als herinnering. ,,Ze hadden een keuken ingericht die waarschijnlijk alleen toegankelijk was voor keukenpersoneel.’’ Toen de soldaten verder trokken, bleef het bord achter en kwam het in bezit van de familie van haar man. Ingrid woont nog steeds in de oude woning van haar schoonfamilie. De tijdelijke buren van de familie kwamen wel eens langs voor de gezelligheid. Fuhri Snethlage: ,,Zelf woonde ik in Wassenaar en was negen in mei 1945. Mijn man was toen 21. Een jaar geleden overleed hij. Hij had het vaak over de oorlog. Zo was er het verhaal over zijn zus. Zij was veertien en droeg van die meisjesachtige vlechten. Die wilde ze eraf om wat ouder te lijken. Dat mocht niet van de ouders met die Canadezen zo dicht in de buurt.”
nadese vlag, in de reling verwerkt. Toch hebben ook de burgers van Warnsveld flink onder het oorlogsgeweld geleden. Op 4 en 5 april vielen in totaal elf burgerslachtoffers. In het naburige psychiatrisch ziekenhuis Groot Graffel werden nog eens dertien patiënten door Canadees granaatvuur gedood. En dat alleen omdat de Canadezen dachten dat daar een Duitse commandopost in was gevestigd.
Veldkruisje in Leesten. Foto Ronny te Wechel
12
donderdag 29 april 2010
Paleis Het Loo
Canada monument
Middenlaan
Voorm. Kon. Stallen Rijtuig Museum
eg ew s l o Zw
de Naald eweg foorts Amers
Foto: Tom van Dijke
Canada monument
n
laa
Koning Lodewijklaan
Jac htl
Via deze route rijden de veteranen na het defilé naar Omnisport.
o Lo
aan
Route die de veteranen afleggen tijdens de Street Parade.
Toiletten Fietsenstalling
Start 12.00 uur Bands Streetparade Loolaan – Kerklaan
aan dal a n Ca
Grote Kerk Orpheus
Ker kla an
Re ge nt es se laa Oranjepark n
Caterplein aat erstr t n e Dev
Eindpunt voor muziekkorpsen Raadhuisplein
aat sstr tion Sta
Museum Centrum
t aa str ofd Ho
The Band of the Canadian Armed Forces The Regimental Band of the Lincoln & Welland Regiment The Colchester Legion Pipes & Drums The 33rd Halifax Pipes & Drums The Peel Regional Police Precision Drill Team OMS Band Foster Hanson The volunteer Band of Vancouver Ontario/Toronto Fire Service Pipes and Drums The Band of the Cadets 48th Highlanders of Canada The Band of HM Royal Marines Scotland The Pipes & Drums of the Royal Scots Borderers The Pipes & Drums of the Royal Air Force Waddington The Pipes & Drums of the Royal Engineers The Pipes & Drums of the Royal Artillery The Pipes and Drums of the Southern Highlanders Musique des equipages de la flotte Brest Trompetterkorps der Koninklijke Marechaussee The Pipes & Drums of the Royal British Legion, Amsterdam Branch The Royal Oman Army Pipes & Drums The Representative Orchestra of the Pomeranian District The Steel Band of the Trinidad & Tobago Defence Force The US 1st Armoured Division Band of The Us Navy Band Naples The Pipes and Drums 48th Highlanders of Holland
at nstra elma Voss
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
Oranjerie
at tra s r lve
Ka
Trein- en b
Royal Air Force Waddington Pipe Band © de Stentor / Arte Westerbaan
Hello Again!
de Stentor
Street Parade Apeldoorn, 9 mei 2010
1945
0 20 1
eid h j i r v in 65 jaar
Foto: Maarten Sprangh
O van
at tra s r nte ve e D
eld ssev
De organisatie hoopt dat veel toeschouwers van de parade de moeite nemen om ook naar Omnisport te gaan. Zij hebben daar gezelschap van prinses Margriet en andere leden van de koninklijke familie. Wie het niet doet voor een gevarieerd programma dat ook nog eens gratis bij te wonen is, zou alleen al voor de veteranen naar het Liberation Festival moeten komen, meent de organisatie. ,,Zij verdienen een triomfantelijke entree in een vol Omnisport.’’
n Laa
Met twee grote activiteiten eren Apeldoorn en omliggende plaatsen op 9 mei hun Canadese bevrijders. Eerst gaan enkele honderden veteranen in een defilé door een deel van de binnenstad. Daarna is er een muzikale hulde in Omnisport. Beide evenementen zijn gratis toegankelijk. Apeldoorn heeft inmiddels een traditie op het gebied van defilés. Sinds 1985 komen om de vijf jaar grote groepen bevrijders om hier in een parade door de straten te trekken. De laatste edities waren het vrijwel allen Canadezen. Zij speelden dan ook een zeer belangrijke rol in de bevrijding van deze regio. Een hoogtepunt, voor zover aan te wijzen, was de tocht van 1995. Sindsdien nam het aantal deelnemers af, terwijl hun leeftijd vanzelfsprekend juist steeds verder steeg. Maar wat gelijk is gebleven zijn het grote enthousiasme van het publiek en de bijzondere, soms emotionele ontmoetingen tussen de helden van de bevrijding en meerdere generaties Nederlanders langs de route. Dat zelfs voor ijzervreters de jaren wat gaan tellen leidt ertoe dat zij de parade niet meer lopend afleggen - al weet je het bij sommigen nooit zeker. Keep Them Rolling levert een verzameling legervoertuigen
waar de veteranen in en op zitten. Zij worden begeleid door ruim twintig (militaire) muziekkorpsen uit verschillende landen. Om nieuwe spontane begroeting niet in de weg te zitten, ontbreken dranghekken langs de route. De organisatie rekent erop dat er wederom een volksfeest ontstaat dat zichzelf in goede banen leidt. De Street Parade begint om 12 uur. Aansluitend zetten de voertuigen koers naar Omnisport. Daar begint om 13.30 uur het Liberation Festival. Rond 14.30 uur marcheren de veteranen het sportcentrum binnen, begeleid door 120 doedelzakspelers. Daarna volgen optredens van uiteenlopende artiesten met evenzo uiteenlopend repertoire: variërend van Waylon, ster van deze tijd, tot Andrews Sisters en Glenn Miller Orchestra, die muziek van ‘toen’ laten herleven. De afmars van de veteranen is rond 15.30 uur voorzien, het programma loopt door tot 17.30 uur. Dat de NOS beelden van zowel de parade als het Liberation Festival op televisie uitzendt, geeft wel de landelijke uitstraling van de dag aan.
Deve nters traat
Stad skad e
Zutp
hense straa t
raat Molenst
ntrum traat-Ce Molens
Static show van militaire voertuigen
busstation Waylon is één van de acts in Omnisport. Foto: ANP
Laan van Eric a
an stla u r n Wape
Liberation Festival 13.30-17.30 uur – Omnisport Canadian Connection atis Ent ree gr Glenn Miller Orchestra Band of 120 Pipes and Drums Vera Lynn Songs door Linda Veenhuizen en Forest Jazz Band Andrews Sisters door band “Yes Sister, Jazz Sister” Waylon and band Foto: ANP
13
14
donderdag 29 april 2010
Dankbaar gastgezin Familie Bosman laat veteranen logeren Het topjaar van het Apeldoornse gastgezin Bosman was 1990. Diny en Wim hadden dat jaar drie veteranen en twee echtgenotes in hun huis aan de Prinses Beatrixlaan. ,,Vijf was ons maximum. We hebben toen een busje gehuurd om ze allemaal te kunnen vervoeren.’’ Door Berend van de Sande
T
wintig jaar later is er veel veranderd. Wim en Diny Bosman wonen tegenwoordig in een appartement aan het Stationsplein. Drie van de zes veteranen die ze in het verleden onderdak boden zijn overleden. Een vierde verblijft in een verpleeghuis na een hersenbloeding. ,,Don wilde nog komen, maar dat gaat echt niet meer. Je kunt hem ook haast niet meer verstaan via de telefoon.’’ Herb Pike, 85 inmiddels, komt nog wel logeren bij Wim en Diny. Pike die zo sappig kan vertellen over de feestjes die na de bevrijding van Apeldoorn werden gegeven op Paleis Het Loo. Pelotonssergeant Pike voerde met een vrachtwagen Apeldoornse meisjes aan, met fiets en al. Wim: ,,Hij houdt bij hoog en bij laag vol dat hij toen het hek van het paleis uit de grond heeft gereden.’’ De Bosmans kregen voor het eerst contact met de veteranen in 1985. ,,We zaten toen net in een verbouwing dus konden geen gastgezin zijn. Maar we zijn wel naar de Canadian Club gegaan, die aan de Vosselmanstraat zat. We leerden er drie mannen kennen en nodigden ze uit om bij ons te komen eten. Dat klikte zo goed dat we altijd bevriend zijn gebleven.’’ Die eerste ontmoeting was niet alleen voor Wim en Diny heel bijzonder. Ook de veteranen zagen elkaar voor het eerst na de oorlog terug. ,,Het was heel emotioneel voor hen. Het waren ook alleen mannen die eerste keer. Later zijn ze hun vrouwen mee gaan nemen, zodat zij alles mee konden maken.’’ Het contact met de veteranen bleef niet beperkt tot de vijfjaarlijkse vieringen. Al in
1986 hadden ze weer een veteraan als logee. En dat is vrijwel ieder jaar zo gebleven. Wim en Diny Bosman hebben stapels foto’s van alle uitjes die ze met de veteranen maakten, van de Keukenhof en Amsterdam tot Vlissingen en zelfs een keer naar Wenen. En ze hebben stapels herinneringen aan al die momenten die ze met hun gasten beleefden. ,,Uren konden die mannen met elkaar praten over alle veldslagen die ze hadden meegemaakt’’, vertelt Diny. En die keer dat ze een feestje hadden gehad in Ugchelens Belang. Midden in de nacht kwamen de veteranen thuis. ,,Ze hadden zin in eieren. Hebben we ‘s nachts twintig tot dertig eieren staan bakken. Het was zo gezellig. Ze waren ook zo dankbaar.’’ Zelf zijn Wim en Diny zeven keer op bezoek
„Uren konden die mannen met elkaar praten over alle veldslagen’’ geweest bij veteranen in Canada. ,,De eerste keer dat we ernaar toe gingen heb ik een paar pakken gele en bruine vla meegenomen’’, weet Wim nog. ,,Dat vonden ze bij ons zo lekker. Ik heb ze in een regenpijp gestopt, er doppen op gedaan en in mijn koffer gestopt. Diny wist van niets. Je mocht immers helemaal geen etenswaren meenemen.’’ Nu komt er nog maar één veteraan logeren, Herb Pike, de man van het paleishek. De feeststemming van vroeger zal er niet meer zijn. Teveel mensen zijn er niet meer bij. Diny: ,,Herb’s vrouw is pas overleden. Het zal voor hem best emotioneel zijn.’’ De tijd van de vijf Canadezen in huis komt nooit meer terug. Het waren er zelfs een keer zeven, trouwens. ,,Een stel moest de laatste nacht dat ze in Nederland waren het hotel uit en kon nergens terecht. Die konden er ook nog wel bij. Wim sliep op een luchtbed in de keuken’’, vertelt Diny. Wim weet het nog: ,,’s Nachts wilde een van de vrouwen wat te drinken halen uit de keuken. Ze wist niet dat ik daar lag. Ze schrok zich rot.’’
Wim en Diny Bosman (linksboven) en hun Canadese gasten poseren in Madame Tussaud bij een wassen beeld van Pierce Brosnan. Veteraan Herb Pike met zijn vrouw, twee kinderen, schoonzoon (links) en schoondochter (uiterst rechts). Foto Familiealbum Diny Bosman
Hoogbejaard bezoek vraagt om capabel medisch team Door Arnold Zweers Een arts, een verpleegkundige, een ambulance en vier mobiele Rode Kruisposten elk bemand door vier mensen staan paraat voor het welzijn van de Canadese veteranen die zondag 9 mei meedoen aan de allerlaatste nationale parade door Apeldoorn. Ook tijdens de feestelijke manifestatie daarna in Omnisport zijn zij aanwezig. De maatregelen worden getroffen omdat het hier om mannen van eind tachtig, begin negentig jaar gaat. Elk risico op gezondheidsproblemen wil de organisatie daarbij uitsluiten. Alle medische posten zijn uitgerust met een defibrillator (reanimatie-apparatuur). De organisatie van de tocht door
Apeldoorn is in handen van de Stichting Bevrijding ’45. Voor de parade en het festijn in Omnisport tekent een werkgroep van de stichting onder leiding van Rob Lugt. Deze werkgroep heeft sluitende afspraken gemaakt met de organisatie GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongelukken en Rampen) en het Rode Kruis. De GHOR is een organisatie die pas in actie komt bij calamiteiten. Het Rode Kruis zet op voorhand daadwerkelijk mensen in. De mobiele medische posten komen op vier punten langs de route te staan die de hoogbejaarde bevrijders afleggen: bij De Naald, de hoek Loolaan enBosweg, de Grote Kerk en op het Marktplein. De posten worden bezet van half elf tot half twee. Van
half twee tot half zes zijn de Rode Kruis-medewerkers te vinden in Omnisport. De parade begint om twaalf uur. Er worden vijftigduizend mensen verwacht langs de route die de bevrijders afleggen. De hoogbejaarde oud-militairen zullen niet zelf lopen maar worden vervoerd op gerestaureerde Amerikaanse legertrucks van de organisatie Keep them Rolling. Dat gebeurt vanwege de hoge leeftijd van de mannen. De organisatie wil niet dat hen onderweg in medisch opzicht iets overkomt. ,,Misschien zullen ze het niet allemaal even leuk vinden. Sommige willen wellicht graag lopen om links en rechts handen te schudden, maar we hebben toch deze keuze moeten maken,’’ aldus Rob Lugt.
De veteranen gaan in oude voertuigen door Apeldoorn.
Foto ANP
de Stentor
Hello Again!
15
Links: Wil Streefland chat nog wekelijks met zijn Canadese broer, die hij pas laat in zijn leven leerde kennen. Rechts: De broers en vader Raymond Fournier in Canada. Foto Familiealbum Wil Streefland
Kind van de bevrijding Wil Streefland trots op zijn Canadese vader Wil Streefland uit Ugchelen was 54 toen hij hoorde dat zijn vader zijn vader niet was. De man die hem had verwekt, was niet de Rotterdammer die hem had opgevoed en wiens achternaam hij nog altijd met trots draagt. Door David Levie
D
e biologische vader van Wil was een soldaat die hooguit twee maanden omgang had met zijn moeder. Zijn naam: Raymond Fournier. Een Canadees met Franse voorouders. Eric, de zoon van Wil speelt een belangrijke rol in het verhaal. Net vader geworden was Eric op zoek naar zijn wortels en zocht daarbij hulp van vader Wil. Het bleek het begin van een onderzoek dat drie jaar in beslag nam en uiteindelijk leidde tot de hereniging van Raymond Fournier en diens nazaten uit Holland. Want toen Wil bij zijn moeder aanklopte vertelde ze haar zoon wat ze met
haar echtgenoot jarenlang had verzwegen. Niet dat Wil Streefland zijn ouders iets kwalijk neemt. In tegendeel. Hij heeft nu nog meer waardering voor zijn opvoeder die hem net zo behandelde als zijn kinderen van eigen vlees en bloed. En hij is blij dat zijn moeder net genoeg wist van haar vriend om diens identiteit te achterhalen. Met dank aan de Vereniging Bevrijdingskinderen en haar onverzettelijke contactman overzee Jan (’John’) Boers die zeven Raymond Fourniers traceerde en na nog meer speurwerk bij de voormalige verbindingssoldaat terecht kwam - die zonder het te weten een kind verwekte en zonder afscheid te nemen een jonge, zwangere vrouw achterliet. Wil Streefland heeft over die verdwijning nooit met zijn biologische vader gesproken. Tussen 2001 en 2006 ontmoetten vader en zoon elkaar vier keer. Eén keer waren daarbij de kinderen van Wil aanwezig. De eerste ontmoeting heeft hij op papier vastgelegd. Met zijn Lenie maakte hij de oversteek naar Ontario en in hun kielzog een televisieploeg van de TROS waaronder verslaggever Jaap Jongbloed. Tijdens dat memorabele reisje op kosten van de omroep ontmoette Wil niet alleen zijn vader, maar
ook zijn halfbroer Kevin en zijn ooms en tantes. Vader zat in een wooncentrum en was al twintig jaar weduwnaar. ,,De ontmoeting was warm en hartelijk’’, zegt de gepensioneerde politieman uit Ugchelen, die voor het laatst in 2007 in Canada was. Om zijn vader te begraven. Op 5 mei, Bevrijdingsdag in Nederland. Twee jaar geleden kwam broer Kevin met zijn echtgenote naar Ugchelen. De twee
„Sinds ik hem heb leren kennen, kijk ik anders tegen de vijfde mei aan’’ broers chatten wekelijks met elkaar. Op de maandagavond. En straks op 5 mei zijn de gedachten van Wil bij zijn vader. ,,Hij sprak weinig over de oorlog. Maar sinds ik hem heb leren kennen, kijk ik anders tegen de vijfde mei aan. Mijn vader was toch één van hen. Daar ben ik best trots op.’’
Veldbed
Het veldbed van Arie Lorier is nog steeds ‘in service’.
Foto Cees Baars
Het militaire veldbed uit 1945 is nog steeds ‘in service’. Als Arie Lorier (73) uit Zutphen logés krijgt, staat het opvouwbare bed altijd klaar. Weliswaar heeft hij al een keer een poot van de houten constructie vervangen maar verder bleek het onverwoestbaar. Lorier: ,,Het is gemaakt van stevig materiaal. Zo hangt er een sterk soort zeildoek in het frame. Er zat ook een slaapzak bij die ik nog lang heb gebruikt als ik ging kamperen. Iedereen was er jaloers op.” Zijn vader was lid van de Binnenlandse Strijdkrachten en had intensief contact met de Canadezen. ,,Wij woonden in Kampen en een Canadees heeft nog een tante van me aan de haak geslagen. Dat veldbed was van hem en is gewoon bij mijn grootouders blijven staan.” De tante en de Canadees zijn nog in Kampen getrouwd. ,,Die bruiloft werd gewoon thuis gevierd met chocola en blikjes eten van de Canadezen. Er zal ook wel iets te drinken zijn geweest. Dat lustten die soldaten wel.” Tante en haar Canadees verhuisden naar Canada.
Vereniging opgeheven De site van de Vereniging Bevrijdingskinderen bestaat nog steeds, maar de club is al jaren geleden opgeheven - zo’n 160 leden ten spijt. ,,Er kwamen nauwelijks nieuwe aanvragen binnen van Nederlanders die op zoek waren naar hun vader en van de lopende zaken waren onvoldoende zoekgegevens om tot succes te komen’’, zegt oud-bestuurslid Wolfgang Oude Oast. ,,We waren zo langzamerhand een gezelligheidsclub geworden. En met dat doel is de vereniging in 1984 niet opgericht. Op het hoogtepunt waren er ruim 400 leden.” De voormalige rechercheur van de Apeldoornse politie vond na twee jaar intensief speuren zijn eigen vader in Amerika. De banden tussen Oude Oast en Jan Boers in Canada, die voor de stichting Bevrijdingskinderen goud waard was, zijn nog altijd hecht. ,,We hebben regelmatig contact’’, zegt Oude Aost. ,,John is nog steeds actief, maar dan vooral voor Engelsen. Hun organisatie bestaat nog steeds.’’ www.bevrijdingskinderen.nl www.liberationchildren.org jboers@liberationchildren.org
16
donderdag 29 april 2010
Exposities
Op de foto links het gedenkteken langs de Tongerenseweg waar onderduikers uit Het Verscholen Dorp zijn geëxecuteerd. Onder een foto van Klaas ter Horst, de ‘naamgever’ van Dorpshuis Horsterhoek.
Het 65-jarig jubileum van de bevrijding is op de Veluwe aanleiding voor speciale exposities. Zoals in Elspeet en Vierhouten. Door Ron Maat Foto’s Archief Dick Baas
H
et Verscholen Dorp en Dorpshuis Horsterhoek zijn begrippen in Vierhouten. Het Verscholen Dorp is 65 jaar na de bevrijding onderwerp van een tentoonstelling in Dorpshuis Horsterhoek. Willemien Mulder, Miek Verburg en Dick Baas zijn nauw betrokken bij de expositie. Mulder voor de Werkgroep Expositie Vierhouten, Verburg als bestuurslid van de Vereniging Dorpsgemeenschap Vierhouten en Dick Baas is voorzitter van de Stichting Het Verscholen Dorp. Zij leggen nu de laatste hand aan de expositie, die overigens niet alleen over Het Verscholen Dorp gaat. Foto’s, documenten schilderijen en voorwerpen uit de oorlogstijd, geven een beeld van de verschillende hoofdstukken uit de oorlogsgeschiedenis van Vierhouten. Zo is er kamp Mosterdveen. Het kamp voor studentes, waar voor de oorlog korte tijd ook joodse vluchtelingen uit Duitsland verbleven. „Nunspeetse vrouwen kookten voor de studentes. En toen de joodse vluchtelin-
gen kwamen, gingen ze ook voor hen koken. Maar niet koosjer, gewoon Nunspeetse kost,” aldus Baas. Toen de vluchtelingen dat niet wilden eten, kregen ze het de volgende dag gewoon wéér voorgezet. Ook de rol van de familie Von Baumhauer komt tijdens de expositie aan bod. De familie die een drijvende kracht was achter Het Verscholen Dorp en de financiering ervan, benadrukken Baas en Mulder. En dan waren daar de broers Thijs en Karel ter Horst. Thijs ter Horst zat in de oorlog gevangen in verschillende kampen in Duitsland en Polen. Hij heeft tal van schilderijen en tekeningen gemaakt - ook tijdens zijn gevangenschap - en een expositie van zijn werk hing tot voor kort in het Dorpshuis. Voor de komende expositie wordt opnieuw van zijn werk gebruik gemaakt. Zijn broer Klaas zat in het verzet en werd door de Duiters gearresteerd. Zijn moeder betaalde de bezetter een boete om haar zoon weer thuis te krijgen. Die opzet slaagde, maar Klaas ter Horst kwam ziek thuis en
overleed kort voor de bevrijding. Met het geld van de boete, dat na de oorlog werd teruggegeven, is het Dorpshuis Horsterhoek in Vierhouten gebouwd. Het Verscholen Dorp werd in 1943 in gebruik genomen. De hutten lagen verscholen in de bossen, maar werden op 29 oktober 1944 toch bij toeval ontdekt door twee leden van de Landstorm. De SS achterhaalde een groot deel van de vluchtelingen, waarvan een aantal enkele dagen later aan de Tongerenseweg werd geëxecuteerd. De laatste episode die in het dorpshuis in beeld wordt gebracht, is de bevrijding van Vierhouten. Een periode die overigens zonder grote schermutselingen is verlopen.
Wandeltocht naar Het Verscholen Dorp De expositie in Het Dorpshuis is vanaf 5 mei geopend. Wandelaars kunnen die dag ook deelnemen aan de Verscholen Dorp Tocht, die wordt georganiseerd door de Vereniging Dorpsgemeenschap Vierhouten en de Oostelijke Wandelsportvereniging.
Kleurrijke oorlogsjaren in Mennorode
M
ennorode in Elspeet is een conferentiecentrum met een vrijzinnig doopsgezinde traditie. Daar is deze maand een expositie begonnen over oorlog en bevrijding in Elspeet, waarbij ook Mennorode zelf voor het voetlicht komt. Want het broederhuis dat in 1925 is ontstaan, kan terugzien op een kleurrijke geschiedenis, verzekeren Lamberthe de Jong en Petra de Hoog die de expositie samenstelden. De Jong is journaliste en historica, De Hoog kunstcoördinator. De expositie geeft via foto’s, afbeeldingen en gebruiksvoorwerpen een beeld van de oorlogsperiode op Mennorode. Algemeen directeur Gert Eigenbrood zegt dat vorig jaar al de kiem voor deze expositie is gelegd. „We hadden toen een foto-expositie over gedeserteerde Duitse militairen. Ook bezoekers uit Elspeet bleken die expositie interessant te vinden. Daarom wilden we nu een expositie opbouwen over oorlog en bevrijding in en om dit huis.”
Mennorode voor de oorlog, op de foto links het terrein met nog nauwelijks bebouwing, midden de eetzaal en rechts een slaapkamer in het vooroorlogse complex.
Bij de oorlogsperiode in Elspeet zijn vier episodes te onderscheiden. „Je hebt ten eerste de periode voor 1940”, zegt De Jong. Er kwamen in 1937 en 1939 al vluchtelingen uit Duitsland naar Mennorode. In mei 1940 kwamen er evacuees uit Terschuur. Mensen die hun woningen moesten verlaten omdat ze bij de Grebbelinie woonden en men van plan was het gebied onder water te zetten. En in juni kwamen er mensen uit Rotterdam, na het bombardement op de stad. De tweede periode is die van de bezettingstijd op Mennorode. Het vakantiehuis werd in deze periode drie keer door de Duitsers gebruikt, aldus De Jong: „Als je hier naar de eetzaal kijkt, dan moet je je voorstellen dat daar een garage was waar auto’s en tanks stonden en werden gerepareerd.” De derde en vierde periode vormen de bezettingstijd in Elspeet en de bevrijding door de Canadese troepen. Het bevrijde Elspeet kon op 18 april 1945 de vlag uit hangen. Nu streken de Canadezen neer op Mennorode.
De bevrijders trokken in het najaar van 1945 huiswaarts en in 1946 was het broederschapshuis weer klaar voor vakantiegasten. Er is eigenlijk nog een vijfde periode, die tijdens de tentoonstelling aan bod komt. Dat is de oprichting van de Doopsgezinde Vredesgroep in Elspeet (september 1946), met het Vredesbureau. Dit bureau bood hulp aan dienstweigeraars tot de afschaffing van de dienstplicht in 1996. De expositie loopt zo van oorlog en bevrijding naar ‘vrede’. De doopsgezinden nemen duidelijk afstand van van wapengekletter. De Jong zegt dat politiemensen, die met regelmaat naar Mennorode komen voor een opleiding, nog altijd geen wapens het huis in mogen meenemen.
Expositie in zaal Solse Gat in Mennorode De expositie in Mennorode is te bekijken in zaal Het Solse Gat. De tentoonstelling is tot 19 mei. Gratis toegang. Tijdens de uren dat Mennorode open is, kunnen bezoekers zich melden bij de balie.
Foto’s Conferentiecentrum Mennorode
''De hutten vormden met de ongeveer tachtig vluchtelingen een echt dorpje''
Onderduiken in de Veluwse bossen
de Stentor
Hello Again!
17
Verslingerd aan Canada Delftsblauw doet het goed als cadeau Het eerste bezoek was in 1975. Sindsdien hebben Theo en Nel Winterink hun hart aan Canada verpand. ,,Maar we zouden er niet willen wonen. Daarvoor zijn de mensen te gesloten.’’ Door Jeroen Pol
H
et is een geweldig om daar op vakantie te gaan’’, zegt het Apeldoornse stel. In het immense land is altijd wel weer wat nieuws te ontdekken. ,,Maar het is heel moeilijk om met Canadezen vriendschap te sluiten. De gezelligheid ontbreekt.’’ Vanwaar die voorliefde voor Canada? ,,Een vriend van Theo emigreerde. Hij ging trouwen met een Canadese vrouw. ,,We hebben toen twee jaar gespaard’’, herinnert Nel Winterink zich. ,,En in 1975 zijn we voor het eerst gegaan.’’ Ze werden betoverd door de schoonheid van het land. ,,Sindsdien zijn we heel vaak gegaan.’’ In 1992 werd voor het eerst een lange trip gemaakt. In zes weken van Oost naar de West.
„Voor je stil staat, staan er al mensen om je camper, om te helpen’’ ,,We hebben toen onze camper verscheept. Dat is toch de beste manier van reizen. Je hebt overal je slaapplek bij je. Soms kom je op plaatsen in natuurparken waar je eigenlijk niet mag staan. Maar buiten het seizoen wordt er niet zo streng gecontroleerd. Dat is altijd goed gegaan.’’ In 2007 gingen ze zelfs vijf maanden. Weer werd de camper vooruit gestuurd. ,,Het land is zo groot, je raakt niet uitgekeken’’, zegt Theo Winterink. ,,Als we in Canada aankomen voelt dat toch een beetje als thuiskomen. De natuur is overweldigend.’’ Hij mag er graag met zijn fotocamera op uit
Theo en Nel Winterink uit Apeldoorn leerden het land kennen via een vriend die emigreerde. gaan om beren ‘te schieten’. ,,Je hebt er speciale plaatsen waar de kans erg groot is om ze in het wild te zien. Dertig jaar geleden was het daar nog rustig. Nu komen er dagelijks een paar honderd mensen op af. Maar het blijft een geweldig moment om een beer voor je lens te hebben.’’ Wat ze hebben geleerd is dat er in Canada erg veel Nederlanders wonen. ,,Hoewel ze soms tientallen jaren geleden zijn geëmigreerd verstaan ze je nog wel. Soms heb je in het buitenland de behoefte om dingen hardop te zeggen, omdat de mensen niet weten wat je zegt. Moet je in Canada nooit
doen. De kans dat ze je toch verstaan is ruimschoots aanwezig.’’ In die al jaren hebben ze twee keer een lekke band gehad. ,,Voor je stil staat, staan er bij wijze van spreken al mensen om je camper, om te helpen. De Canadezen zijn in dat opzicht erg vriendelijk en hulpvaardig. Maar de mensen die helpen zijn dan zelf ook op vakantie.’’ En: ,,Een kopje koffie bij de buren drinken, kennen ze niet. Daarom zoeken veel Nederlanders die er al jaren wonen elkaar nog steeds op.’’ Op de één of andere manier spreekt Nederland de Canadezen erg aan. ,,We nemen’’,
Foto Familiealbum Theo en Nel Winterink zegt Nel Winterink, ,,altijd kleine Delftsblauwe klompjes mee. Die dingen kosten iets van 50 eurocent per setje, maar het lijkt wel alsof je goud aanbiedt, zo blij zijn de mensen er mee. De klompjes zijn zo Nederlands, die associatie maakt iedere Canadees meteen.’’ Het laatste bezoek was tijdens de Olympische Spelen. In Vancouver zagen Theo en Nel Sven Kramer bij de wissel de fout in gaan. ,, We zijn schaatsgek, maar als de Spelen in Zwitserland waren geweest, dan waren we vast niet gegaan. De Spelen in Canada… Die wilden we niet missen.’’
Kariboesteak en maplesyrup staan in Lochem op de kaart Door Jan Buter Zij werd geboren in Canada, als dochter van een geëmigreerde aannemer uit Lochem. Hij was nog bezig aan zijn koksopleiding, toen ze elkaar -in de Achterhoek- ontmoetten bij een concert van Herman Brood. Sinds twintig jaar runnen Berry en Yvonne Swarthoff in Lochem Canadees restaurant Mondani. Berry en Yvonne zijn allebei helemaal gek van Canada. „Ik was het al van geboorte en ik heb het op Berry overgebracht”, zegt Yvonne. Die niet alleen haar echtgenoot bijstaat in het restaurant, maar ook een eigen importbedrijfje runt. Import van -uiteraard- Canadese producten.
In hun restaurant hoef je niet op de kaart te kijken om te weten wat je ongeveer op je bord krijgt. Een elandskop aan de muur, het uniform van een Canadese ‘Mounty’, tal van foto’s, veel donker hout en zelfs de achtergrondmuziek spreken wat dat betreft boekdelen. „Wij koken inderdaad echt Canadees”, zegt Berry. Waar moet je dan ongeveer aan denken? „Nou, bijvoorbeeld aan wilde zalm op een cederplankje met zoete aardappel en wilde rijst. Dat is de indiaanse kant van de Canadese keuken”, aldus Swarthoff. Die, zo doceert hij, eigenlijk wordt getypeerd door een mengeling van Engelse, Franse en indiaanse invloeden. Andere ‘toppers’ op de menu-
kaart: Kariboesteak met een saus van saskatoon berry’s of bisonsteak met maplesaus. „Maar het meest authentiek gerecht blijft natuurlijk pancakes met maplesyrup. Een ontbijtgerecht, maar Canadezen lusten dat de hele dag wel”, lacht Yvonne. Berry is al jaren actief betrokken bij de jaarlijkse komst van oud-strijders naar ons land. Hij verwelkomt ze ook vaak in zijn restaurant. „Maar zij hoeven niet zo nodig kariboe of bison”, weet Berry. „Ze eten juist graag typisch Nederlands. Een varkenshaasje in roomsaus bijvoorbeeld. Met rode kool of bietjes. Maar als ik ze echt een groot plezier wil doen dan zet ik kroketten op tafel. En haring. Dat vinden ze echt geweldig.”
Berry Swarthoff van het Canadees restaurant Mondani in Lochem met in de hand een versgebakken lemon pie. Foto Jan Houwers
donderdag 29 april 2010
Margit Leiker, ruim honderd jaren, schreef de muziek van talloze bevrijdingsliederen. Ze bewaart de orginele drukwerken nauwgezet, in haar kamertje in Apeldoorn.
Bevrijdingsmelodie Nu 100-jarige maakte muziek op gedichten Vlak voor de bevrijding en net erna werden heel wat gedichten geschreven. De bevolking wilde uitdrukking geven aan hun vreugde en geleden leed. Veel werd op muziek gezet. Margit Leiker is een van die musici. Ze verhaalt over haar muziek.
Leiker maakte de muziek. Maar ook het Gevangenislied van Titus Brandsma, geschreven in de laatste dagen van zijn gevangenschap, werd door de Apeldoornse van muziek voorzien. En het Gebed bij de Bevrijding van Schurer, Een Nieuw Welkomstlied van Kool en Gebed voor ons Nieuwe Leger van Jan Hendrik de Groot werden net zo
Door Angelique Rondhuis
R
uim honderd is ze. Haar gehoor speelt haar parten, haar vingers kunnen de pianotoetsen niet meer feilloos raken. Maar zonder aarzeling zet ze met broze stem de marsen en psalmische melodieën in die ze schreef in de nadagen van de oorlog en de eerste dagen dat Nederland bevrijd was. Margit Leiker, geboren Hongaarse, trouwde met Sjoerd Leiker, een van de frontmannen van de ondergrondse drukkerij die later verwerd tot de bekende uitgever De Bezig Bij. In Amsterdam woonde ze. Nu huist ze in de Matenhof in Apeldoorn en dreigen haar herinneringen in de vergetelheid te raken. Maar wie haar vraagt, krijgt het meteen te zien. Originele pamfletten met muzikale uitingen. De gedichten werden geschreven door huisvrienden als Fedde Schurer en Halbo C. Kool. Ze kwamen al snel uit bij de muzikale Margit om er muziek bij te krijgen. De vrouw van hun vriend was altijd in de buurt, en muzikaal zeer talentvol. „Dan stond ik in de keuken en kwamen ze weer met zo’n mooi gedicht. Dan zei ik: ‘wacht even, wacht even, snel een pen pakken’. Want de muziek kwam dan al zo in me op.’’ Het waren in die dagen gedenkwaardige teksten. „Daar komen de Canadezen’’, zet Leiker haar marsmuziek in. Kool schreef het,
„Ik heb de muziek na de eerste dagen helaas nooit meer gehoord’’ makkelijk melodieuze uitingen. Later kwam het grootste gedeelte van de originele pamfletten terecht in het boek Ge-
vaarlijk Drukwerk, over de activiteiten van de Bezige Bij in oorlogstijd. Het is de tastbare herinnering van haar creativiteit. De mensen die het nog kunnen verhalen zijn allemaal om haar heen weggevallen. De muziek is met de jaren verdwenen. „Ik heb het nooit meer gehoord’’, zegt ze toch een beetje treurig. Maar haar ogen stralen als ze weer terugdenkt aan die dagen na de oorlog. „Wilhelmina kwam bij onze drukkerij kijken. En daar liep mijn 3-jarige dochtertje roepend achteraan. Dat was bijzonder.’’ Ze kwam als Hongaarse tiener, naar Nederland op transport gezet door haar vader, terecht bij een Gronings echtpaar dat op zoek was naar een dienstertje. De slimme Hongaarse had echter meer in haar mars en mocht gaan leren. Op haar 18e kreeg ze een piano zodat ze in ieder geval les kon geven, mocht het ooit nodig zijn. „Maar ik ben geen componiste hoor’’, zegt ze nu zeer bescheiden.
Daar komen de Canadezen Marstempo Tekst: Halbo C. Kool Muziek: M. Leiker-Kis 1945 Daar nadert van verre met dreunend geweld Het heir der verenigde naties Daar komen ze reddende nader gesneld In machtige motorformaties In bloem en in veld en in tintelend oog Staat vrolijk hun ‘t welkom te lezen Nog nooit klonk de jubel zo da’vrend en hoog Daar komen de Canadezen!
Bezoek voor meer foto’s de website www.destentor.nl/canadezen
Foto’s Maarten Sprangh
''Dan stond ik in de keuken en kwamen ze weer met zo'n mooi gedicht''
18
de Stentor
Hello Again!
19
Duits allegaartje vlucht Apeldoorn ontsnapt aan zware beschietingen De bevrijding van de Veluwe en de IJsselvallei kreeg van de Canadezen de titel ‘operatie Cannonshot’ mee. Er werd gerekend op veel verzet van Duitse troepen. Echter, de eerste Highlanders slopen Apeldoorn op kousevoeten binnen. Door Arnold Zweers
D
oor de hevige gevechten bij Twello en Teuge waarbij de Highlanders heel wat manschappen hadden verloren, meenden de geallieerde bevrijders dat de Duitse bezetters in het veel grotere Apeldoorn wel voor flink verzet zouden zorgen. De Canadezen waren op alles voorbereid en vast van plan Apeldoorn vanaf de oostzijde van het kanaal stevig onder vuur te nemen. Dat zou ongetwijfeld vele on-
Uit wraak en frustratie richtten ze onderweg nog allerlei slachtingen aan Duitse soldaten hebben zich overgegeven en worden als krijgsgevangen afgevoerd. schuldige burgerslachtoffers tot gevolg hebben gehad. Wat de Canadese troepen niet wisten was dat het allegaartje aan Duitse gevechtseenheden dat Apeldoorn in zijn greep had, inmiddels grotendeels de benen had genomen. Ze waren in westelijke richting gevlucht aangezien ze niet alleen vanuit het oosten maar ook vanuit het zuiden, uit de richting Arnhem en Dieren, door Canadese en Engelse eenheden werden belaagd. Vanaf de oostelijke oevers keken Canadese verkenners op 15 april naar de andere kant van het Apeldoorns kanaal. De stad leek vol te zitten met Duitse sluipschutters. De bevrijders die met een omweg (Ardennen, Duitsland, Achterhoek) naar west-Nederland wilden oprukken, voelden er niets voor opnieuw grote verliezen te maken. On-
derweg waren ze al teveel kameraden kwijtgeraakt. Bij het Apeldoorns verzet maakte men zich veel zorgen over wat zou komen. Een grootschalige militaire aanval zou talloze slachtoffers maken. Terwijl dat niet nodig was, want het gros van de Duitsers aan de westzijde van het kanaal had immers al de wijk genomen. In de nacht van 15 op 16 april slopen twee verzetsmannen, Gijs Numan en de bekende transportondernemer Albert van der Scheur, bij de 1e Apeldoornse sluis het kanaal over om de bevrijders te overreden geen grof geweld te gebruiken. Ten bewijze haalden ze een groepje Duitse soldaten op dat door het Apeldoornse verzet krijgsgevangen was gemaakt en ervan was weerhouden de kanaalbrug in de Deventer-
straat op te blazen. Om de resterende Duitsers aan de westkant van het kanaal niet ‘wakker te maken’ slopen de eerste Canadese verkenners met sokken om hun legerkisten over de nog resterende bruggen waarna de bevrijding van Apeldoorn kon beginnen. Deze verliep overigens niet geheel zonder slag of stoot. Rondom de Welgelegenbrug en in de Molenstraat werd nog hevig gevochten, veel huizen werden vernield, er vielen doden en gewonden. Ook elders in de stad vonden nog vuurgevechten plaats. Geblakerde lijken van Wehrmacht-soldaten lagen langs de Asselsestraat. Terwijl Apeldoorn feestte en danste met de bevrijders ging het er bij Radio Kootwijk, de Echoput en Nieuw Milligen verbeten aan toe. In Harderwijk pakten de vluchtende
Embleem
Diny Nijhof verstopte dit baret-embleem in de hangklok. Foto Cees Baars
O wat was Diny Nijhof blij! Een groep Canadezen marcheerde door de Broekstraat in Klarenbeek. Ze waren bevrijd! En de zevenjarige Diny liep met een hand sigaretten en een baret-embleem in triomf terug naar haar ouderlijk huis. Gekregen van een soldaat. De sigaretten waren voor haar vader en het embleem - waar de hele familie bewonderend omheen kwam staan - bleef van Diny. Ze moest dit haar leven lang koesteren, hadden ze tegen haar gezegd. Nijhof borg het embleem, een koperen speld met het opschrift ‘St. John Fusiliers’ weg op een geheime plek: in de hangklok. ,,Een jongen uit de buurt, die wist dat ik dat embleem had, probeerde het nog te ruilen voor een mondharmonica. Dat ging niet door.’’ Tien jaar geleden ontdekte haar zoon Robert dat deze soldaten uit New Foundland aan de oostkust kwamen. ,,Hij zat eerder bij een divisie reservisten die in 1943 en januari 1944 was opgeroepen,’’ vertelt de nu 72-jarige Nijhof, die in het Apeldoornse dorp Ugchelen woont.
Foto CODA-archief Duitsers alles wat voer om via het IJsselmeer de aftocht te blazen. Rechtstreeks naar de Heimat konden ze niet. Ze waren door de Engelsen die vanuit het zuiden oprukten en de Canadezen vanuit het oosten in de tang genomen. De Duitse soldaten die ons land vijf jaar hadden bezet, liepen in een fuik. Uit wraak en frustratie richtten ze onderweg nog verschillende slachtingen en vernielingen aan. Op diverse plaatsen werden ze als krijgsgevangenen in kampen gestopt en uiteindelijk via Den Helder en Delfzijl naar Duitsland afgevoerd. Ze werden niet altijd even zachtzinnig behandeld. Een jaar na de oorlog vielen er nog doden onder de voormalige bezetters die voor de Nederlandse kust gedwongen werden door henzelf gelegde mijnen op te ruimen.
20
donderdag 29 april 2010
Opruimen van munitie bij Hoog Soeren: links een Canadese soldaat, rechts twee Duitse krijgsgevangenen. Foto rechts: Vitrine met vondsten van Leemans.
Foto’s CODA Archief en Cees Baars
Omgeving Hoog Soeren bezaaid met munitie Het was het grootste Duitse munitie-depot in Europa, het bos bij Apeldoorn. De bommen voor de brug van Zaltbommel lagen er, de munitie voor de verovering van Engeland. Na de oorlog werden de depots vernietigd, maar dook voortdurend munitie op. Door Bert Felix
I
n zijn kruiwagen zit de opbrengst van een ochtendje zoeken op de hei bij Uddel. Een vliegtuiggranaat, het staartstuk van een mortiergranaat, geweermunitie. Met een bomdetector in zijn hand zoekt Wim Semmekrot centimeter voor centimeter de stroken af die het munitie-opruimingsbedrijf Leemans Speciaalwerken uit Vriezenveen heeft blootgelegd op het uitgestrekte heideveld. In de verte een van de voormalige springputten, waar kort na de oorlog massaal munitie tot ontploffing is gebracht, afkomstig van het grootste munitie-opslagterrein van Europa, dat enkele kilometers verderop in de buurt van Hoog-Soeren lag. De ruiming gebeurde inderhaast en met de kennis van toen. Naderhand bleek dat maar eenderde werkelijk was vernietigd. Nog eens eenderde was de grond ingeslagen, terwijl de rest in de omgeving terecht was gekomen. Zo wordt er op de hei in Uddel tot op vijfhonderd meter van de springputten munitie gevonden en zat het diepste stuk op tien meter, dieper dan de 6,5 meter waar in de bossen bij Hoog-Soeren nog munitie wordt aangetroffen. Voor de mannen van Leemans is het een mooie klus. ,,Het is prachtig werk. We beginnen om half acht en dan zie je hier heel veel wild. En er ligt veel munitie. Elke dag wel een paar emmers vol’’, zegt Richard Huls, die even verderop aan het werk is in het heideveld.
Elders in de omgeving toont Jan Venema, opsporingsdeskundige van Leemans, de vangst van de afgelopen dagen. Omringd door zware betonblokken en voorzien van allerlei beveiligingsapparatuur staat een zware ijzeren container. Op het dak een halve meter zand. Venema: ,,Je moet goed uitkijken wat je doet. Maar het gevaarlijkst zijn de teken. Je moet elke avond wel goed je kleren uitkammen’’, zegt hij lachend. In de container staan twaalf bakken met munitie. Opvallend is de herkomst. ,,Dit is Frans, 155 millimeter. Duitse geweerpatronen, Engelse oefenmunitie. Een Engelse brisantgranaat, een 25-ponder. Maar we vinden ook Tsjechisch spul en Amerikaans. Anti-personeelsmijnen. Als je er op gaat staan, is er van je voet niet veel meer over.’’ Voor de mannen van de EOD, de Explosieven Opruimings Dienst, die de munitie in nieuwe springputten bij Hoog-Soeren tot ontploffing brengen, is het een hele leerschool. ,,Hier kom je echt alle soorten munitie tegen.’’
„Er zit weinig kruit in, maar het kan je wel een paar vingers kosten’’ Het werk van Leemans maakt deel uit van een nieuwe zoektocht die in 1998 begon na een alarmbrief van de Koninklijke Houtvesterij. Boswachters van de dienst troffen regelmatig munitie aan in de bossen, maar ook amateur-zoekers met metaaldetectoren, die in korte tijd hun zakken vulden met scherpe geweermunitie en granaten. Het bedrijf heeft er een mega-klus aan, die volgens de planning dit jaar zou zijn voltooid. Toch ligt er nog voor jaren werk, zegt projectleider Fred Stegeman van Leemans in zijn kantoor aan de rand van het zoekgebied.
Een voorbeeld is de hei bij Uddel. Die bleek na een grote bosbrand in 2006 nog bezaaid met munitie. Zo kwam er weer negen hectare bij voor Leemans. Bovendien moesten de voormalige springputten bij Uddel tot tien meter diep worden afgegraven om bij de diepste munitie te kunnen. Ook het terrein van de eigenlijke opslag werd er niet kleiner op. ,,Ook net erbuiten bleken opslagplaatsen te hebben gelegen, waar toch munitie was achtergebleven. Aan de Amersfoortseweg is nog een vrachtwagen met munitie ontploft. Daar zit ook nog het een en ander in de grond. En dan kwam de hei bij Uddel en de vier springputten bij Assel er nog bij,’’ zegt Stegeman, die jaarlijks 40 hectare schoon oplevert. Het bedrijf is dagelijks met zes tot acht man in het veld te vinden. Na de komst van de snoeiploeg, die als eerste munitie tegenkomt, wordt het gebied ingedeeld in vakken van 25 bij 25 meter, die met een mijndetector stukje bij beetje worden afgezocht. ,,Je kunt er een antipersoneelsmijn mee ontdekken op een diepte van 30 tot 35 centimeter, waar maar heel weinig metaal in zit. Hij pakt zelfs een zilverpapiertje. Ook aluminium slagpijpjes, waarvan we er heel veel hebben gevonden. Er zit weinig kruit in, maar het kan je wel een paar vingers kosten’’, zegt Venema. Voor het diepere werk is er de bomdetector, die verstoringen in het magnetische veld in de grond opmeet. Per jaar haalt Leemans zo’n honderdduizend stuks munitie uit het terrein, van klein kaliber tot granaten. Verder nog 30 ton ijzerschroot. Voorwerpen die nog als een wapen zijn te herkennen, zoals lege handgranaten, worden door een speciaal bedrijf verwerkt. Maar het bedrijf treft ook andere spullen aan. Radio-actieve wijzerplaten van Amerikaanse militaire wagens, leeggeroofde handtassen, portefeuilles, een tijdelijk kruis van een omgekomen Engelse militair, een tas vol beschimmelde schoolboeken. Stegeman: ,,Maar we hebben ook vuistbijlen en een urn gevonden .’’
''We beginnen om half acht en dan zie je hier heel veel wild''
Eindeloos zoeken
de Stentor
Hello Again!
21
Hoe herdenken we straks? Jongerenconferentie in Apeldoorn Herdenken zullen we blijven doen. Maar hoe? Zo’n vijftig jongeren buigen zich deze week tijdens een jongerenconferentie in Apeldoorn over die vraag. Door Jarno Bleumink
B
est gek, zegt KSG-scholier Nynke Diks halverwege het gesprek. ,,Het is moeilijk voor te stellen dat er generaties komen die de Tweede Wereldoorlog helemaal niks meer zegt.’’ Erin Klomp (18)en Nynke Diks (16) uit Apeldoorn en Iris ten Teije (16) uit Vaassen zijn drie jongeren die in de meivakantie meedoen aan een internationale jongerenconferentie die plaatsvindt in het kader van de komst van de Canadezen naar Apeldoorn. Want dat we de oorlog nooit mogen vergeten, staat voor hen als een paal boven water. Maar hoe moeten we in de toekomst herdenken? Dat is het thema waarover jongeren uit onder meer Nederland, Canada, Indonesië en Letland zich vanaf vandaag tot aan 8 mei buigen. ,,Het is belangrijk dat de oorlog ook onder jongeren
„Het gaat er om dat we de gedachte levend houden’’ blijft leven’’, zegt Nynke. ,,Het is een cruciaal punt in de geschiedenis geweest.’’ Voor Erin heeft die oorlog ook een gezicht. Zij heeft wel eens oorlogsveteranen in huis gehad. Daarnaast deed haar zus mee aan eerdere jongerenconferentie. ,,Ik kijk uit naar de ontmoeting met verschillende culturen,’’ vult Eline Boot aan. Zij is een van de organisatoren. Eline wil graag weten met welk beeld leeftijdsgenoten uit andere landen naar de Tweede Wereldoorlog kijken. Want alleen al binnen Europa wordt heel verschillend naar de wereldbrand van toen gekeken, weet Thijs Kleinpaste uit ervaring. Hij is eveneens een van de organisatoren. Zo ontmoette de gewezen Apeldoorner op een
Iris ten Teije, Nynke Diks en Erin Klomp doen komende week mee aan de jongerenconferentie in Apeldoorn. eerdere jeugdconferentie een leeftijdsgenoot uit Letland. ,,Die vertelde me dat voor hen de oorlog pas in ’89 was afgelopen met de val van de Muur en het IJzeren Gordijn’’, zegt Kleinpaste. ,,Zo blijkt al dat voor een deel van Europa de Tweede Wereldoorlog een andere betekenis heeft dan voor ons.’’ Erin, Nynke en Iris hebben evenwel nog geen pasklaar antwoord op de vraag hoe we in de toekomst moeten herdenken. ,,Je moet juist iets anders doen dan er alleen over lezen in een geschiedenisboek’’, geeft Nynke een voorzet. ,,Dat leeft toch minder.’’ De nieuwe manier van herdenken moet ook jongeren aanspreken die niet direct in de oorlog zijn geïnteresseerd. Wat dat be-
treft zijn Bevrijdingsfestivals, die op 5 mei in verschillende steden in Nederland plaatshebben, al een goed alternatief. ,,Dat zijn heel goed bezochte evenementen’’, weet Erin. ,,Daar kun je bezoekers een boodschap meegeven die bijblijft.’’ Maak het visueel, met een film, lied of gedicht, geeft Kleinpaste als voorbeeld. ,,Dat staat wat verder af van een traditionele herdenking met kransen en stilte, weet hij. ,,Maar het betekent niet dat dat minder is. Het gaat er om dat we de gedachte levend houden.’’ Daarnaast is de jongerenconferentie een ideaal evenement om buitenlandse vrienden te maken, weet Kleinpaste uit ervaring. ,,Het is heel intensief, waardoor je el-
Sigarettenblik
Esther van Charante redde een waardevolle oorlogskist.
Foto Cees Baars
Het had weinig gescheeld of bij de familie Van Charante uit Lochem was een waardevolle kist met oorlogsherinneringen in de vuilnisbak beland. Esther van Charante (46): ,,Mijn vader kon nooit iets weggooien. Toen hij vorig jaar overleed, hebben mijn zus en ik onder tijdsdruk het ouderlijke huis ontruimd. Snel beslissen. Weggooien, neem jij het, neem ik het?’’ Haar zus pakte een kist. Er lag een Nederlandse vlag op. ,,’Niet weggooien’, zei ik. Dat moet van de oorlog zijn.’’ Onder de vlag lagen nummers van de Vliegende Hollander. En een Chief Whip-sigarettenblikje met nog onbekende familiefoto’s. ,,Mijn vader had het verzet in Utrecht geholpen met de smokkel van persoonsbewijzen.’’ Ze heeft wat met Canada. ,,Een tante van me woont er. Na de bevrijding kwam ze in contact met een Canadese militair. Die liet haar in de steek. Zij is toen met Canadezen gaan corresponderen. Na een lange briefwisseling met een van hen is ze met de handschoen getrouwd en later naar Canada gegaan.’’
Foto Kevin Hagens
kaar snel leert kennen. Vriendschappen worden snel gesmeed.’’ Deelnemers verblijven bij Golden Tulip in Nieuw Milligen. Overigens zijn de jongeren niet de hele week aan het praten. Er staan ook allerlei activiteiten op het programma, vertellen Boot en Kleinpaste. Zo gaan jongeren onder meer naar Kamp Vught en het Anne Frankhuis. Nynke: ,,Niet dat ik er dagelijks bij stil sta. Maar in deze periode, dat het echt leeft, ga je er toch meer aan denken. We zijn bevrijd, anders hadden we niet kunnen leven zoals we nu leven.’’ Iris: ,,Het is niet vanzelfsprekend dat we in vrijheid leven zoals we nu doen.’’ www.iyc2010.nl
22
donderdag 29 april 2010
Meeleven vanuit Canada Veel veteranen te oud voor ‘laatste’ overtocht
Door Berend van de Sande
E
n weer heeft Apeldoorn een ‘laatste’ parade van oorlogsveteranen. Net als vijf en tien jaar geleden zegt de organisatie dat het echt de allerlaatste keer is, ‘gezien de leeftijd’. Feit is dat de vorige parade voor veel veteranen de laatste keer is geweest. Ze zijn overleden of niet meer in staat om de overtocht te maken. De 88-jarige Victor Bulger uit Toronto kan er niet meer bij zijn. ,,Het zou teveel voor me zijn. Ik zal naar de parade op de Canadese televisie kijken’’, zegt hij via de telefoon. Vijf of zes keer was Bulger wel van de partij, precies weet hij het niet eens meer. ,,Het was echt geweldig, het leek wel alsof ik weer 23 was. Een vliegtuig dat overvloog met de tekst ‘we’ll never forget you Canada’. Dat voelde zo goed.’’ Bulger was tijdens de oorlog artillerist. In juli 1943 kwam hij voor het eerst in actie bij de landing op Sicilië. Een kleine twee jaar later was Nederland aan de beurt. ,,Ik ben ook in Apeldoorn geweest, maar dan vooral het buitengebied. De mensen waren erg dankbaar.’’ Bulger en zijn vrouw Betty hebben warme herinneringen aan de feestelijkheden in Apeldoorn. Het gastgezin waar ze verbleven, beschouwen ze als een soort familie. ,,Ben en Nel zijn ook twee keer hier geweest.’’
Een gastgezin was voor Roger (84) en Truus (88) Boudreau uit Ottawa niet nodig. ,,We hebben familie in Nederland’’, vertelt Truus, die kort na de oorlog haar Canadees vond. ,,Ik zou met een vriendin voor het eerst naar een Nederlandse film gaan en stond op haar te wachten op de Oude Gracht in Utrecht. Ze was zo’n type dat altijd te laat kwam. Aan de andere kant van de straat stonden twee soldaten naar me te kijken. Een van hen kwam op me af en vroeg of ik mee wilde naar de show. Ik zei dat ik op mijn vriendin stond te wachten. Toen vroeg hij of ik met hem mee zou gaan als ze er over een kwartier nog niet was. En
„Zij dacht dat het wel over zou gaan. Die Canadezen gingen toch weg’’ zo is het gebeurd. Deze maand zijn we 64 jaar getrouwd.’’ Roger was verbindingsman tijdens de oorlog. Net als veel soldaten had hij gelogen over zijn leeftijd om mee te kunnen vechten tegen de nazi’s. Truus woonde bij haar moeder in Voorthuizen. ,,Zij dacht dat het wel over zou gaan. Die Canadezen gingen toch weg. Maar ik zei ‘we gaan trouwen’. Ze vroeg nog hoeveel kinderen ze bij Roger thuis hadden. Ik zei vijf, maar het waren er 21. Dat heeft mijn moeder nooit geweten.’’ Roger en Truus bewaren goede herinneringen aan de herdenking en viering van de bevrijding in Apeldoorn. ,,Ik weet nog dat we in de trein zaten en enkele jongens naar mijn man toekwamen. Ze begonnen alle-
maal dingen over de oorlog te vragen. Dat vond hij geweldig.’’ Voor Roger en Truus was 1995 al de laatste parade in Apeldoorn. ,,In 2000 was ik ziek. Roger heeft de ziekte van Alzheimer, dus we kunnen echt niet meer komen. Het is altijd zo’n opgewekte man geweest, maar nu is alles anders.’’
Sydney Frost overleden Kolonel Sydney Frost was in 2005 al te ziek om naar Apeldoorn te komen. De markante Frost nam in voorgaande edities het defilé af, kaarsrecht staand op de tribune naast prinses Margriet, zoals een kolonel betaamd. Frost is augustus vorig jaar overleden.
Veel Canadese oorlogsveteranen ontmoeten elkaar op de doorlopende tentoonstelling over de bevrijding van Europa in het Canadian War Museum in Ottawa, Ontario. In het opvallende gebouw geven zij regelmatig rondleidingen aan scholieren. Foto Canadian War Museum
Nel van de Heuvel uit Apeldoorn bewaart een foto van haar veteraan Victor Bulger in een fraai lijstje. De foto is van zijn eerste bezoek in 1985. Rechtsonder Ben van de Heuvel, de overleden man van Nel. Foto Berend van de Sande
''Ik kijk naar de parade op de Canadese televisie''
Niet alle, nog in leven zijnde veteranen uit Canada kunnen de oversteek naar Europa maken. Zij die dit keer in hun thuisland blijven, koesteren hun warme herinneringen aan ‘Holland’.
Hello Again!
de Stentor
Door de inzet van Canadese militairen in Afghanistan is er ook meer aandacht en waardering gekomen voor de veteranen uit de Tweede Wereldoorlog.
23
Foto’s EPA
Eindelijk erkenning Ook herdenkingsbijeenkomsten in Canada Er kwam in eigen land pas laat erkenning voor Canadese soldaten die gestreden hebben voor de vrijheid van Europa. Tegenwoordig is de nazorg en het omkijken naar oud-strijders veel beter geregeld. Ook Toronto viert feest. Door Berend van de Sande
D
e dag voor de grote parade in Apeldoorn krijgen Canadese veteranen die thuis zijn gebleven een bevrijdingsfeest voorgeschoteld in Toronto. Een koor van 120 kinderen zingt liedjes uit de oorlogstijd, veteranen
vertellen over hun ervaringen en er zal een film over de bevrijding van Nederland worden vertoond. De Nederlandse consul biedt de veteranen aan het eind van de dag een receptie aan. De Canadese veteranen krijgen 65 jaar na de oorlog eindelijk erkenning. Kort na de oorlog was dat anders. Zelf praatten de veteranen amper over de verschrikkingen die ze hadden meegemaakt, andere Canadezen hadden weinig historisch besef van wat in dat verre continent allemaal was gebeurd. De grote parades in Apeldoorn hebben ertoe bijgedragen dat Canada tegenwoordig anders met zijn veteranen omgaat. Nederland haalde de oude mannen als helden binnen. De live tv-beelden op CBC maakten in Canada veel indruk. Het besef groeide dat hun soldaten in de oorlog groot-
se daden hebben verricht. Ada Wynston, die in Toronto woont, eert de veteranen al veel langer. Tijdens de oorlog woonde ze in Nederland en zat ze, als joods meisje, ondergedoken tot de Canade-
Als een van de militairen sneuvelt wordt een deel van de snelweg afgezet zen haar bevrijdden. Als dank werkt ze al jaren als vrijwilliger in Sunnybrook, een verpleeghuis voor veteranen. Ze regelt op 8
Reep
At en zijn zus Ans de Roos en de goed bewaarde wikkel. Foto Cees Baars
Vanaf het allereerste Canadese pantservoertuig dat Zutphen binnenrolde, kreeg de toen tienjarige Ans van Duren-de Roos een reep chocola in de handen gedrukt. Voordat dat zover was, is er in haar buurt een week lang straat voor straat gevochten. Haar broer At de Roos (78): ,,Er werd flink geschoten. Mijn moeder dacht dat we gevaar liepen in ons eigen huis op de hoek Warnsveldseweg/Jan Vermeerstraat (toen Buitensingel). We hadden geen kelder en schuilden met zijn vijven onder de trap.’’ Ans van Duren: ,,We zijn tussen de fluitende kogels door met kussens voor het hoofd naar een ander adres in de buurt gerend. Een kelder in. Levensgevaarlijk en wat zaten we in angst!’’ At: ,,Een buurt verderop hoorden we opeens het Wilhelmus. En even later was het stil bij ons in de straat. Het was voorbij. We waren zo blij!’’ Ans: ,,De reep aten we met zijn vijven op. De wikkel heb ik altijd in een geldkistje bewaard.’’ De chocola was van Canadese makelij: William Neilson, Toronto.
mei het vervoer van de veteranen naar het bevrijdingsfeest. ,,Er wordt tegenwoordig meer tijd en eer besteed aan de veteranen’’, merkt Ada Wynston. Volgens haar heeft dat ook te maken met de inzet van Canadese troepen in Afghanistan. Als een van de militairen sneuvelt wordt een deel van de belangrijkste snelweg, de 401, afgezet. In een indrukwekkende stoet met veel vlagvertoon, staat het land stil bij deze held. Als eerbetoon aan zijn helden, heeft Canada het 172 kilometer lange stuk 401 omgedoopt in ‘Highway of Heroes’.
Stuur de Canadese bevrijders een kaartje! vanaf vandaag Op de internetsite van de Stentor is het te versturen naar mogelijk om een digitale ansichtkaart even. Zoals veteranen die in Canada zijn achtergebl staat om bekend is een groot aantal niet meer in aanwezig zijn Nederland te bezoeken. Velen zullen wel r staat in nauw bij bijeenkomsten in Canada. De Stento evenementen. contact met de organisatie achter die den ingevuld, De ansichtkaarten die door lezers wor atie bij de belanden uiteindelijk via deze organis de veteranen die mee hebben geholpen aan bevrijding van Nederland. Hoe werkt het? Ga naar www.destentor.nl/canadezen en laat een tekst achter die daarna te zien zal zijn op een digitale kaart. De teksten zullen enige tijd op de site zichtbaar zijn, zodat ook elkaars berichten kunnen worden gelezen. Vermeld bij het bericht ook duidelijk uw naam en woonplaats. Op de speciale pagina de www.destentor.nl/canadezen worden de dom komende tijd verhalen en foto’s ron bevrijding verzameld. Daar is tevens een den. digitale uitgave van deze bijlage te vin