ViSSerij Van de toekomSt WADDEN
MAGAZINE OVER HET WADDENGEBIED
Waar is de vis?
Onderzoek met oude vistechniek
Sierlijke duiker De visdief
Unieke ledenaanbieding Ga mee op oestertocht
Waar is de vis?
Onderzoek met oude vistechniek
Sierlijke duiker De visdief
Unieke ledenaanbieding Ga mee op oestertocht
Het getijdengebied dat wij de Wadden noemen, is uniek in de wereld. Er leven duizenden zeehonden, talloze vogelsoorten en schelpdieren. De Waddenvereniging wil de prachtige wadden natuur ook voor toekomstige generaties behouden. Daarom organiseert de vereniging bijvoorbeeld het WaddenWerkWeekend: een jaarlijkse vrijwil ligersactie waarmee zij aandacht vraagt voor het zwerfafval dat het waddengebied vervuilt.
Samen opruimen
Zwerfafval ontsiert niet alleen de mooie waddenstranden. Vooral plastic afval vormt een gevaar voor zoogdieren en vogels. Ze kunnen in het afval verstrikt raken. Of ze stikken erin wanneer ze het aanzien
voor voedsel. Dus weg met die troep! Tijdens het WaddenWerkWeekend van vorig jaar haalden 200 vrijwilligers een gigantische berg plastic zakken, doppen, flessen, ballonlintjes en kratten van het Terschellingse strand. Waardoor vele dierenlevens zijn gered.
Politieke agenda
Het doel van het WaddenWerkWeekend, is niet alleen het opruimen van plastic rommel. De publiciteit rondom het populaire evenement zorgt ervoor dat zwerfafval en vervuiling op de politieke agenda blijven staan. Samen met de (plastic)industrie, overheid en wetenschappers werkt de Waddenvereniging aan structurele oplossingen. Genieten van het mooie
WADDENmagazine 2012, nummer 4
Wadvisserij: toen en nu 4 Wordt de vis te duur betaald?
Delicatessen van eigen zeebodem 10
De Waddenzee als inspiratiebron voor heerlijke gerechten
Takkenfuiken 14 Hoe werken ze?
De Japanse oester 20
Met aanbieding: exclusieve excursie
Ruim baan voor vis 28 Zijn vispassages de oplossing?
Waar is de vis? 33 Vissers maken zich zorgen
ZoBuiten.nl 40 Geloven in een nieuwe samenwerking
Rubrieken
Waddenshoppen 17
Flora en fauna 18 Wat eet de snotolf?
WAD4U 23
waddengebied en helpen opruimen in de frisse lucht? Het WaddenWerkWeekend 2012 vindt plaats in september!
Dankzij u...
De Waddenvereniging ontvangt sinds 1997 een bijdrage van de Postcode Loterij. Dankzij alle loterijdeelnemers heeft de Waddenvereniging in totaal 14,8 miljoen euro ontvangen voor diverse projecten. Door mee te spelen met de Postcode Loterij steunt u met 50% van uw inleg het werk van de Waddenvereniging en 84 andere goede doelen. Kijk op www.postcodeloterij.nl
4 pagina’s speciaal voor de jeugd
Unieke aanbieding: 27 Het wad op canvas
Deining 30 Actie, actualiteit en nieuws
Wadvogels 38 Vissers in hart en nieren
Geniet Wad 42 Boeken, kunst, eten, apps en meer
IK 46
Leden stellen zich voor
Colofon 47
Sinds mensenheugenis maken mensen gebruik van de overvloed aan vis, schaal- en schelpdieren in de Waddenzee. De moderne visserij zorgde echter voor emotionele conflicten tussen vissers en natuurbeschermers. Gelukkig is daarin de laatste jaren een kentering te bespeuren. Een aantal vissers ziet toekomst in kleinschalige en duurzame visserij en verovert de markt met kwaliteitsproducten. In dit nummer van het WADDENmagazine staan het vissen en de vissen centraal. Maartje Kouwen belicht het verleden, het heden en de toekomst van de wadvisserij. Laurens Niekel ging op zoek naar verantwoorde visproducten en wie er snel bij is kan mee op een tocht om zelf oesters te verzamelen. Ikzelf probeerde te achterhalen hoe het gesteld is met de visstand in de Waddenzee. Marcus Werner zette op een rijtje welke maatregelen genomen moeten worden om vissoorten weer ongehinderd tussen zout en zoet water te laten trekken. Marrit van den Akker beschrijft een opmerkelijk initiatief van de Waddenvereniging: het in ere herstellen van een takkenfuik onder Terschelling om ontwikkelingen in de visstand te kunnen volgen. De verschillende artikelen nog eens doorlezend kom ik tot de conclusie dat er nog veel meer valt te vertellen over de visserij in de Waddenzee. Volgend jaar zullen we daar in het WADDENmagazine ongetwijfeld weer aandacht aan besteden. Namens de redactie wil ik alle lezers alvast de beste wensen voor het nieuwe jaar overbrengen. En mocht u plannen hebben om – geïnspireerd door dit nummer – tijdens de feestdagen een visgerecht op tafel te zetten: alvast smakelijk eten!
Honderd jaar wadvisserij. Van kleine sloepen tot grote kotters, van vis verkopen op de dijk tot een gezamenlijke visafslag en van gemengde vangst tot specialisatie in één soort. Er is veel veranderd. Toch is de wadvisserij van de toekomst juist die van het verleden: kleinschalig en flexibel.
Vissen met de hand, met zeilboten in plaats van motorschepen en met de getijden mee. Zo zag de visserij in de Waddenzee er honderd jaar geleden uit. Vergeelde foto’s uit die tijd geven een nostalgisch en bijna romantisch beeld: taferelen van een gezin dat vis sorteert, netten boet en garnalen kookt in een potje op de dijk. Maar het was hard werken. Vooral voor de zogeheten ‘visschers zonder boot’, die tot de jaren vijftig te voet garnalen visten. De vissers gingen met afgaand water de zee in met een schuifnet, bestaande uit twee stokken met een net ertussen. Ze zeefden de vangst op het wad, verzamelden de garnalen in een mand en liepen dan met de zware korf terug over het wad. In weer en wind, en soms ook ‘s nachts. Thuis werd de vangst gekookt, afgekoeld en vervolgens in het dorp verkocht. De visser was tegelijkertijd visverkoper.
in het teken van visserij
De eerste vissersscheepjes waren sloepen, waarmee de wadvissers tot in de jaren dertig zeilend de zee op gingen. Er was geen koeling voor de vis of een kookpot voor garnalen,
De vissersdorpen aan de Waddenzee profiteerden als geheel van de visserij
waardoor ze maar een beperkte tijd op zee konden blijven. De netten werden met de hand binnengehaald, de vangst gelost in de kuip tussen de benen van de vissers. Na de Tweede Wereldoorlog werd wegtransport steeds belangrijker, waardoor de beurtschepen die voorheen vrachten over het water transporteerden overbodig werden en een bestemming kregen als vissersschip. Het vormde de overgang naar de gemotoriseerde visserij. De vissersdorpen aan de Waddenzee profiteerden als geheel van de visserij. Esther Toxopeus van het visserijmuseum in Zoutkamp: ‘De mandenmaker zorgde voor de manden, de smid maakte de scheerborden van het schip, de timmerman voorzag vissers van viskisten en zeven.’ Ook de vrouwen hielpen mee: aan lange tafels sorteerden ze sardientjes, regen vis aan een draad om te roken of pelden thuis de garnalen. De vangst en dus ook de werkzaamheden wisselden per seizoen. Vissers visten bijvoorbeeld afwisselend op platvis, garnalen en mosselen. Daarvoor gebruikten ze naast hun netten verschillende technieken. Bot werd onder andere gevangen door over het drooggevallen wad te lopen en met een soort hark in de bodem van geulen te
prikken waarin de platvissen lagen; het zogeheten botprikken. Botvissen werd ook gedaan door een V-vormige fuik te maken van rechtopstaande rietstengels in de bodem, soms enkele honderden meters lang.
Centrale visverkoop
Waar de verkoop van vis ooit gelijk bij aankomst op de dijk plaatsvond, werd die in de loop van de jaren dertig steeds centraler georganiseerd op visafslagen in de havens. Dorpen als Zoutkamp, Termunten en Noordpolderzijl kregen ieder een eigen afslag, waar de vis werd geveild. Later zorgden de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 en de Lauwerszee in 1969 ervoor dat voormalige Waddenzeedorpen niet langer aan zee lagen, waardoor veel vissers een nieuwe haven als uitvalsbasis kozen. Het aanlanden en veilen van de vangst werd daardoor nog verder gecentraliseerd en kleine visserijhavens verdwenen. Vissers uit Stavoren, Wonseradeel en Terschelling landden nu hun vis aan in Harlingen; vissers uit Zoutkamp, Usquert en Urk gingen naar Lauwersoog, tegenwoordig de grootste garnalenaanvoerhaven. Daarnaast hebben aan de Waddenzee alleen Den Oever en Den Helder nog een visafslag,
waar respectievelijk garnalen en vis worden geveild.
Ook de vloot was volop in ontwikkeling. De schepen werden groter en uitgerust met betere technieken en grotere netten. Het motorvermogen nam landelijk toe. Vissers konden meer vissen, verder en langer de zee op, zonder rekening te houden met de draagkracht van de zee.
In de jaren tachtig werd het motorvermogen aan banden gelegd. Schepen in de Waddenzee mochten sindsdien een motorvermogen van maximaal 300 pk hebben. Ook voor de manier van vissen kwam een striktere regelgeving. Vissers moesten logboeken bijhouden en kregen voor afzonderlijke vissoorten quota: een maximale hoeveelheid te vangen vis. Specialisatie in type visserij en vangst nam verder toe; de flexibiliteit verdween.
Vissers gingen zich steeds meer toespitsen op één soort, in plaats van meerdere visserijvormen te combineren. Garnalenvissers visten in het verleden garnalen als bijverdienste, tegenwoordig zijn er negentig garnalenkotters in de Waddenzee, die vrijwel alleen op garnalen vissen. De afsluiting van zeearmen droeg bij aan die specialisatie: de soorten-
Garnalenvisserij is al een eeuw aanwezig in de Waddenzee. tot de jaren zeventig was het grootste aandeel van de garnalenvangst echter niet bestemd voor menselijke consumptie, maar voor pluimveevoeder of als meststof voor op het land. h et verplicht bijmengen van garnalen door het diervoeder was zelfs een belangrijke stimulans voor wadvisserij. Vaak waren dit kleine, ondermaatse garnalen en jonge visjes die per ongeluk waren meegevangen, samen ‘puf’ genoemd. h et noodzakelijke drogen van de garnalen gebeurde in de beginjaren in lange rijen op de dijk, zogeheten battens, die door vrouwen werden aangeharkt. l ater ontstonden gezamenlijke drogerijen in de dorpen. Pas na de tweede Wereldoorlog nam de consumptiegarnaal langzaam de overhand. h et verwerken van puf werd vanaf begin jaren zeventig landelijk verboden om de garnalenstand te beschermen; jonge garnalen en visjes gaan sinds die tijd weer overboord.
diversiteit in Nederlandse kustzones nam af. Door de afsluiting van de Zuiderzee verdween bijvoorbeeld de haring en de ansjovis, waardoor meer vissers overstapten op garnalenvisserij. Kokkels en mosselen waren voor de oorlog ook een kleinschalige nevenactiviteit. Door mechanisering in 1956 groeide de kokkelsector en de vangsten; in 1991 waren er veertig boten die alleen nog op kokkels visten. Ook de mosselvisserij werd een gespecialiseerde en intensieve vorm van visserij, die vanaf de jaren vijftig in de Waddenzee is te vinden. Op zeer beperkte schaal werd er daarnaast met sleepnetten gevist op bijvoorbeeld spiering en bot, met staand want op harder en zeebaars en met fuiken op paling.
Van 100 naar 10 procent
Veel visserijvormen werden tot de jaren tachtig steeds succesvoller; de hoeveelheid gevangen kabeljauw, makreel, tong en schol bereikte een hoogtepunt. Vanaf
halverwege de jaren tachtig liepen de vangsten echter terug. De totale hoeveelheid vis in de Waddenzee nam af. Populaties van soorten als schar, wijting en puitaal werden kleiner; vanaf de jaren negentig namen landelijk de vangsten af. Naast deze ecologische begrenzing legde ook de overheid in het nieuwe millennium verdere grenzen op, mede onder druk van de Waddenvereniging.
Wegens natuurschade is mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee sinds 2005 verboden en wordt de mosselvisserij sinds 2009 stapsgewijs omgevormd tot een duurzamere visserijvorm.
De draagkracht van de Waddenzee komt steeds centraler te staan binnen het visserijbeleid, want er is ecologisch veel veranderd. Dat merkt ook de 73-jarige garnalenvisser Henk Rispens uit Zoutkamp, die al vanaf zijn dertiende op zee is te vinden. Hij heeft de vangsten zien veranderen: ‘Alles is er nog wel, alleen nu minder en verder uit de kust. Kabel-
jauw, griet, fint: alles is van 100 naar 10 procent gegaan. En dan overdrijf ik niet. Vroeger droogde ik zeenaalden en verkocht ze dan, sterns deden we wel eens een ringetje om hun poot om ze te kunnen volgen, en zandpijpjes waren een goede indicatie waar de garnalen zaten, maar ze zijn er allemaal niet meer. Alleen de garnalen bleven het goed doen, omdat ze geen vijanden meer hebben.’ De aanvoer van garnalen is sinds de jaren tachtig bijna verviervoudigd. De brandstofprijzen stijgen echter ook, terwijl de garnalenprijs afgelopen jaren een dieptepunt bereikte.
‘Er is voortdurend sprake van schaalvergroting en het is altijd de vraag of je daaraan mee moet doen of niet’, zegt zijn jongere neef Johan Rispens, eveneens garnalenvisser. ‘Zoals vissers destijds voor de keuze stonden over te schakelen van het zeil naar de motor, zo staan vissers nu voor de keuze voor de pulskor of sumwing.’ Bij deze technieken
‘Natuurbeschermers en vissers moeten samen meer optrekken.’
m osselen werden in het begin van de vorige eeuw als wilde mosselen geraapt op het wad. tegenwoordig vissen mosselvissers geen volwassen mosselen uit zee, maar jonge mosseltjes. d it zogeheten mosselzaad zetten ze uit op kweekpercelen in de Waddenzee. a ls ze bijna volgroeid zijn verplaatsen vissers de kweekmosselen naar het schone water van de o osterschelde, waar vandaan ze niet veel later als ‘Zeeuwse mosselen’ in het mosselpannetje belanden. d e vissers vissen twee keer per jaar mosselzaad. i n het voorjaar op stabiele mosselbanken, in het najaar nog enkele dagen op instabiele
mosselbanken, waarvan de kans op overleving in de winter klein is. d e laatste jaren loopt het aantal stabiele mosselbanken terug, evenals de hoeveelheid mosselzaad.
n 2009 sloten de Waddenvereniging en andere natuurbeschermingsorganisaties een convenant met de mosselvissers: de mosselsector schakelt stapsgewijs over op een duurzamere visserijvorm. Ze zullen steeds meer mosselzaad invangen via mosselzaadinvanginstallaties: drijvende constructies met touwen, waaraan de jonge mosseltjes zich vasthechten. Vanaf 2020 mogen ze geen mosselzaad meer van de wadbodem vissen.
sleept het vistuig niet over de bodem, maar zweeft het erboven. De pulskor geeft daarbij elektrische schokjes om de vis of garnalen uit de bodem op te schrikken. In theorie zijn de methodes brandstofbesparend en minder bodemverstorend. Rispens: ‘Maar wat doet het met de allerkleinste garnaaltjes en visjes? Of met garnalen die kuit dragen? Het is wel natuur. De stroomsterkte wordt steeds verder opgevoerd en het effect is niet goed onderbouwd. Ik zit er niet op te wachten.’
de zee met rust laten?
Beide vissers zien liever andere methodes om de natuur en brandstof te sparen: minder vissen. ‘Sommige vissers willen altijd meer. Wij willen juist minder. Niet omdat we lui zijn, maar omdat het beter is voor de garnaal, voor de prijs en voor de brandstof. Als je de zee even met rust laat, dan is het daarna veel levendiger’, zegt Johan Rispens. ‘Ik wil een maximumprijs, maar ook een minimum. Want als de prijs laag is gaan sommige vissers nog meer vissen, waardoor het nog lager wordt. Massa is ook kassa, vinden ze. Maar dat is niet goed voor het garnalenbestand. Garnalen zijn misschien het onkruid van de zee, dat niet is uit te roeien, maar je moet ook wat overlaten voor andere vissen. Ik zou graag een kilobegrenzing zien en begrenzing van het aantal zeedagen. En in de tijd van kleine schol en kuitgarnalen moet je eigenlijk gewoon niet vissen.’
Ook de vissers van Stichting Geïntegreerde Visserij vissen met oog voor de natuur. ‘We vissen op wat de zee biedt. We werken met de natuur mee, in plaats van deze naar onze hand te zetten. Dat betekent dat je niet achter de kabeljauw aanvaart als hij wegtrekt, maar overstapt naar een andere soort. Het vormt daardoor ook een bescherming tegen overbevissing’, zegt Jaap Vegter, een van de twaalf vissers. ‘Wat dat betreft kun je veel leren van de geschiedenis. Sommige kustgemeenschappen, zoals die van de Dongeradelen, waren georganiseerd rondom één type visserij en daardoor enorm kwetsbaar. Toen de kabeljauw en schelvis afnam, betekende dat ook het einde van sommige visserijgemeenschappen. Specialisten kennen perioden van groei en bloei, maar ook van neergang. Gemeenschappen op de eilanden en op Wieringen waren veel diverser en flexibeler, zij hebben zich altijd prima kunnen redden.’
een flexibele toekomst
De Geïntegreerde Visserij-vissers zien daarom toekomst in een kleinschalig, flexibel en gemengd visserijbedrijf. ‘In het voorjaar vissen op bijvoorbeeld tong, in de nazomer op garnaal en in de winter op sprot’, zegt Vegter, die zelf op harder en zeebaars vist en oesters raapt. Deze vorm van visserij biedt volgens Vegter ook voordelen voor de regio. ‘Het zorgt voor levendige havens, met bedrijvigheid in een groter deel van de week en verse producten met een grote diversiteit. Elke haven zou zo’n vlootje kleine, flexibele, gemengde bedrijven moeten hebben.’
Ook de Waddenvereniging is daar groot voorstander van. ‘In de Waddenzee is plaats voor visserij, maar wel op een ecologisch en economisch duurzame manier’, zegt Wouter van der Heij, visserijbioloog bij de Waddenvereniging.
‘Na een periode van ongebreidelde groei is het noodzakelijk de ecologische grenzen weer te respecteren en de
TEKST MAARTjE KOUWEN
visserij hierop af te stemmen. Voor de toekomst hebben we een kleinschalige en flexibele wadvisserij voor ogen die is afgestemd op de draagkracht van het ecosysteem en vooral regionaal is gebonden, met levendige havens.’
Daarin ziet de vereniging ook een rol weggelegd voor vissers, die het gebied als geen ander kennen. ‘Vissers en natuurbeschermers zouden meer samen moeten optrekken in het duurzaam beheren van de zee. Zowel de natuur als de visser is gebaat bij een rijke Waddenzee met een gezond vis- en schelpdierbestand, nu en in de verre toekomst.’
De Waddenzee herbergt een keur aan de vis, schelp- en schaaldieren. Het collectief Goede Vissers probeert deze dieren zo duurzaam mogelijk te vangen, zonder de natuur te schaden. De verse zeeschatten belanden bij particulieren en restaurants op tafel. De Waddenzee als inspiratiebron voor fantastische gerechten.
Kokkels beschermen zich ’s winters tegen de kou door in hun lichaamsvocht stoffen af te scheiden die als een soort antivries werken. Toch overleven veel kokkels een strenge winter niet.
Duurzaam vissen, dat is wat het collectief Goede Vissers nastreeft. Alleen volwassen dieren vangen en de bodem, het zeemilieu, de vogels en de zeezoogdieren zo min mogelijk schaden. Barbara Geertsema stond samen met haar echtgenoot Jan aan de wieg van de Goede Vissers. Met hun schip de Internos vist het echtpaar vooral op harders, maar ze rapen ook oesters en vangen zeebaars. Het vissen op harders is handwerk. ’De helft van de tijd lopen we door het water’, vertelt Barbara. ’Omdat harders graag ondiep water opzoeken kun je ze met een diepstekend schip niet bevissen. Je moet achter de vissen aanrennen om ze te vangen.’ Eenmaal gevangen, bereid en op het bord heeft de vis een speciale smaak. ’Omdat de harder vooral algen eet heeft hij een lichte ondertoon van spinazie.’
kokkels
Bij de Goede Vissers vissen ze ook op kokkels. Dat doen ze handmatig, om de bodem niet te beschadigen. ’Handkokkelaars lopen dansend achteruit en bewegen de zogenaamde wonderklauw, een hark met een netje, door de bovenste laag van de bodem. De kokkels belanden zo door de spijlen van de hark in het netje’, vertelt Barbara. In vergelijking tot de – inmiddels verboden – mechanische kokkelvisserij brengt de hark veel minder schade toe aan de bodem, waardoor deze sneller herstelt. ’Op deze manier op kokkels vissen is zwaar werk’, zegt Barbara, ’maar het is een grappig gezicht hoe elke visser op en neer danst.’ Barbara betreurt het dat het
Nederlandse schelpdier niet vaker op het menu staat. ’In ons land worden vaak Italiaanse venusschelpen gebruikt, terwijl
de kokkel veel lekkerder is. Zelfs de Italianen vinden dat!’ Omdat kokkels zand eten is het erg belangrijk ze goed schoon te maken. ’Zet de schelpen ongeveer vier uur in koud water, een schep bloem en één schep zout per liter water.’ Zo weet je zeker dat aan tafel niks meer tussen je tanden knarst. motiverend
De eigen visvangst verkopen Barbara en Jan in ’t Ailand, hun streekwinkel, proeflokaal en informatiepunt in het Groningse Lauwersoog. Het kleine eetcafé ligt aan het eind van de pier en biedt bij helder weer een prachtig uitzicht op het wad en het eiland Schiermonnikoog. Binnen is het sfeervol ingericht en er brandt een grote zwarte houtkachel. Wie geïnteresseerd is in duurzame visserij of de Waddenzee
Chef-kok Dick Soek
van de Piloersemaborg werkt het liefst met verse lokale producten
bekijkt het grote aanbod boekjes, flyers en magazines in de kasten of stelt een vraag aan Barbara, Jan of hun collega’s. De vers gevangen vis staat op de restaurantkaart en ligt in de winkel. Zo kunnen gasten niet alleen in ’t Ailand maar ook thuis van de vis genieten. Daarnaast levert het visserspaar hun producten aan verschillende restaurants in Noord-Nederland, zoals de Piloersemaborg waar chef-kok Dick Soek sinds kort de keukenscepter zwaait. ’Het is ontzettend leuk om bij een restaurant je eigen gevangen vis te brengen’, vertelt Barbara. ’Wanneer de chef je dan vertelt dat de kwaliteit weer helemaal top is, dan weet je waar je het voor doet.’
De Piloersemaborg in Den Ham ademt de sfeer van vroeger. Deze borg (de Groningse variant van een burcht) stamt uit 1633 en is een van de laatste boerderijborgen in Nederland. Tegenwoordig is het een hotel, waar sinds januari 2012 chef-kok Dick Soek in de keuken staat. ’Ik vind het belangrijk om met duurzaam gevangen vis te werken. Ik wil mijn gasten kunnen vertellen waar het product op hun bord vandaan komt en wat er mee is gebeurd. Daarom werk ik heel graag met de producten van Barbara en Jan. De lokale ingrediënten waarmee ik kook zijn allemaal super vers.’ Als voorbeeld zet Dick een hardermousse met zeewier en koolzaadolie op tafel. ’Zo’n vijftien jaar geleden stond de harder nog bijna nergens op de kaart, maar omdat het een uniek lokaal product is werken wij er graag mee. Een gerecht als dit laat zien waar ons restaurant zich bevindt: in het waddengebied vlak bij de Waddenzee.’
Helaas is de harder een seizoensproduct en wordt de vis aan het eind van het jaar niet meer gevangen. Wie tijdens de feestdagen duurzaam gevangen Waddenvis op het menu wil zetten heeft nog voldoende keus. Zo is de gerookte harder nog wel verkrijgbaar, net als allerlei vers gevangen kokkels, oesters, garnalen en afhankelijk van het weer ook spiering.
j an en b arbara verkopen hun vis vanuit e et l okaal ’t a iland aan de h aven 49a in l auwersoog. i edere vrijdag, zaterdag en zondag geopend van 11.00 tot in elk geval 19.00 uur. b estellingen voor 19.00 uur worden altijd geserveerd. d aarnaast staat het echtpaar iedere vrijdag op de biologische vismarkt in Utrecht (Vredenburgplein) en op zaterdagen op de b oerenmarkt in a msterdam ( n oordermarkt).
Verschillende Goede Vissers verkopen vanuit huis:
h an Ypma verkoopt iedere vrijdagmiddag en zaterdagochtend zijn eigen vangst vanaf zijn schip, de m argaretha h endrika, dat in de haven van d en o ever ligt. b estellen via 06-54348539.
s imon k ay verkoopt zijn vis vanuit zijn huis in Wieringerwerf. o p het terras achter de woning serveert zijn vrouw j osé broodjes paling, koffie, thee en zelfgebakken appeltaart. b estellen via 06-30125876.
h ans k ay verkoopt vanuit zijn huis in Wervershoof gerookte vis (paling en harder).
b estellen via 06-10257268.
k ijk voor meer informatie over Goede Vissers op www.goedevissers.nl.
Takken die opdoemen uit het water, de grijze Waddenzee kabbelt er zachtjes tegenaan. De verzameling berkenboompjes is onderdeel van de ‘weer’, ook wel een traditionele ‘takkenfuik’ genoemd. Een opmerkelijk initiatief van de Waddenvereniging om de visstand in de Waddenzee te monitoren.
De temperatuur van het zeewater is de laatste twintig jaar anderhalve graad gestegen. Dit heeft invloed op het onderwaterleven. Zo zijn vissoorten die van koud water houden langzamerhand steeds meer weggetrokken. En daar zijn vissen uit het zuiden voor in de plaats gekomen. Door een visfuik te plaatsen kan in de gaten gehouden worden hoe de visstand verandert. De zeldzame vissen worden teruggezet en bij het NIOZ wordt verder onderzoek gedaan. Er wordt nog gebouwd aan een website van de Waddenvereniging waarop straks is te zien wat voor soorten en hoeveel vis er gevangen wordt.
Jaap Vegter is wadvisser en beheerder van de weer die is opgebouwd ten oosten van de Marnewaard in Lauwersoog, nabij de Lauwerszeedijk. De vistechniek van weleer intrigeert hem. Als je jaar na jaar bezig bent met de weer en het neerzetten ervan, krijg je
volgens Vegter een heel goed beeld van wat er gedurende de seizoenen op die plek rondzwemt. Het kost veel tijd en werk, maar juist dat maakt het voor hem zo bijzonder. ‘Met een groep vrijwilligers hebben we heel wat berkenboompjes gekapt en zijn daarna een weekend lang bezig geweest met het opbouwen. Zwaar werk, maar ik vind het geweldig: die strijd met de elementen.’ Dat neerzetten is een experiment op zich, want er is weinig kennis over deze vistechniek bewaard gebleven. Er zijn veel factoren waar rekening mee gehouden moet worden, denk maar aan de bodemstructuur en de stroomrichtingen.
Hoe werkt een weer
Maar hoe werkt het nou eigenlijk? De weer bestaat uit twee ‘vleuken’, dicht opeengeplaatste rijen van takken in een V–vorm, die uitmonden in een kom waarachter de ‘kuil’, het trechtervormige net, geplaatst is. De weer die Jaap Vegter en zijn vrijwilligers hebben opgebouwd is nu zo’n 120 meter lang, maar voor het vangen van vissoorten als de harder is het niet ongewoon om een weer te bouwen van wel een kilometer lengte. Als het water opkomt, zwemmen de vissen de weer in, waar ze tussen de vleuken verblijven totdat het afgaand tij is en het water langzaamaan wegtrekt. Dan kunnen ze nog maar één kant op: de kuil in. De vissen die daarin terechtkomen, worden geregistreerd. Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) doet dat al geruime tijd op Texel. ‘Het is belangrijk dat hier nu ook gegevens worden opgehaald die een langer tijdsbestek beslaan’, zegt Jaap Vegter. Langlopend onderzoek kan in de toekomst verbanden aantonen, dus met het zetten van de weer wordt ook belangrijke wetenschappelijke kennis vergaard.
De natuur is niet constant, die verandert steeds
Echter, er schuilt nog een drijfveer achter het plaatsen van de weer. Nienke Dijkstra is vrijwilliger bij het team dat de fuik heeft geplaatst bij Lauwersoog en schipper op de Waddenzee. Volgens Dijkstra staat de weer ergens voor. ‘We kunnen als maatschappij leren van de dynamiek die de natuur ons laat zien. Het water gaat op en neer, het getij werkt, het wad verandert. En dat vereist flexibiliteit, niet vastroesten in gewoontes.’ Dat de weer bij Lauwersoog beschadigd is door een noordoosterstorm, is weliswaar een teleurstelling maar nog meer een les. Blijkbaar stond één van de twee vleuken in slikkiger ondergrond en was de golfslag te ruig. Daar kun je iets van leren: de natuur is niet constant, die verandert steeds. In een strenge winter kan de fuik gehavend worden, maar ook het komen en gaan van de seizoenen is voor de weervissers een uitdaging.
Ook bij Terschelling, achter de waddendijk nabij Oosterend, is een weer uitgezet van waaruit in de lente van 2013 gemonitord zal worden. Arjan Berkhuysen, directeur van de Waddenvereniging en Terschellinger Flang Cupido zijn de initiators van dit project. Noemenswaardig is dat ook achter deze weer een boodschap schuilgaat. Flang Cupido en Berkhuysen kwamen gezamenlijk tot de conclusie dat het op z’n minst opmerkelijk te noemen is dat deze oude vistechniek aanvankelijk verboden werd op Terschelling, terwijl de Waddenzee bevist wordt door grote schuiten. Dat klopt niet. De weer, geplaatst tussen Oosterend en Hoorn, bevindt zich nog in een experimentele fase. Maar of er met deze fuik ook veel gevangen gaat worden is nog maar de vraag. De Waddenzee wordt armer. Arjan Berkhuysen benadrukt dat we ons
Wilt u het werk van de Waddenvereniging extra steunen? En tegelijk een leuk cadeau kopen? Bestel dan één van de artikelen uit de Waddenwinkel. Nog meer keus heeft u op www.waddenvereniging.nl/winkel.
Wenskaarten met prachtige natuurbeelden. Zonder tekst, dus te gebruiken voor iedere gelegenheid. Verkrijgbaar in verschillende formaten en samenstellingen. Op duurzame wijze gedrukt en verpakt.
nieUW: Sweater met rits en capuchon (m/v)
Set van 3 verschillende kaarten
ervan bewust moeten zijn dat veel vissoorten in de Waddenzee sterk achteruit zijn gegaan. Het project met de weer volgt de ontwikkelingen in de visstand. Met een cultuurhistorisch fenomeen worden de problemen van de Waddenzee inzichtelijk gemaakt. Een alerte en flexibele houding is daarbij vereist en bewustwording het codewoord. Jaap Vegter legt ook een relatie met de individualisering in onze complexe moderne samenleving. ‘Als individuen niet meer over de vaardigheid beschikken om flexibel te zijn, wordt je daar als samenleving kwetsbaar van. Samen een weer bouwen is een les in flexibiliteit.’
Lekker warm voor op de boot of camping, op het strand of bij het kampvuur. Deze mooie sweater van zware kwaliteit bestaat voor 80% uit katoen en voor 20% uit polyester. Verkrijgbaar in licht en donker grijs. Wees er snel bij, want op is op! Geschikt voor zowel dames als heren en verkrijgbaar in de maten
S/M/L/XL/XXL
Voor leden: f 44,95 e 49,95
Pet met Logo nieUW: Verrekijker 8x21
Haal de prachtige natuur heel dichtbij met deze stoere metalen verrekijker. Lichtgewicht en geleverd met handig etui zodat de kijker gewoon in de tas kan.
Bestel alvast de nieuwe Waddenzeekalender van 2013. Met prachtige foto’s gemaakt door bekende natuurfotografen. Meer weten of meteen bestellen? Kijk dan op de speciale bestelbon verderop in het magazine. Formaat van de kalender is 25 x 37,3 cm. Wenskaarten met
Als Waddenvereniging hebben we maar één doel. Zorgen dat ook komende generaties van het wad kunnen genieten. Met de aankoop van artikelen uit de Waddenwinkel ondersteunt u de activiteiten ter bescherming en behoud van het waddengebied. Hartelijk dank daarvoor.
De snotolf is een vreemd sujet. Hij is plomp, oogt onvriendelijk en heeft een zuignap aan zijn buik om zich vast te kunnen houden aan stenen. In Nederland wordt hij ook wel lompvis of strontvreter genoemd.
Wat zijn de eetgewoonten van deze uiterst curieuze vis?
Eenvolwassen vrouwtjes snotolf kan een halve meter groot worden en een gewicht van meer dan vijf kilo bereiken. De mannetjes, die in de paaitijd fraai paars of oranje gekleurd zijn, blijven wat kleiner. In de winter en het vroege voorjaar komen de snotolven naar onze kustwateren om te paaien. Na het eieren leggen gaan de vrouwtjes terug naar open zee en de mannetjes bewaken de eieren. De schubloze, plompe en wat onvriendelijk ogende vissen hebben aan hun buik een sterke zuignap. Daarmee kunnen ze zich vasthouden aan stenen. Vandaar de Engelse naam lumpsucker. In Nederland worden ze ook wel lompvis of strontvreter genoemd. De hier geboren snotolfjes trekken in het najaar naar open zee om een paar jaar later terug te keren om zelf te paaien.
Een snotolf is een van de weinige vissen in onze wateren die kwallen eet. Ribkwalletjes, zoals de zeedruif, komen vooral in het voorjaar en de vroege zomer in grote aantallen in de Waddenzee en Noordzee voor. Op het strand zie je dan massa’s gelatine-achtige bolletjes liggen. De kwalletjes bewegen zich voort met behulp van trilharen op acht verticale ‘ribben’. Ze eten plankton, kleine kreeftjes en zelfs visjes die ze vangen met kleverige, maar niet giftige, tentakels. Soms is de maag van een snotolf helemaal gevuld met de gelei van ribkwalletjes. Daar valt waarschijnlijk de naam van deze vis uit af te leiden.
Zeepissebedden
Onder water, tussen stenen of wier, scharrelt de zeepissebed rond. Dit familielid van de landpissebed eet vooral rottend zeewier en heeft kieuwen om zuurstof uit het water te halen. Voor de wat kleinere snotolven zijn deze kleine kreeftachtigen een niet te versmaden hapje.
Ook borstelwormen als zagers staan op het menu van de snotolf. Net als zeepieren leven ze ingegraven in de wadbodem. Deze roofwormen hebben flinke kaken en pootjes over hun hele lijf. Daarom worden ze ook wel zeeduizendpoten genoemd. ’s Nachts verlaten de zagers hun holletjes om voedsel te zoeken of zich voort te planten. Niet alleen snotolven eten zagers. Ook voor veel andere vissoorten zijn ze een favoriet hapje. Veel sportvissers gebruiken zagers dan ook als aas.
Ze zijn microscopisch klein en komen in enorme aantallen in de zee voor. Roeipootkreeftjes is een verzamelnaam voor heel veel verschillende soorten. Voor pas geboren snotolven zijn deze kreeftjes de belangrijkste voedselbron. Deze watervlooien van de zee eten zelf eencellige algen en vormen het voedsel voor veel zeebewoners. De leefomgeving van een roeipootkreeftje verschilt per soort. Sommige soorten zwemmen los in het water, anderen leven op de bodem van de zee; soms zijn het parasieten die in of op andere vissen leven. Haring en bot hebben vaak parasitaire roeipootkreeftjes.
gemengde banken
In ruim twintig jaar wist de Japanse oester de hele Waddenzee te koloniseren.
In eerste instantie werd deze exoot als een bedreiging gezien. nu blijkt dat de oesterriffen positief uitwerken op de natuurwaarden van het wad. Bovendien is deze wilde waddenoester een niet te versmaden lekkernij!
eten van oesters is al bekend uit de Griekse en Romeinse oudheid. In de Gouden Eeuw was het eten van oesters in ‘betere kringen’ zeer gewild. Niet in de laatste plaats door de libido verhogende eigenschappen die aan de oester worden toegeschreven. De inheemse platte oester, die ook in de Waddenzee en de aangrenzende Noordzee algemeen voorkwam, werd dan ook druk bevist. Door overbevissing en het optreden van ziektes verdween deze oester uit de noordelijke wateren. Alleen in de Zeeuwse oesterputten kweekt men nog platte oesters.
Plaag
Als in de zestiger jaren het kweken van de platte oesters in Zeeland door het optreden van ziektes moeizaam verloopt, introduceert men een alternatief: de Japanse oester. Deze doet het goed en krijgt de naam ‘creuse’ of ‘bolle Zeeuwse’ mee. Omdat deze soort zich
alleen bij watertemperaturen boven 18 graden Celsius voortplant gaat men ervan uit dat er geen verspreiding in de kustwateren plaatsvindt. Dat blijkt echter niet het geval. In de jaren negentig groeit de Japanse oester in de Zeeuwse wateren uit tot een ware plaag. Uitgestrekte oesterriffen hinderen watersporters en de scherpe schelpen, die tot het formaat forse asbak kunnen uitgroeien, vormen een gevaar voor surfers en duikers. De opmars van de Japanse oester in de Waddenzee begint in 1983. Een aantal exemplaren is met een partijtje platte oesters meegekomen, waarmee men op Texel experimenten wilde uitvoeren. Ze kunnen overleven in het warmere water van het bassin met koelwater van de toenmalige elektriciteitscentrale en verspreiden zich over de Nederlandse Waddenzee. Tegelijkertijd worden op het Duitse eiland Sylt Japanse oesters uit Schotse kwekerijen ingevoerd.
Na het jaar 2000 vindt een ware explosie van de Japanse oester in de Waddenzee plaats. De oesters vormen uitgestrekte banken of riffen. In 2011 is ruim 1.000 hectare aan oesterbanken in de Nederlandse Waddenzee gevormd. In eerste instantie zijn de oordelen negatief over deze nieuwe levensvormen in de Waddenzee. Zo zouden de oesterbanken het herstel van mosselbanken in de weg staan. Maar uit nadere inventarisaties blijkt dat zich op de stevige ondergrond van de oesterbanken allerlei dieren vestigen. Zo gedijen de mosselen hier goed en 70 procent van de oesterbanken heeft zich intussen met mosselbanken
vermengd. Deze gemengde banken zijn voor een deel ontstaan op plekken waar zich vroeger mosselbanken bevonden. Ook schelpdiereters passen zich aan. Meeuwen laten kleinere oesters kapot vallen op fietspaden en dijken en kunnen zo het smakelijke hapje naar binnen werken. En scholeksters weten met hun stevige snavel oesters open te wrikken.
delicatesse
Al snel na het verschijnen van de eerste oesterbanken in de Waddenzee staan de oesters op het menu van restaurants in het waddengebied. Particulieren mogen namelijk per persoon 10 kilo
schelpdieren verzamelen. Maar het duurt lang voor de commerciële visserij wordt toegestaan. Pas in 2009 geeft de overheid bij wijze van experiment aan een klein aantal vissers vergunning om de oesters met de hand te rapen en te verkopen. Over het algemeen roemt men de romige zilte smaak van de waddenoester. En in tegenstelling tot de Zeeuwse oesters groeien ze volledig op in het wild. De Japanse oester is niet meer weg te denken uit de Waddenzee. Of deze nieuwe wilde waddenoester ook gastronomisch furore gaat maken kunt u zelf beoordelen op de door de Waddenvereniging georganiseerde oestertocht.
in de winter is het stil rondom de Waddenzee. alleen scholeksters laten zich nog luid en duidelijk horen. toeristen zijn er nauwelijks meer. maar op zondag 23 december vaart de schitterend gerestaureerde klipper Willem jacob uit 1889 uit voor een unieke excursie met de Waddenvereniging en Stichting geïntegreerde Visserij. gaat u mee?
We zeilen naar een van de oesterbanken in de Waddenzee. Aan boord geeft Wouter van der Heij, projectleider Visserij van de Waddenvereniging, een interessante lezing over zijn visie op waddenvisserij. Onder leiding van Geïntegreerd Visser Jaap Vegter gaan we daarna oesters rapen. Op de plaat is het genieten van de ruige waddennatuur. Terug aan boord opwarmen met een lekker bord soep en stevig stuk brood bij het knisperende haardvuur in de kajuit van de Willem Jacob. De bevlogen kok Leen Kaldenberg heeft veel ervaring met het werken met streekeigen producten en laat de diverse manieren zien waarop u waddenoesters kunt omtoveren tot een heerlijk en eerlijk kerstmaal.
Heb je een vraag, opmerking, goed idee? ScHrijf, bel of mail naar: Waddenvereniging poStbuS 90, 8860 ab Harlingen tel.: 0517-493693 e-mail: info@Waddenvereniging.nl
Wil je de digitale jeugdnieuWSbrief ontvangen? mail je e-mailadreS naar jeugd@Waddenvereniging.nl
Ruim baan vooR de jeugd! altijd in het haRt van het Waddenmagazine: vieR jeugdpagina’s. dat geeft jonge (en óók oudeRe) leden de kans even snel WaddeninfoRmatie te tanken.
ingrediënten oesterexcursie
• Zeil- en droogvaltocht met authentieke klipper
• Lezing ‘Visie Duurzame Visserij’
• Oesters rapen op het winterse wad
• Verwarmende lunch
• Kookdemonstratie
• Oesterpakket mee naar huis
inclusief luxe oesterpakket t.w.v. e 25,*
De zelfgeraapte oesters zijn nog niet geschikt voor consumptie. U krijgt daarom een uitgebreid pakket mee naar huis, compleet met oestermesje en een mooie fles wijn.
Zeer scherpe prijs
Deze excursie kost slechts e 60,- p.p. Leden van de Waddenvereniging krijgen nog eens e 10,- korting en betalen slechts e 50,- p.p.
meld u meteen aan.
Het aantal plaatsen is beperkt!
Ga voor meer informatie en het aanmeldingsformulier naar www.waddenvereniging.nl/oesters.
In de Waddenzee en in het IJsselmeer leeft spiering. Vroeger zwom deze vis lekker heen en weer tussen zout en zoet water. Tot wij mensen een dikke muur bouwden dwars door hun leefgebied: de Afsluitdijk. De spiering in de Waddenzee kon niet meer naar het IJsselmeer en vice versa. En dat terwijl hij graag in zoet én zout water leeft. In het zoete IJsselmeer is de spiering nu een stuk kleiner dan zijn broertje in de Waddenzee en hij wordt maar drie jaar oud. Terwijl spiering in de Waddenzee acht jaar kan worden. Hoogste tijd om een visdoorgang te maken dus! De Waddenvereniging heeft het idee een lange rivier te maken bij de Afsluitdijk. Vissen zoals de spiering kunnen door die rivier zwemmen van de Waddenzee naar het IJsselmeer en weer terug.
Sommige vissen leven in zout én in zoet water. Om hun eitjes te leggen zwemmen ze van de zee naar een rivier of, zoals de paling, andersom. Maar onderweg komt de vis allerlei hindernissen tegen. In Nederland zijn namelijk heel veel sluizen, stuwen of dijken. Gelukkig is er een oplossing: een vispassage. Daarmee kan de vis van de ene kant van de hindernis naar de andere kant komen. Er zijn allerlei verschillende vispassages, bijvoorbeeld een vistrap. Elke trede kan de vis door gaten in het tussenstuk een stukje hoger zwemmen. Zo kan de vis heen en weer. Traplopen in het water dus!
Gevangen worden in een net of aan een haak is geen pretje. Je kunt de vis niet vragen hoe dat is en of hij pijn voelt, maar er wordt wel veel onderzoek naar gedaan. Sommige onderzoekers zeggen dat een vis wel pijn voelt. Hij wordt dan eerst verward en daarna heel druk. De volgende keer kijkt hij wel uit! Andere onderzoekers denken dat een vis geen pijn voelt zoals wij dat voelen. Wat de onderzoekers wel weten is dat een vis gestrest kan zijn.
Bijvoorbeeld als hij met veel vissen dicht op elkaar zwemt of als hij gevangen wordt. Als een vis gestrest is, gaat hij minder eten en groeit hij dus minder snel. Reden genoeg om voorzichtig met de vissen om te gaan!
Vissen ademen onder water en daarom gaan ze niet dood. Wij kunnen niet onder water ademen, dus nemen we een hap lucht voor we onderduiken. Vissen nemen een hap water. In het water zit net als in de lucht zuurstof, dat heb je nodig om te leven. Het water stroomt via de bek van de vis langs de kieuwen weer de zee in. In de kieuwen zitten speciale cellen. Als het water erlangs stroomt, wordt er geruild. De cellen nemen de zuurstof op uit het water en geven afvalstoffen mee aan het water.
Van € 450,Voor € 160,-
Pieter de Vries is professioneel fotograaf en woont op het eiland Texel. Hij heeft het waddenstreekkeurmerk Waddengoud en exposeert regelmatig.
Kijk voor meer informatie op www.pieterdevries.exto.nl
Voor de kerst in huis?
Van alle trekvissen zwemt de paling wel heel ver. Helemaal naar de Sargassozee in de Atlantische Oceaan. De paling groeit op in zoet water en legt eitjes in zout water. Als het zover is zwemmen alle palingen speciaal naar die zee. Voor sommigen is dat wel duizenden kilometers zwemmen. Puf voor de terugreis hebben ze niet meer, nadat ze hun eitjes kwijt zijn gaan ze dood. Gelukkig zwemmen de jongen weer terug naar de rivieren in Nederland en andere plekken op de wereld.
In het septembernummer stond een blubberraadsel. Het goede antwoord is bodemdier. Niels Hols (8 jaar) uit Westerland heeft met zijn antwoord de nieuwe verrekijker gewonnen. Gefeliciteerd!
Maak uw keuze uit een van de vier exclusieve foto’s die eenmalig gedrukt worden voor de Waddenvereniging. De schitterende afbeeldingen zijn voorzien van een handtekening en de titel van het werk. Het doek is gespannen op een frame van 90x120 cm met een dikte van 2 cm.
Wilt u uw bestelling gegarandeerd voor de kerst in huis hebben?
Plaats deze dan uiterlijk donderdag 13 december op: www.waddenvereniging.nl/canvas
Let op!
Deze actie loopt t/m februari 2013. Deelname is alleen mogelijk wanneer u met iDeal betaalt.
Nog een lege muur over? Of behoefte aan iets origineels boven uw bank of tafel? De Texelse fotograaf Pieter de Vries koos vier eigen natuurfoto’s uit om op canvas te zetten. Ze zijn nu te bestellen voor slechts € 160,- per stuk in plaats van € 450,- !
rUIM BAAn VOOr VISSEn In
Het lijkt wel een hindernisbaan, de weg die trekvissen moeten nemen om van zout naar zoet water te komen of andersom. Dijken, gemalen, sluizen en stuwen maken het hen schier onmogelijk om hun paai- en broedplaats te bereiken. Zijn de acht nieuwe vispassages een oplossing?
Sommige vissen leven in de (Wadden) zee, maar trekken naar de rivieren in Noord-Holland, Friesland, Groningen of Drenthe om hun eitjes te leggen. Helaas ondervinden zij in onze ontwikkelde wereld allerlei obstakels in de rivieren en waterwegen, waar zij vroeger vrij doorheen zwommen. In Nederland, met haar netwerk van kanalen, gekanaliseerde rivieren en rivieren met een min of meer natuurlijke loop, zijn dat stuwen, scheepssluizen en dijken met daarin hooguit spuisluizen die bij hoog water dicht staan. Andersom geldt hetzelfde. Vissen die voor hun voortplanting van het zoete naar het zoute water trekken komen net zoveel hindernissen tegen: scheepssluizen en spuisluizen die voor vissen op het verkeerde moment dicht staan, en gemalen waarin vissen riskeren in de pompen verhakseld te worden.
Pas de laatste tien à twintig jaar is er serieus aandacht voor zogeheten vispassages en andere voorzieningen om barrières voor trekkende vissen op te heffen en de trekmogelijkheden te verbeteren. Herman Wanningen, die met zijn bedrijf Wanningen Waterconsult adviseert over oplossingen voor vistrek, en mede-initiator van een afgelopen september verschenen internationaal handboek over vistrekvriendelijke aanpassingen: ´Voor zalmachtigen werden al langer vistrappen gebouwd
In de Westerwoldse Aa zwemt weer spiering
in rivieren, om die commercieel interessante soorten niet af te snijden van de paaigebieden bovenstrooms. Maar de vistrappen, gebouwd voor de grote en krachtige zwemmende zalmen en zeeforellen, met grote ´traptredes´ en flinke stroomversnellingen, bleken onneembaar voor de meeste andere vissoorten. Nu groeit het inzicht dat ook minder spectaculaire vissoorten weleens heel belangrijk kunnen zijn. Trekvissen als spiering en driedoornige stekelbaars vormen het voedsel voor talloze watervogels en veel zoetwatervissen.´ In het Handboek Vismigratie staan tientallen praktijkvoorbeelden van hindernissen voor trekvissen en de gekozen oplossingen. Voor Nederland,
s inds februari 2012 wordt in een deelproject van r uim b aan voor Vissen in het waddengebied onderzocht welke aantallen en soorten vis in het voorjaar vanuit de Waddenzee naar het zoete water proberen te trekken. Vijftig vrijwilligers bemonsteren tussen februari en juni twee maal per week bij 17 spui- en schutsluizen en gemalen. b ij hoog water laten zij een kruisnet, een fijnmazig net als een omgekeerde paraplu, neer in het water en halen die na enkele minuten op. h et proces wordt vijfmaal herhaald en alle vissen worden geteld. a lbert j an s chepens van de h engelsportfederatie Groningen d renthe, die het vrijwilligersonderzoek coördineert en daarvoor trainingen verzorgde: h et project duurt drie jaar, omdat één jaar een vertekend beeld kan geven. d aarom is het voor harde conclusies te vroeg.´ n 2012 werden ruim 62.000 trekvissen gevangen. Van de 22 soorten was 67% driedoornige stekelbaars, 25% glasaal, 2% spiering en 6% overige vissen, waaronder zeenaald en sprot.
Platvissen zijn moeilijk te vinden. Ze graven zich een beetje in het zand in en kunnen zelfs van kleur veranderen, waarbij ze de kleur aannemen van de omgeving om zo nog minder op te vallen.
met zijn relatief eenvoudig te overbruggen verschillen in waterniveaus, zijn oplossingen mogelijk als series bakken die het water beneden- en bovenstrooms van een kunstmatige barrière verbinden. Uitgekiend ontworpen spleten, waarmee de bakken met elkaar in verbinding staan, remmen het doorstromende water af, waardoor de waterstroom zelfs voor zwak zwemmende vissen te overwinnen is. Een meer natuurlijke variant is een extra lus van de waterweg om het kunstmatige werk heen. Zo worden gemalen visvriendelijk en beter passeerbaar door zogeheten vijzelpompen, waarin een langzaam draaiende spiraal water met vissen en al omhoog drukt, of buizen waarin vissen om het eigenlijke pompmechanisme heen worden geleid.
ruim baan voor vissen
‘Bij ruim zeshonderd van de vijftienduizend barrières voor vistrek zijn intussen vismigratievoorzieningen aangelegd’, vertelt Wanningen, ‘en een kleine drieduizend barrières zullen met voorrang worden aangepakt. Het animo van Rijkswaterstaat en waterschappen om de vistrek te bevorderen lijkt duidelijk toe te nemen. Deels komt dat door samenwerkingsverbanden die snellere en meer doeltreffender oplossingen in de hand werken.´
Een voorbeeld is het in 2010 met steun van het Waddenfonds gestarte ‘Ruim Baan voor Vissen in het Waddengebied’ waarin de vier waterschappen van Groningen, Friesland en NoordHolland samenwerken. Hoofddoel is de intrekmogelijkheden voor vissen vanuit de Waddenzee naar het binnenland te vergroten en het aanpakken van de vele hindernissen voor vistrek binnenslands. Plannen zijn er voor acht vispassages in grotere spuisluizen langs de Friese en Groningse kust en in de kop van NoordHolland. Een ander ambitieus plan is het passeerbaar maken van de Afsluitdijk voor trekvissen (zie kader).
‘Naar het effect van de geplande voorzieningen – hoeveel vissen er binnen-
Wist je dat vissen nooit slapen? Vissen hebben geen oogleden en bovendien is het veel te gevaarlijk om te slapen! Er zwemmen heel veel vijanden rond. Daarom kunnen vissen hun ogen maar beter open houden.
komen en of het wel nodig is om op zoveel plaatsen langs de kust zulke dure constructies te bouwen – is het nog gissen’, vertelt Wanningen. De vistrek-expert: ´Welke vissoorten een passage gebruiken is nog wel te voorspellen, maar naar de efficiëntie van verschillende types vispassages is weinig onderzoek gedaan.´ Helemaal verwonderlijk is dat niet. Het is al moeilijk genoeg om de vaak in troebel water zwemmende vissen, alleen maar te zien. Bemonsteringen van vissen onderen bovenstrooms van kunstmatige werken zijn lastig, weet Wanningen: ´De ene dag trekken de vissen en zitten je netten vol. De volgende dag vang je niets, omdat misschien door een weersomslag de vis maar even blijft waar hij is.
Waterschappen hebben meestal onvoldoende geld voor diepgaand wetenschappelijk onderzoek. Daar zou een taak kunnen liggen voor de universiteiten en andere onderzoeksinstellingen. Maar door het weghalen van een trekbarrière, weten we nu wel dat er bijvoorbeeld in de Groningse Westerwoldse Aa weer spiering zwemt.’
Het gedrag van de vissen zelf
De efficiëntie van allerlei vismigratievoorzieningen is grotendeels onontgonnen terrein. Ook over hoe vissen de ingangen van vispassages vinden, of ze daar echt doorheen willen, voldoende lang voor de ingang blijven hangen of juist té lang, is weinig bekend. ‘Het gedrag van vissen, dat bovendien per soort kan verschillen, is van groot belang’, zegt Erwin Winter van onderzoeksinstituut IMARES Wageningen UR. Volgens Winter, die promoveerde op een onderzoek naar vismigratie via vistrappen, is de ´lokstroom´ uit een vispassage – uitstromend zoet water dat vissen van zee naar binnenlokt, of naar de ingang van een vistrap in een rivier – heel belangrijk. Hoe groter de lokstroom die vissen ´ruiken´ hoe beter. Winter: ‘Vaak schiet de lokstroom te kort, omdat er in de buurt een veel grotere lokstroom is, waar vissen níet kunnen passeren.’ Bij spuisluizen zoals in de Afsluitdijk, wordt alleen gespuid bij laagwater buitendijks. Vissoorten die passief meekomen met het getij zijn er dan misschien helemaal niet om
gelokt te worden, of zouden gewacht moeten hebben. Winter: ‘Een probleem bij gevaarlijke gemalen is dat vissen er soms zonder aarzeling in zwemmen terwijl ze beschadigd kunnen raken. Andersom kunnen visvriendelijk gemaakte gemalen vissen afschrikken, door bijvoorbeeld geluiden onder water.’ Wat gemalen betreft is er nog het punt dat voorzieningen als lichten en bellenbanen om de vis naar doorgangen te leiden, vaak onvoldoende blijken te werken. Het is bovendien van essentieel belang te weten wat het aanbod is van trekvissen vóór een vispassage. Winter: ‘Hoeveel glasaal wil er nou echt naar binnen, en welk percentage lukt dat? Over zulke aspecten weten wij nog bijna niets. Voor mijn gevoel wordt er te vaak gekozen voor technische oplossingen, zonder voorafgaand onderzoek naar het vissengedrag. Of eenvoudiger oplossingen die ook het gewenste resultaat bereiken.´
Vismi
Volgens een mede door de Waddenvereniging bedacht plan, waarbij ook h erman Wanningen adviseerde, komt bij een van de twee spuicomplexen in de a fsluitdijk een vernieuwende vispassage. n deze ‘vismigratierivier’ verbindt een kronkelende waterloop van vijf à tien kilometer het ij sselmeer en de Waddenzee. d e vispassage staat per getij veel langer open dan de spuisluizen, terwijl ij sselmeerwater als lokstroom naar buiten stroomt. d e grote lengte met een gering verval zorgt voor een rustige waterstroom. b ij opkomend water stroomt zelfs Waddenzeewater richting ij sselmeer, een uitkomst voor zwak zwemmende intrekkende vissoorten. Wanneer sensoren meten dat zeewater in het ij sselmeer dreigt te komen – wat boeren en drinkwaterbedrijven absoluut niet willen – gaat een afsluitbare koker in de vispassage dicht. e rwin Winter is zeer te spreken over de vismigratierivier: ‘ d e intrek zou aanzienlijk verbeterd kunnen worden door de meer natuurlijke zoet-zout menging en eb- en vloedbewegingen als in een echte riviermonding. m aar de lokstroom blijft belangrijk: de rivieringang moet goed aansluiten bij de spuikom van de spuisluizen.’
Bel A2 Acquisitie & Advies 023-5260405 of 06-27097779 voor alle informatie of mail naar: ron.degraaf@xs4all.nl
Stichting Reisprogramma 2013
Reis mee naar bijzondere vogelgebieden in binnen- en buitenland!
Bekijk ons volledige programma aan reizen en dagexcursies op www.stichtingvogelreizen.nl Stichting Vogelreizen: info@stichtingvogelreizen.nl /tel: 0263723990
(0562)
(0562) 443315
Specialist in wandelvakanties
Italië, Griekenland, Spanje, Frankrijk en Portugal
Nieuwe bestemmingen in het najaar: Kroatië, Turkije, Centraal Portugal
Bel voor gratis brochure Tel. 030-2302503 - www.stapreizen.nl
Elk seizoen wat te doen!
Voor meer informatie: tel. 0519-546546. Of kijk op:
vvvameland.nl
VVV•Adv•Waddengids•50x70.indd 1 28-08-2012 12:21:25
10% vakantiekorting* bij waddenpark Avanti op Texel
met uitzicht op Utopia en gelegen op 500 meter afstand van de Waddenzee
*muv schoolvakanties code wbww12 geldig t/m 1 dec. 2013 www.waddenparkavantitexel.nl
Al jaren klagen
Rustig gelegen bij vele vogelgebieden en op 50 meter van het wad
Stuifweg 13 1794 HA Oosterend tel: +31 (0)222-363020 info@prins-hendrik.nl www.prins-hendrik.nl
Kinderen kunnen zich op de speeltoestellen op het buitenterrein uitleven.
sportvissers dat er in de Waddenzee niks meer te vangen valt. Eilanders spreken met weemoed over vroeger tijden toen de zee nog vol vis zat. Gaat het werkelijk slecht met de waddenvis en moeten we ons echt zorgen maken?
Hoofdredacteur
EenHans Revier ging op onderzoek uit.
aantal wetenschappelijke artikelen doornemend kom ik al snel tot de conclusie dat er de laatste decennia veel veranderd is. Hoewel de wetenschappers, onder andere door gebrek aan historische gegevens, moeite hebben een gedetailleerd beeld te schetsen, blijkt er wel degelijk een duidelijke trend. Sinds de jaren tachtig is er sprake van een algemene neergang van de hoeveelheid vis in de Waddenzee. Dat geldt vooral voor platvis als schol, tong en schar. Bot, zeebaars en haringachtigen lijken de laatste jaren juist iets toe te nemen. Bot vangen ‘Vroeger stonden ze bij Den Oever, het Monument en Kornwerderzand op de Afsluitdijk in rijen te vissen, maar nu is op de Waddenzee niet veel te halen. De platvis is er niet meer en dat geldt ook voor de paling.’ Jur Wiering uit Lauwersoog is voorzitter van de zeevisvereniging Zeenon. De ruim honderd aangesloten leden vissen nu voornamelijk op de Noordzee en Oostzee. ‘Vooral bij wrakken, bijvoorbeeld ten noorden van Schiermonnikoog, valt nog heel aardig te vissen. Een gul (kabeljauw, red.) van
Veel vissoorten gebruiken de Waddenzee als kraamkamer of winterverblijf. Ongeveer twintig soorten verblijven hun hele leven in de Waddenzee, waaronder de puitaal en de zeedonderpad.
70 centimeter haal je daar wel op.’
‘Het platvissenbestand is ingezakt’
Ook Jan Rotgans, visser uit Den Oever, bevestigt het beeld van de verdwenen platvis. ‘Laatst kwamen een paar sportvissers van een boot af die niets hadden gevangen. Volgens hun is de Waddenzee helemaal leeg.’ Rotgans begon als palingvisser en vaart al meer dan 40 jaar rond op de westelijke Waddenzee. Als lid van het Wadvissersgilde organiseert hij nu excursies en wil hij jongere generaties bewust laten worden van de schoonheid en kwetsbaarheid van de Waddenzee (zie ook www.dezeeleeft.nl). ‘De visstand is erg veranderd. Dertig jaar geleden vingen we botjes die bijna ploften van de hoeveelheid spiering in hun maag. Nu vangen we bijvoorbeeld veel meer sardine-achtigen en zandspiering.’ Over
‘De kabeljauw komt een beetje terug’
de achteruitgang van de platvis is hij wel wat laconiek. ‘Mijn vader heeft dat ook meegemaakt. In de jaren vijftig zakte de stand van de bot helemaal in en kon hij maar een paar kissies bij elkaar vissen.’
Al vijftig jaar volgt het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) de visstand in de Waddenzee met behulp van een fuik in het Marsdiep. In voor- en najaar wordt die dagelijks geleegd en dat levert een goed beeld op van de ontwikkelingen in de visstand. Zo blijkt de totale biomassa (het gewicht aan levende dieren) dat in de fuik terecht komt, drastisch te zijn gedaald. ‘Het platvissenbestand is ingezakt’, ver-
telt Henk van der Veer, visonderzoeker bij het NIOZ. ‘Maar we hebben het idee dat ze ergens anders zitten. Waarschijnlijk speelt de opwarming van het zeewater een rol.’ Die opwarming (anderhalve graad Celsius) is ook de oorzaak dat zuidelijke soorten als sardines zich richting Waddenzee kunnen verplaatsen. Van der Veer benadrukt dat de visbestanden in de Waddenzee altijd erg fluctueren. ‘In achtereenvolgende jaren kunnen grote verschillen optreden. Pas na meerdere jaren kunnen we achteraf vaststellen of er sprake is van een trend.’ Voor de in visserijkringen veel gehoorde mening dat het schoner worden van het zeewater de oorzaak is van de achteruitgang van de visbestanden heeft hij geen enkele aanwijzing. ‘Uit onze langjarige meetreeksen van platvis zien we geen enkel effect van de eutrofiëring (overbemesting, red.) in de zeventiger en tachtiger jaren.’
niet minder, maar anders Gaat het nu goed of slecht met de waddenvis? Wetenschappers vinden het lastig een waardeoordeel uit te spreken. Men weet te weinig over de achterliggende oorzaken van de veranderingen. Bovendien ontbreken historische gegevens waaraan je zou kunnen afmeten hoe de toestand is. Jan Rotgans bekijkt het van de zonnige kant. ‘Ik denk wel eens: het is niet minder geworden, maar anders. Dit jaar vingen we veel zandspiering en daar kwam de makreel weer achteraan.’ Ook Jur Wiering ziet lichtpuntjes: ‘De kabeljauw komt een beetje terug. Maar het blijven pieken en dalen.’ Maar Arjan Berkhuysen, directeur van de Waddenvereniging is er niet gerust op. ‘Ik hoor van eilanders hoe groot de veranderingen zijn. Haai
en rog komen niet meer voor, grote platvissen zijn vrijwel verdwenen. Vooral kwallen, garnalen en krabben doen het goed. Dat komt op mij nogal karig over voor een natuurgebied.’
Hoopvolle projecten
De Waddenvereniging zet zich in om de oorzaken boven water te krijgen en maatregelen te bevorderen om een completere visstand te krijgen. De Waddenvereniging is daarvoor betrokken bij verschillende projecten. Zo moet de onder Terschelling gebouwde takkenfuik meer inzicht geven in de veranderingen in de visstand (zie pagina 14); kan de vismigratierivier bij de Afsluitdijk (zie pagina 28) gunstig gaan uitwerken op de populaties trekkende vissen als bot,
spiering en paling; wordt samen met visserijsectoren gezocht naar manieren om de vis- en schelpdierbestanden te verbeteren. En in het kader van het mosselconvenant zijn afspraken gemaakt voor het werken aan een ecologisch rijkere Waddenzee (zie pagina 9). Arjan Berkhuysen: ‘Als we ons met volle kracht blijven inzetten zien we hopelijk straks als kroon op ons werk in elke geul een paar dikke botten zwemmen, kunnen de trekvissen weer ongestoord hun paaigronden in het binnenland bereiken en weten de karakteristieke wadvogels de rijke schelpdierbanken in groten getale te vinden.’
De Waddenvereniging praat u bij over acties en actuele zaken rond het behoud van het waddengebied. Vaker waddennieuws ontvangen? Een abonnement op de digitale nieuwsbrief is gratis: www.waddenvereniging.nl.
juridische
De Waddenvereniging voert geen verdere juridische procedures tegen de natuurvergunning van de omstreden afvalverbrander bij Harlingen. De bezwaren die de Waddenvereniging had, en heeft, tegen de vestiging van deze afvalverbrander aan de rand van de Waddenzee, lijken in verdere juridische
procedures weinig kans van slagen te hebben. De bouw van een afvalverbrander blijft een smet op het Werelderfgoed en de aantrekkingskracht van het waddengebied, maar wettelijk is er nauwelijks nog iets tegen in te brengen. Inmiddels lijkt Harlingen een andere koers te gaan varen. In de haven mogen
alleen nog bedrijven komen die ook echt aan het water moeten zitten. Daarnaast is Harlingen zich meer aan het oriënteren op de toeristische kansen van haar ligging aan het werelderfgoed Waddenzee. Daar denkt de Waddenvereniging graag over mee. Ook al blijft de afvalverbrander een doorn in het oog.
Zeven miljoen voor bescherming bij olierampen red de eems aWard 2012
And the winner is...
De Red de Eems Award 2012 is op 13 oktober uitgereikt aan de heer Helmut Dieckschäfer van het Niedersächsischer Landesbetrieb für Wasserwirtschaft, Küsten- und Naturschutz. Hij kreeg de Award voor zijn rol als coördinator van het overleg tussen Nederland en Duitsland voor de bescherming van de Eems-Dollard. Dit overleg moet leiden tot een gezamenlijk plan om de Eems-Dollard weer gezond te maken. De heer Dieckschäfer ontving de Award uit handen van Tweede Kamerlid Lutz Jacobi. Zij benadrukte de noodzaak van een krachtige aanpak van het herstel van de Eems-Dollard.
Op initiatief van de Waddenvereniging, Groningen Seaports en Rijkswaterstaat zijn voor verbetering van de scheepvaartveiligheid in de Eems-Dollard vijftig praktische aanbevelingen opgesteld. Deze zijn op 31 augustus jl. door de Waddenvereniging en Groningen Seaports in het rapport ‘Veiligheid bieden, veiligheid krijgen’ aangeboden aan voormalig staatssecretaris Joop Atsma. De staatssecretaris omarmde de voorstellen en zegde toe zeven miljoen euro te investeren om het beschermingsniveau op de Eems te vergroten. Het betreft zowel preventieve maatregelen om olierampen te voorkomen als maatregelen hoe te handelen bij een ramp. Hoewel de Waddenvereniging zelf geen olierampen kan bestrijden, is ze toch actief betrokken bij de uitvoering van de verbeteringen. Zo heeft zij onder andere het initiatief genomen voor het maken van een ‘Ecologisch spoorboekje bij oliebestrijding’ waarin, op basis van internationale ervaring met olierampen in kwetsbare gebieden, handvatten aangereikt worden voor de manier waarop olie wordt bestreden in de Waddenzee. In sommige gebieden, zoals kwelders en slikkige platen, veroorzaakt het opruimen van de olievervuiling meer schade aan de natuur dan de aangespoelde olie zelf.
Dankzij de inzet van vele vrijwilligers van de Waddenvereniging maakten dit jaar weer veel mensen kennis met het wad. De leden van de Werkgroep Excursies op Texel en Terschelling, vrijwilligers van ’t Kuitje in Den Helder, de varende voorlichters op de mooie schepen van de Schipperscoöperatie Historische Zeilvaart: elke tocht weer stonden ze klaar om de wonderen van het wad te laten zien. Ook was de Waddenvereniging actief tijdens speciale evenementen en organiseerde ze voor de vijfde maal het WaddenWerkWeekend.
Het eiland Terschelling als decor, de dynamiek van het waddenlandschap als hoofdrolspeler in een nieuw project van SLeM (Stichting Landschapstheater en Meer) tijdens Oerol. SLeM levert vaak bijzondere voorstelling en kunstobjecten tijdens Oerol. Samen met SLeM organiseerde de Waddenvereniging flashmobs en werden de contouren van het landschap benadrukt door rode ballonnen. Verhalen over het ontstaan van het waddengebied en het uitbeelden van de natuurkrachten die daar vorm aan geven zorgden voor spannende interacties met het aanwezige publiek. Een bijzondere activiteit die opviel tussen het brede, voor Oerol zo kenmerkende aanbod aan theater. Natuurlijk werden alle balonnen opgeruimd.
Van 21 tot en met 23 september ging een grote groep waddenliefhebbers weer aan de slag op Terschelling. Voor het vijfde achtereenvolgende jaar een succesformule: tijdens een weekend vol activiteiten zelf het strand opruimen uit ergernis over de rotzooi. Wetenschapper Jan Andries van Franeker maakte aan de hand van de inhoud van stormvogelmagen duidelijk dat ontzettend veel vogels plastic eten. Deze confronterende lezing zorgde voor een extra drijfveer om zaterdag stevig op te ruimen. Ongeveer 200 mensen ruimden het strand van paal 8 tot en met het Amelander gat op. In totaal is 18 kuub afval verzameld, met opvallend veel glas en duizenden ballonnenlintjes!
Ameland is een sportief eiland, mede dankzij Stichting Sportpromotie Ameland. De Waddenvereniging werkte met veel plezier mee aan hun wandelevenement ‘tussen slik en zand’. De wandeling voerde door de vele verschillende landschapstypen op het eiland: lage en hoge duinen, kweldergebied, de karakteristieke dorpen en natuurlijk het wad. De Waddenvereniging leverde gebiedsspecifieke informatie en heeft met een paar medewerkers meegelopen en genoten van de variëteit die Ameland te bieden heeft. Alle wandelaars kregen een WADDENmagazine mee.
Komend winterseizoen staan de activiteiten in het gebied op een lager pitje. In het voorjaar gaan we weer van start en hopen u opnieuw te mogen begroeten.
Sommige wadvogels staan bekend om hun behendige ‘vliegende’ onderwaterjacht, anderen hebben snavels met zaagtanden of machtige klauwen. Van de aalscholver wordt beweerd dat hij zo roofzuchtig is, dat beroepsvissers hem beschouwen als de oorzaak van de daling van de palingstand.
Bijeenden denken weinig mensen aan viseters. Veel eendensoorten slobberen kleine waterdieren en algen op en diverse duikeenden zoeken naar bodemlevende mosselen en andere schelpdieren. Maar de middelste zaagbek is een echte visser, die onder water op kleine vissen als driedoornige stekelbaarzen en rivierprikken jaagt – met de zaagtanden in de snavel grijpen ze de prooi stevig vast. De zeldzame middelste zaagbek, waarvan het mannetje spectaculair is om te zien, broedt onder meer op Griend, Texel en Schiermonnikoog.
Wie een kortbekzeekoet ziet zwemmen in de Waddenzee – of waar ook in Nederland – heeft het grootste vogelaarsgeluk. Deze alkensoort, nauw verwant aan de zeekoet, is afgelopen juli pas voor de derde keer levend in Nederland gezien, bij Lauwersoog. Een uiterst zeldzame dwaalgast. Niet verwonderlijk, gezien zijn leefgebied langs de kusten van de Noordelijke IJszee. Alken worden wel de ‘pinguïns van het noordelijk halfrond’ genoemd, vanwege hun behendige ‘vliegende’ onderwaterjacht op vissen.
De afgelopen jaren is de zeearend ongetwijfeld de meest besproken vogelsoort in het waddengebied. Decennialang werd deze majestueuze grootste Europese roofvogel niet gezien in Nederland, op een enkele wintergast na. In 2009 vestigde zich een zeearendenpaar in het Lauwersmeer. Na twee mislukte broedpogingen kregen zij in 2011 een mannelijk jong en in 2012 is een vrouwtje geboren. Geen vlak onder het wateroppervlak zwemmende vis is veilig voor de machtige klauwen van de zeearend.
In menselijke visserskringen is hij nooit populair geweest: de aalscholver. Dat is ook terug te zien in zijn naam. De zwarte vogel, met een van dichtbij prehistorisch aandoende kop, zou enorme hoeveelheden paling verslinden. Tot rond 1960 werden aalscholvers dan ook fel bejaagd. Sinds de in kolonies broedende vogels beschermd zijn, steeg hun aantal in Nederland tot bijna een kwart miljoen. Teveel, volgens veel (sport)vissers, al blijkt uit onderzoek dat aalscholvers nauwelijks paling eten.
Hij is nog relatief schaars, maar deze spierwitte vogel van moerassige gebieden en polders – ook in het waddengebied – valt bij aanwezigheid onmiddellijk op. De grote zilverreiger, iets kleiner dan de bekende blauwe reiger maar met langere poten en hals, bewoonde oorspronkelijk het Middellandse Zeegebied. Door klimaatopwarming neemt de soort sinds het eerste broedgeval in 1978 geleidelijk in aantal toe. Zoals het een reiger betaamt, eet de zilverreiger veel vis, maar laat ook kikkers niet lopen.
Vroeger werd de roodkeelduiker ‘regengans’ genoemd, omdat zijn klagelijke roep regen zou aankondigen. Deze fraaie viseter heeft het formaat van een kleine gans, maar ligt laag in het water en heeft een spitse ‘opgewipte’ snavel. Roodkeelduikers broeden in het hoge noorden en zijn ‘s winters regelmatig voor de kust van de Waddeneilanden te zien. Een eskimolegende vertelt dat een vrouw die haar kleinzoon op zee verloor, van verdriet veranderde in een roodkeelduiker. Hoewel de visdief in de winter niet in Nederland is, omdat hij in West-Afrika overwintert, mag hij in de lijst van visetende vogels niet ontbreken. In de zomer zijn deze sierlijke sterns overal op de Waddenzee vissend te zien. Zij hangen dan regelmatig stil in de lucht, ´biddend´ als torenvalken, om bij het zien van een vis met een plons in het water te duiken. Rond 1900 werden visdieven geschoten, voor veren op dameshoeden.
Lekker buiten in beweging zijn en genieten van de natuur verhoogt de kwaliteit van leven. Die wetenschap heeft geleid tot een unieke samenwerking. De Friesland Zorgverzekeraar, de Waddenvereniging en een aantal Landschappen hebben hun krachten gebundeld in ZoBuiten.nl. Arjan Berkhuysen van de Waddenvereniging en Dieneke Mandema, directeur van De Friesland Zorgverzekeraar in gesprek.
Zo b uiten.nl is een initiatief van Fryske Gea, de Waddenvereniging, h et d rentse l andschap, l andschap n oord- h olland, het Flevolandschap, l andschap o verijssel, het Groninger l andschap, het Zuid- h ollands l andschap en d e Friesland Zorgverzekeraar. d eze organisaties geloven in de positieve relatie tussen ‘naar buiten gaan (natuur)’ en ‘je goed voelen (gezondheid)’.
o ok weten hoe buitenactiviteiten je leven mooier, leuker én gezonder kunnen maken? n eem dan een kijkje op www.zobuiten.nl.
nieuwe samenwerking ZoBuiten.nl
Beiden zijn relatief nieuw in hun functie, respectievelijk anderhalf en één jaar. Dit is hun eerste ontmoeting. Arjan Berkhuysen heeft tijdens zijn bootreis vanochtend – hij woont met vrouw en kinderen op Terschelling –Dieneke Mandema gegoogeld en is onder de indruk van haar voortvarendheid. Mandema vertelt dat haar al was ingefluisterd dat de Waddenvereniging bestaat uit een team van enthousiaste en toegewijde mensen en dat Berkhuysen ‘een aardige vent’ is. Kortom, de positieve toon is gezet.
Liefde voor de natuur
‘Mijn ervaring is, dat als je samen een wandeling over het wad maakt, het gesprek direct een ontspannen karakter
krijgt’, vertelt Berkhuysen. ‘Ja, je wordt gelijk vrijer in je hoofd’, beaamt Mandema.
‘Wij, De Friesland Zorgverzekeraar, zien het als onze taak om vanuit het gezondheidsperspectief onze klanten erop attent te maken dat je je beter voelt als je ontspant in de natuur. Wij laten dat effect momenteel wetenschappelijk onderzoeken. Sommigen boffen en krijgen dat besef van huis uit al mee.
Ben jij ermee opgevoed Arjan?’ Berkhuysen: ‘Als kind bracht ik veel vakanties door op de Waddeneilanden. Mijn moeder is biologe en vertelde mij alles over wat daar leeft.’ Mandema vertelt dat ook haar de liefde voor de natuur met de paplepel is ingegoten: ‘Ik ben opgegroeid in Oegstgeest, was altijd hutten aan het bouwen en ging met mijn ouders op vakantie naar mooie natuurgebieden.’ Beiden vinden het een uitdaging om elk vanuit hun eigen expertise de klanten en leden te vertellen hoe je die liefde door kunt geven aan (klein-)kinderen.
Bundeling van krachten Berkhuysen legt uit dat het bijna niet voor te stellen is, dat men vijftig jaar geleden het waddengebied nog wilde
inpolderen en dat het nu werelderfgoed is. ‘Maar we moeten alert blijven om ervoor zorgen dat de natuur in zijn algemeenheid voor de komende generaties behouden blijft. Daarvoor zie ik veel mogelijkheden binnen onze samenwerking.’ Ook Mandema is blij met de bundeling van krachten.
‘ZoBuiten.nl is een prachtig platform om leuke uitjes in de natuur aan te bieden. Niet alleen in Friesland, maar ook buiten de provinciegrenzen’, vindt ze. ‘En een leuke bijkomstigheid is dat een uitstapje naar de Wadden niet duur hoeft te zijn. Je kunt vanaf Holwerd en PaesensModdergat zo het wad op.’ Terwijl over en weer ideeën worden uitgewisseld over ZoBuiten.nl arrangementen die het leven mooier maken, wordt de eerstvolgende brainstormsessie al gepland door Berkhuysen. ‘Ik nodig je graag uit om mee te gaan naar Oosterend op Terschelling, daar kunnen we zo vanaf de dijk het wad op en zijn we in een paar tellen midden in de natuur.’
Alle activiteiten van de Waddenvereniging
vindt u in de kalender op onze
website: www.waddenvereniging.nl.
Van het wad: boeken, apps, wandelingen, eten, kunst en meer.
Op het schapeneiland Texel is de traditie van het wolbad nieuw leven in geblazen, compleet met superzacht wolschuim. Deze oud-Texelse behandeling, met natuurlijke Texelse schapenwol, is fantasievol omgedoopt tot ‘Woolness’, wellness met wol.
Vroeger gebruikte de arme boerenbevolking de wol van het Texelse schaap om de koude winters door te komen of na een dag van zware lichamelijke arbeid de spieren en gewrichten weer soepel te maken. Woolness is de moderne variant. De ruwe schapenwol wordt eerst gekaard en gewassen, waarbij het wolvet (lanoline) achterblijft. Gewikkeld in een laag zachte, pure wol wordt u neergelegd in een houten kribbe. Voor kriebels hoeft u niet bang te zijn, het vettige lanoline werkt zuiverend op de huid. De locatie voor een woolnessbehandeling is passend en sfeervol: een houten boet in een landelijke omgeving. Meer informatie vindt u op www.hoteltexel.com.
Het is pure romantiek, of juist heel avontuurlijk en leuk voor kinderen. Op Terschelling rijdt u met een echte arrenslee door de sneeuw. prachtige Friese paarden, versierd met pluimen en belletjes trekken de slee. Natuurlijk is het ook spannend zo’n rit bij avond te rijden, in een arrenslee verlicht met lantaarns. En als er geen sneeuw ligt? De slee kan ook op een onderstel met wielen worden gezet. Romantiek en winterplezier worden er niet minder om. Op www.puur-terschelling.nl ziet u een vermakelijk videootje van de arrenslee.
Yoga met oud en
yoga is een populaire methode die je leert je geest tot rust te brengen en je gezondheid te bevorderen. Er is aandacht voor houding, beweging, ademhaling en meditatie in een afwisseling van inspanning en ontspanning. Voor de liefhebbers is de winterstilte op de Wadden ideaal voor een yogasessie. Op Terschelling organiseert de Volkshogeschool, oftewel de Folkshegeskoalle Schylgeralân, het hele jaar door diverse yoga-activiteiten. Met overnachting en volledige verzorging. U kunt zich bijvoorbeeld inschrijven voor het yoga Vitaliteitsprogramma in de kerstvakantie, een midweek voor balans en levenskracht, van 27 t/m 29 december. Ook het Oud & Nieuwweekend staat in yogasferen, zodat u op 1 januari energiek aan 2013 begint. Voor informatie zie www.yogaterschelling.nl.
De Michelingids 2013 zal dit jaar gepresenteerd worden op maandag 26 november. Een spannende aangelegenheid voor restaurant Bij jef in Den Hoorn op Texel. Eigenaar en chefkok jef Schuur en zijn vrouw Nadine doen er alles aan om hun Michelinster te houden. Of dat gelukt is, is bij het ter perse gaan van dit WADDENmagazine nog niet bekend.
Het inmiddels befaamde Texelse restaurant, mét designhotel, heeft het afgelopen jaar een ingrijpende verbouwing ondergaan. Niemand minder dan cabaretier jochem Myjer verkleedde zich als inspecteur en maakte vlak voor de opening van het vernieuwde restaurant een hilarisch youtube-filmpje dat nog op de site www.bijjef.nl te zien is.
Timelapse fotografie is een nieuwe trend onder (natuur)fotografen, een bijzondere mix van fotografie en film die steeds meer fotohobbyisten onder de knie proberen te krijgen. Door bijvoorbeeld om de paar minuten of iedere dag op hetzelfde tijdstip een foto vanuit hetzelfde standpunt te maken en die beelden achter elkaar te monteren, creëer je een film die versneld de veranderingen in het landschap toont. Een prachtig voorbeeld kunt u zien op de website van paviljoen de Walvis op Terschelling, www.walvis.org. Deze timelapse, het uitzicht op het natuurgebied de Noordsvaarder tussen Terschelling en Vlieland, is gemaakt door filmmaker jan Karel Lameer van Hemels Licht-producties, in samenwerking met De Walvis. Op bijna hallucinerende wijze, voorzien van passende muziek, zie je de veranderingen van licht en lucht vanaf het Groene Strand aan de voet van het hoge duin bij West-Terschelling.
Van het wad: boeken, apps, wandelingen, eten, kunst en meer.
Het vrije leven op zee
De Zoutsloot is een smal, karakteristiek grachtje in Harlingen, dicht bij de veerhaven en een paar minuten lopen vanaf het treinstation. Alweer voor de negende keer wordt de gracht omgetoverd tot Zoutsloter Kerstmarkt. Het is een gezellige markt die ieder jaar meer bezoekers naar Harlingen lokt. Ruim 200 stands staan langs en bij het
Kamerkoor Zestien Wad geeft op zaterdag 22 december om 20.30 uur een kerstconcert in het eeuwenoude Nicolaaskerkje op Vlieland. Het gebouw op zich is al het bewonderen waard. Veel onderdelen van de kerk zijn gemaakt van juthout, zoals enkele kerkbanken. Aan een paneel van de preekstoel ziet u dat het een deurtje van een schip is geweest.
Koor Zestien Wad (van 2001) bestaat uit geoefende zangers en zangeressen uit heel Nederland. Thuisbasis is Vlieland, waar ook twee leden van het koor wonen. Dirigent is, al vanaf de oprichting, Wim van Herk, die ook koren in Amsterdam, Leiden en Katwijk begeleidt. Op deze zaterdag voor kerst presenteert Zestien Wad een specifiek kerstprogramma.
grachtje waar deelnemers uit binnenen buitenland onder andere kerstartikelen, kleding, delicatessen, kunst, parfums en streekproducten aan de man zullen brengen. De kerststemming komt er helemaal in door concertjes van verschillende koren en muzikanten. Natuurlijk zal ook de Kerstman er weer zijn met Rudolf (‘the Rednosed’) en de Kerstbengels. Datum: zaterdag 15 december van 15.00 tot 21.00 uur. Info: www.zoutsloterkerstmarkt.nl.
Ter afwisseling van het kerstboomversieren: ga een ochtendje berkentrekken op Schiermonnikoog op vrijdag 21 december, de dag dat de winter officieel begint. Het is prettig fysiek werk in de duinen met de vrijwilligersgroep ’De Berkentrekkers’. Eén ochtend per maand komt deze groep bij elkaar om Natuurmonumenten te helpen bij het natuuronderhoud op het eiland. Vrijwilligers zijn altijd welkom. Er moeten zaailingen van berken uit de grond getrokken worden om te voorkomen dat de duinen dichtgroeien. Waar berken en struiken gerooid zijn, kiemen straks allerlei karakteristieke duinplanten zoals parnassia, hondsviooltje, duizendguldenkruid en orchidee. De werkochtend duurt van 09.00 tot 12.00 uur. Info en aanmelding: www.natuurmonumenten.nl/vrijwilligers-gezocht.
De tewaterlating van de paardenreddingboot op Ameland is een belevenis. Tien paarden trekken de boot van het dorp naar het strand. Vier paarden aan weerszijden van het onderstel lanceren de boot in zee. De paarden worden losgekoppeld van het onderstel en lopen terug naar het strand. De traditie van boot en paarden wordt in ere gehouden vanuit het Maritiem Museum Abraham Fock in Hollum, waar ook het boothuis is. Hoe dat in z’n werk gaat, beleeft u mee op zaterdag 29 december om 11.00 uur. Bij de reddingspaarden op Ameland denken veel mensen aan die ene keer dat het fataal afliep. Op 14 augustus 1979 verdronken acht paarden in zee. Voor hen is een grafmonument opgericht bij het oude Reddingbootpad bij Hollum. En in plaats van de oude reddingboot ligt nu in de Ballumerbocht de modern geoutilleerde KNRM-boot permanent klaar om uit te varen.
‘Het vrije leven op zee’ is de titel van het jubileumboek ter gelegenheid van het 80-jarig bestaan van vissersvereniging Ons Belang in Harlingen. Geert Frik, Anneke Koornstra, Fokje Teerling en Nancy Harlaar hebben onderzoek gedaan in allerlei archieven en verhalen opgetekend van vissers, oud-vissers, hun familieleden en medewerkers van de visveiling. De betrokkenen vertellen bijzondere, spannende en grappige verhalen over de visvangst en het leven op zee. De onderzoeksredactie heeft met dit boek niet de pretentie volledig te zijn, maar het overgrote deel van tachtig jaar garnalenvisserij in Harlingen is erin beschreven. De vissers noemen allemaal ‘het vrije leven op zee’ als het meest aantrekkelijke van hun vak, reden voor de titel van het boek. Het jubileumboek is voorzien van vele foto’s uit heden en verleden. De prijs van het boek is e 39,95.
ijzers mee!
Friesland is de schaatsprovincie bij uitstek. Zodra de temperaturen onder nul zakken steekt een schaatsvirus de kop op dat de rest van Nederland razendsnel infecteert. Giet it oan of net? De Waddeneilanden doen volop mee
Schaatsen
als het om schaatsen gaat. Vergeet uw schaatsen niet bij een wintervakantie op de eilanden. Terschelling telt de meeste ijsclubs, met aansprekende namen als Willem Barentsz, Nova Zembla en Noordpool. Op de website www.frieslandbeweegt.nl staat een zich nog uitbreidend aantal natuurijsbanen op kaart. Hoe dicht het netwerk aan ijsbanen is, valt af te lezen aan het aantal vlaggetjes. De kleur van de vlaggetjes geeft de ondergrond van de ijsbaan aan: gras, beton of open water.
Met pake en beppe naar LeeuWadden
In het Fries Natuurmuseum in Leeuwarden leren kinderen, ouders, opa’s en oma’s en andere begeleiders in de voorjaarsvakantie alles over de Wadden. Bijzondere dieren en planten, opdrachten, proefjes, spelletjes en andere verrassingen nodigen uit om ontdekt te worden. Van 16 t/m 24 februari staat het Natuurmuseum Fryslân aan het Schoenmakersperk 2 in het teken van de Wadden. Het atrium, het centrale hart van het museum, wordt omgetoverd tot waddenlandschap met veel informatie over het wad, de eilanden en de dieren die er voorkomen. Zelf doen en beleven staat centraal in deze Waddenweek die in samenwerking met de Waddenvereniging is opgezet. Het Fries Natuurmuseum is in de voorjaarsvakantie open van 10.00 tot 17.00 uur.
De Waddenvereniging heeft
ruim 45.000 leden en vele sympathisanten.
Eén van hen, Bert Keizer (66), kreeg het lidmaatschap van de Waddenvereniging cadeau.
DeFederatie Hengelsport Groningen/ Drenthe bood hem het lidmaatschap aan vanwege zijn vrijwillige hulp aan een nieuw grootschalig onderzoek naar de passage van glasaal (jonge paling) vanuit de Waddenzee naar zoet water.
’Eigenlijk is er maar heel weinig bekend over de paling. Wat we weten is dat de paling leeft in zoet water en paait in de Sargassozee. We begonnen met tellen in de eerste week van maart, twee keer per week vlak voor de vloed op zijn hoogste punt is. Mijn vaste plek is bij het gemaal in Delfzijl. Soms overdag, maar het is ook wel eens gebeurd dat ik ’s avonds bij een verjaardag weg moest om te monitoren. Bij elke telling laten we een vierkant net helemaal tot op de bodem zakken. Het water moet dan wel stil staan en daarom is het tijdstip vlak voor vloed ook zo belangrijk. Want als het water stilstaat wil de glasaal wel naar binnen komen. Anders moet ie, denk ik, te veel tegen de stroom in zwemmen. Het net moet vijf minuten op de bodem liggen en dan snel opgetrokken worden. Dan krijgt de vis geen kans om te
ontsnappen. Het duurde tot april voordat de eerste glasaal in ons net zat. In het westelijke deel van de Waddenzee is de eerste glasaal in maart al gevangen. Het lijkt er op dat de aaltjes er ongeveer zes weken over doen om van daar tot Delfzijl te komen. De aantallen worden doorgegeven aan Wintermans Ecologenbureau, dat dit hele onderzoek heeft opgezet en begeleidt. Voor elke telling moeten we het net vier keer laten zakken. Uit en thuis ben ik er meestal een uur mee kwijt. Het leuke is dat de plek waar ik nu tel dezelfde is als de plek waar ik als jongetje begon met vissen. Ik viste aan de binnenkant, nu tel ik aan de buitenkant.’
WADDENmagazine, december 2012, nummer 4 Verschijnt 4 keer per jaar. Uitgave van de Waddenvereniging
E-mail: magazine@waddenvereniging.nl ISSN 0 166-4824
Hoofdredactie: Hans Revier
Eindredactie: Fanny Glazenburg, paul Böhre, Eva de jong
Redactie: Corina van der Meulen, Lidewij Kemme, Frank petersen, jojanneke Drijver, Marrit van den Akker, Marcus Werner en paul Böhre
Idee en concept: Sanoma Media
Realisatie: MAS•Outreach, Leeuwarden
Druk: Habo daCosta bv, Vianen
Advertenties: A2 Acquisitie & Advies
Tel. 023 - 526 04 05
E-mail: ron.degraaf@xs4all.nl
plaatsing van artikelen van niet-redactieleden behoeft niet te betekenen dat de vermelde meningen en beweringen het inzicht van de redactie weergeven. Overname van artikelen na overleg met de hoofdredactie.
Waddenvereniging
postbus 90, 8860 AB Harlingen Droogstraat 3, 8861 SR Harlingen Tel. 0517-493693, fax 0517-493601
E-mail: info@waddenvereniging.nl www.waddenvereniging.nl
Bankrekening: 34.24.25.633
BIC: RABONL.2U / IBAN: NL83 RABO 0342 4256 33
De Waddenvereniging stelt zich ten doel het waddengebied te beschermen en te behouden voor de generaties na ons. De vereniging doet dit via politieke lobby, beleidsbeïnvloeding, juridische acties en voorlichting.
Een lidmaatschap geldt voor een kalenderjaar (12 maanden). Opzeggingen dienen schriftelijk te geschieden voor 1 november. De jaarlijkse contributie bedraagt minimaal 27 euro voor leden (2,25 euro per maand). jeugdleden tot en met 17 jaar betalen minimaal 18 euro per jaar.
Giften en legaten
Velen geven de Waddenvereniging iets extra’s. Deze giften vormen een onmisbare steun voor ons werk. Wilt u een gift, periodieke schenking of erfstelling regelen? Doordat de Waddenvereniging een instelling “ten algemene nutte” is, geeft dit fiscale voordelen. Indien u meer informatie wilt, neem dan contact op met de Waddenvereniging.
Het WADDENmagazine wordt gedrukt op FSC gecertificeerd papier (Royal Roto Silk).
De kunststoffolie is 100% afbreekbaar (biofolie) en levert na verbranding geen schadelijke reststoffen op.
Het werk van de Waddenvereniging wordt gesteund door de Nationale postcode Loterij.
Laat via de ledenraad uw stem horen of woon een openbare vergadering van de ledenraad bij! Een mailtje aan een van de onderstaande leden is het begin van uw persoonlijke bijdrage aan de bescherming van de Wadden.
De ledenraad geeft het bestuur en de ALV van de waddenvereniging gevraagd en ongevraagd advies over diverse onderwerpen waarmee onze vereniging geconfronteerd wordt. De ledenraad kent verschillende werkgroepen waarin leden van de raad zitting hebben, zoals: Ruimtelijke ordening en (water) bouwkundige plannen
Ecologie, visserij en kwelders
Geologie, gas- en zoutwinning, bodemdaling en zandsuppleties
Organisatie, begroting, fondsenwerving en jaarstukken.
Gezondheid, emissies, lozingen en geluidsoverlast
Communicatie, beeldvorming, verjonging en educatie
De leden van de ledenraad worden benoemd door de Algemene Leden Vergadering. Hun zittingsduur is maximaal 2 keer 4 jaar.
DAGELIjKS BESTUUR:
jan Castelein jja.castelein@gmail.com 026-4742577
Voorzitter
Wietske jonker ter Veld wterveld@hotmail.com 0592-541762
Secretaris
Hans Domburg 0314-624177
Lid
Een helderschone Eems, minder plastics in zee en een vismigratierivier bij de Afsluitdijk: een paar van de wensen die de Waddenvereniging voor het nieuwe jaar heeft. Zodat we samen met u nog meer kunnen genieten van de rust, ruimte en ruige natuur van het werelderfgoed Waddenzee. Bestuur en medewerkers wensen alle lezers een heel voorspoedig 2013.
Ook in het nieuwe jaar gaat u voor nieuws, acties en verenigingszaken naar www.waddenvereniging.nl
“En we besparen ook nog eens flink op de stookkosten.”
Een onaangenaam koude vloer, een vochtige kruipruimte en hoge stookkosten?
Deze problemen kunnen eenvoudig verholpen worden met TONZON vloerisolatie.
U kunt uw vloer (extra) isoleren via de kruipruimte. Het zand in de kruipruimte van uw huis dekt u af met een speciaal ontwikkeld stevig zeil: de Bodemfolie. Aan de onderkant van de vloer bevestigt u de Thermoskussens, een opvouwbaar, flexibel en zeer sterk isolatiemateriaal. Deze combinatie zorgt ervoor dat de warmte niet meer wordt uitgestraald door de vloer en er geen vocht meer uit de grond de woning binnenkomt.
Doorsnee van een kruipruimte met TONZON vloerisolatie
Het beste bewijs
Bij woningen met vloerverwarming wordt de kruipruimte veel te warm en is de energierekening te hoog. TONZON voorkomt dat de kruipruimte onnodig wordt verwarmd met als gevolg een besparing tot wel 40% op het gasverbruik.
De voordelen op een rij
• Besparing op stookkosten
• Warmer en gezonder binnenklimaat
• Betaalbaar in aanschaf
• Gemonteerd door een gespecialiseerd ambachtsman of bedrijf
• TONZON Vloerisolatie is ook zelf aan te brengen
Waarom TONZON vloerisolatie?
• Bewezen beter dan alle andere vloerisolaties
• Uw vloer wordt warmer (passieve vloerverwarming)
• Hoogwaardige kwaliteit door unieke high tech isolatietechniek
• Ruim 30 jaar praktijkervaring in Nederlandse kruipruimtes
• Veilig: geen gif, vezeltjes of stof
Uw woning is pas af met TONZON vloerisolatie. Een duurzame, veilige en gezonde oplossing. Wacht niet op de winter, neem nu actie en kijk voor meer informatie op www.tonzon.nl
TONZON isolatiematerialen zijn online te bestellen. Kijk op www.tonzon.nl of scan de QR-code.