WADDEN
MAGAZINE OVER HET WADDENGEBIED
Bergeend kraakt hol
Zeezoogdieren Is onze hulp nodig?
Bergeend kraakt hol
Zeezoogdieren Is onze hulp nodig?
TONZON levert meer rendement dan de bank en je huis wordt comfortabeler, energiezuiniger en gezonder.
EEN TEVREDEN TONZON KLANT
nog
De benedenetage koelt veel minder snel af, nu de kruipruimte is geisoleerd. Moeilijk te bepalen, hoeveel minder de temperatuur afkoelt. Want er wordt minder gestookt, de gevoelstemperatuur is nu al comfortabelbij19(soms20)graden,voorheenstookteikvaaktot22graden en voelde het m.n in het keukengedeelte, dus verder bij de houtkachel vandaan, nog kil. Er is dus a.h.w. sprake van een dubbele besparing; er hoeft minder gestookt te worden en het koelt minder af. En ik verwacht ook nog een behoorlijke subsidie van de gemeente.
Met vriendelijke groet
NellyD Borculo
Check bij uw eigen gemeente welke subsidie u krijgt bij het aanbrengen van vloerisolatie.
Hoe werkt het?
Aan de onderkant van de vloer, in uw kruipruimte, worden Thermoskussens bevestigd; een opvouwbaar, flexibel en zeer sterk isolatiemateriaal. Deze thermosflesachtige zakken worden gevuld met gratis aanwezige lucht. Het zand in de kruipruimte van het huis wordt afgedekt met een stevige Bodemfolie. Deze dubbele aanpak zorgt ervoor dat de warmte niet meer wordt uitgestraald door de vloer en er geen vocht meer uit de grond de woning binnenkomt. Het milieuvriendelijke systeem maakt radicaal een einde aan de koude vloer en muffe lucht. Tonzon vloerisolatie
is absoluut veilig voor houten vloeren. Veel klanten melden verbaasd dat het dubbelglas niet meer beslaat na het aanbrengen van TONZON Vloerisolatie.
Bij vloerverwarming
Bij woningen met vloerverwarming wordt de kruipruimte vaak onnodig meeverwarmd. TONZON Thermoskussens houden ook hier de warmte optimaal tegen. Dit kan resulteren in een super energiebesparing die op kan lopen tot wel 40% op het gasverbruik.
Zelf doen of laten doen?
Het aanbrengen van TONZON vloerisolatie is veilig uit te voeren en daardoor ook zelf te doen. Een vrachtwagen komt er niet aan te pas, het materiaal is per post te verzenden. Denkt u dat u niet handig genoeg bent, of ontbreekt het u aan tijd? TONZON heeft een netwerk van gespecialiseerde, erkende installateurs die de complete uitvoering kunnen verzorgen.
Meer weten?
Kijk op www.tonzon.nl. Bellen of mailen kan ook via 0900 - 28 66 966 (€ 0,10 p/min) of info@tonzon.nl.
Of scan voor meer informatie de QR-code.
Natuuriconen gevormd door mensenhanden
Met twee exclusieve excursies
Wat te doen met dieren in nood 8
Denk mee en geef uw mening!
Hoe tem je de weerbarstige
Grote grazers in het
Ingrijpen in de Eems: nu of nooit
De Waddenvereniging wacht niet langer De geredde zeehond
Persoonlijk verhaal van Arjan Berkhuysen
7 vragen aan:
Wie de natuur lief heeft komt af en toe voor de vraag te staan: grijp ik in of niet? Tijdens de kortstondige winterperiode bleek dat in mijn achtertuin een paar hongerige kramsvogels telkens onze trouwe merels van de voederplaats verjaagden. Moest ik ingrijpen ten faveure van onze standvogels? Of het recht van de sterkste zijn gang laten gaan? Uiteindelijk besloten wij wat meer en verspreid over de tuin voer te strooien, zodat beide vogelsoorten aan hun trekken kwamen. Wie zich bezig houdt met de bescherming van de waddennatuur wordt vroeg of laat met deze vraag geconfronteerd. We willen graag dat natuurlijke processen zo ongestoord mogelijk hun gang kunnen gaan, maar soms is ingrijpen onvermijdelijk. Zoals in het geval van de Eems, waar de toestand van de natuur zo zorgelijk is dat we wel moeten ingrijpen. Maar ook andere aspecten van dit dilemma komen in dit nummer van het WADDENmagazine aan de orde. Marcus Werner beschrijft hoe weerbarstig de natuur soms reageert als we werken aan natuurherstel. Frank Petersen belicht het natuurbeheer met behulp van grote grazers en Lidewij Kemme stelt een aantal kunstenaars voor die met de waddennatuur als basis een nieuwe werkelijkheid creëren. Verder een overzicht van gebieden die hun natuurwaarden te danken hebben aan ingrijpen van de mens en wij vragen uw mening over het al dan niet ingrijpen als zeezoogdieren in de Waddenzee stranden. En mocht u zelf willen ingrijpen, ga dan mee op onze excursie naar het Lauwersmeer of bezoek de Algemene Ledenvergadering op Texel. U bent van harte welkom!
Hans Revier Hoofdredacteur
Vergeleken met de parkachtige natuur in Nederland verdient de Waddenzee de benaming ‘onze laatste wildernis’. Toch zijn door grootschalig ingrijpen van de mens fameuze natuurgebieden in het waddengebied gecreëerd. TEKST:
De Boschplaat, het oostelijk deel van Terschelling, dankt zijn naam aan een grote zandplaat die omstreeks 1600 tussen Ameland en Terschelling is ontstaan: het Bossant. Deze naam verwijst niet naar een bos met bomen, maar naar een met gras en kruiden begroeide hoge zandplaat. In de loop der tijd groeit het Bossant vast aan Terschelling en ontstaat een kale zandvlakte. Tussen 1931 en 1937 is daar met behulp van rietschermen een stuifdijk van negen kilometer aangelegd. Deze aanleg heeft een dubbele doelstelling: het voorkomen van een doorbraak van de Noordzee en het
verder in cultuur brengen van de kale zandplaat. Achter de lange stuifdijk ontwikkelt zich, onder invloed van de Waddenzee, in relatief korte tijd een ongekende kweldernatuur. In 1970, het Europees Natuurbeschermingsjaar, verleent de Raad van Europa aan het gebied het predikaat Europees natuurreservaat en vanaf 1974 valt de Boschplaat onder de Nederlandse Natuurbeschermingswet. Sinds 1910 is het gebied in eigendom van Staatsbosbeheer. Het onverharde pad (9 kilometer lang!) dat langs de stuifdijk loopt tot aan de meest oostelijke punt van het eiland is het hele jaar vrij toegankelijk.
Tijdens het broedseizoen, maart tot en met augustus, zijn grote delen van de Boschplaat gesloten om de lepelaars, sterntjes en meeuwensoorten rustig hun jongen groot te laten brengen. Voorstanders van een meer natuurlijk duinbeheer zien graag wat meer dynamiek in de stuifdijk langs de Boschplaat. Door de natuur haar gang te laten gaan kunnen wash-overs - tijdelijke doorbraken van de Noordzee - optreden, die door het afzetten van zand en slib de kwelders ver-jongen. Maar de meeste Terschellingers piekeren er niet over om hun stuifdijk en Boschplaat volledig aan de natuur over te leveren.
‘Waar kun je in Nederland nog echte wildernis ervaren?’ Veel natuurliefhebbers beantwoorden deze vraag met een verwijzing naar een waddenzwerftocht, de ervaringen tijdens een struintocht op de oostpunt van Schiermonnikoog of het verslag van een wandeling op de Vliehors. In grote delen van het waddengebied heeft de natuur nog steeds vrij spel en voelen we ons nietig als we haar krachten ervaren. Toch is de invloed van de mens onmiskenbaar en zijn er door ingrepen van de mens in heden en verleden bekende natuurgebieden ontstaan.
De deltadijk vormt een harde scheiding tussen de natuur van de Waddenzee en het achterliggende cultuurland van het noordelijk kustgebied. Af en toe wordt dit strakke keurslijf doorbroken door kleine binnendijkse natuurpareltjes. Vooral voor vogels zijn deze gebieden van groot belang. Wadvogels zoeken daar hun toevlucht tijdens hoog water. Ook tijdens de vogeltrek langs de Nederlandse kust strijken er veel vogels neer. Nabij de noordelijkste punt van het vasteland van Nederland is in 1998 in de Emmapolder het eerste deel van de Ruidhorn aangelegd. Als compensatie voor het zoetwaterplan, dat zoute kwel
in het landbouwgebied moet terugdringen, kon Natuurmonumenten twintig hectare akkerland inrichten als plas-dras gebied met zoute kwel. Als compensatie voor de vergroting van de Eemshaven is het gebied in 2010 in omvang verdubbeld. Het bestaat nu uit brakke graslanden, open water en slikvelden. Voor vogelliefhebbers zijn aan de randen stalen kijkschermen geplaatst. Scholekster, tureluur en kluut zijn vaste gasten in de Ruidhorn. Ook zeldzame vogels als de steltkluut, zwartkopmeeuw en breedbekstrandloper worden er geregeld gezien. >
Sinds mensenheugenis ligt het eilandje Griend tussen Terschelling en Harlingen in de Waddenzee. In de middeleeuwen is het bewoond en staat er een klooster, waar de toen wereldberoemde Griender kaas wordt gemaakt. Door voortdurende kustafslag neemt het eiland steeds meer in omvang af en verlaten de bewoners het eiland uiteindelijk. Rond 1800, als het eiland nog maar 25 hectare groot is, gebruiken de Terschellingers het nog wel als weidegebied voor schapen. Verder verzamelen ze er eieren van sterns en meeuwen. Om de bijzondere broedvogels te beschermen komt het eiland al in 1916 in beheer bij
de Vereniging Natuurmonumenten. De pas opgerichte natuurvereniging koopt de maairechten af en bewaakt de vogelkolonies. Na de aanleg van de Afsluitdijk, waardoor de gemiddelde vloedstand in de Waddenzee stijgt, raakt de afslag van Griend in een stroomversnelling. Natuurmonumenten grijpt in. Toch biedt zelfs het slaan van palenrijen, het aanbrengen van een extra kleilaag en betonmatten geen soelaas tegen de altijd verwoestende werking van de zee. De in 1973 opgespoten strandwal van 1100 meter lang en drie meter hoog (28.000 kuub) is na tien jaar alweer verdwenen. In 1988 volgt de aanleg van een veel grotere
zanddijk. Hiervoor wordt 600.000 kubieke meter zand gewonnen. Deze zanddijk moet 85 jaar bescherming bieden. Griend is bij hoog water een vluchtplaats voor tienduizenden vogels. Tijdens de voorjaarstrek komen bijzondere vogels zoals zilverplevier, rosse grutto en kanoetstrandloper op Griend uitrusten en ‘opvetten’. Duizenden vogels, onder andere de grootste kolonie grote sterns van West-Europa, brengen hier hun jongen groot omdat er geen dreiging is van vossen en andere vleesetende zoogdieren. Voor het publiek is Griend niet toegankelijk. Tijdens het broedseizoen huizen twee vogelwachters op het eiland.
Met de afsluiting van de Lauwerszee in 1969 is de laatste grote indijking in het Nederlandse waddengebied een feit. In samenwerking met Rijkswaterstaat richt de Rijksdienst IJsselmeerpolders de 9000 hectare van de voormalige inham van de Waddenzee in. Ongeveer 2000 hectare blijft open water en de hogere voormalige kwelders worden landbouwgrond. Het oostelijk deel wordt ontwaterd en door Defensie als militair oefenterrein in gebruik genomen. De overige delen, waar ook bos is aangeplant, worden ingericht als natuurgebied. Sinds 1993 beheert Staatsbosbeheer deze 5000 hectare. De afsluiting is voor de natuur een enorme ingreep,
maar al snel doet nieuwe natuur de oorspronkelijke waddennatuur vergeten. Door het zout in de bodem ontstaan brakke graslanden, met zeldzame zoutminnende soorten, die door actief beheer, onder andere door begrazing van konikpaarden en Schotse hooglanders (zie ook pagina 28 en 29) in stand wordt gehouden. Het Lauwersmeer is inmiddels een bekend vogelgebied waar talloze zeldzame vogels als de blauwborst, zeearend en recentelijk de oehoe zijn gesignaleerd. Speciaal voor de lezers van het WADDENmagazine organiseert de Waddenvereniging hier in samenwerking met Staatsbosbeheer een exclusieve excursie.
Ga mee met een excursie en beleef het zelf
Tijdens twee exclusieve excursies nemen wij u graag mee het Lauwersmeergebied in. Eerst kunt u mee op ontdekkingstocht en genieten van de vele orchideeën die er groeien; de tweede keer vragen wij u de handen uit de mouwen te steken om de natuur voor te bereiden op een volgend bloeiend voorjaar.
Meldt u meteen aan. Het aantal plaatsen is beperkt.
Zondag XXX:
Activiteitencentrum Staatsbosbeheer, adres xxxx
Tijd: 10.00 – 14.00 uur.
Kosten los: xx euro leden. Xx niet-leden.
Tijdens deze excursie gaan we onder leiding van boswachter Hans Gartner op zoek naar sporen van de verloren Lauwerszee en zien we de ingrepen die vanaf de afsluiting tot nu gedaan zijn. Orchideeën profiteren volop van de nieuwe natuur. Met name op het veldje van juffrouw Alie en de Etalage zijn vele soorten te bewonderen. U ziet ze tijdens een heerlijke picknick van buitenkok
Caloe in volle bloei. De met Waddengoud bekroonde Groningse dichter Gritter maakte landschapspoëzie over het Lauwersmeer. Hij draagt voor uit eigen werk tijdens de lunch.
Programma
• Ontvangst met koffie en koek.
• Presentatie en film in het activiteitencentrum van Staatsbosbeheer.
• Struinen door het Lauwersmeergebied.
• Orchideeën kijken op het veldje van juffrouw Alie en de Etalage.
• Picknick met gedichten van Gritter.
• Kleine attentie mee naar huis.
Zaterdag 26 oktober: Activiteitencentrum Staatsbosbeheer, adres xxxx
Tijd: 13.00 – xx uur.
Kosten los: xx euro leden. Xxx nietleden.
Handen uit de mouwen tijdens deze tweede excursie. Excursieleider en boswachter Hans Gartner vertelt over de nieuwe natuur van het Lauwersmeer, die alleen in stand blijft door blijvend ingrijpen. Daarna gaat u zelf aan de slag. Op het veldje van juffrouw Alie helpt u met maaien en hooien om ervoor te zorgen dat de bijzondere orchideeënsoorten en andere plantensoorten die hier groeien volgend voorjaar weer kunnen opkomen.
Programma
• Inleiding en werkoverleg.
• Maaien en hooien.
• Warme chocolademelk en iets lekkers.
Kosten en aanmelden
Wanneer u meedoet met beide excursies, betaalt u slechts xx euro. Nietleden betalen xx euro. Ga voor meer informatie naar www.waddenvereniging. nl/orchidee.
Toen bultrug Johannes eind vorig jaar strandde, leefde heel Nederland mee. Het hulpeloze dier moest gered worden. Maar hoe? Er werd gediscussieerd en geredetwist door tal van organisaties en iedereen bemoeide zich ermee. Maar waarom, uit schuldgevoel, mededogen, onwetendheid?
Vier deskundigen blikken terug en geven hun mening.
TEKST: FRANK PETERSEN
Eind 2012 strandde een bultrug op de Razende Bol bij Texel. Op radio, tv, internet en Twitter werd intens meegeleefd met het gestrande zoogdier. In 1577 strandde een potvis bij de Schelde. Ook dat leidde tot een, voor die tijd, grote ophef in de media. Het was de opmaat voor het allereerste boek over walvissen. De opwinding over gestrande walvissen lijkt van alle tijden. In de vorige eeuwen werd een stranding gezien als een religieuze gebeurtenis; een voorteken van naderend onheil, waarbij de mens machteloos moest toekijken en afwachten. In 2012 voelt
niemand zich nog machteloos. Duizenden twitteraars wisten zeker dat een net beter geschikt was dan een sleepkabel om de walvis los te trekken. Of andersom natuurlijk. Anderen maakten openlijk ruzie over de vraag wie de baas was of zou worden over de walvis. Als duizenden mesheften of zee-egels dood op het strand aanspoelen maakt niemand zich druk. Maar mensen houden er niet van als grote zeezoogdieren dreigen te sterven. Dan willen we helpen, ook als het hulpeloze dier vele malen groter en zwaarder is dan wijzelf. Kan de mens eigenlijk wel dieren
redden en moeten we dat altijd maar doen, omdat we denken dat we het kunnen? Achter de hijgerige onrust over deze bultrug is ook iets te vinden van de manier waarop mensen kunnen en mogen ingrijpen als dieren dreigen te sterven. Grofweg zijn er vier verschillende meningen te onderscheiden over deze kwestie. Die vindt u terug in dit artikel in de woorden van een aantal opinieleiders. Maar de Waddenvereniging is vooral erg benieuwd naar uw eigen mening over ingrijpen bij een dier in nood. >
‘Het is geen bedreigde diersoort, dus met rust laten’
Kees Moeliker is bioloog aan het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. Moeliker verbindt eventueel ingrijpen met de kans op uitsterven van een diersoort: ‘De laatste populatieschatting van de bultrug komt uit op een aantal van 60.000, waarvan een dikke 11.000 in de noordelijke Atlantische Oceaan. Van die gezonde populatie bultruggen gaan er ook exemplaren dood. Zo gaat dat. Ze sterven van ouderdom, aan ziekten, door ongelukken, noem maar op. Ze blazen hun laatste adem uit en zinken naar de zeebodem, waar de kadavers een rijk substraat vormen voor ander leven. Niemand ziet dat, niemand vindt dat zielig.’ Als een bultrug in de ondiepe Noordzee komt is hij verdwaald, aldus Moeliker. ‘Hij is dan vaak al ziek of zwak. Zijn leefgebied is diep water, open zee. In de ondiepe Noordzee, een fuik met als enige zuidelijke uitweg het Nauw van Calais, is de kans groot dat hij strandt, op het strand, een zandbank of in een andere ondiepte. De één spoelt dood aan, de ander levend, maar het einde - de doodis onherroepelijk.’ Moeliker herkent de drang van mensen om zo’n gestrande reus te redden van zijn ondergang. Zeker wanneer dat dier voor de ogen van mensen en televisiecamera’s sterft. ‘Het is natuurlijk ook zielig zo’n hulpeloos dier, zeker als hij je hoopvol aankijkt. Met emotie als belangrijkste drijfveer wordt er met man en macht aan het 20.000 kilo zware dier getrokken, in de hoop dat hij weer doorzwemt. En dan? Slaat hij bij wijze van laatste groet met zijn staart, pinken de redders een traantje weg en kiest hij het ruime sop? Nee, de kans is groot dat het zieke, verzwakte dier alsnog sterft, opnieuw aanspoelt of naar de zeebodem zinkt. In het laatste geval ziet niemand dat en vindt niemand het zielig.’ Moeliker vergelijkt de ophef over de walvis met het verhaal over Morgan de orka en Happy Feet de Nieuw-Zeelandse pinguïn. Ze waren beter af geweest als ze met rust gelaten waren’.
‘Het is puur schuldgevoel; niet mee bemoeien!’
Midas Dekkers is bioloog en schrijver. Regelmatig is zijn mening over biologische kwesties terug te vinden in kranten, op tv of radio. Ook over de gestrande bultrug werd de mening van Midas Dekkers gevraagd. Hij vond de woedende tweets, boze mails en de stille tocht in Den Helder een kwestie van schuldgevoel. ‘Ik denk dat de mens een schuldgevoel heeft ontwikkeld ten opzichte van dieren door alles wat we ze aandoen in de bio-industrie, bontjassen en wat al niet meer. Er is geen akeliger gevoel dan schuldgevoel, denk ik. En wat doen mensen vaak in zo’n geval? Dan geven ze de schuld aan een ander.’ Dekkers heeft een duidelijk idee waar het motief vandaan komt om te willen ingrijpen. Ook over de vraag of ingrijpen zinvol is heeft hij een duidelijke mening: ‘Ingrijpen is het eeuwige liedje; je moet je niet overal mee bemoeien. Net als wanneer de huiskat met een vogeltje in zijn bek thuiskomt. Als je je er mee bemoeit zit je met een halfdood vogeltje waar je weer iets mee moet; vuilnisbak in of de kop afhakken. Maar hoe moest dat ook alweer? Dan heb je jezelf lelijk in de nesten gewerkt. Je kunt ook denken: dit is een kwestie tussen poezen en vogels; een natuurkwestie en daar moet je je gewoon niet mee bemoeien. In dit geval hadden we er met onze fikken vanaf moeten blijven. Dat lijkt me de juiste beslissing.’ Ook bij de ophef over de baby-ijsbeer Knut en het doodschieten van de ‘dominomus’ verwees Dekkers naar de beslissende rol die ons schuldgevoel speelt. ‘Mensen weten donders goed wat ze dieren allemaal flikken, bijvoorbeeld in de bio-industrie. Dan hebben we af en toe een dier nodig om ons schuldgevoel mee af te kopen. Als je maar af en toe je liefde projecteert op een dier, of heel erg boos wordt op iemand die een dier iets aandoet, hebben we geen schuld meer.’ >
‘Als je ingrijpt, dan volgens een afgesproken protocol’
Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren ging half december zelf poolshoogte nemen bij de gestrande bultrug. Ze zag tot haar verbijstering hoe de ene reddingsploeg door kon gaan, terwijl de andere de toegang tot het gebied ontzegd werd. De onduidelijkheid en willekeur over wat er moest gebeuren door wie, was haar een doorn in het oog. Dat moest beter: ‘Er zijn meer van dit soort strandingen te verwachten,’ aldus Thieme. ‘Terwijl Nederland geen behoorlijk overheidsprotocol kent hoe met gestrande zeezoogdieren om te gaan.’ Voor Thieme en haar partij geldt als leidraad: ‘uit oogpunt van natuurbescherming zo min mogelijk ingrijpen in de natuur’. ‘Wanneer een in het wild levend dier echter in ernstige nood raakt in omstandigheden waar tussenkomst van de mens redding of verlichting kan brengen, bepleiten wij ingrijpen vanuit de wettelijke zorgplicht en uit oogpunt van mededogen.’ Omdat de bultrug op de Razende Bol niet meer op eigen kracht kon terugkeren naar zee vond Thieme redding dan ook noodzakelijk: ‘Het gedoe rondom de Razende Bol was voor mij een extra bevestiging dat er een overheidsprotocol moet komen voor de omgang met gestrande zeezoogdieren.’ In haar pleidooi nam ze alvast een voorschot op de inhoud van zo’n protocol. ‘Het karkas van dode zeezoogdieren mag wat mijn partij betreft in beginsel niet uit de natuur gehaald worden, maar dient als voedsel voor andere zeefauna. Ook vind ik dat belanghebbenden zoals Naturalis en het Dolfinarium geen actieve rol meer mogen krijgen in de besluitvorming rond gestrande zeezoogdieren.’
Zeehondencrèche
‘Het belang van het dier moet voorop staan’
The Black Fish en Sea Shepherd trokken samen op bij een mogelijke reddingsactie op de Razende Bol. Ze wilden dat alle beschikbare expertise en kennis benut moest worden in het belang van gestrande dieren. Want bij dit soort tragische gebeurtenissen moet het belang van het dier voorop staan. Een walvis zo snel mogelijk weer terug naar zee krijgen, dat moet de prioriteit zijn. De overheid moet zelf zo min mogelijk doen, vinden de drie organisaties. Liever zien ze dat de overheid ruimte geeft aan onafhankelijke experts. Wietse van der Werf van The Black Fish: ‘De expertise en kennis over hoe om te gaan met dit soort situaties ligt immers niet bij het ministerie en ook niet bij het Dolfinarium. Toch staan deze partijen vaak centraal in de besluitvorming over wat te doen met gestrande dieren. De benodigde ervaring en kennis ligt juist bij natuurbeschermingsorganisaties. Die moeten dan ook de kans krijgen deze expertise in te zetten.’ De drie vinden dat het belang van het dier voorop staat als het erom gaat of er ingegrepen moet worden of niet. Als er, zoals bij de gestrande bultrug, grote belangstelling en medeleven is onder de bevolking over het lot van een dier, geldt dat als een extra motivatie om zo’n individueel dier te redden. Lenie ’t Hart van de Zeehondencrèche benadrukt zowel de maatschappelijke steun als het belang van het individuele dier als ze terugkijkt naar het gedoe in december: ‘Waarom kreeg Johannes geen laatste kans op redding? De hele Nederlandse bevolking beleefde samen met ons een moment van hoop toen ons reddingsteam in actie kwam. Ik kan écht niet begrijpen waarom dit dier zelfs door de dierenartsen niet een laatste kans is gegund. Dit is niet een zorgvuldige invulling van de zorgplicht ten opzichte van een beschermd dier.’
In een natuurgebied als de Waddenzee past het dat dieren dood gaan. Hebben we een zorgplicht voor elk gestrand dier? Moeten we alle vogels schoonmaken die besmeurd zijn met stookolie? Moet elk verdwaald zeehondenjong opgevangen worden in een crèche? Redden we dieren uit schuldgevoel of als uiting van onze unieke menselijke eigenschap tot mededogen? Red je alleen een dier als het om een uitstervende soort gaat of moet je ook krabbetje redden? Of moeten we niets doen, omdat de natuur zoveel sterker is dan de mens ooit kan zijn? Geef uw mening over de wenselijkheid van menselijk ingrijpen als een dier in nood is op www.waddenvereniging.nl. In onze digitale nieuwsbrief van 24 maart maken we de uitslag bekend.
Plannen om de natuur te sturen zijn er genoeg. Maar valt de natuur wel te sturen? Wetenschapper Marcus Werner legt uit waarom natuur soms zeer weerbarstig is en dat het vaak nog veel meer moeite kost om door ons mensen ontstane problemen te herstellen.
TEKST: MARCUS WERNER
Voeg suiker toe aan een glas water en het water wordt zoet. Doe er twee keer zoveel suiker in en het wordt twee keer zo zoet. Het is lastig uitvoerbaar, maar als de helft van de zoetstof uit het water terug te halen was, zou de beginsituatie terugkeren. Het verband tussen zoetheid en toegevoegde suiker is eenvoudig en rechtlijnig.
Vervang de suiker in dit voorbeeld door een voedingsstof voor planten en laat het glas een ´ecosysteem´ zijn van allerlei planten en dieren. Ecologen hebben ontdekt dat ecosystemen vaak niet op een simpele of voorspelbare manier reageren op het geleidelijk toevoegen of weghalen van voedingsstof. Dat komt, omdat in de natuur planten en dieren elkaar op een ingewikkelde manier beïnvloeden. Niet altijd reageert het ecosysteem zoals natuurbeheerders of milieubeschermers dat willen. De natuur is weerbarstig.
Boosdoener
Een goed voorbeeld van weerbarstige natuur is de troebelheid van veel Neder-
landse meren. Begin vorige eeuw waren die kraakhelder. Er groeiden waterplanten, waartussen snoeken zich schuil hielden. Snoeken moeten hun prooi, kleinere vissen, kunnen zien om ze te vangen en hebben daarom helder water nodig. Mensen vinden helder water ook prettig. Maar rond 1970 werd bijna al het Nederlandse zoete water groen en ondoorzichtig. De boosdoener was snel gevonden: het gebruik van fosfaat als meststof in de landbouw en als toevoeging aan wasmiddelen. Deze voor planten essentiële stof, waarvan er normaal in de natuur maar weinig voorkomt, kwam in het water terecht en veroorzaakte een explosieve groei van groen ´fytoplankton´, eencellige algen die in alle zoet en zout water zweven.
De oplossing voor dit probleem leek eenvoudig: de productie van fosfaatvrije wasmiddelen en het tegengaan van inspoelen van fosfaat uit de landbouw. In veel meren verminderde de hoeveel-
heid fosfaat, vaak tot ongeveer hetzelfde niveau als aan het begin van de eeuw. Tóch bleef het water groen. Zoetwaterbiologen ontwikkelden rond 1990 de theorie, dat een onvermoed verband de terugkeer naar de uitgangssituatie blokkeerde: de ´troebele´ situatie hield zichzélf in stand. In troebel water dringt immers weinig zonlicht door, waardoor waterplanten niet kunnen groeien. Waterplanten houden met hun wortels de bodem vast. Zonder planten woelt bij storm gemakkelijk slib in het water, dat troebelheid veroorzaakt. Ook de visstand speelde een rol. In troebel water verdwijnt de snoek, waardoor bij gebrek aan vijanden de brasem enorm in aantal toeneemt. Jonge brasems eten watervlooien en voedselzoekende grote exemplaren wroeten de bodem los. Watervlooien eten fytoplankton. Gevolg: te weinig watervlooien om het fytoplankton in toom te houden en veel omgewoeld slib. Het water blijft troebel en groen - nu onafhankelijk van het fosfaat. >
“Kokkels hebben een voorkeur voor een slibrijke bodem en dragen daar met hun poep zelf aan mee”
In vernieuwende visie stelden onderzoekers dat in systemen als de Nederlandse meren sprake is van ´alternatieve evenwichten´: het troebele evenwicht met veel brasem óf helder water met snoek en waterplanten. Beide situaties laten zich moeilijk veranderen. In een visuele voorstelling van het fenomeen ligt een knikker in één van twee kommetjes. Kleine zetjes tegen de knikker halen niets uit omdat die telkens terug rolt naar de beginsituatie. Alleen door een flinke tik verhuist de knikker naar de rand van de andere kom en rolt vanzelf naar de bodem. Zo´n tik wilden de bedenkers van alternatieve evenwichten ook proberen uit te delen aan de ondoorzichtige Nederlandse meren.
Vanaf 1990 werden bij wijze van experiment grote hoeveelheden brasem weggevangen. Het achterliggende idee: de tijdelijke schaarste aan brasem zou watervlooien de kans geven het fytoplankton op te eten. In het weer heldere water zouden zich opnieuw waterplanten en snoeken vestigen, om de bodem te stabiliseren en de brasem kort te houden. Als een kantelende wip zou het troebele evenwicht omslaan in het heldere. Enkele wateren werden inderdaad helder en bleven dat soms jarenlang.
Toch was geen enkele proef een blijvend succes. In een plas bij Utrecht keerde de troebele toestand terug nadat er (door een misverstand) was gebaggerd. Het Wolderwijd bij Harderwijk werd opnieuw troebel, waarschijnlijk door in de bodem nog aanwezig fosfaat en de opkomst van een watervlooien-etende garnaal.
Praktijkexperimenten met alternatieve evenwichten waren geen onverdeeld succes, tóch stapelen de aanwijzingen zich op voor het bestaan daarvan in de natuur. In Afrika lijken woestijn, spaarzaam begroeide savanne en regenwoud alternatieve evenwichten, afhankelijk van de regenval. Tropische koraalriffen kunnen omslaan van de natuurlijke naar een door algen overwoekerde staat en weer terug. Ook de Waddenzee kent een voorbeeld van waarschijnlijk alternatief evenwicht. Waar door mechanische kokkelvisserij het slib uit de wadbodem verdween, bleef het jarenlang arm aan kokkels. Kokkels hebben een voorkeur voor een slibrijke bodem en dragen daar met hun poep zelf aan bij. Zelfs toen acht jaar later de oude slibgehaltes waren hersteld bleven de kokkels weg. Wie weet is er ook door ingrijpen in de Eems-Dollard een alternatief, natuurlijk evenwicht mogelijk.
Wilt u het werk van de Waddenvereniging extra steunen en tegelijk een leuk cadeau kopen?
Bestel dan één van de artikelen uit de Waddenwinkel.
Nog meer keus heeft u op www.waddenvereniging.nl/winkel.
Wenskaarten met prachtige natuurbeelden.
Zonder tekst, dus te gebruiken voor iedere gelegenheid. Verkrijgbaar in verschillende formaten en samenstellingen.
Op duurzame wijze gedrukt en verpakt.
Sweater met rits en capuchon (m/v)
Lekker warm voor op de boot of camping, op het strand of bij het kampvuur. Deze mooie sweater van zware kwaliteit bestaat voor 80% uit katoen en voor 20% uit polyester. Verkrijgbaar in licht en donker grijs. Wees er snel bij, want op is op!
Geschikt voor zowel dames als heren en verkrijgbaar in de maten
S/M/L/XL/XXL
PANORAMA TOP-
CARDS 12 X 45 CM
Set van 3 verschillende kaarten
WENSKAARTEN MET
ENVELOP 12 X 15 CM
Set A
Set B
Set van 6 verschillende kaarten
WENSKAARTEN MET
ENVELOP
15 X 15 CM
Set van 6
verschillende kaarten
e 49,95
Voor leden: f 44,95
Voor leden: f 8,95
e 10,95 e 16,50
Voor leden: f 15,00
Met maar liefst 66 topografische kaarten gemaakt door de Topografische Dienst Kadaster en dat op een schaal van 1:25.000.
Deze atlas is bij uitstek geschikt voor fiets-, wandel- en autotochten. Het kan tegen een stootje en is eenvoudig mee te nemen.
e 17,50
Voor leden: f 14,50
Voor leden: f 16,50 e 17,95
Herziene uitgave van dé gids over het waddengebied, geschreven door Toon Fey. Een uniek naslagwerk! Het ontstaan van het gebied, een portret van de eilanden, flora en fauna, bedreiging en bescherming... alles komt aan bod. Geïllustreerd met prachtige foto’s.Uitg.: Uniepers Uitgevers, april 2009, 208 pagina’s.
Voor leden: f 9,50 e 14,50
Trekt u dit voorjaar eropuit met uw tent, boot of caravan? Laat weten dat u de bescherming van de Waddenzee een warm hart toedraagt. Deze speciale Waddenverenigingvlaggen zijn leverbaar in drie verschillende formaten.
100 x 70 cm, Rechthoek, € 25,00, voor leden € 19,95
30 x 45 cm, Rechthoek, € 12,50, voor leden € 9,95
30 x 40 cm, Driehoek, € 12,50, voor leden € 9,95
Als Waddenvereniging hebben we maar één doel. Zorgen dat ook komende generaties van het wad kunnen genieten. Met de aankoop van artikelen uit de Waddenwinkel ondersteunt u de activiteiten ter bescherming en behoud van het waddengebied. Hartelijk dank daarvoor.
De Waddenvereniging praat u bij over acties en actuele zaken rond het behoud van het waddengebied. Vaker waddennieuws ontvangen? Neem dan een gratis abonnement op de digitale nieuwsbrief via www.waddenvereniging.nl.
TEKST: RENATE DE BACKERE, ARJAN BERKHUYSEN, WOUTER VAN DER HEIJ, HANS REVIER
Natuur bevordert de gezondheid, daar zijn de Waddenvereniging en De Friesland zorgverzekeraar van overtuigd. Daarom werken de organisaties samen in de vorm van de collectieve zorgverzekering ‘het Natuurcollectief’. Via de website www.zobuiten.nl worden passende buitenactiviteiten aangeboden. Dat natuur gezond is blijkt ook uit onderzoek van professor Agnes van den Berg van de Rijksuniversiteit Groningen. Vrijwel alle Nederlanders zijn van mening dat natuur een gezonde en rustgevende werking heeft, zo blijkt uit een publieksenquête die zij samen met Intomart GfK in opdracht van De Friesland zorgverzekeraar uitvoerde. Vooral bij psychische problemen denken Nederlanders dat een bezoek aan de natuur helpt. Acht op de tien mensen vindt dat behandelmethoden in de natuur een meerwaarde hebben ten opzichte van een behandeling binnenshuis. Maar liefst 94 procent zou een sombere of depressieve vriend of vriendin aanraden om vaker de natuur in te gaan. De interesse in het thema natuur en gezondheid is het grootst onder vrouwen en ouderen, onder jongeren van 18 tot 24 jaar is het animo het laagst. Meer over het onderzoek op www.agnesvandenberg.nl.
De ledenraad van de Waddenvereniging bestaat uit een groep mensen met verschillende achtergrond, die de liefde voor het wad delen. Vanuit hun kennisveld dragen zij bij aan het beleid van de vereniging en aan het contact met de leden. Werk mee aan de bescherming en ontwikkeling van het waddengebied en laat via de ledenraad uw stem horen of woon een openbare vergadering van de ledenraad bij!
De ledenraad bestaat uit maximaal 25 leden en geeft het bestuur en de ALV van de Waddenvereniging gevraagd en ongevraagd advies
over diverse onderwerpen waarmee onze vereniging geconfronteerd wordt. De ledenraad kent verschillende werkgroepen waarin leden van de raad zitting hebben, zoals:
• Ruimtelijke ordening en (water) bouwkundige plannen
• Ecologie, visserij en kwelders
• Geologie, gas- en zoutwinning, bodemdaling en zandsuppleties
• Organisatie, begroting, fondsenwerving en jaarstukken.
• Gezondheid, emissies, lozingen en geluidsoverlast
• Communicatie, beeldvorming, verjonging en educatie
De ledenraad vergadert minimaal vier maal per jaar. Een van de bijeenkomsten is op één van de Waddeneilanden. De leden van de ledenraad worden benoemd door de Algemene Leden Vergadering. Hun zittingsduur is maximaal twee keer vier jaar.
Belangstellenden kunnen contact opnemen met het bureau van de Waddenvereniging en worden vervolgens door het dagelijks bestuur van de ledenraad uitgenodigd voor een kennismakingsbijeenkomst.
De Historische Zeilvaart Harlingen en de Waddenvereniging bieden ook dit jaar weer bijzondere dagtochten aan. Dé manier om te genieten van rust en ruimte en het Werelderfgoed Waddenzee te ontdekken. De ontvangst aan boord is om 9.00 uur ’s morgens. Aan het eind van de ochtend vaart de schipper een
Aande rand van Terschelling wordt gekeken naar kwelderontwikkeling, als een van de maatregelen om dijken beter te beschermen tegen extreem weer met hogere golven. Kwelders voor de dijken remmen golven immers af. Joop Mulder, oprichter van het culturele festival Oerol, vindt dat dergelijke ingrepen niet alleen in handen moeten liggen van natuurbeheerders. Ook bewoners, landschapsarchitecten en kunstenaar moeten volgens hem meer betrokken worden bij die ingrepen. Daarbij denkt hij niet alleen aan kweldervorming, maar ook aan zandsuppleties en ‘afplaggen’ van stukken land. Wat Joop Mulder betreft wordt Terschelling een labo-
zandplaat op waar u van boord kunt om onder leiding van een ervaren wadgids een korte wandeling te maken en de bijzonderheden van het wad te bekijken. Bij gunstige wind wordt er natuurlijk gezeild op de terugweg naar Harlingen. Na een eenvoudig diner legt de schipper ’s avonds weer aan in de haven. Leden
ratorium voor ‘culturele natuurontwikkeling’. De Waddenvereniging steunt de betrokkenheid van mensen bij deze ontwikkelingen. Directeur Arjan Berkhuysen: ‘Voor kustverdediging moet er in het kader van klimaatadaptatie heel wat gebeuren en de Waddenvereniging is er voorstander van dat dit zo natuurlijk mogelijk gebeurt. Dat je dit doet met actieve betrokkenheid van bevolking en creatieve mensen vind ik een goede zaak. Sommige mensen zijn bang dat het omslaat in tuinieren op de vierkante centimeter, maar ik denk dat dat wel meevalt als we de natuurlijke dynamiek van het waddengebied als uitgangspunt nemen. Ik ben benieuwd waar Oerol mee komt.’
van de Waddenvereniging krijgen bij hun boeking 10% korting. De eerste tochten zijn dit jaar op 6, 7, 22 en 23 april en op 6, 7, 22 en 23 mei.
Voor de complete agenda kijkt u op www.waddenvereniging.nl of op www.historischezeilvaart.nl (ook voor aanmelding).
Sinds 2009 wordt er door de mosselvissers stapsgewijs minder mosselzaad (jonge, 1 cm grote mosseltjes) van de bodem gehaald. In plaats daarvan wordt deze ‘grondstof’ voor hun kweekpercelen uit het water gevangen door middel van mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s). In 2012 is een recordgewicht aan mosselzaad ingevangen. Van de MZI’s in de Waddenzee werd maar liefst 8,7 miljoen kilo mosselzaad geoogst. Geweldig nieuws voor de overgang naar een duurzame mosselvisserij. Het aantal kilo’s is ruim boven de afgesproken drempel van 5,5 miljoen kilo om een volgend deel van de Waddenzee te sluiten voor de bodemberoerende voorjaarsvisserij van mosselzaad. In de maanden april en mei zal dan ook 40% (in plaats van 20%) van de hectares aan mosselzaadbanken in de westelijke Waddenzee met rust worden gelaten en zo de kans krijgen om uit te groeien tot een volwassen mosselbank met al het leven dat hierbij hoort.
Ooit kwamen ze op proef in het Nationaal Park
Lauwersmeer: vijfentwintig Schotse hooglanders en evenveel koniks. Kijken of ze zichzelf konden redden.
Beresterke beesten, bleken het. Ze hebben geen bijvoer nodig en geen onderdak en ze leveren een grote bijdrage aan het openhouden van het gebied.
TEKST: FRANK PETERSEN
‘Kijk, daar zie je kaalgevreten wilgjes. De schors eten ze op in de winter. Van de berk die er naast staat bli jven ze af. Die lusten ze niet.’ Willem van der Wagen wijst naar een groep kortgedrongen boompjes in Nationaal Park Lauwersmeer. Net als Jaap Kloosterhuis is hij boswachter bij Staatsbosbeheer. Jaap en Willem nemen me mee langs een bevroren Lauwersmeer in januari. De ondergrond is hard en knerpt onder de zolen. Langs de rand van het land staan Schotse hooglanders en konikpaarden door elkaar heen in verschillende groepen. En ze grazen; precies wat ze moeten doen.
In 1989 kwamen de eerste grote grazers als proef op de Zoutkamperplaat; een gebied dat nu in het Nationaal Park Lauwersmeer ligt. Van der Wagen was er bij toen de proef van start ging. ‘Ik volgde ze dagelijks. We hadden vijfentwintig Schotse hooglanders en evenveel koniks. Zowel koeien als stieren, hengsten en merries. De eerste dieren kwamen uit het hele land. De proef duurde vijf jaar en moest uitwijzen of de beesten het hier zelf konden redden.’ De grote grazers bleken zich prima te kunnen redden en konden blijven. ‘In strenge winters wordt het wel lastig voor
ze,’ vertelt Van der Wagen. ‘Dan teren ze in op hun reserves en kunnen ze wel eenderde van hun gewicht verliezen. Maar dan gaan ze nog door. Het zijn echt beresterke beesten.’ Dus kunnen ze het hele jaar ingezet worden om opkomend struikgewas en boompjes af te grazen. Ze hoeven ook niet op stal in de winter. En dat scheelt weer in de kosten om de kudde te beheren.’ Kloosterhuis roemt zowel de paarden als de hooglanders om hun effectiviteit, schoonheid en natuurlijke bijdrage aan het beheer van het nationale park. ‘Ga maar na, ze leveren een grote bijdrage aan het openhouden van het gebied. Ze hebben >
geen bijvoer nodig in de winter en geen onderdak. Ik vind het ook gewoon mooie, imposante beesten; echt een pracht om te zien juist in dit grote gebied. En het is een veel natuurlijker manier van beheer dan met machines.’
De inzet van grote grazende beesten om natuur open te houden is eigenlijk niet nieuw. ‘Ook niet in het waddengebied,’ vertelt Chris Braat van de Foundation for Restoring Ecosystems in Europe (Free Nature). Zijn organisatie beheert meerdere kuddes grazers door het hele land. ‘Beheer door grote grazers lijkt op de manier waarop vroeger vee werd gehouden op bijvoorbeeld Terschelling. Het vee graasde ‘s zomers op de kwelder en in de winter in de duinen. De runderen en paarden die je nu kunt tegenkomen op sommige plaatsen in het waddengebied zijn van geharde rassen, die op eigen kracht kunnen leven, zonder veel zorg. Free Nature dacht ook mee over een nieuw beheerplan voor Schiermonnikoog. ‘Daar viel het bewoners en biologen op dat er steeds meer bos kwam. Het idee om ook op dit eiland grote dieren te laten grazen werd al een paar jaar geleden voor het eerst besproken. Het lijkt er op dat grazers ook op dit eiland aan het werk gaan. Alleen moet nog duidelijk worden welke gebieden
dan begraasd kunnen worden en welke soorten daarvoor ingezet worden. Want de soort moet goed zijn voor de natuur en, zeker zo belangrijk, passen bij het eiland.’
Niet alleen maar bos
Na ruim twintig jaar is Van der Wagen nog steeds de man die alle beesten in de gaten houdt op de ruim 900 hectare van het nationale park die begraasd worden. ‘De gebieden waar ze niet zijn, herken je meteen. Daar staan hogere bomen, veel riet en is ook een andere begroeiing. Makkelijk te herkennen als je het eenmaal weet!’
Kloosterhuis erkent dat de inzet van deze grote beesten ook gezien kan worden als een ingreep van buitenaf in de natuur. ‘Het was hier oorspronkelijk een kweldergebied. Door de afsluiting van de Lauwerszee verdween het zoute water en het getij. Als je de natuur gewoon haar gang laat gaan dan wordt het hier een bosgebied. Dan is de biodiversiteit beperkt en wij willen hier juist gradiënten zien met veel biodiversiteit. Er is in Nederland al niet zoveel ruimte voor natuurontwikkeling. De stukken waar natuur een kans wordt gegeven willen we dan ook maximaal gebruiken om een afwisselend landschap te krijgen, met plaats voor veel verschillende dieren en planten. Hier kan dat, op andere plekken
in Nederland heb je die mogelijkheid niet. Toch denkt Staatsbosbeheer na over andere ingrepen om het gebied open te houden. De grote grazers zijn minder effectief dan gedacht. Onze inzet is een meer natuurlijke peildynamiek en begrazing. We zijn daarover in gesprek met partners in het gebied. Oevers staan dan af en toe onder water en blijven kaal en slikkig. Hierbij past begrazing met soorten die hier van nature kunnen voorkomen zoals ree, bever, wild zwijn en hert.’
Grote grazers helpen ook op een andere manier bij de bescherming van het nationale park. De meeste Schotse hooglanders en paarden die niet meer geschikt zijn voor het ruige werk rondom het Lauwersmeer worden afgevoerd. Van der Wagen: ‘Dieren die het niet meer redden of te oud worden halen we er eens per jaar tussenuit. Want door geboortes groeit de kudde mooi door. Sinds november vorig jaar worden onze hooglanders opgekocht door een worstenmaker uit Dokkum. Die doneert op zijn beurt een deel van de opbrengst aan Staatsbosbeheer.’ Zo zorgen de hooglanders ook na hun dood voor het natuurgebied waar ze geboren werden en hun hele leven rondgraasden.
TEKST: JOJANNEKE DRIJVER
Duinen houden de Waddeneilanden op hun plek. Zij breken de kracht van de golven bij een flinke storm. Zonder duinen zouden de Waddeneilanden zich verplaatsen en steeds dichter bij het vasteland komen te liggen. De Waddenzee zou dan ook een flink stuk kleiner zijn. Wat natuurlijk niet echt handig is voor de mensen die op de eilanden wonen. Die moeten dan steeds hun huis verplaatsen! Veel duinen zijn met hulp van mensen gemaakt. Jij kunt ook gemakkelijk een klein duintje bouwen.
Als je een keer op het strand bent en het waait flink, zet dan een schelp of plankje rechtop in het zand. Zie je wat er dan gebeurt? Het zand hoopt zich aan de andere kant op. Het begin van een duintje! De grote duinen zijn ook ooit zo ontstaan. Achter aanspoelsels, planten en graspollen bleef steeds een beetje zand liggen, totdat er een duintje was van zo’n meter hoog. Die kleine duintjes kunnen uitgroeien tot reuzen wanneer er ook planten op gaan groeien die het zand vasthouden.
Op echte duinen groeit vaak helmgras. De lange wortels van het gras houden het zand stevig vast. Echt waar, je kunt het zelf thuis uitproberen. Leg eens een hoopje zand op tafel en richt dan de föhn erop. Het duintje waait zo weg. Leg nu een haarborstel met de platte kant op tafel. Maak opnieuw een hoopje zand, maar nu tussen de pinnen van de borstel. De pinnen van de borstel zijn als de sprieten helmgras. Zie je dat het zand veel minder snel wegwaait?
Onkruid, dat halen we meestal zoveel mogelijk weg uit de tuin. En gemene prikkers als de brandnetel zeker! Maar ho, voor vlinders zijn brandnetels heel belangrijk. Rupsen van de kleine vos, dagpauwoog, atalanta en landkaartje eten alleen maar brandnetel. Wil je een mooie vlindertuin, laat dan wat brandnetels staan op een zonnig plekje.
Veel rupsen zijn trouwens kieskeurig en eten alleen maar bepaalde planten; sommige houden van grassen, andere weer van kruiden of blaadjes van bomen. De rupsen van de kleine vuurvlinder eten bijvoorbeeld alleen maar zuringplanten. Wat denk je waar het koolwitje van houdt?
Ook voor lieveheersbeestjes kun je een schuilplaats maken waarin ze eitjes kunnen leggen of overwinteren. Draai een bloempot om en hang er een bundeltje stro in dat je bevestigt aan een ijzerdraad. Dit draadje leid je via het gaatje naar buiten. Hang de bloempot zo omgekeerd aan een tak.
Wist je trouwens dat er allerlei soorten lieveheersbeestjes bestaan? Je zou
Niet alle bijen leven in een volk met een koningin die de eitjes legt en een heleboel werksters die eten zoeken. Er zijn ook wilde bijen die alleen leven en zelf hun jongen verzorgen. Je kunt ze goed in je tuin houden, ze prikken niet en een bijenhotel is makkelijk te maken. Je kunt riet- of bamboestengels tot een bosje samenbinden. Zorg dat de achterkant dicht is, bijvoorbeeld door ze in een houten kistje of kastje vast te maken. Ook kun je gaten boren in blokken hout. Boor een heleboel diepe gaatjes van 4 tot 12 mm
denken dat lieveheersbeestjes met twee stippen en tien stippen eigenlijk van dezelfde soort zijn. Maar de ene soort heet tweestippelig lieveheersbeestje en de andere… je snapt het al.
Aan de andere kant: tweestippels met rode schilden en zwarte stippen zijn wél van dezelfde soort als tweestippels met zwarte schilden en rode stippen. Duizelt het je al?
groot. Vijl wel even de ruwe kanten weg. Je kunt beter geen dennenhout gebruiken, omdat daar teveel hars in zit. Als je ziet dat er gaatjes dichtgesmeerd zijn, weet je dat een bij er eitjes in heeft gelegd. Laat het hotel in de winter buiten hangen, in het voorjaar zie je de jonge bijtjes te voorschijn komen. Bijen willen wel hun eten dichtbij hebben, dus zorg er voor, dat er wat goede bijenplanten in de buurt staan. Stuur een foto van je bijenhotel naar info@waddenvereniging.nl!
In het decembernummer stond een groot doolhof waarbij je de vissen moest helpen om hun trekroute te vinden. Maar om welke trekvis ging het? Het goede antwoord is spiering. Tobias Klatter (7) uit Zoetermeer heeft met zijn antwoord het Wees Wijs met de Waddenzee T-shirt gewonnen. Gefeliciteerd!
Waddenvereniging wacht niet langer
Door het constante baggeren is de Eems sterk vertroebeld.
Het Eems-estuarium verkeert al sinds de jaren zestig in een slechte ecologische toestand. En die wordt alleen maar erger. Door de jaren heen zijn tal van plannen gemaakt en voorstellen gedaan, maar tot uitvoering kwam het nooit. De Waddenvereniging wacht niet langer af en heeft Bureau Stroming in de arm genomen om de noodzakelijke maatregelen voor te bereiden.
TEKST: HANS REVIER
Het Eems-estuarium (estuarium = overgangsgebied tussen rivier en zee, waar zoet en zout water in elkaar overgaan) verkeert in een slechte ecologische toestand. Dat is niet nieuw. De situatie is al in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan en sindsdien alleen maar verslechterd. Ondanks het feit dat dit waardevol natuurgebied is dat op grond van Europese regelgeving (Natura 2000) beschermd moet worden. Maar, de verhoudingen in het gebied zijn verstoord, het gebied ‘hyperventileert’ (kent een zuurstoftekort), de primaire productie hapert, zoet en zout zijn sterk van elkaar gescheiden en leefgebieden zijn incompleet. Maatregelen om de ecologische situatie te verbeteren, moeten door Nederland en Duitsland gezamenlijk genomen worden. Want het estuarium ligt op de grens van Duitsland en Nederland en vormt de overgang van de rivier de Eems naar de Waddenzee. Tot nu toe is het niet gelukt om tot een gezamenlijke aanpak te komen. Ook de Waddenvereniging liet al eens uitzoeken welke ingrepen de natuurkwaliteit van
het Eems-estuarium kunnen verbeteren. Dat was veertien jaar geleden. Tot daadwerkelijke uitvoering kwam het nooit.
Geef de Eems meer ruimte, creëer gecontroleerde overstromingsgebieden, breid de oppervlakte aan kwelders uit, maak meer natuurlijke overgangen tussen land en water. De voorstellen uit het rapport Levende Eems, dat professor Patrick Meire in oktober 2000 presenteerde op het tiende internationale wetenschappelijke Waddenzee symposium, logen er niet om. Deze Vlaamse wetenschapper, verbonden aan het Instituut voor Natuurbehoud te Brussel, baseerde de voorstellen op zijn ervaringen in het Schelde-estuarium. Maar ondanks dat zijn voorstellen door wetenschappers goed ontvangen werden, leken politici en beleidsmakers geenhaast te hebben om daadwerkelijk iets te doen aan de sluipende achteruitgang van de natuurwaarden in het Eems-Dollard estuarium. >
Het rapport van Bureau Stroming over natuurherstel van de Eems is in februari gepubliceerd. Via www. waddenvereniging.nl is het te downloaden. Op de site is ook de reactie van de Waddenvereniging en de rond de Eems samenwerkende natuurorganisaties te vinden.
In 2007 slaagde de Waddenvereniging er in de toestand van de Eems weer even op de politieke agenda te krijgen. Tijdens een vaartocht vonden gesprekken plaats met verschillende groepen belanghebbenden en diverse overheidsorganisaties uit Nederland en Duitsland. De conclusie van al deze gesprekken was duidelijk. Iedereen onderschreef de problemen: de Eems krijgt te weinig ruimte, er wordt veel te veel gebag-
gerd en er is een enorme vertroebeling, waardoor in de zomer periodes van zuurstofloosheid voorkomen. Ook de Nederlandse regering onderschreef het probleem en de verantwoordelijke minister beloofde dit zelfs in het internationaal overleg tussen Nederland en Duitsland aan de orde te stellen. Jaren van moeizaam overleg volgden, waarin de partijen elkaar maar langzaam leken te vinden.
In de Westerwoldse Aa bij Nieuwstatenzijl kan een prachtige zoet-zout overgang gemaakt worden.
‘Het is een schande dat er nog zuurstofloze periodes in deze rivier voorkomen’
klaring Ecologie en economie in balans getekend, waarin onder andere wordt gesteld dat een maximale inspanning nodig is om de natuur in het EemsDollard estuarium te verbeteren. Hoe dit moet worden aangepakt, blijft vooralsnog onderwerp van overleg, bijvoorbeeld in de internationale groep die het Integraal Managementplan voor het EemsDollard gebied aan het opstellen is. De Waddenvereniging heeft nu besloten daar niet langer op te wachten en heeft Bureau Stroming in de arm genomen om concrete maatregelen voor te bereiden om de natuurwaarden van het gebied te verbeteren.
Geen woorden maar daden
er voldoende concrete kennis aanwezig: ‘Nu moet je aan de gang gaan met het realiseren van je dromen.’
Kentering
Intussen gaat de achteruitgang van de Eems gestaag door en vragen nieuwe ontwikkelingen de aandacht van de Waddenvereniging en haar collegaorganisaties. Zoals de bouw van nieuwe energiecentrales in de Eemshaven en de plannen om de vaargeul naar de Eemshaven te vergroten en te verdiepen. Gelukkig komt in 2012 een kentering in zicht. Bedrijfsleven, overheden en natuurorganisaties hebben de intentiever-
Bureau Stroming uit Nijmegen ontwikkelt visies en voert concrete projecten uit, waarbij natuurherstel en een aantrekkelijk landschap gekoppeld worden aan maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Zo waren ze in Nederland onder andere betrokken bij het inrichten van gebieden als natuurlijke klimaatbuffers. In het Ruimte voor de Rivieren programma gingen economische belangen, waterveiligheid en natuurontwikkeling hand en hand. Met een behoorlijke toename van de biodiversiteit in het rivierengebied als resultaat. Gerard Litjens, een van de drie directeuren van Stroming, steekt zijn mening over de Eems niet onder stoelen of banken: ‘Het is toch een schande dat twee moderne, rijke West-Europese landen het toelaten dat er periodes van zuurstofloosheid in deze rivier voorkomen!’ Volgens hem is
Volgens Litjens moet er op basis van drie lijnen gewerkt worden: ‘Neem in de eerste plaats een aantal maatregelen die direct resultaat opleveren voor het ecologisch herstel van de Eems, zoals het stroomopwaarts meer ruimte geven aan de Unterems. Dat kan ook positief uitwerken voor het toerisme in die regio.’ Daarnaast ziet hij tal van mogelijkheden om overgangen tussen land en water, zout en zoet te creëren. ‘In de Westerwoldse Aa zijn schitterende potenties aanwezig om een rijke zoetzout overgang naar de Dollard te maken. Ga daarmee direct aan de gang.’ In de tweede plaats moet volgens Litjens aan de verschillende projecten, die rond de havens en de kustverdediging in ontwikkeling zijn, de eis worden gesteld dat ze ook bijdragen aan het natuurherstel in het estuarium. Hij denkt bijvoorbeeld aan het Marconi-project rond de kustverdediging van Delfzijl of de plannen voor vergroting van de Eemshaven. ‘Bij dit alles moet je zoveel mogelijk de verschillende belanghebbenden betrekken, ook aan de Duitse kant,’ licht Litjens het derde punt van zijn strategie toe. ‘Iedereen moet er van doordrongen zijn dat een gezonde Eems in ons aller belang is. Als je dat weet te bereiken kun je, zelfs met al die belanghebbenden, een uitvoeringsorganisatie oprichten om écht aan de slag te gaan.’
Anke Roder werkt met een heel oude techniek met bijenwas en pigmenten. Door de dikke ondergrond, soms van juthout, en de dikke waslagen, lijken de schilderijen zwaar als stenen. Maar het beeld is licht en sprankelend. Het gaat haar om het raakvlak
van horizon en lucht, de kwaliteit van het licht. ‘De ruimte houdt niet op bij het raakvlak en die ruimte geeft vrijheid. Op het wad kun je om je as draaien en overal lucht, water en zand zien. Zulke lege plekken moeten er zijn om je zelf weer op te laden.’
TEKST: LIDEWIJ KEMME
Het landschap nemen zoals het is: als aanleiding, als uitgangspunt, als inspiratie. Dat is wat de schilders van de vier schilderijen op deze pagina’s doen. Het klare licht, de wisselende luchten en de dynamiek van het waddenlandschap vormen de grondslag voor een heel eigen verkenning, soms in materialen die al even oorspronkelijk zijn als het landschap zelf. Bijvoorbeeld tempera. De schilder mengt zijn eigen
verf met pigmenten, eidooier en water en legt hem in transparante lagen over elkaar, zodat het licht erin blijft doorspelen. In combinatie met bijenwas krijgen de pigmenten juist volume, maar ook hier wordt het licht gevangen door het materiaal.
Galerie de Vis in Harlingen houdt van 16 maart tot en met 25 mei een expositie met werk van deze schilders onder de titel ‘In het waddenlandschap’.
Jan Snijder werkt in tempera. Op zijn tochten over de Wadden maakt hij intrigerende schetsjes, vaak van een detail dat hem opvalt, lichtglans op een eindje touw, een papiertje in het zand. In zijn atelier werkt hij die uit tot krachtige doeken, bijna een nieuw landschap. In de ritmische patronen op zijn doeken vind je de beweging van het wad terug. Tussen de schilderijen in zijn atelier staan gitaren en elektronica, want hij schildert ook met muziek, zegt hij. >
Leen Kaldenberg fascineert het fragment. Het schilderij is maar een puzzelstukje uit het landschap, en een moment in de wisseling van het tij wanneer het water wegzuigt of juist aanzwelt. Geen huisje, boompje, beestje maar het elementaire landschap, met een precieze plek als uitgangspunt en een bewuste precisie in de kleuren van het landschap, die hij in tempera mengt. ‘Door de authenticiteit en de kwaliteit van de natuur op het wad kan ik zelf authentiek zijn.’
‘Waar de dimensie van de materie eindigt, opent zich de dimensie van de geest,’ zegt Jentsje Popma, doelend op zijn schilderijen van dijken, waar de dijk monumentaal, maar ook gracieus onder de etherische lucht ligt. We wonen hier ‘bij de gratie van de dijk’, die zo karakteristiek is voor het Nederlandse landschap. De dijk beschermt ons, maar het landschap is ‘vereconomiseerd en kwetsbaar voor klimaatverandering’. En dat gaat de schilder zo aan zijn hart, dat hij zijn schilderijen inzet om ons daarvan bewust te maken.
Meer informatie over de schilderijen en de expositie vindt u op www.waddenvereniging.nl/ waddenmagazine.
Zeehond Jomee (midden) kan er weer tegenaan
‘Pappa! Je zult heel trots op me zijn, ik heb een zeehond gered!’
Tsja, wat zeg je dan als vader en directeur Waddenvereniging? ‘Nou, jongen, dat moet je niet doen, want dat past niet bij de natuur?’ Of zeg je: ‘Wauw, wat goed van je!’
In die ene seconde dat ik moest kiezen, koos ik voor het laatste...
TEKST: ARJAN
BERKHUYSEN, DIRECTEUR WADDENVERENIGING
Mijn zoon was mee met een vriendje en zijn vader in een rubberboot richting Engelse Hoek, vlak buiten Terschelling. Opeens zagen ze een kleine zeehond liggen op een plaat, versuft en met bloed op zijn kop. De vader van het vriendje - een geboren en getogen eilander - aarzelde geen moment en gooide een doek over het dier, pakte het op en legde het in de boot. Nou kunnen zeehonden flink bijten, het zijn immers roofdieren, dus het was wel even spannend in dat kleine bootje. En de twee jongens vonden dat hij stonk. Eenmaal in de haven werd het dier opgehaald en naar de zeehondencrèche in Pieterburen gebracht. Via internet kun je dan volgen hoe het gaat. ‘Jomee’, zo werd hij genoemd, deed het daarna goed en dus daalde de interesse met de week. Na een paar maanden was het dier zelfs vergeten. Tot we een telefoontje kregen uit Pieterburen. ‘Jomee wordt vrijgelaten, willen jullie daar, als redders, bij zijn?’ Tuurlijk vonden de jongens dat geweldig, en hun moeders ook. En zo gingen we erheen, dus ook de directeur van de Waddenvereniging.
Mijn directe betrokkenheid dwong me ook door te denken. Wat vind ik eigen-
lijk van zeehondenopvang? Er wordt al jaren een pittige discussie over gevoerd. Zinnig of onzinnig? Wetenschappers van IMARES vinden dat er genoeg zeehonden zijn en dat opvang geen ecologisch nut meer heeft. Bij de Waddenvereniging krijgen we ook af en toe meldingen dat kleine zeehonden te snel worden opgevangen, omdat mensen niet door hebben dat de zeehondenmoeder aan het jagen is of simpelweg wacht tot de mensen bij het jong weggegaan zijn. Het gaat hierbij om twee waarden die mij na aan het hart liggen: dierenbescherming en natuurbescherming. Dierenbescherming staat voor ons vermogen tot empathie. En dat is heel hard nodig voor een prettige samenleving. Als mijn zoon dat soort gedrag vertoont, wil ik dat belonen met een compliment. Ik ben immers trots op hem. Daarnaast is natuurbescherming, waarbij je zoekt naar een gezond functionerend ecosysteem, ongelooflijk belangrijk. Een systeem dat ondanks allerlei menselijke ingrepen gezond kan zijn. Wij zullen in elk geval alert blijven dat de zeehondenstand niet verzwakt en dat hun leefomstandigheden optimaal blijven. Daarom hebben we ook onze mooie Waddenvereniging!
7 vragen aan Bram van de Klundert, directeur van het Waddenfonds
‘Mens
• Naam: Bram van de Klundert, Halsteren, 1953.
• Studie: Universiteit Utrecht, biologie.
• Banen: Sinds 1 december 2012 directeur van het Waddenfonds, daarvoor programmamanager bij het Wereld Natuur Fonds en directeur VROM-raad. Diverse nevenfuncties, zoals voorzitter Provinciale Commissie voor de Leefomgeving bij Provincie Utrecht. Publiceerde in 2012 het boek Expeditie wildernis, ervaringen met het sublieme in de Nederlandse natuur. Begin 2013 verscheen zijn nieuwe boek Op zoek naar onze natuur.
Ruig, ongerept en zonder mensensporen. De kersverse directeur van het Waddenfonds is een liefhebber van zulke gebieden. Maar een wildernis zoals het wad is niet heilig. Doordacht ingrijpen mag, meent Bram van de Klundert, expert in wildernissen. TEKST: DANIEL MULDER
Voor zijn boek Expeditie Wildernis dat verscheen in 2012, verbleef Bram van de Klundert tien keer een week in de tien ‘wildste’ natuurgebieden van Nederland. Geen boeken, geen telefoon, geen radio, hij was alleen met de natuur om hem heen. Hij mediteerde er, keek naar vogels en genoot van de puurheid en de stilte. ‘Het idee dat je in Nederland nog zoveel wildheid kunt ervaren, vaak op een kleine afstand van een metropool, is
fascinerend.’
Drie van de tien bezochte wildernissen lagen in het waddengebied: Rottumerplaat, Griend en Schiermonnikoog. ‘Er is geen ander gebied in Nederland dat zo direct verwijst naar de wildernis. Op het wad is de natuur nog redelijk autonoom, er is nog dynamiek te ervaren: eb en vloed, de soms extreme weersomstandigheden, je beleeft het er allemaal intens.’
1
De Waddenzee wordt de laatste wildernis van Nederland genoemd, is dat terecht?
‘Pure wildernissen, waar de mens niet of nauwelijks invloed op uitoefent, die vind je eigenlijk niet meer op aarde. Ook op de Wadden zie je allerlei sporen van mensen in de vorm van toerisme, visserij, vliegverkeer en noem maar op. Toch kun je daar nog wel heel goed de wildheid ervaren: de massa’s vogels die af en aan vliegen, de dynamiek van wind en getij. Het waddengebied is terecht werelderfgoed geworden, een intergetijdegebied van deze schaal is uniek in Nederland, in Europa, zelfs op wereldschaal.’
2
Uw boek maakt duidelijk dat wildernissen zoals het wad belangrijk zijn, ook voor u persoonlijk. Botst die persoonlijke visie niet met uw functie als directeur van het Waddenfonds waarin u projecten honoreert die ingrepen in het gebied juist stimuleren?
‘Een groot deel van mijn leven heb ik gewerkt in de ruimtelijke ordening en heb ik grote projecten begeleid zoals de ontwikkeling van Schiphol en de Tweede Maasvlakte. Je kunt ook op het wad ingrijpen in de natuur, maar dan wel op een manier die past bij een gebied met deze allure. Met het Waddenfonds wil ik de komende jaren daarom werken aan robuuste verbeteringen van het gebied met respect voor de uniciteit.’
3
Op de lijst met projecten die geld hebben ontvangen, staat bijvoorbeeld ook de bouw van een duurzaam zorgcentrum
De Stilen op Terschelling en de verbetering van de Noordelijke Elfstedenvaarroute. Dat klinkt niet direct heel robuust. Schiet het Waddenfonds hier te ver door met de ingrepen in het gebied?
‘Ik ben pas sinds 1 december 2012 directeur bij het Waddenfonds, het lijkt me niet gepast om direct te gaan vertellen wat er anders had gekund. Ik vind wel dat we in een gebied van wereldklasse ook stevige investeringen moeten plegen die bij die kwaliteit horen. Het kan ook om kleine dingen gaan maar wel met focus, we moeten het geld niet laten weglopen in achterstallig onderhoud of leuke dingetjes die overal in Nederland zouden kunnen. Tot 2027 is er 500 miljoen euro beschikbaar. Dat geld moet niet aan ‘toevallige projecten’ worden besteed. Ik wil proberen structurele veranderingen te realiseren waar mens en natuur van profiteren.’
Kunt u een voorbeeld geven?
‘Als we in de kustzone binnendijkse natte gebiedjes aanleggen dan kunnen die fungeren als klimaatbuffers, doen we iets aan het kwel- en verziltingsprobleem, bieden we ruimte voor broed- en trekvogels én versterken zo een kernwaarde van het waddengebied. Bovendien maken we met zo’n keten het gebied veel aantrekkelijker voor verblijfsrecreatie en zelfs internationaal toerisme. Door meer kwaliteit toe te voegen aan het landschap en hoogwaardige voorzieningen te creëren - denk aan wildlifelodges zoals ze die in Afrika kennen -, blijven mensen langer in het gebied en daar heeft de lokale economie baat bij.’
5
Hoe bijzonder zijn de Wadden in uw ogen?
‘De vogels, de weidsheid, de getijden, unieke eilanden, nergens anders in Europa vind je zoiets, zelfs op wereldschaal is het bijzonder. Het wad kan concurreren met een beroemde plek als het Great Barrier Reef. Het is van topniveau en daarom is het zo belangrijk dat het goed wordt beheerd.’
6
Maar toch beseft bijna niemand hoe uniek het is…
‘Klopt, en dat heeft deels met de presentatie van het gebied te maken. Over de Oostvaardersplassen wordt nu een film gemaakt van BBC-kwaliteit, dat moet van de Wadden ook kunnen. En neem de garnalen: volgens mij zijn onze garnalen de lekkerste ter wereld, maar ze worden verkocht als een bulkproduct. Zonde, want je kunt het ook presenteren als de kaviaar van Nederland.’
7
Wat vindt u de meest bijzondere plek op de Wadden?
‘Griend is heel speciaal omdat ik daar echt alleen was. En het was erg koud, waardoor je de wildheid veel intenser beleeft. Die eenzaamheid, in combinatie met de confrontatie met de elementen, maakte het tot een life event. Ik kreeg heel veel respect voor de vogels die enorme afstanden overbruggen en in die kou overleven. De schoonheid van het wad is adembenemend’
Feiten over het Waddenfonds Het Waddenfonds is in 2007 opgericht en stopt in 2027 • Het budget van het Waddenfonds is vanaf 2016 28 miljoen euro per jaar • De belangrijkste doelen van het Waddenfonds zijn: het vergroten en versterken van de natuur- en landschapswaarden, het bevorderen van een duurzame economische ontwikkeling via bijvoorbeeld duurzaam toerisme en het verspreiden en vergroten van kennis over het waddengebied • Sinds 1 januari 2012 is het Waddenfonds overgegaan van het Rijk naar de provincies Friesland, Groningen en Noord-Holland. De besteding van het geld en de afwikkeling van de lopende projecten is nu een taak van de drie provincies.
Oorspronkelijk kwamen konijnen alleen voor in Midden-Frankrijk en het Middellandse Zeegebied. Vanwege hun vacht en het vlees zijn ze al in de middeleeuwen in onze streken ingevoerd. Behalve op Griend komen op alle Waddeneilanden - zelfs op het relatief kale Rottumerplaat en Rottumeroog! - konijnen voor. Ze voelen zich vooral thuis in de duinen, waar ze gemakkelijk hun
uitgebreide gangenstelsels kunnen graven. Konijnen zijn echte grazers, die zich te goed doen aan eiwitrijke en licht verteerbare plantendelen. Sinds de jaren vijftig veroorzaakt de virusziekte myxomatose en later het viraal haemorrhagisch syndroom (VHS) een sterke achteruitgang van de konijnenstand. De laatste jaren gaat het weer wat beter met de konijnen.
Verlaten konijnenholen zijn een favoriete broedplaats voor de tapuit. Deze karakteristiek rechtop zittende vogel zoekt in het duingebied vaak een hoge plek op. Na het broedseizoen in Noord-Europa vliegt de tapuit naar zijn overwinteringsgebied ten zuiden van de Sahara. Sommige exemplaren leggen dan meer dan 15.000 kilometer af. De achteruitgang van de konijnen op de Waddeneilanden betekende dat ook het aantal broedende tapuiten de laatste jaren afnam.
Ook dieren zetten de natuur naar hun hand. De konijnen die voorkomen op de Waddeneilanden zijn daar een mooi voorbeeld van. Ze houden de vegetatie kort en zorgen met hun geknaag en geknabbel voor de nodige variatie in het duinlandschap. Zo krijgen andere dieren en planten ook weer een kans. TEKST: HANS REVIER
Het grazen van de konijnen in de duingebieden zorgt ervoor dat de vegetatie niet verruigd en volgroeit met hoog gras en struikgewas. Op droge, zandige plaatsen waar konijnen het gras kort houden krijgt dan bijvoorbeeld het muizenoortje kans om te groeien. De bloem van dit plantje lijkt enigszins op een paardenbloem, maar is kleiner, meer citroengeel en heeft een purperen buitenrandje. De nectar van het muizenoortje is van belang voor sommige bijensoorten.
In het voedselarme duinzand zorgen de konijnenkeutels voor enige bemesting. Op die plekken groeit vaak het purpersteeltje. Dit in Nederland algemene bladmos wordt zo’n 3 centimeter lang en ontleent zijn naam aan de kleur van de vruchtstelen. Mede dankzij de activiteiten van de konijnen is het purpersteeltje de meest voorkomende mossoort op Rottumerplaat en Rottumeroog.
Op Vlieland en Terschelling komt in de duinen de zandhagedis nog voor. De mannetjes van dit 20 centimeter lange reptiel hebben in het voorjaar opvallend groene flanken. De vrouwtjes zoeken voor het afzetten van de eieren plekken met kaal zand. Het gegraaf van konijnen in de duinen zorgt daarvoor. Door de warmte van de zon worden daar de eieren uitgebroed. De zandhagedis staat op de Rode Lijst als kwetsbare soort en wordt onder andere door de Flora- en faunawet speciaal beschermd.
Algemene Ledenvergadering
Zaterdag 25 mei vindt op Texel de Algemene Ledenvergadering van de Waddenvereniging plaats. Dit keer gaan we het net iets anders aanpakken.
We willen meer met elkaar in gesprek én meer naar buiten.
Het programma bestaat daarom uit twee delen: een deel binnen over de formele verenigingszaken en een veldsymposium buiten over vier inhoudelijke thema’s.
Meldt u aan voor de vergadering en het veldsymposium via XXXX of bel naar 0517-493693. Via onze website www.waddenvereniging.nl en onze digitale nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden. Voor de vergadering krijgen de deelnemers de vergaderagenda en stukken toegestuurd.
Leden van de Waddenvereniging denken verschillend over waddenzaken, maar één ding is zeker, we houden allemaal van het wad. Dus als we er over praten, laten we het dan vooral buiten doen, zodat we er ook zoveel mogelijk van kunnen genieten. Dat is het uitgangspunt van de nieuwe opzet van de Algemene Ledenvergadering.
Veldsymposium
Het ochtendgedeelte vindt plaats bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), op slechts 5 minuten lopen van de veerhaven. Daar worden de algemene verenigingszaken besproken. Aan bod komen de vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening 2012, de verkiezing van de voorzitter van de vereniging en de benoeming van nieuwe leden voor de ledenraad. Het tweede deel van de dag bestaat uit een veldsymposium. We gaan naar buiten om te zien hoe het met de Wadden gaat. Wat kunnen we terugzien van het huidige waddenbeleid? Vervolgens gaan we daarover in gesprek en kijken daarbij ook naar de positie/rol van de Waddenvereniging. We verdelen ons over vier groepen aan de hand van vier thema’s: werelderfgoedrecreatie, mosselbanken en visserij, klimaatveran-
dering en zandsuppleties en duurzame energie op de Wadden. Het wordt dus een combinatie van mooi landschap, stukje wandelen, leuke weetjes en voor liefhebbers een goed gesprek.
Verkiezing voorzitter
De periode van het voorzitterschap van Alexander de Roo loopt dit jaar af. Er is gelegenheid voor leden om zich te kandideren. Mocht u zich kandidaat willen stellen voor het voorzitterschap, dan kan dat bij het secretariaat tot uiterlijk drie weken voor de ledenvergadering via info@waddenvereniging.nl of Postbus 90, 8860 AB Harlingen. Kandidaatstellingen moeten door tenminste 19 leden schriftelijk worden ondersteund. Alexander de Roo stelt zich herkiesbaar voor een volgende termijn. Alexander, voormalig Europarlementariër, heeft zich in de afgelopen vier jaren ingezet voor meer aandacht voor klimaatverandering en voor meer samenwerking met de bevolking en partijen die ook het beste voor hebben met de Waddenzee. In de komende jaren zou hij graag zien dat de Waddenvereniging zich nog beter nationaal op de kaart zet. De ledenraad heeft positief geadviseerd ten aanzien van herverkiezing van Alexander.
De ledenraad heeft nog plaats voor nieuwe leden. De ledenraad heeft een zware adviesfunctie en wordt benoemd tijdens de algemene ledenvergadering. De ledenraad komt ten minste tweemaal per jaar bijeen en adviseert over zaken als de begroting, jaarplan en geeft gevraagd en ongevraagd advies over allerlei andere relevante zaken.
Meer informatie over de verkiezing van de voorzitter en benoeming van nieuwe ledenraadsleden kunt u vinden op www. waddenvereniging.nl.
Kinderen genieten mee
Kinderen zijn van harte welkom! Er is een kinderprogramma tussen 10.00 en 12.00 uur voor kinderen in de leeftijd van zes jaar en ouder. Daarna kunnen ze gewoon meedoen aan het veldsymposium.
De dag is als volgt ingedeeld:
• 09.30 uur boot naar Texel
• 10.00 uur ontvangst en inschrijving
• 10.30 uur verenigingszaken
• 12.00 uur lunch
• 13.00 uur vanaf NIOZ op weg naar de verschillende locaties voor het veldsymposium
• 17.00 uur boot terug
Voor leden en gezinsleden die ook donateur zijn is deelname aan het veldsymposium gratis. Niet-leden wordt gevraagd om een bijdrage van € 10,00 per persoon.
De ene wadvogel is slimmer dan de andere: graaft graag kuilen voor een ander, timmert gewoon harder aan de weg of laat voedselconcurrenten het hazenpad kiezen.
Deze slimmeriken grijpen net even iets handiger in bij bestaande omstandigheden of benutten juist nieuwe kansen. TEKST: MARCUS WERNER
Wat te doen als je als vogel je nest hebt gebouwd op een mooi vlak stuk kwelder, maar dat loopt langzaam onder door hevige regen? De kokmeeuw [1] lost dit op door zijn op de grond gemaakte nest te verhogen met takjes en ander plantenmateriaal. Ingrijpen doet de kokmeeuw ook wanneer de eieren uitgekomen zijn. Oudervogels verwijderen lege eierdoppen uit het nest, waarvan het spierwitte binnenste anders vanuit de lucht het nest verraadt aan kuikens rovende zilvermeeuwen.
Bergeenden [2] maken kuilen in de wadbodem, net als baggerschepen in de Eems-Dollard doen. Deze komvormige kuilen ontstaan door het gewroet van de bergeenden met hun sterke snavels in de modderbodem, als ze op zoek zijn naar wadslakjes en wormen. Ze zijn vooral te vinden in de buurt van slenken en geulen waardoor het zoete water vanaf kwelders in de Waddenzee stroomt. Precies de plek waar ook veel wadende wadlopers langskomen. Die moeten dus heel erg uitkijken voor de kuilen om niet te vallen of de enkels te blesseren.
In strenge winters sterven veel bergeenden, omdat zij door de bevroren bodem niet bij hun voedsel kunnen.
Overal waar zoet water is, is de meerkoet [3] te vinden. Met zijn witte snavel en voorhoofd en zijn zwarte lijf is de meerkoet onmiskenbaar. Ook valt in de broedtijd het agressieve gedrag naar buur-koeten en andere indringers erg op. Meerkoeten bouwen een indrukwekkend drijvend nest van dood riet. Ook zij grijpen in de leefomgeving in om een
veilige plek te creëren, waar zijzelf, hun eieren en kuikens veilig zijn voor roofdieren.
In bomen zijn meestal geen kant-en-klare nestholen te vinden. De grote bonte specht [4] hakt er zélf een uit. Grote bonte spechten, vrij algemeen in Nederland, zijn de enige spechten die tot nu toe de Waddeneilanden ontdekt hebben. Zij hebben, anders dan veel andere spechtensoorten, een voorkeur voor naaldbos, waar zij insecten en zaden van dennenappels als voedsel hebben. Van het in bomen hameren krijgen zij geen hoofdpijn, onder andere dankzij het speciale schokabsorberende tongbeen. De snavel zelf is nog eens verstevigd met een dikke hoornlaag en zit met een speciale scharnier aan de schedel vast: de klap komt hierdoor minder hard aan. Een stuk sponsachtig bindweefsel tussen de snavel en de schedel fungeert als een soort stootkussen. Bovendien zijn de nekspieren zo geavanceerd, dat ze werken als schokdemper voor het hele lichaam.
Een van de eerste zwaluwen die terugkeert uit de overwinteringsgebieden is de oeverzwaluw [5]. Anders dan zijn neven, de boeren- en huiszwaluw, is hij bruingrijs in plaats van zwart-wit en heeft een nauwelijks gevorkte staart. Trouw aan zijn naam leeft de oeverzwaluw in de buurt van water, waarboven hij vliegend op insecten jaagt. Ook oeverzwaluwen doen aan woningverbetering, door nestholen uit te graven. Tientallen holen van deze in kolonies broedende vogels zijn er te zien in natuurlijke zandige kliffen, waaronder in de Lauwersmeer, en op Texel waar ze in kunstmatig aangelegde
nestwanden broeden.
Een van de typische ganzen van vastelandskwelders langs de Waddenzee en de kwelders van de Waddeneilanden is de rotgans [6]. Deze relatief kleine, sierlijke gans met een matzwart lijf ziet er vriendelijk uit. Voor andere kwelderbewoners is de werkelijkheid anders. Uit onderzoek blijkt dat in het vroege voorjaar op lage kwelders grazende rotganzen bijna alle opkomende kwelderplanten oppeuzelen. Hazen moeten door die ingreep in de voedselvoorraden hun kostje hoger op de kwelder zoeken.
De witte kwikstaart [7] staat soms voor een dilemma. Net als sommige andere kleine zangvogels is hij namelijk regelmatig slachtoffer van de koekoek, die er een gewoonte van maakt om stiekem een ei in andermans nest te leggen. Het uitgekomen koekoeksjong gooit de andere eieren en eventueel uitgekomen jongen uit het nest, waarna de ouders het bijna niet te verzadigen en snelgroeiende koekoekskuiken voeden. Het koekoeksvrouwtje gebruikt een slimme techniek: het ei dat ze legt in het nest van de vogelsoort, ook wel de waardsoort genoemd, laat ze qua kleuren sprekend lijken op de eieren die al in het nest liggen. Soms wordt dat ei toch door de pleegouders herkend en verwijderd. Witte kwikstaarten zijn daar goed in, want zij slagen daar volgens onderzoek in 50 procent van de gevallen in. Zij grijpen dus - slim als ze zijn - in om te voorkomen dat ze zelf geen jongen krijgen.
Van het wad: boeken, apps, wandelingen, eten, kunst en meer.
Als de eerste lammetjes te zien zijn op Texel is het voorjaar. Elk jaar dartelen er tussen maart en mei zo’n 11.000 lammetjes rond op het eiland. Wandelvereniging ‘Het Gouden Boltje’ organiseert op tweede paasdag 1 april een sportieve lammetjeswandeltocht in de omgeving van Den Burg. De routes zijn 5, 10, 15, 25 of maar liefst 40 kilometer lang. U wandelt over dijken en langs typisch Texelse schapenboeten (schapenschuren) en tuunwallen (aarden wallen). Honden mogen niet mee. Startplaats: Emmalaan 65, Den Burg (tegenover VVV). Starttijden: 40 kilometer 9-10 uur; 25 kilometer 9-11 uur; 5, 10 en 15 kilometer tussen 9 en 14 uur. De start is vanaf de boot bereikbaar met bus 28 en 29.
Havensfeer snuiven
Op zaterdag 6 april is het weer Vlootdag in havenstad Harlingen. In de Zuiderhaven liggen de traditionele zeilschepen van de bruine vloot klaar voor het nieuwe seizoen. Behalve de nautische markt en braderie is er ook
het Nederlands Kampioenschap Sloeproeien. Op de Vlootdag zult u ook de Waddenvereniging treffen. Kom langs en laat u informeren over de werelderfgoedcampagne en de prachtige droogvaltochten die we samen met de Historische Zeilvaart uitvoeren.
Van 16 tot en met 21 maart vindt de tweede editie van ‘De Broedplaats voor Jong Talent’ plaats. Het is een internationaal kamermuziekfestival. Veertig jonge instrumentalisten komen voor zes dagen naar Schiermonnikoog om concerten te geven, lezingen bij te wonen en masterclasses te volgen bij Jan Wijn (piano), Nobuko Imai (altviool), Philippe Graffin (viool) en Jeroen Reuling (cello). De masterclasses zijn openbaar en geven daarmee ook u inzicht in wat er voorafgaat aan een carrière in de muziek. De instrumenten viool, altviool, cello en piano worden op originele wijze belicht in drie lezingen. Om zoveel mogelijk jonge mensen in staat te stellen het festival te bezoeken zijn de toegangsprijzen van de concerten laag. Zie www.schiermonnikoogfestival.nl, jong én oud zijn welkom!
PROEVEN EN SLAPEN
Alle activiteiten van de Waddenvereniging vindt u in de kalender op onze website: www.waddenvereniging.nl.
Café Nobel in Ballum, Ameland, is in de Café Top 100 voor 2013 gestegen van plaats 40 naar 23. Daarmee is Nobel opnieuw het hoogst genoteerde café op de eilanden. De Misset Horeca Café
Top 100 wordt jaarlijks samengesteld, nadat mystery guests zo veel mogelijk cafés in het land bezocht hebben. Ze letten onder andere op gastheerschap, vakmanschap, activiteiten en ‘echtheid’ van de zaak. Café De Walvis (West-Terschelling) staat op 37, Nescafé (Ameland) op 64. De 12 Balcken (Den Burg, Texel) is nieuw de Top 100 binnengekomen op 79. Overigens heeft Nobel méér te bieden dan een goed café. Het is ook een comfortabel hotel, een restaurant en een slijterij (voor het wereldberoemde ‘Nobeltje’). En het dorp Ballum is uiteraard een mooie uitvalsbasis om het gehele eiland te ontdekken.
ONTDEKKEN
Bij kaarslicht in de sfeervolle Nicolaaskerk, op het gezellige terras van Zeezicht of in Filmhuis/Theater Podium Vlieland: op diverse plaatsen vinden regelmatig theater- en muziekvoorstellingen plaats op het eiland. Er zijn bijvoorbeeld klassieke concerten in de Nicolaaskerk en op wisselende locaties treedt het Duo Drijfhout op met een heel ander genre (shanty, eilandmuziek en sterke verhalen). Muziek en theater geven een bezoek aan Vlieland een extra dimensie. De actuele agenda staat op www.vlieland.net.
Ook Ameland heeft een eigen app. De Ameland Guide is een app voor iPhone, iPad en Android. U vindt er heel overzichtelijk informatie over winkels, wandel- en fietsroutes, eten en drinken, excursies et cetera. Ook goed om te weten: er zitten kortingcoupons voor voordeeltjes op Ameland in de app. Downloaden via het zoekwoord ‘Ameland’ is gratis en eenvoudig. Of haal de app op via www.vvvameland.nl.
Bram Adema van De Pierewaai organiseert allerlei kleinschalige tochten en excursies in, zoals hij het noemt, het ‘waddenland’: het terpen- en wierdengebied van Friesland en Groningen, het Lauwersmeer, de Waddenzee en de eilanden. Voor april staat ondermeer een driedaagse vaartocht op het programma langs bekende schilderplekken van de
Groninger Ploegschilders. De reis wordt gemaakt met de authentieke Lemsteraak Senta. Wie meegaat doet dat om het werk van de Ploegschilders te bekijken én om ter plekke zelf te schilderen.
Meer dagtochten en excursies, altijd goed verzorgd door Bram en zijn schippers, vindt u op www.depierewaai.nl.
Van het wad: boeken, apps, wandelingen, eten, kunst en meer.
ONTDEKKEN
Zouthout is een kunstenaarsinitiatief op Terschelling. Het materiaal dat gebruikt wordt, bestaat uit hout dat is aangespoeld op het strand en aangetast door het zeewater. ‘Voorbewerkt’, noemen initiatiefnemers Rick van Dongen en Piety de Jong het liever. Het zoute hout wordt verzameld door strandjutten en kan van alles zijn: losgeslagen ladingen van schepen, wrakhout, maar ook visnetten. Van Dongen: ’Voor- en najaar zijn voor ons ideaal. En dan vooral met noordenwind. Verweerd en verkleurd wrakhout toveren we om tot authentieke eilandkunst, dat een tweede leven krijgt als woonaccessoire, meubelstuk of sieraad. Op een paar spijkers na komt er geen leverancier aan te pas.’ Wilt u iets bestellen? Dat is afwachten… zie www.zouthout.nl.
De afgelopen twee jaar maakte Leo Fijen op Schiermonnikoog televisiereportages voor de omroep RKK. Hij had daarin ontmoetingen met mensen die kortere of langere tijd op het eiland waren. ‘Schiermonnikoog vind ik een spiritueel eiland,’ aldus
Fijen, ‘veel mensen hebben er bijzondere verhalen te vertellen.’
Fijen sprak met stiltezoekers en verzamelde levenswijsheden van reizigers. Nu is er van zijn hand ook een boek verschenen met daarin de verhalen en portretten van de mensen die hij sprak en Fijens eigen zoektocht naar stilte en spiritualiteit. Overigens kunt u via ‘Uitzending gemist’ nog een aantal van de reportages terugzien.
‘Het geheim van de stilte’, Leo Fijen, Uitgeverij Ten Have, e 14,95, ISBN 9025902162.
WEEKENDJE WEG
Wakker worden in een duurzaam hotel? Dat kan als u overnacht in Torenzicht op Vlieland. Deze B&B won de Zoover Award in 2010 en 2012 en de gehele accommodatie heeft energiezuinige verlichting, zonnepanelen voor opwekking van elektriciteit en warmwatervoorziening met behulp van zonneboilers. Het adres wordt geroemd om het goede, uitgebreide ontbijt. U kunt er ook met een grote groep logeren, want behalve B&B is Torenzicht ook een groepsaccommodatie.
ZIEN
Nieuw bij Ecomare op Texel zijn twee bruinvissen. Het zijn de kleinste (tand)walvissen die er bestaan. Ze komen in grote aantallen voor in de Noordzee, maar laten zich zelden zien. Bij Ecomare kunt u ze goed bekijken. De bruinvissen heten
Michael en José. Ze zijn ooit opgevangen door Stichting SOS Dolfijn, maar kunnen niet meer uitgezet worden. Bij Ecomare is een permanent bruinvisbassin gerealiseerd met Michael en José als eerste gasten. In de Ecomare-serie is een boekje verschenen met informatie en weetjes over bruinvissen. Het is voor € 2,95 te koop in de winkel van Ecomare of via www.ecomare.nl.
Kunstenares Stella van Acker werd geboren in Valkenburg (Zuid-Limburg), maar woont nu op Schiermonnikoog. ’Het mysterieuze ervaren is de bron van mijn inspiratie. Alleen zijn in de natuur, alleen zijn met je aandacht en verwondering.’ De belangrijkste onderwerpen van haar schilderijen zijn het landschap, koeien, zelfportretten, bloemen en de zee. Ze laat zich inspireren door gedichten van Ida Gerhardt, Adriaan Roland Holst en R.M. Rilke, boeken van Ulrich Libbrecht en muziek van Bach, Schubert en Mahler. Wilt u haar werk zien? Het adres van de galerie is Voorstreek 16.
De Slufter op Texel is een spannend en dynamisch natuurgebied. Telkens moet u geulen oversteken om in de richting van de zee te lopen. Soms kunt u een plank als bruggetje gebruiken, maar meestal moet u er gewoon dwars doorheen. Een begeleide wandeling door de Slufter is via internet te boeken in de serie excursies van Ecomare. Onderweg ziet u stelt- en watervogels en misschien een velduil, en kwelderplanten als lamsoor en zeekraal. Het terrein is vlak, maar niet gemakkelijk begaanbaar. Honden, buggy’s en peuters in draagzak mogen niet mee. Leeftijd vanaf 8 jaar. Laarzen zijn noodzakelijk, ‘s zomers kunnen de schoenen uit. Beginpunt van de route is het bruine huisje op het duin, te bereiken vanaf de Postweg de Oorsprongweg in, afslag 31.
In het kader van twee grensoverschrijdende projecten (Lancewad en LancewadPlan) zijn de culturele en landschappelijke waarden van het Nederlandse, Duitse en Deense waddengebied in kaart gebracht en geanalyseerd. Dat klinkt misschien wat saai, maar het heeft een heel aantrekkelijk boekje opgeleverd. Het doel van de publicatie is om de aandacht van beleidsmakers en beheerders nog eens extra te vestigen op de waarde van het waddengebied als cultuurlandschap van internationale betekenis. Door de heldere informatie, de vele kaarten en mooie foto’s is het boekje voor iederéén interessant geworden. En: het is gratis te downloaden. ‘Het Waddengebied - Een cultuurlandschap van wereldklasse’ is uitgegeven door de Waddenacademie. Te downloaden als pdf via www.waddenacademie. nl, klik op ‘Organisatie’ en vervolgens op ‘Publicaties’.
De Waddenvereniging heeft ruim 45.000 leden en vele sympathisanten.
Eén van hen, Youri Zuidervaart (10), scholier en fervent natuurwerker, stelt zich aan u voor.
TEKST EN FOTO: JOJANNEKE DRIJVER
Youri Zuidervaart ging al vier keer mee met het WaddenWerkWeekend. Hij weet nu al dat hij dit jaar weer gaat. ‘Het leukste vind ik om door de duinen te scharrelen en dingen te vinden. Vorig jaar vond ik een pindakaaspot. Dat vond ik wel vreemd. Ik snap niet dat mensen dat niet gewoon even in de glasbak gooien.’
Op de Waddeneilanden komt hij maar af en toe. Terschelling vindt hij ‘echt prachtig’. Youri woont in de stad, in Weesp. Dat vindt hij dan ook wel jammer. ‘Mijn opa en neef wonen op een boerderij. En als ik daar ben ga ik vaak met mijn opa het weiland in. Elk jaar snoeien we de wilgen. Bij mijn opa op de boerderij heb ik een tuintje waar ik mijn eigen groenten verbouw.’
De laatste paar maanden is hij niet de natuur in geweest. ‘Op school gaat het dan toch minder goed met mij. Als ik elke drie weken de natuur in ga, dan blijft het op school goed gaan. Hoe
dat komt? Ik vis ook heel veel en dan krijg ik hetzelfde gevoel als in het bos. Dan laat ik alles van me af vallen en ben ik alleen gericht op de natuur. Veel mensen hebben zoiets als ze onder de douche staan. Bij mij is dat alleen als ik in de natuur ben.’
Dit najaar regelde Youri tijdens de nationale Natuurwerkdag in Loosdrecht - waar hij was om riet op te ruimendat de boswachter uitleg kwam geven over de natuur in zijn klas. ‘Ik vond het een hele aardige boswachter. In de klas vertelde hij over de kringloop van de natuur. Sommigen vonden er niets aan, die zaten onderuitgezakt in hun stoel. Zo van ‘laat maar gaan’. Anderen zaten met spanning te luisteren. Dat ze voor het eerst hoorden dat de ijsvogel ook in Nederland leeft, dat vind ik wel grappig.’
WADDENmagazine, maart 2013, nummer 1 Verschijnt 4 keer per jaar.
Uitgave van de Waddenvereniging
E-mail: magazine@waddenvereniging.nl ISSN 0 166-4824
Hoofdredactie: Hans Revier
Eindredactie: Fanny Glazenburg, Paul Böhre, Eva de Jong
Redactie: Corina van der Meulen, Lidewij Kemme, Frank Petersen, Jojanneke Drijver, Marrit van den Akker, Marcus Werner en Paul Böhre
Idee en concept: Sanoma Media
Vormgeving: Très Melis
Druk: Habo daCosta bv, Vianen
Advertenties: A2 Acquisitie & Advies Tel. 023 - 526 04 05
E-mail: ron.degraaf@xs4all.nl
Plaatsing van artikelen van niet-redactieleden behoeft niet te betekenen dat de vermelde meningen en beweringen het inzicht van de redactie weergeven. Overname van artikelen na overleg met de hoofdredactie.
Waddenvereniging
Postbus 90, 8860 AB Harlingen Droogstraat 3, 8861 SR Harlingen Tel. 0517-493693, fax 0517-493601
E-mail: info@waddenvereniging.nl www.waddenvereniging.nl
Bankrekening: 34.24.25.633
BIC: RABONL.2U / IBAN: NL83 RABO 0342 4256 33
De Waddenvereniging stelt zich ten doel het waddengebied te beschermen en te behouden voor de generaties na ons. De vereniging doet dit via politieke lobby, beleidsbeïnvloeding, juridische acties en voorlichting.
Een lidmaatschap geldt voor een kalenderjaar (12 maanden). Opzeggingen dienen schriftelijk te geschieden voor 1 november. De jaarlijkse contributie bedraagt minimaal 27 euro voor leden (2,25 euro per maand). Jeugdleden tot en met 17 jaar betalen minimaal 18 euro per jaar.
Giften en legaten
Velen geven de Waddenvereniging iets extra’s. Deze giften vormen een onmisbare steun voor ons werk. Wilt u een gift, periodieke schenking of erfstelling regelen? Doordat de Waddenvereniging een instelling “ten algemene nutte” is, geeft dit fiscale voordelen. Indien u meer informatie wilt, neem dan contact op met de Waddenvereniging.
Het WADDENmagazine wordt gedrukt op FSC gecertificeerd papier (Royal Roto Silk).
De kunststoffolie is 100% afbreekbaar (biofolie) en levert na verbranding geen schadelijke reststoffen op.
Het werk van de Waddenvereniging wordt gesteund door de Nationale Postcode Loterij.
Laat via de ledenraad uw stem horen of woon een openbare vergadering van de ledenraad bij! Een mailtje aan een van de onderstaande leden is het begin van uw persoonlijke bijdrage aan de bescherming van de Wadden.
De ledenraad geeft het bestuur en de ALV van de waddenvereniging gevraagd en ongevraagd advies over diverse onderwerpen waarmee onze vereniging geconfronteerd wordt.
De ledenraad kent verschillende werkgroepen waarin leden van de raad zitting hebben, zoals:
Ruimtelijke ordening en (water) bouwkundige plannen
Ecologie, visserij en kwelders
Geologie, gas- en zoutwinning, bodemdaling en zandsuppleties
Organisatie, begroting, fondsenwerving en jaarstukken.
Gezondheid, emissies, lozingen en geluidsoverlast
Communicatie, beeldvorming, verjonging en educatie
De leden van de ledenraad worden benoemd door de Algemene Leden Vergadering. Hun zittingsduur is maximaal 2 keer 4 jaar.
DAGELIJKS BESTUUR:
Jan Castelein
jja.castelein@gmail.com 026-4742577
Voorzitter
Wietske Jonker ter Veld wterveld@hotmail.com 0592-541762
Secretaris
Hans Domburg
0314-624177
Lid
In 2009 besloot UNESCO de Waddenzee aan te wijzen als natuurlijk werelderfgoed. Een kroon op het werk van de Waddenvereniging. Veel bezoekers zijn echter nog onbekend met de werelderfgoedstatus. Daarom organiseert de Waddenvereniging deze zomer een grote campagne om zo veel mogelijk mensen kennis te laten maken met de unieke waarden van het Werelderfgoed Waddenzee. Meer hierover in het volgende nummer.
Ook in het nieuwe jaar gaat u voor nieuws, acties en verenigingszaken naar www.waddenvereniging.nl
• Trouwen op de Waddenzee
• Het leukste weekendje naar de eilanden
• Fryske gastvrijheid en heerlijke streekproducten uit eigen kombuis www.iselmar.info
Bel voor gratis brochure Tel. 030-2302503 - www.stapreizen.nl Specialist in wandelvakanties
10% vakantiekorting* bij waddenpark Avanti op Texel
• natuurrijke tochten op Oostwad en Lauwersmeer
• excursiereizen Rottumeroog
Italië, Griekenland, Spanje, Frankrijk en Portugal Nieuwe bestemmingen in het najaar: Kroatië, Turkije, Centraal Portugal
met uitzicht op Utopia en gelegen op 500 meter afstand van de Waddenzee
*muv schoolvakanties code wbww12 geldig t/m 1 dec. 2013 www.waddenparkavantitexel.nl
• Hotel Engelsmanplaat, droogvallen en overnachten
• logies aan boord in Dokkumer Nieuwe Zijlen sfeervol schip in een prachtig decor...