WADDEN magazine winter 2014 - jaargang 50

Page 1


WADDEN

Natuurbeschermers

Bijna 50 jaar op de bres

Rottumeroog Koninkrijk van wind en water MAGAZINE OVER HET

Successen van het wad

Eendenmosselen en meer Wadgidsen over hun lievelingsdieren

Verjaardag

Vrijdag 17 oktober 2014. Een gewone dag in Harlingen. De collega’s werken aan hun dossiers over de zoutwinning, de Eems en het aanstaande akkoord over de garnalenvisserij. De laatste nieuwtjes over het waddengebied worden op de website gezet en de administratie bijgewerkt. Tijdens een ommetje in de middagpauze kom ik langs Hotel Zeezicht. Ik realiseer me dat hier, precies 49 jaar geleden, vijftien wadliefhebbers bijeen kwamen, de Landelijke Vereniging tot Behoud van de Waddenzee oprichtten en dat de Waddenvereniging nu haar vijftigste levensjaar is ingegaan. Natuurlijk zijn de voorbereidingen voor de viering van het halve eeuwfeest al in volle gang. In dit nummer nemen we alvast een voorschot op het jubileumjaar. We nemen de lezer mee terug naar begin jaren zestig. Hoe zag het waddengebied er toen uit? Wat was de stand van de wetenschap en wat is er in de loop der tijd veranderd? We stellen schrijver en journalist Kester Freriks voor, die een boek schrijft over de geschiedenis van de Waddenvereniging dat we volgend jaar publiceren. En natuurlijk komen de trouwe vrijwilligers van de Waddenvereniging aan het woord. Zij geven hun persoonlijke top vijf van favoriete waddenbeesten. Ten slotte hopen we ook op veel verhalen en foto’s van al die mensen die de afgelopen jaren, vaak belangeloos, hebben bijgedragen aan het werk van de Waddenvereniging. Hiermee willen we op de website onze geschiedenis gaan inkleuren. Doet u mee?

Hans Revier

Inhoud

Nog

even,

dan bestaat de Waddenvereniging 50 jaar

06 10 18 38

04 Schrijver Kester Freriks Werkt aan een jubileumboek voor de Waddenvereniging

06 Hetzelfde, maar anders

De grijze zeehond is terug en Rottumeroog wandelt

10 Bijna 50 jaar

Over de geboorte van de Waddenvereniging en vier natuurvisies op de toekomst

18 Vallende sterns

Wetenschappers op het wad waren 50 jaar terug zeldzaam

30 Andere tijden

Deel uw foto’s en verhalen van vroeger

32 Leden werven leden

Maak een waddenfan lid

34 Onze toppers

De 5 lievelingsbeesten van de gidsen op het wad

38 Passie voor het wad Gerard Cadée over zaden en vruchten in zee

RUBRIEKEN

17 Waddenshoppen

22 Column Arjan Berkhuysen Lief en leed bij de veerboot

23 Wad4U Kokmeeuw met een koptelefoon

27 Deining Actie, actualiteit en nieuws

42 Geniet Wad Boeken, kunst, eten, apps, uittips en meer

46 Wad ‘n Werk

Het gerookte zout van Het Olde Ambaecht

47 Colofon

‘Ik geef

‘Nergens anders in Nederland heb je zulke overweldigende vergezichten als op de Wadden’

Kester Maria Freriks wordt op 24 oktober 1954 geboren in Jakarta, Indonesië. In 1958 keert de familie terug naar Nederland. Kester brengt zijn jeugd door in Zandvoort, Groningen en later ook in Almelo. In 1974 begint hij aan de studie Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en specialiseert zich in de literatuur- en theaterwetenschap. Vanaf 1981 schrijft Kester Freriks toneelrecensies, beschouwingen, reportages, natuurscènes en reisverhalen voor NRC Handelsblad. In de loop der jaren heeft Freriks een omvangrijke bibliografie opgebouwd.

het wad een stem’

De Waddenvereniging

bestaat in 2015 vijftig jaar. Ter ere van dit jubileum schrijft Kester

Freriks een boek over de Waddenvereniging. ‘Ik probeer de Wadden leesbaar te maken.’

Kester Freriks is geboren in Indonesië en als kind naar Nederland verhuisd. In zijn jeugd verruilde hij het platteland van Groningen voor dat van Twente. Struinend door de weilanden laafde hij zijn zintuigen aan de natuur om hem heen. ‘Ik herinner mij dat ik toen al besefte: dit is mijn echte plek, in mijn eentje in de wildernis, kijkend naar vogels en de natuur rondom. Ik las veel in natuuren vogelboeken, ook dat was belangrijk voor me. Het lag voor de hand dat ik biologie zou gaan studeren, maar ik ben helemaal niet goed in scheikunde.’ Freriks werd Neerlandicus. Nu schrijft hij over natuur. ‘Al gauw na het verschijnen van mijn eerste eigen boek kreeg ik een rubriek in NRC Handelsblad en daarna verschenen nog een aantal natuurboeken van mijn hand.’ Het opkomen van de zon, het komen en gaan van vogelsoorten, de jaargetijden, voor Freriks is het pure poëzie. ‘Als ik een dijk op loop en een schitterend landschap zie, dan

is die sensatie voor mij meer literair dan biologisch. Ik wil zo’n vergezicht omschrijven met de mooiste woorden.’

Verhevigde wildernis

Freriks publiceerde in 2010 het boek Verborgen Wildernis. ‘Dat gaat over de plekken in ons aangeharkte Nederland waar je nog daadwerkelijk de wildernis van de natuur kunt ervaren. Op de Wadden kom je een soort van verhevigde wildernis tegen. Alles wat je onder wildernis kunt verstaan, is daar in sterkere mate aanwezig.’ Freriks legt uit dat juist dat voor hem het waddengebied zo interessant maakt en dat hij eindeloos kan vertellen over de schitterende vergezichten. ‘Die heb je nergens anders in Nederland op zo’n overweldigende manier.’

De Waddenvereniging bestaat in 2015 vijftig jaar. Ter ere van dit jubileum schrijft Kester Freriks een boek over de Waddenvereniging. ‘Vanaf mijn zestiende kwam ik al met mijn ouders op Terschelling. Ze gaven me ooit dat grote boek over de Waddenzee van Jan Abrahamse. Sindsdien ben ik mijn hele leven lang met regelmaat op alle eilanden geweest. Op Terschelling zo vaak dat ik elke uithoek ken: elk kweldertje en elk stuk bos, waar ik ook menige Oerol-voorstelling heb gezien.’ Freriks vertelt dat het jubileumboek drie fases beschrijft. ‘In het eerste deel worden de bedreigingen voor het waddengebied

omschreven, het middendeel gaat over de strijd rondom het behoud van het wad en in de laatste fase besteed ik aandacht aan de triomfen: de werelderfgoedstatus en dat het gebied zijn ongereptheid toch grotendeels heeft behouden.’

Het landschap krijgt een stem

Freriks heeft al veel anekdotes verzameld tijdens het speurwerk. ‘Het boterde in het begin helemaal niet tussen de eilanders en de Waddenvereniging. Ik heb af en toe citaten gelezen, ongelofelijk! Heel erg fel. Dat vond ik interessant, dus dat komt ook aan de orde.’ Wat Freriks graag wil uitdragen, is dat het noodzakelijk is dat er organisaties zoals de Waddenvereniging bestaan die opkomen voor het gebied. ‘Het landschap heeft geen stem, kan niets anders doen dan daar zijn. Het utiliteitsprincipe - een landschap moet nuttig zijn - heeft eeuwenlang onze ervaringen en onze visie op het landschap bepaald. Het was en is bittere noodzaak dat de Waddenvereniging het gebied een stem geeft. Met dit boek wil ik de Wadden ook ‘leesbaar’ maken door de lezer oude kaarten te tonen. Als je weet hoe het er vroeger uitzag, begrijp je ook meer van de huidige status. Ik hoop dat de mensen meer belezen in het rond zullen kijken en wanneer zij op de boot zitten, beseffen dat het een kwetsbaar, maar vooral belangrijk gebied is.’

Landschap met trekken van een kameleon

Al

eeuwenlang vormen wind en water het landschap van de Waddenzee.

De afgelopen vijftig jaar drukte de moderne samenleving weliswaar een groot stempel op het waddengebied, maar natuurlijke processen hielden de overhand.

Zo bleef het eiland Rottumeroog aan de wandel en keerde de grijze zeehond terug.

TEKST: HANS REVIER

Het jaar 1964 heeft een prachtige zomer. Op de eerste zaterdag van de bouwvakvakantie maken 7.500 badgasten de oversteek naar Terschelling en Vlieland. In die zomer vervoeren de veerdiensten ruim 20.000 passagiers naar de vier Friese Waddeneilanden. Door het warme zeewater explodeert de garnalenstand. Op de afslag worden grote hoeveelheden garnalen doorgedraaid. Opmerkelijk veel jonge zeehondjes spoelen aan. Men vermoedt dat ze hun moeder zijn kwijtgeraakt, opgeschrikt door seismisch onderzoek met behulp van dynamiet. In Noordwest-Friesland start Rijkswaterstaat met het op deltahoogte brengen van de zeedijken. Er gaan geruchten dat particulieren de aanleg van een dam met autoweg naar Ameland willen financieren. Rijkswaterstaat ontkent en verwijst naar de besluitvorming die nog moet plaatsvinden over

de gedeeltelijke inpoldering van de Waddenzee.

Moderne tijden

Begin jaren zestig zijn er grote veranderingen op komst aan de randen van de Waddenzee. In 1969 wordt de Lauwerszee afgesloten. Een jaar later begint de bouw van de Eemshaven en vestigen chemische bedrijven zich bij Delfzijl. In 1978 opent minister van Economische Zaken, Gijs van Aardenne, de industriehaven van Harlingen. Nieuwe bouwwerken veranderen het silhouet van de waddenkust. De buitendijkse werf en later de zoutfabriek bij Harlingen, de spuisluizen van Lauwersoog, de energiecentrales en de windmolens op het terrein van de Eemshaven en het industriële complex van Delfzijl zijn van verre zichtbaar vanaf de Waddenzee en vormen nieuwe herkenningspunten. Op

de eilanden is de groei van het toerisme de belangrijkste drijfveer voor veranderingen. Nieuwe hotels worden gebouwd, jachthavens gemoderniseerd en eenvoudige kampeerterreinen maken plaats voor bungalowparken.

Eiland aan de wandel

In 1965 komt een einde aan de permanente bewoning van Rottumeroog. De laatste voogd van Rottum, Jan Toxopeus, gaat dan met pensioen. Sinds 1738 zijn diverse voogden verantwoordelijk geweest voor het beheer van dit onstuimige stukje Waddenzee. Hier is de kracht van de natuur allesoverheersend. Voortdurend zijn zand en water in beweging en door afkalving en aangroei ‘wandelt’ het eiland naar het oosten. De woning van de voogd moet zes keer naar het oosten verplaatst worden om niet ten prooi te vallen aan de golven.

>

Het onbewoonde eilandje Rottumeroog is het icoon van een zich zo natuurlijk mogelijk ontwikkelende Waddenzee.

Meest recente bodemligging

Door afslag aan de westkant en aangroei aan de oostkant ‘wandelt’ Rottumeroog langzaam richting Duitsland.

Door het planten van helm, het plaatsen van stuifschermen, het storten van puin en het bedekken met gobi-matten (matten van kunststof, verzwaard met beton) proberen de voogd en later de medewerkers van Rijkswaterstaat de natuur in hun greep te krijgen. In 1950 starten ze ook met de aanleg van een stuifdijk. In navolging van de andere Waddeneilanden wordt al vooruitgelopen op de inpoldering van de Waddenzee.

Protest op Rottumeroog

Medio jaren tachtig waait - onder invloed van het natuurbeschermingsbeleid voor de Waddenzee, waarin het ongestoord verloop van natuurlijke processen centraal staat - een andere wind door Rijkswaterstaat. Men besluit Rottumeroog niet langer actief te beheren. Niet iedereen is het eens met dit besluit. In 1991 bezet de kleinzoon van de laatste voogd van Rottumeroog, Klaas Toxopeus, het eiland en genereert veel publiciteit voor het mogelijk verdwijnen van dit iconische eiland. Na veel overleg wordt uiteindelijk een beheerscommissie ingesteld en kleinschalige kustbescher-

ming, zoals het neerzetten van stuifschermen, toegestaan. Dit biedt echter geen soelaas tegen de enorme krachten van de natuur en in 2002 wordt al het beheer gestaakt. In de jaren daarna veroorzaken flinke stormen heel wat afslag, maar de overheersende mening is dat Rottumeroog nog wel een tijdje zal blijven bestaan.

Mosselbanken verdwijnen

Vergeleken met de ontwikkelingen aan de rand vinden in de Waddenzee nauwelijks onomkeerbare ingrepen plaats. Natuurlijke processen krijgen zelfs een beetje meer ruimte, zoals uit de geschiedenis van Rottumeroog blijkt. Het zijn voornamelijk invloeden van buitenaf die het landschap van de waddennatuur veranderen. De lozing van bestrijdingsmiddelen eist zijn tol onder de vogelbevolking en gifstoffen als PCB’s decimeren het aantal zeehonden. Maar als het water weer schoner wordt, nemen de aantallen weer toe. Mede dankzij het jachtverbod keert zelfs de grijze zeehond terug in de Nederlandse Waddenzee (zie kader).

Een andere opvallende verandering in de Waddenzee is het verdwijnen van de natuurlijke mosselbanken begin jaren negentig. Vooral de te intensieve visserij is hier verantwoordelijk voor. Na veel discussies en juridische procedures worden vissers en natuurbeschermers het uiteindelijk eens over verduurzaming van de mosselvisserij, waarbij de mosselbanken zo veel mogelijk ontzien worden. Dat werpt zijn vruchten af: de mosselbanken herstellen zich, juist op die plekken waar ze van nature altijd al voorkwamen. Inmiddels heeft zich wel een nieuwe schelpdiersoort tussen de mosselen gevestigd: de Japanse oester. Vanaf eind jaren negentig heeft deze oestersoort, ooit in Nederland ingevoerd als alternatief voor de inheemse platte oester, de gehele Waddenzee gekoloniseerd. Samen met de mosselen vormen ze nu schelpdierbanken waar allerlei andere waddieren zich prima thuis voelen. Als de kwaliteit van het water goed is en de natuurlijke processen niet al te veel worden verstoord, dan weet de natuur van het wad zichzelf heel goed te redden.

Grijze zeehond is terug

De grijze zeehond was sinds de middeleeuwen uit Nederland verdwenen. In de jaren tachtig herstelde de populatie in de Waddenzee zich spectaculair. In 2012 werden er maar liefst 3062 grijze zeehonden geteld.

350 kilo

De grijze zeehond is in de Waddenzee minder talrijk dan de gewone zeehond, waarvan er circa 7.500 zijn. De grijze zeehond is groter en zwaarder. Volwassen mannetjes kunnen een gewicht van 350 kilo bereiken en hebben een opmerkelijk lange snuit. Krijgt de gewone zeehond jongen in mei en juni, de grijze zeehond werpt zijn pups midden in de winter. De pups hebben een opvallend witte vacht en blijven gemiddeld 28 dagen op het droge, voordat ze zich in het water wagen. De jongen van de gewone zeehond daarentegen, kunnen na de geboorte al bij de eerste vloed met de moeder mee. In de Noordzee leven de meeste grijze zeehonden rond de Schotse eilanden, langs de Britse kust en bij Cornwall. Hier leeft ongeveer 40 procent van alle grijze zeehonden van de wereld en 95 procent van alle grijze zeehonden van Europa.

De ontwikkeling van nieuwe havens en aan havens gebonden industrie veranderde het landschap van de waddenkust aanzienlijk.

412 pups

Uit gevonden botresten in terpen is af te leiden dat de grijze zeehond vroeger algemeen voorkwam in het waddengebied. Omdat de pas geboren jongen aan land blijven, waren ze een makkelijke prooi voor jagers. Omstreeks de zesde eeuw verdween de grijze zeehond uit het waddengebied en grote delen van de Noordzee. Alleen op een paar afgelegen plekken in Groot-Brittannië kon de grijze zeehond zich handhaven. Toen daar in 1914 een jachtverbod werd ingesteld, namen de aantallen toe en bevolkte de grijze zeehond ook weer andere kustgebieden. In 1980 ontstond de eerste kolonie op zandplaat de Richel, waar in 1985 de eerste pup is geboren. Vanaf 1985 zijn de aantallen grijze zeehonden precies bijgehouden. In 2012 telden de onderzoekers er 3062, waaronder 412 pups. Deze sterke groei kan alleen verklaard worden uit immigratie van grijze zeehonden uit GrootBrittannië. Naar schatting komt 35 procent van de jaarlijkse groei van de Waddenzeepopulatie door Britse dieren die op jonge leeftijd naar de Waddenzee migreren.

In de Waddenzee vinden nauwelijks onomkeerbare veranderingen plaats

1.000 km zwemmen

Uit de jaarlijkse tellingen blijkt dat tijdens de rui in het voorjaar en tijdens het zomerseizoen meer volwassen grijze zeehonden in het gebied verblijven dan je, op basis van de aantallen vrouwtjes die hier een pup krijgen, zou verwachten. Dit duidt op tijdelijke bezoekers, zogenaamde toeristen, die het gebied alleen in de zomer of het voorjaar bezoeken, maar hun pup elders ter wereld brengen. Dat grijze zeehonden grote afstanden kunnen zwemmen, blijkt ook uit gegevens van gezenderde zeehonden. Vier zeehonden die in 2005 met behulp van een satelliet werden gevolgd, bleken in de zomer vanuit de Waddenzee over te steken naar Groot-Brittannië. Twee daarvan bereikten zelfs de Orkney-eilanden, een tocht van bijna 1.000 kilometer. In de winter zochten ze weer de vertrouwde zandbank op langs de vaargeul naar Vlieland.

Bijna 50 jaar op de bres

Met een blik op het verleden nadenken over de toekomst van het wad, zo wil de Waddenvereniging in 2015 haar 50-jarig jubileum vieren. Met de duizenden vrijwilligers, bestuursleden en oud-medewerkers terugkijken op de successen uit het verleden, maar vooral de jeugd laten kennismaken met de unieke waddennatuur en samen met gebruikers en bewoners gaan werken aan een mooiere en grotere Waddenzee. Na een snelle duik in de geschiedenis van de Waddenvereniging neemt hoofdredacteur Hans Revier alvast een voorschot op deze discussie.

Op de ledenvergaderingen van de Waddenvereniging waren Kamerleden en ministers vaak een vaste gast.

Bijna 50 jaar op de bres

Het is nu moeilijk voor te stellen, maar in de jaren zestig van de vorige eeuw liggen op verschillende tekentafels plannen om grote dan wel kleine delen van de Waddenzee in te polderen. In veel ogen is het wad een nutteloos gebied dat, net als andere delen van Nederland, ten dienste van de economische ontwikkeling moet komen te staan. Het meest concreet is het dammenplan om Ameland met twee dijken met het vasteland van Friesland te verbinden. Maar ook de inpoldering van het Balgzand bij Den Helder en de aanleg van een kanaal door de Dollard-kwelders staan op de agenda. Bovendien fungeert

de Waddenzee als afvalput voor de Nederlandse en Europese industrie. Via de grote rivieren, en niet te vergeten afvalwaterleidingen in Groningen, komen dagelijks vele tonnen gifstoffen op het wad terecht. Geen wonder dat het initiatief van Kees Wevers in 1965 om een vereniging tot behoud van de Waddenzee op te richten op veel sympathie kan rekenen.

Wees wijs

Het zijn vooral wadliefhebbers, die op 17 oktober 1965 in Harlingen bijeenkomen en de Waddenvereniging oprichten. De jonge vereniging richt zich in de eerste plaats op het vergroten van de belangstelling voor de unieke natuur en het landschap van de Waddenzee. Daarnaast probeert men de politieke besluitvorming in Nederland te beïnvloeden met op wetenschappelijke feiten gestoelde argumenten. Niet in de laatste plaats door de inzet van honderden vrijwilligers, die met de slogan ‘Wees wijs met de Waddenzee’ op de veerboten naar de eilanden leden werven, groeit de

vereniging als kool. De toenemende aandacht voor de bedreigingen van de waddennatuur vindt zijn weerklank in politiek Den Haag. Kamerleden en ministers zijn vaste gast op de jaarvergaderingen van de Waddenvereniging. De plannen voor inpolderingen worden uitgesteld en in 1974 adviseert een zware commissie aan de regering daarvan definitief af te zien en de Waddenzee voortaan als natuurgebied te beschermen.

Actie & lobby

Het duurt tot 1981, als kabinet en Kamer de Planologische Kernbeslissing Waddenzee vaststellen, voordat dit advies wordt omgezet in beleid. Toch blijven grote dossiers de aandacht vragen van de Waddenvereniging. Vanaf 1972 vindt voortdurend discussie plaats over het al dan niet naar gas boren in de Waddenzee. De voorgenomen inpoldering van de kwelders bij Noord-Friesland buitendijks weet de vereniging in 1987 te keren. Acties tegen de watervervuiling beginnen pas begin jaren negentig hun vruchten af te

Vrijwilligers van de Waddenvereniging werken aan het herstel van de zeegrasvelden in de Waddenzee.

werpen. De vereniging vaart dan een wat meer ideologische koers, onder invloed van de milieubeweging die in de jaren zeventig in Nederland tot volle wasdom komt. Publieksacties, juridische procedures en politieke lobby zijn inmiddels het handelsmerk van de Waddenvereniging. Eind jaren negentig wint de Waddenvereniging juridische procedures tegen vergunningen voor proefboringen in de Waddenzee en weet een grote Kamermeerderheid te mobiliseren tegen gaswinning in de Waddenzee. En daarnaast blijven vele vrijwilligers actief die overal in het land voorlichting geven en op de eilanden tijdens excursies grote aantallen toeristen laten kennismaken met de unieke waarden van de Waddenzee.

Polderen heeft succes

De successen hebben wel een keerzijde. Door het ontstaan van een nationaal en internationaal natuurbeschermingsbeleid voor ‘hun’ gebied, voelen bewoners en gebruikers van het gebied zich beknot in hun activiteiten en ontwikkelingsmo-

gelijkheden. Bovendien herkennen zij zich vaak niet in het predicaat ‘laatste wildernis’ dat door natuurbeschermend Nederland aan de Waddenzee wordt gegeven. Dit spanningsveld culmineert begin deze eeuw in een emotionele discussie op nationaal niveau over de voorgenomen gaswinning en beperkingen van de (schelpdier)visserij. Is het ‘handen af van de Waddenzee’ of sta je binnen bepaalde grenzen ook economische activiteiten toe? Nederlands polderen leidt tot een doorbraak, waarbij de overheid onder voorwaarden gaswinning toestaat, een proces van verduurzaming van de visserij wordt ingezet en het Waddenfonds stevige investeringen in de ecologische en economische vooruitgang van het gebied mogelijk maakt. Bewoners, gebruikers en natuurbeschermers weten elkaar steeds beter te vinden. Het verlenen van de werelderfgoedstatus in 2009 markeert de nieuwe fase in de historie van de waddenbescherming. Het knokken tegen bedreigingen maakt langzaam plaats voor samen werken aan herstel.

Dat de Waddenzee nog steeds bestaat, is misschien wel het grootste succes van de Waddenvereniging.

Bijna

50 jaar op de bres

Er is grote eensgezindheid ontstaan over het belang van de Waddenzee als natuurgebied. Niemand haalt het nog in zijn hoofd om voor te stellen grote delen in te polderen, zeehonden te bejagen of afvalstoffen te lozen. Maar

hoe ziet de toekomst van de Waddenzee er uit?

Het antwoord hangt af van van je visie op de natuur, hoe je de natuur wilt beleven en gebruiken.

De in 2010 door het

Planbureau voor de Leefomgeving geformuleerde kijkrichtingen voor de toekomst van natuur en landschap in Nederland bieden een handvat.

Vitale natuur of wildernisnatuur?

In deze kijkrichting staat de intrinsieke waarde van de natuur centraal: natuur om de natuur. Behoud en beheer vindt zo natuurlijk mogelijk en met zo min mogelijk ingrijpen plaats. Natuurlijke processen krijgen alle ruimte en zorgen voor een optimale verscheidenheid aan soorten planten en dieren (biodiversiteit).

Het nut van de natuur is daarbij van ondergeschikt belang. Recreatie bijvoorbeeld is wel mogelijk, maar komt op de tweede plaats. Lange tijd was dit beeld overheersend in de discussies over de Waddenzee en lag ten grondslag aan de

Het behoud van de Waddenzee staat niet meer ter discussie

Beleefbare natuur

beslissing om in bepaalde delen van de Waddenzee, zoals Rottumeroog en de punten van de eilanden, de natuur haar gang te laten gaan. Maar verregaande maatregelen zijn nodig om de toekomst van de Waddenzee te laten beantwoorden aan deze kijkrichting. Dijken zullen moeten worden teruggelegd om natuurlijke overgangen tussen land en water te creëren. Alleen visserijactiviteiten die geen negatief effect hebben, kunnen nog plaatsvinden en actief ingrijpen om bijvoorbeeld mosselbanken of zeegrasvelden te herstellen blijft achterwege.

De natuur van het wad vormt steeds vaker het decor voor allerlei recreatieve activiteiten, zoals kitesurfen.

Natuur is er vooral om van te genieten. Ze is er in de eerste plaats voor de recreatieve mens. Het gaat er dus niet om de biodiversiteit zo hoog mogelijk te maken. Natuurgebieden zijn goed bereikbaar, vrij toegankelijk en bieden de mogelijkheid voor allerlei vormen van recreatie. Voor zover dat belangrijk is voor de recreatie en de beleving wordt de kwaliteit van de natuur verbeterd. De laatste jaren zijn in het waddengebied ontwikkelingen waar te nemen die in overeenstemming zijn met deze kijkrichting. Een mooi voorbeeld is het convenant dat is afgesloten over de watersport in de Waddenzee, waarin de beleving van de natuur centraal staat en zo min mogelijk regels worden opgelegd. De Waddenzee dient steeds vaker als decor voor recreatieve activiteiten als kitesurfen, kajaktochten en niet te vergeten het droogvallen en wadlopen. De aanleg van wandelpaden in kweldergebieden, het zo min mogelijk sluiten van gebieden en het toestaan van wildkamperen op zandplaten zijn mogelijke toekomstige ontwikkelingen die hierin passen.

HENK POSTMA

Functionele natuur

In deze kijkrichting staat de mens centraal. De natuur levert diensten aan de mens. Sterker nog, de mens wordt gezien als onderdeel van de natuur en kan niet zonder de natuur en haar diensten. Volledige natuurlijkheid, bescherming van soorten of biodiversiteit zijn geen doel op zich. Vooral in de discussies over de kustverdediging zien we deze kijkrichting terug. Kwelders en landaanwinningswerken zijn naast belangrijke natuurgebieden ook structuren die de golfwerking dempen en bijdragen aan de veiligheid van de Nederlandse kust. Ook het belang dat wordt toegeschreven aan mosselbanken en zeegrasvelden, die door het vasthouden van zand en slib bijdragen aan het meegroeien van de Waddenzee met de zeespiegelstijging, is terug te voeren op deze kijkrichting. Grootschalig ingrijpen om deze nuttige functies ook in de toekomst te behouden passen hierbij.

Inpasbare natuur

Natuur is belangrijk, maar mens en economie zijn belangrijker. Natuurlijke processen die voor overlast zorgen, zoals overstromingen of het voorkomen van ongewenste diersoorten, proberen we in de greep te krijgen. Natuur kan tegen een stootje en we hoeven daar niet al te voorzichtig mee om te springen. Dit geldt zeker voor de robuuste

Kwelders en landaanwinningswerken zijn niet alleen belangrijke natuurgebieden. Ze zijn door hun golfdempende werking ook erg belangrijk voor de kustverdediging.

dynamische natuur van de Waddenzee. Recente initiatieven in het waddengebied, zoals de voorgenomen zoutwinning en de verruiming van de vaargeul naar de Eemshaven, passen binnen dit natuurbeeld. Mogelijke andere ontwikkelingen zijn het vastleggen van al te dynamische duingebieden en eilanden, intensivering van de visserijactiviteiten en het winnen van zand, zout en gas.

Natuurlijk zijn deze kijkrichtingen een schematische versimpeling van de werkelijkheid. Maar bij een discussie over de toekomst van de Waddenzee is het zaak je te realiseren dat er verschillende visies op de natuur van het wad bestaan. Elementen daaruit kunnen vorm geven aan een toekomstvisie die door natuurbeschermers, bewoners en gebruikers gedragen wordt. Een mooie uitdaging voor de Waddenvereniging om in haar jubileumjaar daar een aanzet voor te geven.

WADDENWEBSHOP

KOOP IN DE WADDENWEBSHOP EN STEUN DE WADDENVERENIGING

1. Macpac Kahu 18 liter

Dames- en heren model in diverse kleuren

€ 74,95

2. Solitaire

Van bamboe, leuk voor de winteravond!

• Niet-leden € 7,95

• Leden € 5,95

3. Dames- en heren jubileum visserstrui Harlingen

Mix van lamswol en recycled denim

• Niet-leden € 119,95

• Leden € 99,-

4. Unisex Blue LOOP

Originals sjaal

Mix van lamswol en recycled denim

€ 39,95

5. Unisex Blue LOOP

Originals muts

Mix van lamswol en recycled denim

€ 29,95

6. Waddenzeekalender 2015

Met GRATIS verjaardagskalender

• Niet-leden € 18,50

• Leden € 15,50

Op Texel vielen grote sterns en visdiefjes zomaar uit de lucht, om niet lang daarna te sterven

Jaar van de vallende sterns

Vijftig jaar geleden stond het ecologisch onderzoek in de Waddenzee nog in de kinderschoenen. Gelukkig ontdekten onderzoekers al wel de verwoestende effecten van landbouwgiffen op de waddennatuur. Het milieubewustzijn en aandacht voor de natuur van de Waddenzee kregen langzaam aan voet aan de grond.

Een klein bericht was het, op pagina twee van het Nieuwsblad van het Noorden van 15 april 1964, dat het overlijden van de Amerikaanse biologe Rachel Carson de dag daarvoor meldde. Carson opende de ogen van de wereld voor de keerzijde van de chemische wondermiddelen die na de Tweede Wereldoorlog massaal werden ingezet tegen plaaginsecten, schimmels en onkruid in de landbouw. DDT werd, naast dieldrin, aldrin, endrin, isodrin (‘drins’) en parathion met kilo’s tegelijk per hectare over landbouwgrond gestrooid, als poeder over voedselgewassen gestoven of opgelost in olie uit vliegtuigen gesproeid. De moderne landbouw zegevierde met recordoogsten. Carson beschreef in 1962 in een voor het grote publiek bedoeld boek, waarvan de Nederlandse vertaling Dode Lente vlak voor haar dood verscheen, hoe onderzoek aantoonde dat gechloreerde koolwaterstoffen als DDT en drins nauwelijks worden afgebroken en hardnekkig in de natuur blijven rondspoken. Vanuit landbouwgrond spoelt het in rivieren en meren, komt in algen en dierlijk plankton terecht en uiteindelijk in vissen en vogels. De

chemici die ons verzekerden dat de gebruikte doses landbouwgif volkomen veilig zijn voor de omringende natuur kregen ongelijk, want deze gifstoffen hopen zich op in de voedselketen.

Dode lente

Omdat algenetende waterdieren veel van de microscopisch kleine planten moeten eten, ‘stapelen’ zij de kleine hoeveelheden gif op in het lichaam. Roofdieren, die de plantenetende dieren eten, stapelen de gifstoffen verder op. In het vetweefsel van Amerikaanse futen (viseters) werden duizenden keren hogere concentraties gif gevonden dan in het water van de meren waarop zij leefden. Vissen en vogels stierven daardoor massaal. En de gechloreerde koolwaterstoffen doodden niet alleen ongewenste insecten en planten, maar ook de voor bestuiving van planten nuttige bijen en waterinsecten die worden gegeten door vissen. Carsons waarschuwing voor de onvermijdelijke ‘dode lente‘, die zou volgen wanneer de mens zou doorgaan met de natuur te vergiftigen, wakkerde in de Verenigde Staten voor het eerst het milieubewustzijn aan.

TEKST: MARCUS WERNER
Rachel Carson

Stervende sterns

In Nederland stond milieubescherming in 1964 nog niet erg hoog op de agenda. In de tekst van het overlijdensbericht voor Carson in het Nieuwsblad van het Noorden stond niets over de effecten van landbouwgif op de natuur, alleen over die op de volksgezondheid en werd Carsons boodschap controversieel genoemd.

Ook in Nederland luidde Dode Lente een ommekeer in. Rond 1960 waren in Nederland abnormale vogelsterftes gaan opvallen. Eind 1964 werd de ‘Commissie TNO voor onderzoek inzake Nevenwerkingen van Bestrijdingsmiddelen’ (CNB) opgericht,

Na de Tweede Wereldoorlog werden chemische wondermiddelen met kilo’s per hectare tegelijk ingezet tegen plaaginsecten, schimmels en onkruid in de landbouw

waarin verschillende onderzoeksinstituten de krachten bundelden in het onderzoek naar gifstoffen in de natuur. Met speciaal aangeschafte chemische analyse-apparatuur van het CNB werden hoge gehaltes dieldrin en DDE, een afbraakproduct van DDT, gemeten in het weefsel van tientallen dode roofvogels

en uilen. Voor het eerst werden ook stervende roofvogels waargenomen met de kenmerkende stuiptrekkingen en verkrampte kophouding van drinsvergiftiging. Drins zijn zenuwgiffen die dodelijke spiersamentrekkingen veroorzaken. Op Texel vielen grote sterns en visdiefjes zomaar uit de lucht, om niet lang daarna te sterven. In de levers en hersenen werden dieldrin, endrin en DEE aangetroffen. Verschillende veldonderzoeken werden gestart naar de doodsoorzaak van zee- en kustvogels, onder meer op het eilandje Griend. Op het eiland broedende grote sterns werden vergiftigd door drins en DDT, zo bleek, en door de hormoonachtige werking van de stoffen hadden hun eieren te dunne schalen die makkelijk braken, zoals ook bij roofvogels werd gezien. Ook in analyses van mosselen uit de Dollard en vissoorten van de kust als sprot, haring en zandspiering werden drins ontdekt. De oorzaak van de dramatische afnames in populaties visetende zee- en kustvogels, zoals die van de grote stern (van 40.000 paren in 1940 tot slechts 1600 in 1964) was gevonden. Mede door het werk van de CNB werden drins in 1968 verboden.

Beschrijvend zeeonderzoek

In Nederland was net als in andere Europese landen het zee-onderzoek al gestart aan het einde van de negentiende eeuw. Vanuit het Zoölogisch Station in Den Helder werd het zeeleven van de Noordzee en Waddenzee bestudeerd, maar daarbij ging het vooral om het verzamelen en beschrijven van soorten en onderzoek naar de verspreiding daarvan. Vaak was het onderzoek bedoeld om de voor visserij en schelpdierkweek belangrijke kennis te verzamelen. Het onderzoeksstation werd in 1957 om-

gedoopt tot Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en rond deze tijd begonnen ook de eerste onderzoeken naar de ecologie van vogels, vissen, schelpdieren, wormen en kreeftachtigen van de Waddenzee. Toch waren de wetenschappelijke publicaties in het eigen vakblad van het NIOZ in 1964 nog vooral beschrijvend, over het voorkomen van twee soorten grondels in de Waddenzee bijvoorbeeld. Het NIOZ-jaarverslag van dat jaar vermeldt onderzoek naar de trek van palinglarven, de bewegingen van garnalen over het wad en hoe mosselen hun voedsel uit het water filteren, naast studies van zandtransport langs de kust en de visvangsten in fuiken van het NIOZ.

Militairen op het wad

Het eerste speciaal aan het waddengebied gewijde publieksboek verscheen in 1964. Een teken dat de Wadden meer in de belangstelling raakten.

‘Ook al’, zoals de Wageningse hoogleraar natuurbeheer Mauk Mörzer Bruyns in die tijd verzuchtte over het publieke beeld van de Waddenzee, ‘zien vele Nederlanders haar slechts als een kustwater waar niet zo veel te beleven valt’. De kaft van Het Waddenboek, onder redactie van Jan Abrahamse, toonde twee op het drooggevallen wad geparkeerde militaire amfibievoertuigen, met op de voorgrond een mosselbank. Of het zo bedoeld was is de vraag, maar het gaf alvast een voorproef op de toekomstige omslag in de opvattingen over het waddengebied - van een handige plek voor militaire oefeningen naar natuurgebied. In Het Waddenboek staan hoofdstukken over visserij in de Waddenzee, vroegere bewoning op de kwelders, landaanwinning en de afsluiting van de Lauwerszee.

Een hoofdstuk gaat over zeilen op de Wadden. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan het seismische onderzoek naar gas en olie, dat in die tijd nog werd uitgevoerd met ronkende hovercrafts en explosieven. Na de ontdekking van de enorme Groningse gasbel, die tot onder de Waddenzee reikt, kreeg de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in 1963 het recht ook in de Waddenzee naar gas te boren. Protesten tegen de eventuele effecten op de waddennatuur waren er nog nauwelijks, laat staan onderzoek daarnaar. Al besteedde het eerste waddenboek weinig aandacht aan de waddennatuur zélf, het zette wel alvast twee menselijke activiteiten op de kaart die in conflict kwamen met die natuur. Want ook in 1964 merkten biologen dat de populaties eidereenden (mosseleters) in de westelijke Waddenzee instortten, terwijl die in het oostelijke deel bleven groeien. De mosselvisserij was in de westelijke Waddenzee altijd het intensiefst geweest en is dat nog steeds. Of eiders stierven door mosselvisserij, zou nog de vraag worden van vele onderzoeken en een belangrijk thema van de Waddenvereniging. Maar in 1964 was dat nog toekomstmuziek.

Via de voedselketen belandt landbouwgif uiteindelijk in vissen en vogels, zoals de zilvermeeuw.

Eidereend, vrouwtje

Deel mosselbank

‘Omhels het wad zoals je een geliefde omhelst en vier het verleden en de toekomst’, aldus Arjan Berkhuysen, directeur van de Waddenvereniging.

Ontmoeting aan de kade

Als je op Terschelling van de snelboot stapt is het nog een hele loop voor je echt op het eiland bent. Een lange rij hekken leidt je eerst nog zo’n honderd meter langs de kade. Dat levert vaak ontroerende taferelen op. Geliefden, kinderen, opa en oma, allerlei mensen staan al voor het hoge metalen hek bij de uitgang. ‘Papa!’ of ‘hoi oma!’ klinkt het dan, terwijl er vrolijk wordt gezwaaid vanachter het hek. En zodra er mensen worden herkend, begint iedereen ook naar elkaar te lachen.

Lange omhelzingen

Rond de weekeinden staat er vaak ook een hele familie een verlaat familielid op te wachten. Dan is er altijd wel een lolbroek bij die iets geks roept, waar de hele familie, inclusief het verlate familielid, extra hard om moet lachen. Vervolgens begint de lange tocht aan de rand van de kade, op weg naar de uitgang bij het grijze gebouw van Doeksen. Een dubbele rij hekken maakt fysiek contact onmogelijk. Geliefden lachen steels naar elkaar, tot degene op het eiland alvast vooruit fietst naar de uitgang. Kinderen blijven trouw meelopen, langs de metalen roosters, en vertellen onsamenhangende dingen die ze die dag hebben gedaan. En dan komt de uitgang

in zicht. Een flinke omhelzing volgt, om direct daarna weer tot de orde van de dag over te gaan. Geliefden blijven langer staan. Omhelzingen op de kade van Terschelling kunnen zo een paar minuten duren. Er wordt veel gelachen. Soms zie ik tranen. Dan voel ik mij geroerd en staat de tijd even stil. Ik ben geen fan van hekken, maar dat is dan een voordeel van zo’n lange route langs de kade.

Vier wat is gelukt

Volgend jaar vieren we ons jubileum. Ik zou graag zien dat de ontmoeting aan de kade van een eiland symbool kan staan voor onze viering. Waarbij we lachen als we elkaar weer zien, ook als er in het verleden wel eens woorden zijn geweest. Waarbij jong en oud elkaar opwachten met verhalen, die goed zijn voor begrip van het gebied en inspiratie bieden voor de toekomst. Waarbij we als wadliefhebbers weer herkennen wat ons bindt. Wat mij betreft zetten we de tijd even stil om iedereen te bedanken voor hun bijdrage aan het wad in de afgelopen vijftig jaren, om te vieren wat er is gelukt en om vooruit kijken wat we de komende vijftig jaren nog willen doen. En wellicht levert dat ook nog eens ontroerende taferelen op!

WAD4U WAD4U

HEB JE EEN VRAAG, OPMERKING, GOED IDEE? SCHRIJF, BEL OF MAIL NAAR: WADDENVERENIGING

POSTBUS 90, 8860 AB HARLINGEN TEL.: 0517-493693 E-MAIL: INFO@WADDENVERENIGING.NL

WIL JE DE DIGITALE JEUGDNIEUWSBRIEF ONTVANGEN? MAIL JE E-MAILADRES NAAR INFO@WADDENVERENIGING.NL

TEKST: JOJANNEKE DRIJVER

STIL ZITTEN

Spring jij op en neer of sla je stevig je armen om je heen om warm te blijven als het koud is? Veel dieren in de Waddenzee houden zich juist zo stil mogelijk als het koud is. Zeesterren bijvoorbeeld doen bijna helemaal niets meer in de winter. Zodra het

RUIM BAAN VOOR DE JEUGD! ALTIJD IN HET HART VAN HET WADDENMAGAZINE: VIER JEUGDPAGINA’S. DAT GEEFT JONGE (EN ÓÓK OUDERE) LEDEN DE KANS EVEN SNEL WADDENINFORMATIE TE TANKEN.

WINTERWADLOPEN

water het vriespunt bereikt, stoppen ze zelfs helemaal met eten. De mosselen zijn wel blij met die rustige zeesterren in de winter. Daardoor hebben kleine mosseltjes een veel grotere kans om de wintermaanden te overleven.

Brrr, winter. Veel dieren trekken weg en zij niet alleen. Mensen zijn er dan ook niet veel te zien in het waddengebied. Toch kun je juist dan iets heel bijzonders doen: wadlopen in een poollandschap. Het gebeurt niet elk jaar, maar soms bevriest het zoute water van de Waddenzee. En als er dan een laagje ijs en sneeuw op de wadplaten ligt, kun je een ijskoude tocht over het wad maken. Doe dat nooit alleen, maar altijd met een ervaren wadgids! Onderweg waan je je in een heel andere wereld met indrukwekkende ijsschotsen, die door de zee over elkaar heen zijn geduwd. Als je in de winter het wad op gaat, moet je je wel extra warm aankleden. Trek regenkleding aan en draag een paar stevige laarzen. Voor de meeste winterwadlooptochten moet je minstens tien jaar zijn om mee te mogen doen.

WAD4U WAD4U

WAD4U WAD4U

GRIJZE WINTERJASSEN

In de winter trekken veel wadvogels een andere jas aan. In de zomer dragen ze meer kleur dan in de winter. Van de laatste mode trekken ze zich niks aan. Hun winterjas is vooral praktisch. Met kleurloze veren vallen ze minder op tussen het winterwit. Saai is het wel al die grijze winterjassen!

ZWARTE BROEDER

De zwarte ruiter maakt het helemaal bont! Alleen in de broedtijd zijn ze zwart, maar dan zijn ze meestal niet in Nederland te vinden. In de winter, als ze in het Nederlandse waddengebied te zien zijn, is hun hele lijf lichtgrijs geworden. Tien procent van alle zwarte ruiters die op de wereld leven, gebruikt het waddengebied als tussenstop op reis naar hun overwinteringsgebieden in Zuid-Europa.

FLINKE ETERS

De kanoet is een echte strandloper van de Wadden. Ze zijn gek op de schelpdieren die ze hier in overvloed kunnen vinden. Elk jaar eten ze met z’n allen wel 1,4 miljoen kilo schelpdiervlees uit de Nederlandse wadbodem! In de zomer is hij heel goed te herkennen aan zijn mooie bruinoranje borst en buik. In de herfst krijgt de kanoet een grijs verenkleed.

KOPTELEFOONTJE

Deze vogel ken je vast wel: de kokmeeuw. Een heel andere jas krijgt hij niet, hij wisselt alleen van hoofddeksel. In de zomer hebben ze een zwart kapje op. In de winter blijven daar maar twee kleine zwarte puntjes van over. Het is dan net alsof de meeuw een koptelefoontje in heeft.

De Waddenvereniging praat u bij over acties en actuele zaken rond het behoud van het waddengebied. Vaker waddennieuws ontvangen? Meld u dan aan voor de gratis digitale nieuwsbrief via www.waddenvereniging.nl.

TEKST: JOSJE

FENS, WOUTER VAN DER HEIJ, ESTER KUPPEN, HANS REVIER, HERMAN VERHEIJ

Garnalenvisserij slinkt in

De kern van het eind oktober afgesloten VisWad-convenant is een stapsgewijze verkleining van de vloot van 89 garnalenkotters, waardoor er ruimte ontstaat om delen van de Waddenzee te sluiten voor deze slepende bodemvisserij. In 2015 wordt 6,5 procent van het visgebied van de garnalenkotters gesloten (de diepere delen van de Waddenzee). Over een periode van tien jaar wordt het gesloten gebied stapsgewijs uitgebreid als daar het aantal visvergunningen is verminderd. Om de stoppende vissers financieel te compenseren, wordt een beroep gedaan op het Waddenfonds en Europese middelen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt om blijvend te werken aan het verminderen van de bijvangst en het beroeren van de zeebodem. Door het invoeren van een ‘black box’ op alle garnalenkotters wordt een belangrijke stap gezet in het verbeteren van de controle en handhaving op zee. Via dit systeem kan altijd de locatie en het motorvermogen worden opgevraagd.

Nieuwe

Voor de overgang naar een duurzamere mosselvisserij, waarbij natuurlijke mosselbanken in de Waddenzee worden ontzien, zijn nieuwe afspraken gemaakt. Vastgelegd is dat in 2018 een aanvullende tien procent van de westelijke Waddenzee wordt gesloten voor de mosselzaadvisserij. Het verlies aan mosselzaad wordt gecompenseerd door het vergroten van de gebieden waar met mosselzaadinvanginstallaties gewerkt mag worden. Dat is goed voor de mosselvisserij en goed voor de waddennatuur. Onderdeel van de afspraken was

ook het investeren in natuurherstel van de Waddenzee. Hier werkt het Programma Rijke Waddenzee aan, dat nu ook officieel tot en met 2018 kan worden voortgezet. ‘Een goede zaak’, zegt Arjan Berkhuysen, directeur van de Waddenvereniging. ‘Zo zie je dat vissers en natuurbeschermers gewoon afspraken kunnen maken en samenwerken. Dat gaat niet altijd even makkelijk, af en toe begrepen we niets van elkaar, maar na voldoende overleg kom je er dan toch uit.’

MERLIJN TORENSMA

Win geen zout onder het wad

Het bedrijf Frisia Zout heeft een natuurbeschermingswetvergunning gekregen voor zoutwinning onder de Waddenzee, ongeveer 3 kilometer uit de kust bij Harlingen. De Waddenvereniging heeft samen met Natuurmonumenten en Vogelbescherming bezwaar gemaakt tegen deze zoutwinning. Het is niet uit te leggen dat er zout gewonnen gaat worden onder een kwetsbaar natuurgebied. Er ligt een prima bruikbare zoutlaag onder een groot deel van Europa. Sterker nog, in de Eems wordt zout afvalwater geloosd dat is ontstaan bij het uitspoelen van opslagreservoirs in deze zoutlaag. Zo komt de natuur dubbel onder druk te staan, terwijl dit geloosde zout ook gewoon gebruikt zou

kunnen worden!

De Waddenvereniging maakt zich ernstige zorgen over de effecten van de zoutwinning. De winning moet plaatsvinden vlak bij de Ballastplaat, ten noorden van HarIingen. Deze wadplaat is heel rijk aan voedsel en essentieel voor bijvoorbeeld een groot deel van de kanoetstrandlopers om te overleven. Daalt de bodem, dan staat deze wadplaat langer onder water en hebben vogels minder tijd om voedsel te zoeken. Daarnaast krijgen de eilanden mogelijk te maken met meer zandafslag. Immers, de door de zoutwinning veroorzaakte bodemdaling moet weer opgevuld worden. Al deze effecten zijn bij de vergunningverlening onvoldoende onderzocht.

2540 verjaardagskaartjes

Via foutzout.nl riep de Waddenvereniging mensen op verjaardagskaartjes te sturen naar K+S, het moederbedrijf van Frisia Zout. K+S bestond 3 oktober 125 jaar. Maar liefst 2540 wadliefhebbers vulden een kaartje in en vroegen K+S om als verjaardagscadeau de Waddenzee terug te geven aan de natuur en de zoutwinning tegen te houden. Op het verjaardagscongres van K+S bezorgden we een taart met een brief waarin zeven Nederlandse, Duitse en Belgische natuurorganisaties deze boodschap nog eens onderstreepten.

Liever goed zout

Om een goed alternatief te bieden voor het foute zout van Frisia én om geld op te halen voor de juridische procedure tegen de zoutwinning, heeft de Waddenvereniging ‘goed zout’ geïntroduceerd. In de webwinkel van de Waddenvereniging en op goedzout.nl kan een zoutmolen of een zoutzakje met handgeoogst Sel gris de Guérande (zeezout) uit Bretagne besteld worden. Het zout is beschikbaar gesteld door Het Olde Ambaecht op Terschelling(zie ook pagina 46).

Een kleed van korrels

In de herfstvakantie hebben Natuurmonumenten, de Waddenvereniging en Vogelbescherming op het Waagplein in Leeuwarden een zoutkleed gelegd. Voorbijgangers konden hieraan meewerken. Vooral kinderen deden dat enthousiast. Kunstenaar Hilda Top had een ontwerp gemaakt met foeragerende vogels erop. Ondertussen werd uitgelegd waarom de natuurorganisaties tegen zoutwinning onder de Waddenzee zijn. Ook op deze manier hebben we aandacht gevraagd voor de ongewenste zoutwinning onder de Waddenzee.

Goud van toen

Talloze wadliefhebbers, leden en vrijwilligers steunden de afgelopen vijftig jaar het werk van de Waddenvereniging. Met al hun verhalen en foto’s van toen willen we op een speciale website de geschiedenis van de Waddenvereniging vertellen. Josje Fens trapt af.

Toen Ik was zeven en met mijn vader op vakantie, op Schiermonnikoog, waar toen ook de ‘bakfietscampagne’ van de Waddenvereniging was. Ik vond het fantastisch en wilde graag helpen. Er waren speciale folders voor kinderen, die mocht ik uitdelen. Voor mijn gevoel hielp ik de hele dag. Toen ik klaar was met uitdelen, kreeg ik een rijksdaalder voor een softijsje met chocodip. De vrijwilligers achter de bakfiets hadden netjes aan mijn vader gevraagd of dat wel goed was. Hij vond het prima. Hij dacht dat ik uit verveling ging helpen, maar ik vond het een van de leukste dingen van de vakantie!

Nu Ik werk bij de Waddenvereniging. Sinds de bakfietscampagne ben ik op allerlei manieren bij de Waddenvereniging betrokken gebleven. Eerst als vrijwilliger bij de Werkgroep Excursies. Daarna heb ik het zeegrasproject getrokken en samen met vrijwilligers zeegraszaad verzameld en weer uitgezaaid. Nu houd ik me onder andere bezig met de klimaatverandering en de problematiek rond de windmolens in het waddengebied.

Deel je verhaal en je foto’s op: www. waddenvereniging. nl/jubileumjaar

Wij zijn zeer benieuwd naar uw belevenissen met de Waddenvereniging en ontvangen graag uw foto’s, verhalen en anekdotes. Uploaden kan via www.waddenvereniging.nl/jubileumjaar, per e-mail naar jubileum@waddenvereniging.nl of per post: Postbus 90, 8860 AB Harlingen.

Josje Fens

Steun de Waddenvereniging, bescherm het waddengebied

De Waddenvereniging zoekt nieuwe mensen met hart voor het wad. Leden van de Waddenvereniging kunnen daarom waddenliefhebbers lid maken voor 50 procent van de reguliere ledenprijs. Voor slechts € 13,50 help je de Waddenvereniging groeien en kan het wad nog beter worden beschermd.

TEKST: MARRIT VAN DEN AKKER

In het restaurant zitten we aan een ronde tafel en kijken elkaar in de ogen: Anky Woudstra, Anne Folkertsma, Jaap Booij, Meyndert Bos, Arjan Berkhuysen en ikzelf. Verschillende mensen, verschillende generaties, verschillende achtergrond. Toch komt het gesprek moeiteloos op gang. Eerst vertellen we wie wat doet voor de Waddenvereniging en we denken alvast na over wie wij een nieuw lidmaatschap gunnen. Dan komt, na wat oponthoud, ook Kees Wevers binnen. De grondlegger van de Waddenvereniging haakt moeiteloos aan in het gesprek. Wanneer we het hoofdgerecht krijgen, komt het gesprek op het imago van de vereniging. Anne vertelt dat men het imago van de Waddenvereniging nog steeds niet zo hoog heeft zitten. ‘Als ik als gids mensen meeneem het wad op denken ze dat de Waddenvereniging

Fans zoeken

overal tegen is.’ Jaap geeft aan dat hij zou willen weten waarom die mensen zo denken. ‘Ik zou direct de vraag stellen: wat mag er dan allemaal niet van de Waddenvereniging? Veel mensen zeggen ook maar wat’, verzucht Jaap.

Betrokken Japanner

Anky en Kees weten dat dit beeld een relikwie is uit de jaren zeventig, de tijd waarin leden van de Waddenvereniging de barricades op gingen en volgens Kees werd er vooral aandacht besteed aan zaken waar de vereniging op tegen was. ‘Als eenmaal zo’n beeld blijft han-

gen dan duurt het heel lang voordat je het bijschaaft, dat zie je ook aan het verhaal van Anne.’ Volgens Anky gaat het er daarom nu om dat we laten zien wat we als vereniging allemaal wel doen. Arjan vervolgt: ‘We zijn nu binnen de Waddenvereniging juist bezig met wat allemaal wel kan en wat we juist wel moeten doen. Zoals het aanleggen van de vismigratierivier en het terugbrengen van zeegras op plekken waar het thuis hoort.’ Kees sluit het onderwerp af met een grappige anekdote: ‘Ooit zat ik met een groepje mensen in de Vliehors Expres. Een Japanner had een sticker

Kees Wevers
Jaap Booij
Anky Woudstra

fans

van de Waddenvereniging op zijn tas zitten. Hij kreeg daar een hele flauwe reactie op van de bestuurder van de kar waarin we zaten, dat hij de sticker er maar gauw af moest halen. Ik heb toen maar niet gezegd wie ik was…’

Lidmaatschap cadeau

Tijdens het dessert concluderen we dat het verbazingwekkend is dat het ledental van de Waddenvereniging stabiel is gebleven. Mooi dat het niet fors gedaald is, maar gestegen is het ook niet. ‘Laten we daar dan verandering in brengen’, besluit Arjan en hij geeft hiermee de aftrap

naar onze gezamenlijke taak op deze avond. Ieder van ons mag één iemand een lidmaatschap cadeau doen. Geen gemakkelijke keuze, zo lijkt het. Voor het eerst vanavond is het even stil. Maar niet lang: de leden aan de ronde eettafel hebben al gauw hun woordje klaar. Een mooie melange van jong en oud, bekend en onbekend wordt opgenoemd. Geboeid luisteren we naar elkaars motivaties. Met een tevreden gevoel keert ieder die avond huiswaarts, trots op de Waddenvereniging die sinds vanavond in elk geval weer zeven nieuwe leden rijker is.

µ— Kees Wevers (65), grondlegger Waddenvereniging:

‘Hierbij maak ik de bestuurder van de Vliehors Expres lid. Ik wil graag nog eens met hem het wad op en in gesprek gaan over de Waddenvereniging.’

µ— Anky Woudstra (68), erelid Waddenvereniging:

‘Ik maak onze minister van Infrastructuur en Milieu lid, Melanie Schultz van Haegen. Omdat zij volgens mij meer moet en kan doen aan het herstel van het waddengebied.’

µ— Jaap Booij (69), actief lid in Den Helder:

‘Ik maak graag de burgemeester van Den Helder, Koen Schuiling, lid. Hij zou ooit eens mee op excursie, maar zijn secretaresse vergat dat in de agenda te zetten dus zaten we voor niets op hem te wachten. Zo laat ik hem toch kennismaken met de Waddenvereniging.’

µ— Meyndert Bos (62), milieujutter op Terschelling: ‘Het lidmaatschap geef ik cadeau aan mijn dochter van zeventien. Ik gun haar bovendien ook het plezier dat ik altijd heb als ik het WADDENmagazine lees.’

µ— Anne Folkertsma (27), wadgids:

‘Graag zou ik Peter den Oudsten, de nieuwe burgemeester van Groningen, lid willen maken. En ik bied hem ook een zwerftochtje op het wad aan, kan hij meteen ervaren hoe mooi het er is.’

µ— Arjan Berkhuysen (45), directeur Waddenvereniging: ‘Ik wil Mathijs Knop, fietsverhuurder op Terschelling, graag opnieuw lid maken. Hij vertelt me vaak verhalen uit de tijd dat hij lid was. Welkom terug!’

µ— Marrit van den Akker (24), journalist WADDENmagazine: ‘Omdat hij als moleculair bioloog veel in het lab werkt, gun ik mijn broer Daan een stukje macrobiologie en wat meer betrokkenheid bij de Waddenvereniging.’

Marrit van den Akker
Arjan Berkhuysen
Anne Folkertsma
Meyndert Bos

Onze toppers

Van kanoet tot zeester: vrijwilligers van de Waddenvereniging vertellen over hun 5 favoriete waddendieren. TEKST: MARRIT VAN DEN AKKER

Margreet van Beusichem (48 jaar) Vrijwilliger WaddenWerkWeekend

1 Zeehond: ‘Al jong was ik erg begaan met het milieu. Dierenleed kon ik niet aanzien. Op de lagere school, ik denk in de zesde klas, moest ik een werkstuk maken over mijn lievelingsdier. Daar hoefde ik niet lang over na te denken: de zeehond. Ik heb een heel schrift gevuld met wetenswaardigheden, tekeningen, krantenknipsels en plaatjes. Speciaal voor deze gelegenheid heb ik het zorgvuldig bewaarde schrift opgezocht en enkele

bladzijden gefotografeerd.’

2 Kokmeeuw: ‘Alle meeuwen zijn leuk, maar de kokmeeuw is mijn favoriet. Als klein meisje fantaseerde ik altijd dat ze met hun kopje in de chocolade werden gedoopt, net als de ijsjes die we bij de ijssalon in Midsland aten.’

3 Drieteenstrandloper: ‘Als grappige opwindvogeltjes rennen ze achter de golven aan op zoek naar voedsel. Fascinerend hoe deze kleine vogels enorme afstanden kunnen afleggen zonder te rusten, soms wel 5000 km.’

3 Heremietkreeft: ‘Met mijn, toen nog kleine, kinderen op het strand van Ameland. Een heel schepnet vol heremietkreeftjes. Samen kijken hoe de kreeftjes friemelend tevoorschijn kwamen uit de schelpen en zich razendsnel weer verstopten.’

5 Scholekster: ‘Liever noem ik deze feestelijke vogel Bonte Piet. Waar ik ‘m ook hoor, ik ben in gedachten direct terug in mijn jeugd: eindeloze vakanties met mijn zusjes en ouders in een oude caravan op Terschelling.’

Margreet van Eck (59 jaar) Vrijwilliger werkgroep

dialezingen

1 Kluut: ‘Zo elegant. Bovendien, de Franse naam is ‘avocat’. Voor een jurist zoals ik is die naam natuurlijk heel leuk en ook begrijpelijk.’

2 Kwal: ‘Vanaf het havenhoofd op Terschelling zie je goed hoe mooi een kwal in het water is, heel anders dan zo’n snotterige kwak op het strand.’

3 Tureluur: ‘Gewoon om hun getureluur.’

4 Rups van de bastaardsatijnvlinder: ‘Ik krijg vreselijke uitslag van hun haren, maar ik zag de minirupsbandensporen onder hun lijfjes …’

5 Wulp: ‘Vanwege hun prachtige roep.’

Onno den Boon (27 jaar)

Vrijwilliger werkgroep excursies (WEX)

1 Eendenmossel: ‘Tijdens een sleepnetexcursie vingen we een krat met eendenmosselen die we in het zoutwateraquarium hebben gelegd. Ik vind het schitterende dieren, heel elegant gebouwd. De uit drie delen bestaande kleppen van zacht crèmewit met een subtiel oranje randje. De vangarm waarmee voeding uit het water wordt gefilterd is een vernuftig gereedschap met heel fijne zwarte geveerde draadjes, als een zwarte sluier die uitwaaiert uit de witte behuizing.’

2 Lepelaar: ‘Voor mij een symbool voor het belang van het wad. Het meest bijzonder vind ik zijn manier van voedsel zoeken. De lepelaar zigzagt met zijn snavel door het water, op zoek naar visjes en garnaaltjes. Als hij iets vangt, gooit hij het in zijn keel door zijn kop

achterover te gooien.’

3 Breedpootkrab: ‘Krabben doen het altijd goed tijdens excursies, kinderen zijn er dol op. Erg leuk krabbetje, omdat deze als een van de weinige niet zo agressief is. Hij kan zich razendsnel ingraven met zijn brede achterpoten.’

4 Eider: ‘Een mooie grote eend, herkenbaar aan de snavel die doorloopt vanaf het voorhoofd. Vooral stoer, omdat eidereenden mosselen en krabben heel doorslikken en in hun maag vermalen en verteren. Het gemalen schelpgruis poepen ze uit.’

5 Blaasjeskrab: ‘Ik vind de blaasjeskrab mooier dan de strandkrab door de subtiele groen-zwarte marmering van het dekschild. Het is ook leuk dat je voor blaasjeskrabben meer je best moet doen, je zult basaltblokken moeten omkeren om ze te vinden.’

Jantine van Vliet (29 jaar) Vrijwilliger werkgroep excursies (WEX)

1 Krab: ‘Een geweldig dier. Deelnemers aan een excursie kennen de krab allemaal, maar zijn vaak verbaasd over alle mooie verhalen die er over te vertellen zijn. Het is geweldig om te zien dat mensen in eerste instantie vaak een beetje bang zijn voor een krab, maar aan het einde van de excursie er een vast durven te houden.’

2 Lepelaar: ‘Ik vind lepelaars mooie exotische vogels om te zien, heel anders dan andere wadvogels. Ze zijn statig, maar hebben door hun lepelvormige snavel ook iets vertederends.’

3 Anemoon: ‘Prachtig om te zien, al die kleuren, net mooie bloemen. Maar als

Titus Reith (53 jaar) Voormalig vrijwilliger bij werkgroep excursies, coördineert nu de werkgroep lezingen

1 Steenloper:

‘Prachtig wadvogeltje dat optimaal gebruikmaakt van het gebied. Beroemd om hun manier van voedsel zoeken, waarbij ze wieren en steentjes omdraaien. Ze werken graag samen, soms zie je er tien die tegelijk bezig zijn om wier op te rollen.’

2 Strandkrab: ‘Krabmannetjes beschermen de zachte vervellende vrouwtjes tijdens de paring en eieren leggen. Voor de krabben is het belangrijker dat de vrouwtjes overleven dan de mannetjes. Het duurt negen maanden voor hun jongen aan land komen en ze hebben blauw bloed. Ze

spreken enorm tot mijn verbeelding.’

3 Zandkokerworm: ‘De uitvinder van de lift, want zijn zandkokertje heeft de functie van een liftschacht. Door mij gewaardeerd om zijn fotogenieke karakter.’

4 Slijkgarnaal: ‘Naar verluid kan dit beestje van enkele millimeters zich oriënteren op de sterren om zijn gang weer terug te vinden. Handig, zo’n ingebouwd gps-systeem. Dit diertje veroorzaakt op windstille dagen het geruis op het wad. Leuk om de excursiedeelnemers stil te krijgen om ze dat geluid te laten horen.’

5 Mossel: ‘Toen ik in 1986 begon met het geven van excursies waren er nog mosselbanken bij de kust

je ze eten geeft, zie je dat je daadwerkelijk met een dier te maken hebt en is het prachtig te zien hoe ze met hun tentakels voedsel naar hun mond brengen.’

4 Zeester: ‘Ik vind het leuk dat veel mensen een zeester vaak zien als een heel lief en mooi dier, maar dat de werkelijkheid toch iets anders is. De bijzondere manier waarop de zeester aan zijn voedsel komt is helemaal niet schattig.’

5 Zeehond: ‘Je ziet ze erg veel de laatste jaren, maar het blijft bijzonder om zo’n groot wild dier van dichtbij te zien. Toeristen vinden het altijd een geweldige ervaring als ze een zeehond zien.’

van Terschelling. Dat voelt bijna als ‘opa vertelt’, maar die banken waren prachtig! Met heel veel andere dieren in de poeltjes tussen de mossels, zoals heremietkreeftjes en zeenaalden.’

WIKIMEDIA

Cordelia Theisen (23 jaar)

Vrijwilliger werkgroep excursies

1 Wadpier: ‘Wat is mooier dan met je handen in het slik het raadsel van de hoopjes poepspaghetti te ontsluieren. Als we tijdens een excursie wadpieren zoeken, door bijvoorbeeld met een riek een stuk wadbodem om te steken, zijn de meeste mensen verbaasd om te zien dat al die dieren in de bodem leven.’ 2 Zakpijp: ‘Een uitstapje naar de oesterbank op Terschelling en je vindt de raarste beestjes: zakpijpen! Is dat echt een dier, vragen de excursiedeelnemers

(WEX)

altijd. Als ze onverwacht water spuiten zijn ook de laatste mensen overtuigd: het wad is onwijs gaaf!’

3 Schelpkokerworm: ‘Recycling in zijn puurste vorm. Wie maakt er nog meer zijn huisje uit schelpresten en wadslakjes?’

4 Krab: ‘Nog een hoogtepunt tijdens een wadexcursie: krabben! Je vindt ze in alle kleuren en maten, dood, levend, in het zand, onder de stenen en als je op je verblijfsplek een open aquarium hebt (zoals de WEX- tijdens de zomermaan-

den, red.) komen ze soms ook zomaar onder de bank vandaan kruipen.’

5 Zeester: ‘Ik vond zeesterren altijd al mooi, maar ik had ze alleen maar dood en gedroogd gezien. Het was dus een bijzonder moment toen ik voor het eerst een levende zeester op het wad vond.’

Thomas Leerink (26 jaar)

Vrijwilliger werkgroep excursies (WEX)

1 Kanoet: ‘Vijfduizend kilometer vliegen zonder tussendoor te eten, te drinken en te rusten. Een marathon is er niks bij. Een kanoet is voor mij dan ook een echte uitblinker!’

2 Wadpier: ‘In de zomervakanties op Ameland ging ik elke dag met mijn oom naar het wad om wadpieren te steken, waar mijn neefjes en neven dan mee naar het strand gingen om te vissen. Mijn interesse ging uit naar de modderige wadplaat en wat daarin leeft. Ik was toen een jaar of acht en dit was mijn kans om - onder begeleiding - het wad op te gaan. Ik zie dat wadavontuur van toen als het begin van mijn werk als wadgids bij de WEX nu.’

3 Nonnetje: ‘Heeft veel van een mens. De sifon is een zuigbuisje, dat lijkt op de slokdarm en de luchtpijp en het slurfje lijkt

op de darmen van een mens, waardoor afvalstoffen en overtollig water worden afgevoerd.’

4 Wadslakje: ‘De eerste stappen in het slik. We gaan minikoeien zoeken, zeg ik. Ik pak mijn zeef, schraap een dun laagje van de bodem en loop naar een poeltje waarin zeewater is achtergebleven tijdens de ebstroom. Ik zeef de inhoud van mijn zeef en honderden kleine wadslakjes worden zichtbaar. De mensen zijn dan enorm verbaasd dat er zoveel leven zit in een paar centimeter modder. Het zijn de mini-grazers van de wadbodem.’

5 Zandkokerworm: ‘De bovenkant van de zandkokerworm zie je vaak boven het wad uitsteken bij laagwater. Als je knielt en vlak over de wadbodem kijkt, dan vormen de zandkokerwormen een bos van miniboompjes.’

ROY VROUWENVELDER WIKIMEDIA

wonderbonen in een pot zeewater die al dertig jaar drijven!’

Zeebonen jutten

1 Wonderboom

• Wetenschappelijke naam plant: Ricinus communis • Uiterlijk: Gladde, zeer decoratieve zaden (wonderbonen) • Vorm/afmetingen: Ovaal, rond in doorsnede, afgerond, tot 1 cm.

• Verspreidingsgebied: Oorspronkelijk Ethiopië, teelt overal in tropen • Bijzonderheden: Van wonderbonen werd vroeger wonderolie gemaakt, een laxeermiddel. Uitgeperste en gekookte pulp wordt als veevoer gebruikt. Wonderbonen bevatten het giftige ricine. In 2013 werd een ‘poederbrief’ met ricinepoeder, gericht aan president Obama, onderschept.

2 Ivoornoot

Wetenschappelijke naam plant: Phytelephas aequatorialis • Uiterlijk: Bruine, op paardenkeutels lijkende zaden • Vorm/afmetingen: Enigszins driehoekig in doorsnede, tot 6 cm.

Verspreidingsgebied: Tropische kust Panama, Ecuador • Bijzonderheden: Het vruchtvlees van de ivoornoot wordt ook wel ‘vegetarisch ivoor’ genoemd. Vroeger massaal gebruikt in de knopenindustrie, tegenwoordig als vervanging van ivoor in kralen en andere bijouterie.

PASSIE VOOR HET WAD

Volgens Gerhard Cadée

Gerhard Cadée (1938) is met pensioen, maar speurt als NIOZ-onderzoeker nog altijd langs de vloedlijn naar zaden en vruchten die over zee zijn komen aandobberen.

‘Een ander lost kruiswoordpuzzels op, ik doe dit.’

TEKST: MARCUS WERNER

Zeehart, knikkernoot, paardenoogboon, wonderboon, tropische amandel, sternoot, ivoornoot, kokosnoot: allemaal ‘zeebonen’ die kunnen aanspoelen op de Noordzeestranden van de Waddeneilanden. Voor Gerhard Cadée vormen ze een passie. De gepensioneerde onderzoeker van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel speurt als een alternatieve strandjutter naar zaden en vruchten die over zee zijn komen aandobberen. Misschien wel helemaal vanaf de Cariben of het

Amazonegebied.

Drijfzaden zijn zaden van planten met speciale aanpassingen, waardoor zij zich kunnen verspreiden via water: ze zijn bijvoorbeeld hol van binnen of hebben een kurkachtig omhulsel. Diverse spectaculaire zeebonen zijn afkomstig uit de tropen, vaak van palmen en lianen. Ook planten dichter bij huis produceren drijfzaden, zoals zeekool dat aan de waddenkant van de Afsluitdijk groeit of planten van rivieroevers zoals de gele lis. Andere binnenlandse planten verspreiden zich via drijvende wortelstokken. Cadée zoekt ze allemaal: ‘Het meest boeit mij het verhaal erachter. Tropische drijfzaden kunnen door de Golfstroom over de oceaan meegevoerd worden,

maar ze kunnen ook van een schip zijn gespoeld of gegooid.’ Kokosnoten zonder vezelige bast komen meestal van een schip. ‘Ivoornoten, waar vroeger knopen van werden gemaakt, werden per scheepslading aangevoerd. Zij kunnen juist niet drijven.’ Ook wonderbonen worden verhandeld, als veevoer, en spoelen soms van een schip. Cadée voert experimenten uit met drijfzaden in potten zeewater, om te achterhalen hoe lang zij nog blijven drijven. ‘De tocht met de Golfstroom duurt gauw twee jaar’, zegt Cadée: ‘Ik heb thuis twee wonderbonen die al dertig jaar drijven!’ Ook probeert hij op andere manieren te ontdekken of een zeeboon de Atlantische Oceaan is overgestoken of niet, bijvoorbeeld aan de hand van aangroeisels. ‘Een ander lost kruiswoordpuzzels op, ik doe dit.’

Bewonderaar van Darwin Cadée werd geboren op een steenworp afstand van de waddenkust, in het Friese Arum. Zijn vader was predikant en het gezin verhuisde een paar keer naar nieuwe gemeentes die voor vader Cadée beschikbaar kwamen: Oosterwolde in Friesland, het Twentse Haaksbergen en tot slot Alphen aan den Rijn bij Leiden, waar Cadée ging studeren. Beide ouders waren opge-

PASSIE VOOR HET WAD

leid als onderwijzer en hielden van de natuur. De predikantenzoon kreeg de natuur dus met de paplepel ingegoten. ‘Mijn ouders wezen mij eens op een in de tuin van de buren broedende wielewaal. Dat maakte indruk.’ Hoewel opgeleid als geoloog, kwam Cadée in 1967 bij het NIOZ te werken als onderzoeker van het fytoplankton in de Waddenzee, de microscopisch kleine algen die aan de basis staan van de voedselketen. Tussendoor maakte hij zijsprongen naar andere onderzoeksterreinen. Zo bestudeerde hij de omwoeling van de wadbodem door wormen (zie kader). Cadée heeft naar eigen zeggen altijd de instelling gehad van een ‘naturalist’ uit de negentiende

eeuw, toen het heel gewoon was een brede natuurinteresse te hebben. ‘Nu zijn wetenschappers meer specialist.’ Het is misschien niet geheel toevallig dat hij bewonderaar is van de grootste negentiende-eeuwse naturalist, bedenker van de evolutietheorie Charles Darwin. Cadée heeft nog steeds die brede belangstelling en draagt die ook enthousiast uit. Hij woont op Texel en heeft nog altijd een kamer op het NIOZ. Op de fiets daar naartoe langs de waddendijk observeert hij graag vogels. Cadée is 76 jaar, maar publiceert nog regelmatig in bladen als Entomologische berichten en Het Zeepaard, en om nieuwe projecten zit hij beslist niet verlegen.

DE ONTDEKKING

Wormen mengen wadbodem

Tijdens zijn onderzoek naar ‘microfytobenthos’ ontdekte Cadée dat deze minuscule, op het wadoppervlak levende algen in steekmonsters tot zo´n 10 cm diep in de wadbodem zijn te vinden. Hij vroeg zich af waarom. De algen, die licht nodig hebben om te groeien, zouden daar naar verwachting niet uit zichzelf gaan zitten.

Daarbij, Cadée wilde graag veldwerk doen op het wad en daarvoor was zijn vraag geschikt.

Wadpieren leven in U-vormige gangen in

de wadbodem en laten daaruit op de wadbodem hoopjes zand achter waaruit zij hun voedsel hebben gezeefd. Cadée veegde tijdens laagwater de wadpierhoopjes weg uit proefvakken wadbodem en verzamelde in twee uur de nieuw uitgescheiden zandhoopjes. Zo berekende hij dat wadpieren in een jaar tijd de bovenste 6 à 7 cm van de totale wadbodem omwerken. Een belangrijk gegeven, vanwege de menging van voedingsstoffen in de bovenste laag van het wad. Soortgelijke

metingen verrichtte Cadée ook aan draadwormen: 4 cm omwoeling. De publicaties over het werk, uit 1976 en 1979, werden Cadée’s meest aangehaalde artikelen in een vakblad.

Tussen het wier

De fietstochten langs de waddendijk brachten Cadée op zijn nieuwste passie: de levensgemeenschappen in aangespoeld wier en zeegras. ‘Ik zag bij de veerboothaven van Texel een zwerm spreeuwen met hun snavels in aangespoeld wier peuteren en vroeg me af waarnaar ze op zoek waren.’ Het waren maden en toen Cadée ze liet verpoppen kwamen er wiervliegen uit. Het bracht hem op het spoor van de verbazend rijke mini-ecosystemen van organisch aanspoelsel: ‘Er is weinig aandacht voor geweest en dat vind ik dan weer leuk.’ Tussen het wier leven bijvoorbeeld vlokreeften en schimmels die zich te goed doen aan het rottende plantenmateriaal. Net als in andere ecosystemen leven kreeftachtigen, spinnen en insecten op hun beurt weer van de plantenconsumenten. Het bijzondere aan de strand-ecosystemen is dat ze volledig afhankelijk zijn van geimporteerde voedingsstoffen, namelijk die in het aanspoelsel zelf. De biodiversiteit is er vaak opvallend hoog met voor aanspoelsel typische soorten: een Deens onderzoek telde maar liefst 177 soorten. Cadée: ‘Wat dat betreft is het zonde dat aangespoeld wier meestal wordt opgeruimd omdat strandgangers het vinden stinken.’ En een ander soort organisch aanspoelsel, dode zeehonden en walviskadavers, màg niet eens blijven liggen: ‘Begrijpelijk, maar het zou vreselijk interessant zijn te ontdekken wat die voor levensgemeenschappen aantrekken.’

ROB BUITER ROY VROUWENVELDER

GENIET WAD

Van het wad: boeken, apps, wandelingen, eten, kunst en meer.

KIJKEN

1 eiland, 3 dagen, 6 films

De Waddenvereniging en Podium Vlieland presenteren van vrijdag 27 februari t/m zondag 1 maart de zes beste wildernisfilms. Het programma is een combinatie van de betere publieksfilm en toegankelijke filmhuisfilm. Filmrecensent Adwin de Kluyver houdt voor de vertoning steeds een korte inleiding. Een comfortabele hotelkamer, uitgebreid ontbijt, fiets en natuurlijk de beste plekken bij de mooiste films zijn allemaal inbegrepen! Bezoekers krijgen bovendien 30 procent korting op een retourticket bij Rederij Doeksen. Tussen de vertoningen door is er alle tijd om van het eiland te genieten. Het weekend is te boeken via www.podiumvlieland.nl. Op deze site staan ook de prijzen en de volledige programma-informatie.

Milieujutten met Stayokay

WEEKJE WEG

Het is opruimen en ontdekken tegelijk, het arrangement ‘Milieujutten’ op Terschelling of Ameland, georganiseerd door hostelorganisatie Stayokay. Alweer voor de 23ste keer gaat Stayokay ‘s morgens met z’n gasten het strand op om te jutten. Je kunt boeken voor vier of zeven dagen, in de week van 22 tot en met 28 februari 2015. De Stayokayvakantie is all-in, naast het milieujutten de overnachting, ontbijt,

Realiteit en Verbeelding

Het is mooi om te zien hoe negen kunstenaars, woonachtig op Wadden en Wierden, ieder op eigen wijze reageren op het hen omringende landschap, van beeldhouwkunst, edelsmeedwerk, keramiek en multimedia tot schilderijen, grafiek en fotografie. Onder de titel ‘Wadden en Wierdenland, Realiteit en Verbeelding’ tonen de kunstenaars nieuwe objecten, sieraden, beel-

lunch en diner, maar ook fietshuur en activiteiten in de middag of avond. De prijzen zijn op basis van een vierpersoonskamer. Een extra reden om te gaan: leden van de Waddenvereniging krijgen korting: € 7,50 bij vier dagen en € 15,- bij het weekarrangement. Geef bij boeking je lidmaatschapsnummer op, te vinden op de wikkel van dit WADDENmagazine. Prijsinformatie en boeking: www.stayokay.com.

EXPOSITIE

den, foto’s en schilderijen. Deelnemende kunstenaars zijn Stephen Beale, Edit de Gooijer, Wianda Keizer, Eva Kipp, Hans Sas, Ben Steijn, Marjanne Sorgdrager, Sibrich Veenland en Aly van der Wal. De expositie in het Museum Wierdenland, Van Swinderenweg 10 in Ezinge, loopt t/m 15 maart 2015. Meer informatie: www.wierdenland.nl en www.route99.nl.

TEKST: PAULA ZUIDHOF

Alle activiteiten van de Waddenvereniging vindt u in de kalender op onze website: www.waddenvereniging.nl.

DOEN HOREN

Wintermarkt in Midsland

Op maandag 29 december, aan het einde van de middag als de schemering invalt, begint de Wintermarkt in het dorp Midsland op Terschelling. Het is een echte eindejaarstraditie, waarbij iedereen gezellig door het dorp slentert, langs kraampjes met veel eilander producten, warme kleding, demonstraties en allerlei lekkers. Glühwein zal daarbij niet ontbreken. De verlichting is sfeervol, er zijn vuurkorven, verwarmde terrasjes, muziek en dans. Er is een grote kans op nepsneeuw, maar wie weet, heel misschien, ook wel echte.

Zingen in Zoutkamp

Een shantykoor bestaat meestal uit mannen. Maar vijftig enthousiaste vrouwen uit Pieterburen en omgeving vormen samen het shantykoor De Waddenwichter. Hun repertoire bestaat uit nationale en internationale liedjes die te maken hebben met het leven op zee. De wichter (het Groningse woord voor meisjes) zingen in het Nederlands, Engels, Frans, Duits en het Gronings. Als extra heeft het koor een kerstrepertoire ingestudeerd. Op 14 december om 15.00 uur geeft het koor een concert in de Oude Kerk in Zoutkamp. Entree € 5,- inclusief een kop koffie of thee. Kaarten te bestellen via info@oudekerkzoutkamp.nl.

Deze meest complete wandelgids van Ameland is samengesteld door Staatsbosbeheer, Natuurcentrum, Rijkswaterstaat, It Fryske Gea en VVV Ameland. Naast paaltjeswandelingen met uitgebreide landschaps- en fenomeenbeschrijvingen, een kaartwandeling en twee themawandelingen bevat dit boekje ook een vogelkaart. Wandelen op Ameland is geschikt voor alle soorten wandelaars, van jong tot oud, geoefend of niet. De wandelgids kost € 6,50, ter plaatse te koop of online te bestellen op www.vvvameland.nl.

Wandelroutes met vogelkaart

PROEVEN

Een hartverwarmende Noorderwiend

Zodra het winter wordt blaast op Texel de stevige, koude ‘noorderwiend’. Na een prijsvraag werd Noorderwiend de nieuwe naam voor het traditionele winterbier van de Texelse Bierbrouwerij. Het is een ‘hartverwarmend’ bier, speciaal voor de donkere wintermaanden, te koop op fles en fust. Noorderwiend is een romig, wat zwaarder bier, met een alcoholpercentage van 7,5%. De bieren van Texel worden gebrouwen van natuurlijke, plaatselijke grondstoffen zoals zuiver duinwater, gerst, tarwe, hop en gist. Ze zijn erkend als ‘Echt Texels product’.

GENIET WAD

Van het wad: boeken, apps, wandelingen, eten, kunst en meer.

WORKSHOP

Schilderen als De Ploeg

De Ploeg is een collectief van kunstenaars, opgericht in het begin van de vorige eeuw in Groningen. De kunstschilders ontwikkelden een herkenbare stijl, die op 13 december ter inspiratie dient voor een workshop schilderen in Galerie Het Raadhuis in het Groningse dorp Eenrum. Kenmerkend onderwerp zijn de uitgestrekte akkers op het Hogeland, waar diep geploegde klei schittert in de winterzon. Paars en roze licht op uit de donkere aarde. Tijdens de workshop wordt geschilderd in de complementaire kleuren van De Ploeg. Techniek: acrylverf op paneel. Informatie en aanmelding: www.galeriehetraadhuis.nl.

Kerstbeleving op Vlieland

Kerst op Vlieland is heerlijk rustig, maar allesbehalve saai. Op kerstavond kun je bijvoorbeeld naar het Café van Tante Pé. Daar treedt Sjoerd op, de troubadour van Vlieland. Uitslapen op eerste kerstdag is er niet bij. De fanfare komt al heel vroeg langs, met sfeervol kerstrepertoire. ’s Avonds serveren de restaurants ieder op eigen wijze een kerstmenu, waarvoor het verstandig kan zijn om even te bellen voor een tafeltje. Op tweede kerstdag kunnen de pondjes er weer worden afgelopen door mee te doen aan de traditionele kerstcross (5 of 10 km). Inschrijven om 11.00 uur bij de Bolder op camping Stortemelk, start om 12.00 uur bij het voetbalveld.

PROEVEN

Eten op een klipper

Bovendeks is de Willem Jacob een authentieke klipper uit 1889, gericht op sportief zeilen. Benedendeks zijn comfortabele, lichte ruimtes. In de zomer zeilt het schip tussen de eilanden, in de winter ligt het afgemeerd in de Oosterhaven in Groningen en zijn de ruimtes beneden, mét een gezellige open haard, te huur voor groepen. Ook dan kookt de scheepskok smakelijke

(Waddengoud)maaltijden, met verse streekproducten. Een diner kost € 20,- per persoon, een Gronings Waddenbuffet € 40,- per persoon, bij groepen vanaf tien personen. Ook kun je aan boord een receptie, borrel of vergadering houden. Meer informatie: www.willemjacob.nl.

Vanuit vogelperspectief

Al dertig jaar vliegt maritiem luchtfotograaf Herman IJsseling van Flying Focus regelmatig over de Wadden, waarbij hij het wad in alle seizoenen en onder alle omstandigheden in vogelperspectief vastlegt. Zijn boek Flying Focus over de Wadden uit 2010 was in korte tijd uitverkocht, zodat IJsseling besloot een nieuw, en groter boek uit te geven. In het nieuwe boek Wadden vier seizoenen van boven neemt hij de kijker mee op vluchten boven ijsschotsen in de geulen bij Terschelling, langs zonnende zeehonden in mei en droogvallende zeilschepen in het hoogseizoen, om in december te eindigen met winterse stormen die over de stranden razen. Het boek van IJsseling telt 128 pagina’s en is voor € 34,50 te koop bij de boekhandel of via www.flyingfocus.nl.

DIJKDOORBRAAK!

AFSLUITDIJK OPEN VOOR VISSEN

Ingenieur Cornelis Lely ontwerpt het eerste plan voor de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee.

1891

Start aanleg van de Afsluitdijk.

Vissen zwemmen straks vrolijk heen en weer tussen IJsselmeer en Waddenzee. Het BlijeVissenveld maakt deze unieke doorbraak voor iedereen zichtbaar.

1932 2013 1927 2014

Het laatste gat in de Afsluitdijk wordt gesloten. De naam Zuiderzee verdwijnt. Het binnendijkse deel heet voortaan IJsselmeer, het buitendijkse deel Waddenzee.

Vroege investering Nationale Postcode Loterij geeft project vleugels.

Er komt een gat in de Afsluitdijk. Bestuurders die verantwoordelijk zijn voor de Afsluitdijk hebben hiervoor opdracht gegeven en het benodigde geld gereserveerd. Het is de eerste stap in de realisatie van een wereldwijd unieke doorgang voor vissen: de Vismigratierivier.

Het doorsteken van de Afsluitdijk wordt net zo’n historisch moment als in 1932, toen de laatste basaltblokken in het IJsselmeer werden gestort. Aan de voor- en achterkant van de nieuwe doorgang komt een kilometers lange rivier te liggen, waardoor trekvissen zoals de spiering, houting, aal en zalm weer hun paai-, leef- en opgroeigebieden bereiken. De rivier is 24 uur per dag open, zonder dat het IJsselmeer verzilt. Doel is om de slechte visstanden aan beide zijden van de dijk te verbeteren.

De Vismigratierivier betekent een belangrijke impuls aan de recreatie en economie. Er ligt een veelomvattend plan waardoor straks iedereen de trekkende vissen kan beleven.

De Afsluitdijk werd altijd gezien als icoon voor waterbouwend Nederland. Met de Vismigratie-rivier wordt daar een nieuw hoofdstuk aan toegevoegd. Het is een inspirerend voorbeeld van hoe natuur, economie en waterveiligheid hand in hand kunnen gaan. De Nationale Postcode Loterij, overheden, natuurorganisaties en de visserij maken samen het verschil. Niet langer vechten tegen, maar samenwerken met de natuur voor een betere visstand. Dát is met recht een doorbraak te noemen.

’N

WAD WERK

Het waddengebied trekt niet alleen toeristen, ook bedrijven vestigen zich er graag. Bijvoorbeeld Het Olde Ambaecht op Terschelling. Wie zijn ze en wat doen ze?

TEKST: SANNE VAN ALDERWEGEN

• Opgericht: 2007

• Directeur: Hans Ditzel

• Werknemers: 1

• Locatie: West-Terschelling

• Website: www.hetoldeambaecht.nl

Het zout komt overzee

Waar de meeste zeventigers genieten van hun pensioen, is Hans Ditzel (1942) zeventig uur per week aan het werk in zijn eenmanszaak Het Olde Ambaecht. Hier rookt hij zalmen, palingen, makrelen en zout. Keltisch zeezout, dat met de hand wordt gewonnen in Guérande, Bretagne en per zeilvrachtschip ‘de Tres Hombres’ naar Terschelling wordt vervoerd. Met de wind als enige ‘brandstof’ bereikt het zout de Waddeneilanden volledig CO2-vrij, waar het gedroogd wordt door de restwarmte van de compressorkamer van horecagroothandel Waddenfood. De houtsnippers, waarboven het zout ten slotte door Ditzel gerookt wordt, zijn afkomstig van bomen die op Terschelling gekapt worden voor natuurvernieuwing.

Duurzaamheid begint bij jezelf, vindt Hans Ditzel en zijn hele bedrijf en producten ademen dat gedachtengoed. ‘Ik wil het denkpatroon van mensen veranderen. Goed beheer van onze omgeving is een voorwaarde voor ons eigen bestaan.’ Ditzel kiest daarom ook zijn afnemers zorgvuldig. Hij gaat alleen in zee met avontuurlijke en vernieuwende ondernemers, die net als hij gaan voor

duurzaam, authentiek en smaakvol. Als Ditzel in de jaren negentig werkloos op de bank komt te zitten door een oogziekte, begint hij (geïnspireerd door de techniek van zijn overgrootvader) met het roken van vis aan huis in een houten kast. Binnen een paar jaar heeft hij een vaste klantenkring opgebouwd en is zijn afzet groeiende. ‘Toen kwam ik voor de keus te staan: investeren en verder groeien of inkrimpen en aan huis blijven roken.’

Met de vele ideeën in het vat en het gerookte zout in ontwikkeling was inkrimpen voor Ditzel geen optie. En zo gebeurde het dat hij in 2007, op zijn 65e verjaardag, zijn bedrijf Het Olde Ambaecht inschreef bij de Kamer van Koophandel. Alle investeringen die Ditzel nadien deed, kwamen uit eigen zak. ‘Want welke bank financiert er nu een eenmanszaak van een pensioengerechtigde?’ In 2015 zijn al die grote investeringen teruggewonnen en maakt Ditzel zijn bedrijf klaar voor een toekomstige overname. ‘Nu alleen nog iemand vinden met eenzelfde passie voor roken.’

Bel A2 Acquisitie & Advies 023-5260405 of 06-27097779 voor alle informatie of mail naar: ron.degraaf@xs4all.nl

Voor de mooiste vakanties, de leukste arrangementen en de meest bijzondere evenementen... vvvameland.nl - 0519-546546

Groene Eenvoud

• natuurrijke tochten op Oostwad en Lauwersmeer

• excursiereizen Rottumeroog

• Hotel Engelsmanplaat, droogvallen en overnachten

• logies aan boord in Dokkumer Nieuwe Zijlen sfeervol schip in een prachtig decor...

zeilen en diepgang www.degroeneeenvoud.nl - tel. 06-493 592 98

VVV•Adv•Wadwijzer•2014•50x70.indd 1 19-02-14 09:15

• Trouwen op het Wad

• Het leukste weekendje naar de eilanden met je vrienden, familie of collega's

• Scheepsmenu: Vers, Groen & Waddengoud

WADDENmagazine, december 2014, nummer 4. Verschijnt 4 keer per jaar. Uitgave van de Waddenvereniging.

Hoofdredactie:

Eindredactie: Fanny Glazenburg, Daniël Mulder

E-mail: info@waddenvereniging.nl. ISSN 0 166-4824

Redactie: Corina van der Meulen, Lidewij Kemme, Frank Petersen, Jojanneke Drijver, Marrit van den Akker, Marcus Werner

Idee en concept:

Vormgeving:

Druk:

Advertenties: Tel. 023 - 526 04 05. E-mail: ron.degraaf@xs4all.nl

Plaatsing van artikelen van niet-redactieleden behoeft niet te betekenen dat de vermelde meningen en beweringen het inzicht van de redactie weergeven. Overname van artikelen na overleg met de hoofdredactie.

Waddenvereniging

Postbus 90, 8860 AB Harlingen Droogstraat 3, 8861 SR Harlingen Tel. 0517-493693, fax 0517-493601

E-mail: info@waddenvereniging.nl

www.waddenvereniging.nl

Bankrekening: NL83 RABO 0342 4256 33

BIC: RABONL.2U

De Waddenvereniging stelt zich ten doel het waddengebied te beschermen en te behouden voor de

Het werk van de Waddenvereniging wordt gesteund door de Nationale Postcode Loterij.

De ledenraad van de Waddenvereniging heeft een zware adviesfunctie. De maximaal 25 leden worden benoemd tijdens de Algemene Ledenvergadering. Hun zit tingsduur is maximaal 2 keer 4 jaar.

Samenstelling: De samenstelling van de ledenraad is, op grond van betrokkenheid en deskundigheid, evenwichtig. De leden zijn geografisch verspreid over Nederland.

De ledenraad komt ten minste tweemaal per jaar bi jeen en krijgt ondersteuning vanuit het bureau van de vereni ging. De raad adviseert in ieder geval over de begroting, de jaarrekening, het jaarverslag en het beleidsplan. Daarnaast adviseert hij het bestuur en de ALV gevraagd en ongevraagd over alle andere zaken.

De ledenraad kent verschillende adviesgroepen waarin leden van de raad zitting hebben, zoals:

• Ecologie en gezondheid

• Ruimtelijke ordening en geologie

Organisatie, begroting, fondsenwerving en jaarstukken Communicatie, zichtbaarheid

Dagelijks bestuur: Het dagelijks bestuur bestaat uit: Jan Castelein (jja.castelein@gmail.com / 026-4742577), Wietske Jonker-ter Veld (wlterveld@hotmail.com / 0592-541762), secretaris Leden van de ledenraad 2013-2014: Boomsma, Maaike van Boven-Klunne, Peter de Groot, Hanneke Heerema, Hans Hiemstra, Rudy de Hoog, Foppe Huitema, Sergej Koopmans-Molenveld, Hans van der Kooi, Rosalie Martens, Frank Speel, Gerard van Vliet, Chris Weijer, Astrid van de Weijenberg Meer weten over de ledenraad? Stuur een e-mail naar een van de bestuursleden van de ledenraad of neem tele fonisch contact op.

TONZON Vloerisolatie Een slim idee!

Zachte of strenge winter?

“Wij

wonen nu altijd comfortabel”

Meer wooncomfort en hoog financieel rendement op uw spaargeld!

TONZON Thermoskussens hebben een bijzonder isolerend effect waardoor de vloer warmer wordt dan bij alle andere soorten vloerisolatie. Dankzij deze warmere vloer krijgt u meer wooncomfort en stookt u minder waardoor ook de energie besparing hoger is. De gemiddelde besparing bedraagt 15% tot 20% bij gewone woningen. Bij woningen met vloerverwarming kan dit oplopen tot wel 40%.

De Thermoskussens worden gecombineerd met een stevige Bodemfolie zodat ook vocht uit de kruipruimte voorgoed verleden tijd is. Diverse reumapatiënten melden spontaan dat klachten verminderen door het warmere en droge klimaat onderin de woning.

Vloerverwarming Reageert uw vloerverwarming traag? Met TONZON Vloerisolatie blokkeert u het warmteverlies en

bespaart u tot wel 40% op uw stookkosten.

Heel betaalbaar

TONZON vloerisolatie is bovendien heel betaalbaar waardoor het rendement extra hoog is. Richtprijs all-in TONZON vloerisolatie:

- 50m 2: E 1.850,- - 30 m 2: E 1.325,-

• T: 0900 - 28 66 966 (E 0,10 p/min)

• E: info@tonzon.nl • www.tonzon.nl

Bekijk de mogelijkheden voor u en vraag een gratis offerte aan. www.tonzon. nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.