WADDEN
MAGAZINE OVER HET WADDENGEBIED
Viswachter Arjan Postma 'De Vismigratierivier is bijzonder' De waterjagers Jachttactieken van dieren
Viswachter Arjan Postma 'De Vismigratierivier is bijzonder' De waterjagers Jachttactieken van dieren
De mooiste snorkelplekken Havens zijn hotspots van leven
Wij zijn trots dat we de vrijwilligers van de Waddenvereniging mogen aankleden. Vrijwilligers die duizenden Wadden liefhebbers jaarlijks laten genieten van vele excursies op en rond het Wad. Een prachtig initiatief en een mooie samenwerking.
Genieten in de mooiste vakantieverblijven!
Tijdens een overtocht naar een van de eilanden steekt misschien een zeehond nieuwsgierig zijn kop boven water, zie je een sterntje met een sierlijke duikvlucht een visje verschalken of tekenen zich aan de horizon de donkere contouren van mosselbanken af. Maar veel van de natuur die de Waddenzee zo uniek maakt, blijft voor de doorsnee bezoeker grotendeels verborgen. Daarom nemen we u in dit nummer mee onder water. Naar de kleurrijke zakpijpen en zeeanemonen die je al snorkelend in de jachthavens kunt bewonderen, de enorme riffen van kokerwormen, die afgelopen zomer onverwacht werden aangetroffen en de wereld van haaien en roggen, die zich in de Waddenzee steeds beter thuis voelen. De wisseling van de seizoenen is ook onder water merkbaar. We zetten de belangrijkste veranderingen op een rij en proberen een antwoord te geven op de vraag hoe al die dieren onder water hun prooien weten te bemachtigen. Deze, niet zichtbare, onderwaternatuur staat ook onder druk. In het Eems-Dollard estuarium bijvoorbeeld, waar ondanks alle goede bedoelingen van de betrokken instanties de enorme vertroebeling nog steeds zijn tol eist. Gelukkig lijkt de Vismigratierivier bij de Afsluitdijk werkelijkheid te worden. Viswachter Arjan Postma legt nog eens uit waarom dit project voor de onderwaternatuur zo belangrijk is. Wilt u de locatie van de Vismigratierivier zelf bezoeken? Kom dan op 28 mei naar de algemene ledenvergadering op Kornwerderzand.
Hans Revier Hoofdredacteur
04 De beste snorkelplekken
Zien in de Waddenzee: anemonen, zeedahlia’s en meer
08 De jagers van de zee
Aanvalstactieken van dieren
14 Viswachter Arjan Postma ‘Ik ga mensen laten zien hoe bijzonder de Vismigratierivier is’
20 Pop-upriffen
Verrassende vondst: riffen van schelpkokerwormen
30 Op naar Kornwerderzand Kom zaterdag 28 mei naar de algemene ledenvergadering
32 Passie voor het wad Paddy Walker in de ban van haaien en roggen
35 Een jaar onder water Het wad van maand tot maand
FOTO’S COVER FOTO GROOT: ZIJN DE HAAIEN TERUG IN DE WADDENZEE?; PETER VERHOOG FOTO'S KLEIN: SARIS & DEN ENGELSMAN; MARCEL VAN KAMMEN/MOMENTS OF NATURE; HENK POSTMA
40 Troebel water Ondanks 53 maatregelen blijft de Eems troebel
RUBRIEKEN
17 Waddenshoppen
18 Deining Actie, actualiteit en nieuws
23 Wad4U Knutsel een onderwaterkijker
27 Column Arjan Berkhuysen Heimwee naar slootjes
NIEUWE SERIE
28 De smaak van de Wadden Wilde oesters
42 Geniet Wad Boeken, kunst, eten, apps, uittips en meer
46 Wad 500 Club Ondernemers verzilveren kansen deze keer: recreatiebedrijf Neptunus
47 Colofon
Ilse Scholten komt na haar eerste snorkelervaring enthousiast weer boven water.
Onderwater zie je tal van anemonen, sponsen en zeedahlia's.
DE MOOISTE
SNORKELPLEKKEN
VAN DE WADDEN
Op palen en stenen waar mosselen, oesters en andere schelpdieren zich vestigen, zie je nog veel meer bijzondere soorten zoals sponsen, wieren en anemonen.
Zeedahlia’s, zeeanemonen en vlokreeftjes, het kleurrijke onderwaterleven van de Wadden beleef je optimaal door te snorkelen.
TEKST: MARRIT VAN DEN AKKER FOTO'S: WERKGROEP EXCURSIES
Of duiklegende Jacques Cousteau de Wadden heeft bekeken, weten we niet. Maar hij zou het geweldig gevonden hebben, want wie op een mooie zomerdag een duikbril en snorkel opzet en te water gaat, ziet wat voor wondere wereld zich onder water bevindt. Om met Cousteau te spreken: Il faut aller voir oftewel ga en zie!
Leden van de Werkgroep Excursies (WEX) hebben ervaring met het snorkelen op de Wadden. ‘De eerste keer dat ik vanaf onze Nederlandse eilanden ging snorkelen, was ik verrast door alle kleuren en de diversiteit van het onderwaterleven. Ik had niet verwacht dat er zo veel te zien zou zijn’, vertelt Ilse Scholten (23) enthousiast. Ze graaft in haar geheugen en haalt de herinneringen terug aan haar eerste snorkelavontuur. ‘Het was een hele warme zomer. In de haven van Oudeschild op Texel gingen we te water vanaf de ponton die in de haven lag. Onder water is werkelijk iedere
In een klein aquarium worden de vondsten nog wat beter bekeken.
De wadgids toont een gewone zeester die tijdens het snorkelen is gevonden.
vierkante centimeter van de ponton begroeid met allerlei soorten.’
Wie goed kijkt…
Wadgids Scholten somt op wat ze zag: ‘Anemonen, sponzen zoals korst- en broodsponzen in fantastische kleuren oranje, roze, paars en geel. En verder wieren, zakpijpen, maar ook oesters, zeepokken en wandelende geraamtes. De wandelende geraamtes zaten er in groten getale. Geweldige diertjes! Komisch en bijna buitenaards door hun griezelige uiterlijk en maaiende bewegingen’, lacht de WEX-er. Haar collegagids Marloes van der Kamp (26) is een fervent snorkelaar. ‘Ik heb veel gesnorkeld op de Wadden en echt de mooiste dingen gezien. Mijn favoriete snorkelspot is de aanlegsteiger van De Vriendschap op Texel met uitzicht op Vlieland.’ Van der Kamp beschrijft dat dit een mooie plek is om te gaan snorkelen
De snotolf is de favoriet van wadgids Marloes van der Kamp.
Marloes van der Kamp dobbert nog even in het water, na een mooie snorkelsessie.
vanwege de ligging tussen de Noordzee en de Waddenzee. Het water stroomt daar relatief hard en is helder, waardoor het zicht heel behoorlijk is.
Heerlijk avondmaal
‘Aan de aanlegsteiger ligt een ponton en ik heb het idee dat die niet zo vaak wordt schoongemaakt. Hierdoor is de onderkant begroeid met wonderlijk zeeleven’, vertelt Van der Kamp. ‘De mosselen zijn erg groot en we hebben er dan ook heerlijk van gegeten met de andere wadgidsen. Een beter avondmaal kun je je niet wensen.’ Van der Kamp vertelt over de verschillende soorten die ze heeft gezien tijdens haar snorkelsessies. ‘Onder de ponton zag ik dat er van alles aan de mosselen zat gekleefd zoals zeerasp en zakpijpen. Vooral knotszakpijpen, doorschijnende zakpijpen, de ronde zakpijp en slingerzakpijpen kwamen voor.’ Tussen al deze zakpijpsoorten zag ze
ook zeeanemonen zoals de zeeanjelier en paardenanemoon. ‘En voor wie dan goed kijkt… Daartussen vind je bijvoorbeeld weer vlokreeftjes.’
WEX-er Gijs Haarman (29) heeft ook veel ervaring met snorkelen. Hij weet dat je beter kunt beginnen met snorkelen op een simpele plek, zoals in een haven onder drijvers of de stenen onderaan de dijk, bij opkomend tij. ‘Zeepokken en mosselen die opengaan, dat is al een prachtig gezicht.’ Hij zegt ook dat je mooi kunt snorkelen in de jachthavens, waarbij je moet opletten dat je niet tussen de boten gaat, maar juist op plaatsen waar de boten niet komen. ‘Op die manier heb ik nog nooit moeilijkheden met een havenmeester gehad en zie je de mooiste dingen, omdat op die luwe plekken het zand niet is opgewoeld. Dan heb je het beste zicht.’ In
In de buurt van steigers is een blik onderwater al spectaculair.
Gevonden soorten worden gedetermineerd met behulp van een veldgids of Wadwaaier.
Nodig voor een goede snorkelervaring:
■ Duikbril en snorkel
■ Wadwaaier of veldgids Flora en Fauna van de zee
■ Kleine microscoop (goed om de details te bekijken!)
■ Wetsuit is optioneel, maar wel aan te raden.
Ook te huur: Vlieland (www.surfschoolvlieland.nl), Terschelling (www.surfvillage.nl), Texel (www.surfschool-texel.nl en www.surfschoolfoamball.nl
€ 8,95 voor leden in de webwinkel (www.waddenvereniging.nl)
de jachthaven van Terschelling is het ook altijd goed toeven, vult Van der Kamp aan. Hier kun je veilig beginnen met snorkelen en zie je vooral vissen. In de jachthaven van Vlieland zwemt een grote groep harders. ‘Die zie je dan heel snel onder je wegzoeven, echt een heel mooi gezicht.’ Zelfs hangend vanaf de steigers kun je ze waarnemen, vertellen de wadgidsen. Nog niet toe aan een nat snorkelavontuur? Dan kun je dus ook met kleren aan vanaf de aanlegsteigers al behoorlijk wat zien.
‘Een van de mooiste dingen die ik tijdens het snorkelen heb gezien waren zeedahlia’s’, aldus Van der Kamp. Nadat we heel uitgebreid tussen de zakpijpen en andere anemonen hadden gezocht vonden we er een. Zeedahlia’s zijn hele grote anemonen met dikke tentakels die blijven plakken als je ze met je blote vingers aanraakt.’ Van
der Kamp vertelt dat ze in de haven van Vlieland tussen de mosselen en de wieren twee bijzondere visjes heeft gespot: de zeedonderpad en een snotolf. ‘Toen ik de snotolf vond was ik echt blij, dat is zo’n bijzonder visje. Hij maakt van zijn borstvinnen een zuignap, waardoor hij zich kan vastkleven.’ Ze heeft nog een andere favoriet: ‘Zeenaaktslakken vind ik echt fantastisch! Wist je dat ze kieuwen op hun rug hebben?’
En ze herinnert zich ineens nog iets geweldigs. ‘De egelslak! Je moet goed kijken om ze waar te kunnen nemen hoor! Maar dan heb je ook wel iets heel gaafs gezien.’
Scholten: ‘Ik raakte niet uitgekeken tijdens het snorkelen. Op een gegeven moment vergat ik de relatief lage temperatuur van het water!’ De WEX-ers vertellen dat ze zich tijdens warme zomers maar gewoon lieten opwarmen door de zon, maar dat
een wetsuit wel een echte aanrader is als de weersomstandigheden iets minder tropisch zijn. Ook Van der Kamp beaamt dat een wetsuit wat haar betreft geen must is, maar dat het je wel meer vrijheid geeft. ‘Zeker in stromend water koel je snel af, terwijl daar juist leuke dingen te zien zijn! Met een wetsuit aan weet je zeker dat je het even kunt volhouden.’ Hoewel de gidsen al aardig wat snorkelervaring hebben, concluderen ze dat ook het meest simpele zeediertje al interessant kan zijn. Scholten: ‘De soorten die je als wadgids veel ziet, zoals oesters en mosselen, beginnen bijna gewoon te worden, maar als je er tijdens het snorkelen met je neus bovenop zit, dan zie je hoe bijzonder ze eigenlijk zijn. Ik herinner me dat je tijdens het snorkelen bij open mosselen hele mooie franjes aan de randen ziet zitten en de sifons goed zichtbaar zijn.’ Dan gezamenlijk: ‘Je moet gewoon zélf gaan snorkelen.’
1. Haven van Oudeschild, Texel
2. Aanlegsteiger van De Vriendschap bij De Cocksdorp, Texel (niet voor beginners, vanwege de stroming)
3. Jachthaven Vlieland
4. Jachthaven Terschelling
De gewone zeester ligt maar op de zeebodem te liggen, zo lijkt het. Toch is deze in de Waddenzee zeer algemene zogeheten stekelhuidige een echt roofdier. Met behulp van ontelbare met water gevulde pootjes in groeven aan de onderzijde van zijn vijf armen kruipt hij over bodem, op zoek naar prooien. Mosselen bijvoorbeeld, die de zeester van ver ‘ruikt’. Zijn uitstulpbare maag werkt hij door een kier tussen de schelphelften naar binnen (waarbij de zeester vaak kracht zet om de mossel iets te openen), waarna het mosselvlees ter plekke verteerd wordt. Gewone zeesterren zijn met hun kruipsnelheid van zo’n twee centimeter per minuut en mosselconsumptie van één middelgroot schelpdier per dag minder geduchte roofdieren dan bijvoorbeeld krabben. Evengoed kunnen zij door hun aantallen flink huishouden op mosselbanken.
Een fraaie techniek van vogels om op prooien in zee te jagen is om met behulp van de zwaartekracht door het wateroppervlak te breken. Zij laten zich steil naar beneden vallen en dringen door de snelheid van hun val en gestroomlijnde houding een stukje door in het water. Noordse sterns zijn een prachtig voorbeeld. Vanaf enkele meters boven zee storten deze ranke vogels zich met gevouwen vleugels op vlak onder het zeeoppervlak zwemmende vissen als jonge haring en sprot. Om te mikken op de prooi, hangen Noordse sterns regelmatig even ‘biddend’ in de lucht. Vaak doen zij dit ‘getrapt’, door zich een stukje te laten vallen en lager verder te bidden. De strategie helpt vrijwel zeker in het richten van het geleide projectiel dat zij van zichzelf maken.
Kijken, jagen, toeslaan: het bestaan onder water draait om leven en dood. Van zeester tot zeenaald, ieder dier heeft zijn eigen aanvalstactiek.
TEKST: MARCUS WERNER
Duiktalent met kracht
Vogels zijn belangrijke consumenten van het onderwaterleven in de Waddenzee. Veel vogels eten bij laagwater van het rijke bodemleven. Bij hoogwater en op volle zee moeten andere soorten daarvoor eerst onder het wateroppervlak komen. Drijvende duikeenden, futen en aalscholvers werpen zich met de kop vooruit de diepte in. Door krachtig te peddelen met hun poten, blijven zij onder water en zwemmen verder. Futen en aalscholvers achtervolgen vissen. Diverse duikeenden
voeden zich met schelpdieren. De eidereend, de grootste eendensoort, jaagt op mosselen die hij van mosselbanken loswrikt. Op onderwatervideo’s is duidelijk te zien dat daar veel kracht bij komt kijken. Mosselen klitten aan elkaar met sterke draden. En heftig aan de schelpdieren trekkende en met hun poten trappelende eidereenden werpen onder water grote slibwolken op. Eidereenden kiezen dan ook mosselen van twee centimeter of groter, zodat het de moeite loont.
Eidereenden jagen op mosselen die minimaal 2 cm groot zijn
Hinderlaagjager
De meeste carnivore vissoorten laten één van de twee globale jachttechnieken zien. Makrelen bijvoorbeeld halen kleinere vissoorten simpelweg in. Dan telt snelheid. Dat is terug te zien in hun lichaamsbouw: een gestroomlijnde torpedovorm, met hoge sikkelvormige vinnen voor een snelle zwemslag. Vissen als wijtingen die dichterbij de bodem
en tussen obstakels jagen, moeten het meer van wendbaarheid hebben. Zij zijn veel minder gestroomlijnd, hebben brede vinnen en een relatief grote bek. Tegenover deze ‘achtervolgers’ staan de ‘hinderlaagjagers’. Vaak goed gecamoufleerd liggen die roerloos te wachten totdat een argeloze prooi in de buurt van hun bek komt. Dan slaan
zij vliegensvlug toe. De grote zeenaald, die in zeegrasvelden en tussen stenen leeft, is de ultieme hinderlaagjager. Met zijn bizarre langwerpige lijf is hij nauwelijks van een spriet zeegras te onderscheiden. Zijn stofzuigerachtige snuit en bek zijn precies dat: een stofzuiger die roeipootkreeftjes en kleine garnalen naar binnen zuigt.
Hij ziet er onschuldig uit, deze in zee levende neef van de landnaaktslak. Zijn knuffelbeestachtig uiterlijk en kleur, meestal gelig wit maar soms ook diep purperbruin, verhullen dat het hier gaat om een geslepen roofdier. De in de Waddenzee vrij algemene vlokkige zeenaaktslak eet uitsluitend zeeanemonen. Andere rovers in zee blijven daar meestal vanaf, vanwege de giftige netelcellen van deze holtedieren. De zeenaaktslak scheidt een speciaal slijm af, waardoor de netelcellen niet ‘vuren’. Volgens onderzoek haalt de vlokkige zeenaaktslak nóg een slimme truc uit met de netelcellen van de zeeanemonen die hij eet. Hij ‘leent’ de verdedigingscellen van zijn prooi. Verzameld in de puntjes van de ‘papillen’ op zijn rug, schrikken de netelcellen roofdieren van de naaktslak af.
Jacht op de tast
Met hun gestroomlijnde lichaam en sterke flippers kunnen de meeste zeehondensoorten snel vluchtende vissen achtervolgen. Dankzij hun grote ogen zien ze goed onder water en de bek is gemaakt om vissen te grijpen. De gewone zeehond jaagt in de Waddenzee voornamelijk op bodemvissen, zoals platvis. Uit onderzoek blijkt dat hij, in het vaak troebele waddenwater, deze relatief traag zwemmende prooien met zijn gevoelige snorharen op de tast vindt.
Wetenschappers ontdekten dat geblinddoekte zeehonden, die getraind waren om in een waterbassin de grootste van twee plastic schijven aan te wijzen, met gemak schijven uit elkaar hielden die maar 10 procent in grootte verschilden. Voor hoger in het water zwemmende vissoorten zijn de snorharen nauwelijks van nut. Dan moet de gewone zeehond het hebben van zijn snelheid en onderwaterzicht. Zelfs zeer snel zwemmende harders krijgt hij te pakken.
Een van de meest rechttoe rechtaan jachttechnieken van alle onderwaterjagers van de Waddenzee is die van de meloenkwal. Dit tot vijftien centimeter grote doorzichtige dier, met inderdaad de vorm van een uitgerekte meloen, is eigenlijk een ribkwal. Ribkwallen bewegen zich met kammen trilharen, die dwars staan geplaatst op de in lengterichting van het dier lopende ‘ribben’. Ritmisch ‘roeiend’ wekken die een achterwaartse waterstroom op. Door breking van het licht op de zeer fijne haartjes ontstaan vaak iriserende patronen. In feite doet een meloenkwal niets anders dan blind door het water zwemmen totdat hij tegen een prooi aanbotst. Vaak zijn dit zeedruiven, ribkwallen die nauwelijks kleiner zijn dan de gemiddelde meloenkwal. De meloenkwal klapt zijn enorme mond open, waardoor een naar binnen gerichte waterstroom ontstaat die de prooi naar binnen zuigt. De meloenkwal is een zwemmende muil.
Arjan Postma aan het werk als Nationale
Viswachter tijdens de Dubbele Afsluitduik op nieuwjaarsdag.
Arjan Postma (1968) studeerde geschiedenis, maar kwam er al snel achter dat hij eigenlijk liever buiten wilde zijn. Hij werd boswachter voor Landschap Noord-Holland. Jarenlang deed hij zijn werk met groot plezier, maar gaandeweg veranderde zijn werk. Hij koos ervoor om freelance boswachter te worden. Bij het grote publiek is Postma vooral bekend vanwege zijn optredens bij De Wereld Draait Door en RTL Late Night. Al tien jaar maakt hij het tv-programma Natuurlijk Noord-Holland op RTV Noord-Holland. In 2014 publiceerde hij zijn eerste boek: Buiten! In 2015 verscheen Buiten met je hond, waarin Postma vertelt hoe je van je wandeling een avontuur maakt. Dit jaar begint hij met het geven van theatercolleges en is hij uitgeroepen tot Nationale Viswachter.
Boswachter en tv-bekendheid Arjan Postma zet zich namens de Waddenvereniging in als Nationale Viswachter. ‘Ik ga mensen laten zien hoe mooi de onderwaternatuur is en hoe bijzonder de Vismigratierivier.’
TEKST: MARRIT VAN DEN AKKER TFOTO'S: SARIS & DEN ENGELSMAN
We rijden door het Noord-Hollandse landschap, ergens tussen De Rijp en Krommenie. Arjan Postma (48) kijkt onder zijn schipperspet door naar de donkere luchten die zich hebben samengepakt boven het polderlandschap. ‘Ik denk niet dat het nog droog wordt vandaag, maar zo ziet het er toch ook schitterend uit?’, zegt de enthousiaste West-Fries terwijl de regen op de autoruiten striemt. Zijn hondje Skipper leunt met zijn voorpootjes op het dashboard, z’n achterpoten staan op de bijrijdersstoel. ‘Hij navigeert ons de goede kant op’, zegt Postma hard lachend. ‘Het is zo’n trouw beessie, ik kan echt niet meer zonder hem.’
Postma groeide op in het Noord-Hollandse landschap. Hij studeerde een blauwe maandag geschiedenis, maar werd uiteindelijk boswachter en schuift geregeld aan bij De Wereld Draait Door en RTL Late Night ‘Als je aan me vroeg wat ik wilde worden, dan antwoordde ik als kind: diepzeeduiker of boswachter’, aldus Postma. ‘Maar als je gaat puberen vergeet je dat soort dingen.’
Landschap is een boek
Boswachter worden ging niet eenvoudig. ‘De spoeling is dun, de banen als boswachter liggen niet voor het oprapen, dus heb ik er alles aan moeten doen om toch daar
terecht te komen. Maar mijn droombaan als boswachter veranderde in de loop der jaren behoorlijk van werken in het veld naar veel computerwerk op een kantoor en dat is niks voor mij.’ Hij besloot te stoppen en werd ‘freelance boswachter’, zoals hij het zelf noemt. ‘Ik geef nu excursies voor en door heel Nederland. Ik zie de parallel met een geschiedenisboek, want je kunt het landschap pas begrijpen als je de geschiedenis kent. Ik lees als het ware voor uit een boek als ik over het landschap vertel tijdens een excursie.’
Eerste viswachter
Via zijn connecties met RTV Noord-Holland werd Postma steeds meer gevraagd voor televisieprogramma’s. Zijn duidelijke manier van spreken is mediageniek en zijn houding ‘lekker nuchter’. Postma weet wel waarom dat aanslaat bij een groot publiek. ‘Mensen vinden het leuk dat ik dingen gemakkelijk en helder kan vertellen. En ik straal uit dat ik dat fijn vind om te doen. Ik hoef niet bang te zijn dat ik verander in een verwende personality, want ik kom uit de Zaanstreek. Mijn omgeving is zo nuchter, er verandert niet veel als je bekend wordt.’ En nu is hij dus de eerste Nationale Viswachter van Nederland. Met zijn kenmerkende enthousiasme gaat hij
‘Mensen kennen mij nu als de boswachter die aan tafel zit bij RTL Late Night of De Wereld Draait
Door. Daar krijg ik de kans om iets interessants te vertellen aan een groot publiek’
>
‘Ik lees het landschap als een geschiedenisboek’
projecten van de Waddenvereniging op de kaart zetten. ‘Waar mijn interesse voor het waddengebied vandaan komt? Volgens mijn vader en moeder ben ik verwekt op Vlieland. Dan hoef ik niet heel veel meer te zeggen toch?’ Postma buldert van het lachen. Dan serieus: ‘Ik ben gek op vogels en plantjes, maar ik ben nog gekker op alles wat onder water leeft. Dat is mijn echte passie.’ Hij neemt een slok van zijn thee en vervolgt: ‘Met een waterig gebied maak je me gelukkig! Postma lijkt niet te stuiten: ‘Alle projecten rondom het water en de Wadden doen mijn hart sneller kloppen. Er gaan fantastische dingen gebeuren!’
Geheugen als een olifant
In de auto van Postma is het een chaos: zand, papiertjes, schroevendraaiertjes, een visnet..., maar Postma heeft alleen oog voor alles buiten de auto. ‘Kijk, een dodaars!’, roept hij ineens met een Zaans accent. In de Zaan, nabij Westknollendam, dobbert inderdaad een dodaars op de golfjes van de cacaoboot die net is gepasseerd. Postma is geen bioloog, geen vogelexpert of onderzoeker. Toch lijkt hij van alles verstand te hebben. ‘Ik word steeds meer gevraagd voor symposia, lezingen en projecten. Ik lees me in, luister naar andere mensen en ik heb gewoon een heel goed geheugen. Zo sprokkel ik informatie en
onthoud alles wat ik interessant vind. Verder leer ik graag en kan verbanden leggen, waardoor het verhaal duidelijk is en op zichzelf staat. Ik heb zo veel verhalen te vertellen en hoef echt niks voor te bereiden. Het floept er gewoon uit. Ik vertrouw op alles wat ik weet. De volgorde waarin ik dingen vertel maakt weinig uit.’
Zorgen voor, houden van De natuurfanaat legt uit dat hij zijn bekendheid nu daadwerkelijk kan inzetten voor een positieve boodschap: ‘Ik kan de Waddenvereniging op de kaart zetten en de geweldige projecten die nu in de steigers staan meer bekendheid geven. Ik ben ervoor om aandacht voor de projecten te vragen en ze in de media een plekje te geven. En ik ga ervoor zorgen dat we die aandacht vasthouden en dat mensen enthousiast blijven. Voor mij is een viswachter iemand die, net als een boswachter, beschouwend is. Een activistische houding, dat is niet echt iets voor mij. Ik vind het veel leuker om mensen te laten zien hoe mooi iets is. Mijn motto is daarom ook: zorgen voor begint bij houden van. Ik moet zorgen dat mensen van de natuur gaan houden. Zo zie ik het. Dan staan mensen vanzelf open voor alles waar de Waddenvereniging mee bezig is.’
Kinderboek “De Bodemschat” Een spannende dierenroman over het leven in de Waddenzee voor kinderen vanaf 6 jaar
Auteur: Judith van der Stelt
Prijs € 14,95
Macpac - Weka 24
Unieke Aztec rugzak met Waddenvereniging logo.
Beperkte oplage van 50 stuks.
Inhoud: 24 liter
Prijs € 99,95
€ 89,95
www. wadden vereniging .nl
De Waddenvereniging praat u bij over acties en actuele zaken rond het behoud van het waddengebied.
Vaker waddennieuws ontvangen? Een abonnement op de digitale nieuwsbrief is gratis: www.waddenvereniging.nl.
TEKST: RENATE DE BACKERE, JOJANNEKE DRIJVER, ESTER KUPPEN, ALLARD POLAK, HANS REVIER
Met de bekende Amerikaanse acteur George Clooney als eregast vond op 26 januari weer het Goed Geld Gala van de Nationale Postcode Loterij plaats. De Waddenvereniging ontving het fantastische bedrag van 500.000 euro. Door deze loyale steun van de Postcode Loterij, die vanaf 1997 de vereniging met substantiële bedragen ondersteunt, kan de Waddenvereniging zich blijven inzetten om het waddengebied zo goed mogelijk te beschermen.
Na het startschot van de Nationale Viswachter Arjan Postma doken op 1 januari bij Kornwerderzand op de Afsluitdijk ruim veertig enthousiaste deelnemers in de zoute Waddenzee en het zoete IJsselmeer. Met deze Afsluitduik vestigde de Waddenvereniging de aandacht op de Vismigratierivier. Een unieke vispassage dwars door de Afsluitdijk, die er in de nabije toekomst voor gaat zorgen dat trekvissen vrij heen en weer kunnen zwemmen tussen zoet en zout water.
Op de valreep van 2015 kende het Waddenfonds een belangrijke subsidie toe. De Waddenvereniging gaat, samen met onder meer de bekende filmmaker Ruben Smit en de Waddencentra op de eilanden, een educatieproject ontwikkelen dat scholieren meer bij het Werelderfgoed Waddenzee betrekt. Het project maakt gebruik van speciaal voor scholieren bestemd filmmateriaal en vormt een opmaat naar een grote bioscoopfilm die in 2018 in première gaat.
Medio april start de Waddenvereniging een campagne voor een goed beheer van de Waddenzee. Daarom zijn we op zoek naar uw ideeën om de Waddenzee beter en mooier te maken. Heeft u een concreet plan of idee? Mail het dan naar info@waddenvereniging. nl. Vanaf 15 april is ook de speciale website online.
Vele leden en sympathisanten geven de Waddenvereniging iets extra’s. De afgelopen maanden ontvingen we weer een tiental bedragen variërend van 20 tot 1.000 euro uit periodieke schenkingen en eenmalige donaties. Vaak was een jubileum of verjaardag de aanleiding voor de gift. Een schakelklas van de OSG Schoonoord in Zeist bleek na een strandopruimweekend op Schiermonnikoog € 674,18 aan sponsorgelden overgehouden te hebben.
Dit hebben zij overgemaakt aan de Waddenvereniging.
Van slagerij Van Es uit Utrecht ontvingen we € 947,20. De klanten betaalden dit in 2015 voor de plastic tasjes. En voor onze aanwezigheid op de Ladies Fair van Tuinland in Groningen, begin december, ontving de vereniging 1.500 euro. Al deze giften zijn een onmisbare steun voor ons werk. Alle gevers, ontzettend bedankt!
medewerkers van de Waddenvereniging over wat hun bezighoudt
Ester Kuppen, programmaleider ‘Goed Beheer’, werkt aan de verbetering van de Eems en de procedures rond de zoutwinning.
• Leeftijd: 36
• Burgerlijke staat: gehuwd, een zoon (3)
• Opgeleid als: milieukundige
• Woont in: Franeker
‘De Waddenzee heeft een beheerder nodig’
Al in 1255 beschreef men de stranding van een potvis bij Stavoren. Regelmatig zijn de afgelopen eeuwen potvissen in Nederland gestrand. Maar afgelopen januari waren het er wel erg veel. Maar liefst vijf op het strand van Texel. Namen ze de verkeerde afslag en kwamen ze in de voor potvissen te ondiepe Noordzee terecht? Of speelden er andere oorzaken? Onderzoek aan de kadavers moet daar uitsluitsel over geven.
‘In 2006 heb ik bij de Waddenvereniging gesolliciteerd omdat ik in mijn werk idealistischer bezig wilde zijn. Ik kan ontzettend genieten van de natuur en wil die zo goed mogelijk beschermen. Alleen, in Nederland zijn we met zo veel mensen, dat we voortdurend moeten opletten om de natuur in stand te houden. Ik werk aan een aantal erg taaie dossiers zoals de verbetering van de Eems. De realiteit is dat je daarin maar stukje bij beetje winst boekt. Als ik moedeloos dreig te worden van al dat overleg, dan helpt het om het gebied in te gaan en weer te zien waar je het allemaal voor doet. De Waddenzee lijkt in de vergaderzaal vaak ver weg. Ik ben er best trots op dat we de boel rond de Eems in beweging hebben gekregen. Bij de start van de campagne zag het daar niet naar uit. Maar je moet ergens aan beginnen omdat je het belangrijk vindt. Als ik het voor het zeggen had zou er voor de Waddenzee snel één beheerder komen. Met hart voor het gebied, alles in één hand, van het verlenen van vergunningen, begeleiding van recreanten tot het optreden bij een ramp, en alles daar tussenin.’
3000 individuele wormen kunnen worden aangetroffen op 1 m2 rif.
JONG & OUD
De gevonden riffen liggen ten noordoosten van Holwerd. De schelpkokerworm bewoont daar zijn kokertje bij zowel eb als vloed. Bij laagwater zal hij zich diep in zijn koker terugtrekken tot het volgende getij. Bij vloed komt het diertje hoger in de koker en steekt het de tentakels in het water om voedsel te verzamelen. Een opmerkelijk detail is dat de gemiddelde levensduur van het beestje verschilt per regio. In Frankrijk is er een gerapporteerde levensduur van drie jaar. In de Waddenzee leeft het diertje één tot twee jaar.
In het Belgische deel van de Noordzee wordt de levensduur geschat op één jaar.
Wetenschappers juichen. Recent zijn namelijk grote velden met schelpkokerwormen gevonden in de Waddenzee. Goed voor de soortenrijkdom. Maar niemand weet precies waarom deze velden vol zandtorentjes ineens opduiken.
TEKST: FRANK PETERSEN
Even voorstellen: de schelpkokerworm. Lengte: tussen de 15 en soms wel 30 centimeter. Leeft onder water in een zelfgemaakt kokertje van zand en schelpstukjes. Bovenop die koker zit een soort rafelige rand waarin de kop van het beestje zo’n beetje zit verstopt. Op die kop een bosje lange tentakels om kleine planktonalgen, eencelligen of dood organisch materiaal uit het water te vissen. Woonplaats: langs de hele Oost-Atlantische kust met een voorliefde voor een plek met zand en stroming. Alleen nauwelijks in de Waddenzee… Tot eind 2015. Toen deed de bemanning van het inspectieschip De Krukel een bijzondere vondst: tientallen riffen van schelpkokerwormen (Lanice conchilega) ten noordoosten van Holwerd. Sommige riffen waren meer dan 100 hectare groot. ‘De laatste twintig jaar hebben we deze hoeveelheid schelpkokerwormen niet gezien. Een mooi gezicht bij laagwater, tal van vogels eten op en langs de riffen’, vertelt Arjen Dijkstra, schipper van De Krukel.
Zachte winters helpen
Na lang afwezig te zijn geweest is de schelpkokerworm terug, zo lijkt het. Toch noemt Norbert Dankers, ecoloog bij IMARES op Texel schelpkokerwormen een heel normale soort voor de Waddenzee. ‘Hij houdt van zand. Tussen die kokertjes sedimenteert veel zand en lokaal kan in één seizoen het wad op die plek wel 30 centimeter worden opgehoogd.’ Vooral de hoeveelheid wormen en riffen zijn opmerkelijk, toch is Dankers niet erg verbaasd over de vondst. ‘Ik ken dit verschijnsel van alle zandige platen. In het ene jaar zie je het meer dan het andere. Maar nu waren de bulten wel erg groot en hoog’, beaamt hij. Hoe die grote hoeveelheid ontstaat kan ook Dankers niet precies verklaren. Hij houdt het voorzichtig op een samenloop van omstandigheden en wijst erop dat er twee opeenvolgende zachte winters (de schelpkokerwormen kunnen slecht tegen koude) zijn geweest.
IJsgang op zee staat bijna gelijk aan een doodvonnis voor het beestje. Daar zijn de kokertjes niet tegen bestand. Maar met nog een warme winter hebben mosselbroed, babyvisjes en jonge garnaaltjes meer veilige plekjes in de Waddenzee om op te groeien of te hechten.
Wormriffen zorgen voor een hoge soortenrijkdom
Verrassing op zee
Bart de Smet, bioloog aan de Universiteit van Gent, deed zijn promotieonderzoek naar dit onderwaterdiertje. Hij was verrast door de vondst. ‘Heel fijn om te horen dat er grote riffen met schelpkokerwormen zijn aangetroffen in de Waddenzee. Toen ik meer dan vier jaar geleden startte met mijn onderzoek ging ik verschillende keren op zoek naar deze riffen in de Waddenzee. We vonden de meeste bij Ameland, maar er was toen geen sprake van ‘riffen’. De aantallen waren te laag. Uiterst interessant dus om te horen dat dat nu wel het geval is!’ De Smet kent, net als de Nederlanders, geen aanwijsbare oorzaak voor het plotselinge verschijnen van deze grote riffen. ‘Mijns inziens is het een samenloop van omstandigheden, maar de zachte winters zullen hier zeker een groot aandeel in hebben. Het blijft echter nog grotendeels
een raadsel waardoor er plots grote riffen kunnen worden gevormd.’
Ingenieurs van het wad
De oorzaak mag onbekend zijn, het belang van de vondst is klip en klaar voor de wetenschappers. De Smet: ‘Ik kan de aanwezigheid van de schelpkokerwormriffen alleen maar toejuichen. Net als ik hebben verschillende wetenschappers aangetoond dat het voorkomen van de wormriffen gunstig is voor bodembewonende dieren en dat ze zorgen voor een hogere soortenrijkdom.’ Gunstig voor het ontstaan van nieuwe mosselbanken dus. Maar er is meer, zegt De Smet. ‘Recent onderzoek wijst uit dat ook commercieel interessantere soorten, zoals platvissen en garnalen, worden aangetrokken door de riffen. Dit is te verklaren doordat vissen en garnalen enerzijds worden aangetrokken door die
grote aantallen bodembewonende dieren, waarmee ze zich voeden, anderzijds vinden ze er een beschermde omgeving waar ze veiliger zijn voor hun vijanden.’ Met al die kokertjes verandert de schelpkokerworm zijn directe omgeving, legt De Smet uit. ‘En daarmee dus ook die van andere organismen. De wormen worden daarom als belangrijke ‘ecosysteemingenieurs’ beschouwd.’
De vondst in de Waddenzee is illustratief voor een ander kenmerk van deze wormriffen. De Smet: ‘In Europa werden tot nu toe de grootste riffen aangetroffen in de baai van de Mont Saint-Michel (Frankrijk). In 2008 was de rifzone daar nog zo’n 105 hectare. Daarna nam het oppervlak sterk af en was zelfs zo goed als verdwenen. Die riffen kunnen heel snel opduiken en weer verdwijnen, zonder dat we er echt een goede verklaring voor hebben.’
HEB JE EEN VRAAG, OPMERKING, GOED IDEE? SCHRIJF, BEL OF MAIL NAAR: WADDENVERENIGING
POSTBUS 90, 8860 AB HARLINGEN TEL.: 0517-493693 E-MAIL: INFO@WADDENVERENIGING.NL
WIL JE DE DIGITALE JEUGDNIEUWSBRIEF ONTVANGEN? MAIL JE E-MAILADRES NAAR JEUGD@WADDENVERENIGING.NL
TEKST EN FOTO'S: IRIS VAN DER LINDEN
RUIM BAAN VOOR DE JEUGD! ALTIJD IN HET HART VAN HET WADDENMAGAZINE: VIER JEUGDPAGINA’S. DAT GEEFT JONGE (EN ÓÓK OUDERE) LEDEN DE KANS EVEN SNEL WADDENINFORMATIE TE TANKEN.
In de Waddenzee krioelt het van leven. Maar wanneer je in de zee zwemt, kun je niet alles zien. Met je eigen onderwaterkijker kan dit wel! Kijk maar eens wat voor planten en dieren je onder een steiger in een haven tegenkomt, neem eens een kijkje onder water in zee langs het strand of in het slootje bij je in de buurt. Zo maak je in zes eenvoudige stappen je eigen onderwaterkijker.
Oude plastic fles • Schaar •Elastiek • Schuurpapier • Huishoudfolie •
1 Maak de oude plastic fles schoon en haal de dop eraf.
2 Knip met een schaar het onderste stuk van de fles af. Lukt het niet? Vraag dan even of iemand een gat wil maken met een stanleymes.
3 Maak met een stukje schuurpapier de randen minder scherp.
4 Rol een stuk doorzichtig huishoudfolie uit. Zet de kant die je net geschuurd hebt op het stuk folie. Zorg ervoor dat je genoeg folie hebt, zodat je het om de fles heen kunt wikkelen.
5 Wikkel de huishoudfolie om de fles.
6 Doe het elastiek om de huishoudfolie. Hoe breder het elastiek, hoe beter. Is je elastiek te groot? Wikkel hem dan twee keer om de fles.
Zo, je onderwaterkijker is klaar voor gebruik! Hou hem met de foliekant naar beneden onder water en kijk door de opening. Wat zie je allemaal?
Zou jij graag willen zien wat er onder water allemaal voor dieren leven, maar wil je niet nat worden? Dat kan! Op verschillende plekken in Nederland kun je namelijk een kijkje nemen in de wereld van onderwaterdieren. Daar leven de dieren in een aquarium, een enorme glazen bak met water, aangepast aan hun eigen leefwereld onder water. Wij hebben voor jou een top 5 gemaakt van leuke aquaria om te bezoeken!
1 Zeeaquarium van Ecomare op Texel
Ecomare heeft onder de grond een zeeaquarium gebouwd! Hier leven zeesterren, schaaldieren en schelpdieren. Je kunt hier kokkels en mossels zien. En je komt erachter welke dieren in de open zee leven en welke in de havens. Ze hebben ook een zeehond- en een bruinvisaquarium. Ga eens bij de onderwaterramen kijken van de bruinvissen, misschien willen ze wel met jou spelen! www.ecomare.nl.
2 Fort Kijkduin in Den Helder
In Fort Kijkduin kun je onder water lopen! In een hele lange tunnel is een aquarium gemaakt, het lijkt net of je onder water loopt. In het fort hebben ze nog meer aquaria. Je kunt er zien hoe het getij werkt, hoe het leven van een paling is en welke schutkleur roggen hebben. www.fortkijkduin.nl.
3 Muzeeaquarium in Delfzijl
In een oude betonnen bunker uit de Tweede Wereldoorlog staan…
aquaria! Dat had je niet verwacht, hé? De muren van de bunker zijn wel twee meter dik! Dit geeft de ruimte een hele spannende sfeer. In een van de aquaria zwemmen zeenaalden. Zij leven tussen wieren en zeegras en ze eten kleine kreeftachtige en vislarven. Zeenaalden kauwen niet, ze zuigen hun eten naar binnen. www.muzeeaquarium.nl.
4 Arsenaal in Vlissingen
In het Arsenaal zijn twee hele grote aquaria te zien met dieren uit de Noordzee. De ramen van het aquarium zijn wel 8 meter lang! Dat zijn 8 hele grote stappen achter elkaar. In dit aquarium leven haaien, pijlstaartroggen, stekelroggen en horsmakrelen. Ze hebben in het Arsenaal ook nog een zeelab! In het zeelab staan ronde aquaria, hier worden jonge dieren geboren zoals de hondshaai, stekelrog en inktvis. www.arsenaal.com.
5 Neeltje Jans in Vrouwenpolder
Bij Neeltje Jans hebben ze het grootste aquarium van heel Zeeland. In het aquarium wonen krabben, kreeften en roggen. Weet jij waarom het Neeltje Jans heet? Vroeger lag er een zandplaat waar de rivier de Oosterschelde in zee stroomde. Ooit is een boot op die zandplaat vast komen te zitten. De naam van de boot was Neeltje Jans. www.neeltjejans.nl.
Moeten we het wad meer virtueel beleefbaar maken, vraagt Arjan Berkhuysen, directeur van de Waddenvereniging, zich af.
Als kind kon ik uren in slootjes kijken. Ik zag stekelbaarsjes, rare insecten, kikkers, bloedzuigers en nog veel meer. Ik voelde me verbonden met die onderwaterwereld en met het gras en de zwarte aarde waarop ik net had gelegen. Een mix van je thuis voelen en levenslust, wat ik soms ook heb wanneer ik op een vroege ochtend het wad op loop of als ik bepakt met rugzak naar nieuwe werelden reis. Dat ik in mijn leven over de hele wereld heb gewerkt en mij ben gaan inzetten als natuurbeschermer heeft ongetwijfeld te maken met het gevoel waarmee ik werd beloond tijdens het turen in het water. Een collega wees mij onlangs enthousiast op een nieuwe trend. Met een soort afgesloten bril kun je, in combinatie met een koptelefoon, in een nieuwe wereld stappen. Een tijdje geleden stond ik ook zo virtueel op een richel van een berg. Het gevoel dat je in de afgrond keek was levensecht, niet fijn voor iemand met enige
hoogtevrees. ’Wat gaat deze techniek betekenen voor het wad’, vroeg mijn collega. Moet de Waddenvereniging het enthousiast omarmen en virtuele belevingen mogelijk maken vanuit het perspectief van een scholekster, een kokkel of een garnaal? Missen we anders de boot? Ik voel weerstand. Is de waarde van dit gebied niet juist dat de kleine ontdekkingen die je doet de jouwe zijn. Heb ik last van heimwee naar slootjes, waar ik langs de kant de aarde rook en het gras onder mijn buik voelde kietelen? Of is het een blessing in disguise? In de komende jaren zullen wij hier meer over ontdekken. Samen met filmmaker Ruben Smit werken we in ieder geval aan een educatief pakket voor de Wadden en bekijken we de mogelijkheden van virtual reality. En als we de boot dan toch missen, nou ja, Doeksen, TESO en Wagenborg varen voorlopig nog jaren door!
Eten wat het wad schaft. Dat is het motto van wadvisser Barbara Rodenburg.
Nu er steeds minder vis in de Waddenzee zwemt, richt ze zich op de waddenoester.
‘De oesters die wij hier hebben, groeien gewoon in het wild. Ze zijn zoals ze zijn: vol met mooi, stevig vlees en een ongecompliceerde, beetje zoetige smaak. Super!’
TEKST: JOJANNEKE DRIJVER FOTO'S: MERLIJN TORENSMA
Het is een koude, mistige zondagmiddag. Op de weg is het stil, maar langs de waddendijk in de visserijhaven van Lauwersoog staan plotseling rijen auto’s geparkeerd.
Mensen met enorme telelenzen op hun camera’s turen vanaf de dijk naar het wad. Twee zeehonden uit de zeehondencrèche Pieterburen hebben door het slik een spoor naar het water getrokken en duiken hun vrijheid tegemoet. Er klinken ingehouden juichkreetjes van het publiek. Dan gaan ze op in het grijs van de lucht en de zee.
Barbara Rodenburg heeft zo haar eigen kijk op zeehonden. Dat blijkt even later, wanneer we de gezellige warmte zijn binnengestapt van restaurant ’t Ailand, dat ze samen met haar partner Jan Geertsema runt. ‘Met duizenden tegelijk bewaken ze de zeegaten. Het is net alsof je overal wolven hebt zitten. En vissen zijn ook niet gek, die gaan verderop zitten. Zeker onze vissen, de harders, die hebben altijd al zeehonden gemeden. Er is geen harder meer te bekennen’, zegt ze nuchter.
Het is een feit dat het al jaren slecht gesteld is met de visstand in de Waddenzee. Rodenburg en haar partner proberen er
het beste van de maken. ‘Het is de natuur waarmee wij leven. Als wadvissers zijn we gewend om ons altijd aan te passen aan de omstandigheden. We moeten met de stroom mee en proberen te oogsten van wat er wel is. Er is nu weinig vis, maar er zijn heel veel strandkrabben, schelpdieren en zeewier.’ De focus is gericht op de wilde waddenoester. Sinds een paar weken heeft ’t Ailand een eigen EG-nummer, waardoor het mogelijk is oesters te verpakken en te versturen. ‘Straks kunnen we door heel Nederland oesters versturen. Nu al zijn er enkele restaurants die onze oesters afnemen. Gelukkig hebben we ook ons eigen restaurant en een plek waar we workshops geven om mensen kennis te laten maken met de oester. Zo zijn we heel erg bezig met het creëren van een nieuwe noordelijke oestercultuur.’
Voedsel voor het volk
Het is de eerste en enige keer dat Rodenburg het woord ‘nieuw’ in de mond neemt. Meestal gaat het over eeuwenoude tradities. Over het beroep: ‘Oogsten van het wad is onderdeel van onze cultuur. Het is zo oud als de Waddenzee zelf. Het vissen, het op zee zijn, het waddengebied: ik heb een supermooi beroep. Wij willen mensen
heel graag laten zien hoe mooi en waardevol ons beroep is.’ En over de oester zelf: ‘Oesters waren in veel gebieden langs de kust belangrijk volksvoedsel. Het was een makkelijk toegankelijke eiwitbron, omdat je er lopend naartoe kon. Nu zien heel veel mensen die op het wad komen de oesters wel liggen, maar weten niet goed wat ze ermee aan moeten.’
Rodenburg staat op en maakt met wat broodkruim, verse kruiden en olijfolie een bordje oesters klaar. Dat verdwijnt in de houtgestookte oven die in het restaurant staat en meteen voor warmte zorgt. Tien minuten later mogen alle gasten in het restaurant proeven. ‘Heel veel mensen denken dat je oesters alleen rauw kunt eten en dat staat ze tegen, maar wereldwijd zijn er heel veel oesterbereidingen. Gebakken in de oven stolt het eiwit en is het vlees helemaal niet meer slap en slijmerig.’ Dan, bedachtzamer: ‘Het is eigenlijk ongelooflijk wat hier zomaar spontaan groeit. Daar mogen we wel van genieten! Wat dat aangaat zijn we echt rijk. Alleen nu nog zien hoe we dat omzetten in reële rijkdom.’
Eetlokaal ’t Ailand in de visserijhaven van Lauwersoog is een restaurant, proeflokaal en streekwinkel waar je versgevangen vis en oesters kunt eten, maar ook workshops kunt volgen. Tijdens de oesterworkshop kun je zelf de verschillen proeven tussen de wilde waddenoesters en gekweekte Japanse oesters. Ook de inheemse platte oester komt aan bod. Je leert de kunst van het openen van rauwe oesters en hoe je op verschillende manieren oesters kunt bereiden. De opzet van de workshops is om de visser, viseter en verhalen van de visserij bij elkaar te brengen.
Normaal kost deze workshop € 65,- per persoon. Leden van de Waddenvereniging krijgen korting bij aanmelding met hun lidmaatschapsnummer en betalen slechts € 45,-. Ga naar www.wadvistochten.nl of www.ailand.nl voor meer informatie.
www. wadden vereniging .nl
Het bestuur heeft twee vacatures: de voorzitter en een bestuurslid. Voor de functie van voorzitter stelt het bestuur Kim Nieuwaal (41) voor. Hij is bestuurskundige en wetenschappelijk adviseur op het gebied van klimaatadaptatie. Voor zijn proefschrift analyseerde hij de mechanische kokkelvisserij en de gaswinning in de Waddenzee. Vanwege het aflopen van de bestuurstermijn van Jan Drent draagt het bestuur marien ecoloog Eelke Folmer (36) voor. Hij is werkzaam op het NIOZ en deed o.a. onderzoek naar steltlopers in de Waddenzee. Voor herverkiezing draagt het bestuur de huidige penningmeester Sietze Haringa voor. Meer informatie over de verkiezingsprocedure en de kandidaten staat op onze website. U bent natuurlijk ook van harte welkom uzelf kandidaat te stellen. Dat kan bij het secretariaat tot uiterlijk drie weken voor de ledenvergadering via info@waddenvereniging. nl of het postadres van het Waddenhuis in Harlingen. Kandidaatstellingen moeten door tenminste 19 leden schriftelijk worden ondersteund.
Dit jaar houdt de Waddenvereniging op zaterdag 28 mei de algemene ledenvergadering bij Kornwerderzand, de plek waar de Vismigratierivier moet komen. Op 28 mei 1932 werd het laatste gat in de Afsluitdijk gedicht. Nu, 104 jaar later, maken we de plannen rond om er weer een opening in te maken voor de Vismigratierivier. Niet de dijk, maar juist het leven onder water staat dan bij ons centraal.
TEKST: ARJAN BERKHUYSEN
Bij Kornwerderzand bundelen organisaties hun krachten voor een vernieuwde Afsluitdijk en bereiden zij naast een Vismigratierivier ook een beleefcentrum voor. Het tijdelijke kantoor op Kornwerderzand is de locatie voor de algemene ledenvergadering van de Waddenvereniging. In de ochtend vergaderen we kort over verenigingszaken. Daarna eten we een broodje en ‘s middags trekken we naar buiten voor excursies over de spannende plannen voor dat gebied, zoals de Vismigratierivier en de vele vormen van leven in het waddenwater.
De algemene ledenvergadering van de Waddenvereniging is op zaterdag 28 mei. Het bestuur bespreekt in de
ochtend de algemene verenigingszaken met de leden. Aan bod komen onder meer het inhoudelijk en financieel jaarverslag, de begroting, de organisatievorm van de vereniging, de adviezen van de ledenraad en de samenstelling van het bestuur. De definitieve agenda en de stukken voor het huishoudelijk deel worden voorafgaand aan de vergadering aan de deelnemers toegestuurd.
Meld u aan en kom ook
Aanmelden voor de ledenvergadering in de ochtend kan via www.waddenvereniging.nl of via 0517-493693. Het middagdeel is openbaar. De zaalgrootte is beperkt, dus wees er op tijd bij. Via www.waddenvereniging.nl en onze digitale nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden. Kom naar de algemene
Het huishoudelijk deel van de vergadering vindt plaats in het gebouw op Sluisweg 1a, Kornwerderzand. Er is een bushalte waar ieder uur een bus stopt.
• 10.00 - 12.30 uur: huishoudelijk deel.
• 12.30 - 13.30 uur: broodje ‘Wad met gatenkaas’.
• 14.00 -17.00: excursies, Vismigratierivier, beleefcentrum en onderwaterleven.
Voor leden en gezinsleden die ook donateur zijn, is deelname aan de vergadering en lunch gratis, mits u zich van tevoren heeft aangemeld. Bijwonen van de excursies is openbaar en gratis. Aanmelding van tevoren wordt op prijs gesteld.
‘Haaien
GEVLEKTE GLADDE HAAI
• Voorkomen: Noordzee, Atlantische oceaan, Waddenzee.
• Lengte: maximaal 1,5 meter, in Noordzee meestal rond 30 centimeter.
• Leeftijd: tot minstens 18 jaar.
• Leefgebied: zeebodem dichtbij kust, tot een waterdiepte van 100 meter.
• Voedsel: krabben en heremietkreeften.
• Voortplanting: levendbarend.
• Draagtijd: circa een jaar, 4 tot 20 jongen worden in ondiep water geboren.
• Herkenning: lichte ‘sterretjes’ op rugzijde, kegelvormige tanden.
De van oorsprong Britse biologe Paddy Walker (1959) raakte van jongs af aan geïnteresseerd in het zeeleven: ‘Als kind bracht ik vakanties door in Cornwall.’ De ruige kust aan de zuidwestpunt van Engeland is een walhalla van rotspoeltjes vol krabben en met mosselen begroeide stenen. Nu doet ze onderzoek naar haaien.
TEKST: MARCUS WERNER
Als scholiere dacht Paddy Walker aan een studie diergeneeskunde. Het liep anders. Ze nam een ‘tussenjaar’ na de middelbare school en belandde in Amsterdam. Walker raakte verknocht aan Nederland en schreef zich in voor een studie zoetwaterbiologie aan de Universiteit van Amsterdam. Anders dan menig Nederlandse student moest Walker werken om haar studie te bekostigen, onder meer als corrector Engels. Na haar afstuderen kwam ze terecht bij het zoetwatervisserij-instituut OVB. Daar werd haar liefde voor veldwerk verder
aangewakkerd. ‘Ik was altijd buiten en werkte met vissers. Maar ik wilde toch door in het onderzoek.’ Bij toeval stuitte Walker op een promotieplaats voor onderzoek naar de populatieontwikkelingen van roggen in de Noordzee, aan zeeonderzoeksinstituut NIOZ op Texel. Walker solliciteerde en kreeg de baan. ‘Het onderzoek was me op het lijf geschreven! Roggen zijn prachtig. De kraakbeenvissen waartoe ze behoren, naast de haaien, bestaan bijna een half miljard jaar! Er zijn bijna duizend soorten, van maar een paar centimeter tot
• Voorkomen: Noordzee, Atlantische oceaan, Middellandse Zee, Waddenzee.
• Lengte: maximaal 2 meter, in Noordzee meestal rond 70 centimeter.
• Leeftijd: tot 60 jaar.
• Leefgebied: kustzeeën tot een waterdiepte van 150 meter.
• Voedsel: vis, inktvis, kreeftachtigen. Jonge dieren vooral bodemvis en kreeftachtigen; oudere exemplaren vissoorten hoger in het water.
• Voortplanting: levendbarend (eieren komen uit in lichaam vrouwtjes).
• Draagtijd: circa een jaar, 6 tot 40 jongen worden in ondiep water geboren.
• Herkenning: blauwgrijs tot lichtbruin, slanke bouw, achterste rugvin en anaalvin ongeveer even groot.
meer dan vijftien meter lang. Een ontzettend interessante diergroep.’
Honkvaste roggen
Walker berekende uit historische onderzoeksgegevens hoe groot de populaties roggen ooit waren. Vanaf de jaren ’60 werden er veel roggen gevangen, als bijvangst van de boomkorvisserij op schol en tong. Daarvoor werden destijds steeds zwaardere netten en krachtiger schepen ingezet. Walker bracht aan het licht dat soorten als vleet en stekelrog flink hadden te lijden van de visserijdruk. De overbevissing van toen is nog decennia merkbaar geweest. ‘Omdat roggen langzaam groeien en pas na minstens tien jaar geslachtsrijp zijn, herstelden de populaties maar langzaam, ook nadat de visserij-intensiteit afnam.’ Maar de achteruitgang lag niet alleen aan visserij:
Babyhaaitjes bij Waddeneilanden
‘Ook het verdwijnen van de zeegrasvelden in de Waddenzee, waar roggen ooit eieren afzetten, en afsluiting van de Zuiderzee speelden mee.’ Walker ontdekte dat roggen erg plaatstrouw zijn. ‘Dat maakt ze gevoelig voor plaatselijke overbevissing en achteruitgang van het leefgebied. Het goede nieuws is dat door die honkvastheid, er herstelkansen zijn door plaatselijk visserijmaatregelen te treffen en het leefgebied op te knappen.’
Na haar promotie werkte Walker onder meer als visserijbioloog bij de Waddenvereniging. Sinds 2011 is zij lector duurzame visserij aan hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Maar de kraakbeenvissen - elasmobranchen, voor wetenschappers - laten haar niet los. Als hoofd wetenschap van de
Uit kersvers onderzoek, samen met garnalenvissers uit het waddengebied, blijkt dat ruwe haaien zich hoogstwaarschijnlijk boven de Waddeneilanden voortplanten. Walker is er enthousiast over: ‘Zowel volwassen vrouwtjes als jonge haaitjes werden er vlak bij elkaar gevangen. Het kan haast niet anders dan dat ruwe haai-vrouwtjes hun jongen in de buurt krijgen.’ De ontdekking haalde het nieuws: ‘Verslaggevers vroegen of het nu wel veilig was om in zee te zwemmen.’ Walker, lachend: ‘Ik kon ze geruststellen, onze kleine haaien eten uitsluitend krabben en vissen’
Nederlandse Elasmobranchenvereniging werkt zij mee aan het Nederlandse haaien- en roggenonderzoek. Het gaat intussen beter met de haaien- en roggenstand: ‘Beroeps- en sportvissers vangen ze veel vaker.’ Om meer kennis te krijgen is bijvoorbeeld in 2012 het project SharkAtag van start gegaan, waarin sportvissers gevangen gevlekte gladde haaien gemerkt weer loslaten. Uit terugvangsten krijgen we informatie over groei en verspreiding.’ In een project samen met Waddenvereniging merken sinds 2015 garnalenvissers in het waddengebied ruwe haaien. Ook wordt er in samenwerking met vissers onderzocht hoe de bijvangst van roggen en haaien kan worden verminderd. Walker: ‘De terugkeer van haaien en roggen is belangrijk, ook in de Waddenzee, waar zij een deel van hun leven doorbrengen. Haaien, als roofvissen aan de top van de voedselpiramide, ruimen zieke en zwakke vissen op en houden zo het zee-ecosysteem gezond. En last but not least: roggen eten graag mosseletende krabben die mede de ontwikkeling van mosselbanken tegenhouden.’
via de website van Sportvisserij Nederland kun je voor € 1,- een zoekkaart haaien en roggen aanschaffen. www.sportvisserijnederland.nl.
VAN DE WADDENZEE
Net als het leven op het land wordt het leven in de Waddenzee beheerst door de vier seizoenen. Misschien nog wel meer dan op het land hebben temperatuur en zonkracht de regie over de jaarlijkse cyclus van planten en dieren. Maar ook de hoeveelheid voedingsstoffen speelt een bepalende rol. Het leven onder water, van maand tot maand.
In de prille eerste dagen van het jaar ligt de watertemperatuur rond de vier graden. Voedingsstoffen zijn er te over in het water, maar er is nog onvoldoende zonne-energie en het is te koud voor de groei van fytoplankton, de minuscule algen die als ‘primaire producenten’ aan de basis staan van de voedselketen. Toch is er aan het begin van het jaar onder water al veel aan de gang. Onderzoekers van zeeonderzoeksinstituut NIOZ op Texel ontdekten eind vorige eeuw iets bijzonders, toen zij half januari fijnmazige netten in de Waddenzee hingen. Steevast vingen zij honderdduizenden piepkleine nonnetjes
De kleine, tweekleppige schelpdieren leven als volwassene in de wadbodem en zijn geliefd als voedsel bij steltlopers. Het onderzoek leerde dat de allerjongste nonnetjes, geboren aan het eind van de voorgaande zomer, eerst leven op de hoge wadplaten, waar zij weinig vijanden hebben. Maar later verhuizen zij naar rijkere voedselgebieden van het lagere wad. Hoe zij dat doen? Hangend aan spinragachtige draadjes die door de extra wrijving in het stromende water werken als parachuutjes.
Verreweg de meeste onderwaterbewoners van de Waddenzee, of ze nou in, op of zwemmend boven de bodem leven, zijn ectotherm, zoals biologen dat noemen. Dat betekent dat zij niet zelf hun lichaamstemperatuur kunnen regelen, zoals vogels en zoogdieren. Allerlei processen in levende cellen, zoals de ademhaling, zijn afhankelijk van temperatuur. Bij elke 10 °C opwarming, verdubbelt ongeveer hun snelheid. Het zuurstofverbruik van strandkrabben ,
die in de geulen van de Waddenzee overwinteren, is bij de laagste watertemperatuur van februari 50 procent lager dan bij rust in de rest van het jaar. Zuurstofverbruik is bij dieren afhankelijk van activiteit. De krabben houden zich dus heel rustig. Dat is maar goed ook, omdat zij met het nog schaarse voedselaanbod moeten teren op reserves. Om een langsdrijvend nonnetje te grijpen zijn hun spieren nog te koud.
In de loop van maart is de zonkracht al verdriedubbeld. De temperatuur van het waddenwater is nog laag, maar begint te stijgen. Dit is de tijd van de explosieve groei van in het water zwevend fytoplankton. Voorbeelden van deze piepkleine algen zijn de diatomeeën, die leven in een ‘doosje’ van silicaat, en zogeheten flagellaten, enigszins dierlijke microscopische plantjes vanwege hun zweepstaarten. In het water neemt de biomassa van het fytoplankton snel toe. Ook kleurt het water
steeds groener door het chlorofyl in hun cellen, waarmee met behulp van zonlicht de biomassa wordt gevormd. Het in water opgeloste silicaat, dat diatomeeën nodig hebben voor hun huisjes, raakt echter snel op en ook het fosfaat dat essentieel is voor groei van alle fytoplanktonsoorten.
In maart is de zonkracht al verdriedubbeld. Nu begint de explosieve groei van in het water zwevend fytoplankton
Het is niet alleen door het opraken van voedingsstoffen, dat het waddenfytoplankton in april flink afneemt. Roeipootkreeftjes ,
een soort watervlooien van de zee, doen zich te goed aan het microscopische groenvoer, groeien snel en planten zich voort. Roeipootkreeftjes en andere dieren in het zoöplankton vormen op hun beurt het voedsel van bijvoorbeeld jonge sprot. Deze haringachtige vis paait buiten de Waddenzee. De opgroeiende larven worden in een maandenlange tocht door zeestromen naar de Waddenzee gevoerd. Precies op tijd om van het rijke voedselaanbod in deze ‘kinderkamer’ te profiteren. Voor jonge scholletjes, die net zo met zeestromen meeliften, is de Waddenzee eveneens een kinderkamer. De nagelgrote platvisjes voeden zich met de boven het wad uitstekende sipho’s van ingegraven schelpdieren, waaronder nonnetjes. Ook voor deze fyto- en zoöplankton uit het water zevende soorten is het groeiseizoen aangebroken.
In mei stijgt de temperatuur van het water verder. Het water- en bodemleven eet en groeit op volle toeren. Nu is het voor veel bekende waddensoorten tijd voor de voortplanting. Overal in de Waddenzee, in banken op het droogvallende wad, op de bodem van geulen en groeiend op de stenen van dijken en pieren, spuiten mosselen zaad en eieren het water in.
De bevruchting vindt in het water plaats. De mossellarven, die nog nauwelijks op een mossel lijken, dobberen eerst een maand mee in het zoöplankton. Na een gedaantewisseling in de loop van juni vormt zich de schelp en zakken de intussen enkele millimeters grote mosseltjes naar de bodem. Dit is het door vissers gewilde ‘mosselbroed’ waarmee mosselpercelen worden ingezaaid, maar het is ook het favoriete voedsel van garnalen, bodemvissen en duikende eendensoorten.
Dit is de maand waarin de zonkracht op zijn hoogst is. De dagen zijn op hun langst (21 juni is de langste dag) en de watertemperatuur heeft bijna zijn jaarlijkse maximum bereikt. Intussen is veel van het in de lente gevormde organische materiaal weer afgebroken. Dood fyto- en zoöplankton bijvoorbeeld, maar ook inmiddels gestorven waddieren. Het gehalte voedingstoffen in het water is opnieuw hoog en het fytoplankton bloeit weer op. Omdat in het ondiepe water organisch materiaal snel naar de bodem zakt en het op drooggevallen wadplaten extra warm wordt, groeit het zogeheten microfytobenthos van voornamelijk
diatomeeën bijzonder hard. Ze vormen een soort korst op de wadbodem.
In de zomermaanden blijft de primaire productie door het microfytobenthos hoog. Het is mede door dit laagje bodemfytoplankton, dat vrijwel ontbreekt in de meeste kustzeeën en helemaal afwezig is in de diepere oceaan, dat de productie in de Waddenzee zo hoog is. Wadslakjes grazen in de zomer
van het voedzame tapijt op de wadbodem en kunnen er enorme dichtheden bereiken. Op hun beurt vormen de kleine slakjes de voornaamste voedselbron van bergeenden en diverse bodembewonende vissoorten.
Springende harders zijn langs de randen van de Waddenzee en in zee-inhammen als de Eems-Dollard een typisch zomers gezicht. Deze zuidelijke vissoort trekt in de zomermaanden de Waddenzee in. In kleine scholen grazen de tot 75 centimeter lange zilveren vissen van het bodemfytoplankton.
Wadpieren , die in U-vormige
gangen in de wadbodem leven en zand ‘eten’ om zich te voeden met de bodemdiatomeeën en ander organisch materiaal, planten zich in augustus voort. Ook kokkels en strandgapers zijn nu op hun dikst door het zwevend fytoplankton en bodemdiatomeeën dat zij uit het water filteren.
Springende harders zijn in augustus langs de randen van de Waddenzee en in zee-inhammen als de Eems-Dollard een typisch zomers gezicht
De zonkracht is intussen behoorlijk afgenomen. Hoewel de temperatuur van het waddenwater nog hoog is, raken de voedingsstoffen in het water langzaam op. De productie van het zwevende fytoplankton neemt snel af en ook die van bodemdiatomeeën zakt in. De jonge schol , die
in voorjaar en zomer in het ondiepe water boven de wadplaten was te vinden, begint weg te trekken naar diepere geulen.
De gevlekte gladde haai ,
waarvan de populatie in de Waddenzee zich herstelt, paart in oktober. Vrouwtjes kunnen sperma opslaan, waardoor de bevruchting meestal later plaatsvindt. Na een draagtijd van ongeveer een jaar worden maximaal twintig jonge haaitjes geboren.
Enorme hoeveelheden gewone garnaal zijn deze maand te vinden
in de geulen van de Waddenzee, tot wel vijfmaal zo veel als in het voorjaar, wanneer de garnalenpopulatie óók piekt. De garnalen trekken weg naar overwinteringsgebieden in de Noordzee. Hoeveel garnalen er in het najaar zijn, blijkt volgens onderzoek te liggen aan de hoeveelheid predatoren (zoals haring) van garnalen in de voorafgaande maanden.
De zonkracht daalt tot een minimum en het waddenwater is intussen sterk afgekoeld. Er is nauwelijks zwevend fytoplankton meer en ook het microfytobenthos leidt een slapend bestaan. Na acht tot twaalf maanden te zijn gezoogd, worden de kalfjes van de bruinvis gespeend. Ze
zullen zich in het komende jaar zelf moeten redden.
De zon voedt het leven op aarde. Wanneer het water warmer wordt, explodeert het leven in zee.
In 2007 luidde de Waddenvereniging de noodklok. De vertroebeling van het Eems-Dollard estuarium nam zulke grote vormen aan dat de onderwaternatuur ernstig werd aangetast. Na negen jaar lobby, juridische procedures en taaie overlegsituaties, maken we de balans op.
Op plaatsen waar rivieren vrij in zee stromen, zout en zoet water zich mengt en de getijdenwerking ver stroomopwaarts merkbaar is, ontstaan unieke natuurwaarden. Op de grens van Nederland en Duitsland heeft de rivier de Eems het Eems-Dollard estuarium gevormd. Naast de Westerschelde is dit het enige estuarium dat Nederland nog rijk is. Behalve een waardevol natuurgebied is het de toegangspoort tot de Eemshaven, de havens van Delfzijl en Emden en, verder stroomopwaarts, de grote scheepswerf in Papenburg. In de loop der jaren is er flink gesleuteld aan de Eems en het estuarium. Vaargeulen zijn uitgediept, natuurlijke overstromingsgebieden ingepolderd en jaarlijks stort men acht miljoen ton uitgebaggerd slib in het estuarium. Dit bleef niet zonder gevolgen. Wetenschappers stelden vast dat de rivier de Eems in de afgelopen twintig jaar tien keer zo troebel is geworden. Er liggen nu dikke plakkaten vloeibaar slib op de bodem en de rivier is vaak zuurstofloos. Ook meer richting zee nam de vertroebeling aanzienlijk toe.
Taai overleg
In 2007 startte de Waddenvereniging een grote campagne om de verziekte Eems op de politieke agenda te krijgen. En dat lukte. De toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid, Gerda Verburg, beloofde samen met haar Duitse collega’s concrete maatregelen te gaan nemen om verbetering van de toestand van het Eems-Dollard estuarium
te realiseren. Na vele jaren van overleg en gelobby - uiteindelijk waren tien verschillende werkgroepen aan het werk - mondde dit uit in het concept Integraal Management Plan (IMP) voor het EemsDollard estuarium. Hierin verwoorden de Duitse en Nederlandse overheden welke maatregelen, in totaal 53, ze hebben bedacht. Maar Nederland en Duitsland hebben nog niet vastgelegd of en hoe ze daar nu samen mee verdergaan. Daarbij ‘zijn de belangen van bedrijfsleven, maatschappij en cultuur zorgvuldig in acht genomen’, stelt het IMP. Uiteindelijk moeten de maatregelen wel invulling geven aan de eisen van Natura 2000, de Europese natuurwetgeving.
Vol vertrouwen
Inmiddels was de Waddenvereniging, samen met andere natuurorganisaties, in verzet gekomen tegen de vaargeulverruiming bij de Eemshaven. Deze en andere, al dan niet dreigende, juridische procedures waren voor de provincie Groningen aanleiding om alle belanghebbenden uit te nodigen om invulling te geven aan het project Ecologie & Economie in balans in de Eemsdelta. In dit overleg spreken de deelnemers af zich samen in te zetten voor ‘een zodanige vermindering van de slibconcentratie in het water, dat natuurlijke processen (…) weer hun gang kunnen gaan’. Het geld voor onderzoek en uitvoering van de maatregelen moet gevonden worden in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De natuurorganisaties
In sterk vertroebeld water kan licht niet goed doordringen. Hierdoor kunnen algen en waterplanten niet goed groeien of gaan dood. Dit heeft niet alleen invloed op de hiervan afhankelijke dieren, denk aan vissoorten als de fint en de elft, maar veroorzaakt ook perioden van zuurstofloosheid.
hebben zoveel vertrouwen in deze gezamenlijk ingeslagen weg, dat ze afzien van verdere procedures tegen de vaargeulverruiming.
Betrokken regio
Eind vorig jaar bleek echter dat verbetering van de Eemsdelta (nog) niet wordt opgenomen in een MIRT-verkenning. Het hiervoor verantwoordelijke ministerie van Infrastructuur en Milieu vindt dat de maatregelen voor verbetering van de Eemsdelta nog te weinig concreet zijn.
Toch is Ester Kuppen, die samen met Herman Verheij het Eemsdossier trekt, nog hoopvol. ‘Zeker in de regio is de betrokkenheid bij verbetering van de kwaliteit van de Eems groot. In plaats van een MIRT-verkenning wordt nu een langjarig adaptief programma opgesteld. En er zijn proefprojecten in ontwikkeling die daadwerkelijk iets doen aan de vertroebeling.’ Dubbele dijken en wisselpolders aan de rand van het Nederlandse deel van het estuarium moeten het bezinken van slib weer mogelijk maken. Samen met het opbrengen van baggerslib op landbouwgronden moet dit binnen tien jaar een miljoen ton slib per jaar uit het systeem halen. Dit alles kost natuurlijk veel geld. Maar Kuppen denkt dat de betrokken partijen uit de regio het Rijk kunnen overtuigen mee te investeren in verbetering van de Eems. En als er helemaal niets terecht komt van verbetering van de Eems? ‘Dan is de Europese Commissie aan zet. Het is niet voor niks een Natura 2000-gebied.’
Door verdieping van de vaargeulen in het estuarium en de rivier, stroomt onder invloed van het getij, het water sneller in en uit. De slibdeeltjes in het water blijven voortdurend in beweging en krijgen geen kans te bezinken. En gebieden waar dat eerder wel gebeurde, de uiterwaarden van de rivier en aanzienlijke delen van de slikplaten, zijn ingepolderd.
De Waddenvereniging heeft voor ondernemers op en rond de Wadden de WAD500 Club opgericht. Doel is: kansen benutten die het Werelderfgoed Waddenzee biedt voor bedrijven. Een van de deelnemers is Gineke Tot, die samen met haar man Klaas, het Waddenrecreatiebedrijf Neptunus runt.
TEKST: DANIËL MULDER
• Bedrijf: Waddenrecreatiebedrijf Neptunus
• Opgericht: 1973
• Eigenaars: Klaas en Gineke Tot
• Werknemers: N.v.t.
• Locatie: Harlingen
• Website: www.partyvaart-harlingen.nl
‘Een blije gast is belangrijk’
‘Ruim veertig jaar zijn mijn man Klaas en ik door ons recreatiebedrijf Neptunus bijna dag en nacht samen, en nog altijd kunnen we elkaar geen dag missen.’ Het kan goed zijn dat Gineke Tot hiermee het geheime recept onthult van hun bedrijf, waarin ze met mensen het wad op gaan om te vissen, zeehonden te kijken, droog te vallen en meer. De lijst met activiteiten is lang. ‘Mensen willen graag iets doen op het wad en niet alleen maar passief uit het raam naar het water staren.’
Zeventien was haar man Klaas toen hij begon in het bedrijf dat was opgericht door zijn opa. ‘Alles draaide om sportvissen, maar dat was niet meer rendabel door de achteruitgang van de visstand in de Waddenzee.’ Toen Klaas 19 was ontmoette hij Gineke. Ze trouwden kort daarna en de boerendochter, afkomstig van een melkveebedrijf, kon vervolgens meedraaien in Neptunus. ‘Het leven op zee was even wennen, het 24 uur per dag samen zijn niet. Mijn ouders waren boer en boerin, ik was niet anders gewend.’
‘Het is een way of life’, zo omschrijft Tot haar leven op zee. ‘Het getij bepaalt onze
agenda en binnen het bedrijf hebben we ieder onze eigen taken. Mijn man regelt vooral het onderhoud aan het schip en hij is de kapitein. Ik doe weer de boekhouding, verzorg het eten en regel de reclame.’ Wat boeit haar het meest aan het bestieren van Neptunus? ‘Ik vind blije gasten het allerbelangrijkst. Of dat nu op een zeehondentocht is of een rondvaart, de gast komt op de eerste plek. Het eten, de ontvangst, een schoon schip, ik wil dat alles optimaal is geregeld. Ik zeg wel eens: alleen het weer kan ik niet regelen.’
Na al die jaren op de Waddenzee is ze nog niet uitgekeken op haar werkomgeving. ‘Het waddengebied is geen dag hetzelfde, maar je moet er wel oog voor hebben. Het licht, de luchten, de geur, het verandert doorlopend en blijft mooi. Een kwestie van goed kijken. Gasten vragen soms: hoe laat zijn we terug? Dan zeg ik: dan moet ik even naar buiten kijken. Via de boeien en de horizon weet ik ongeveer waar we zijn en hoe lang de reis nog duurt. Het is zo leuk om die verbazing te zien.’
WADDENmagazine, maart 2016, nummer 1. Verschijnt 4 keer per jaar. Uitgave van de Waddenvereniging.
E-mail: info@waddenvereniging.nl. ISSN 0 166-4824
Hoofdredactie: Hans Revier
Eindredactie: Fanny Glazenburg, Daniël Mulder
Redactie: Corina van der Meulen, Lidewij Kemme, Frank Petersen, Jojanneke Drijver, Marrit van den Akker, Marcus Werner
Idee en concept: Sanoma
Vormgeving: Très Melis
Correcties: Sijka Rispens, Linda Jongsma
Druk: Pijper Media, Groningen
Advertenties: A2 Acquisitie & Advies
Tel. 023 - 526 04 05.
E-mail: ron.degraaf@xs4all.nl
Plaatsing van artikelen van niet-redactieleden behoeft niet te betekenen dat de vermelde meningen en beweringen het inzicht van de redactie weergeven. Overname van artikelen na overleg met de hoofdredactie.
Waddenvereniging
Postbus 90, 8860 AB Harlingen Droogstraat 3, 8861 SR Harlingen Tel. 0517-493693, fax 0517-493601
E-mail: info@waddenvereniging.nl www.waddenvereniging.nl
Bankrekening: NL83 RABO 0342 4256 33
BIC: RABONL.2U
De Waddenvereniging stelt zich ten doel het waddengebied te beschermen en te behouden voor de generaties na ons. De vereniging doet dit via politieke lobby, beleidsbeïnvloeding, juridische acties en voorlichting.
Een lidmaatschap geldt voor een kalenderjaar (12 maanden). Opzeggingen dienen schriftelijk te geschieden voor 1 november. De jaarlijkse contributie bedraagt minimaal 27 euro voor leden (2,25 euro per maand). Jeugdleden tot en met 17 jaar betalen minimaal 18 euro per jaar.
Giften en legaten
Velen geven de Waddenvereniging iets extra’s. Deze giften vormen een onmisbare steun voor ons werk. Wilt u een gift, periodieke schenking of erfstelling regelen? Doordat de Waddenvereniging een instelling ‘ten algemene nutte’ is, geeft dit fiscale voordelen. Indien u meer informatie wilt, neem dan contact op met de Waddenvereniging.
Het WADDENmagazine wordt gedrukt op FSC© gecertificeerd papier. De kunststoffolie is 100% afbreekbaar (biofolie) en levert na verbranding geen schadelijke reststoffen op.
Het werk van de Waddenvereniging wordt gesteund door de Nationale Postcode Loterij.
De ledenraad van de Waddenvereniging heeft een zware adviesfunctie. De maximaal 25 leden worden benoemd tijdens de Algemene Ledenvergadering. Hun zittingsduur is maximaal 2 keer 4 jaar.
Samenstelling: De samenstelling van de ledenraad is, op grond van betrokkenheid en deskundigheid, evenwichtig. De leden zijn geografisch verspreid over Nederland.
Taken: De ledenraad komt ten minste tweemaal per jaar bijeen en krijgt ondersteuning vanuit het bureau van de vereniging. De raad adviseert in ieder geval over de begroting, de jaarrekening, het jaarverslag en het beleidsplan. Daarnaast adviseert hij het bestuur en de ALV gevraagd en ongevraagd over alle andere zaken.
Structuur: De ledenraad kent verschillende adviesgroepen waarin leden van de raad zitting hebben, zoals:
• Ruimtelijke ordening en geologie
• Ecologie en gezondheid
• Organisatie, begroting, fondsenwerving en jaarstukken
• Communicatie, zichtbaarheid en jubileum
Dagelijks bestuur:
• Jan Castelein, voorzitter (jja.castelein@gmail.com / 026-4742577).
• Foppe Huitema (t.foppehuitema@planet.nl / 06-53427382)
• Wietske Jonker-ter Veld, secretaris (wlterveld@hotmail.com / 0592-541762).
Leden van de ledenraad 20142015: Jan de Boer, Maaike van Boven-Klunne, Peter de Groot, Hans Hiemstra, Rudy de Hoog, Sergej Koopmans-Molenveld, Rosalie Martens, Gerard van Vliet, Chris Weijer, Astrid van de Weijenberg.
Meer weten over de ledenraad?
Vier het begin van de zomer en ga met de Waddenvereniging mee op excursie. Het volledige programma vind je in het WADDENmagazine, dat in juni verschijnt.
Stuur een e-mail naar een van de bestuursleden van de ledenraad of neem telefonisch contact op. www. wadden vereniging .nl
tonzon.nl/klimaat
“Hoogste tijd voor klimaateffectieve oplossingen bij u thuis”
techniek, warmere vloer, hogere besparing met minder milieubezwaren
Slimme oplossing - beter e ect
TONZON Vloerisolatie met Thermoskussens heeft in de praktijk een hoger effect op de vloertemperatuur dan ander materiaal. De hogere vloertemperatuur biedt meer wooncomfort en een veel grotere energiebesparing die bij vloerverwarming kan oplopen tot wel 40%.
De energie die nodig was voor grondstof, fabricage, verpakking, transport en aanbrengen is al binnen enkele winterweken terug-
verdiend. Dat is onder andere te danken aan de vermindering van de warmtevraag en de verkorting van het stookseizoen. Omdat het opvouwbare materiaal handig te verwerken is in vaak krappe kruip ruimtes, valt de investering reuze mee.
De all-in richtprijs voor het aanbrengen bedraagt bij
30 m 2 € 1.325,- en bij 50 m 2 € 1.850,-.
(inclusief materiaal, montage en btw)
Waarom nog langer wachten? Kijk op tonzon.nl
T: 0900 - 28 66 966 (€ 0,10 p/min) E: info@tonzon.nl
TONZON Vloerisolatie • sinds 1980 de oplossing