Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving juni 2013
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Royal HaskoningDHV Juni 2013, Den Haag/Amersfoort
Thomas van der Meer onderzoekers Daan Robben Andre Verberne (Royal HaskoningDHV) projectleider projectgroep Guust Linders VNG Jan van der Voet Folkert van der Molen Royal HaskoningDHV Sjoerd Radersma Wilko Huyink Pascal Lamberigts Sander De Vuyst Marcel Embregts Arjan Bakkeren Peter Vlugt redactie Jolanda van den Tillart vormgeving www.royalhaskoningdhv.com/barometer meer info
Inhoud Voorwoord 5 1. Managementsamenvatting 7 2. Op de agenda van gemeenten anno 2013 11 3.
Bouw en Wonen: Gemeenten zetten bouw en wonen in beweging
17
Onderzoeksresultaten Bouw en Wonen 23 4. Duurzaamheid: hoog op de agenda 31 Onderzoeksresultaten Duurzaamheid 35 5.
Milieu en Fysieke Veiligheid: Van hindermacht naar integratie
39
Onderzoeksresultaten Milieu en Fysieke Veiligheid 42 6.
Water: Samenwerken in de afvalwaterketen: van ambitie naar norm
47
Onderzoeksresultaten Water 49 7.
Beheer en Onderhoud van Openbare Ruimte: Zoeken naar de optimale balans
53
Onderzoeksresultaten Beheer en Onderhoud van Openbare Ruimte
56
8.
Beheer en Onderhoud van Maatschappelijk Vastgoed: Van nieuwbouw naar modern beheer en onderhoud
59
Onderzoeksresultaten Beheer en Onderhoud van Maatschappelijk Vastgoed
62
9.
Bestuurskracht: Bestuurders negatief over opschaling gemeenten
67
Onderzoeksresultaten Bestuurskracht 70 10. Onderzoeksverantwoording 73 Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
Voorwoord De fysieke leefomgeving is een belangrijk en groots
Uit de resultaten blijkt hoe divers, complex en weerbarstig
werkveld voor gemeenten. Een werkveld waarin veel
de thema’s binnen het fysiek domein kunnen zijn, maar ook
belangen spelen, veel geld omgaat en goede interactie
hoe groot de ambitie binnen gemeenten is en hoe hard er
met inwoners en private partijen onmisbaar is.
gewerkt wordt aan innovatieve oplossingen. Dit onderzoek
geeft u prima materiaal om uw gemeente te spiegelen aan
Royal HaskoningDHV en de Vereniging van Nederlandse
het landelijke beeld. Het geeft u de mogelijkheid om issues
Gemeenten hebben daarom het initiatief genomen
en verbeterpunten te agenderen en, in opmaat naar de
om jaarlijks een peiling uit te voeren naar trends,
verkiezingen volgend jaar, uw prioriteiten voor de fysieke
ontwikkelingen,
leefomgeving te bepalen.
knelpunten
en
oplossingsrichtingen
binnen de fysieke leefomgeving: de Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving. Voor u ligt het resultaat
Laat deze Barometer een inspiratiebron zijn om voor én
van de eerste editie van deze Barometer.
met uw inwoners en andere partijen samen te werken aan een prettige en duurzame leefomgeving!
Het verdiepende thema in deze eerste editie is de woningmarkt in brede zin. Een zeer actueel thema waar veel pijnpunten liggen en dat hoog op de lokale politieke agenda staat. Dat blijkt ook uit de enorme respons op de voor dit onderzoek uitgezette enquête. Vertegenwoordigers van gemeenten zijn begaan met het vormgeven van de fysieke leefomgeving. Annemarie Jorritsma
Erik Oostwegel
Voorzitter VNG
Vice voorzitter Raad van
Bestuur Royal HaskoningDHV
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
5
1. Managementsamenvatting De Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving
Bouw en Wonen
als kerntaak ziet het merendeel als onzinnig, omdat men
Royal HaskoningDHV en VNG hebben in dit onderzoek de
Het verdiepende thema van de Barometer van dit jaar is
vindt dat de leefbaarheid niet los te koppelen is van
knelpunten, trends en ontwikkelingen op het gebied van
‘Bouw en Wonen’. De twee belangrijkste problemen die hier
de sociale woningbouw. Wel mag er meer toezicht en
de fysieke leefomgeving bij Nederlandse gemeenten in
worden ondervonden zijn de stagnatie van de woningmarkt
inzicht in de investeringscapaciteit komen, maar dat moet
kaart gebracht. Het onderzoek beoogt voor bestuurders
en de slechte doorstroming. Een derde van de gemeenten
gepositioneerd worden bij het Rijk.
en ambtenaren inzichtelijk te maken hoe deze zich in hun
geeft aan hun woningbouwprogrammering niet te
Daarnaast krijgt de burger een belangrijkere rol
gemeenten verhouden tot de rest van Nederland. De fysieke
realiseren. Wel zijn ze hoopvol gestemd over het aantrekken
in
leefomgeving is verdeeld in zeven thema’s: bouw en wonen,
van de woningmarkt en de gebiedsontwikkeling. Ze zien
gebiedsontwikkeling, als in het overnemen van bepaalde
duurzaamheid, milieu en fysieke veiligheid, water, beheer en
de stagnatie van de woningmarkt vooral als een tijdelijk
taken binnen het beheer van gebieden. Gemeenten
onderhoud van de openbare ruimte, beheer en onderhoud
probleem. Daarom betrachten ze terughoudendheid in
proberen het lokale vermogen hiermee op te wekken en
van maatschappelijk vastgoed en bestuurskracht. De data
het herbestemmen of tijdelijk anders bestemmen van
spreken daarin vooral van een rol die zich beweegt langs
zijn verzameld met een online enquête en gesprekken
gronden: ze moeten slagkracht hebben als de markt
termen van co-creatie, samenwerking, stimulering en
met bestuurders en ambtenaren. De online enquête had
weer aantrekt. Gemeenten bevinden zich nu echter nog
facilitering.
een grote respons: 370 respondenten uit 215 gemeenten
in een overgangsfase: veel verliezen (in gemeentelijke
Naast de stagnatie van de woningbouw ondervinden
(meer dan de helft van alle Nederlandse gemeenten),
gronden en bouwprojecten) zijn net genomen of worden
veel gemeenten ook problemen
waarvan meer dan 125 bestuurders. Daarnaast zijn er 18
genomen in de nabije toekomst. Het Woonakkoord als
woningvoorraad. Zo geeft de helft van de gemeenten aan
bestuurders en ambtenaren geïnterviewd. Vervolgens
middel om de woningmarkt uit het slop te trekken kan bij
dat de woningvoorraad niet goed aansluit bij de verwachte
hebben professionals uit de betreffende vakgebieden deze
gemeenten op weinig steun rekenen. Maatregelen als de
demografische
data beschouwd.
verhuurdersheffing zijn zeer impopulair onder gemeenten.
zorgvraag. Er is een overschot aan eengezinswoningen,
Om beweging te krijgen in de woningmarkt zoeken
koopwoningen en appartementen terwijl er een tekort is aan
gemeenten met name samenwerking met andere
seniorenwoningen, starterswoningen en huurwoningen.
partijen. De woningcorporaties zijn daarin vanouds een
Daarnaast zijn herstructureringsplannen bij de helft van
‘natuurlijke’ partner en de relatie hiermee wordt door
de gemeenten uitgesteld of stilgelegd. Maar ook in de
gemeenten als ‘goed’ omschreven. De meeste gemeenten
winkel- en kantorenvoorraad ligt een probleem, namelijk
hebben een actuele woonvisie om sturing te geven aan
in de vorm van leegstand. Leegstand wordt vooral gezien
woningcorporaties, iets minder gemeenten hebben
als een probleem voor de leefbaarheid en de ruimtelijke
actuele prestatieafspraken. De discussie over leefbaarheid
kwaliteit en het merendeel van de gemeenten vindt
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
gebiedsontwikkeling:
zowel
ontwikkelingen
en
in
particuliere
in de bestaande
de
toenemende
7
gemeentelijke sturing hierin wenselijk. Herbestemming en
Milieu en Fysieke Veiligheid
Water
overleg met eigenaren worden door gemeenten gezien als
Binnen ‘Milieu en Fysieke Veiligheid’ zijn geluid en bodem
De watersector is in beweging en dat geldt ook voor
de belangrijkste instrumenten om leegstand te bestrijden.
de meest urgente milieuthema’s. Het is niet meer zo
de gemeentelijke watertaken. Een belangrijk aspect
dat milieuaspecten bij plannen en projecten als een
voor de gemeentelijke watertaak is om de kosten voor
Duurzaamheid
hindermacht worden gezien; het overgrote deel vindt
rioleringszorg slechts beperkt te laten stijgen, terwijl er een
Duurzaamheid heeft een belangrijke plek op de
deze aspecten juist leiden tot een beter plan of project.
flinke investering in de riolering nodig zal zijn in de nabije
agenda. Zo heeft het overgrote deel van de gemeenten
Bestuurders zijn van mening dat recente wetswijzigingen
toekomst. Over de wijze waarop dit behaald kan worden
klimaatdoelstellingen gesteld. De helft geeft echter aan
plannen en projecten eenvoudiger maken. Ambtenaren
is nog geen overeenstemming bereikt. Een deel is bereid
te verwachten deze klimaatdoelstellingen niet te halen.
delen deze mening echter niet en zijn verdeeld over
om vanuit het oogpunt van kostenbesparing geplande
Omdat gemeenten niet de financiële middelen hebben
de effecten van de wetswijzigingen. Bodem is voor
maatregelen uit te stellen of zelfs te schrappen, zelfs als dit
om deze klimaatdoelstellingen te halen wordt vooral extra
veel gemeenten een belangrijk topic. Na een accent op
een hoger risico op schade door wateroverlast betekent.
inspanning gevraagd van burgers en ondernemers. Daarbij
bodemsanering verschuift de focus naar het benutten
Dit terwijl weinig gemeenten waterschade accepteren, al
wordt met name ingezet op het faciliteren van burgers en
van de kansen die de ondergrond biedt. Het kan dan gaan
wordt wateroverlast wel breed geaccepteerd. Een andere
ondernemers, door informatie en voorlichting te geven,
om het benutten van bodemenergie, een waterbuffer
wijze om de besparing te realiseren is door samenwerking
door het aanbieden van goedkope leningen en door
of het slim omgaan met ondergronds ruimtegebruik.
in de waterketen. Deze samenwerking, met als doel
het collectief inkopen van energie. Ook zoekt men naar
Niettemin zal er ook na 2015 nog aandacht nodig zijn voor
beperking van kostenontwikkeling en kwetsbaarheid
mogelijkheden om duurzame lokale energieopwekking
bodemsanering. De ontkoppeling van bodemgelden na 1
en versterking van de geleverde kwaliteit, lijkt de norm
zichtbaar te maken. Een lokaal energiebedrijf oprichten
januari 2015 baart zorgen.
te zijn geworden. Wel is er een verschil zichtbaar tussen
is een minder genoemd initiatief. Ook in het beleid
Voor fysieke veiligheid valt op dat niet alle risico’s als
bestuurders en ambtenaren: bestuurders zijn overwegend
is duurzaamheid verankerd. Het merendeel van de
even gevaarlijk worden beleefd: de aandacht gaat vooral
positief over afvalwaterketenbedrijven en de uitbesteding
gemeenten heeft een duurzaam afval- en mobiliteitsbeleid.
naar incidenten met gevaarlijke stoffen. Het risico van
van
Daarnaast ligt het merendeel op koers om de doelstellingen
overstromingsgevaar (reëel voor 60%) wordt slechts door
overwegend negatief over zijn.
van gescheiden afvalinzameling te halen en daarmee de
25% beleefd. Bij de bestuurlijke verantwoording van
besparingen te realiseren. Hoewel gemeenten aangeven
de geaccepteerde risico’s ligt nog een grote uitdaging.
rekening te houden met duurzaam materiaalgebruik, valt
Hoewel
hierin nog een wereld te winnen.
besluitvormingsprocessen, zorgt het overgrote deel van
veiligheidsrisico’s
worden
meegewogen
in
de gemeenten er niet voor dat burgers en bedrijven op de hoogte zijn van wat ze moeten doen bij een calamiteit. 8
het
rioleringsbeheer,
terwijl
ambtenaren
hier
Beheer en onderhoud openbare ruimte
Beheer en onderhoud maatschappelijk vastgoed
Bestuurskracht
Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte is van
De gemeenten hebben naast een beheer- onderhoudstaak
In de Barometer komt een verdeeld beeld naar voren
oudsher een belangrijk thema, omdat hier grote budgetten
van de openbare ruimte ook een taak voor het
over opschaling. In algemene zin zijn gemeenten
aan toegewezen zijn. Uit de Barometer blijkt dat het beheer
maatschappelijk vastgoed. Het blijkt dat vastgoedbeheer
overwegend negatief over verplichte opschaling. Met
en onderhoud van de openbare ruimte nog door veel
en onderhoud zeker niet wordt vergeten in tijden van
name kleine gemeenten (<50.000 inwoners) staan negatief
gemeenten traditioneel wordt opgepakt. Daarbij is vooral
bezuinigingen. Bij kapitaalintensieve assets als gebouwen
tegenover de opschaling. Grote gemeenten (>100.000
aandacht voor planmakerij en monitoring van traditionele
ligt dat ook voor de hand. De manier waarop men hieraan
inwoners) hebben een overwegend positieve houding.
aspecten zoals de beeld- en technische kwaliteit. Wel
een bijdrage met vastgoed denkt te realiseren, is deels
Middelgrote gemeenten zijn verdeeld. Gemeenten zien
staat het perspectief van verandering en optimalisatie
opvallend: gemeenten zoeken de oplossingen in de
een beperkt draagvlak binnen de gemeente, de kosten,
nadrukkelijk op de agenda. Zaken zoals burgerparticipatie,
eerste plaats bij verkoop in een moeilijke markt, laten
tijd en inspanningen en het beperkte draagvlak bij externe
monitoring en bijsturing staan nog in de kinderschoenen,
mogelijkheden voor herschikking van gebruik grotendeels
stakeholders als de grootste nadelen. Maar er worden
maar stijgen in aandacht. De drie belangrijkste parameters
liggen en benutten door gebrek aan middelen op de
ook voordelen gezien van opschaling. Zo kan het leiden
waarop bestuurders sturen zijn veiligheid, leefbaarheid
korte termijn zeer beperkt de kansen voor waardebehoud
tot meer expertise en kennis binnen de gemeente, tot
en het minimaliseren van kosten. Gemeenten denken
en energiebesparing door verduurzaming. Daarmee
financiĂŤle besparingen en tot efficiencyvoordelen. Een
vooral nog een verbeterslag te kunnen slaan binnen
worden de financieel-economische en risicoafwegingen
meerderheid denkt dat door intensievere samenwerking
de eigen organisatie. Bij de vraag waar gemeenten op
niet gemaakt of niet ten volle benut. Beter benutten van
met
willen bezuinigen, draaien de meeste gemeenten aan de
bestaande gebouwen (renovatie, herbestemmen) is zowel
Samenwerking, met andere gemeenten maar ook tussen
kwaliteitsknop om de algehele kwaliteit van de openbare
in financieel opzicht als vanuit een ruimtelijk kwalitatief
publiek-privaat-particulier, wordt samen met kwaliteit en
ruimte te verlagen. Daarnaast proberen veel gemeenten
perspectief in veel gevallen een betere optie.
gezag van bestuurders gezien als de belangrijkste factoren
het areaal openbare ruimte te verminderen of om te
buurgemeenten
geen
opschaling
nodig
is.
om bestuurskracht te vergroten.
vormen.
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
9
2. Op de agenda van gemeenten anno 2013 van de eerste Barometer voor de fysieke leefomgeving? En wat betekent dit voor de agenda van gemeenten anno 2013? Die agenda wordt enerzijds bepaald door wat al goed gaat en wat nog beter moet. En anderzijds door de
Innoveren
circa 100 bestuurders. Welk beeld ontstaat uit de resultaten
•
Aanpassing woningvoorraad: meer
burgerinitiatieven en particulier opdrachtgeverschap
decentrale energieopwekking Efficiencyverbetering in de waterketen
Afronden verwerken gevolgen
•
Actuele woonvisies
overcapaciteit gronden en vastgoed
•
Aandacht milieu en duurzame energie in
•
Halen klimaatdoelstelling
dimensies. Dat leidt tot vier kwadranten in de agenda van
•
Versterken intergemeentelijke samenwerking
Verbeteren van de eigen prestaties;
3.
Uitbouwen
in
partnerschappen
geboekte
prestaties; Innoveren op in samenwerking met partners te bereiken prestaties.
ondergrond Agenda 2013 • • •
Verbeteren
Benutten van baten en kansen in de Gaat goed
2.
•
Afstoten, hergebruik en
ruimtelijke plannen
verduurzaming van eigen vastgoed
•
Duurzaam afvalbeleid
Optimaliseren van interne processen
•
Verbetering leefkwaliteit
en werkwijzen beheer en onderhoud •
Van beheer naar assetmanagement
Voortzetten
Voortzetten van op eigen kracht behaalde resultaten; Moet beter
1.
4.
Actief stimuleren duurzaamheid en
•
resultaten van de Barometer samengevat vanuit deze beide gemeenten anno 2013:
•
Benutten potentieel van
anderen worden behaald. In figuur 1 zijn de belangrijkste
Goede samenwerking met woningcorporaties
op zorgvraag, woningverbetering •
prestaties van gemeenten zelf en die in samenwerking met
van
•
woningen voor o.a. senioren, inspelen
Uitbouwen
In samenwerking
Meer dan 120 vragen en bijna 300 respondenten, waarvan
Op eigen kracht Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
11
1. Gaat goed op eigen kracht: traditionele taken op gebied van wonen, milieu en leefklimaat De leefkwaliteit in gemeenten is en blijft een belangrijk thema waarop ook concrete en goede resultaten worden gehaald. Bijna 70 procent vindt dat de voorgenomen verbeteringen op schema lopen. Dan gaat het om geluidssanering
van
woningen,
milieumaatregelen
bij bedrijven, fysieke veiligheid bij transportroutes en geluidsmaatregelen bij wegen. En bijna de helft van de gemeenten geeft aan extra te investeren in verbetering
“
houden met de gebiedsontwikkelingen zelf. Ook het Zorg ervoor het klein, overzichtelijk en
eigen vastgoed is een zorgenkindje. Er is veel leegstand,
uitvoerbaar te maken. Probeer van onderop de
de beschikbare gebouwen passen niet bij de wensen van
initiatieven via burgerparticipatie van de grond te krijgen, want dat geeft de meeste zekerheid voor de toekomst. Een heleboel kleinschalige initiatieven leveren een grootschalige oplossing op.
“
in verduurzaming van deze gebouwen. De voorgenomen plannen van de gemeentelijke vastgoedorganisaties om dit vastgoed te verkopen of de bezettingsgraad te verhogen worden in de praktijk niet waargemaakt omdat de interesse
Dhr. Aalderink, burgemeester gemeente Bronckhorst.
in de markt ontbreekt. Doorbraken in nieuwe concepten, andere en ruimere regelgeving en andere verdienmodellen
van de leefomgeving, bovenop de wettelijke vereisten.
zullen in de komende jaren nodig zijn om de impasse die is
Ook een duurzaam afvalbeleid gericht op gescheiden
ontstaan, te kunnen doorbreken. Tot slot staat optimalisatie
inzamelen van afval ligt op koers. Bijna 75 procent verwacht
2. Moet beter op eigen kracht: afronden gezond
in 2015 de nationale richtlijn te halen om 65 procent van
maken
gemeentelijke
het huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen. Naast
herprogrammering
deze resultaten in het sectorale milieubeleid neemt ook
openbare ruimte
vastgoed,
binnen de eigen organisatie op het gebied van beheer en
grondbedrijven,
onderhoud op de agenda. Daarbij dient zich een omslag
omslag
aan van beheer naar assetmanagement: niet alleen
beheer
sturing op technische- en beeldkwaliteit via plannen en
de integraliteit van de plannen toe. De aandacht voor de
Gemeenten zijn volop bezig hun plannen voor wonen en
programma´s, maar op achterliggende wensen van bestuur
potentie van duurzame energie is sterk toegenomen in
werken aan te passen aan de economische ontwikkelingen.
en de gebruikers van de openbare ruimte. Monitoring van
ruimtelijke plannen. Ook vindt een grote meerderheid
Het algemene beeld is helder: er is sprake van een stevige
prestaties, risicomanagement en bijsturing komen hierbij
dat aandacht voor milieuaspecten tot betere plannen
overcapaciteit in eigen gronden en vastgoed. De financiële
nadrukkelijker in beeld.
en projecten leidt. En hoewel de problemen op de
gevolgen daarvan zijn niet overal even helder en zullen ook
woningmarkt groot zijn, is het eigen ‘huiswerk’ van
nog doorwerken in de investeringen en bestedingen van
gemeenten op orde: bijna 85 procent beschikt over actuele
gemeenten. Ruim 40 procent geeft aan dat de verliezen
woonvisies waarin de koers voor de komende jaren is
die genomen moeten worden niet kunnen worden
vastgelegd.
opgevangen binnen de grondbedrijfreserves, maar ten laste kunnen komen van de algemene reserves. En dat betekent meer bezuinigen op taken die geen verband
12
potentiële gebruikers en er is geen geld om te investeren
“
waterketen zijn de eerste efficiencyverbeteringen geboekt.
4. Moet beter in samenwerking met partners:
Het landelijke beeld is ook in Hoogeveen zo:
Bijna 70 procent is tevreden over de samenwerking en de
vernieuwing woningvoorraad, benutten particulier
de doorstroming stagneert, nieuwbouw is zeer
geboekte resultaten; en bijna 30 procent verwacht nog
mondjesmaat en de kavelverkoop is ook erg beperkt. Eén van onze corporaties mag niet meer investeren op dit moment. Bij de andere corporaties wordt
initiatief en vergroten bestuurskracht
betere resultaten in de toekomst. Duurzaamheid, energie
Op de woningmarkt lijkt het een stuk moeilijker om
en water zijn blijkbaar de nieuwe thema’s waar veel
particulier initiatief te benutten. De problemen zijn dan
initiatieven worden genomen en ook bestuurlijk resultaten
ook groot. De samenstelling van de woningvoorraad past
kunnen worden geboekt. En hoewel gemeenten zelf een
structureel niet bij de behoeften en de vertrouwde middelen
het investeringsvermogen door de aankomende
voorbeeldrol kiezen, bijvoorbeeld door het plaatsen van
om gebieden te ontwikkelen en te investeren ontbreken.
verhuurdersheffing flink teruggeschroefd.
zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen, is het besef
Het is dan ook logisch dat er veel weerstand is tegen de
duidelijk aanwezig dat het vooral burgers en bedrijven
verhuurdersheffing, omdat dit de investeringscapaciteit
zijn die zullen moeten zorgen voor een meer duurzame
van woningcorporaties verkleint. Dit alles betekent dat
samenleving. Heel veel initiatieven zijn erop gericht die
nieuwe samenwerkings- en financieringsvormen moeten
maatschappelijke dynamiek op te zoeken, te ondersteunen
worden ontwikkeld. De eerste experimenten zijn er,
en verder te vergroten.
maar concrete resultaten zijn er nog maar weinig. De
“
Dhr. Hiemstra, wethouder gemeente Hoogeveen.
3. Gaat goed in samenwerking met partners: initiatieven in duurzaamheid, energie en water Veel
gemeenten
actief
in
zijn
duurzaamheid.
de Bijna
laatste 80
jaren
pro-
procent
heeft
klimaatdoelstellingen vastgelegd en houdt in eigen beleid rekening met duurzaamheid. Naast eigen beleidskaders zijn gemeenten vooral actief in het stimuleren van
stimuleringsmaatregelen uit het Woonakkoord, zoals
“
het Energiefonds, de Btw-verlaging voor onderhoud Soms zeggen ze tegen mij: je moet focussen.
Helemaal niet! Je moet het zo breed mogelijk inzetten. Je moet alle partijen proberen te stimuleren
en de inkomensafhankelijke huurverhoging worden wel positief beoordeeld. En ook wordt veel verwacht van het stimuleren van particulier opdrachtgeverschap, het overdragen van taken aan bewoners, gebruikers en
burgers en bedrijven bij duurzaamheidsinitiatieven. Het
en enthousiasmeren. Van grote tot kleine bedrijven,
scala aan activiteiten is groot. Van de oprichting van
van corporaties tot particuliere woningeigenaren. En
de verruiming van regels. Actief beleid ter stimulering van
coöperaties voor energieopwekking, prestatieafspraken
natuurlijk zelf het goede voorbeeld geven. Dan krijg
particuliere woningverbetering staat bij veel gemeenten
met woningcoöperaties en subsidieregelingen voor
je een enthousiasme dat ongekend is. Dan gaat het
nog in de kinderschoenen. En ook lijken veel gemeenten
zonnepanelen tot het beschikbaar stellen van informatie
vanzelf rollen.
nog te moeten wennen aan een grotere rol van burgers op
(kansenkaarten WKO, zonnescans), het organiseren van voorlichtingsavonden en energieadviezen. Ook in de
“
Dhr. Van der Meer, wethouder gemeente Nijmegen. Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
eigenaren, het toepassen van meer startersleningen en
de woningmarkt en in het beheer van de openbare ruimte. Toch zal het succes van meer samenwerking moeten komen. 13
14
Want om zelf een ontwikkelende rol op zich te nemen, zien
Meer samenwerking en afstemming is ook het devies
maar weinig gemeenten zitten; ruim 80 procent ziet niets
voor de relatie met de buurgemeenten. Bijvoorbeeld in
in de oprichting van een eigen gemeentelijk woningbedrijf.
de vastgoedorganisatie, waarin verschillende gemeenten
In plaats daarvan wordt meer verwacht van de goede
al samenwerken. En denk ook aan de overcapaciteit van
samenwerking met de woningcorporaties.
gronden en ontwikkelprogramma’s waarover in regionaal verband afstemming gezocht moet worden. In algemene
“
zin wordt intergemeentelijke samenwerking gezien als de Een
ander
voorbeeld
is
kleinschalig
opdrachtgeverschap. Dat gebeurde natuurlijk ook al, maar eigenlijk alleen op hele dure locaties. Dat zijn we nu ook voor veel beter betaalbare sectoren
belangrijkste factor om de bestuurskracht te vergroten. Een meerderheid van de gemeenten is tegen opschaling van gemeenten naar 100.000 inwoners, zoals in het regeerakkoord is voorgesteld. Hoewel sommige voordelen wel worden gezien, wegen deze voor veel gemeenten
aan het ontwikkelen. Dat kent ook een redelijke afzet
op korte termijn niet op tegen de nadelen. Ongetwijfeld
en wordt goed opgepakt. Zo zoeken we dus naar
speelt hierbij een rol dat de agenda van gemeenten voor
nieuwe vormen van stedelijke ontwikkeling – nieuwe
2013 al overvol is!
producten zou je kunnen zeggen – die het in deze tijd wel goed doen.
“
Dhr. Kok, algemeen directeur stedelijke ontwikkeling, gemeente Den Haag.
“
Ik denk dat het uiteindelijk onontkoombaar
is dat je niet in lengte van jaren blijft functioneren op de huidige gemeenteschaal. Ik denk zeker dat er sprake zal zijn van opschaling. Maar het gaat mij vooral over het proces daar naartoe.
“
Dhr. Van Eert, burgemeester gemeente Beuningen.
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
15
3. Bouw en Wonen: Gemeenten zetten bouw en wonen in beweging De woningmarkt en de bouw laten de gemeenten
het een negatieve tot zeer negatieve maatregel. Het
in te schatten waartoe dit op den duur zal leiden. Ruim
bepaald niet onberoerd. Dat laten ze niet over hun
investeringsvermogen van de corporaties wordt er immers
de helft staat positief tegenover de inkomensafhankelijke
kant gaan: ze brengen hun zaken op orde, nemen hun
fors door beperkt. Dat heeft gevolgen voor de nieuwbouw
huurverhoging. Is dit omdat het huurders tot kopen aanzet
verliezen, proberen de boel weer op gang krijgen,
en voor de voortgang van de stedelijke vernieuwing. Bij veel
of omdat het de corporaties toch nog wat compensatie
maar pakken ook hun rol in de overgang naar nieuwe
gemeenten zijn al plannen in de herstructurering stilgelegd,
biedt voor de verhuurderheffing? Toch velt ruim een kwart
verhoudingen tussen overheid, burgers en aanbieders.
uitgesteld of omgezet van sloop naar renovatie. Driekwart
een negatief oordeel over deze maatregel.
van de gemeenten verwacht dat door het woonakkoord Crisis slaat diepe wonden
en de beëindiging van het ISV de vernieuwing van de
Stagnatie in de woningbouw en in doorstroming zijn binnen
woningvoorraad nog verder zal stagneren.
het thema ‘Bouw en Wonen’ voor meer dan tweederde van de gemeenten de meest urgente problemen. Niet verwonderlijk, want deze stagnatie werkt zwaar door op vele aspecten van het publieke en private domein. Verliezen op aangekochte gronden raken direct de eigen slagkracht van de gemeenten en hebben gevolgen over de volle breedte van het beleid. Niet voor niets staan ze op
“
verandert. Tijdens de Woontop hier in Rotterdam heb Het is tot op heden destructief…. Dat je nu
zegt: ‘we halen nog meer geld bij de corporaties weg, betekent dat de huren omhoog gaan. Wie gaat dat betalen? Ja, de arme huurder. De uitdaging is dus: hoe ga je de financiering rond krijgen op plekken
Ook in de private sector laat de stagnatie diepe sporen
waar het geld niet voor het oprapen ligt?
steeds verder toe; uiteindelijk krijgt de gemeente dat ook
Er zitten wel positieve elementen in, maar het
is eigenlijk niet een akkoord waardoor je het systeem
plaats drie van de meest genoemde urgente problemen. na: bouwbedrijven gaan failliet en de werkloosheid neemt
“
“
Dhr. Hiemstra, wethouder gemeente Hoogeveen.
voor de kiezen.
ik bij de aftrap gesteld dat het systeem op zichzelf failliet is. En dat is ook zo. Het is toch heel raar dat er op de markt veel vraag is naar een woning, maar dat het systeem ons belemmert om die woning te realiseren.
“
Dhr. Karakus, wethouder gemeente Rotterdam. Wat maar enige beweging in de markt kan brengen krijgt van de gemeenten echter een warm onthaal. Op de Btw-verlaging op onderhoud, het energiefonds en
Gemengde gevoelens bij het woonakkoord
Over het woonakkoord is men toch al niet te spreken;
de starterslening komen nauwelijks negatieve reacties.
Alles wat nog verder lijkt te leiden tot frustratie van de
10% is er tevreden over; de meerderheid ontevreden tot
Wellicht in de hoop dat hiermee op korte termijn het tij valt
woningmarkt stuit bij gemeenten daarom al snel op
zeer ontevreden. Op onderdelen liggen de verhoudingen
te keren.
weerstand. De verhuurderheffing ontlokt bij slechts 10%
anders. De houding tegenover de hypotheekrenteaftrek
van de gemeenten een positieve reactie; bijna 70% vindt
helt naar twee kanten. Begrijpelijk, want het valt moeilijk Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
17
Schoon schip maken
worden gebruikt. En dit betreft niet alleen de (potentiële)
(tijdelijk) stil en 27% kiest voor bewuste “cashflow-sturing”
Hoop of verwachting, dat er dit jaar of anders toch volgend
krimpgemeenten.
(investeringen worden pas gedaan als daar voldoende
jaar nieuwe woningbouwplannen van de grond komen
zekere opbrengsten tegenover staan). Slechts 3% geeft aan
wordt door driekwart van de gemeenten uitgesproken.
Overal in het land zien we dan ook dat gemeenten bezig
(nog) geen enkele maatregel te hebben getroffen. Maar
Vooral bestuurders zijn hoopvol gestemd; ambtenaren zijn
zijn deze periode te overleven. Dat daarvoor soms pijnlijke
door schoon schip te maken (de verliezen te nemen) kan
wat sceptischer.
financiële maatregelen nodig zijn, lijkt ook bij de meeste
men weer met frisse moed vooruit kijken.
Op de korte termijn lijkt het de gemeenten daarom
gemeenten inmiddels doorgedrongen. Afboekingen van
vooral te gaan om de impasse in de woningmarkt
vele tientallen miljoenen euro’s hebben volop media-
te doorbreken. Dat is niet zo gek, omdat de meeste
aandacht gekregen. Dat is niet bepaald de aandacht
gemeenten ervan uitgaan dat dit een tijdelijk probleem is.
waar de gemiddelde gemeente op zit te wachten. De
Meer dan de helft van de gemeenten denkt de ingeschatte
meeste gemeenten hebben daarom al maatregelen
woningbouwprogrammering op termijn volledig te gaan
genomen: slechts 15% van de respondenten geeft aan
realiseren. Iets minder dan de helft geeft aan dat ook de
dat naar verwachting nog flinke verliezen moeten worden
verworven grondposities en harde contractafspraken
genomen. Maar liefst 72% zegt de zaken op orde te hebben
2011 hebben we al meteen ons verlies genomen. We
daarop zijn afgestemd. Tweederde van de gemeenten
of geen grote tegenvallers meer te verwachten.
hebben dat verdriet snel verwerkt… We zijn vrij snel
stemt de programmering en grondposities af met de regio
Daar staat tegenover dat de grondbedrijfreserves bij veel
gaan denken: wat betekent dit voor de stedelijke
en buurgemeenten.
gemeenten uitgeput zijn. Iets meer dan de helft van de
ontwikkeling in een tijdperk na de vastgoedcrisis?
Toch zijn er ook gemeenten waarvoor de impasse in de
respondenten geeft aan te verwachten dat deze reserve
woningmarkt niet alleen tijdelijke gevolgen heeft. 34%
voldoende zal zijn, meer dan 40% meldt dat eventuele
Hoe kun je uit de crisis komen op een manier die beter
geeft aan dat de geplande woningbouwprogrammering
toekomstige verliezen op grondexploitaties ten laste zullen
niet gerealiseerd gaat worden. Hun visies en beleidsnota’s
komen van de algemene reserves.
moeten daarop worden aangepast. Of de woonvisies
18
echt wel bij 85% van de gemeenten actueel zijn, is dus
De “overlevingstactiek” is heel divers. De meest eenvoudige
maar de vraag. Een actieve grondverwerving (45% van
oplossing komt nog steeds het meest voor: 56% van
de gemeenten deed dat structureel, 43% incidenteel)
de gemeenten geeft aan het ontwikkelingstempo in
heeft ook zijn keerzijde: bij 40% van de gemeenten
projecten aan te passen en renteverliezen hieruit direct te
zullen grondposities niet meer voor het beoogde doel
nemen, 38% maakt strategische keuzes en legt plannen
“
We hebben vrij snel en accuraat gereageerd op
de crisis. Door in 2010 scherp te selecteren op welke projecten we wel actief blijven en welke niet en wat dat betekende voor de grondexploitatie. In 2010 en
is dan hoe je erin bent gegaan? Rekening houdend met allerlei nieuwe omstandigheden.
“
Dhr. Kok, algemeen directeur stedelijke ontwikkeling, gemeente Den Haag.
Klaar staan Áls de woningmarkt dan weer aantrekt, moet je zorgen dat je als gemeente vooraan staat. De meeste gemeenten (68%) zijn dan ook terughoudend in het zoeken naar tijdelijke gebruiksdoeleinden voor gronden die nog niet in ontwikkeling kunnen worden gebracht voor het beoogde
“
De corporaties zijn daarin vanouds de ‘natuurlijke’ partner. Allerlei partners en partijen hebben belangen
Geen kwaad woord daarom over de corporaties: slechts 2%
bij dat proces (vernieuwing van de woningmarkt).
beoordeelt de relatie met de lokale corporaties als negatief,
Denk aan banken en grondeigenaren (waaronder gemeenten), waardoor zij moeilijk los van hun eigen
einddoel. De angst bestaat dat men daarmee teveel
positie nieuwe oplossingen kunnen bedenken….. elk
gebonden raakt en niet meer direct kan reageren, wanneer
voorstel of elk creatief idee meten we af aan de lat
dat nodig is. Bovendien zijn de meeste tijdelijke functies
van: wat betekent dat voor onze grondexploitatie.
financieel niet meer dan een doekje voor het bloeden.
Dat belemmert het creatief denken.
Investeren in goede marketing en stimuleringsmaatregelen lijkt dan aantrekkelijker, ook als dat op korte termijn alleen
“
Dhr. Mikkers, burgemeester gemeente Veldhoven.
80% als positief. Het idee om met een gemeentelijk woningbedrijf dan maar zelf het heft in handen te nemen, is voor de meeste gemeenten geen optie.
“
Dat lijkt me een slecht idee. Volgens mij
moeten corporaties scherper hun rol pakken. Er zijn corporaties die meer ontwikkelaar zijn geworden
maar geld kost.
dan corporatie, maar er zijn ook corporaties die zich Krijgen gronden dan hun oorspronkelijke (veelal agrarische)
Samen oppakken
nu herbezinnen op hun rol. En ik denk dat dat een
functie op termijn weer terug? Dat gaat verreweg de
De tijd dat de gemeente het alleen bepaalde is wel voorbij.
positieve ontwikkeling is.
meeste gemeenten te ver. Hooguit tijdelijk, totdat een
Gemeenten gaan steeds meer op zoek naar creatieve
andere ontwikkelpotentie voor de aangekochte gronden
oplossingen, juist in samenspraak en samenwerking met
is gevonden. Veel gemeenten denken daarbij aan de
andere partijen. Ze blijven letterlijk niet bij de pakken
realisatie van recreatiegebieden, leisure-achtige functies,
neerzitten: de Haagse Verhuisdoos en het Hoogeveense
groen of milieulandschappen. Niet bepaald functies waar
Bouwpakket zijn voorbeelden van hoe gemeenten samen
De Haagse reflex om als iets niet werkt dan maar de macht
het geplande financiële gewin mee te realiseren is, maar
met marktpartijen beweging in de woningmarkt krijgen.
naar je toe te trekken, houden de meeste gemeenten
“
Dhr. Mikkers, burgemeester gemeente Veldhoven.
wel functies die de gemeente maken tot een aantrekkelijke
ver van zich af. De Haagse kerntakendiscussie bevalt
gemeente om te wonen of te verblijven, of tot een
gemeenten evenmin. Leefbaarheid ziet men wel degelijk
gemeente die duurzame ontwikkeling hoog in het vaandel
als een kerntaak van de corporaties. Daar kan het financiële
heeft staan. Met een schoon schip een nieuwe koers.
motief aan ten grondslag liggen, maar inhoudelijke argumenten lijken aannemelijker. Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
19
De meeste gemeenten (85%) beschikken naar eigen zeggen over actuele woonvisies (hoe actueel is overigens de vraag); aanzienlijk minder (68%) over actuele prestatieafspraken met de corporaties. Belangrijker lijkt dan ook een goede samenwerking en een open communicatie. Formele, geïnstitutionaliseerde afspraken en voorschriften lijken
Daarbij komt dat corporaties vaak niet ophouden bij gemeentegrenzen. Als er al toezicht moet zijn denk ik dat dat via het rijk aangestuurd zou moeten worden.
“
Dhr. Hiemstra, wethouder gemeente Hoogeveen
niet meer het middel. Vragen naar de mogelijkheden van gemeenten om toezicht
De burger aan zet
te houden en sturing te geven worden uiteenlopend
Was de burger tot voor kort toch vooral lijdend voorwerp
beantwoord. De meerderheid lijkt geen behoefte te
in de woningmarkt en het woonbeleid, inmiddels heeft hij
hebben hierin meer macht en invloed te krijgen.
zich ontpopt als een ‘partij’ die actief het initiatief naar zich toetrekt. Particulier opdrachtgeverschap neemt een steeds
De meeste gemeenten vinden evenmin dat het rijk meer
grotere plaats in de woningbouw in: 50% van de gemeenten
toezicht op de corporaties moet uitoefenen. Wat niet
voert daarin een actief stimulerend en faciliterend
wegneemt dat het toezicht juist als een taak van het rijk
beleid; 40% heeft daartoe plannen of ziet particulier
wordt gezien om de verhoudingen tussen gemeenten en
opdrachtgeverschap als optie om de woningbouw weer
corporaties vooral zuiver te houden.
op gang te krijgen. Stimulering van (collectief ) particulier
“
afspraken
opdrachtgeverschap is de meest genoemde maatregel
voeren daarin een (actief ) stimulerend beleid. Dat zou voor burgers een mooie basis kunnen bieden om hun verantwoordelijkheid voor de woonomgeving verder uit te breiden.
“
Ik denk dat er een principiële omslag aankomt,
waar er in de wijk economische constructies gaan komen. Waar je als het ware met burgers ook business cases kunt ontwikkelen rond duurzaamheid; de opbrengsten daarvan weer terugbrengen in de wijk.
“
Kees van der Helm, programmaleider Nieuw Lokaal Akkoord, gemeente Groningen.
(73%) om de crisis in gebiedsontwikkeling op te vangen De gemeente moet zowel inhoudelijke maken
met
de
corporaties
over
investeringen, maar tegelijkertijd toezicht houden op deze corporaties. Dat lijkt me niet wenselijk. Dat lijkt mij ook niet nodig en je lost er ook geen bestaande
20
–opwekking komen vaak van burgers zelf. Gemeenten
(met op de tweede plaats ex aequo uitgifte van vrije kavels,
De woonomgeving is een ander domein waar de burger
toepassen van startersleningen en bij elkaar brengen van
zich actief betoont, al dan niet aangezet door de gemeente.
stakeholders). Particulier opdrachtgeverschap beperkt zich
De helft van de gemeenten heeft taken aan gebruikers en
overigens niet tot alleen vrijstaande koop; ook in huur en
eigenaren overgedragen of is van plan dat te doen. Het
geschakelde en gestapelde bouw zijn er ontwikkelingen.
gaat dan in de meeste gevallen over groenonderhoud, maar ook het beheer en exploitatie van maatschappelijk
problemen mee op. Toezicht moet bij het rijk zitten
Het initiatief van burgers gaat overigens niet alleen
vastgoed wordt aan bewoners overgelaten.
en dat kan landelijk heel goed geregeld worden.
over nieuwbouw. Initiatieven als energiebesparing en
De gemeenten spreekt daarin vooral een rol aan die zich
beweegt langs termen van co-creatie, samenwerking,
als een bedreiging van de leefbaarheid en de ruimtelijke
De blik vooruit: meer seniorenwoningen
stimulering (actief ) en facilitering (reactief ). Bij de
kwaliteit. De risico’s voor de regionale economie en de
Gaat het op de korte termijn vooral om ‘crisisbeheersing’,
knelpunten die de gemeenten bij bewonersinitiatieven
lokale of regionale vastgoedmarkt worden minder vaak
op de langere termijn dienen zich meer structurele
ervaren steken ze vooral de hand in eigen boezem: de
genoemd.
vraagstukken aan. Gemeenten lijken nog steeds het
geringe inbedding in de gemeentelijke organisatie wordt het meest genoemd (49%). Andere knelpunten zijn vooral ontbreken van draagvlak, netwerk en kennis bij bewoners. Daar komt bij dat het de gemeenten aan capaciteit ontbreekt om actief bij te dragen.
“
“
meest gericht op nieuwbouw. In de prestatieafspraken en gespreksthema’s met de corporaties staat nieuwbouw Wat is het nadeel voor de gemeente als
boven aan het lijstje. Maar ook onderhoud van de bestaande
kantoren leegstaan? Het enige wat ik graag wil in
voorraad neemt in de afspraken met de corporaties een
deze stad is dat de plinten niet leegstaan. Dat vind ik voor de leefbaarheid van het gebied cruciaal. Het
Het ambtelijk apparaat moet meebewegen in
het inleven waar de behoeftes liggen. De gemeente
moet levendig zijn.
“
Dhr. Karakus, wethouder gemeente Rotterdam.
moet veel meer een faciliterende rol nemen en niet al met de agenda naar buiten, maar loslaten.
“
Mevr. Cnossen, burgemeester gemeente Woudenberg.
Invloed van leegstand op de gemeentelijke financiën wordt het minst benoemd, het gaat hier immers vooral om particulier vastgoed. Herbestemming is hét middel dat gemeenten aanwenden om leegstand terug te dringen. Op
Leegstand bedreigt de leefbaarheid
de tweede plaats komt monitoring in overleg met eigenaren,
Leegstand is een probleem dat zich vooral manifesteert
gevolgd door aan gebieden ruime bestemmingen te
bij
kantoren,
geven. Toepassing van de leegstandsverordening en het
bedrijfsruimten). Een kleine tweederde van de gemeenten
het
commerciële
vastgoed
(winkels,
‘Convenant Aanpak Leegstand Kantoren’ worden weinig
vindt dat daarbij actieve sturing vanuit de gemeente
genoemd.
prominente plaats in. Energiebesparing en aanpassing van woningen worden door ruim de helft van de gemeenten genoemd en het onderwerp wonen en zorg verovert langzamerhand ook een positie op de gezamenlijke agenda. Voor de particuliere woningvoorraad voeren de meeste gemeenten echter geen actief beleid.
“
Waar ik me zorgen over maak in de
woningmarkt als geheel, dat heel erg de focus ligt op het bouwen van woningen, terwijl we niet echt kijken naar onze huidige voorraad.
“
Dhr. Mikkers, burgemeester gemeente Veldhoven.
gewenst is. Bij de helft van de gemeenten is er sprake van redelijk tot veel leegstand. Gemeenten zien dat vooral Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
21
De helft van de gemeenten vindt dat de bestaande
zullen daarom ook de zorgverleners, zorginstellingen en
In beweging vanuit lokaal vermogen
woningvoorraad niet aansluit op de demografische
zorgverzekeraars een rol in de volkshuisvesting moeten
De crisis in de woningmarkt raakt de gemeenten diep in
ontwikkeling. Men ziet daar een overschot ontstaan
nemen.
het hart. Dat betekent voor velen eerst de wonden likken.
aan appartementen (vooral bij gemeenten 20.000+), eengezinshuizen (vooral bij 50.000-) en koopwoningen.
Krimp
demografische
beweging in de zaak te krijgen is gemeenten bepaald niet
Tekorten
huurwoningen,
ontwikkeling die de woningmarkt in een nieuw daglicht
vreemd. Echter, steeds meer gemeenten maken van de crisis
starterswoningen en – met stip! - seniorenwoningen (door
stelt. De meeste gemeenten (81%) waar dit al aan de orde
een deugd en gebruiken deze als aanleiding, breekijzer of
82% genoemd).
is, passen de leefomgeving daarop aan. Krimp bestrijden is
hefboom voor de transitie naar nieuwe verhoudingen en
niet aan de orde.
rolverdelingen. Men schuwt daarbij niet de hand in eigen
verwacht
men
bij
Niet vreemd dus dat eenzelfde percentage gemeenten vindt dat vanuit de toenemende zorgvraag aanpassing van
de
woningvoorraad
en
de
zorginfrastructuur
noodzakelijk is. Er moeten meer levensloopbestendige woningen komen en meer kleinschalige woonvormen en corporatiewoningen. Eigenwoningen en verzorg- en verpleeghuizen dienen te worden aangepast. De nodige aanpassingen in de zorginfrastructuur laten zich gelijkmatig
“
is
een
andere
belangrijke
boezem te steken en de eigen rol ter discussie te stellen. De uitdaging van deze tijd is dat er zich twee
fenomenen tegelijkertijd aandienen. Ontgroening, vergrijzing en deels ontvolking plus krimpende overheidsfinanciën.
“
Dhr. Goeman, gemeentesecretaris gemeente het Bildt.
Dat lijkt ook een goede insteek: eerst je eigen zaken op orde, dan naar de ander kijken, dat schept ruimte om tot nieuwe allianties te komen. Een woningmarkt die steeds gedifferentieerder wordt, naar regio, woonwensen en opgaven en ook gaat over zorg, energie en eigen initiatief van burgers heeft alle belang bij de kracht en flexibiliteit van het lokale vermogen. Veel van dat lokale vermogen zit
verdelen over toevoeging van woonsteunpunten en
nog verborgen. De gemeenten zijn bij uitstek de partij om
ruimten voor dagbesteding en eerstelijnszorg.
dat verborgen vermogen op te wekken.
De rol die de gemeente daarin zelf speelt ligt toch vooral in het maken van prestatieafspraken met corporaties over aanpassing van huurwoningen en met zorginstellingen over de infrastructuur. Hoe we het ook wenden of keren, de vergrijzing zal een steeds belangrijkere factor worden in de ontwikkeling en verduurzaming van de woningvoorraad en de woonomgeving. Naast de ‘traditionele’ partijen 22
En enig opportunisme om op korte termijn weer enige
3.2: Hoe kijkt u aan tegen de volgende maatregelen uit het Woonakkoord voor uw gemeente? 3.1: WatToezicht op woningcorporaties zijn de drie meest urgente onderwerpen binnen het thema Bouwen & Wonen voor uw gemeente?
3.1: Wat zijn de drie meest urgente onderwerpen binnen het thema Bouwen & Wonen voor uw gemeente?
Verhuurdersheffing Anders, namelijk...
Heel negatief
Inkomensafhankelijke huurverhoging Bevolkingskrimp
Leefbaarheid
Herstructurering BTW‐verlaging onderhoud Leefbaarheid Energiefonds Leegstand van vastgoed Starterslening Kwaliteit woningvoorraad
Leegstand van vastgoed
Verliezen op aangekochte gronden Hyptheekrente‐aftrek
Anders, namelijk... Bevolkingskrimp Herstructurering
Negatief Niet negatief / niet positief Positief
Onderzoeksresultaten Bouw en Wonen Kwaliteit woningvoorraad
Doorstroming op de woningmarkt
Verliezen op aangekochte gronden
Stagnatie woningbouw
Doorstroming op de woningmarkt
3.1: Wat zijn de drie meest urgente onderwerpen binnen het thema Stagnatie woningbouw Bouwen & Wonen uw gemeente? 3.1: Wat zijn de drie meestvoor urgente onderwerpen binnen het thema Bouwen & Wonen voor uw gemeente? 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 0%
10%
20%
3% Toezicht op woningcorporaties 8%
3.2: Hoe kijkt u aan tegen de volgende maatregelen uit het Woonakkoord voor uw gemeente?
Doorstroming op de woningmarkt Energiefonds Stagnatie woningbouw Starterslening 0% Hyptheekrente‐aftrek
46%
Niet negatief / niet positief Starterslening Positief Heel Positief 10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
50%
60%
70%
80%
Ja, vooral sloop/nieuwbouw.
BTW‐verlaging onderhoud Heel negatief 12% Energiefonds Negatief
Verliezen op aangekochte gronden BTW‐verlaging onderhoud
40%
Nee.
Verhuurdersheffing 7% Inkomensafhankelijke huurverhoging
Herstructurering Toezicht op woningcorporaties Leefbaarheid Verhuurdersheffing Leegstand van vastgoed Inkomensafhankelijke huurverhoging Kwaliteit woningvoorraad
30%
3.2: Hoe kijkt u aan tegen de volgende maatregelen uit het Woonakkoord 3.3: Zijn er herstructureringsplannen stilgelegd of uitgesteld in uw gemeente? voor uw gemeente? 3.2: Hoe kijkt u aan tegen de volgende maatregelen uit het Woonakkoord voor uw gemeente?
Anders, namelijk... Bevolkingskrimp
Heel Positief
Heel negatief
Ja, zowel sloop/nieuwbouw als renovatie.
Negatief
Ja, sloop/nieuwbouw is omgezet in renovatie.
Positief
Ja, vooral renovatie.
Niet negatief / niet positief Heel Positief
Hyptheekrente‐aftrek
80%
Dat is mij niet bekend. 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
24%
3.2: Hoe kijkt u aan tegen de volgende maatregelen uit het Woonakkoord voor uw gemeente?
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Toezicht op woningcorporaties 3.3: Zijn er herstructureringsplannen stilgelegd of uitgesteld in uw gemeente? 3.3: Zijn er herstructureringsplannen stilgelegd of uitgesteld in uw gemeente? Verhuurdersheffing
Heel negatief
Inkomensafhankelijke huurverhoging 3% BTW‐verlaging onderhoud 8%
7% Niet negatief / niet positief 5%
Ja, vooral sloop/nieuwbouw.
Hyptheekrente‐aftrek
3%
Nee.
1% Ja, vooral de vernieuwing van Ja, vooral sloop/nieuwbouw. de woningvoorraad.
7%
Positief
46%
Heel Positief 12%14%
Starterslening 12%
8%
Negatief
Nee.
Energiefonds
7%
3.3: Zijn er herstructureringsplannen stilgelegd of uitgesteld in uw gemeente?
3.4: Verwacht u dat de stedelijke vernieuwing stagneert als gevolg van de beëindiging van de rijksbijdrage en hetalswoonakkoord? 3.4: Verwacht u dat de stedelijke vernieuwing stagneert gevolg van de beëindiging van de rijksbijdrage en het woonakkoord?
46%
Ja, zowel sloop/nieuwbouw als renovatie.
0% 10% 20% 30% 40% Ja, sloop/nieuwbouw is 50% 60% 70% 80% 90% 100% omgezet in renovatie.
73%
24%
Ja, vooral renovatie. 3.3: Zijn er herstructureringsplannen stilgelegd of uitgesteld in uw gemeente?
Dat is mij niet bekend.
24% 8%
3%
Nee.
3.4: Verwacht u dat de stedelijke vernieuwing 0% stagneert als gevolg van de beëindiging van de rijksbijdrage en het woonakkoord?
1% Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 10% 2013 14%
3.4: Verwacht u dat de stedelijke vernieuwing stagneert als gevolg van deJa, zowel sloop/nieuwbouw beëindiging van de rijksbijdrage en het woonakkoord?
46%
12%
1%
Dat is mij niet bekend. Nee, wij zoeken samenwerking met andere investeerders.
3.5: In welke mate bent u tevreden met het woonakkoord?
Ja, vooral sloop/nieuwbouw.
7%
Ja, zowel sloop/nieuwbouw Ja, vooral de vernieuwing van als renovatie. maatschappelijk vastgoed. Ja, sloop/nieuwbouw is omgezet in renovatie. Ja, vooral de vernieuwing van Ja, vooral renovatie. de openbare ruimte.
als renovatie.
Ja, sloop/nieuwbouw is
7% 5%
Ja, vooral de vernieuwing van de woningvoorraad.
23
40%
gemeente.
20%
gemeente.
3.6 Wanneer verwacht u nieuwe woningbouwprojecten in uw gemeente? (Naar functie) Voor 2015 verwacht ik weer nieuwe 3.6 Wanneer30% verwacht u nieuwe woningbouwprojecten in uw gemeente? (Naar functie) woningbouwprojecten in mijn
100%
100% 3.6 Wanneer verwacht u nieuwe woningbouwprojecten in uw gemeente? (Naar functie) Ik verwacht dit jaar weer nieuwe Dat is onduidelijk.
3.5: In welke mate bent u tevreden met het woonakkoord? 3.5: In welke mate bent u tevreden met het woonakkoord?
0% 10%
14% Zeer ontevreden Ontevreden Neutraal
36%
Tevreden 40%
Zeer tevreden
90% 90% 100% 80% 80% 90% 70% 70% 80% 60% 60% 70% 50% 50% 60% 40% 40% 50% 30% 30% 40% 20% 20% 30% 10% 10% 20% 0% 0% 10%
10%
0%
3.6 Wanneer verwacht u nieuwe woningbouwprojectenwoningbouwprojecten in mijn in uw gemeente? (Naar functie) Dat is onduidelijk.
3.6 Wanneer verwacht u nieuwe woningbouwprojecten in uw gemeente? (Naar functie)
100% Bestuurder
Manager
Medewerker
gemeente.
Totaal
Dat is onduidelijk.
Dat is onduidelijk. Mijn gemeente krimpt of zal krimpen in 90% 3.7: Gaat uw gemeente de in uw ruimtelijke visies en beleidsnota’s vastgelegde programmering voor woningbouw ook daadwerkelijk realiseren? Mijn gemeente krimpt of zal krimpen in de (nabije) toekomst. 80%
de (nabije) toekomst.
Mijn gemeente krimpt of zal krimpen in Ja, dat gaan we realiseren, alleen Mijn gemeente krimpt of zal krimpen in de (nabije) toekomst. minder snel dan we hadden Ik verwacht de komende jaren geen de (nabije) toekomst. verwacht. Ik verwacht de komende jaren geen
70%
9%
60%
nieuwe woningbouwprojecten in mijn
Ik verwacht de komende jaren geen
50%
Ja, dat gaan we realiseren binnen nieuwe woningbouwprojecten in mijn gemeente. nieuwe woningbouwprojecten in mijn de verwachte periode. gemeente. Ik verwacht de komende jaren geen
gemeente. Voor 2015 verwacht ik weer nieuwe
40% 30%
34%
nieuwe woningbouwprojecten in mijn Voor 2015 verwacht ik weer nieuwe Voor 2015 verwacht ik weer nieuwe woningbouwprojecten in mijn woningbouwprojecten in mijn Nee, dat gaan we niet realiseren. gemeente. gemeente. woningbouwprojecten in mijn Onze visies en beleidnota’s moeten gemeente.
53%
20%
op dit punt worden aangepast. Voor 2015 verwacht ik weer nieuwe Ik verwacht dit jaar weer nieuwe gemeente.
10%
Ik verwacht dit jaar weer nieuwe Ik verwacht dit jaar weer nieuwe woningbouwprojecten in mijn gemeente. Bestuurder Manager Medewerker Totaal woningbouwprojecten in mijn gemeente. 4% Ik verwacht dit jaar weer nieuwe gemeente. 15% Bestuurder Manager Totaal voor woningbouw 3.7: Gaat uw gemeente de in uw ruimtelijke visiesMedewerker en beleidsnota’s vastgelegde programmering ook daadwerkelijk realiseren? woningbouwprojecten in mijn Ja, die twee zijn volledig op elkaar afgestemd. Bestuurder Manager Medewerker 3.8: Is het totaal van alle ruimtelijke plannen dieTotaal binnen uw gemeente in ontwikkeling zijn en/of waar uw gemeente. Ja, die twee zijn volledig op elkaar afgestemd. 0% 3.8: Is het totaal van alle ruimtelijke plannen die binnen uw gemeente in ontwikkelingJa, dat gaan we realiseren, alleen 3.7: Gaat uw gemeente de in uw ruimtelijke visies en beleidsnota’s vastgelegde zijn en/of waar uw gemeente grond voor heeft ook aangekocht 3.7: Gaat uw gemeente de in uwgrond ruimtelijke visies en beleidsnota’s programmering voorhet woningbouw daadwerkelijk realiseren? gemeente voor aangekochtvastgelegde in overeenstemming met programma dat u daadwerkelijk minder snel dan we hadden 9% heeft Medewerker Bestuurder Manager Totaal Ja, als alle in ontwikkeling genomen (harde) 32% in overeenstemming met hetruimtelijke programma dat u daadwerkelijk nog denkt te kunnen realiseren? verwacht. 3.7: Gaat uw gemeente de in uw visies en beleidsnota’s vastgelegde programmering voor woningbouw ook daadwerkelijk realiseren? woningbouwprojecten in mijn woningbouwprojecten in mijn Dat is nog onduidelijk. Ja, die twee zijn volledig op elkaar afgestemd. gemeente.
0%
programmering voor woningbouw ook daadwerkelijk realiseren? 15%nog realiseren? denkt te kunnen realiseren? 3.7: Gaat uw gemeente de in uw ruimtelijke visies en beleidsnota’s vastgelegde programmering voor woningbouw ook daadwerkelijk
plancapaciteit is gerealiseerd en al onze
15%
Ja, dat gaan we realiseren binnen
Ja, dat gaan we realiseren, alleen
grondposities zijn ontwikkeld, dan verwachten we de verwachte periode. 3.7: Gaat uw gemeente de in uw ruimtelijke visies en beleidsnota’s vastgelegde programmering voor woningbouw ook daadwerkelijk realiseren?
Ja, dat gaan we realiseren, alleen Ja, die twee zijn volledig op elkaar minder snel dan we hadden nog niet ons volledige toekomstige programma te Ja, die twee zijn volledig op elkaar afgestemd. afgestemd. Ja, als alle in ontwikkeling genomen (harde) hebben gerealiseerd. 32% minder snel dan we hadden 15% verwacht. Nee, dat gaan we niet realiseren. 53% plancapaciteit is gerealiseerd en al onze Ja, als alle in ontwikkeling genomen (harde) Ja, dat gaan we realiseren, alleen 32% Onze visies en beleidnota’s moeten verwacht. Ja, dat gaan we realiseren binnen grondposities zijn ontwikkeld, dan verwachten we plancapaciteit is gerealiseerd en al onze op dit punt worden aangepast. minder snel dan we hadden 15% 32% Nee, we houden verworven grondposities over of 9% Ja, dat gaan we realiseren binnen Ja, dat gaan we realiseren binnen nog niet ons volledige toekomstige programma te grondposities zijn ontwikkeld, dan verwachten we de verwachte periode. Dat is nog onduidelijk. verwacht. 16% moeten harde afspraken terugdraaien. de verwachte periode. Nee, maximaal 25% is niet meer nodig hebben gerealiseerd. nog niet ons volledige toekomstige programma te de verwachte periode. 16% Ja, als alle in ontwikkeling genomen (harde) Nee, maximaal 25% is niet meer nodig hebben gerealiseerd. Ja, dat gaan we realiseren binnen 4% 16% 34% plancapaciteit is gerealiseerd en al onze Ja, als alle in ontwikkeling genomen (harde) 32%53% Nee, maximaal 25% is niet meer nodig Nee, dat gaan we niet realiseren. Nee, dat gaan we niet realiseren. de verwachte periode. 16% Nee, we houden verworven grondposities over of 40% 34% grondposities zijn ontwikkeld, dan Nee, maximaal 25% is niet meer nodig plancapaciteit is gerealiseerd en al onze Onze visies en beleidnota’s moeten Nee, dat gaan we niet realiseren. Onze visies en beleidnota’s moeten Nee, ten minste 25% is niet meer nodig. 53% 54% moeten harde afspraken terugdraaien. Nee, we houden verworven grondposities over of 8% verwachten we nog niet ons volledige 54% grondposities zijn ontwikkeld, dan verwachten we op dit punt worden aangepast. 13% die binnen uw gemeente Nee, ten minste 25% is niet meer nodig. Onze visies en beleidnota’s moeten op dit punt worden aangepast. moeten harde afspraken terugdraaien. 8% 16%plannen 3.8: Is 34% het totaal van alle ruimtelijke in ontwikkeling zijn en/of waar uw gemeente grond voor heeft aangekocht toekomstige programma te hebben Nee, maximaal 25% is niet meer nodig 54% nog niet ons volledige toekomstige programma te Dat is nog onduidelijk. 40% Nee, dat gaan we niet realiseren. Nee, ten minste 25% is niet meer nodig. op dit punt worden aangepast. 53% 54% in overeenstemming met8% het programma dat u daadwerkelijk nog denkt te kunnen realiseren? Dat is nog onduidelijk. gerealiseerd. hebben gerealiseerd. Dat is nog onduidelijk. Nee, ten minste 25% is niet meer nodig. 13% Onze visies en beleidnota’s moeten 8% 40% Nee, ten minste 50% is niet meer nodig. Nee, we houden verworven grondposities Dat is nog onduidelijk. 54% op dit punt worden aangepast. 40% Nee, ten minste 50% is niet meer nodig. Nee, ten minste 25% is niet meer nodig. over of moeten harde afspraken 8% Ja, die twee zijn volledig op elkaar 13% Dat is nog onduidelijk. Nee, we houden verworven grondposities over of Nee, ten minste 50% is niet meer nodig. 4% terugdraaien. afgestemd. Dat is nog onduidelijk. 15% 13% Dat is nog onduidelijk. moeten harde afspraken terugdraaien. Nee, ten minste 50% is niet meer nodig. 3.10: Verwacht u in de (nabije)4% toekomst verliezen te moeten nemen op grondexploitaties of grondposities van uw gemeente? Dat is nog onduidelijk.
Ja, dat gaan we realiseren, alleen minder snel dan we hadden verwacht.
9%
34%
53%
4%
9% 34% 9%
Nee, ten minste 50% is niet meer nodig.
3.10: Verwacht u in de (nabije) toekomst verliezen te moeten nemen op grondexploitaties of grondposities van uw gemeente?
32% 3.9: Verwacht u dat al de door de gemeente verworven gronden de komende 3.10: Verwacht3.10: u inverliezen de (nabije) toekomst verliezen te moeten Ja, ik verwacht binnenkort verliezen te nemen op u in deVerwacht (nabije)4% toekomst te moeten nemen op grondexploitaties of grondposities van uw gemeente? 40% 3.9: Verwacht u dat al de door de gemeente verworven gronden de komende 10 jaar nog nodig zijn? 3.10: Verwacht u in de (nabije) toekomst verliezen te moeten nemen op grondexploitaties of grondpositiesmoeten nemen, maar die zullen niet groot van uw gemeente? acht u dat al 3.9: deVerwacht door de10 gemeente u dat al denog verworven door de gemeente gronden verworven de komende gronden 10 jaarde nog komende nodig zijn? 10 jaar nog nodig zijn? Ja, ik verwacht binnenkort verliezen te jaar nodig zijn? grondexploitaties of grondposities van uw gemeente? 3.10: u in de (nabije) toekomst verliezen te moeten nemen op grondexploitaties of grondposities van uw gemeente? 3.8: Is het totaal van alleVerwacht ruimtelijke plannen die binnen uw gemeente in ontwikkeling zijn en/of waar uw gemeente grond voor heeft aangekocht 4% Ja, als alle in ontwikkeling genomen (harde)
8%
6%
8%
16%
6%
16%
8%
24
8%
8%
8%
54%
54%
13% zijn. moeten nemen, maar die zullen niet groot Ja, ik verwacht binnenkort verliezen te plancapaciteit is gerealiseerd en al onze 3.8: Is het totaal van alle ruimtelijke plannen die uw gemeente in ontwikkeling zijn en/of waar uw gemeente grond voor heeft aangekocht 4% 9% dat 16% in overeenstemming met het programma u binnen daadwerkelijk nog denkt te kunnenDat is nog onduidelijk. realiseren? zijn. Ja, ik verwacht binnenkort verliezen te moeten nemen, maar die zullen niet groot Ja, wij verwachten dat de verworven gronden Ja, ik verwacht binnenkort verliezen te grondposities zijn ontwikkeld, dan 4% Ja, ik verwacht dat onze gemeente nog flinke 9% Ja, wij verwachten dat de verworven gronden Ja, wij verwachten dat de verworven gronden 16% in overeenstemming met het programma dat8% u daadwerkelijk nog denkt te kunnen realiseren? 6% moeten nemen, maar die zullen niet groot moeten nemen, maar die zullen niet groot zijn. verwachten we nog niet ons volledige volledig volgens planning voor woningbouw 4% uw 4% binnen verliezen moet nemen. Ja, ik verwacht dat onze gemeente nog flinke volledig volgens planning voor woningbouw volledig volgens planning voor woningbouw 9% 3.8: Is het totaal van alle ruimtelijke plannen die gemeente in ontwikkeling zijn en/of waar uw gemeente grond voor heeft aangekocht 16% zijn. toekomstige programma te hebben zijn. zullen worden uitgegeven. 40% 9% verliezen moet nemen. zullen worden uitgegeven. zullen worden uitgegeven. Ja, ik verwacht dat onze gemeente nog flinke 9%8% 16% 16% gerealiseerd. in overeenstemming met het programma dat u daadwerkelijk nog denkt te kunnen realiseren? Ja, ik verwacht dat onze gemeente nog flinke Ja, die twee zijn volledig op elkaar 13% Ja, maar in een langzamer tempo. Ja, ik verwacht dat onze gemeente nog flinke verliezen moet nemen. Ja, maar in een langzamer tempo. Ja, maar in een langzamer tempo. Wellicht, maar wij zijn goed voorbereid en verliezen moet nemen. Nee, we houden verworven grondposities verliezen moet nemen. Ja, die twee zijn volledig op elkaar afgestemd. 17% hebben al maatregelen genomen. Wellicht, maar wij zijn goed voorbereid en over of moeten harde afspraken 15% Dat is nog onduidelijk. 15% afgestemd. terugdraaien. 17% hebben al maatregelen genomen. Wellicht, maar wij zijn goed voorbereid en Wellicht, maar wij zijn goed voorbereid en 15% 15% Ja, die twee zijn volledig op elkaar 17% 17% hebben al maatregelen genomen. Wellicht, maar wij zijn goed voorbereid en hebben al maatregelen genomen. Nee, maximaal 25% is niet meer nodig Nee, maximaal 25% is niet meer nodig Nee, onze gemeente hoeft geen verliezen te 15%15% 17% hebben al maatregelen genomen. afgestemd. 32% 15% nemen op de grondexploitatie of Nee, onze gemeente hoeft geen verliezen te 15% Nee, onze gemeente hoeft geen verliezen te 32% grondposities. nemen op de grondexploitatie of Nee, onze gemeente hoeft geen verliezen te 3.9: Verwacht u dat al de door de gemeente verworven gronden de komende 10 jaar nog nodig zijn? nemen op de grondexploitatie of grondposities. Nee, onze gemeente hoeft geen verliezen te nemen op de grondexploitatie of Nee, ten minste 25% is niet meer nodig. Nee, ten minste 25% is niet meer nodig. 8% grondposities. Nee, wij hebben onze verliezen al volledig Ja, als alle in ontwikkeling genomen (harde) 32% nemen op de grondexploitatie of grondposities. 8% genomen. Nee, wij hebben onze verliezen al volledig 8% Ja, wij verwachten dat de verworven gronden Nee, wij hebben onze verliezen al volledig grondposities. Ja, als alle in ontwikkeling genomen (harde) plancapaciteit is gerealiseerd en al onze 6% 8% 8% volledig volgens planning voor woningbouw genomen. genomen. Nee, wij hebben onze verliezen al volledig zullen worden uitgegeven. 8% plancapaciteit is gerealiseerd en al onze grondposities zijn ontwikkeld, dan Nee, wij hebben onze verliezen al volledig genomen. Nee, ten minste 50% is niet meer nodig. Nee, ten minste 50% is niet meer nodig. 8% 31% Dat is nog onduidelijk. Ja, als alle in ontwikkeling genomen (harde) genomen. Dat is nog onduidelijk. Ja, maar in een langzamer tempo. grondposities zijn ontwikkeld, dan verwachten we nog niet ons volledige 31% 31% Dat is nog onduidelijk. Dat zeg ik liever niet. plancapaciteit is gerealiseerd en al onze 31% Dat zeg ik liever niet. verwachten we nog niet ons volledige toekomstige programma te hebben Dat is nog onduidelijk. Dat zeg ik liever niet. 40% 31% grondposities zijn ontwikkeld, dan Dat is nog onduidelijk. toekomstige programma te hebben gerealiseerd. Dat zeg ik liever niet. 40%
13%
verwachten we nog niet ons volledige
genomen. 31%
bewust plannen stil of breken ontwikkelingen af. Wij passen het ontwikkelingstempo in projecten aan aan de huidige markt en nemen de verliezen die daardoor in…
Dat is nog onduidelijk.
3.12: Hoe beoordeelt u de relatie van uw gemeente met de lokale woningcorporaties?
Dat zeg ik liever niet.
0%
10%
3.11: Welke maatregelen treft u in gebiedsontwikkeling om weerstand te bieden 3.11: Welke maatregelen treft u in gebiedsontwikkeling om weerstand te bieden aan de huidige crisis? Meerdere antwoorden mogelijk. aan de huidige crisis? Meerdere antwoorden mogelijk.
De relatie is overwegend positief. Ja, leefbaarheid is een
15%
De relatie is overwegend
niet negatief.
Wij investeren pas in een ruimtelijke ontwikkeling als daar ook concrete opbrengsten tegenover staan (cashflow‐sturing).
79%
85%
Wij passen het ontwikkelingstempo in projecten aan aan de huidige markt en nemen de verliezen die daardoor in… 0%
10%
20%
30%
g
j
50%
60%
79%
83%
j
Ja, onze gemeente heeft al een eigen woningbedrijf. 40%
60%
70%
70%
g
g
j
j
gemeente. kerntaak van De relatie is niet positief / positief. woningcorporaties. Ja, onze gemeente heeft al een eigen niet negatief. De relatie is niet positief /
Wij zoeken andere ontwikkelpotentie voor onze gronden, omdat de oorspronkelijke potentie niet meer reëel is.
g
50%
2%
19%
Anders, namelijk...
gemeente.
40%
3.12: Hoe beoordeelt u de relatie van uw gemeente met de lokale woningcorporaties?
19%
Wij maken strategische keuzes in onze plancapaciteit en leggen bewust plannen stil of breken ontwikkelingen af.
30%
3.12: Hoe beoordeelt u de relatie van uw gemeente met de lokale woningcorporaties?
Wij hebben (nog) geen maatregelen getroffen.
Wij zoeken concrete oplossingen voor tijdelijk stilliggende plannen door tijdelijk gebruik van gronden voor diverse…
20%
2%kerntaak van woningcorporaties? 3.14: Ziet u leefbaarheid als een
woningbedrijf.
Nee, leefbaarheid is geen De relatie is overwegend kerntaak van De relatie is overwegend negatief. negatief.
woningcorporaties. Ja, onze gemeente heeft plannen voor een eigen woningbedrijf.
3.13: Wanneer ontwikkelaars en woningcorporaties niet in de woningbehoefte kunnen voorzien, is een gemeentelijk woningbedrijf dat zelf woningen bouwt en verhuurt dan een
3.14: Ziet u 3.14: leefbaarheid een kerntaak van woningcorporaties? Ziet als u leefbaarheid als een kerntaak
van woningcorporaties?
1% 3.15: Heeftontwikkelaars u voor 2013 een woonvisie3%en niet actuele prestatieafspraken de corporatie(s)? 3.13: Wanneer enactuele woningcorporaties in de woningbehoeftemet kunnen voorzien, is een gemeentelijk woningbedrijf dat zelf woningen bouwt en verh Nee, een gemeentelijk woningbedrijf 83% Ja, onze gemeente heeft plannen voor is geen optie. 3.12: Hoe beoordeelt u de relatie van uw gemeente met de lokale woningcorporaties? 1% 3.13: Wanneer ontwikkelaars en woningcorporaties niet in de woningbehoefte een eigen woningbedrijf. 3% 13%
voorzien, is een gemeentelijk woningbedrijf datvoorzien, zelf woningen bouwt en 3.13: Wanneerkunnen ontwikkelaars en woningcorporaties niet in de woningbehoefte kunnen verhuurt dan een goede optie? is een gemeentelijk woningbedrijf dat zelf woningen bouwt en verhuurt dan een goede optie? 2%
19%
3%
Ja, er zijn echter nog geen plannen is geen optie. Ja, zowel een actuele woonvisie als voor een eigen woningbedrijf in mijn
10%
Ja, leefbaarheid is een actuele prestatieafspraken. kerntaak van Ja, er zijn echter nog geen plannen woningcorporaties. Alleen een actuele woonvisie, maar voor een eigen woningbedrijf in mijn geen actuele prestatieafspraken. Nee, leefbaarheid is geen
13%
De relatie is overwegend positief.
1%
3.14: Ziet u leefbaarheid als een kerntaak van woningcorporaties?
Nee, een gemeentelijk woningbedrijf
De relatie is niet positief / is geen optie. niet negatief.
13% 15%
Nee, een gemeentelijk woningbedrijf
15% 6%
De relatie is overwegend negatief. Ja, er zijn echter nog geen plannen
79%
26%
kerntaak van Alleen actuele prestatieafspraken, woningcorporaties. maar geen actuele woonvisie.
58% 85%
voor een eigen woningbedrijf in mijn Ja, leefbaarheid is een gemeente. kerntaak van woningcorporaties.
Nee, zowel geen actuele woonvisie als actuele prestatieafspraken.
Ja, onze gemeente heeft al een eigen
Nee, leefbaarheid is geen woningbedrijf. kerntaak van 3.13: Wanneer ontwikkelaars en woningcorporaties niet in de woningbehoefte kunnen voorzien, is een gemeentelijk woningbedrijf dat zelf woningen bouwt en3.15: verhuurt dan u een Heeft voor 2013 een actuele woonvisie en actuele prestatieafspraken met de corporatie(s)? woningcorporaties. 3.16: Heeft uw gemeente voldoende mogelijkheden om sturing te geven en toezicht te 3% 1% 83% Ja, onze gemeente heeft plannen voor Nee, een gemeentelijk woningbedrijf 85% 3.16: Heeft uw gemeente voldoende mogelijkheden om sturing te geven en toezicht te houden op woningcorporaties?
houden op woningcorporaties?
is geen optie. een eigen woningbedrijf.
13%
6%
Ja, er zijn echter nog geen plannen voor een eigen woningbedrijf in mijn
10%
3.15: Heeft u voor 2013 een actuele woonvisie en actuele prestatieafspraken met de corporatie(s)?
24%
3.15: Heeft u voor 2013 een actuele woonvisie en actuele prestatieafspraken met de corporatie(s)?
37% 6%
26%
58%
Ja, zowel een actuele woonvisie als actuele prestatieafspraken.
10%
Alleen een actuele woonvisie, maar geen actuele prestatieafspraken. 26%
58%
Alleen actuele prestatieafspraken, maar geen actuele woonvisie.
25%
Nee, zowel geen actuele woonvisie als actuele prestatieafspraken.
Ja, zowel een actuele woonvisie als De gemeente heeft voldoende sturing‐ en actuele prestatieafspraken. toezichtmogelijkheden. Alleen een actuele woonvisie, maar geen actuele prestatieafspraken. De gemeente heeft voldoende Alleen actuele prestatieafspraken, mogelijkheden om toezicht te houden maar geen actuele woonvisie. maar te weinig mogelijkheden tot sturing. Nee, zowel geen actuele woonvisie als actuele prestatieafspraken. De gemeente heeft voldoende mogelijkheden om woningcorporaties aan te sturen maar onvoldoende mogelijkheden tot toezicht. De gemeente heeft onvoldoende
3.16: Heeft uw gemeente voldoende mogelijkheden om sturing te geven en toezicht te houden op woningcorporaties? mogelijkheden om sturing te geven en
14%
toezicht te houden.
De gemeente heeft voldoende sturing‐ en toezichtmogelijkheden. 24% 3.17: Vindt u dat er meer volkshuisvestelijk toezicht moet komen op woningcorporaties door het Rijk?
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013 3.16: Heeft uw gemeente voldoende mogelijkheden om sturing te geven en toezicht te houden op woningcorporaties?
37% 18%
25
De gemeente heeft voldoende mogelijkheden om toezicht te houden maar te weinig mogelijkheden tot sturing.
dit te stimuleren en te faciliteren. mogelijkheden om sturing te geven en Ja, er zijn echter nog geen plannen in toezicht te houden. deze richting.
50%
14%
Nee, particuliere gebiedsontwikkeling is geen optie.
15%
3.17: Vindt u dat er meer volkshuisvestelijk toezicht moet komen op 3.17: Vindt u dat er meer volkshuisvestelijk toezicht moet komen op woningcorporaties door het Rijk? woningcorporaties door het Rijk?
Nee, particuliere gebiedsontwikkeling is geen optie.
15%
3.18: Wanneer gebiedsontwikkeling via ontwikkelaars of corporaties niet op gang komt, is particulier opdrachtgeverschap dan een goede optie?
3.18: Wanneer gebiedsontwikkeling via ontwikkelaars of corporaties niet op gang komt, is particulier opdrachtgeverschap dan een goede optie? 3.19: Welke maatregelen neemt uw gemeente om de crisis in de gebiedsontwikkeling op te vangen? Meerdere antwoorden mogelijk.
3.18: Wanneer gebiedsontwikkeling via ontwikkelaars of corporaties niet op gang komt, is particulier opdrachtgeverschap dan een goede optie?
8%
18% 3.19: Welke maatregelen neemt uw gemeente om de crisis in de gebiedsontwikkeling op te vangen? Meerdere antwoorden mogelijk. 8%
35% Anders, namelijk...
50% Verruiming programmering.
Ja, onze gemeente stimuleert en Ja. faciliteert dit al actief. Nee. Ja, onze gemeente heeft plannen om Weet niet. dit te stimuleren en te faciliteren.
47% Verruiming bestemmingsregels.
Ja, er zijn echter nog geen plannen in deze richting.
Nieuwe vormen van aanbesteding. 27%
Bij elkaar brengen van stakeholders. 15%
Ja, onze gemeente stimuleert en faciliteert dit al actief.
Nieuwe vormen van aanbesteding. 27%
Ja, onze gemeente heeft plannen om dit te stimuleren en te faciliteren.
Verruiming programmering. 50% Verruiming bestemmingsregels.
Ja, er zijn echter nog geen plannen in deze richting.
Bij elkaar brengen van stakeholders.
Nee, particuliere gebiedsontwikkeling is geen optie.
Toepassen starterslening. 15%
Nee, particuliere gebiedsontwikkeling is geen optie.
Toepassen starterslening.
Anders, namelijk...
Uitgifte vrije kavels. Stimuleren (collectief) particulier opdrachtgeverschap.
Uitgifte vrije kavels. 3.19: Welke maatregelen neemt uw gemeente om de crisis in de
gebiedsontwikkeling op te vangen? Meerdere antwoorden mogelijk. Stimuleren (collectief) particulier opdrachtgeverschap.
3.20: Heeft u gemeentelijke taken overgedragen bent30% u van40% plan 50% om gemeentelijke taken over te 0% 10% of 20% 60% 70% 80% dragen aan bewoners, gebruikers of eigenaren?
3.19: Welke maatregelen neemt uw gemeente om de crisis in de gebiedsontwikkeling op te vangen? Meerdere antwoorden mogelijk.
Anders, namelijk... 3.20: Heeft of bent u van plan om gemeentelijke taken over te dragen aan bewoners, gebruikers of eigenaren? 3.19: Welke maatregelen neemt uw gemeente om de crisis in de gebiedsontwikkeling vangen?30% Meerdere antwoorden 0% 10%op te20% 40% 50% mogelijk. 60% 70% 80%u gemeentelijke taken overgedragen Nieuwe vormen van aanbesteding.
Anders, namelijk...
3.20: Heeft u gemeentelijke taken overgedragen of bent u van plan om gemeentelijke taken over te dragen aan bewoners, gebruikers of eigenaren?
Nieuwe vormen van aanbesteding.
Verruiming programmering. 16%
Ja, maar alleen voor specifieke taken.
Verruiming bestemmingsregels.
Verruiming programmering.
Bij elkaar brengen van stakeholders.
Ja, maar alleen voor specifieke taken.
16% Verruiming bestemmingsregels. Bij elkaar brengen van stakeholders. Toepassen starterslening.
Nee, tenzij de burgers daarom vragen.
51%
Uitgifte vrije kavels. 33% Stimuleren (collectief) particulier opdrachtgeverschap. 0%
10%
20%
30%
Nee, tenzij de burgers daarom vragen.
Toepassen starterslening. 51% 33%
Uitgifte vrije kavels.
Nee, wij vinden dat de huidige taken de verantwoordelijkheid van de gemeente moeten blijven.
Stimuleren (collectief) particulier opdrachtgeverschap.
Nee, wij vinden dat de huidige taken de verantwoordelijkheid van de gemeente moeten blijven. 40% 50% 60% 70% 80%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
3.20: Heeft u gemeentelijke taken overgedragen of bent u van plan om gemeentelijke taken over te dragen aan bewoners, gebruikers of eigenaren? 3.21: Welke taken draagt uw gemeente over aan bewoners, gebruikers of eigenaren? Meerdere antwoorden mogelijk.
draagt uw gemeente over aan bewoners, gebruikers of gebruikers of eigenaren? 3.22: Welke 3.20: Heeft3.21: Welke u gemeentelijke taken taken overgedragen of bent u van plan om gemeentelijke taken over te dragen aan bewoners, eigenaren? Meerdere antwoorden mogelijk. Anders, namelijk...
Opknappen openbare ruimte. 51% Schoonhouden openbaar gebied. 33% Beheer en exploitatie van maatschappelijk vastgoed.
Ja, maar alleen voor specifieke taken. Nee, tenzij de burgers daarom vragen. Nee, wij vinden dat de huidige taken de verantwoordelijkheid van de gemeente moeten blijven.
gemeentelijke rol ten opzichte van bewonersinitiatieven spreekt u het meest aan? Anders, namelijk... 16%
Ja, maar alleen voor specifieke taken.
3.22: Welke gemeentelijke rol ten opzichte van bewonersinitiatieven spreekt u het meest aan?
3.21: Welke taken draagt uw gemeente over aan bewoners, gebruikers of eigenaren? Meerdere antwoorden mogelijk.
16%
40% Opknappen openbare ruimte. 35% 30% 25% Schoonhouden openbaar gebied. 20% 15%33% Beheer en exploitatie van maatschappelijk 10% vastgoed. 5% 0% Groenonderhoud.
51%
Nee, tenzij de burgers daarom vragen. Nee, wij vinden dat de huidige taken de verantwoordelijkheid van de gemeente moeten blijven.
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Groenonderhoud.
3.21: Welke taken draagt uw gemeente over aan bewoners, gebruikers of eigenaren? Meerdere antwoorden mogelijk.
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
3.21: Welke 26 taken draagt uw gemeente over aan bewoners, gebruikers of eigenaren? Meerdere antwoorden mogelijk. 3.22: Welke gemeentelijke rol ten opzichte van bewonersinitiatieven spreekt u het meest aan?
40%
Anders, namelijk...
80%
3.22: Welke gemeentelijke rol ten opzichte van bewonersinitiatieven spreekt u het meest aan?
40% 35% 30% 25%
Anders, namelijk... Opknappen openbare ruimte.
maatschappelijk vraagstuk, maar gemeentelijke sturing is Ontbreken van draagvlak bij bewoners. niet wenselijk. 62% Te weinig ingebed in eigen gemeentelijke organisatie. Nee, leegstand is geen 29%
Ontbreken van kennis bij bewoners (bijvoorbeeld waardoor proces… Ontbreken van netwerk bij bewoners. Ontbreken van draagvlak bij bewoners. Te weinig ingebed in eigen gemeentelijke organisatie.
3.23: Welke knelpunten ervaart u in uw gemeente in relatie tot 0% 10% bewonersinitiatieven? Meerdere antwoorden mogelijk.
maatschappelijk vraagstuk. 0% 10% 20%
20%
30%
40%
3.23: Welke knelpunten ervaart u in uw gemeente in relatie tot bewonersinitiatieven? Meerdere antwoorden mogelijk.
Te weinig capaciteit bij de gemeente om actief bij te dragen.
12%
16%
29% 62% 33%
39%
Nee, leegstand is geen maatschappelijk vraagstuk. 10% 20% 30%
0%
60%
Ja, leegstand is een maatschappelijk vraagstuk en gemeentelijke sturing is wenselijk.Er is geen of nauwelijks leegstand. Ja, leegstand is een Er is weinig leegstand. maatschappelijk vraagstuk, maar gemeentelijke sturing is niet wenselijk. Er staat een redelijke hoeveelheid leeg. Nee, leegstand is geen
9%
Ja, leegstand is een maatschappelijk vraagstuk, maar gemeentelijke sturing is niet wenselijk.
Ontbreken van draagvlak bij bewoners. 62% Te weinig ingebed in eigen gemeentelijke organisatie.
50%
3.25: Is er sprake van leegstand van kantoren en winkels in uw gemeente?
Ja, leegstand is een maatschappelijk vraagstuk en gemeentelijke sturing is wenselijk.
Ontbreken van kennis bij bewoners (bijvoorbeeld waardoor proces… 29% Ontbreken van netwerk bij bewoners.
40%
3.24: Bent u van mening dat het leegstandsstuk een maatschappelijk stuk is, waarbij actieve gemeentelijke sturing wenselijk is?
Ontbreken van communicatie tussen bewoners en overheid.
Anders, namelijk...
30%
3.24: Bent60%u van mening dat het leegstandsstuk een maatschappelijk stuk is, waarbij actieve 50% gemeentelijke sturing wenselijk is?
3.24: Bent u van mening dat het leegstandsstuk een maatschappelijk stuk is, waarbij actieve gemeentelijke sturing wenselijk is? Ontbreken van draagvlak bij Bestuur.
Ontbreken van kennis bij gemeente (bijvoorbeeld rondom… 9% Te weinig aandacht vanuit gemeente.
Ontbreken van netwerk bij bewoners.
40%
50%
maatschappelijk vraagstuk. Er is veel leegstand.
60%
3.27: Op welke wijze bent u actief in het terugdringen van leegstand in uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk. 3.24: Bent u van mening dat het leegstandsstuk een maatschappelijk stuk is, waarbij actieve gemeentelijke sturing wenselijk is?
3.25: Is er sprake van leegstand van kantoren en winkels in uw gemeente?
3.25: Is er wat sprakevormt van leegstand van kantoren winkels in uw gemeente? 3.26: Voor leegstand inenuw gemeente een risico? Meerdere antwoorden mogelijk. Voor leegstaande panden of gebieden met… 3.26: Voor wat vormt leegstand in uw gemeente een risico? Meerdere antwoorden mogelijk.
3.25: Is er sprake van leegstand van kantoren en winkels in uw gemeente?
9% 12%
16%
29% 62%
39%
Door lege panden uit de markt te nemen…
Ja, leegstand is een maatschappelijk vraagstuk en gemeentelijke sturing is Er is geen of nauwelijks wenselijk. leegstand.
33%
Leegstand vormt geen risico voor mijn… 12% 16% Door een leegstandverordening in te… Ander, namelijk...
Er is geen of nauwelijks leegstand. Er is weinig leegstand.
Anders, namelijk... Het is van invloed op de gemeentelijke…
Ja, leegstand is een Er is weinig leegstand. maatschappelijk vraagstuk, maar gemeentelijke sturing is Er staat een redelijke niet wenselijk. hoeveelheid leeg. Nee, leegstand is geen Er is veel leegstand. maatschappelijk vraagstuk.
Onze gemeente is niet actief in het… De lokale of regionale vastgoedmarkt. 39% 33% De regionale economie. Door gebieden pro‐actief een ruime…
Er staat een redelijke hoeveelheid leeg. Er is veel leegstand.
De leefbaarheid van uw stad of de wijken… Door de leegstand op objectniveau te… De ruimtelijke kwaliteit van de wijken waar… Door herbestemming naar functies waar… 0%
3.25: Is er sprake van leegstand van kantoren en winkels in uw gemeente? 3.26: Voor watwelke vormt leegstand uw gemeente een in risico? Meerdere antwoorden mogelijk. 3.27: Op wijze inbent u actief het terugdringen van leegstand
10%
20%
0%
30%
10%
40%
20%
50%
60%
30%
3.26: Voor wat vormt leegstand in uw gemeente een risico? Meerdere antwoorden mogelijk.
in uw
70%
40%
50%
60%
70%
3.28: Welke onderwerpen zijn opgenomen in de prestatieafspraken met woningcorporaties? Leegstand vormt geen risico voor mijn… Meerdere antwoorden mogelijk.
gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk.
Leegstand vormt geen risico voor mijn… zijn opgenomen in de prestatieafspraken met woningcorporaties? Meerdere antwoorden mogelijk. 3.27: Op welke wijze bent u actief in het terugdringen van leegstand in uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk.3.28: Welke onderwerpen Ander, namelijk... 12% Er is geen of nauwelijks leegstand.
16% Ander, namelijk...
Voor leegstaande panden of gebieden met… Het is van invloed op de gemeentelijke…
Door lege panden uit de markt te nemen… De lokale of regionale vastgoedmarkt. 39% Door een leegstandverordening in te… 33% De regionale economie.
Anders, namelijk... De leefbaarheid van uw stad of de wijken…
Het is van invloed op de gemeentelijke…
Anders, namelijk...
Er is weinig leegstand.
De lokale of regionale vastgoedmarkt.
Scheiden wonen en zorg.
Er staat een redelijke hoeveelheid leeg.
De regionale economie.
Aanpassingen aan woningen. De leefbaarheid van uw stad of de wijken…
Er is veel leegstand.
De ruimtelijke kwaliteit van de wijken waar… Energiebesparing.
De ruimtelijke kwaliteit van de wijken waar… Onze gemeente is niet actief in het… 0% 10% 20% Door gebieden pro‐actief een ruime…
30%
40%
50%
60%
Investeringen in leefbaarheid.0%
70%
Door de leegstand op objectniveau te…
De lokale of regionale vastgoedmarkt.
0%
30%
40%
50%
60%
70%
Nieuwbouw.
Leegstand vormt geen risico voor mijn… Door herbestemming naar functies waar…
Het is van invloed op de gemeentelijke…
20%
Onderhoud bestaande voorraad.
3.26: Voor wat vormt leegstand in uw gemeente een risico? Meerdere antwoorden mogelijk.
Ander, namelijk...
10%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
3.29: Hoe sluit de woningvoorraad aan op de demografische ontwikkeling in de gemeente? 3.28: Welke onderwerpen zijn opgenomen in de prestatieafspraken met woningcorporaties? Meerdere antwoorden mogelijk. De regionale economie.
De leefbaarheid van uw stad of de wijken…
70%
80%
27
Nieuwbouw. 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
3.29: Hoe sluit de woningvoorraad aan op de demografische ontwikkeling 3.29: sluit de woningvoorraad aan op de demografische ontwikkeling in de gemeente? in deHoe gemeente?
De woningvoorraad sluit niet aan op de demografische ontwikkeling.
9%
De woningvoorraad is in overeenstemming met de demografische ontwikkeling.
51%
40%
Dat weet ik niet.
De zorginfrastructuur moet
3.30: Van welke type woningen ontstaat een overschot of een tekort in uw gemeente? Meerdere worden aangepast. 11% 63% antwoorden mogelijk. 3.30: Van welke type woningen ontstaat een overschot of een tekort in uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk. Geen van beide moet worden
90% aangepast. 80% 70% Dat weet ik niet. 60% 50% 3.32: Welke maatregelen zijn nodig om de woningvoorraad in uw gemeente aan te passen aan de toenemende zorg? Meerdere antwoorden mogelijk. 40% 30% Dat is onduidelijk. Overschot 20% Anders, namelijk Tekort 10% Er moeten verzorg‐ en verpleeghuizen… 0% De zorginfrastructuur moet worden aangepast.
Bestaande verzorg‐ en verpleeghuizen… 11% Er moeten kleinschalige woonvormen… De zorginfrastructuur moet worden aangepast.
11%
63%
63% Geen van beide moet worden aangepast.
De woningen van mensen met een eigen… De woningvoorraad van corporaties moet…
Dat weet ik niet. Geen van beide moet worden Er moeten levensloopbestendige… 3.31: Moet de woningvoorraad en de zorginfrastructuur in uw gemeente 3.32: Welke maatregelen zijn nodig om de woningvoorraad in uw gemeente aangepast. 3.30: Van welke type woningen ontstaat een overschot of een tekort in uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk. 3.31: Moet deaangepast woningvoorraadworden en de zorginfrastructuur in uw gemeente aangepast aan de toenemende zorg? worden aan de toenemende zorg? toenemende zorg? Meerdere antwoorden 0% 10% 20% mogelijk. 30% 40% 50% 60% 70% 80%
aan te passen aan de
3.31: Moet de zijn woningvoorraad en de zorginfrastructuur in te uwpassen gemeente aangepastzorg? worden aan antwoorden de toenemende zorg? 3.32: Welke maatregelen nodig om de woningvoorraad in uw gemeente aan aan de toenemende Meerdere mogelijk. 90% Dat weet ik niet. 80% Zowel de woningvoorraad als de Dat is onduidelijk. zorginfrastructuur moeten 70% 3.33: Welke maatregelen zijn nodig om de zorginfrastructuur in uw gemeente geschikt te maken voor het leveren van zorg? Meerdere antwoorden mogelijk. Zowel de woningvoorraad als de 10% worden aangepast. 3.32: Welke aan te passen aan de toenemende zorg? Meerdere antwoorden mogelijk. 60% maatregelen zijn nodig om de woningvoorraad in uw gemeente Anders, namelijk zorginfrastructuur moeten 6% 10% Er worden ruimten toegevoegd voor het 50% De woningvoorraad moet worden worden aangepast. Er moeten verzorg‐ en verpleeghuizen… leveren van 1e lijnszorg. Dat is onduidelijk. aangepast. 40% 6% De woningvoorraad moet worden Bestaande verzorg‐ en verpleeghuizen… 10% Er worden dagbestedingsruimten Anders, namelijk 30% Overschot aangepast. toegevoegd. De zorginfrastructuur moet 20% Er moeten kleinschalige woonvormen… Er moeten verzorg‐ en verpleeghuizen… worden aangepast. 10% Tekort 10% De woningen van mensen met een eigen… Dat is onduidelijk. 11% Bestaande verzorg‐ en verpleeghuizen… 63% 0% Er moeten kleinschalige woonvormen… De woningen van mensen met een eigen… De woningvoorraad van corporaties moet…
Geen van beide moet worden aangepast.
De woningvoorraad van corporaties moet… Er worden wijksteunpunten toegevoegd. Er moeten levensloopbestendige…
Ruimten in verzorgingshuizen worden 0% ingezet voor het leveren van thuiszorg,…
Dat weet ik niet.
Er moeten levensloopbestendige…
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
3.33: Welke maatregelen zijn nodig de zorginfrastructuur in uw gemeente geschikt te maken voor het leveren van zorg? Meerdere antwoorden mogelijk. 0% 10% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 3.33: Welke maatregelen zijn nodig om20% de zorginfrastructuur in uw 3.34: Welke rol speelt uwomgemeente in het geschikt maken van het zorgvastgoed? Meerdere gemeente geschikt te maken voor het leveren van zorg? Meerdere antwoorden mogelijk. Er worden ruimten toegevoegd voor het rol speelt uw gemeente in het geschikt maken van het zorgvastgoed? Meerdere antwoorden mogelijk. 3.31: Moet de woningvoorraad en de zorginfrastructuur in uw gemeente aangepast worden aan de toenemende3.34: Welke zorg? leveren van 1e lijnszorg. antwoorden mogelijk. 3.33: Welke maatregelen zijn nodig om de zorginfrastructuur in uw gemeente geschikt te maken voor het leveren van zorg? Meerdere antwoorden mogelijk.
Er worden dagbestedingsruimten Onze gemeente zet ons eigen vastgoed in toegevoegd. voor zorgverlening.
Zowel de woningvoorraad als de zorginfrastructuur moeten worden aangepast.
Er worden ruimten toegevoegd voor het leveren van 1e lijnszorg.
10%
Er worden dagbestedingsruimten toegevoegd. 6%
Dat is onduidelijk. Onze gemeente speelt geen rol.
De woningvoorraad moet worden Er worden wijksteunpunten toegevoegd. Onze gemeente heeft prestatieafspraken aangepast.
Dat is onduidelijk.
10%
Er worden wijksteunpunten toegevoegd. Ruimten in verzorgingshuizen worden ingezet voor het leveren van thuiszorg,… 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
28
gemaakt met zorginstellingen over de inzet Ruimten in verzorgingshuizen worden van verzorg‐ en verpleeghuizen en… ingezet voor het leveren van thuiszorg,… Onze gemeente heeft prestatieafspraken met corporaties gemaakt over het 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% aanpassen van huurwoningen. 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
3.34: Welke rol speelt uw gemeente in het geschikt maken van het zorgvastgoed? Meerdere antwoorden mogelijk.
Onze gemeente zet ons eigen vastgoed in 3.35: Voert uw gemeente actief beleid ter stimulering van particuliere woningverbetering? Meerdere antwoorden mogelijk. 3.34: Welke rol speelt uw gemeente in het geschikt maken van het zorgvastgoed? Meerdere antwoorden mogelijk.
Onze gemeente zet ons eigen vastgoed in
voor zorgverlening.
Ja, door leningen met lage rente te verstrekken. Onze gemeente speelt geen rol.
Onze gemeente heeft prestatieafspraken gemaakt met zorginstellingen over de inzet van verzorg‐ en verpleeghuizen en… Onze gemeente heeft prestatieafspraken met corporaties gemaakt over het aanpassen van huurwoningen. 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
3.35: Voert uw gemeente actief beleid ter stimulering van particuliere woningverbetering? Meerdere antwoorden mogelijk. 3.35: Voert uw gemeente actief beleid ter stimulering van particuliere woningverbetering? Meerdere antwoorden mogelijk.
Ja, door leningen met lage rente te verstrekken. Ja, de gemeente verleent subsidie. Ja, door ondersteuning (proces, bouwadviseur). Nee, we hebben hiervoor geen actief beleid. 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
3.36: Hoe gaat uw gemeente om met (de aanstaande) krimp?
3.36: Hoe gaat uw gemeente om met (de aanstaande) krimp?
De gemeente accepteert krimp en past de leefomgeving daar op aan. De gemeente heeft een actieve strategie om krimp te bestrijden (bijv. aantrekken inwoners). De gemeente heeft nog geen beleid op krimp.
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
29
4. Duurzaamheid: hoog op de agenda Tachtig procent van de Nederlandse gemeenten heeft
halen. Het is dan ook niet vreemd dat uit de Barometer
duurzaamheid hoog op de agenda staan. Dat komt
blijkt dat bestuurders een optimistischere kijk hebben op
terug in de resultaten van het klimaatbeleid, duurzaam
het behalen van de klimaatdoelstellingen dan ambtenaren.
afvalbeleid, het omgaan met duurzame materialen bij
In klimaatbeleidsplannen worden doelstellingen genoemd
investeringen in openbare ruimte, in de bijsturing van
voor de gebouwde omgeving, maar inmiddels is duidelijk
het duurzaamheidsbeleid en rond de stimulering van
dat de uiteindelijke uitvoering en plankosten ervan liggen
burgers en ondernemers.
bij de gebiedsontwikkelaar, de woningcorporatie, de
in de wijk Achter De Hoven. De bewoners hebben dit zelf opgepakt en willen door samen zonnepanelen in te kopen hun wijk verduurzamen.
“
Mevr. Diks, wethouder gemeente Leeuwarden.
burger of ondernemer. Het is nu aan de ambtenaren om die
Sturing op energiebesparing
Meer inspanning van burgers en ondernemers
burger en ondernemer aan te spreken om tot uitvoering
Uit bovenstaande top 5 wordt zichtbaar dat gemeenten zich
gevraagd
over te gaan. Met de weinige financiële middelen die de
steeds meer bewust zijn dat burgers en bedrijven degene
Opvallend is evenwel dat bijna de helft van de gemeenten
gemeenten hebben, wordt ingezet op het faciliteren van
zijn die de investeringen moeten doen in het treffen van
met klimaatbeleid aangeeft de doelstellingen niet te gaan
burger en ondernemer. De top vijf van inzet om burgers te
energiemaatregelen. Voor burgers is het verkrijgen van
halen. 63% van hen geeft aan de doelstelling te halen
stimuleren is als volgt:
voorinvestering lastig, ondanks dat er aangetoond kan
door extra inspanning richting stimulering van burgers
•
Het bieden van informatie en voorlichting
worden dat de energiemaatregel een kostenbesparing
en ondernemers, 5% door extra te investeren en 33% van
•
Het verstrekken van een duurzaamheidslening
met zich meebrengt. Gemeenten vinden steeds meer
hen gaat de doelstelling bijstellen. ‘Slechts’ een derde van
•
Het collectief inkopen van zonnepanelen
mogelijkheden om burgers hierin te ondersteunen door het
de kleine gemeenten heeft geen klimaatdoelstellingen
•
Het verstrekken van subsidies bij energiezuinige
verstrekken van een duurzaamheidlening. Energiefondsen
woningbouw
dienen hetzelfde doel, waarbij een voorwaarde (en
Het oprichten van lokaal platform rond thema energie
voordeel) is dat burgers zich moeten verenigen willen zij
geformuleerd. • Na de eerste klimaatbeleidsplannen van gemeenten (2006) en de komst van de subsidie Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK subsidie) werden de eerste energievisies voor een gebied gevraagd. Hoofdzaak was om de energievraag en aanbod in beeld te brengen en advies te geven welke technieken op gebouwniveau en welke op collectief niveau technisch en financieel haalbaar waren. Dit leek veelbelovend om de klimaatdoelstellingen te kunnen
“
hier aanspraak op maken. Dit leidt naast het gezamenlijk nadenken over energiebesparing soms ook tot andere Wij zien onze rol als volgt: elke keer als je
gezamenlijke initiatieven in de buurt voor een betere
een struikelblok ziet komen, haal je dat weg. Een
leefomgeving. Uit de Barometer komt naar voren dat 90%
voorbeeld van een project waarin burgers zelf een
van bestuurders en ambtenaren zich positief uitspreekt
actieve rol oppakken en zelf verantwoordelijkheid nemen, is de opzet van een wijkenergiecoöperatie
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
over een energiefonds. Het besef klinkt ook meer door dat investering in energie ook kostenbesparing op woonlasten (hypotheek en energielasten) met zich meebrengt. Om 31
juist ook sociaal zwakkeren structureel te ondersteunen, is
de ambtenaar biedt het een houvast zodat hij sneller kan
Trend: de markt is aan zet
inzetten op energiezuinige woningen belangrijk.
overgaan tot het verlenen van de benodigde vergunningen.
Het is dan ook niet vreemd dat gemeenten zoeken naar
“
hoe ze de particuliere markt en ondernemers in beweging Een enkele gemeente wil een lokaal energiebedrijf oprichten
krijgen zonder er zelf geld bij te moeten leggen. Vragen
Als je iets wil betekenen voor mensen met een
die tot taak heeft om duurzame energieopwekking
worden in de markt gezet richting kennisinstellingen,
laag inkomen, kun je beter hun kosten reduceren
te gaan stimuleren, zoals warmtenetwerk, collectieve
adviesbureaus, energiebedrijven en de bouwwereld om
warmte-koude opslag, biogasinstallaties of zonneweiden.
consortia te gaan vormen op vrijwillige basis om met een
Bij lokale platforms worden ook de ondernemers in de
buurt of bedrijventerrein een plan van aanpak te maken
buurt betrokken. De trend om een lokaal energiebedrijf te
voor energiebesparing en duurzame opwekking waarbij
willen oprichten past in de zoektocht van gemeenten die
zijzelf hun eigen verdienmodel creëren. Ook bewoners
enerzijds hun klimaatdoelstellingen willen gaan halen en
worden uitgedaagd zoals blijkt uit het interview met
anderzijds zich bewust zijn dat zij geen budget of wettelijke
burgemeester Aalderink uit Bronckhorst:
dan er geld bijleggen. Dat doen we dus ook: gewoon de energiekosten omlaag door verduurzaming. We hebben 2000 sociale huurwoningen en op deze daken gaan we zonnepanelen zetten.
“
Dhr. Vroom, wethouder gemeente Noordwijk.
verantwoording hebben om daadwerkelijk een vergister of wko-net te mogen exploiteren. Zij zoeken naar een organisatievorm die een dergelijke verantwoordelijkheid
Potentie duurzame energieopwekking Gemeenten
maken
mogelijkheden
op zich neemt en van de beoogde winst ook zichzelf voor
duurzame
kunnen bedruipen. De praktijk leert dat veel initiatieven
energieopwekking ook zichtbaar door middel van
een te kleine schaalgrootte te hebben om uit de winst ook
kansenkaarten warmte-koude opslag of zonnescans.
de fte’s voor de organisatie van het lokale energiebedrijf te
87% van de gemeenten geeft aan in ruimtelijke plannen
halen gedurende de daarop volgende jaren.
We zijn bezig met een Solar Park op de gronden
waar we ooit van plan waren om woningbouw te plegen. Met als eerste doel educatie: het is een soort tuin waar planten met bladeren van zonnecellen staan. Het is een duurzaamheidsproject, omdat we
zoals Structuurvisie, Masterplan en Stedenbouwkundig
de woningen in de buurt willen voorzien van deze
Plan rekening te houden met potentie van duurzame
stroom. We zijn bezig met crowdfunding om te zien
energieopwekking. Dat werkt twee kanten op. Er ontstaat
of burgers daarin willen participeren.
duidelijkheid aan initiatiefnemers wat op basis van fysieke ondergrond en ruimtelijk kader in de gemeente mag, wat initiatieven uitlokt van ondernemers om met biogasinstallatie of windpark aan de slag te gaan. Voor 32
“
“
Duurzaam afvalbeleid loont
Nog wereld te winnen in kennis rond duurzaam
Duurzame mobiliteit
Het merendeel van de gemeenten beschikt over een
materiaal
Ruim de helft van de gemeenten geeft aan dat zij beleid
duurzaam afvalbeleid. 95% is dan ook overtuigd dat
Zowel bestuurders als ambtenaren geven overtuigend
hebben voor duurzame mobiliteit. Voor de grotere
zij in 2015 de nationale richtlijnen op het gebied van
aan dat zij bij inrichting, beheer en onderhoud van
gemeenten is dat tweederde. Logisch, omdat het dossier van
afvalverzameling zal halen. Dat betekent dat landelijk
wegen en openbare ruimte bewuste keuzes maken over
duurzame mobiliteit in het verleden vooral is aangevlogen
65% van het huishoudelijke afval wordt gescheiden. Het
duurzaam materiaalgebruik. In de praktijk blijken die
vanuit de luchtkwaliteit. Luchtkwaliteitsproblemen doen
merendeel, met name kleinere gemeenten, ligt op koers
keuzes vaak gebaseerd op enkele kenmerken als gebruik
zich vooral voor in de grotere steden. Maatregelen liggen
en denkt met extra inspanningen de doelstelling te gaan
van secundaire grondstoffen of de CO2-emissie van
dan vaak in de sfeer van verkeerscirculatie, schonere bussen
halen. Deze ontwikkeling wordt aan de ene kant ingegeven
de materiaalproductie. De materialenboeken die veel
en soms milieuzones. Verduurzaming van de mobiliteit kan
door de nationale richtlijnen en aan de andere kant uit
gemeenten hanteren voor aanbestedingen bevatten
ook worden bereikt door een bredere inzet op ‘minder,
maatschappelijke relevantie. Vandaag bestaat “afval”
allerlei eisen, maar vaak nog geen duurzaamheidseisen.
slimmere en schonere’ mobiliteit. De traditionele rol van
niet meer, het is een grondstof die met voldoende inzet
Veel gemeenten blijken op zoek naar een meer integrale
de gemeente als wegbeheerder en soms concessieverlener
goed kan worden hergebruikt. Deze ontwikkeling wordt
beoordeling van de duurzaamheid die ook nog aansluit op
verschuift dan naar facilitator en ‘makelaar’. Dat is vaak
gesteund door hogere prijzen op de grondstoffenmarkten
de in de Raad vastgestelde beleidsrichtlijnen. Middels een
zoeken, maar steeds meer gemeenten maken de verbinding
waardoor gescheiden afval geld waard is en gemeenten
ontwikkelde duurzame materialentool (DuMat) kan wel
tussen milieu, energie, economie en mobiliteit. Gebruik van
kunnen besparen op hun kosten. Dit vereist een andere
een integrale duurzaamheidsafweging worden gemaakt
lokaal geproduceerd groengas als transportbrandstof voor
benadering van afval; het is een waardevol product in plaats
die aansluit op het gemeentelijke beleid. Deze DuMat heeft
de eigen bussen is daar een mooi voorbeeld van.
van iets wat weg moet. Hogere scheiding gaat gepaard met
voorts een link met NL Greenlabel, waarmee producenten
(aanzienlijk) lagere kosten en deze economische impuls
een duurzaamheidscertificaat kunnen krijgen. De vraag
draagt sterk bij aan de keuze voor duurzamer afvalbeheer.
naar gebruik van een dergelijke tool neemt de laatste
Deze omslag in denkwijze kost echter tijd en vereist andere
maanden toe, schept duidelijkheid wat nu duurzaam
inzichten en ideeën. 76% van de gemeenten heeft al een
materiaal is en biedt dus houvast in het maken van keuzes
duurzaam afvalbeleid. Andere gemeenten hebben meer
in materiaalgebruik.
moeite of zien de relevantie van het onderwerp nog niet. De achterliggende redenen hiervoor zijn zeer divers maar komen vaak voort uit het niet onderkennen van de kansen die duurzaam afvalbeleid kan bieden. Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
33
“
Nieuwe rollen zijn nodig We hebben in de concessie voor de stadsregio
Een groot deel van de Nederlandse gemeenten geeft
Arnhem-Nijmegen geëist dat de bussen moeten
invulling aan duurzaamheidsthema’s waarbij het om een
rijden op groen gas en liefst uit de regio. Dat is ons gelukt. Die 218 bussen rijden in Arnhem-Nijmegen op groen gas gemaakt van afvalstromen in Nederland,
Kennis rondom duurzaamheid neemt toe, maar ook het besef dat de gemeente het niet alleen kan. Nieuwe samenwerkingsvormen met bedrijven en burgers, nieuwe
waaronder het GFT van de stad Nijmegen en
rollen van de gemeenten en een blijvende ambitie en een
omgeving. Zo moet je redeneren. Houd dat geld in de
vastberaden koers van de gemeente/ bestuurder zijn nodig
regio en steek het in je eigen energie. In die zin: Eigen
voor de daadwerkelijke realisatie.
energie eerst!
“
Dhr. Van der Meer, wethouder gemeente Nijmegen. Ook de samenwerking met het bedrijfsleven in de gemeente levert synergie op. In gemeenten met een helder duurzaam mobiliteitsbeleid blijken ook de bedrijven actiever te zijn. Co-creatie is precies waarop ook de Europese Commissie mikt: via het Sustainable Urban Mobility Plan dat de opvolger moet worden van het traditionele Gemeentelijke Verkeer en Vervoers Plan (GVVP).
34
beleidsmatige visie kan gaan of een specifieke maatregel.
Alleen wanneer duurzaamheid op termijn geld oplevert.
38%
Er wordt geen extra geld uitgetrokken voor duurzaamheid.
Onderzoeksresultaten Duurzaamheid 4.1: In hoeverre investeert uw gemeente in duurzaamheid?
4.1: In hoeverre investeert uw gemeente in duurzaamheid? Duurzaamheid is een primair doel en daar besteden we sowieso een deel van het budget aan.
8%
4.3: Is uw gemeente van plan extra inspanningen te leveren om de klimaatdoelstellingen toch te behalen? 4.2: Heeft uw gemeente klimaatdoelstellingen gesteld (bijv. klimaatneutraal in jaar xxxx) 4.2: Heeft uw gemeente klimaatdoelstellingen gesteld (bijv. klimaatneutraal in jaar xxxx) en gaat uw en gaat uw gemeente deze ook halen? (Naar functie) gemeente deze ook halen? (Naar functie) 100% 90%
11%
43%
33%
80%
Er wordt geïnvesteerd in duurzaamheid wanneer geplande maatregelen tegen beperkte meerkosten duurzamer gemaakt kunnen worden.
Ja, we gaan inwoners en ondernemers actief stimuleren. Onze gemeente heeft geen klimaatdoelstellingen gesteld. Ja, we gaan extra investeren.
70% 60% 50%
Alleen wanneer duurzaamheid op termijn geld oplevert.
Onze gemeente heeft klimaatdoelstellingen gesteld en Nee, we stellen de gaat deze ook halen. doelstellingen naar beneden bij of nemen langer de tijd. Onze gemeente heeft klimaatdoelstellingen gesteld maar gaat deze niet halen.
62%
40%
5%
30% 38%
20%
Er wordt geen extra geld uitgetrokken voor duurzaamheid.
10% 0%
4.3: Is uw gemeente van plan extra inspanningen te leveren om 4.3: Is uw gemeente van plan extra inspanningen te leveren om 4.3: Is uw gemeente van plan extra inspanningen te leveren om de de klimaatdoelstellingen toch te behalen? de klimaatdoelstellingen toch te behalen? klimaatdoelstellingen toch te behalen?
Bestuurder
Ambtenaar
4.4: Stimuleert u burgers, woningcorporaties en bedrijven in uw gemeente 4.4: Stimuleert u burgers, woningcorporaties en bedrijven in uw gemeente tot het zelf opwekken van tot het zelf opwekken van energie (zon/wind enz.)? energie (zon/wind enz.)?
4.2: Heeft uw gemeente klimaatdoelstellingen gesteld (bijv. klimaatneutraal in jaar xxxx) en gaat uw gemeente deze ook halen? (Naar functie) 100% 90% 80%
33%
33%
Onze gemeente heeft geen klimaatdoelstellingen gesteld.
Ja, we gaan extra investeren. Ja, we gaan extra investeren.
60% 50% 30% 20%
2%
Ja, we gaan inwoners en Ja, we gaan inwoners en ondernemers actief stimuleren. ondernemers actief stimuleren.
70%
40%
62% 5%
Totaal
62%
5%
10%
Ja, zeer actief.
39%
Ja, maar niet actief.
Onze gemeente heeft klimaatdoelstellingen gesteld en gaat deze ook halen.
Nee, we stellen de Nee, we stellen de
59%
Nee.
Onze gemeente heeft doelstellingen naar beneden bij doelstellingen naar beneden bij klimaatdoelstellingen gesteld of nemen langer de tijd. of nemen langer de tijd. maar gaat deze niet halen.
0% Bestuurder
Ambtenaar
Totaal
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
4.4: Stimuleert u burgers, woningcorporaties en bedrijven in uw gemeente 4.4: Stimuleert u burgers, woningcorporaties en bedrijven in uw gemeente
4.5: Beschikt uw gemeente over een duurzaam afvalbeleid?
35
4.4: Stimuleert u burgers, woningcorporaties en bedrijven in uw gemeente tot het zelf opwekken van energie (zon/wind enz.)? 2% 39%
Ja, zeer actief. Ja, maar niet actief. Nee.
59% Ja, zeer actief.
39%
Ja, maar niet actief. Nee.
59%
4.6: Ligt uw gemeente op koers om in 2015 de nationale richtlijnen op het gebied 4.6: Ligt uw gemeente op koers om in 2015 de nationale richtlijnen op het gebied van afvalinzameling van afvalinzameling te halen (65% van het huishoudelijk afval gescheiden inzamelen)?
4.5: Beschikt uw gemeente over een duurzaam afvalbeleid? 4.5: Beschikt uw gemeente over een duurzaam afvalbeleid?
te halen (65% van het huishoudelijk afval gescheiden inzamelen)? Ja
10% 4.5: Beschikt uw gemeente over een duurzaam afvalbeleid?
21%
14%
Nee, maar de gemeente gaat extra inspanningen leveren om de doelstelling toch te behalen.
Ja
10%
Nee
5%
Weet niet 14% 76%
Ja
61%
13%
Nee, onze gemeente gaat de doelstelling niet halen.
Nee Weet niet
Dat is mij onduidelijk.
76%
4.7: Maakt uw gemeente bij inrichting, beheer en onderhoud van wegen en openbare ruimte bewuste keuzes over duurzaam materiaalgebruik?
9% 12% Ja Nee Dat weet ik niet.
36
79%
Ja
21%
Nee, maar de gemeente gaat extra inspanningen leveren om de doelstelling toch te behalen. 61% Nee, maar de gemeente gaat Nee, onze gemeente gaat de extra inspanningen leveren doelstelling niet halen. om de doelstelling toch te behalen.
5% 13%
5%
61%
13%
Nee, onze gemeente gaat de Dat is mij onduidelijk. doelstelling niet halen.
Dat is mij onduidelijk. 4.7: Maakt uw gemeente bij inrichting, beheer en onderhoud van wegen en 4.7: Maakt uw gemeente bij inrichting, beheer en onderhoud van wegen en openbare ruimte bewuste keuzes over duurzaam materiaalgebruik? openbare ruimte bewuste keuzes over duurzaam materiaalgebruik?
4.7: Maakt uw gemeente bij inrichting, beheer en onderhoud van wegen en 9% openbare ruimte bewuste keuzes over duurzaam materiaalgebruik?
Nee
39%
61%
4.9: Wordt er in ruimtelijke plannen (zoals Structuurvisie, Masterplan, Ja Stedenbouwkundig plan en Inrichtingsplan) rekening gehouden met de potentie voor duurzame energie in het gebied? Nee
87%
13%
Dat weet ik niet. 4.10: Heeft uw gemeente beleid voor duurzame mobiliteit (bijv. terugdringen van CO2-uitstoot en verbetering van de luchtkwaliteit)?
59%
41%
4.8: Heeft u in een raadsbesluit vastgesteld dat ieder ruimtelijk plan voorzien moet zijn van een duurzaamheidsparagraaf?
12% 9% 12% Ja Nee
79%
Ja
Dat weet ik niet. 79%
Ja 4.8: Heeft u in een raadsbesluit va
Nee 39%
61%
4.9: Wordt er in ruimtelijke plann 87% Ja Nee 4.8: Heeft u in een raadsbesluit va 39% 61% 4.10: Heeft uw gemeente beleid v 59%
13%
4.9: Wordt er in ruimtelijke plann
87%
13%
4.10: Heeft uw gemeente beleid v
59%
41%
41%
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
37
5. Milieu en Fysieke Veiligheid: Van hindermacht naar integratie Geluid, lucht, bodem en veiligheid zijn de ‘klassieke’
projecten. Kennelijk is de integratie van milieuthema’s in
Het bovenstaande verschil tussen bestuurders en
milieuthema’s. Geluid (74%) en bodem (58%) worden
plannen en projecten inmiddels geslaagd.
ambtenaren is overigens wel te verklaren. De ambtenaren
vaak genoemd bij de top drie van urgente milieuthema’s.
Bestuurders en ambtenaren verschillen van mening over
zitten nog midden in het proces van doorvoering van de
Opvallend is dat veiligheid door slechts 11% van de
het effect van de wijzigingen in wet- en regelgeving, zoals
wijzigingen. Vaak ook nog in een andere uitvoerende
ondervraagden wordt genoemd. Toch is er bijna geen
de Crisis- en herstelwet, de Wabo, het Activiteitenbesluit,
organisatie, namelijk de RUD (regionale uitvoeringsdienst).
thema dat zo veel media-aandacht genereert. Denk aan
geluidproductieplafonds, basisnet vervoer gevaarlijke
Over de RUD’s volgt uit interviews met twee bestuurders
Moerdijk en recent het treinincident in België. Wat zijn
stoffen en het bouwbesluit. 60% van de bestuurders is van
een verdeeld beeld:
de opvallende Barometerbevindingen op de thema’s
mening dat dit plannen en projecten eenvoudiger maakt,
milieu, bodem en veiligheid?
tegen 25% van de uitvoerders. Ca. 30% van de bestuurders en uitvoerders is van mening dat de wijzigingen leiden tot
Verbetering leefomgevingskwaliteit ligt op schema
een lager beschermingsniveau en/of een mindere kwaliteit
De kwaliteit van de leefomgeving is en blijft een belangrijk
van milieu en leefomgeving.
thema. Een meerderheid van bijna 70% is van mening dat de verbetering van de leefomgevingskwaliteit op schema ligt. Dan gaat het om geluidssanering van woningen, milieumaatregelen bij bedrijven, fysieke veiligheid bij transportroutes en geluidsmaatregelen bij wegen. Bijna de helft van de ondervraagde gemeenten richt zich
“
Natuurlijk wordt er af en toe wel kritisch gekeken
is. Als je het goed doet kan het een basis vormen om
“
Dhr. Aalderink, burgemeester gemeente Bronckhorst.
of we de regelgeving niet te streng toepassen. Dat is een spel dat je goed moet spelen, tussen bedrijf en lokale overheid. Maar we zijn er voor allebei: bedrijven en burgers. De huidige milieuwetgeving
even groot deel geeft aan juist extra te investeren in de
biedt voldoende kansen om gebiedsontwikkeling
verbetering van de leefomgeving.
zo in te vullen zoals het gewenst is. Het is niet gemakkelijk, maar het kan!
Het onderzoek laat zien, dat het beeld van milieu als
Ik denk dat samenwerking via RUD’s heel goed
veel meer taken gezamenlijk te doen.
vooralsnog op het voldoen aan de wettelijke vereisten. Een
Van hindermacht naar geslaagde integratie!
“
“
“
Over RUD’s ben ik minder enthousiast. Omdat
het allemaal veel duurder wordt. Dat is geen angst, het wordt bewezen duurder, maar niet beter. Dhr. Vroom, wethouder gemeente Noordwijk.
“
Dhr. Guldemond, wethouder gemeente Delft.
hindermacht achterhaald is. Maar liefst 88% van de ambtenaren en 71% van de bestuurders is van mening dat aandacht voor milieuaspecten leidt tot betere plannen en Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
39
Bodem doet er toe!
bij middelgrote gemeenten het werkpakket sectoraal
Fysieke Veiligheid – Een incident gedreven
Bodem wordt beschouwd als een urgent milieuthema.
en op grotere afstand van het bestuur is georganiseerd,
verantwoordelijkheid
Wel valt op dat kleinere gemeenten (< 20.000 inwoners)
waardoor het waarschijnlijk niet tot het werkpakket van de
De ongelukken met de chemicaliëntrein in het Belgische
de kosten van bodemsanering geen belangrijk onderwerp
ondervraagde behoorde.
Wetteren en de kunstmestfabriek in het Amerikaanse
vinden (76% tegen 31% bij grotere gemeenten). Bij grotere Na
wordt
en vervoer van gevaarlijke stoffen gaat soms gruwelijk mis.
ontwikkeling door deze kosten stokt.
tegenwoordig steeds meer naar de ondergrond met
Ook in Nederland vinden regelmatig calamiteiten van
Een belangrijke ontwikkeling is het naderende einde
al haar functies, diensten en opgave in het geheel
grote of minder grote omvang plaats. Meestal loopt het
van de bodemsaneringsoperatie in 2015. Burgemeester
gekeken. Het benutten van de kansen als bodemenergie,
met een sisser af, maar dat is niet vanzelfsprekend. En dat
Aalderink (tevens voorzitter van de VNG-commissie Milieu
draagkracht, waterbuffer of het slim omgaan met
geldt niet alleen voor gevaarlijke stoffen, maar ook voor
& Mobiliteit) zegt hierover:
de
bodemverontreiniging
de andere fysieke veiligheidsrisico’s, zoals overstromingen, aardbevingen en ‘paniek in menigten’. Daarbij beleven we
Het convenant loopt tot 2015 en de middelen
ordeningsafwegingen. Deze trend is terug te vinden in de
niet elk risico als even gevaarlijk. Zo laat de Barometer zien
ook. We zeggen nu al dat we in 2015 niet bereikt
resultaten van de Barometer, waaruit blijkt dat 32% reeds
dat 71% de risico’s op brand, explosie, gifwolk afkomstig
baten van de ondergrond betrekt bij haar planvorming
van transportsituaties als bedreigend ervaart, 41%
en 21% dit in ontwikkeling heeft, tegen 47% die hier niet
rekening houdt met paniek in menigten bij evenementen-
bekend mee is. Ook bij de analyse van dit resultaat geldt dat
en activiteitenlocaties en slechts 27% rekening houdt
de mate van onbekendheid samenhangt met de grootte
met overstromingsrisico’s. Dit ondanks dat een blik op
dat de wereld niet ophoudt na 2015 en dat is wel
van de gemeente. Grotere gemeenten blijken onbekender
de kaart van Nederland ons leert, dat circa 60% van ons
zorgelijk voor de bodem.
met dit onderwerp.
land bestaat uit overstromingsgevoelig gebied. Kortom,
locaties waar nog geen geld voor is. Er is geen doorkijk naar 2015. We hebben er al op gehamerd
“
infrastructuur
grondwater
ondergronds
hebben wat we willen en er zijn nog een heleboel
ondergrondse
en
ruimtegebruik (o.a. parkeergarages), vraagt om ruimtelijke
“
en
ook de risicobeleving van Nederlandse gemeenten
Uit de Barometer blijkt dat 68% betrokken is met de
wordt beïnvloed door de aandacht voor calamiteiten met
bijbehorende inventarisatie van spoedlocaties en sanering.
gevaarlijke stoffen en de impact van een gebeurtenis als
Toch geeft 32% aan hier niet bekend mee te zijn, waarbij
Project X in Haren.
het opvalt dat slechts 18% van de kleine gemeenten en 42% van de middelgrote gemeenten (20.000 – 50.000 inwoners) dit aangeeft. Dit kan natuurlijk komen doordat 40
stadje West zijn de meest recente voorbeelden. Het gebruik
gemeenten gaat 14% procent zelfs zover dat stedelijke
Risicobeheersing – Zonder gedeelde informatie geen
Helaas geeft slechts 18% van de gemeenten aan dat ze
geaccepteerde risico’s
zorgt dat bij burgers en bedrijven bekend is wat te doen
Beheersing van fysieke risico’s gaat over het voorkómen van
tijdens de eerste 15 minuten van een calamiteit (voordat de
maatschappelijke ontwrichting. Dan is die maatschappij
hulpdiensten aanwezig zijn). En dat dit niet vreemd is blijkt
dus ook aan zet en niet alleen de overheid. In Nederland
al uit het feit dat slechts 42% van de gemeenten aangeeft
is het aan het bevoegd gezag om te bepalen wanneer
dat de ambtelijk deskundigen en bestuurders weten
het risico zo groot is dan het onacceptabel wordt. Dit
welke aanwezige veiligheidsrisico’s de mogelijkheden van
betekent dat een minister, gedeputeerde, wethouder
hulpdiensten te boven gaan.
of burgemeester op basis van de lokale situatie moet afwegen of de maatschappelijke baten opwegen tegen het risico. Aan de meeste veiligheidsrisico’s zitten immers ook enorme voordelen: we hebben maatschappelijk belang bij de producten die gemaakt worden met gevaarlijke stoffen, de winning van aardgas en aan het leven in een vruchtbaar, maar overstromingsgevoelig gebied. Uit de Barometer blijkt dat 74% van de gemeenten verwacht dat de eigen werkprocessen zo goed op orde zijn dat risico’s altijd worden gesignaleerd en meegewogen in besluiten. Als een risico geaccepteerd wordt vanwege het maatschappelijke belang
dan
verwachten
we
goede
preventieve
maatregelen, hulpdiensten die kunnen optreden en omwonenden die weten hoe ze zich in veiligheid kunnen brengen. Dit doet een minister, gedeputeerde, wethouder of burgemeester niet alleen. Het
vraagt om goed
samenspel tussen overheden, bedrijven en burgers. De eerste voorwaarde om dit samenspel mogelijk te maken is een goed en gedeeld beeld van de geaccepteerde risico’s. Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
41
Externe veiligheid Geur Lucht Afval
5.3: Wat zijn de gevolgen van de wijzigingen in de Wet‐ en regelgeving Bodem (zoals de Crisis‐ en herstelwet, Wabo, het Activiteitenbesluit en het bouwbesluit) voor de praktijk in uw gemeente? (Naar functie) Geluid
Onderzoeksresultaten Milieu en Fysieke Veiligheid 100%
60% 70% 80% Het leidt tot een lager beschermingsniveau en/of een mindere kwaliteit van milieu en 5.2:70% Hoe ervaart u de milieuaspecten (zoals luchtkwaliteit, natuur en leefomgeving. stikstofdepositie) 5.2: Hoe ervaart u de milieuaspecten (zoals luchtkwaliteit, natuur en stikstofdepositie) bij plannen en projecten? (Naar functie) 60% bij plannen en projecten? (Naar functie) Het heeft niet of nauwelijks 90% 80%
5.1: Watzijn zijnde dedrie driemeest meesturgente urgentemilieuthema’s milieuthema’s moment in uw gemeente? 5.1: Wat opop ditdit moment in uw gemeente?
Geur
50% 100% 40% 90% 30% 80% 20% 70% 10% 60% 0%
Lucht
50%
Licht Anders, namelijk... Externe veiligheid
0%
10%
20%
30%
40%
gevolgen.
Milieuaspecten zijn een Het maakt plannen en projecten hinderlijke hobbel en leiden tot eenvoudiger. vertraging. Bestuurder
Ambtenaar
Totaal
40%
Afval
30%
Bodem
20%
Geluid
10% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
50%
Milieuaspecten zijn een noodzakelijk kwaad. Milieuaspecten leiden tot verbeteringen van een plan/project.
0% Bestuurder
Ambtenaar
Totaal
5.3: Wat zijn de gevolgen van de wijzigingen in de Wet‐ en regelgeving 5.3: Wat zijn de gevolgen van de wijzigingen in de Wet- en regelgeving 5.4: Wat zijn uw gemeentelijke ambities in het verbeteren van de leefomgeving? (zoals de Crisis‐ en herstelwet, Wabo, het Activiteitenbesluit en het bouwbesluit) 5.4: Wat zijn uw gemeentelijke ambities in het verbeteren van de leefomgeving? 5.2: Hoe ervaart u de milieuaspecten (zoals luchtkwaliteit, natuur en stikstofdepositie) voor de praktijk in uw gemeente? (Naar functie) bij plannen en projecten? (Naar functie) 100% 100% 90% 90% 80% 80% 70% 70% 60% 60% 50% 50% 40%
Het leidt tot een lager beschermingsniveau en/of een mindere kwaliteit van milieu en Milieuaspecten zijn een leefomgeving. hinderlijke hobbel en leiden tot
vertraging. Het heeft niet of nauwelijks gevolgen. Milieuaspecten zijn een noodzakelijk kwaad.
40% 30% 20% 30% 10% 20% 0% 10%
42
0%
Bestuurder
Ambtenaar
Totaal
Bestuurder
Ambtenaar
Totaal
Het maakt plannen en projecten Milieuaspecten leiden tot eenvoudiger. verbeteringen van een plan/project.
Onze gemeente investeert extra in de verbetering van de leefomgeving bovenop de wettelijke vereisten.
7%
45%
48%
Onze gemeente richt zich vooralsnog alleen op het voldoen aan de wettelijke vereisten. Het verbeteren van de leefomgeving is bij onze gemeente geen politiek en beleidsissue.
De aandacht neemt toe.
De aandacht neemt af.
De aandacht blijft gelijk. De aandacht neemt af.
48%
48%
: Neemt de politieke aandacht in uw gemeente voor milieuthema’s 5.5: Neemt de politieke aandacht in uw gemeente voor milieuthema’s 5.5: Neemt de politieke aandacht in uw gemeente voor milieuthema’s (zoals geluid, als geluid, externe veiligheid, invloed bedrijvigheid) toe, af, of blijft die gelijk? (zoals geluid, externe veiligheid, invloed bedrijvigheid) toe, af, of blijft die gelijk? externe veiligheid, invloed bedrijvigheid) toe, af, of blijft die gelijk? 5.6: Hoe kijkt u aan tegen de voorgenomen toename in afwegingsruimte voor bestuurders
5.6: Hoe kijkt u aan tegen de voorgenomen toename in afwegingsruimte voor bestuurders 5.6: Hoe kijkt u aan tegen de voorgenomen toename in afwegingsruimte voor bij ruimtelijke besluiten? bestuurders bij ruimtelijke besluiten?
bij ruimtelijke besluiten? 17%
35% 17%
48% 17%
8%
Het leidt tot betere ruimtelijke besluiten.
17% 8% 35% 38%
17%
De huidige normen bieden al voldoende afwegingsruimte.
38%
De huidige normen bieden al De aandacht neemt toe. De aandacht neemt toe. voldoende afwegingsruimte. De aandacht blijft gelijk. De aandacht blijft gelijk. De aandacht neemt af. De aandacht neemt af. Het zal het milieu en de leefomgeving negatief beïnvloeden.
48%
Het leidt tot betere ruimtelijke besluiten.
Het zal het milieu en de leefomgeving negatief beïnvloeden.
17%
Van de extra afwegingsruimte zal weinig gebruik worden gemaakt.
Van de extra afwegingsruimte zal weinig gebruik worden gemaakt.
20% Anders, namelijk..
20% Anders, namelijk..
: Hoe kijkt u aan tegen de voorgenomen toename in afwegingsruimte voor bestuurders 5.6: Hoe kijkt u aan tegen de voorgenomen toename in afwegingsruimte voor bestuurders ruimtelijke besluiten? bij ruimtelijke besluiten? 5.7: Verloopt de voorgenomen verbetering van uw gemeente van de leefkwaliteit volgens 5.7: Verloopt de voorgenomen verbetering van uw gemeente van de leefkwaliteit schema? Denk aan geluidssanering woningen, maatregelen bij industrie, externe veiligheid volgens schema? Denk aan geluidssanering woningen, maatregelen bij industrie, Het leidt tot betere ruimtelijke Het leidt tot betere ruimtelijke externe veiligheid transportroutes, geluidsmaatregelen van wegen. transportroutes, geluidsmaatregelen van wegen. besluiten. besluiten. 8%
8%
17%
17%
17%
18%
38%
38%
13% 17% 20%
20%
69%
5.7: Verloopt de voorgenomen verbetering van uw gemeente van de leefkwaliteit volgens schema? Denk aan geluidssanering woningen, maatregelen bij industrie, externe veiligheid 5.8: Bodemverontreiniging kan een belangrijke kostenpost zijn bij stedelijke transportroutes, geluidsmaatregelen van wegen. 5.8: Bodemverontreiniging kan een belangrijke kostenpost zijn bij stedelijke vernieuwing. vernieuwing. Is bodemsanering een (financiële) hindernis bij stedelijke vernieuwingsopgaven in uw gemeente? Is bodemsanering een (financiële) hindernis bij stedelijke vernieuwingsopgaven in uw gemeente? 18%
Ja, de verbetering van de De huidige normen bieden al De huidige normen bieden al leefkwaliteit ligt op schema. voldoende afwegingsruimte. voldoende afwegingsruimte. Het zal het milieu en de Het zal het milieu en de Nee, de verbetering van de leefomgeving negatief leefomgeving negatief leefkwaliteit ligt achter op beïnvloeden. beïnvloeden. schema maar er wordt extra Van de extra afwegingsruimte zal Van de extra afwegingsruimte zal geïnvesteerd. weinig gebruik worden gemaakt. weinig gebruik worden gemaakt. Nee, de verbetering van de leefkwaliteit ligt achter op Anders, namelijk.. Anders, namelijk.. schema.
Ja, de verbetering van de leefkwaliteit ligt op schema.
12% 13%
47% 69%
41%
Wij weten de benodigde Nee, de verbetering van de financieringsbronnen aan te leefkwaliteit ligt achter op boren. schema maar er wordt extra Sanering van geïnvesteerd. bodemverontreiniging is geen Nee, de verbetering van de belangrijk onderwerp. leefkwaliteit ligt achter op Stedelijke ontwikkeling stokt schema. daardoor.
: Verloopt de voorgenomen verbetering van uw gemeente van de leefkwaliteit volgens 5.7: Verloopt de voorgenomen verbetering van uw gemeente van de leefkwaliteit volgens ema? Denk aan geluidssanering woningen, maatregelen bij industrie, externe veiligheid schema? Denk aan geluidssanering woningen, maatregelen bij industrie, externe veiligheid nsportroutes, geluidsmaatregelen van wegen. transportroutes, geluidsmaatregelen van wegen. Gemeentelijke Barometer Fysieke5.9: Betrekt u de baten van de bodem en ondergrond in uw beleid en planvorming? Leefomgeving 2013 Ja, de verbetering van de Ja, de verbetering van de
43
Nee, dat is mij niet bekend.
belangrijk onderwerp. Stedelijke ontwikkeling stokt daardoor.
41%
5.9: Betrekt u de baten van de bodem en ondergrond in uw beleid en planvorming?
5.9: Betrekt u de baten van de bodem en ondergrond in uw beleid en planvorming?
21%
5.10: Wat is de rol van uw gemeente bij het in beeld brengen van de verontreinigde 5.10: Wat is de rol van uw gemeente bij het in beeld brengen van de verontreinigde spoedlocaties? (Naar gemeentegrootte) spoedlocaties? (Naar gemeentegrootte) 100% 90%
Onbekend.
80% 70%
32% 47%
Ja.
60%
Dit is in ontwikkeling.
50%
Nee, dat is mij niet bekend.
40%
De gemeente is actief betrokken via het ISV spoor. Geen, de provincie doet dit.
30% 20%
21%
De gemeente is bevoegd gezag Wet bodembescherming en doet dit dus zelf.
10% 0%
5.10: Wat is de rol van uw gemeente bij het in beeld brengen van de verontreinigde spoedlocaties? (Naar gemeentegrootte) 100%
5.11: Wat is de stand van zaken in uw gemeente bij Onbekend. het opstellen van de lijst met 90% 5.11: Wat is de stand van zaken in uw gemeente bij het opstellen van de lijst met spoedlocaties? spoedlocaties? 80% 70% 60%
De gemeente is actief betrokken via het ISV spoor.
21%
50%
De lijst is gereed en de aanpak is gestart. Geen, de provincie doet dit.
40%
De lijst is nog niet gereed, maar wel voor 1 juli 2013.
30% 20% 10%
55%
De gemeente is bevoegd gezag Niet van toepassing.
24%
Wet bodembescherming en doet dit dus zelf.
0% 0‐20.000
20.000‐50.000
50.000+
Totaal
5.12: Wat zijn de vijf meest bedreigende van (fysieke) veiligheidsrisico’s voor uw gemeente?
Meerdere antwoorden mogelijk. Aardbevingen, instorten zoutcavernes, etc. Grote verkeersongevallen op waterwegen en water(sport)gebieden (bijvoorbeeld zinken passagiersschip). 44 Ongevallen in of met tunnels. Natuurbranden.
0‐20.000
20.000‐50.000
50.000+
Totaal
5.12: Wat zijn de vijf meest bedreigende van (fysieke) veiligheidsrisico’s voor uw gemeente?
Meerdere antwoorden mogelijk. 5.12: Wat zijn de vijf meest bedreigende van (fysieke) veiligheidsrisico’s voor uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk. Aardbevingen, instorten zoutcavernes, etc. Grote verkeersongevallen op waterwegen en water(sport)gebieden (bijvoorbeeld zinken passagiersschip). Ongevallen in of met tunnels. Natuurbranden. Ongevallen op/ bij vliegvelden, helihavens, e.d. Overstromingen. Ongevallen met of bij kwetsbare objecten (ziekenhuizen, kinderdagverblijven, etc.). Paniek in menigten bij evenementen‐ en activiteitenlocaties. Grote ongevallen op wegen en spoorwegen (kettingbotsing, ontsporing, etc.). Brand, explosie, gifwolk afkomstig van stationaire situaties (bedrijven). Brand, explosie, gifwolk afkomstig van transportsituaties (auto‐, spoor‐, vaarwegen en buisleidingen).
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
5.13: Welke van de onderstaande stellingen zijn in uw geval correct?
Meerdere antwoorden mogelijk. 5.13: Welke van de onderstaande stellingen zijn in uw geval correct? Meerdere antwoorden mogelijk. Geen van bovenstaande stellingen is correct voor mijn gemeente.
Wij zorgen er voor dat bij de burgers en bedrijven in onze gemeente bekend is wat ze moeten / kunnen doen tijdens de eerste 15 minuten van een calamiteit (voordat de hulpdiensten aanwezig zijn).
Onze ambtelijk deskundigen en bestuurlijk verantwoordelijken weten welke van de in de gemeente aanwezige (fysieke) veiligheidsrisico's zodanig groot zijn dat ze de rampbestrijdingsmogelijkheden van hulpdiensten te boven gaan.
Onze werkprocessen zijn zo ingericht dat (fysieke) veiligheidsrisico’s altijd worden gesignaleerd en meegewogen in de besluitvorming op het gebied van milieu, ruimtelijke ordening, verkeer, vervoer, openbare orde en rampenbestrijding.
0%
10%
20%
30%
Ja
Nee
5.14: Heeft uw gemeente beleid ten behoeve van het beschermen of stimuleren van de biodiversiteit?
52%
48%
5.15: Heeft uw gemeente een actief uitvoeringsprogramma tegen zwerfafval?
52%
48%
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
40%
50%
60%
70%
80%
45
6. Water: Samenwerken in de afvalwaterketen: van ambitie naar norm De watersector is in beweging en dat geldt ook voor
een steeds belangrijkere rol in de maatregelenpakketten.
De burger aan zet?
de gemeentelijke watertaken. De druk om de kosten
Uit de Barometer komt naar voren dat bestuurders en
Tweederde van de respondenten geeft aan dat burgers
voor de rioleringszorg slechts beperkt te laten stijgen,
ambtenaren het onderscheid tussen hinder en schade
een eigen verantwoordelijkheid hebben in de omgang
speelt hierbij een belangrijke rol. Over de keuzes
bij wateroverlast daadwerkelijk maken. Hinder of water
met regenwater en slechts een beperkt oppervlak (dak,
die gemaakt kunnen en moeten worden, denkt niet
op straat is vrij algemeen geaccepteerd. 85% van de
bestrating) op het riool mogen aansluiten. Slechts 6% is
iedereen hetzelfde. De resultaten van de Barometer
ondervraagden accepteert dat dit eens per twee jaar
van mening dat de overheid de burger bij de afvoer van
laten zien dat oude zekerheden ter discussie staan:
of zelfs vaker voorkomt. Schade echter, waarbij er
regenwater volledig moet ontzorgen door al het water af te
geven we de burger meer eigen verantwoordelijkheid
bijvoorbeeld water de woning instroomt, is voor 55% van
nemen dat op privéterrein valt.
en gaan we minder ontzorgen? Gaan we de rioolheffing
de ondervraagden te allen tijde onacceptabel. Minder dan
Een kwart van de respondenten zou het een goed
differentiëren naar het oppervlak van het dak en de
10% van de ondervraagden is bereid om schade eens per
idee vinden om de koppeling tussen de rioolheffing of
bestrating dat op de riolering afwatert? Durven we
vijf jaar te accepteren.
zuiveringsheffing en het verhard oppervlak te maken. Een
risico’s te accepteren en schade niet meer ‘koste wat kost’
grote uitdaging bij een grotere verantwoordelijkheid van
te voorkomen? Besteden we het rioleringsbeheer uit?
Betaalbare ambities
de burger zijn de hoge perceptiekosten voor toezicht (en
Een nieuwe zekerheid is dat samenwerken met als doel
Bijna 40% van de respondenten is van mening dat
handhaving) van het op de riolering aangesloten oppervlak
beperking van kostenontwikkeling en kwetsbaarheid
maatregelen voor het voorkomen van wateroverlast onder
en de wijze waarop de burger met haar regenwater omgaat.
en versterking van de geleverde kwaliteit de norm is
geen beding geschrapt mogen worden. Aan de andere kant
geworden.
is bijna de helft van de ondervraagden bereid om, vanuit het oogpunt van kostenbesparing, geplande maatregelen
“
We ontkomen er niet aan om bij hevige
regenbuien te zorgen dat we een goede opvang van
Wateroverlast breed geaccepteerd, schade niet
uit te stellen of zelfs te schrappen, ook als dit een wat hoger
Hevige buien en berichten over klimaatverandering
risico op schade door wateroverlast betekent.
hebben de afgelopen jaren gezorgd voor meer aandacht
De wens om de burger te ontzorgen wringt met het
voor de consequenties van extreme neerslag in stedelijk
gegeven dat niet alle risico’s zijn uit te sluiten en benodigde
beneden komt. Maar het betekent ook dat mensen
gebied. Gemeenten hebben de vrijheid om zelf te kiezen
investeringen op een gegeven moment niet meer in een
eraan zullen moeten wennen dat bij regenval niet
hoe hiermee om te gaan. En dat is ook logisch, want
reële verhouding staan tot de schade die wordt voorkomen.
alles à la minute afgevoerd is in de riolering.
omgaan met extreme neerslag is altijd maatwerk. De
het overtollige water hebben. Het betekent dat we moeten zorgen voor opvang van wat er extra naar
“
Dhr. Gaillard, burgemeester gemeente Son en Breugel / voorzitter Stichting RIONED.
kosten van maatregelen kunnen hoog zijn en de inrichting van de bovengrondse ruimte speelt door hevigere buien Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
47
Drijfveren voor samenwerking Volgens het Bestuursakkoord Water zijn de belangrijkste aanleidingen voor samenwerking in de afvalwaterketen het verminderen van de kwetsbaarheid, het verhogen van de kwaliteit van dienstverlening en het verlagen van de totale kosten voor de afvalwaterketen. De resultaten
“
maximale regionale doelmatigheidswinst. Er moet heel veel in de riolering vervangen
De sterke verwevenheid tussen riolering, wegbeheer
gaan worden de komende jaren. Is dat acceptabel?
en de openbare ruimte wordt als belangrijkste reden
Dat is noodzakelijk. Een verhoging van rioolrechten is in dat verband acceptabel als je er voor zorgt dat die
van de respondenten geeft dan ook aan dat de gemeente minstens de regie moet houden over de riolering. 60%
uit de vragenlijst laten zien dat gemeenten met name het
vervanging op de beste manier gebeurt. Dan bedoel
beperken van kostenstijging (43%) en het verbeteren van
ik dat datgene dat vervangen wordt noodzakelijk
afvalwaterketenbedrijven niet de manier is om de doelen
de kwaliteit van dienstverlening (45%) als drijfveer ervaren.
is en op de meest kostenefficiënte manier gebeurt.
uit het Bestuursakkoord Water te realiseren. 46% geeft
De kwetsbaarheid van de organisatie door (toekomstig) personeelstekort wordt nauwelijks (5%) als belangrijkste drijfveer genoemd. Door de vergrijzing zal er de komende jaren een forse uitstroom van vakbekwaam personeel uit
“
Dhr. Gaillard, burgemeester gemeente Son en Breugel / voorzitter Stichting RIONED.
de watersector zijn. De laatste 7% werkt samen vanwege
van de respondenten geeft aan dat het oprichten van
aan dat (een deel van) het rioleringsbeheer kan worden uitbesteed. Op weg naar de balans De uitdaging voor gemeenten voor de toekomst is om, in een
bestuurlijke druk.
goede balans tussen autonome keuzes en samenwerking, Samenwerken binnen de afvalwaterketen vindt praktisch
de juiste doelen te stellen en deze op efficiënt wijze te
Besparingsdoelen haalbaar?
overal plaats (98%) en circa tweederde van de respondenten
bereiken. Uit de Barometer volgt dat men deze uitdaging
‘Minder meer’ is een van de doelen van het Bestuursakkoord
zegt hiermee mooie resultaten te bereiken. 11% van
heeft opgepakt en vertrouwt op de ingeslagen weg. In
Water: rioleringszorg wordt duurder, samenwerking moet
de respondenten verwacht dat de besparingsdoelen te
alle regio’s worden de landelijk gestelde financiële doelen
leiden tot een demping van die stijging. Meer dan de helft
hoog zijn omdat de winst door efficiëntieverhoging en
uit het Bestuursakkoord vertaald naar regionale doelen.
van de ondervraagden is van mening dat de rioolheffing
verregaande samenwerking al voor 2010 (het peiljaar)
Recent is een visitatiecommissie ingesteld, die moet gaan
voor de burger met niet meer dan de inflatie zou mogen
ingeboekt is. Iets minder dan een kwart geeft aan dat de in
beoordelen in hoeverre er samengewerkt wordt, of doelen
stijgen.
het Bestuursakkoord Water opgenomen besparingsdoelen
uit het Bestuursakkoord worden gerealiseerd en de regio’s
voor de riolering (als onderdeel van de waterketen) niet
gaat adviseren welke vervolgstappen nodig zijn.
1 op 1 naar hun situatie door te vertalen (en daarmee realistisch en haalbaar) zijn. In de praktijk wordt er in de regionale samenwerkingsverbanden wel gezocht naar de 48
genoemd om de riolering in eigen beheer te houden. 87%
25%
25%
20%
20%
15%
15%
10%
10%
5%
5%
Onderzoeksresultaten Water 0%
Enkele keren per jaar.
Een keer per jaar.
Eens in de 2 jaar.
Eens in de 5 jaar.
Eens in de 10 jaar.
0% Enkele keren per jaar.
Een keer per jaar.
Eens in de 2 jaar.
Eens in de 5 jaar.
Eens in de 10 jaar.
6.1: Welke frequentie van ‘water op straat’ (tijdens een heftige bui enige tijd een 6.2: Welke frequentie van ‘wateroverlast met schade’ (schade in woningen/bedrijven 6.2: Welke frequentie van ‘wateroverlast met schade’ (schade in woningen/bedrijven doordat 6.2: Welke frequentie van ‘wateroverlast met schade’ (schade in woningen/bedrijven doordat 6.1: Welke frequentie van ‘water op straat’ (tijdens een heftige bui enige tijd een laag water laag water op straat wel hinder, geen schade in woningen of bedrijven) vindt u doordat waterpeil tot boven het vloerniveau komt) vindt u acceptabel? waterpeil tot boven het vloerniveau komt) vindt u acceptabel? waterpeil tot boven het vloerniveau komt) vindt u acceptabel? op straat ‐ wel hinder, geen schade in woningen of bedrijven) vindt u acceptabel? acceptabel? 60% 60%
35%
50% 30%
50%
40% 25%
40%
20% 30%
30%
15% 20%
20%
10% 10% 5% 0% 0%
10% Eens per Eens per 2 Eens per 5 Eens per 10 Eens per 25 Geen. Enkele keren Een keer per Eens in de 2 jaar. jaar. jaar. jaar. Eens in de 5 jaar. Eens in de 10 per jaar. jaar. jaar. jaar. jaar.
0% Eens per
Eens per 2
Eens per 5 Eens per 10 Eens per 25
Geen.
6.4: Wat is in uw ogen de gewenste rolverdeling tussen burger en overheid met betrekking jaar. jaar. jaar. jaar. jaar. tot omgaan met hemelwater? 6.3: Bent u bereid om door uitstel of zelfs afstel van maatregelen het risico op wateroverlast te 6.4: Wat is in uw6.4: Wat is in uw ogen de gewenste rolverdeling tussen burger en overheid met betrekking ogen de gewenste rolverdeling tussen burger en overheid met 6.3: Bent u bereid om door uitstel of zelfs afstel van maatregelen het risico op wateroverlast te 6.3: Bent u bereid om door uitstel of zelfs afstel van maatregelen het risico op tot omgaan met hemelwater? 6.2: Welke frequentie van ‘wateroverlast met schade’ (schade in woningen/bedrijven doordat vergroten of op het huidige niveau te handhaven? (Ga er hierbij vanuit dat de veiligheid van betrekking tot omgaan met hemelwater? vergroten of op het huidige niveau te handhaven? (Ga er hierbij vanuit dat de veiligheid van De burger heeft een eigen wateroverlast te vergroten of op het huidige niveau te handhaven? (Ga er hierbij waterpeil tot boven het vloerniveau komt) vindt u acceptabel? burgers niet in het geding is.) burgers niet in het geding is.) verantwoordelijkheid met De burger heeft een eigen vanuit dat de veiligheid van burgers niet in het geding is.) 6%
60%
Ja, maar alleen als de mogelijke materiële schade zeer gering is.
50% 40% 30%
38%
45%
20%
Ja, mits de besparingen door uitstel of afstel aanzienlijk groter zijn dan de mogelijk optredende schade.
zeer gering is.
26%
26%
38%
0% Eens per jaar.
17% Eens per 2 jaar.
De burger betaalt via de De burger betaalt via de rioolheffing (en de rioolheffing (en de zuiveringsheffing) een bedrag dat Ja, mits de besparingen door zuiveringsheffing) een bedrag dat voor hemelwater is gekoppeld aan uitstel of afstel aanzienlijk het op de riolering aangesloten voor hemelwater is gekoppeld aan groter zijn dan de mogelijk oppervlak.
45%
68%
Nee, onder geen beding.
10%
verantwoordelijkheid met betrekking tot het hemelwater dat betrekking tot het hemelwater dat op eigen terrein valt en mag op eigen terrein valt en mag Ja, maar alleen als de slechts een beperkt oppervlak op slechts een beperkt oppervlak op mogelijke materiële schade het riool aangesloten hebben. het riool aangesloten hebben.
6%
68%
Eens per 5 Eens per 10 Eens per 25 Geen. Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013 jaar. jaar. jaar.
17%
het op de riolering aangesloten optredende schade.
De overheid dient de burger oppervlak. volledig te ontzorgen / al het water Nee, onder geen beding. af te nemen dat op particulier De overheid dient de burger terrein valt.
volledig te ontzorgen / al het water af te nemen dat op particulier terrein valt. 49
6.5: Is er in uw gemeente momenteel sprake van grondwateroverlast?
6.3: Bent u bereid om door uitstel of zelfs afstel van maatregelen het risico op wateroverlast te
6.5: Is er in uw gemeente momenteel sprake van grondwateroverlast? 6.5: Is er in uw gemeente momenteel sprake van grondwateroverlast?
6.7: Wat is voor uw gemeente de belangrijkste drijfveer voor nauwere samenwerking in de waterketen met andere gemeenten uit uw regio en het waterschap? 6.6: Hoe gaat uw gemeente om met grondwateroverlast? 6.6: Hoe gaat uw gemeente om met grondwateroverlast?
7%
Ja.
17% 39%
Alleen maatregelen treffen als de gemeente Bestuurlijke druk. problemen heeft veroorzaakt.
45% 48%
Nee, en ik verwacht het ook niet in de nabije toekomst.
48% 43%
Nee, maar dat zou in de toekomst kunnen veranderen.
44%
Verbetering van de Zo veel als mogelijk de kwaliteit van de problemen oplossen en de rioleringszorg. burger ontzorgen. Kostenbesparing.
5% 4%
De burger verwijzen naar Oplossing van (toekomstig) andere partijen. personeelstekort.
6.7: Wat is voor uw gemeente de belangrijkste drijfveer voor nauwere samenwerking in de 6.8: Hoe kijkt u aan tegen het idee van het (verplicht) oprichten van regionale 6.7: Wat is voor uw gemeente de belangrijkste drijfveer voor nauwere samenwerking 6.8: Hoe kijkt u aan tegen het idee van het (verplicht) oprichten van regionale waterketen met andere gemeenten uit uw regio en het waterschap? 6.6: Hoe gaat uw gemeente om met grondwateroverlast? afvalwaterketenbedrijven om zo de doelen van het Bestuursakkoord Water te in de waterketen met andere gemeenten uit uw regio en het waterschap? afvalwaterketenbedrijven om zo de doelen van het Bestuursakkoord Water te realiseren? realiseren? (Naar functie) (Naar functie) Verbetering van de 7%
Zo veel als mogelijk de kwaliteit van de problemen oplossen en de rioleringszorg. burger ontzorgen. Kostenbesparing.
5% 4%
45% 48% 48% 43%
Alleen maatregelen treffen als de gemeente Bestuurlijke druk. problemen heeft veroorzaakt. De burger verwijzen naar Oplossing van (toekomstig) andere partijen. personeelstekort.
6.9: Hoe beoordeelt u de voortgang van de ontwikkelingen (in uw regio) op het gebied van 6.8: Hoe kijkt u aan tegen het idee van het (verplicht) oprichten van regionale 6.9: Hoe beoordeelt u de voortgang van de ontwikkelingen (in uw regio) op het verdergaande regionale samenwerking? afvalwaterketenbedrijven om zo de doelen van het Bestuursakkoord Water te realiseren? gebied van verdergaande regionale samenwerking? (Naar functie) 3%
29%
80% 70% 60%
50
50% 40%
68%
In onze regio wordt niet of De oprichting van een nauwelijks samengewerkt in de afvalwaterketenbedrijf is dé waterketen. manier om de doelstellingen ten aanzien van kostenreductie en kwaliteitsverbetering te
Een stok achter de deur is nodig om de samenwerking goed van de grond te krijgen.
90% 80% 70% 60%
De oprichting van een afvalwaterketenbedrijf is dé manier om de doelstellingen ten aanzien van kostenreductie en kwaliteitsverbetering te realiseren.
50% 40% 30%
20% De samenwerking in onze regio loopt zowel op ambtelijk als 10% bestuurlijk niveau goed en leidt Een stok achter de deur is nodig tot mooie resultaten. 0% om de samenwerking goed van We hebben elkaar gevonden in de grond te krijgen. de samenwerking, maar concrete resultaten zijn er nauwelijks.
100% 90%
100%
Wij realiseren de doelen op onze eigen manier, een verplicht afwaterketenbedrijf leidt niet tot de gewenste resultaten.
Bestuurder
Ambtenaar
Totaal
de samenwerking, maar concrete resultaten zijn er nauwelijks. 68%
In onze regio wordt niet of nauwelijks samengewerkt in de waterketen.
6.11: Acht u de inschatting van het besparingspotentieel uit het nationaal feitenonderzoek naar de doelmatigheid van de waterketen (8% besparing op de jaarlijkse kosten van de riolering door 6.10: In hoeverre acht u een stijging van de rioolheffing acceptabel voor de burger? efficiëntieverhoging plus 5% besparing door samenwerking met het waterschap) realistisch 6.10: In hoeverre acht u een stijging van de rioolheffing acceptabel voor de burger? en dus haalbaar? 60% 50% 40%
Ja, er is nog veel te besparen door slimmer om te gaan met investeringen en door samen te werken.
12%
30%
Ja, maar de grootste besparing is te behalen door anders om te gaan met afschrijvingen.
20% 10% 0%
46%
24%
6.11: Acht u de inschatting van het besparingspotentieel uit het nationaal feitenonderzoek naar de doelmatigheid van de waterketen (8% besparing op de 6.11: Acht u de inschatting van het besparingspotentieel uit het nationaal feitenonderzoek naar jaarlijkse kosten van de riolering door efficiëntieverhoging plus 5% besparing door samenwerking met het waterschap) realistisch en dus haalbaar? de doelmatigheid van de waterketen (8% besparing op de jaarlijkse kosten van de riolering door efficiëntieverhoging plus 5% besparing door samenwerking met het waterschap) realistisch en dus haalbaar?
Nee, we hebben de winst door door efficiëntieverhoging en samenwerking al De rioolheffing zou De rioolheffing zou De rioolheffing zou eerder ingeboekt. Stijging tot 5 tot Hogere stijging
moeten dalen.
niet moeten veranderen. 11% 7%
Ja, er is nog veel te besparen door slimmer om te gaan met investeringen en door samen te werken.
12%
46%
24%
niet meer dan de Nee, inschatting van de besparingen zijn 10% is acceptabel. (>10 %) is inflatie moeten niet realistisch en haalbaar. acceptabel (mits stijgen. noodzakelijk voor kostendekking). Hier kan ik geen inschatting over maken.
Ja, maar de grootste besparing is te behalen door anders om te gaan met afschrijvingen. Nee, we hebben de winst door door efficiëntieverhoging en samenwerking al eerder ingeboekt. Nee, inschatting van de besparingen zijn niet realistisch en haalbaar.
11%
6.12: Vindt u dat het rioleringsbeheer kan worden uitbesteed? (Naar functie)
7%
6.12: Vindt u dat het rioleringsbeheer kan worden uitbesteed? (Naar functie)
Hier kan ik geen inschatting over maken.
100% 90%
Ja, en vergaande uitbesteding aan een aparte beheerorganisatie is daarbij een reële optie.
80% 70% 60%
Ja, maar de gemeente blijft eindverantwoordelijk (regie).
50%
6.12: Vindt u dat het rioleringsbeheer kan worden uitbesteed? (Naar functie) 100% 90% 70%
40%
60%
30%
50%
Nee, in verband met de zorgplicht van de gemeente.
20%
30%
0%
20% Ambtenaar
Totaal
Ja, maar de gemeente blijft eindverantwoordelijk (regie).
40%
10% Bestuurder
Ja, en vergaande uitbesteding aan een aparte beheerorganisatie is daarbij een reële optie.
80%
Nee, in verband met de zorgplicht van de gemeente.
10% 0% Bestuurder
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
Ambtenaar
Totaal
51
7. Beheer en Onderhoud van Openbare Ruimte: Zoeken naar de optimale balans Uit de Barometer blijkt dat het domein Beheer
Wie zijn de belanghebbenden eigenlijk? Dat zijn
Vooral traditionele aspecten worden gemonitord
en onderhoud openbare ruimte nog traditioneel
bijvoorbeeld het college van B&W, de gemeenteraad, de
Als gemeenten de fysieke omgeving waarderen (monitoren)
werkt maar dat het perspectief van verandering
middenstand, belangenverenigingen, bedrijven en buurt/
kijkt men vooral naar beeldkwaliteit en technische kwaliteit,
en optimalisatie nadrukkelijk op de agenda staat.
wijkraden. Een ander belangrijk onderdeel is zorgdragen
in mindere mate naar burgertevredenheid en resultaten
Traditioneel is er veel aandacht voor plannenmakerij
voor uitvoering, monitoren of de plannen werkelijk
van een buurtschouw. Zaken zoals het aantal klachten,
(beleid en programmering) en techniek. Zaken zoals
worden gerealiseerd en wat ze opleveren in het licht van
claims en bijvoorbeeld onderzoek naar ongelukken krijgen
burgerparticipatie, monitoring en bijsturing staan nog
de verwachtingen van de belanghebbenden, inclusief
nog nauwelijks aandacht. De gemeenten hebben over het
in de kinderschoenen, maar stijgen in aandacht. Dit
communicatie. Om de cirkel rond te maken (plan, do, check,
algemeen de boel technisch goed op orde. Of dat echter
sluit aan op de ontwikkelingen binnen het vakgebied:
act) - conform professioneel Assetmanagement (de basis
ook leidt tot de gewenste effecten, conform de verwachting
de stap zetten van Beheer naar Assetmanagement. De
hiervoor is de PAS55 – de internationale standaard voor
van de belanghebbenden is nog maar de vraag. Door
opgave is om meer te sturen op de optimale balans
Assetmanagement) - kunnen veel gemeenten nog een
aansluiting te zoeken bij wat het bestuur echt belangrijk
tussen prestaties (leefbaarheid) en risico’s (veiligheid)
(verbeter)slag maken. Dit betekent een verandering van
vindt (bijvoorbeeld leefbaarheid), daar de inspanning
tegen minimale kosten.
de manier van werken en het doorbreken van bestaande
op af te stemmen, te monitoren wat de inspanning aan
patronen.
resultaat oplevert, dit te rapporteren en desgewenst
Vooral aandacht voor plannen Beheerbeleid - heldere beleidskaders voor beheer en onderhoud - en Programmering - een integrale onderhoudsprogrammering en prioritering - worden door tweederde van de respondenten gezien als de belangrijkste elementen van professioneel beheer. Bijsturing - effectieve besluitvorming op basis van monitoring - wordt als het minst belangrijke element van professioneel beheer gezien. De aandacht voor plannen maken en programmering is
goed.
Het
zijn
belangrijke
onderdelen
van
“
werkelijk bij te sturen ontstaat echte optimalisatie (van inspanningsgerichtheid Eerst ophalen in een wijk of straat, waar
mensen daar zelf om gevraagd hebben. We denken als bestuurders en ambtenaren nog te veel: zo moet het eruit zien en spelen daar te weinig in op gedachten die mensen zelf hebben.
“
Mevr. Cnossen, burgemeester gemeente Woudenberg.
naar
resultaatgerichtheid
en
transparantie). Parameters kosten, prestaties en risico’s zijn leidend Veiligheid en leefbaarheid worden gezien als belangrijkste parameters voor bestuurders. Voegen we daar ook het aspect minimaliseren van kosten bij dan sluit dit aan op de kern van Assetmanagement, namelijk het vinden van de optimale balans tussen prestaties (leefbaarheid), risico’s
Assetmanagement. Echter, het is belangrijk om scherp
(veiligheid) en kosten. Duidelijk wordt ook dat leefbaarheid
te hebben wat echt gepresteerd moet worden - wat
en veiligheid ruim twee keer zo belangrijk wordt gevonden
verwachten de belanghebbenden?
als parameters duurzaamheid, betrouwbaarheid en
bereikbaarheid. Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
53
“
Verbeteropgave wordt gezocht in interne organisatie
Zowel het verbeteren van de interne organisatie als het
Wat je steeds meer ziet is dat allerlei problemen
Het optimaliseren van de interne organisatie - interne
inzoomen op gedrag en competenties van ambtenaren is
of uitdagingen in buurten vanuit verschillende
processen, werkwijze en organisatie - wordt door driekwart
de sleutel tot optimalisatie.
invalshoeken worden benaderd. Daarbij zoek je naar de beste oplossing, met zo laag mogelijke kosten en een zo goed mogelijke kwaliteit. Dat kan de ene keer
van de respondenten als belangrijkste verbeteropgave op het gebied van beheer en onderhoud gezien. Interessant is dat slechts één op de tien respondenten denkt dat de belangrijkste verbeteropgave zit bij de eigen ambtenaren
een fysieke ingreep zijn en de andere keer een sociale
– op het gebied van gedrag en cultuur en/of het versterken
ingreep.
van inhoudelijke kennis en kunde. De verbeteropgave zit
“
Dhr. Landman, directeur gemeente Rheden.
Urban
Management
hem wel in de combinatie van deze twee onderwerpen.
Hierdoor heb je niet meer allemaal een
deskundige op alle gebieden nodig. Je kunt deze deskundigen uitwisselen met andere gemeenten. Er is een verkleining in het aantal ambtenaren en in die zin is er wel behoefte aan kennis. Maar er wordt veel tussen gemeenten zelf ingevuld. Dhr. Landman, directeur gemeente Rheden.
Anders, namelijk... Milieuvriendelijk. Gezondheid. Beschikbaarheid. Imago. Bereikbaarheid. Onderhoudsbaarheid. Betrouwbaarheid. Duurzaamheid. Minimaliseren kosten. Leefbaarheid. Veiligheid.
“
Urban
Management
Opvallend is in dit licht dat bij vragen over opschaling naar 100.000 + gemeenten, met name het aspect meer kennis en expertise in de gemeente wordt genoemd als voordeel. Vraag is wat daarvan dan de meerwaarde is voor het onderdeel beheer en onderhoud. Dit wordt nog eens bevestigd door genoemde nadelen, zoals een beperkt draagvlak (zowel intern als extern) en dat opschalen waarschijnlijk meer kost dan het oplevert. Aangezien het niet duidelijk is wat de samenwerking gaat opleveren, of de opschaling daadwerkelijk doorgaat, kunnen geen duidelijke keuzes gemaakt worden. Het hebben van de stip
0%
54
“
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Op welke parameters wil de bestuurder primair tenvan aanzien van de openbare ruimte? Op welke parameters wil de bestuurder primair sturen ten sturen aanzien de openbare ruimte? Maximaal Maximaal 3 antwoorden mogelijk. 3 antwoorden mogelijk.
Verbeteropgave wordt gezocht in interne organisatie
op de horizon is bepalend voor welke stappen nu gezet moeten worden om daadwerkelijk te optimaliseren.
Bezuinigingen vooral door draaien aan kwaliteitsknop
We leven in tijden van veranderingen door bezuinigingen,
en aanpassen areaal
vergrijzing annex kennisdrain, samenwerkingsverbanden,
Bij de vraag waarop gemeenten willen bezuinigen, draaien
etc. Dit blijkt ook uit de Barometer en zal ook leiden tot
de meeste gemeenten aan de kwaliteitsknop en willen zij
bijvoorbeeld veranderingen in na te streven prestaties. Waar
de algehele kwaliteit van de openbare ruimte verlagen.
deze nu vaak nog technisch zijn, zal meer en meer duidelijk
Daarnaast proberen veel gemeenten het areaal openbare
moeten worden welke prestaties bestuurlijk afgesproken
ruimte te verminderen of om te vormen. Naarmate er meer
zijn. Pas dan kan de beheerder de juiste keuzes maken en
bezuinigd wordt, zullen gemeenten de technische normen
daarmee komen tot optimalisatie en professionalisering.
los moeten laten en zaken zoals risicomanagement introduceren. Dit staat nu nog in de kinderschoen. Als helder is welke prestaties de gemeente wil en kan leveren (aansluiting bij bestuurlijke doelen en niet alleen technische prestaties – bijvoorbeeld de leefomgeving/leefbaarheid), inclusief de eventuele risico’s, is de basis gelegd voor verdere optimalisatie door hier naar te werken, deze te monitoren en daarover te rapporteren en ook werkelijk bij te sturen.
“
We maken het buiten graag mooier, om het
binnen voor de mensen beter te maken. Vanuit deze achtergrond maak ik me als wethouder zorgen om de effecten van bezuinigingen, ook landelijk gezien, op de leefomgeving.
“
Mevr. Diks, wethouder gemeente Leeuwarden.
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
55
Signalen van specifieke doelgroeporganisaties…
Signalen van specifieke doelgroeporganisaties… Aantal klachten en hoeveelheid claims.
Aantal klachten en hoeveelheid claims.
Resultaten buurtschouw.
Resultaten buurtschouw.
Signalen uit buurt‐ en wijk overleg.
Signalen uit buurt‐ en wijk overleg.
Burger tevredenheidscijfer.
Burger tevredenheidscijfer.
Technische kwaliteit (CROW, CUR, NEN).
Technische kwaliteit (CROW, CUR, NEN).
Gerealiseerde beeld kwaliteit (A, B, C, D, E).
Gerealiseerde beeld kwaliteit (A, B, C, D, E).
Onderzoeksresultaten Beheer en Onderhoud van Openbare Ruimte 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
0%
70%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
7.1: Welke drie bronnenzijn zijnbij bijdedewaardering waardering vande defysieke fysiekeomgeving omgevinghet hetbelangrijkst? 7.2: Wat belangrijkste elementen van assetmanagement/professioneel beheer 7.2: zijn Watde zijn de belangrijkste elementen van assetmanagement/professioneel beheer binnen 7.1: Welke van 7.2: Wat zijndrie de bronnen belangrijkste elementen van assetmanagement/professioneel beheer binnen belangrijkst? uw gemeente? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
binnen uw gemeente? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. uw gemeente? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
Anders, namelijk... Effectieve besluitvorming op basis van… Signalen van specifieke doelgroeporganisaties…
Effectieve besluitvorming op basis van…
Borgen belangen van het bestuur en… Aantal klachten en hoeveelheid claims.
Borgen belangen van het bestuur en…
Resultaten buurtschouw. Professionele voorbereiding en aansturing…
Professionele voorbereiding en aansturing…
Signalen uit buurt‐ en wijk overleg. Objectieve monitoring van de openbare ruimte.
Objectieve monitoring van de openbare ruimte.
Burger tevredenheidscijfer. Interne capaciteit en financiën op orde. Technische kwaliteit (CROW, CUR, NEN). Heldere beleidskaders voor beheer van de… Gerealiseerde beeld kwaliteit (A, B, C, D, E). Integrale onderhoudsprogrammering en… 0%
Interne capaciteit en financiën op orde. Heldere beleidskaders voor beheer van de… Integrale onderhoudsprogrammering en… 10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
0%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 7.2: Wat zijn de belangrijkste elementen van assetmanagement/professioneel beheer binnen
uw gemeente? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. 7.3: Wat is de belangrijkste toekomstige opgave voor uw gemeente op het gebied van 7.3: Wat is de belangrijkste toekomstige opgave voor uw gemeente op het gebied van beheer en onderhoud? beheer en onderhoud?
7.3: Wat is de belangrijkste toekomstige opgave voor uw gemeente op het gebied van 7.4: Waar stuurt u bij voorkeur op bij het maken van keuzes bij minder budget? 7.4: Waar stuurt u bij voorkeur op bij het maken van keuzes bij minder budget? beheer en onderhoud?
Effectieve besluitvorming op basis van… Borgen belangen van het bestuur en… 11% Professionele voorbereiding en aansturing… 15% Objectieve monitoring van de openbare ruimte.
Optimaliseren van interne processen, werkwijzen en organisatie.
Verlagen van de algehele kwaliteit (schoon, heel, veilig).
6% 11% 19%
39%
15%
Verbeteren van het gedrag van en de cultuur onder de eigen medewerkers.
Interne capaciteit en financiën op orde. Heldere beleidskaders voor beheer van de… 74% Integrale onderhoudsprogrammering en… 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Versterken van inhoudelijke kennis en kunde.
36%
74%
Optimaliseren van interne Afstoten of omvormen van processen, werkwijzen en areaal. organisatie. Verbeteren van het gedrag van Loslaten van technische normen en de cultuur onder de eigen en richtlijnen en introduceren medewerkers. van risicomanagement. Versterken van inhoudelijke Vergroten van inkomsten. kennis en kunde.
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
56 7.3: Wat is de belangrijkste toekomstige opgave voor uw gemeente op het gebied van beheer en onderhoud?
7.5: Op welke parameters wil de bestuurder primair sturen ten aanzien van de openbare ruimte? Maximaal drie antwoorden mogelijk. Anders, namelijk...
19% 19%
Afstoten of omvormen van Afstoten of omvormen van areaal. areaal.
39% 39%
Loslaten van technische normen Loslaten van technische normen en richtlijnen en introduceren en richtlijnen en introduceren van risicomanagement. van risicomanagement. Vergroten van inkomsten. Vergroten van inkomsten.
36% 36%
7.5:7.5: Op welke parameters wil de bestuurder primair sturen ten aanzien van de openbare ruimte? Op welke parameters wil de bestuurder primair sturen ten aanzien van de openbare ruimte? 7.5: Op welke parameters wil de bestuurder primair sturen ten aanzien van de openbare ruimte? Maximaal drie antwoorden Maximaal drie antwoordenmogelijk. mogelijk. Maximaal drie antwoorden mogelijk. Anders, namelijk... Anders, namelijk... Milieuvriendelijk. Milieuvriendelijk. Gezondheid. Gezondheid. Beschikbaarheid. Beschikbaarheid. Imago. Imago. Bereikbaarheid. Bereikbaarheid. Onderhoudsbaarheid. Onderhoudsbaarheid. Betrouwbaarheid. Betrouwbaarheid. Duurzaamheid. Duurzaamheid. Minimaliseren kosten. Minimaliseren kosten. Leefbaarheid. Leefbaarheid. Veiligheid. Veiligheid. 0% 0%
10% 10%
20% 20%
30% 30%
40% 40%
50% 50%
60% 60%
70% 70%
7.6: Op welke parameters bestuurder primair sturen tenaanzien aanzien van 7.6: Op welke parameters wilwil dede bestuurder primair sturen ten van dede gemeente? 7.6: Op welke parameters wil de bestuurder primair sturen ten aanzien van de gemeente? Maximaal drie antwoorden mogelijk. gemeente? Maximaal drie antwoorden mogelijk. Maximaal drie antwoorden mogelijk. Anders, namelijk... Anders, namelijk... Landbouwontwikkeling. Landbouwontwikkeling. Sociale ontwikkeling. Sociale ontwikkeling. Regionale samenwerking. Regionale samenwerking. Toeristische aantrekkelijkheid. Toeristische aantrekkelijkheid. Economische ontwikkeling. Economische ontwikkeling. 0% 0%
10% 10%
20% 20%
30% 30%
40% 40%
50% 50%
60% 60%
70% 70%
80% 80%
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
57
8. Beheer en Onderhoud van Maatschappelijk Vastgoed: Van nieuwbouw naar modern beheer en onderhoud
“
Voor de fysieke omgeving ontstaat een nieuwe
verzamelen van vastgoeddata de nadruk lag op technische
situatie. Gemeenten kunnen steeds minder hun beleid
informatie, gaat het bij modern beheer ook over
realiseren met nieuwe gebouwen. We zien het in de
financiële en economische data - zoals afschrijvingen,
hele Westerse wereld: een verzadiging aan assets door
kapitaalbeslag en risico’s gedurende de levenscyclus van
een afnemende vraag bij een krimpende bevolking met
vastgoedobjecten. Daarvoor zal bij de moderne beheer
beperkte publieke middelen. Minder gericht op nieuw
en onderhoudsorganisatie van gemeenten de behoefte
en groter is een trend die we waarnemen in landen met
toenemen aan financieel-economische kennis, inzichten
openbare inschrijving te verkopen. Dat zijn mandjes
een vergrijzende, krimpende bevolking. In Nederland
en advies.
van courant en incourant vastgoed samen in één
wordt dit versterkt door de financiële crisis en de hang
Wij zijn er trots op dat we in de huidige
marktomstandigheden succesvol zijn bij het afstoten van vastgoed. Dat realiseren we onder andere door vastgoed te bundelen tot “mandjes” en deze via
koop.
“
naar een kleinere overheid. Beleid en beleidsruimte
Bezuinigen op vastgoed
wordt steeds vaker gevonden in betere benutting,
Bezuinigingen spelen bij gemeenten een grote rol. Een
renovatie, herbestemming, sloop of opzeggen van de
kwart van de gemeenten verwacht de komende vier jaar
eventuele huur van de bestaande voorraad.
op haar vastgoed meer dan 10% te bezuinigen; een op de
Ook intern worden er weerstanden gesignaleerd. Zo ziet een
twintig gemeenten verwacht meer dan 20% te bezuinigen.
respondent als weerstand de historisch gegroeide situatie
Van kostenpost naar creëren van waarde
Slechts één op de tien gemeenten denkt de komende jaren
waarbij iedere kern en doelgroep zijn ‘eigen’ voorzieningen
Traditioneel worden aanpassingen aan de voorraad
niet te hoeven bezuinigen op hun vastgoed.
heeft. Anderen noemen in dit verband de versnipperde
financieel gezien als operationele kosten terwijl nieuwbouw
Hoe denken gemeenten te bezuinigen op hun vastgoed?
verantwoordelijkheden binnen de organisatie en het
wordt gezien als een investering. Beter benutten van
Vooral het verkopen van vastgoed moet geld opleveren. Dit
gebrek aan personele capaciteit.
bestaande gebouwen is zowel in financieel opzicht als
wordt door twee van de drie (66%) gemeenten genoemd.
vanuit een ruimtelijk kwalitatief perspectief in veel gevallen
Tegelijkertijd noemen twee op de drie (68%) gemeenten
een betere optie, die bovendien kan bijdragen aan een
de slechte vastgoedmarkt als belangrijkste belemmering
leefbare, duurzame stad.
om de beoogde bezuiniging te realiseren, vier van de
Bij beheer en onderhoud verschuift het accent van
tien (40%) gemeenten zien zelfs als risico dat er helemaal
onderhouden
gerichte
geen kopers zijn voor hun vastgoed. Hier sluimert dus een
verduurzaming en afstemming van de portefeuille
realisatieprobleem van voornemens en mogelijkheden in
op realisatie van het gemeentelijk beleid gegeven
de markt.
naar
risicomanagement
en
Dhr. Stam, hoofd Utrechtse Vastgoed Organisatie.
de beschikbare middelen. Waar tot nog toe bij het Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
59
80%
besparingen wanneer het vastgoed dat daardoor vrijkomt, kan worden afgestoten door verkoop of beëindiging van
70%
huurcontracten. Uit het voorgaande lijkt de eerste optie
60%
beperkte mogelijkheden te bieden, de tweede optie wordt
50%
door slechts één op de tien gemeenten (10%) als een kans gezien. Dat lijkt een onderschatting van de mogelijkheden,
40%
die gemeenten fors anders zien dan private partijen die
30%
juist hier hun mogelijkheden zien door op grote schaal
20%
hun aflopende huurcontracten niet te verlengen. Redenen
10% 0%
0‐10% bezuinigen Meer dan 10% bezuinigen
hiervoor zullen vermoedelijk liggen in het politieke klimaat (geen heldere vraag, waarbij keuzes maken moeilijk is), onvoldoende inzicht in de opbrengstmogelijkheden van de voorraad en het beperkte aandeel aan gehuurde panden. Twee van de drie gemeenten (62%) geven aan voor verduurzaming
van
gemeentelijk
vastgoed
over
onvoldoende budget te beschikken. De helft constateert dat de prioriteiten nu elders liggen (47%). Een kwart (27%) van de gemeenten ziet onvoldoende middelen voor verduurzaming van haar vastgoed dan ook als een risico voor het op peil houden van de kwaliteit van de
De gemeenten die de komende jaren beperkt (<10%)
gemeentelijke voorraad. Het ziet er naar uit dat gemeenten
Hoe gaat uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied Hoe gaat uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied bezuinigen? Meerdere antwoorden mogelijk bezuinigen? Meerdere antwoorden mogelijk (naar percentage gaan bezuinigen denken daarbij naast verkoop van hun (naar percentage bezuinigen). bezuinigen). vastgoed aan verhoging van de bezetting en besparingen
zichzelf hier te kort doen: immers het verduurzamen van
op energieverbruik. De gemeenten die de komende jaren beperkt (<10%) gaan bezuinigen denken daarbij naast verkoop van hun Een hogere bezettingsgraad leidt uiteindelijk alleen tot vastgoed aan verhoging van de bezetting en besparingen op energieverbruik. Een hogere bezettingsgraad leidt uiteindelijk alleen tot besparingen wanneer het vastgoed dat daardoor vrijkomt, kan worden afgestoten door verkoop of beëindiging van huurcontracten. Uit het voorgaande lijkt de eerste optie 60 beperkte mogelijkheden te bieden, de tweede optie wordt door slechts één op de tien gemeenten (10%) als een kans gezien. Dat lijkt een onderschatting van de mogelijkheden, die gemeenten fors anders zien dan private
Het verduurzamen van niet-strategische voorraad kan
het strategisch deel van de voorraad betaalt zichzelf uit in waardebehoud, comfort en energiebesparing. daarentegen leiden tot verduurzaamde leegstand.
Van de gemeenten die de komende jaren fors (10-
De gemeenten lijken van mening de behoeften van de
Het is in ieder geval duidelijk dat vastgoedbeheer en
30+%) gaan bezuinigen denkt bijna de helft (45%) deze
gebruikers van hun vastgoed goed in beeld te hebben,
onderhoud zeker niet vergeten worden in tijden van
bezuinigingen (naast de genoemde verkoop van hun
ook al geeft een op de vier gemeenten (27%) aan met hun
bezuinigingen. Bij kapitaalintensieve assets als gebouwen
vastgoed) vooral te bereiken door samenwerking met
bestaande vastgoedvoorraad nogal eens niet te voorzien
ligt dat ook voor de hand. De manier waarop men hieraan
andere gemeenten. Een op de drie (29%) werkt overigens
in de wensen van de gebruikers. Door de afnemende
met vastgoed een bijdrage denkt te realiseren, is opvallend:
al actief samen met andere gemeenten op gebied van
mogelijkheden voor nieuwbouw zal deze trend zich verder
gemeenten zoeken de oplossingen in de eerste plaats bij
vastgoed. Als voordelen van samenwerking worden vooral
ontwikkelen: meer doen met minder in plaats van de reflex
verkoop in een moeilijke markt, laten mogelijkheden voor
een verhoogde professionalisering (71%), een reductie van
om voor iedere (beleids)wens iets nieuws te bouwen,
herschikking van gebruik grotendeels liggen en benutten
fteâ&#x20AC;&#x2122;s (67%) en een verhoogde inkoopkracht (46%) gezien.
kopen of huren. Te denken valt bijvoorbeeld aan de vele
door gebrek aan middelen op de korte termijn zeer beperkt
Als belangrijkste belemmering om te komen tot effectieve
kinderdagverblijven waarvoor gemeenten minder dan
de kansen voor waardebehoud en energiebesparing
samenwerking met andere gemeenten, noemen twee van
tien jaar geleden veelal vastgoed hebben aangekocht en
door verduurzaming. Daarmee worden de financieel-
de drie gemeenten (67%) verschil in culturen.
waar door andere economische omstandigheden nu geen
economische en risicoafwegingen niet gemaakt of ten
financiering is en daarmee geen kostprijs dragende vraag.
volle benut. Draagt de vastgoedvoorraad optimaal bij aan
Wat verder opvalt, is dat gemeenten de professionaliteit van
hun
vastgoedorganisatie
slechts
ervaren
als
het realiseren van de doelstellingen van de gemeente?
een belemmering wanneer men zich voor een forse
Maatschappelijk vastgoed ontkomt niet aan
bezuinigingsopgave
bezuinigingen
gesteld
ziet
en
men
wellicht
mede daarom belangrijke voordelen ziet in intensieve
Ten
samenwerking
Weinig
vastgoedinformatie door de meeste gemeenten niet
gemeenten zien risicoâ&#x20AC;&#x2122;s rond de voorraad waar ze
meer als een groot probleem wordt ervaren. Mogelijk
over beschikken; sommigen noemen de versnipperde
is dit een onderschatting van de inzichten die moderne
verantwoordelijkheden
met
andere
binnen
gemeenten.
hun
organisatie
slotte
is
het
opvallend
dat
gebrekkige
als
vastgoedinformatie kunnen bieden. Zo werd onlangs
belemmering om door te pakken. Anderen noemen de
nog in Binnenlands Bestuur aangegeven dat de
politieke weerstand voor het verhogen van huren. We
vastgoedbestanden van gemeenten niet overeen blijken
zien hier een beginnend bewustzijn van de voordelen van
te komen met wat bij het Kadaster is geregistreerd als
professioneel vastgoedmanagement (assetmanagement),
eigendom. Mogelijk is ook hier de aandacht bij andere
zoals aan het begin van dit hoofdstuk geschetst.
prioriteiten.
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
61
30%
40%
25%
35%
20%
30%
15%
25%
10%
20%
5%
15%
Onderzoeksresultaten Beheer en Onderhoud van Maatschappelijk Vastgoed
0%
10%
Niet bezuinigen.
0‐10%.
10‐20%.
20‐30%.
Onbekend.
5% 0%
8.2: Hoe gaat uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied bezuinigen?
Niet bezuinigen.
Meerdere antwoorden mogelijk.
0‐10%.
10‐20%.
20‐30%.
Onbekend.
8.1: Welk percentage denkt uw organisatie binnen 4 jaar te kunnen bezuinigen op het 8.2: Hoe uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied bezuinigen? 8.2: gaat Hoe gaat uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied bezuinigen? Anders, namelijk... vastgoed? Meerdere antwoorden mogelijk. Meerdere antwoorden mogelijk. 8.1: Welk percentage denkt uw organisatie binnen 4 jaar te kunnen bezuinigen op het vastgoed? Opzeggen huurcontracten bij derden.
40%
Minder verbouwingen en/of renovaties.
35%
Minder onderhouden.
Opzeggen huurcontracten bij derden.
30%
Verhogen van huren (=opbrengst verhogen).
Minder verbouwingen en/of renovaties.
25%
Minder ruimte gebruiken.
Minder onderhouden.
Beter inkopen (bijv. schaalvergroting, prestatiecontracten). 20%
Verhogen van huren (=opbrengst verhogen).
Anders, namelijk...
15%
Inzet van minder fte’s.
Minder ruimte gebruiken.
10%
Samenwerken met andere gemeenten.
Beter inkopen (bijv. schaalvergroting, prestatiecontracten).
5%
Verhogen van de bezettingsgraad.
Inzet van minder fte’s.
0%
Besparen op energieverbruik.
Niet bezuinigen.
Samenwerken met andere gemeenten.
Verkopen van vastgoed. 0‐10%. 10‐20%.
20‐30%.
Onbekend.
Verhogen van de bezettingsgraad.
0% 10% 20% 30% 40% 50% 8.2: Hoe gaat uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied bezuinigen? 8.3: Hoe gaat uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied bezuinigen?
60%
70%
Verkopen van vastgoed.
8.3: Hoe gaat uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied bezuinigen? Meerdere antwoorden mogelijk. Meerdere antwoorden mogelijk (naar percentage bezuinigen). Meerdere antwoorden mogelijk (naar percentage bezuinigen).
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
8.4: Wat zijn de belangrijkste belemmeringen bij het realiseren van de bezuiniging op 8.3: Hoe gaat uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied bezuinigen? 8.4: Wat zijn de belangrijkste belemmeringen bij het realiseren van de bezuiniging op vastgoed? vastgoed? Meerdere antwoorden mogelijk. Meerdere antwoorden mogelijk (naar percentage bezuinigen).
80% Anders, namelijk... 70% Opzeggen huurcontracten bij derden. 60% Minder verbouwingen en/of renovaties. 50% Minder onderhouden. 40% Verhogen van huren (=opbrengst verhogen). 30% Minder ruimte gebruiken. 20% 10% Beter inkopen (bijv. schaalvergroting, prestatiecontracten). 0% Inzet van minder fte’s.
Meerdere antwoorden mogelijk.
Verhogen van de bezettingsgraad.
80% Gebrek aan kennis en/of vaardigheden van 70% vastgoedmedewerkers. 60% Vastgoedinformatie onvoldoende beschikbaar. 50% 40% Anders, namelijk... 30% Cultuur van de organisatie. 20% 10% Gebrek aan inzicht in de opbrengsten van maatregelen. 0%
Besparen op energieverbruik.
Geen heldere vraag naar vastgoed.
0‐10% bezuinigen Meer dan 10% bezuinigen
Samenwerken met andere gemeenten.
Verkopen van vastgoed.
0‐10% bezuinigen Meer dan 10% bezuinigen
De slechte markt voor verkoop van vastgoed.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
628.3: Hoe gaat uw gemeente de komende 4 jaar op vastgoedgebied bezuinigen? Meerdere antwoorden mogelijk (naar percentage bezuinigen). 80%
Besparen op energieverbruik.
60%
70%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
8.5: Welke risico’s ziet u de komende 4 jaar voor uw gemeente met de gebouwen van de gemeente? We kennen de wensen en eisen van de gebruikers onvoldoende.
8.5: Welke risico’s ziet u de komende 4 jaar voor uw gemeente met de gebouwen van de gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk.
8.5: Welke risico’s ziet u de komende 4 jaar voor uw gemeente met de gebouwen van de gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk. We kennen de wensen en eisen van de gebruikers onvoldoende. We hebben onvoldoende kennis/vaardigheden in de vastgoedorganisatie.
8.6: Wat zijn volgens u de belangrijkste belemmeringen bij de professionalisering van de
vastgoedorganisatie? Meerdere antwoorden mogelijk.
Van gebouwen die we nu verhuren aan derden (bijvoorbeeld kinderopvang) worden huren opgezegd. Anders, namelijk...
Gebrek aan goede vastgoedinformatie.
We zijn onvoldoende in staat om de vraag (naar vastgoed) te matchen op het beschikbare aanbod De kennis/vaardigheden over het vastgoed zit te versnipperd in de organisatie.
Geen heldere wensen/eisen van gebruikers van het vastgoed.
We hebben onvoldoende middelen om noodzakelijke aanpassingen of renovaties door te voeren.
Anders, namelijk...
Er is onvoldoende geld om het bestaande vastgoed te verduurzamen.
Gebrek aan kennis en/of vaardigheden van medewerkers van de vastgoedorganisatie.
We hebben onvoldoende middelen om het vastgoed te onderhouden.
Geen goede samenwerking tussen afdelingen en/of individuen.
Gebouwen die we zelf gebruiken komen (deels) leeg te staan.
Te kleine schaalgrootte van de vastgoedorganisatie.
De beschikbare gebouwen passen niet bij de wensen en eisen van gebruikers. We willen gebouwen verkopen, maar er zijn geen kopers voor.
Gebrek aan financiële middelen.
0%
8.6: Wat zijn volgens u de belangrijkste belemmeringen bij de professionalisering van de vastgoedorganisatie? Meerdere antwoorden mogelijk. vastgoedorganisatie? Meerdere antwoorden mogelijk. 8.6: Wat zijn volgens u de belangrijkste belemmeringen bij de professionalisering van de
5%
10%
15%
20%
25% 0% 5% 30%10% 15%35% 45% 45% 50% 20% 25% 40% 30% 35% 40%
8.7: Heeft uw gemeente aanvullende duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd en gaat uw 8.7: Heeft uw gemeente aanvullende duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd gemeente deze halen? en gaat uw gemeente deze halen?
Gebrek aan goede vastgoedinformatie. Geen heldere wensen/eisen van gebruikers van het vastgoed. Anders, namelijk...
38%
38%
Gebrek aan kennis en/of vaardigheden van medewerkers van de vastgoedorganisatie. Geen goede samenwerking tussen afdelingen en/of individuen. Te kleine schaalgrootte van de vastgoedorganisatie. Gebrek aan financiële middelen.
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
24%
Ja, onze gemeente heeft aanvullende duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd maar gaat deze niet halen. Ja, onze gemeente heeft aanvullende duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd en gaat deze halen. Nee, onze gemeente heeft geen duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd.
8.7: Heeft uw gemeente aanvullende duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd 8.8: Wat zijn de belemmeringen bij de verduurzaming van het eigen vastgoed? en gaat uw gemeente deze halen? Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013 Meerdere antwoorden mogelijk. Ja, onze gemeente heeft
63
38%
geformuleerd maar gaat deze niet halen.
38%
Ja, onze gemeente heeft aanvullende duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd en gaat deze halen. Nee, onze gemeente heeft geen duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd.
24%
8.8: Wat 8.8: Watzijn zijnde debelemmeringen belemmeringenbij bijde deverduurzaming verduurzamingvan vanhet heteigen eigenvastgoed? vastgoed? Meerdere antwoorden mogelijk. Meerdere antwoorden mogelijk.
8.9: Welke voordelen zietziet u vanuit de samenwerking op het van vastgoed? 8.9: Welke voordelen u vanuit de samenwerking opgebied het gebied van vastgoed? Meerdere antwoorden mogelijk. Meerdere antwoorden mogelijk.
Anders, namelijk...
Anders, namelijk...
De besparingen zijn voor de gebruiker, de investering voor de verhuurder. Onze…
Minder vastgoed nodig.
Gebrek aan kennis/vaardigheden bij uw vastgoedorganisatie.
Verhogen inkoopkracht.
De prioriteiten liggen ergens anders.
Reductie van fte’s.
Er is onvoldoende budget voor.
Verhogen professionalisering. 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
8.10: Welke belemmeringen ziet u vanuit de samenwerking op het gebied van vastgoed?
Meerdere antwoorden mogelijk. Anders, namelijk...
Gebrek aan vastgoedinformatie. Verschillen vastgoedinformatiesystemen. Verschillen in cultuur.
64 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Anders, namelijk... Minder vastgoed nodig. Verhogen inkoopkracht. Reductie van fte’s. Verhogen professionalisering. 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
8.10: Welke belemmeringen zietziet u vanuit de samenwerking op het van van vastgoed? 8.10: Welke belemmeringen u vanuit de samenwerking op gebied het gebied vastgoed? Meerdere antwoorden mogelijk. Meerdere antwoorden mogelijk.
Anders, namelijk...
Gebrek aan vastgoedinformatie.
Ja
Nee
8.11: Verwacht u dat uw organisatie de komende 4 jaar gaat voldoen aan de duurzaamheidseisen van Europa?
44%
56%
8.12: Werkt uw gemeente actief aan samenwerking met andere gemeenten op gebied van vastgoed?
29%
71%
Verschillen vastgoedinformatiesystemen. Verschillen in cultuur. 0%
Ja
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Nee
8.11: Verw
44%
56%
8.12: Werk
29%
71%
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
65
9. Bestuurskracht: Bestuurders negatief over opschaling gemeenten Het merendeel van de respondenten vindt de voordelen
worden genoemd zijn de mogelijkheid om meer expertise
Middelgrote gemeenten verdeeld over opschaling,
van opschaling van gemeenten naar 100.000 inwoners
en kennis binnen de gemeente te halen en financiële
grote gemeenten overwegend positief
niet opwegen tegen de nadelen. Kleine gemeenten
besparingen en efficiency. Beperkt scoren voordelen
Er is een duidelijke relatie tussen de grootte van de
staan vooral negatief tegenover de opschaling,
als een betere service voor burgers (14%) en een betere
gemeente en de manier waarop naar opschaling wordt
tegenover een overwegend positieve houding bij
democratische legitimatie (7%).
gekeken. Kleine gemeenten onder de 50.000 inwoners
grote gemeenten. Middelgrote gemeenten van 50.000
staan in meerderheid negatief tegenover opschaling.
– 100.000 inwoners zijn verdeeld. Bestuurders zijn
Een overgrote meerderheid (69%) vindt dat op korte
Gemeenten met meer dan 100.000 inwoners staan in
negatiever over opschaling dan hun ambtenaren. Meer
termijn (binnen vijf jaar) de voordelen van opschaling
meerderheid positief tegenover opschaling. En van
intergemeentelijke samenwerking wordt gezien als
niet opwegen tegen de nadelen. Op langere termijn valt
gemeenten met meer dan 50.000 inwoners zegt een krappe
alternatief voor opschaling. Samen met de kwaliteit en
deze verhouding gunstiger uit, hoewel de meerderheid
meerderheid dat de voordelen van opschaling opwegen
het persoonlijk gezag van bestuurders, is intensivering
(gedaald tot 55%) nog steeds de nadelen groter vindt
tegen de nadelen. Grotere gemeenten schatten
van samenwerking het belangrijkste middel om de
dan de voordelen. Een meerderheid van de respondenten
efficiencyvoordelen gunstiger in dan kleinere gemeenten.
bestuurskracht te vergroten.
(58%) denkt dat door intensievere samenwerking met
Voor kleinere gemeenten wegen met name het nadeel van
buurgemeenten geen opschaling nodig is.
extra kosten in geld, tijd en inspanningen zwaarder dan
Gemeenten overwegend negatief over opschaling Bijna de helft van de gemeenten (47%) is negatief over opschaling naar meer dan 100.000 inwoners. Een kwart (25%) staat positief tegenover opschaling en iets meer dan een kwart (27%) is niet negatief en niet positief. Als belangrijkste nadelen van opschaling worden gezien
“
grotere gemeenten. In Den Haag wordt gedacht dat wij
De voor de hand liggende verklaring voor dit verschil, is dat
samenwerken nog moeten uitvinden. We zitten
de gevolgen van een opschaling voor een kleine gemeente
allang
in
gemeenschappelijke
regelingen.
Woudenberg kijkt nu naar de manier om zelfstandig
een beperkt draagvlak binnen de gemeente, de kosten, tijd
te blijven, maar zoekt op handige terreinen naar
en inspanningen die gepaard gaan met de opschaling en
samenwerkingen.
het beperkte draagvlak bij externe stakeholders, waaronder burgers. In het verlengde daarvan geven verschillende
de
“
Mevr. Cnossen, burgemeester gemeente Woudenberg.
doorgaans groter zullen zijn – of in elk geval groter worden ingeschat – dan voor een grote gemeente. Gevolgen op het gebied van geld en inspanningen, maar ook de afstand tot de burger en het verlies van een eigen identiteit. Dit maakt dat er meer weerstand is bij de kleine gemeenten. Is het anderzijds ook mogelijk dat grote gemeenten de voordelen van een grotere omvang nu al ervaren in de
respondenten aan te vrezen voor een grotere afstand
praktijk? Onlangs publiceerde de Nederlandse School
tussen burger en bestuur. De belangrijkste voordelen die
voor Openbaar Bestuur een ‘lichte evaluatie’ van 39 Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
67
gemeentelijke herindelingen in Overijssel, Gelderland en
ervaart. Medewerkers zijn het minst uitgesproken: 41%
aantal inwoners te ‘normeren’, maar het aantal samen te
Limburg. De belangrijkste conclusie van deze evaluatie
scoort ‘niet positief/niet negatief’.
voegen gemeenten, bijvoorbeeld maximaal twee of drie.
is dat de mensen die bij herindeling betrokken waren en de mensen die achteraf met de gevolgen van de
Samenwerking en gezag bestuurders bepalend voor
herindeling worden geconfronteerd, mild oordelen over
bestuurskracht
die herindelingen. Ze zijn gematigd positief en zien het nut
Intensivering van de samenwerking en de kwaliteit en
van de operatie in.
het persoonlijk gezag van bestuurders worden gezien als de belangrijkste succesfactoren in het vergroten
“
Ik denk dat in dunbevolkte gebieden er andere
keuzes te maken zijn dan in de Randstad. Daar heeft een schaal van 100.000 inwoners een iets andere betekenis dan in Friesland of Groningen. Ik vind
Er is een kantelpunt van overwegend negatief naar
van de bestuurskracht van gemeenten (beide circa
overwegend positief in de groep van middelgrote
40%). Die samenwerking heeft enerzijds betrekking op
een getalscriterium een aanleiding voor een goed
gemeenten. Deze gemeenten met 50.000 tot 100.000
intergemeentelijke samenwerking, anderzijds op de
gesprek, maar niet om als een maat der dingen te
inwoners zijn verdeeld. Er zijn net meer respondenten die
samenwerking tussen overheden, bedrijven en burgers.
beschouwen.
(heel) positief tegenover opschaling staan (28%) dan (heel)
Het voornemen van het kabinet om ook provincies op
negatief (24%). Bijna de helft (47%) geeft aan ‘niet positief/
termijn samen te voegen tot landsdelen helpt gemeenten
niet negatief’ tegenover opschaling te staan. Blijkbaar heeft
niet. Driekwart van de respondenten vindt dat het werk van
een groot deel van de middelgrote gemeenten zijn mening
gemeenten er niet makkelijker op wordt als de provincies
nog niet gevormd.
groter worden.
“
Dhr. Goeman, gemeentesecretaris gemeente het Bildt.
Minister Plasterk heeft onlangs aangegeven dat de norm van 100.000 inwoners geen vaststaand minimum is, maar dat
68
Bestuurders negatiever dan ambtenaren over
Opschaling als middel, niet als doel
opschaling in deze richting ook al voordelen kan hebben.
opschaling
De meeste respondenten die negatief staan tegenover
Hij heeft ook benadrukt dat het rijk geen herindelingen wil
Er is een duidelijk verschil tussen de wijze waarop
opschaling lijken tegen elke vorm van opschaling/
opleggen van bovenaf. Deze beweging blijkt te worden
bestuurders en ambtenaren naar de opschaling kijken:
herindeling
de ‘negatieve’
ondersteund door de resultaten van deze Barometer. Maat,
65% van de bestuurders is negatief, terwijl 16% positief is
respondenten betwisten echter niet zozeer nut en noodzaak
snelheid en vrijwilligheid lijken belangrijke factoren om
over de opschaling. Bij de top van de ambtelijke organisatie
van gemeentelijke herindeling, maar wel de getalsmatige
tot opschaling te komen en kunnen bepalend zijn om ook
(gemeentesecretaris, griffier, afdelingsmanagers) is het
norm van 100.000 inwoners. Sommigen stellen een lagere
de grote groep van respondenten die ‘niet positief, niet
percentage dat positief naar de opschaling kijkt net iets
norm voor, andere geven aan dat een kwantitatieve norm
negatief’ mee te krijgen. Vooral ook omdat de voordelen
hoger dan het percentage dat opschaling als negatief
nooit een doel op zich kan zijn. Een variant is om niet het
van opschaling soms wel worden gezien. De praktijk moet
te
zijn.
Sommige
van
uitwijzen of de beelden van de gemeenten en die van Plasterk bij elkaar gaan komen. Los daarvan is ook nog een groot deel van de gemeenten ‘hoe dan ook’ huiverig voor herindelingen. Vanuit de verwachte nadelen, maar soms ook al uit eerdere ervaringen.
“
Wij roepen nadrukkelijk op om het spoor
van decentralisaties los te koppelen van het spoor van opschaling van gemeenten. Wij vinden dat we al onze energie moeten zetten op het zo goed
Een belangrijk argument dat door het rijk wordt gekoppeld
mogelijk implementeren van de decentralisaties.
aan opschaling, is de aanstaande decentralisatie van
En niet daarnaast nog eens een keer onze energie,
taken naar de gemeente, met name in het sociaal domein.
capaciteit en zorg zetten op het verplicht opschalen
Grotere gemeenten kunnen makkelijker het vergrote
van gemeenten.
takenpakket aan, zo is de redenering. Los van principiële bezwaren tegen opschaling, ontstaan er ook praktische
“
Dhr. Van Eert, burgemeester gemeente Beuningen.
problemen in de combinatie van decentralisatie en opschaling. Daar waar het rijk opschaling hand in hand ziet gaan met de decentralisatie, is het de vraag of dit ook in de praktijk gelijktijdig uitvoerbaar is voor gemeenten. Zowel de decentralisatie als een opschaling vraagt veel van een gemeente in termen van tijd, geld en organisatie. Laat staan de combinatie van beide. Dat vraagt goede bestuurlijke timing.
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
69
90% 80%
80%
70% 60% 50% 40% 30%
Heel positief.
70%
Positief.
60%
Niet negatief / niet positief.
50%
Negatief.
40%
Positief. Niet negatief / niet positief. Negatief.
30%
Heel negatief.
20%
Heel positief.
Heel negatief.
20%
Onderzoeksresultaten Bestuurskracht
10%
10%
0%
Bestuurder
Manager
Medewerker
0%
Totaal
Bestuurder
9.2: Hoe kijkt u aan tegen de plannen voor opschaling van gemeenten naar 100.000 inwoners? 9.1: Hoe kijkt u aan tegen de plannen voor opschaling van gemeenten naar 100.000 9.1: Hoe kijkt u aan tegen de plannen voor opschaling van gemeenten naar 100.000 inwoners? (Naar gemeentegrootte) inwoners? (Naar functie) (Naar functie) 100% 100% 90% 90% 80% 80% 70% 70% 60% 60% 50% 40% 50% 30% 40% 20% 30% 10% 20% 0% 10%
Manager
Medewerker
Totaal
9.2: 9.2: Hoe kijkt u aan tegen de plannen voor opschaling van gemeenten naar 100.000 inwoners? Hoe kijkt u aan tegen de plannen voor opschaling van gemeenten naar 100.000 inwoners? (Naar gemeentegrootte) (Naar gemeentegrootte)
100% 90% 80% 70% Heel positief. 60% Heel positief. 50% Positief. Positief. 40% Niet negatief / niet positief. Niet negatief / niet positief. 30% Negatief. Negatief. 20% Heel negatief. 10% Heel negatief. 0%
Heel positief. Positief. Niet negatief / niet positief. Negatief. Heel negatief.
0% Bestuurder
Manager
Medewerker
Totaal
9.2: Hoe kijkt u aan tegen de plannen voor opschaling van gemeenten naar 100.000 inwoners? 9.3: Wat zijn de belangrijkste voordelen van opschaling naar gemeenten van 100.000 9.3: Wat zijn de belangrijkste voordelen van opschaling naar gemeenten van 100.000 inwoners voor (Naar gemeentegrootte) inwoners voor uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk. uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk. 100% 90% Betere democratische legitimatie. 80% 70% Anders, namelijk 60% Betere service voor burgers. 50% 40% Financiële besparingen / efficiency. 30% 20%Ik zie geen voordelen van opschaling. 10% 0% Meer expertise en kennis in de gemeente.
9.4: Wat zijn de belangrijkste nadelen van opschaling naar gemeenten van 100.000 9.3: Wat zijn de belangrijkste voordelen van opschaling naar gemeenten van 100.000 inwoners voor 9.4: Wat zijn de belangrijkste nadelen van opschaling naar gemeenten van 100.000 inwoners voor inwoners voor uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk. uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk. uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk.
Betere democratische legitimatie. Ik zie geen nadelen van opschaling. Anders, namelijk Anders, namelijk...
Heel positief.
Betere service voor burgers. Tijdelijk versterken interne gerichtheid. Financiële besparingen / efficiency. Niet negatief / niet positief. Beperkt draagvlak bij externe stakeholders (bijv. Negatief. bewoners). Ik zie geen voordelen van opschaling. Heel negatief. Kosten in geld, tijd en inspanningen (het kost meer dan Meer expertise en kennis in de gemeente. het oplevert). Positief.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Beperkt draagvlak binnen de gemeente. 0% 10%
20% 0%
9.3: Wat zijn de belangrijkste voordelen van opschaling naar gemeenten van 100.000 inwoners voor 70
uw gemeente? Meerdere antwoorden mogelijk.
30%
40%
50%
70%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
9.5: Wat zijn de belangrijkste factoren om de bestuurskracht van uw gemeente te vergroten?
Meerdere antwoorden mogelijk.
60%
Ik zie geen nadelen van opschaling. Anders, namelijk... Tijdelijk versterken interne gerichtheid. Beperkt draagvlak bij externe stakeholders (bijv. bewoners). Kosten in geld, tijd en inspanningen (het kost meer dan het oplevert). Beperkt draagvlak binnen de gemeente. 0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
9.5: Wat zijn de belangrijkste factoren om de bestuurskracht van uw gemeente te 9.5: Wat zijn de belangrijkste factoren om de bestuurskracht van uw gemeente te vergroten? vergroten? Meerdere antwoorden mogelijk. Meerdere antwoorden mogelijk.
Anders, namelijk... Uitbreiding lokale belastinggebied. Intensivering samenwerking publiek‐privaat‐ particulier. Niet‐vrijblijvende intergemeentelijke samenwerking. Kwaliteit en persoonlijk gezag van bestuurders. Vrijwillige intergemeentelijke samenwerking. 0%
5%
10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45%
Ja 31%
Nee 69%
Ja
Nee
31%
69%
9.7: Vindt u dat de voordelen van opschaling naar gemeenten van 100.000 inwoners op lange termijn (in 2040) opwegen tegen de nadelen 9.9: Zou een opschaling van uw provincie naar een landsdeel he 25% 75% op lange termijn?
45%
55%
9.8: Denkt u dat door intensievere samenwerking met buurgemeenten opschaling niet nodig is?
58%
42%
9.9: Zou een opschaling van uw provincie naar een landsdeel het werk van uw gemeente gemakkelijker maken?
25%
75%
9.6: Vindt u dat de voordelen van opschaling naar gemeenten v
9.6: Vindt u dat de voordelen van opschaling naar gemeenten van45% 100.000 inwoners op korte termijn (binnen 5 jaar) opwegen tegen de 9.7: Vindt u dat de voordelen van opschaling naar gemeenten v 55% nadelen op korte termijn? 9.8: Denkt u dat door intensievere samenwerking met buurgem
58%
42%
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
71
Internationaal advies-, ingenieurs- en projectmanagementbureau Royal H VNG in 2013 gestart met een jaarlijks onderzoek onder Nederlandse g fysieke leefomgeving: De Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving knelpunten en oplossingsrichtingen op gemeentelijke beleidsterreinen na en ambtenaren inzichtelijk te maken of hoe deze zich in hun gemeenten
10. Onderzoeksverantwoording Royal HaskoningDHV is in samenwerking met VNG
gemeentegrootte (figuur 10.2). Binnen de respons is
in 2013 gestart met een jaarlijks onderzoek onder
34% bestuurder (burgemeester of wethouder), 38%
Nederlandse gemeenten binnen het domein van de
ambtelijk medewerker en 25% ambtelijk manager.
fysieke leefomgeving: de Gemeentelijke Barometer Fysieke
Verder bestaat een klein percentage van de respons
Leefomgeving. Het onderzoek beoogt actuele trends,
uit gemeentesecretarissen en griffiers (3%). Wanneer
ontwikkelingen,
oplossingsrichtingen
een thema meerdere keren was ingevuld door
op gemeentelijke beleidsterreinen naar boven te halen.
dezelfde gemeente, zijn deze gegevens gewogen om
Het resultaat geeft bestuurders, ambtenaren en andere
vertekening van de uitkomsten te voorkomen.
knelpunten
en
Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen: 1. Royal HaskoningDHV heeft een enquête gehouden onder bestuurd gemeenten. Bestuurders en ambtenaren die betrokken zijn bij projecten in een online vragenlijst in te vullen. De vragen zijn verdeeld over zeven th milieu en fysieke veiligheid, water, beheer en onderhoud van openba maatschappelijk vastgoed en bestuurskracht. De respondenten konden wensten in te vullen (met een maximum van drie thema’s). Uiteindel gemeenten de enquête De verdeling was goed naar gemeen 2. Aanvullend op deingevuld. online enquête zijn telefonisch (figuur interviews 1). Hiervan was 34% bestuurder afgenomen met (burgemeester burgemeesters, of wethouder) ambtelijk manager. Verder bestaat een klein percentage wethouders en ambtenaren. In totaal zijn 18 personen respondenten (3%). Wanneer een thema meerdere keren was ingevuld door dezelfde g geïnterviewd (zie tabel 10.3). Doel van deze interviews om vertekening van de uitkoms was het inkleuren van het onderzoek met meningen
en citaten.
6%
geïnteresseerden inzicht in de agenda voor de fysieke leefomgeving van Nederlandse gemeenten.
13%
22%
20.000‐50.000
10.1 Verdeling respondenten naar provincie Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen: 1.
Er is een enquête gehouden onder bestuurders en
Flevoland
3%
ambtenaren van Nederlandse gemeenten. Bestuurders
Zeeland
3%
en ambtenaren die betrokken zijn bij projecten in
Limburg
4%
de fysieke leefomgeving zijn gevraagd een online
Drenthe
6%
vragenlijst in te vullen. De vragen zijn verdeeld over
Friesland
6%
zeven thema’s: bouw en wonen, duurzaamheid, milieu
Groningen
6%
en fysieke veiligheid, water, beheer en onderhoud
Noord-Holland 9%
van openbare ruimte, beheer en onderhoud van
Overijssel
9%
maatschappelijk vastgoed en bestuurskracht. De
Utrecht
11%
respondenten konden aangeven welke thema’s zij
Gelderland
14%
wensten in te vullen (met een maximum van drie
Noord-Brabant 14%
thema’s). Uiteindelijk hebben 370 respondenten uit
Zuid-Holland
0‐20.000 50.000‐100.000
18%
100.000‐200.000 41%
Figuur 1 Verdeling naar gemeentegrootte
200.000+
10.2 Verdeling respondenten naar gemeentegrootte
Dren Flev Fries Geld Gron Limb Noo Noo Ove Utre Zeel Zuid
Figuur
2. Aanvullend op de online enquête zijn telefonisch interviews afgenom ambtenaren. In totaal zijn 17 personen geïnterviewd (zie onderstaand ov het inkleuren van het onderzoek met
14%
215 gemeenten de enquête ingevuld. De respons is representatief gezien de verdeling over de provincies (figuur 10.1) en gezien de verdeling over Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013
Tabel 1: Lijst van geïnterviewde personen Mevr. T. Cnossen burgemeester Woudenberg Dhr. M. Vroom wethouder Noordwijk Dhr. J. Mikkers burgemeester Veldhoven Dhr. A.W. Hiemstra wethouder Hoogeveen 73 Dhr. K. Van der Helm programmaleider Nieuw Lokaal Akkoord, Geme Dhr. P. Guldemond wethouder Delft Dhr. R. Goeman gemeentesecretaris Het Bildt
10.3 Lijst van geïnterviewde personen
10.4: Auteurs per thema
Mevr. T. Cnossen
Dhr. J. Van der Meer
Bouw en Wonen
burgemeester Woudenberg
wethouder Nijmegen
Pieter Buisman en Theo Ram
Dhr. M. Vroom
Dhr. C. Van Eert
wethouder Noordwijk
burgemeester Beuningen
Duurzaamheid
Dhr. J. Mikkers
Mevr. I. Diks
Thérèse van Gijn en Jan Bart Jutte
burgemeester Veldhoven
wethouder Leeuwarden
Dhr. A.W. Hiemstra
Dhr. L. Kok
Milieu & Fysieke Veiligheid
wethouder Hoogeveen
Algemeen directeur Stedelijke Ontwikkeling,
Rein Bruinsma, Hein Veldmaat en Arjan Boxman
Dhr. K. Van der Helm
Gemeente Den Haag
programmaleider Nieuw Lokaal Akkoord,
Dhr. F. Landman
Water
Gemeente Groningen
directeur Urban Management Gemeente Rheden
Wouter Stapel, Janine Leeuwis-Tolboom, Willem Korevaar,
Dhr. P. Guldemond
Dhr. H. Karakus
Reginald Grendelman
wethouder Delft
wethouder Rotterdam
Dhr. R. Goeman
Dhr. B. Stam
Beheer en Onderhoud van Openbare Ruimte
gemeentesecretaris Het Bildt
hoofd Utrechtse Vastgoed Organisatie
Peter Schut en Han Schreuder
Dhr. H. Aalderink burgemeester Bronckhorst
Beheer en Onderhoud van Maatschappelijk
Dhr. H. Beekman
Vastgoed
directeur Ruimtelijke Economische Ontwikkeling,
Rinus Vader en Remko Pollman
Gemeente Rotterdam Dhr. H. Meijer
Bestuurskracht
burgemeester Zwolle
Pascal Lamberigts en Sander De Vuyst
Dhr. H. Gaillard burgemeester Son en Breugel
74
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013