DHV publicatie Rondetafelgesprek "Over energie gesproken"

Page 1

Over energie gesproken >> Klimaatverandering vereist energietransitie >> charismatische leiders moeten dat besef doen groeien >> door samen te werken met overheid en bedrijfsleven >> om de economische belangentegenstellingen op te lossen >> om mondiaal zowel politiek als economisch overeind te blijven >> en onze jeugd een gezonde toekomst te garanderen <<

DHV Rondetafelgesprek


“De geschiedenis zal veranderen wanneer we de energie van de liefde

kunnen benutten, zoals we de energie van de wind benutten, van de zee, van het atoom.� (Paolo Coelho, De Zahir)


>> Deelnemers DHV rondetafelgesprek << << Inge Diepman is freelance journaliste. Ze presenteerde jarenlang radio- en televisieprogramma’s voor de VARA. Bekend werd ze als presentatrice van de programma’s B&W en Het Zwarte Schaap. << Drs. Ton Boon von Ochssée is Ambassadeur in bijzondere dienst voor Duurzame Ontwikkeling bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarvoor werkte hij als Programme Manager Global Environmental Facility bij de Wereldbank in Washington. Eerder maakte hij deel uit van de Nederlandse onderhandelingsdelegatie bij de totstandkoming van het Klimaatverdrag en het Kyoto protocol.

<< Prof. Ir. Jan Harmsen bekleedt de Hoogewerff leerstoel voor duurzame chemische technologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast is hij principal process developer Shell Research & Technology. Hij is ook lid van het Landelijk Bestuur van de ChristenUnie.

<< Dr. Aad Correljé is universitair hoofddocent Economie van Infrastructuren bij de Faculteit Technologie, Bestuur en Management van de Technische Universiteit Delft en als fellow verbonden aan het Clingendael International Energy Programme. Daarnaast is hij lid van de redactie van het wetenschappelijk tijdschrift Energy Policy.

<< Ir. Marjolein Demmers MBA is directeur Milieu en Duurzaamheid van DHV. Ze werkte eerder als consultant bij McKinsey & Company en als manager bij Essent Duurzame Energie. Zij is lid van ONRI en bestuurslid van de ONRI Milieuafdeling.


In ons aller belang‌ >> DHV Rondetafelgesprek over energie zeven december tweeduizendzes >> De heetste zomer, de warmste herfst en de zachtste winter sinds tijden maakten we in 2006 mee. Ook in Nederland ondervinden we de gevolgen van de klimaatverandering meer en meer. Het besef van de urgentie is groeiende. Onderzoeken van nationale en internationale instellingen die de noodzaak van een energietransitie aantonen, buitelen over elkaar heen. Zo gaf de OESO (Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling) aan dat klimaatverandering leidt tot grote risico’s voor Europese economieÍn. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) benoemde vervolgens het waarborgen van energievoorziening als topprioriteit voor de 26 IEA-lidstaten. De Taskforce Energietransitie, om een laatste voorbeeld te noemen, pleitte in een rapport dat vorig jaar verscheen voor miljardeninvesteringen in duurzame energievoorziening.

Als maatschappelijk betrokken organisatie stimuleert DHV graag het debat over actuele ontwikkelingen in onze samenleving. Deze hebben immers betrekking op de inrichting van onze maatschappij en dus op ons werk: het aanbieden van multi-disciplinaire diensten voor een duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving.

Ik hoop van harte dat u net als ik geniet van de weerslag van het gesprek en dat het ook bij u de aandacht voor dit vraagstuk versterkt. In ons aller belang en vooral in dat van de generaties na ons!

Omdat klimaatverandering en duurzame energie ons allemaal bezighouden, koos DHV energie als onderwerp voor het tweede rondetafelgesprek. Vier deskundigen lieten hun licht schijnen over het vraagstuk en vulden elkaars expertise wonderwel aan. Onder leiding van Inge Diepman spraken ze over de noodzaak tot een andere levenshouding, het economische belang van duurzame oplossingen en de verantwoordelijkheid die politiek en bedrijfsleven dienen te nemen voor een gedegen energietransitie.

Vic Prins, namens de directie van DHV B.V.

Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 1



De kern van de zaak Wereldwijde klimaatveranderingen dwingen ons radicale, energiebesparende maatregelen te nemen en over te schakelen op duurzame energiebronnen. Dat is de zogenoemde energietransitie. Die is noodzakelijk voor een samenleving die ook voor onze kinderen nog leefbaar is. Opvallend genoeg leeft de urgentie van energietransitie sterker bij het maatschappelijke middenveld en de voorhoede van het Nederlandse bedrijfsleven dan bij de meeste Nederlandse overheden, al ligt het vraagstuk bij de ministerraad op tafel. Maar willen we de wind er ĂŠcht onder krijgen, dan is er meer nodig. Mogelijk begint dat bij een charismatische Nederlandse equivalent van Al Gore. Technisch gezien zijn we al jaren in staat duurzaam te leven, maar commerciĂŤle belangentegenstellingen blokkeren veel duurzame technische toepassingen. Een duidelijk voorbeeld is de bouwsector, waar duurzame woningbouw maar moeilijk in de steigers komt. Samenwerkingsverbanden van ondernemers en overheden moeten daar verandering in brengen.

De overheid kan de energietransitie bevorderen door groenere regelgeving. Om de winst daarvan helder te krijgen, is wel een andere kijk op marktwerking nodig. Op korte termijn leidt marktwerking namelijk niet altijd tot het beleid en de investeringen die voor een duurzame toekomst nodig zijn. Daarvoor zullen we naast economische ontwikkeling meer rekening moeten houden met elementen als vrijheid, armoede, luchtkwaliteit en duurzame energie. Houden we daar inderdaad rekening mee, dan kan zomaar blijken dat Nederland het minder goed doet dan we altijd dachten. Zonder energietransitie wordt het Westen meer en meer afhankelijk van politiek instabiele landen met grote energievoorraden. De komende decennia is er sprake van een mondiale energiebalans waarbij machtspolitiek een belangrijke rol speelt. Ook de EU moet leren om dat spel goed te spelen. Simpele oplossingen als marktwerking in de energiesector zijn daarvoor onvoldoende.

Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 3


Energie voor twee (en meer) >> Als het energievraagstuk dichtbij komt, gaat het bij de meeste mensen pas echt leven


>> Iemand als Winsemius heeft de credits om het serieus neer te zetten >> De urgentie Klimaatverandering gaat bij velen pas leven wanneer ze de gevolgen ervan aan den lijve ervaren. Door extreme wateroverlast in het Westland of smeltende Alpengletsjers die wintersporteconomieën de das omdoen. Charismatische leiders kunnen de urgentie van klimaatverandering en energietransitie brede ingang doen vinden. “Als het energievraagstuk dichtbij komt, gaat het bij de meeste mensen pas echt leven”, meent Ton Boon von Ochssée, ambassadeur voor Duurzame Ontwikkeling bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Natuurlijk, er zijn er al genoeg die een omslag doormaakten zónder dat ze direct door klimaatveranderingen werden getroffen. Op internationaal vlak denkt Boon von Ochssée aan voormalig vice-president van de Verenigde Staten Al Gore met zijn film An Inconvenient Truth en aan het initiatief van oud-president Bill Clinton met zijn Climate Initiative. “We zouden een Nederlandse Al Gore moeten heb-

ben…”, stelt Boon von Ochssée. “Heb je echt dergelijke mensen nodig?”, wil gespreksleidster Inge Diepman weten. Marjolein Demmers, directeur Milieu en Duurzaamheid bij DHV: “Ik denk het wel. Deze mensen pakken het op omdat ze het langetermijnbelang van het energievraagstuk inzien. Ik denk bijvoorbeeld aan minister Winsemius. Iemand die zowel deskundig als geloofwaardig is voor een breed publiek. Zonder mensen van dat kaliber dringt dit onderwerp niet door in de samenleving.” Jan Harmsen, die tijdens het gesprek als hoogleraar duurzaamheid spreekt en niet namens Shell, illustreert Demmers mening met een recente eigen

ervaring: “Ik ben nu acht jaar hoogleraar duurzaamheid en ik ging met mijn vrouw naar de film van Al Gore. Het is een gortdroog verhaal en ik heb er totaal geen nieuws gehoord, maar de eerste reactie van mijn vrouw was: ‘Ik wist niet dat het zó erg was’. Ze heeft er twee nachten niet van geslapen.” Demmers: “In ons land wordt toch nog de draak gestoken met het energievraagstuk. Iemand als Winsemius heeft de credits om het serieus neer te zetten.” Diepman: “Hoe kun je dat bewustzijn in de samenleving versterken en omzetten

Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 5


voor dit probleem bij de Nederlandse overheid geef ik toch echt een dikke onvoldoende >>

in daden?” Door het aangaan van brede samenwerkingsverbanden, meent Boon von Ochssée. “De politiek zal uiteindelijk veel moeten samenwerken met consultancybureaus, maar ook met beleidsmakers en marketeers en zo een collectief met deze stakeholders vormen. Overal in de geschiedenis zie je dat een volk een probleem oplost door een collectief te vormen.” Voor het creëren van dergelijke samenwerkingsverbanden zou volgens de duurzaamheidsambassadeur een Bilderberg-bijeenkomst met kopstukken uit de

6 >> Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek

Nederlandse politiek en het bedrijfsleven kunnen dienen. “Daar is nu het moment voor, al moeten we bedenken dat alles wat we hier zeggen een internationale dimensie heeft. Het duurzaamheidsvraagstuk betreft ook China en India. We moeten er een gezamenlijke visie op ontwikkelen. Dat is des te noodzakelijker nu andere landen in rap tempo een Westers consumptiepatroon krijgen.” De hogere CO2-uitstoot die daarvan het gevolg is, maakt duurzame ontwikkeling des te dringender, meent Demmers. Een besef dat bij de overheid volgens haar nog onvoldoende leeft. “De urgentie voor dit probleem bij de Nederlandse overheid geef ik toch echt een dikke onvoldoende. Als het scenario dat Al Gore in zijn film schetst klopt, dan krijgen we te maken met grote overstromingen. Europa heeft de toon gezet met een duurzaamheidagenda, maar Nederland zou daar nog veel meer aan kunnen doen. Duurzaamheid moet de rode draad vormen tussen dossiers als milieu, economie, sociale zaken en armoede. Er moet geen energieminister komen, maar een minister-president die

duurzaamheid weer hoog in het vaandel heeft staan!” Zo, die staat! Boon von Ochssée klinkt wat positiever: “Het is evident dat er meer aan energiebeleid moet gebeuren. Nederland heeft wél de maatschappelijke discussie over duurzaamheid gestart en energie juist ook in het belang van de armoedebestrijding op de agenda gezet. Duurzaamheid moet inderdaad een leidend principe zijn”, meent ook Harmsen, die over de overheid meer zoals Demmers denkt. “Helaas scoort de Nederlandse politiek in haar aandacht voor het energie- en milieuvraagstuk niet meer dan een vier, of zelfs nog lager.” <<


Duurzaam leven kan al lang

> Voor een huishouden is relatief weinig energie nodig >> Er is vooral ondernemerschap


Energie en innovatie nodig om de technische kennis die er is in de markt te zetten >> Maar vooral leveranciers Belangentegenstellingen blokkeren het gebruik van beschikbare duurzame technieken. Tegelijk belemmert de strikte disciplinaire scheiding in wetenschappen de broodnodige multidisciplinaire benadering van vraagstukken. Gebruiken we die wel, dan kunnen we ons energieverbruik met een factor vier reduceren en zijn we voorlopig uit de brand. Het belang van een fors lager energieverbruik geldt over de hele linie: voor doorbraken en nieuwe inzichten zijn we steeds meer aangewezen op slim samenwerken en combineren van kennis en praktische uitvoering. Diepman: “Welke rol speelt de wetenschap in het zoeken naar duurzame technische oplossingen?” Aad Correljé, verbonden aan de TU Delft en Instituut Clingendael. “De praktische wetenschap ontwikkelt zich wel verder. Belangrijker is het om te leren begrijpen hoe besluitvorming plaatsvindt. Als we dat weten, kunnen we die zo inzetten dat duurzamere materialen gebruikt worden bij woning-

8 >> Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek

bouw, productie van auto’s en dergelijke.” De schoen knelt volgens Correljé echter bij de sterke disciplinaire splitsing in de wetenschap: “Op de universiteiten wordt onderzoek disciplinair gefinancierd en ook wetenschappelijke publicaties zijn per discipline geordend. Al met al is er geen stimulans voor de broodnodige interdisciplinaire benadering: er is geen geld voor en we worden er niet op afgerekend.” Opvallend is dat met de huidige stand van de techniek veel meer mogelijk is dan nu wordt gedaan. Harmsen: “Voor een huishouden is relatief weinig energie nodig. Het is bijvoorbeeld heel simpel om in een

wasmachine al warm water van veertig graden te gooien in plaats van dat die het elektrisch moet opwarmen. Met de huidige wasmiddelen krijg je de was daarmee prima schoon. Dan hebben we alleen nog maar elektriciteit voor licht nodig. In Groningen loopt bij de GasUnie zelfs een project in dertig of veertig huishoudens met minicentrales op warmtekrachtkoppeling met de omvang van een CVketel. Die wekken hun eigen warmte en elektriciteit op.” Demmers: “Er is vooral ondernemerschap nodig om de technische kennis die er is in


zien er nog te weinig de noodzaak van in om duurzame producten te leveren >> Onze de markt te zetten.” Maar zo simpel ligt het niet overal, weet Correljé, want de hele bouwketen moet daarvoor overstag. Hij verhaalt van onderzoek dat hij eind jaren negentig deed naar energievoorzieningen in Vinex-locaties. Pogingen om duurzame voorzieningen te treffen, liepen vast door belangentegenstellingen. Correljé: “De netwerkbeheerders wilden niet meewerken omdat ze alleen een vaste beloning krijgen voor hun netwerk en ze geen extra winst behalen door een nieuwe, dure netwerkstructuur aan te leggen. De energiebedrijven wilden niet meewerken omdat die niet gebaat zijn bij

minder elektriciteits- en gasverbruik. De projectontwikkelaars vonden vervolgens de risico’s te groot en gemeenten zagen niets in het trekken aan een dood paard. Ze beschikten bovendien over te weinig mankracht om het project verder op te pakken. Uiteindelijk is de hele bouwketen van elkaar afhankelijk”, wil Correljé maar zeggen. “Maar vooral leveranciers zien er nog te weinig de noodzaak van in om duurzame producten te leveren. Die zijn bang voor veranderingen, terwijl de bewoners juist heel blij waren met de energiezuinige voorzieningen.” Demmers: “Iets vergelijkbaars maakte

ik mee bij eco-design, waarbij we begin jaren negentig duurzame producten ontwikkelden. Dat bleef vooral steken omdat het hogere management van bedrijven waar we voor werkten het niet belangrijk vond.” Maar al besparen we nóg zo drastisch, dan nog blijven we kampen met “onze huurschuld”, meent Boon von Ochssée. Dat is de hoeveelheid CO2 die we hebben opgebouwd in de dampkring door jarenlange uitstoot en die een enorme impact heeft op het klimaat. Harmsen deelt Boon von Ochssées zorgen in iets mindere mate. Allereerst is nog onduidelijk wat precies het effect is van de uitstoot, maar het draait volgens de hoogleraar vooral om het hervinden van de balans tussen CO2-uitstoot en de compensatie ervan door de natuur. Harmsen legt uit: “Jaarlijks gaat er 7 gigaton koolstof als CO2 de lucht in, maar de natuur, vooral de oceanen, compenseert daar 4 gigaton van. Uiteindelijk hoeven we ‘slechts’ 3 gigaton minder uit te stoten om quitte te draaien.”

Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 9


Energie en innovatie huurschuld >> We moeten een factor vier naar beneden in ons energieverbruik >> Dat Diepman: “Hoe kunnen we die hoeveelheid besparen?” “Daarvoor moeten we een factor vier naar beneden in ons energieverbruik en dat is eenvoudig te halen met de huidige technologie”, rekent Harmsen al hoofdrekenend voor. “35 procent halen we binnen door energiezuiniger huizen, bijvoorbeeld door driedubbele glazen en het gebruik van een warmtepomp, zodat we heel eenvoudig het huis op twintig graden kunnen houden. Vervelend zijn wel de computer en het plasmascherm; die slurpen energie. 20 procent halen we door efficiënter transport. We hebben auto’s nodig die 1 op 40 rijden in plaats van 1 op 10. Dat kan door kleinere, hybride auto’s en door die op diesel te laten rijden. En 45 procent moet door duurzamere industrie worden bereikt. Dat laatste is moeilijk.” Maar het is wel nodig. De Taskforce Energietransitie pleitte half december 2006 voor een investering van 2 miljard in duurzame energie, waaronder biomassa en warmtekrachtcentrales. Door bijvoorbeeld het veronachtzamen van warmtekrachtkoppeling in de afgelopen jaren,

10 >> Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek

verliest Nederland aan energie jaarlijks 8 petajoule (een 8 met vijftien nullen!) in vergelijking met 1998. Voor het opwekken van een vergelijkbaar vermogen zijn 7 grote windparken op zee nodig! Willen we die factor vier in onze energieconsumptie minderen, dan zullen mensen wel moeten wéten dat dat kan en dat ze er een belangrijke rol bij spelen door het maken van eigen keuzes. Het duurzame alternatief moet gewoon het aantrekkelijkste zijn. <<


Het dubbele dividend: economische groei ĂŠn duurzaam leven is eenvoudig te halen met de huidige technologie >> Het Nederlandse belastingstelsel


Energie en innovatie moet veel groener worden >> Voor alles begint dat met een andere kijk op marktwerking De overheid kan duurzame economische ontwikkeling stimuleren door de juiste voorwaarden te creëren met onder andere een groener belasting- en subsidiestelsel. Goed zicht op duurzame ontwikkeling vereist wel een andere maatstaf dan het traditionele Bruto National Product. Maar voor alles zal het de Nederlandse economie voor de wind blijven gaan bij visionair en duurzaam kabinetsbeleid dat ondernemers stimuleert te innoveren. Wil Nederland duurzamer produceren en consumeren, dan moeten burgers en bedrijven daar een duidelijke meerwaarde in zien. “We moeten altijd werken aan dubbel dividend: aan economische winst én duurzaamheid”, meent Correljé. ”Dat is op de korte termijn niet, maar op de lange termijn wel mogelijk. Om dat proces op gang te brengen, moet het Nederlandse belastingstelsel veel groener worden. Dat stimuleert burgers duurzaam te leven, naast dat uiteraard allerlei producten

12 >> Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek

groener worden geproduceerd. Uiteindelijk kóst dat geen geld, maar bespaart het juist.” Deze omslag vereist een andere manier van denken, meent Correljé. “Voor alles begint dat met een andere kijk op marktwerking: dat we streven naar een écht level playing field en dan denk ik in eerste instantie aan Europa.” “Er zijn velen in Europa die dezelfde wens hebben”, vertelt Boon von Ochssée. “Daarom zijn allianties tussen maatschappelijke

organisaties en overheden ook mogelijk. Die moeten de dynamiek veroorzaken, maar daarvoor ook risico’s durven nemen. De afgelopen jaren zijn we vooral risicomijdend geweest, vooral als gevolg van de veiligheidsdiscussies. We hebben nu meer durf nodig, meer ondernemers dan managers. Geef mij en mijn collega’s op verschillende departementen een sterker mandaat en dan zie ik dat we nog meer acties ondernemen.” “Tegelijkertijd is het energievraagstuk op Europees niveau heel ingewikkeld”, waarschuwt Boon von Ochssée. “Denk alleen al aan het energievoorzienings-


>> Marktwerking heeft veel meer te maken met een politieke langetermijnvisie >> De zekerheidsdossier binnen de EU, met daarin leveringszekerheid van Rusland. Om daar een stap in te kunnen zetten, zullen de EU-lidstaten ook zélf het energievraagstuk intern beter moeten coördineren. Ik ben blij dat de EU dat nu ook hoog op de politieke agenda heeft gezet.” Diepman, richting Correljé: “Je kijkt bedenkelijk.” Correljé: “Juist het opleggen van de liberale marktbeginselen door de EU aan Moskou is het doorslaggevende probleem met Rusland.” Boon von Ochssée: “Marktwerking heeft veel meer te maken met een politieke langetermijnvisie. Kijk, fossiele brandstof zullen we de komende vijftig jaar nog nodig hebben. Daarom zijn op de korte termijn afspraken nodig voor de levering daarvan vanuit landen als Rusland, Iran en Saoedi-Arabië. Maar die afspraken zullen moeten worden verbonden met een Europese duurzaamheidsagenda voor de lange termijn. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het Iter-project dat onderzoek doet naar kernfusie als milieuvriendelijke energiebron. In de tussentijd is kern-

energie weer bespreekbaar geworden als kortetermijnoplossing.” “Het grote risico is dat van een langetermijnoplossing niets komt wanneer we dat niet structureel aanpakken,” meent Demmers. En dat risico bestaat, want: “De langetermijnagenda is bij politici niet geliefd omdat die vol staat met impopulaire maatregelen. Dan lopen we nog het risico dat de marktwerking centraal blijft staan.” Correljé: “De vraag die dan eerst beantwoord moet worden is: wat is precies marktwerking? Dat wordt meestal veel te simpel gedefinieerd met simpele economische aspecten als mededingingswetgeving en het ‘level playing field’. De overheid zou veel meer aspecten moeten meewegen bij het bepalen van haar regelgeving om gevolgen van liberalisering in beeld te krijgen. Nu ziet ze elementen over het hoofd die niet direct economisch vertaald worden in het prijsmechanisme. Denk aan het meten van de uitstoot van productie- en gebruiksmiddelen. Daarmee zou ze duurzame ontwikkeling kunnen

Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 13


Energie en innovatie langetermijnagenda is bij politici niet geliefd >> die staat vol impopulaire maatregelen sturen via belastingen en subsidies.” “We moeten af van het denken over duurzame economische groei”, stelt Boon von Ochssée, “We hebben een andere maatstaf nodig dan het Bruto Nationaal Product. Het BNP geeft lang niet alles goed weer, want er zijn geen waarden als milieuschade in meegewogen.” Harmsen: “Ja, als je dat meerekent, kan het zomaar blijken dat we achteruit gaan, terwijl het BNP stijgt. In Indonesië is het BNP na de Tsunami enorm gestegen, maar dat komt vooral door alle herstelwerkzaamheden.” Demmers haakt daarop in: “Internationale samenwerking is nodig om een andere maatstaf te kunnen hanteren voor duurzame ontwikkeling. Die maatstaf moet een langetermijndoelstelling bevatten én indicatoren om die doelstellingen te bereiken. Er zijn indicatoren ontwikkeld, waarvan sommige al zijn uitgewerkt voor een groot aantal landen en waarin elementen worden meegewogen als vrijheid, armoede, gezondheid, economische groei, luchtkwaliteit en duurzame energie. Nederland scoort vooral op die laatste twee

14 >> Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek

criteria erg laag. We hebben op dat terrein een enorme ecologische voetafdruk.” Toch staat in Europa, en ook in Nederland, de beperkte definitie van marktwerking waar Correljé over rept nauwelijks ter discussie. Daardoor is er minder aandacht voor echt zoeken naar duurzame energievoorziening. Dat blijkt voorbeeld in de geliberaliseerde energiesector. Demmers: “De liberalisering heeft vooral geld gekóst en maar weinig opgeleverd, behalve dan winst voor de energiebedrijven en hun aandeelhouders.” Diepman richting Demmers: “Ben je cynisch geworden?” Demmers: “Er is heel veel lef nodig om duurzaamheid verder te ontwikkelen, want er is medewerking van veel partijen voor nodig. Daarbij komen de hele strakke milieuwetgeving én het feit dat de gemeenten weinig geld hebben om er in te investeren.” Correljé: “Ik zie veel meer heil in een veelomvattende energiepolitiek met een degelijk milieubeleid.” Demmers: “Om een dergelijk duurzaam

beleid op te kunnen tuigen, moeten we af van die verkokering in Den Haag!” Boon von Ochssée: “Een alliantie bijvoorbeeld tussen Economische Zaken, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Buitenlandse Zaken en Ontwikkingssamenwerking…” Demmers: “En neem ook de planbureaus erbij om een gezamenlijke visie vorm te geven!” Diepman: “Valt hier politiek dan wel te scoren?” Boon von Ochssée: “De tijd van het PRverhaal is voorbij. We moeten plannen handen en voeten geven in het nieuwe


>> Het BNP geeft lang niet alles goed weer >> Het zomaar blijken dat we achteruit gaan, uitstralen dat Nederland koploper is in duurzaamheid. Die toppositie hebben we ooit ingenomen en die moeten we terugkrijgen. Het belangrijkste instrument dat we daarbij kunnen gebruiken, zijn die samenwerkingsverbanden, op hoog niveau, waar de afstemming plaatsvindt. Dan stralen we met ons allen uit dat we echt wat willen.” <<

kabinet.” Dat dat gaat gebeuren, betwijfelt hij niet meer, terwijl hij wijst op een recente brief van minister-president Balkenende die voor hem op tafel ligt. “Het vraagstuk bevindt zich al op het niveau van de ministerraad die thema’s rond duurzaamheid voorbereidt. Duurzaamheid wordt nu behandeld door een daarvoor ingestelde duurzaamheidraad waarin allerlei onderwerpen besproken worden die betrekking hebben op duurzame ontwikkeling. Alle ministers maken deel uit van deze onderraad onder voorzitterschap van de minister-president.” Diepman: “Wat kan een kabinet in vier

jaar dan realiseren voor de duurzame groei?” Boon von Ochssée: “Een kabinet kan niet echt meteen grote stappen zetten, het zou mooi zijn als duurzaamheid het leidend principe wordt van het volgend kabinet.” Een uitgesproken Harmsen stelt helder: “Al zouden ze zich nu maar eens stomweg aan de eigen regels vasthouden. Ook als ze succesvol zijn!”, verwijst hij naar de MEP-regeling die duurzame energieproductie stimuleerde en in september 2006 vanwege het bereiken van kortetermijndoelen werd stopgezet. Hij vervolgt: “Het versterkt ons imago als we

Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 15


Energie en mondiale machtspolitiek terwijl het BNP stijgt >> Er vinden wel degelijk innovaties plaats >> Het is een beperkte


visie als je denkt dat investeren in duurzaamheid niet samengaat met fossiele Ook de komende decennia zal goed geld worden verdiend met fossiele brandstoffen, de belangrijkste veroorzaker van CO2. Deze enorme financiële belangen van de energiesector staan echter haaks op een snelle transitie naar een CO2-arme samenleving. Vanwege het enorme belang van olie voor Europa, is de EU gebaat bij een goede verstandhouding met energiegrootmachten voor een stabiele energietoelevering. Helaas kenmerkt de EU zich door een naïeve focus op marktwerking, waardoor die relatie niet de juiste aandacht krijgt.

de loer. Dat komt vooral doordat de olieen gasmarkt de afgelopen decennia veel diffuser is geworden. De OPEC bijvoorbeeld, de organisatie van olieproducerende landen, is niet meer de sterke oliepartij van twintig jaar geleden.

Een nadeel van de grotere diversiteit in de markt is wel dat de olieprijs sterk fluctueert. Volgens Demmers hebben nu de grote oliemaatschappijen toch een belangrijke rol: “Zij bepalen de balans tussen vraag en aanbod.” Maar volgens Correljé valt dat wel mee. “De Shells, Exxons en BP’s beschikken over ongeveer 25 procent van de wereldenergievoorraden. De rest is in handen van OPEC-landen en van Mexico en Rusland, die daar geen lid van zijn. Al deze landen bepalen zelf hoe ze hun voorraden besteden en streven daarin hun eigen belangen na”, legt hij uit.

Nu zal de winning van onze fossiele brandstoffen voorlopig blijven plaatsvinden in politiek instabiele landen als het Midden-Oosten en Rusland. Voor de duidelijkheid: dat hoeft niet direct bedreigend te zijn. De kans dat we een scenario krijgen als tijdens de oliecrisis in 1973, waarin olieproducerende landen het Westen boycotten in verband met hun pro-Israëlische politiek, ligt niet snel op

Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 17


Energie en innovatie brandstoffen >> Europa idealiseert het marktprincipe >> Dat is erg naïef >> Politieke “De versnipperde oliemarkt en de instabiele olieprijs beperken de innovatie van nieuwe duurzame oplossingen voor onze energievoorziening. Toch is dat niet het hele verhaal, want er vinden wel degelijk innovaties plaats,” zegt Harmsen: “Alleen hebben die een heel andere oorzaak, namelijk de angst voor grote blijvende afhankelijkheid van de Arabische olielanden. De aandacht daarvoor leeft vooral in de Verenigde Staten. De VS produceren daarom bijvoorbeeld gigantische hoeveelheden bio-ethanol uit maïs.” “Op het moment dat de olie-industrie er zeker van is dat er een stabiele, hoge olieprijs blíjft, zal ze investeren in nieuwe ontwikkelingen. Maar nu er tijdelijk fantastische olieprijzen zijn, richt Shell zich vooral op het opvoeren van productiviteit en verkoop. De aandacht richt zich daarbij vooral op de productiesnélheid. De meeste olie komt namelijk uit putten met verouderde technieken, waardoor de olieconcerns de toegenomen vraag niet kunnen bijbenen. Daarom wordt er op dit moment sterk geïnvesteerd in het in productie nemen van nieuwe velden. Maar

18 >> Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek

als bijvoorbeeld Greenpeace beweren. Verschillende problemen moeten we op verschillende termijnen aanpakken, want pas over ongeveer vijftig jaar is de voorraad fossiele brandstoffen uitgeput.”

de olie-industrie is uiteindelijk ook gebaat bij de zoektocht naar duurzame energiebronnen omdat het op de lange termijn haar voortbestaan raakt wanneer de fossiele brandstoffen opraken.” Correljé toont begrip: “Het is nu niet reëel te verwachten dat de olie-industrie investeert in duurzaamheid. Nu is het een kwestie van olie zoeken en geld maken met de exploitatie. Maar gebeurt er op de lange termijn niets, dan ontstaat er echt een probleem. En het is een beperkte visie als je denkt dat investeren in duurzaamheid niet samengaat met fossiele brandstoffen, zoals sommige milieuclubs

Wat doet de Europese Unie om van zijn eigen olieverslaving af te komen? Te weinig. De EU houdt onvoldoende rekening met het machtsspel dat op dit terrein speelt. Correljé, die zich vanaf eind jaren tachtig specialiseerde in Europese energiepolitiek: “De EU vindt dat Rusland zich gewoon moet aanpassen aan de liberalisering van de energiemarkt die ook in Europa wordt doorgevoerd. Europa idealiseert het marktprincipe en ziet niet dat Rusland daar helemaal niet aan wil voldoen. Dat is erg naïef.” <<


De jeugd heeft (gelukkig nog) de toekomst partijen die veel oog hebben voor deze vraagstukken, scoorden bij de laatste verkiezingen


Energie en innovatie vooral onder jongeren erg goed >> Als wij het voor elkaar krijgen duurzamer te leven, OK, de noodzaak van energietransitie is helder. Vooral in het belang van onze kinderen. Bij hen is de belangstelling voor duurzaam leven overigens opvallend aanwezig. Waar we voor moeten zorgen is dat die belangstelling levend blíjft; ook als ze ouder worden. “De stand van zaken is angstaanjagend.” Ondanks geuite zorgen, was de toonzetting van het gesprek tot nog toe tamelijk optimistisch, maar nu zet duurzaamheidshoogleraar Harmsen toch de zaak op scherp. “Waar ter wereld CO2-geproduceerd wordt maakt weinig uit want door luchtstromen is het binnen twee dagen hier. Daarbij is niet zozeer het effect op de temperatuur interessant, maar wel die op het wéér! Driehonderd kilometer naar het zuiden ligt boven de Azoren ’s winters namelijk een hogedrukgebied en boven IJsland een lagedrukgebied. De depressies die daardoor onze kant op komen leveren ons milde winters op met overwegend Westenwind. Komt het hogedrukgebied onze kant op, dan lopen we het risico op

20 >> Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek

overwegend Oostenwind uit Rusland die ons elke winter drie maanden lang een kleine ijstijd bezorgt.” Dat het ernst is, beseffen veel jongeren beter dan hun ouders. “Mijn zoon studeert in Groningen, heeft geen cent te makken, maar koopt wel duurzame producten”, vertelt Boon von Ochssée. En ook Harmsen signaleert het veranderende tij: “Scholieren en studenten hebben veel aandacht voor het energievraagstuk, klimaatverandering en milieu. Politieke partijen die veel oog hebben voor deze vraagstukken, zoals GroenLinks, de SP en de ChristenUnie, scoorden bij de laatste verkiezingen vooral onder jongeren erg goed.”

“Vroeger hadden we zelf die drive ook, maar die is weggeëbd,” herinnert veertiger Diepman zich. Maar waaróm is die aandacht weggevloeid, zelfs na een tijdelijke opleving door het rapport van de Club van Rome in 1972? Omdat we er niet direct wat van merkten”, stelt Harmsen. Demmers: “Daarbij kwam dat we begin jaren tachtig in de veronderstelling leefden dat we het probleem gemanaged hadden.” Toch kan ook de bewustwording van de gevolgen van onze levensstijl onder jongeren nog stukken beter. “De overheid zou daar marketingbureaus voor in moeten schakelen die weten wat tof is en cool. Dán kun je wat bereiken”, meent Demmers. Diepman: “Daarvoor zijn miljoenen euro’s aan marketinggelden nodig. Zijn die dan nuttig besteed?” Demmers: “Als we die richten op bewustwording van de zestig á zeventig procent van de jongeren die er niets van af weten wel.” Correljé: “Wat wil je dan? Een nieuwe leefstijl introduceren? Dat lukt je niet.”


zullen ander landen volgen >> De aandacht voor hetenergievraagstuk groeit vooral Demmers: “Mensen willen best bewust consumeren en bewust keuzes maken. In een commerciële markt speelt de klantvraag een belangrijke rol en klanten die weten hoe de vlag erbij hangt, kiezen steeds vaker voor betere duurzame producten. Daarvoor moeten ze wel wéten welke keuzes de besten zijn. Daar ligt een belangrijke sleutel, maar die kennis tussen de oren krijgen, bereiken politici niet door beleid te voeren.” Boon von Ochssée: “Het gaat dus om de behoeften van mensen.” Harmsen: “Vlak de rol van leveranciers niet uit. Neem bijvoorbeeld de wens om

schadelijke CFK’s uit koelkasten te verwijderen. Toen de producent daarvan, het Amerikaanse DuPont, aangaf dat het een alternatief had in de vorm van milieuvriendelijkere HFK’s, lag er binnen de kortste keren een internationaal CFKverbod op tafel. Een dergelijke rol zouden leveranciers ook bij de uitstoot van CO2 kunnen spelen.” “Duurzaamheid betekent vooral dat we moeten investeren in communicatie, transparant beleid en dat we met nieuwe ideeën komen”, pakt Boon von Ochssée de draad op. “Dat is precies wat we van

Al Gore kunnen leren. Nederland is een van de meest energie-intensieve samenlevingen. Als wij het voor elkaar krijgen duurzamer te leven, zullen ander landen volgen. Het probleem voor de jongeren oplossen kunnen we niet, maar het geeft hen wel identiteit. Zorg daarom dat je er met charisma tegenover staat.” “Ja”, zegt Demmers, zelf niet van het nodige enthousiasme gespeend, “De aandacht voor het energievraagstuk groeit vooral door de zorgen die bevlogen individuen hebben voor hun kinderen.” <<

Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 21


Breed duurzaam adviseren door de zorgen die bevlogen individuen hebben voor hun kinderen >> Maak echt werk


van duurzaamheid >> Blijkbaar zullen veel oplossingen buiten bestaande structuren Door het hele rondetafelgesprek heen kwam de belangrijke rol van nationale en international politiek terug. Overheden moeten samenwerkingsverbanden smeden met elkaar, met planbureaus, maar ook met marktpartijen. Adviesbureaus kunnen daarin wereldwijd een belangrijke rol vervullen als intermediair. “Om een rol van betekenis te spelen in duurzame ontwikkeling, zullen adviesbureaus nog meer moeten globaliseren”, geeft Boon von Ochssée mee. “Maak echt werk van duurzaamheid. Lanceer nieuwe ideeën over duurzaam bouwen van woningen, ontwikkel innovatieve ideeën voor de lange termijn en fungeer daarin als katalysator. Nederland is daar heel sterk in want we beschikken over heel veel consultancybureaus.” Correljé haakt daarop in: “Maak jezelf een brede benadering eigen. Adviesbureaus moeten niet alleen sterk zijn in duurzaamheid, maar ook in duurzame ontwik-

keling. Dat is een veel breder vraagstuk.” Volgens Harmsen hebben adviesbureaus zelfs geen alternatief. “Ze móeten wel duurzame ontwikkeling implementeren in projecten. Dat is essentieel voor hun business.” Demmers ziet voor DHV in ieder geval kansen te over op dat terrein. “Laatst kregen wij bezoek van een Chinese ontwikkelaar die in Nederland wilde investeren met een duurzaam bouwconcept. Zij bouwen in China superzuinig en het concept dat ze hadden ontwikkeld was goed geëngineerd en van hun daadkracht kunnen we zeker wat leren! Aan de andere kant is hun insteek teveel beperkt tot

techniek. Wij richten ons inmiddels veel meer op bredere duurzame ontwikkeling. We hebben ook aandacht voor het hele stedelijke systeem.” “Adviesbureaus moeten dus duidelijke keuzes maken,” vat Diepman samen. “De tijd om actie te ondernemen is er in ieder geval rijp voor.” Vervolgens constateert ze dat de gesprekspartners opvallend positief gestemd zijn over de mogelijkheden van duurzame ontwikkeling. Demmers: “Waarom komt het dan niet tot ontwikkeling in Nederland? Volgens mij doordat we uit een periode komen waarin angst en onveiligheid een rol speelden en dat tot risicomijdend gedrag leidde.” Diepman: “Blijkbaar zullen veel oplossingen buiten bestaande structuren gaan bloeien. Daarvoor is volgens mij ook een verandering in de mediawereld nodig. Een verandering van het aanjagen van incidentenpolitiek naar meer achtergrondverhalen. Ik kom in het land veel mensen tegen die daar naar verlangen. Dat hebben ze in Hilversum nog veel te weinig door.”

Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 23


Energie en innovatie gaan bloeien >> We zijn snel op de negatieve kant van ontwikkelingen gericht << > Boon von Ochssée herkent dat. “We zijn snel op de negatieve kant van ontwikkelingen gericht. Terwijl er juist allerlei positieve acties worden ondernomen die de levensstijl veranderen en bijdragen aan de mondiale duurzame samenleving. Ik denk hierbij aan Fair trade en de toename van biologische producten, die meer en meer de belangstelling krijgen van de consument. Gezond leven, meer bewegen en aan sport doen, worden gekoppeld met gezond eten en duurzame producten. Die groeiende interesse voor duurzame productie zie ik ook terugkomen in de aandacht binnen de bouwwereld voor duurzaam bouwen. Adviesbureaus als DHV moeten alle mogelijkheden aangrijpen om dergelijke processen te stimuleren. Zij moeten op het gebied van duurzame ontwikkeling in Europa het voortouw nemen bij het lanceren en uitwerken van ideeën om de consumptie- en productiepatronen te verduurzamen.” De toekomst belooft wat dat betreft veel goeds, illustreert Boon von Ochssée uit zijn eigen werkpraktijk. “We bevinden ons

24 >> Over energie gesproken - DHV Rondetafelgesprek

op een keerpunt; de huidige overvloed aan publicaties over klimaatverandering en energie beschrijven de problemen waar we maatschappelijk tegenaan lopen. Onbewust wisten we al een tijd dat we aan de slag moesten, maar het besef is er nu dat we als individu of als organisatie daadwerkelijk actie moeten ondernemen. Dat maakt mijn werk een stuk interessanter: sinds enige maanden hoef ik mijn activiteiten op het gebied van duurzaamheid niet langer te verdedigen. Ook al is mijn boodschap aan beleidsmakers wel dat er niet altijd direct een helder, concreet product ligt.” Adviesbureaus en consultants die willen wel. “Wij hebben het ontzettend druk met ontwikkelingen op dit gebied”, meldt Demmers. En het serieuze werk wordt er met plezier gedaan. “We zien juist de lol van het zoeken naar oplossingen.” <<



Colofon >> Tekst Anton van Renssen, Nijkerk >> Foto’s Felix Kalkman en Hollandse Hoogte >> Vormgeving DHV Web & Design >> Copyright: DHV

DHV is een toonaangevend internationaal adviesen ingenieursbureau dat diensten verleent en duurzame oplossingen aanbiedt op de volgende markten: Mobiliteit, Bouw, Industrie, Water, Luchthavens, Ruimtelijke inrichting en Milieu. Ruim 4000 professionals werken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid aan innovatieve concepten op het gebied van consultancy en engineering. DHV verleent multidisciplinaire diensten voor een duurzame ontwikkeling van de leefomgeving. De diensten omvatten: management consultancy, adviesdiensten, ontwerp en engineering, project-, contract- en exploitatiemanagement. Overal waar mensen wonen, verbruiken zij energie. Fossiele brandstoffen worden schaars en dragen bij aan klimaatverandering. Het vinden van duurzame alternatieven voor fossiele brandstoffen raakt dan ook iedereen.

DHV besteedt aandacht aan het energievraagstuk omdat het een thema is dat een grote stempel drukt op de toekomst van onze samenleving. Niet alleen is de beschikbaarheid van energie belangrijk voor onze welvaart, maar ook is een snelle verduurzaming nodig, in verband met de mogelijke effecten van klimaatverandering. Het is een onderwerp dat vrijwel alle klanten van DHV raakt. De adviseurs en ingenieurs van DHV zullen op diverse terreinen samen met vele andere actoren bijdragen aan oplossingen. Dit is niet alleen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar onze missie. Het beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen is geĂŤxpliciteerd in een aantal focusgebieden: integriteit, duurzame innovaties, duurzame bedrijfsvoering en maatschappelijk betrokken ondernemen.


Over energie gesproken

Als maatschappelijk betrokken organisatie stimuleert DHV graag het debat over belangrijke ontwikkelingen in onze samenleving. Deze hebben immers betrekking op de inrichting van onze maatschappij en dus op ons werk: het aanbieden van multidisciplinaire diensten voor een duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Energie en klimaatverandering is een van de thema’s die de gemoederen sterk bezighoudt. Daarom belegde DHV hier een rondetafelgesprek over.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.