Over veiligheid gesproken >> Nederland is veilig >> Onveiligheidsgevoelens prevaleren >> Absolute veiligheid is onmogelijk >> Zoek nieuwe samenwerkingsverbanden >> Regionaliseer planvorming >> Communiceer met de burger en kom beloften na <<
DHV Rondetafelgesprek
Overvloed en onbehagen Nederland bevindt zich in een veiligheidsparadox. Nooit eerder waren de levensomstandigheden zo goed, nooit eerder was het land zo veilig. Tegelijk bestond over de sociale staat van Nederland zelden een beklemmender gevoel. We zitten klem tussen â&#x20AC;&#x2DC;overvloed en onbehagenâ&#x20AC;&#x2122;, om de Engelse historicus Simon Schama te citeren. Als maatschappelijk betrokken organisatie brengt en houdt DHV graag het debat op gang over actuele ontwikkelingen in onze samenleving. Deze hebben immers betrekking en invloed op de inrichting van onze maatschappij en dus op ons werk: het aanbieden van multidisciplinaire diensten voor een duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Veiligheid is een van de themaâ&#x20AC;&#x2122;s die de gemoederen sterk bezighoudt. Daarom belegde DHV hierover op 30 november 2005 een rondetafelgesprek.
Vier prominenten van buiten ons bedrijf en ondergetekende deden eraan mee. Het gesprek stond onder leiding van Inge Diepman. In een geanimeerd gesprek belichtten we het thema van diverse kanten. Centraal stonden de veiligheid van ons land, de onveiligheidsgevoelens van burgers, de rol van overheid en bedrijfsleven bij veiligheidsvraagstukken en het belang van communicatie over veiligheid richting burgers. Ik heb intens genoten van het gesprek; kreeg welkome tips mee voor ons werk. Ik verwacht dat u net zoveel geniet van de weerslag ervan in dit boek.
Bertrand van Ee
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 1
>> We doen structureel meer aan veiligheid dan we ofďŹ cieel verplicht zijn >> We leven
Een veilig land
veiliger dan ooit >> De vuurwerkramp in Enschede was een incident >> Daar heeft de Nederland is veilig, gemeten naar objectieve maatstaven. De cijfers bewijzen het. Ook als we die aan een internationale vergelijking onderwerpen. Zo behoort onze bevolking tot de gezondste en langstlevende ter wereld en er is veel aandacht voor buurtpreventie en veilig verkeer. Na de rampen in Enschede en Volendam zijn de veiligheidswetgeving en de naleving daarvan aangescherpt. Rotterdam is niet alleen de grootste, maar ook de veiligste haven ter wereld. Inge Diepman: “Wat voor cijfer zou u uzelf geven voor de veiligheid van het Havenbedrijf Rotterdam?” Een cijfer blijft even uit bij president-directeur Hans Smits. Hij schetst eerst de imponerende omvang van de haven. Die is vijftig kilometer lang, een kilometer breed en omvat woonkernen als Heijplaat en Pernis. De havenindustrie biedt werk aan bijna zestigduizend mensen. “Wijzelf ervaren het werk in de Haven als relatief veilig”, vertelt Smits dan. “Dat is ondanks de openheid van het havencomplex, de omvang ervan en dus ook de kwetsbaarheid. We doen structureel
meer aan veiligheid dan we officieel verplicht zijn. Rotterdam is de veiligste haven ter wereld.” Diepman: “Is dit een exportartikel voor Nederland?” Smits: “Zeker. Na ‘nine eleven’ is de veiligheid van onze haven een heel duidelijk pluspunt geworden voor onze contacten in de Verenigde Staten. Wanneer morgen een nieuw ‘nine eleven’ zou plaatsvinden, dan is Rotterdam de enige haven waarvan goederen zonder extra controle de VS in mogen.”
Veiligheidssystemen
Hoe zit dat nu met dat cijfer? “Een acht”, komt er bij Smits na een korte stilte uit. “Ja, ik geef ook een acht
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 3
overheid overspannen op gereageerd >> De kans dat je omkomt door milieuvervuiling aan het Havenbedrijf”, voegt Joost Schrijnen spontaan toe. Schrijnen is directeur ruimte en mobiliteit van de provincie Zuid-Holland. Diepman haakt erop in: “En Zuid-Holland? Ook een acht?” “Nee”, bekent Schrijnen. “Als ik kijk naar de objectieve cijfers over veiligheid in verkeer en industrie dan zou het nog kunnen. Gezien de risicopercéptie moet ik de provincie helaas een lager cijfer geven. Dan bedoel ik vooral het risicobewustzijn in relatie tot het éigen handelen van mensen. Onveilig gedrag blijkt dan toch altijd het probleem te zijn van die ander! Objectief beschouwd zijn de veiligheidssystémen in Zuid-Holland echter in orde. Bij de industriële productie bijvoorbeeld, is enorm veel aandacht voor veiligheid. Alleen bestaat daarin geen relatie met de burger. Die kan zich onveilig voelen omdat hij er geen flauw besef van heeft wat er allemaal gebeurt om zijn veiligheid te waarborgen. Het veiligheidsgevóel is weg omdat er zoveel onzekerheid heerst.”
Stoffen
Mirjam de Rijk, directeur van de Stichting Natuur en Milieu maakt heel andere afwegingen als het om veiligheid gaat. “Bij mij vormen niet systemen of mensen het risico, maar dingen die uit die scheepscontainers worden gehaald. Of erger nog: erbij
4 >> Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek
worden gestopt. Het draait om de stoffen zélf.” Juist op dat terrein valt er nog een wereld te winnen, al neemt de aandacht voor de risico’s van milieuvervuiling weer toe in de samenleving. Eind vorig jaar bleek uit onderzoek dat 65 procent van de jongeren zich drukker maakt over de teloorgang van het milieu dan over terrorisme. De Rijk: “Die onderzoeksresultaten had ik niet verwacht. Zeker als je de media-aandacht voor milieuzaken vergelijkt met die voor terrorisme. Overigens vind ik de uitkomst terecht. De kans dat je omkomt door milieuvervuiling is vele malen groter dan door een terroristische aanslag.” <<
is vele malen groter dan door een terroristische aanslag >> Het veiligheidsgev贸el is
Onveiligheidsgevoelens prevaleren
weg omdat er zoveel onzekerheid heerst >> Pas als het verkeerd gaat, worden mensen In het veilige Nederland voelen velen zich allesbehalve geborgen. Veiligheidsperceptie blijkt doorslaggevend voor het welbevinden en de veiligheidsbeleving van burgers. Media, maar ook politici spelen daarin een belangrijke en niet onomstreden rol. Ondertussen eist iedereen honderd procent veiligheid. Waar schort het dan aan als we constateren dat onveiligheidsgevoelens toenemen? Dat komt grotendeels doordat mensen steeds minder risico’s wensen te accepteren. “Het draait al snel om perceptie op veiligheid”, concludeert Diepman. “Leven we eigenlijk echt in een risicosamenleving?” Schrijnen: “Absoluut niet! De vuurwerkramp in Enschede was een incident. Daar heeft de overheid overspannen op gereageerd.” De Rijk vult aan: “Het is onterecht dat de roep om meer regels en veiligheidsnormen door Enschede en Volendam naar boven kwam. Het probleem was daar dat de regels niet werden gehandhaafd. De term risicosamenleving komt overigens uit dit boekje van de Duits hoogleraar sociologie Ulrich Beck uit 1997” – ze zwaait met een ietwat vergeeld exemplaar van De wereld als risicomaatschappij. “Een van de dingen die hij daarin stelt, is dat zaken waar menselijke
6 >> Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek
beslissingen aan ten grondslag liggen als heel andere risico’s worden gezien dan bijvoorbeeld effecten die de natuur op ons leven kan hebben. Vervolgens berekenen we die risico’s en accepteren we die al dan niet.” Diepman: “Die term risicomaatschappij wordt dus verkeerd gebruikt...” De Rijk: “Ja, want veel risico’s accepteren we juist wél.”
Dissatisfier
Bij veiligheid is sprake van een dissatisfier, meent Smits: “Pas als het verkeerd gaat, worden mensen ontevreden. Zolang er niets gebeurt, beschouwen ze het als normaal dat alles goed gaat. Sommigen accepteren dat het fout kán gaan, bijvoorbeeld wanneer inwoners van Zeeland accepteren dat hun land kan onderlopen. Dat is een natuurlijk risico. Iedereen accepteert dat hij kan overlijden door een auto-onge-
ontevreden >> Burgers eisen tegenwoordig honderd procent veiligheid. Dat is niet luk, maar we wensen niet te accepteren dat we een klap op ons hoofd krijgen. Daar komen we dus tegen in opstand.” “We leven veiliger dan ooit”, mengt ook Monique de Vries, dijkgraaf van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, zich in het gesprek. “Het veiligheidsrisico dat ik kan accepteren in mijn hoogheemraadschap wordt steeds lager omdat ik meer mensen beschermen moet dan ooit tevoren. Aan de andere kant: burgers eisen tegenwoordig honderd procent veiligheid. Dat is niet realistisch. Ze beseffen onvoldoende dat elke barrière of dijk uiteindelijk mogelijk kan bezwijken.”
Ook volgens De Vries is veel te wijten aan de manier waarop media omgaan met rampen: “Door steeds maar weer tv-beelden te herhalen, beklijft bij burgers het idee dat het allemaal heel erg is. Rampen leiden te vaak tot mediahypes. Den Haag zou die hypes veel meer moeten relativeren. In plaats daarvan lopen ze erachteraan in, wat ik noem, de geest van Pim.” <<
Mediahype
Hoe risico’s in de samenleving worden geaccepteerd en ervaren, is niet alleen bepalend voor het veiligheidsgevoel van mensen, maar ook voor de aandacht die politici ervoor hebben. De rol die landelijke media daarin spelen, is van een niet te onderschatten belang. Daardoor staat terrorisme hoog op de politieke agenda, maar luchtvervuiling niet. Terwijl mensen volgens De Rijk luchtvervuiling juist heel belangrijk vinden. “Alleen”, zegt ze, “gaat de overheid er niet op in omdat het probleem niet dramatisch genoeg wordt gebracht.”
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 7
realistisch >> Rampen leiden te vaak tot mediahypes >> Den Haag zou die hypes veel
Als het kalf verdronken is...
meer moeten relativeren >> Ik vrees dat veel zaken die geld vragen worden uitgesteld Als het om veiligheid gaat, willen we voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Een standvastige overheid laat daarentegen zien dat bescherming geld kost. Helaas proberen beleidsmakers veelal tegemoet te komen aan kortetermijnbelangen van burgers. Terwijl zij juist met een duidelijk en consistent beleid hun geschonden imago zouden kunnen opvijzelen. Te vaak dempt de overheid de put nadat het kalf verdronken is, valt op te maken uit een volgend gespreksthema. “Pas als er een ramp plaatsvindt, wordt ze wakker”, constateert De Vries. “Neem nou het plan voor de dijkverhoging langs de grote rivieren. Pas na de massale evacuatie van de Betuwe in februari 1995 zagen de bewoners de noodzaak ervan in. De noodwet Deltaplan Grote Rivieren lag al lang klaar en was toen binnen een week door het parlement. Ik vrees dat veel zaken die geld vragen worden uitgesteld totdat de wal het schip keert. Het enige dat wij als waterschappen kunnen doen, is ervoor zorgen dat we alles van tevoren al klaar hebben en overgaan tot actie wanneer er iets gebeurt.” “Wanneer is ‘alles klaar’?”, wil Bertrand van Ee, lid
van de Raad van Bestuur van DHV weten. De Vries: “Wanneer je precies weet wanneer wat moet gebeuren. Geld is het enige dat ons op dit moment ontbreekt om maatregelen te treffen.” Het rapport In bedijkte termen van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) uit 2004 is daarvan volgens de dijkgraaf een triest voorbeeld. “Dat ligt inmiddels onderin de la.”
Keuzes maken
Gezien de staat van het gewraakte MNP-rapport, hikt de overheid aan tegen het maken van kosten voor preventief beleid. “De overheid durft mensen niet meer te confronteren met de gevolgen van beleid en de kosten van de wensen die Nederlanders
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 9
totdat de wal het schip keert >> Politici maken geen keuzes >> Ze letten veel teveel op hebben”, stelt De Vries. “Politici maken geen keuzes. Ze letten veel teveel op hun herverkiezing. Daardoor werkt de overheid te veel ad hoc en onderneemt acties die bovendien niets mogen kosten. Zo maakt ze verkéérde keuzes.” De Vries noemt als voorbeeld het landelijk terugbrengen van de maximumsnelheid naar 80 kilometer per uur ten bate van de luchtkwaliteit: “Die oplossing staat velen niet aan. Er bestaat geen democratische meerderheid die meer aandacht wil schenken aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Bovendien willen burgers niet op kosten worden gejaagd en de overheid past zich daaraan aan.”
Imagoprobleem
“Uit enquêtes blijkt dat mensen wel degelijk tot iets bereid zijn”, werpt De Rijk tegen. “Alleen is de voorwaarde die ze stellen dat de buurman ook meedoet. Ze willen geen gekke Henkie zijn! De overheid zou het voortouw moeten nemen.” Dat zou mooi zijn, ware het niet dat de overheid kampt met een chronisch imagoprobleem en een slijtend respect van burgers, zoals blijkt uit het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau De sociale staat van Nederland 2005. Dat is overigens een wereldwijde tendens, bleek eind 2005 uit een in-
10 >> Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek
ternationaal onderzoek in 21 landen. “Achting verdwijnt vooral door de houding van politici”, poneert De Vries. “Politici moeten de onveiligheidsgevoelens bij mensen veel meer relativeren, maar in plaats daarvan vóeden ze het angstgevoel van burgers.” Schrijnen knikt bevestigend en vult aan: er is volgens hem een gebrek aan draagvlak voor veel gemeentelijke maatregelen, bijvoorbeeld in het waterbeheer. “Vroeger gold: waterpeil volgt functie. Nu is het: functie volgt waterpeil. Voor die insteek bestaat bij boeren geen enkel draagvlak. Veel gemeentebesturen spelen hierin een schokkend verkeerde rol. Ze stellen zich steeds vaker op als volksvertegenwoordiger en niet als bestuurder van een territorium, zoals ze zouden moeten doen.” Volgens Schrijnen is een belangrijke oorzaak van deze houding de consumptieve houding van de Nederlandse bevolking. “Daarin slaan we door”, constateert hij. Smits onderschrijft dat, al legt hij een ander accent: “De burger slaat door in zijn consumptieve houding, maar wíl eigenlijk helemaal niet zoveel te kiezen hebben. Het punt is dat de overheid geen goed antwoord heeft op die consumptievrijheid. Ze beweegt teveel mee met de consumptieve vraag van de burgers.” <<
hun herverkiezing >> Uit enquĂŞtes blijkt dat mensen wel degelijk tot iets bereid zijn >>
Zeg maar JA tegen â&#x20AC;&#x2DC;t leven
>> De burger slaat door in zijn consumptieve houding, maar wíl eigenlijk helemaal niet Iedereen wil zich veilig weten in het land waarin hij leeft. Trots zijn op je eigen land, een eigen identiteit hebben en accepteren dat bij het leven nu eenmaal risico’s horen, helpen daarbij. “Wij leven niet meer met de dingen van het leven”, constateert De Vries. “Voor problemen hebben we de zorgsector en de overheid. Het water kunnen we buiten onze deur houden dankzij de techniek. Laatst sprak ik iemand die vertelde dat zijn tante in de Krimpenerwaard vroeger elk jaar op 1 oktober haar Perzisch tapijt in de woonkamer oprolde en naar boven bracht om het te beschermen tegen mogelijke wateroverlast. Moet je daar tegenwoordig eens mee aankomen.” Weten dat je handelen er toe doet, dát stimuleert de betrokkenheid van mensen. Het schenkt trots en identiteit, menen de rondetafelgenoten. Schrijnen haalt de streekroman Het wassende water van Herman de Man erbij om te illustreren hoe dat vroeger ging: “Gieljan Beijen, dijkgraaf in de Lopikerwaard, moet in dat boek beslissen of hij zijn eigen land onder water zet om de polder te redden. De binding tussen handeling en veiligheid is in dit boek ontstel-
12 >> Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek
lend groot. In onze samenleving is die grotendeels afwezig. Moderne bestuurders nemen besluiten over algemene normeringen, niet over veiligheid die zij aan den lijve ervaren. Ons probleem is dat we een stapeling van complexe vraagstukken hebben die veel zaken onoverzichtelijk maken.” Die complexiteit leidt tot minder betrokkenheid van burgers.
Trots
Volgens Smits valt er wel degelijk draagvlak te creëren voor hoognodige maatregelen. “Dat bereik je door burgers meer te vertellen over de zaken waar ze trots op zijn. Over een van de grootste en veiligste havens ter wereld bijvoorbeeld. Smits: “Binnenkort krijgen we in Metro wekelijks een pagina ter beschikking om over de haven te vertellen. Bij Rotterdam Centraal komen wellicht grote schermen waarop we laten zien wat er in de haven gebeurt. Mensen weten nog wel dat Rotterdam een van de grootste havens
zoveel te kiezen hebben >> Wij leven niet meer met de dingen van het leven >> ter wereld heeft en ze zijn daar ook trots op, maar ze weten niet meer wat er écht in die haven gebeurt. Door deze actie kunnen we vertellen wáár ze trots op mogen zijn.” Acceptatie van sommige risico’s is cruciaal voor gevoelens van veiligheid. “Dat is precies wat de econoom Jan Tinbergen na de watersnoodramp van 1953 deed”, doceert Smits. Tinbergen berekende dat de Randstad dankzij de Deltawerken een overstromingskans van eens in de tienduizend jaar zou moeten krijgen. Voor Zeeland lag die kans op eens in de vierduizend jaar. Smits: “Dat verschil in risico hebben we toen met ons allen geaccepteerd.” Schrijnen: “Hun godsdienstige achtergrond maakt dat de Zeeuwen dat risico eerder accepteren.” Smits: “Dat is toch ook de mens?”
En wat de acceptatie van een fait accompli betreft: soms hebben we geen keus. Om te citeren uit ander werk van Herman de Man: ‘Ik weet van een daggelder, die daar ergens woont in een gering huis op de waarden, dus onbeschermd door den dijk. Daar gaat haast geen jaar voorbij, of de Lek treedt in zijn povere behuizing. “Och minsch, water komt gauw, maar ‘t is dun en ‘t loopt van eigens weer terug. Wat wou je eigentlijk, man? Da k’om zoo’n bietje narigheid wegliep? Loopt een minsch ook van zijn wijf af, as d’r wat narigheid is? Nee ommers!” <<
Welkom
Het dorp Hooglanderveen is ingelijfd bij de Amersfoortse nieuwbouwwijk Vathorst. De dorpsbewoners hebben dat ten langen leste geaccepteerd. Nu hebben ze een welkomstcomité opgezet dat de twaalfduizend nieuwkomers verwelkomt met een bloemetje en een kopje koffie. Daarmee geven ze hen een warm gevoel en een identiteit als Hooglandervener.
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 13
>> Binding tussen handeling en veiligheid is in onze samenleving grotendeels afwezig
Zet de tering naar nering
>> In Nederland is een transitie van ongekende schaal aan de gang die de kijk van de De overheid zal het vertrouwen van de Nederlandse burger moeten terugwinnen, wil ze hem het gevoel geven in een veilig land te leven. Alleen met nieuwe samenwerkingsverbanden is het mogelijk de complexe veiligheidsvraagstukken op te lossen. Private partijen spelen daarin een steeds belangrijker rol. Hoe valt de perceptie op veiligheid in positieve zin bij te draaien, is een kernvraag tijdens het rondetafelgesprek. Schrijnen bestijgt zijn stokpaardje. Zijn boodschap: In Nederland is een transitie van ongekende schaal aan de gang die de kijk van de burger op de samenleving verandert. In 1970 zagen de meeste Nederlanders hun land nog als agrarisch met hier en daar wat steden. In 1985 spraken we al over stadsregio’s en tegenwoordig wordt Nederland buiten Holland vooral beschouwd als vleugels van de Randstad. De perceptie op ruimte is daardoor veranderd, al leeft dat besef slechts bij weinigen.
Netwerksamenleving
Schrijnen legt het verder uit: “Dat komt door het ontstaan van een netwerksamenleving die niet langer georganiseerd is langs vaste, hiërarchische lijnen
waarvan iedereen weet hoe die lopen. In plaats daarvan zijn nieuwe, flexibele samenwerkingsverbanden ontstaan die regionale en nationale grenzen overschrijden. Daarmee heeft de burger een ongekende vrijheid gekregen waardoor hij zich niet langer aan territoriaal bepaalde structuren wenst te binden. Hij kan niets meer met nationaal georiënteerd overheidsbeleid. De overheid werkt daar echter nog wél mee.” Nieuwe betrokkenheid van burgers is volgens Schrijnen alleen te bereiken door overheidsbeleid interactief te maken en dat ook dwars door alle traditionele structuren heen vorm te geven: “De overheid is op dit moment niet in staat die spanning tussen haar traditionele werkwijze en de netwerksamenleving te overbruggen. Kijk alleen maar naar haar onvermogen
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 15
burger op de samenleving verandert >> Veel overheden missen visie >> De burger kan om een elektronisch systeem in te voeren voor rekeningrijden. Het probleem is de projectie van een vrije burger op een territoriaal gebonden overheid. Als overheidsambtenaar ben ik dagelijks bezig met dit dilemma. Het vinden van een oplossing daarvoor is een kernmissie van mij.”
Samenwerkingsverbanden
Dankzij haar flexibiliteit is een netwerksamenleving volgens Schrijnen duizenden malen krachtiger dan een territoriaal gebonden overheid. Probleem is dat de overheid vooral defensief reageert op nieuwe ontwikkelingen. “Ze is vaak niet in staat de efficiencyslag te maken waartoe het bedrijfsleven wel in staat is”, concludeert hij. Als voorbeeld van een geslaagd vernieuwend samenwerkingsproject noemt Schrijnen het Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Daarin werken zes ministeries, de stadsregio Rotterdam, de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland samen. Schrijnen: “Hier spraken de deelnemende partijen over overkoepelende problemen waarvoor een groot draagvlak nodig was. Er werd op een andere manier gezocht naar oplossingen van complexe problemen.” Smits haakt in met een voorbeeld van de door de overheid en het zakenleven nu intensief bestudeerde
16 >> Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek
corridor Rotterdam-Antwerpen: “Oplossingen lijken alleen te verwezenlijken door nieuw te creëren instituties waarin belangengroepen zitten als Havenbedrijf Rotterdam en de haven van Antwerpen. Geef een dergelijke nieuwe institutie de bevoegdheden en we vinden nieuwe oplossingen. Via de bestaande bestuurlijke constellaties krijgen we dat nooit voor elkaar. Helaas is het politiek een aantal bruggen te ver. Wil je grote infrastructurele werken goed aanpakken, dan heb je nieuwe publieke ondernemingen nodig die draagvlak creëren.” Deze metamorfose in de aanpak van complexe infrastructurele vraagstukken vraagt om een andere manier van denken en een bestuurlijke cultuurverandering, constateren de gespreksdeelnemers. “Al zal die zal pas op de lange termijn vrucht dragen”, voorspelt De Vries.
Marktwerking
Wellicht dat het positieve resultaat van een andere ommezwaai wat minder lang op zich laat wachten. Dat betreft de rol van private partijen in het veiligheidsbeleid van de overheid. Zij moeten een grotere rol spelen bij het creëren van een veiligere samenleving, ook al blijft de overheid uiteindelijk verantwoordelijk voor de internationale veiligheid. “Nederland
niets meer met nationaal georiënteerd overheidsbeleid >> Wil je grote infrastructurele moet niet alleen trots zijn op de Deltawerken, dat óók, maar vooral laten zien dat het die Deltawerken verantwoord beheert”, pleit Schrijnen. “Dat bewijst dat Nederland een veilig land is om in te blijven investeren. Dat Rotterdam de veiligste haven ter wereld is, is van megabetekenis voor investeerders.” “Delen van het veiligheidsbeleid kunnen we overlaten aan de markt”, meent De Rijk. “Maar niet alles”, haast ze zich te nuanceren, want het kenmerk van de private markt is volgens haar kortetermijndenken. De Vries: “Veel overheden missen visie. De oplossingen die ze aandragen, zijn te vaak financieel gedreven. We zitten nu op een soort dieptepunt waar zelfs een bureau als DHV niets aan kan doen.” Die uitspraak prikkelt Van Ee: “Juist daar zit de uitdaging voor ons. Kijk naar Spanje. De Spaanse overheid is bewust klein gehouden en heeft veel EU-projecten weggezet in PPS-constructies. Relatief kleine aannemers legden er alle nieuwe wegen aan. De kennis die ze daar opdeden hebben ze vervolgens geëxporteerd. Bij de Trans Texas Corridor, het grootste wegenproject op dit moment, zijn de Spanjaarden toonaangevend aanwezig.” Voor Van Ee is de conclusie helder: de Nederlandse overheid moet steeds kleiner worden. Die kleine overheid moet dan wel een eenduidig beleid voeren. “Het
enige wat de overheid hoeft te doen, is het vastleggen van randvoorwaarden. Als de overheid consistent beleid voert en vaste voorwaarden stelt, komt er veel creativiteit los in de samenleving”, meent De Vries. Blijkbaar zijn die randvoorwaarden op dit moment óf te ingewikkeld óf afwezig. Dat laatste geldt ook voor inspirerend voorbeeldgedrag. Smits constateert: “Binnen de overheid is risicomijdend gedrag tot norm verheven.” <<
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 17
werken goed aanpakken, dan heb je nieuwe publieke ondernemingen nodig die draag
Regionaliseer...
vlak creëren >> Creëer vertrouwen. Aan de burger ligt het niet >> Kies voor regionale Veiligheidsgevoelens bevorder je door burgers bij initiatieven te betrekken. Pak daarvoor projecten kleinschalig aan en voer een consistent beleid. Maar ook: regionaliseer in planvorming én wetgeving. Kom wel je beloftes na. Creëer je veiligheidsgevoel door beleid en projecten kleinschalig op te pakken en mensen erbij te betrekken? “Alleen als je ook daadwerkelijk iets dóet in die kleine gebieden”, meent De Vries. Schrijnen vult aan: “Kies voor regionale of lokale differentiatie.” De volgende twee bottlenecks komen dan al snel in zicht: “Gemeenten krijgen ondanks de decentraliseringgedachte steeds minder eigen beleidsvrijheid”, stelt De Vries. (“Enorm veel minder”, klinken Schrijnen en Smits eensgezind.) En: “Bestemmingsheffingen zijn moeilijk binnen te halen voor plannen die in de verre toekomst liggen”, weet De Rijk. Daarbij komt dat de overheid geen geld over heeft voor de uitvoering van plannen. De Vries: “Plannen worden wegens geldgebrek op de lange baan geschoven en daarmee verdampt de geloofwaardigheid van de overheid. Zo is mijn cynisme ontstaan. Wil je wat bereiken, dan is de belangrijkste regel: creëer vertrouwen. Aan de burger ligt het niet. Mijn ervaring is
dat ze gemotiveerd raken als je ze bij je plannenmakerij betrekt.”
Heldere verdeling
“Als er één organisatie is die mensen bij het thema veiligheid kan betrekken, zijn dat de waterschappen wel”, meent Smits. Dat is koren op de molen van dijkgraaf De Vries: “De waterschappen zijn groot geworden door de overzichtelijkheid ervan. Vroeger telde Nederland er honderden met een dijkgraaf als vrijwillig bestuurder. Hij en ook de inwoners van zijn gebied zagen het directe belang van dijken. Nu is het aantal waterschappen teruggebracht tot 26 grote organisaties. Mijn gebied strekt zich uit van AmsterdamNoord tot Den Helder. Daarmee is het gevoel van het directe belang van het waterschap verdwenen.” Datzelfde proces is gaande bij gemeenten. Schrijnen: “Kleine gemeenten kampen met een gebrek aan capaciteit om allerhande, steeds complexere vraag-
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 19
of lokale differentiatie >> Wellicht helpt het als de overheid eens een heldere verdeling stukken te kunnen beantwoorden. Dat probleem leidt tot het opschalen van gemeenten. De ervaring leert echter dat het effect ervan averechts is. De identiteit van zo’n nieuwe gemeente verdwijnt door de schaalvergroting en daardoor daalt de betrokkenheid van de burger bij de gemeente. Om het tij te keren en inspraak van burgers te vergroten, organiseren gemeenten steeds vaker inspraakavonden. Te vaak. De ene week moeten burgers meepraten over het nieuwe viaduct, de andere week over de ecologische hoofdstructuur. Wellicht helpt het als de overheid eens een heldere verdeling maakt: waar mogen burgers wel wat over inbrengen en wat doet de overheid zelf.”
Wetgeving regionaliseren
Niet alleen de planvorming, ook wetgeving moet per regio kunnen verschillen om effectief te kunnen zijn, meent Schrijnen. Regionaal bestuur moet aan bepaalde wettelijke bepalingen voorbij kunnen gaan als ze daarmee aan andere criteria voldoet. Dat is niet een doekje voor het bloeden, zoals Diepman suggereert. “We zijn aan het einde van de mogelijkheden om veiligheid te garanderen door nieuwe landelijke wetgeving”, zegt Schrijnen. De Vries verzucht: “Ja, we zijn platgeregeld, maar de Tweede Kamer
20 >> Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek
verzint er per week drie nieuwe regelingen bij.” Teveel regelgeving beperkt dus effectief bestuur, concludeert Diepman. Geldt dat ook voor de constatering van DHV dat milieu-eisen de veiligheidsnormen frustreren? “Jazeker”, bevestigt Smits, om er als steeds in één adem een mogelijke oplossing aan toe te voegen: “Probeer dat niet centraal op te lossen, maar op lokaal niveau.” “Akkoord”, vindt Schrijnen, “maar alleen als je de ene norm inruilt voor een andere.” <<
maakt: waar mogen burgers wel wat over inbrengen en wat doet de overheid zelf >>
...en communiceer!
>> Politici moeten kwetsbaar durven zijn en moed tonen >> We weten allemaal dat we Duidelijkheid stimuleert veiligheid. Adviesbureaus moeten daarom communicatie naar de burger integraal in hun opdracht meenemen. Zij weten écht hoe het er met de veiligheid voor staat. Communiceer dat dan ook, luidt de oproep. “Moet de overheid haar beleid afstemmen op de beleving van burgers?”, vraagt Diepman. De Vries: “Nee, wat we moeten doen is het verhaal eerder vertellen. De overheid moet nagaan wat er echt aan de hand is en dát communiceren.” De grote vraag is: Hoe dan? Door open, heldere communicatie waarbij bestuurders géén rekening houden met de kiezersgunst. Smits: “Om beleid goed te kunnen uitvoeren, is het cruciaal dat je mensen betrekt bij het maken van afwegingen. Daarnaast moet je als overheid angstgevoelens bij mensen wegnemen door de gevolgen van maatregelen te relativeren. Ten onrechte wordt mensen vaak angst aangejaagd.” De Rijk lacht: “Onlangs was ik bij een bijeenkomst van lokale bestuurders en waterschappen die juist vonden dat mensen wat banger moesten worden voor het stijgende water. Dán zou er pas draagvlak komen voor dijkverhoging.”
22 >> Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek
Voor De Vries riekt het allemaal te veel naar communicatiewetenschappen. Ze put voor haar oplossingen liever uit eigen ervaring: “Natuurlijk moeten wij communiceren, want als waterschap moeten wij de mensen uiteindelijk de rekening overleggen. Wil ik bij burgers draagvlak creëren, dan moet ik ze doordringen van de noodzaak van goede bescherming. Dat bereik ik niet door over klimaatveranderingen te beginnen, want dat is niet concreet genoeg.” Smits zou er in geen geval voor kiezen mensen bewust bang te maken. “Dat is verkeerd en draagt bij aan een onbetrouwbare overheid.” Wat volgens hem wel kan, is het bieden van een duidelijk toekomstbeeld waarbij diverse scenario’s de revue passeren.
Crisis
De Rijk: “De overheid wekt de indruk dat ze alles voor de burgers oplost. Communiceert ze voldoende dat aan beleid risico’s zijn verbonden?”
een stap moeten zetten en afscheid moeten nemen van zekerheden << Smits: “Politici moeten kwetsbaar durven zijn en moed tonen. De beste politici die ik ken vertoonden die twee eigenschappen. Als dat gebeurt, worden ze meer gewaardeerd. Je moet durven vertellen: ‘Ik heb een probleem’. Ik ben ervan overtuigd dat je dan draagvlak creëert. Het grote punt is dat er een crisis is in het Nederlandse beleid en daardoor groeit de kloof tussen burgers en politiek.” Oud-senator De Rijk koppelt dit beeld aan de praktijk van alledag: “Als je je kwetsbaar opstelt, maken de oppositie en de media je een kopje kleiner.” Van Ee pleit voor een forse aanpak van problemen waarbij communicatie met burgers een belangrijke rol speelt. “We moeten burgers in een vroeg stadium bij projecten betrekken”, stelt hij. “We weten allemaal dat we een stap moeten zetten en afscheid moeten nemen van zekerheden. Het kost ons alleen veel moeite om die stap daadwerkelijk te zetten.”
publiceren op internet, maar mochten dat niet doen omdat we daarmee het terrorisme in de kaart zouden spelen. Terwijl de veiligheidsrisico’s van terrorisme veel kleiner zijn dan van bijvoorbeeld luchtvervuiling. De omvangrijke aandacht voor de veiligheidsrisico’s van terrorisme kost ontzettend veel geld, maar verhoogt het veiligheidsgevoel niet! In de jaren zeventig hadden we ook de Rote Armee Fraktion, de Rode Brigades en de IRA. Dat waren ook geen lieve jongens. Wat ze deden was dramatisch, maar de samenleving was lang niet zo verlamd.” <<
Geen lieve jongens
Communicatie is blijkbaar een wezenlijk onderdeel om de perceptie op veiligheid te veranderen. Hoe open moeten we dan zijn? Schrijnen reageert fel op deze vraag van Diepman: “We hebben geen keus, we móeten open zijn. Alleen wordt ons dat van hogerhand verboden. We wilden een veiligheidskaart
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 23
En toen... Met de veiligheid in Nederland zit het wel snor, maar gevoelens van onveiligheid overheersen. Om die gevoelens in te tomen, zoeken we houvast. Velen zoeken dat in trots en het vormgeven van een eigen identiteit. Trots op hun land, dorp of voetbalclub. Geborgenheid en veiligheid zoeken we bij voorkeur dicht bij huis. Nu is absolute garantie van veiligheid geen haalbare kaart. Belangrijk is daarom dat we opnieuw leren accepteren dat een zekere mate van onveiligheid bij het leven hoort. Opmerkelijk is dat we vooral ánderen verantwoordelijk stellen voor onze veiligheidsbehoefte. Dat geldt allereerst de overheid: we verwachten dat ze onze veiligheid waarborgt. Tegelijkertijd willen we niet dat de overheid zich met ons bemoeit. Uit onderzoek blijkt dat het vertrouwen in de overheid tanende is en dat zij steeds meer aan gezag inboet. Toch is de overheid de eerst aangewezene bij het terugbrengen van het veiligheidsgevoel in Nederland. Daarbij is allereerst consistent beleid en verantwoord gedrag van politici vereist dat geschonden vertrouwen herstelt. Onderdeel daarvan is het opnieuw betrekken van burgers bij kleinschalige, overzichtelijke initiatieven. Regionaliseren van planvorming en wetgeving én het nakomen van beloften helpen daarbij.
Voor het oplossen van complexe veiligheidsvraagstukken zijn nieuwe samenwerkingsverbanden nodig die opkomen in de netwerksamenleving waarin we leven. Adviesbureaus zoals DHV kunnen een rol vervullen als intermediair voor het opzetten van dergelijke samenwerkingsverbanden. Daarnaast zullen ze initiatieven moeten nemen om innovatieve oplossingen voor complexe vraagstukken te vinden. Ook als zij daar géén directe opdracht toe hebben van een klant. Vanwege hun innovatiekracht en flexibiliteit kunnen adviesbureaus overheid en bedrijfsleven op sleeptouw nemen. Adviesbureaus moeten zoeken naar oplossingen die de maatschappelijke veiligheid daadwerkelijk bevorderen. Wezenlijk onderdeel daarvan is communicatie richting de burger. Die moeten adviesbureaus integraal in hun opdrachten meenemen. Zij weten tenslotte hoe het er écht voorstaat met de veiligheid in Nederland. Aan adviesbureaus de uitdaging om Nederland nog beter te beschermen tegen allerhande dreigingen én om het veiligheidsgevoel ook bij de burgers tussen de oren te krijgen. <<
Over veiligheid gesproken - DHV Rondetafelgesprek >> 24
Over veiligheid gesproken
Als maatschappelijk betrokken organisatie brengt en houdt DHV graag het debat op gang over actuele ontwikkelingen in onze samenleving. Die ontwikkelingen hebben immers betrekking en invloed op de inrichting van onze maatschappij en dus op ons werk: het aanbieden van multidisciplinaire diensten voor een duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Veiligheid is een van de themaâ&#x20AC;&#x2122;s die de gemoederen sterk bezighoudt. Daarom belegde DHV hierover op 30 november 2005 een rondetafelgesprek.