Advies- en ingenieursbureau
dhv.nl/gebiedsontwikkeling Keuzes maken. Dat is de essentie van gebiedsontwikkeling. Afwegingen worden complexer, want er moet steeds meer gebeuren binnen dezelfde ruimte. Hoe kunnen we de vraag om meer woningen, de behoefte aan meer asfalt en rails en de roep om meer rust en groen met elkaar in balans brengen? Voortschrijdende verstedelijking moet verweven worden met doelstellingen als leefbaarheid, gezondheid, duurzame ontwikkeling en sociale samenhang. Gebiedsontwikkeling is alleen succesvol vanuit een breed perspectief en samenwerking is daarbij een gegeven. DHV regisseert vanuit een visie met gedragen en uitvoerbare oplossingen voor gebiedsontwikkeling.
Ruimte in beweging Voorjaar 2010 > Krimpbarometer helpt bij lastige keuzes | Uithoorn: toekomstbestendige wijk? | Russen bijgespijkerd over grootschalige evenementen | Schone en veilige stationspleinen | CPO zet woonconsument centraal
Krimpbarometer helpt bij lastige keuzes Steeds meer Nederlandse regio’s krijgen te maken met afname van de bevolkingsomvang. Dit probleem, niet uniek voor Nederland, stelt bestuurders voor grote uitdagingen. DHV ontwikkelde de Krimpbarometer, een instrumentarium dat de risico’s en kansen in beeld brengt en aanknopingspunten biedt voor oplossingen. Bevolkingsgroei is niet langer vanzelfsprekend. Stabilisatie en afname speelt niet alleen in primaire krimpregio’s als Noordoost-Groningen en ZuidLimburg, maar ook op lokaal niveau in kernen binnen stedelijke regio’s als bijvoorbeeld het Groene Hart van de Randstad. Omdat ons ruimtelijke beleidskader en het planologisch instrumentarium grotendeels is gebaseerd op groei, vereist de nieuwe situatie een andere visie, sturing en uitvoeringskader. DHV heeft de ‘Krimpbarometer’ ontwikkeld, een instrument dat gemeenten en regio’s inzicht geeft in de mate en vorm waarin de problematiek zich gaat voordoen en de effecten daarvan voor vastgoed (woningen, winkels, enzovoort), maatschappelijke voorzieningen (zorg, onderwijs, openbaar vervoer) en economie (werkgelegenheid, inkomens, bestedingen). Inzicht in de effecten van krimp versterkt het proces van bewustwording en acceptatie van een krimpende bevolking bij gemeenten en regio’s.
Dat is nodig om plannen en beleid regionaal te kunnen afstemmen. Bovendien levert inzicht aanknopingspunten op voor creatieve oplossingen. Met de Krimpbarometer ondersteunt DHV organisaties bij het opzetten van een krimpstrategie. DHV helpt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bij een strategiebepaling ten aanzien van de krimpproblematiek en de communicatie daarover naar gemeenten. Daarnaast treden we in diverse gemeenten in Noord-Groningen op als strategisch adviseur. Voor de provincie Noord-Brabant en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij stelt DHV een ‘Welvaartsagenda’ op vanuit een stevig inhoudelijk fundament: hoe de provincie ondanks een slinkende beroepsbevolking toch een sterke economische groei kan behouden. De invalshoek van DHV bij deze projecten is het verplaatsen van de discussie van defensieve strategieën naar oplossingsgerichte samenwerking tussen regiopartners (buurgemeente, regio, provincie) en publiek/privaat/ openbaar. DHV werkt zo niet alleen mee aan verdieping van het debat op nationaal niveau, maar juist ook aan duurzame ontwikkelingsstrategieën voor krimpregio’s. Sjoerd Radersma en Arjan Bakkeren
Uithoorn: toekomstbestendige wijk? In de wijk Europarei in Uithoorn zijn zes galerijflats gerenoveerd, naar volle tevredenheid van de bewoners. Toch wil eigenaar Woongroep Holland deze aanpak niet volgen bij de resterende drie flats. Het kost namelijk veel geld en heeft niet het beoogde effect: een toekomstbestendige wijk met een diverser woningaanbod. En dat is hard nodig, omdat de 1.150 identieke sociale appartementen een kwart van de Uithoornse sociale woningvoorraad bepalen. Woongroep Holland wil een nieuw traject formuleren, waarmee de doelen wel gehaald kunnen worden. De bewoners van de flats vrezen dat het uiteindelijk uitdraait op sloop. DHV begeleidt dit proces. Eerst zijn de nuchtere feiten en cijfers over de wijk op een rijtje gezet. Hierna is Woongroep Holland individueel met de bewoners in gesprek gegaan en zijn alle belanghebbenden geïnterviewd, van gemeente tot jeugdzorg. Kernvraag: welke problemen in de wijk moeten worden opgelost. Op die manier wordt een agenda voor de toekomst opgesteld. Herstructurering – waarbij verder gekeken wordt dan alleen het vastgoed - kan bijdragen aan een toekomstbestendige wijk, maar dat kan alleen als de belanghebbenden in de wijk gezamenlijk optrekken. Doordat de ervaringen van alle belanghebbenden bij elkaar gebracht worden, beseft iedereen dat met een gezamenlijke visie meerdere problemen kunnen worden opgelost. Een eerste stap is gezet. Karen Ammerlaan
Altijd een oplossing verder
Russen bijgespijkerd over grootschalige evenementen
Over vier jaar vinden de Olympische Winterspelen plaats in het Russische plaatsje Sochi, aan de Zwarte Zee. In opdracht van EZ/EVD organiseerde DHV vorig jaar een training voor een Russische delegatie van ambtenaren, politici en wetenschappers in het opzetten van grootschalige evenementen. In Nederland gaven diverse steden presentaties, waaronder Rotterdam dat met zijn plannen in het Stadionpark ook Olympische ambities heeft. Centraal stond duurzaamheid: Nederland wil zich verder profileren als land dat voorop loopt op het gebied van duurzaamheid en financierde daarom dit project. Er zijn grote verschillen tussen beide landen, zegt Jan Oosterman. “In Nederland zijn veel verantwoordelijkheden overgedragen aan lokale overheden en aan ondernemende initiatiefnemers en organisatoren, terwijl de Russen gewend zijn dat alles centraal wordt geregeld. Premier Poetin heeft Sochi aangewezen, weinig mensen houden zich nog bezig met de vraag hoe de stadions vol komen, hoe je bewoners erbij betrekt en hoe je sponsors werft. Wij denken bij evenementen meer vanuit een marktbenadering: hoe verleid je het publiek, sponsoren en media.” Rode draad in het programma was duurzaamheid. Veel aandacht was er voor procedures en standaarden op het gebied van veiligheid, milieu en energie. Ook werd gesproken over langetermijnrendement van investeringen en het betrekken van de stad en de inwoners bij een groot evenement als de Spelen. Jan Oosterman
Schone en veilige stationspleinen Het schoonhouden van stationspleinen lukt alleen als NS, gemeenten en andere gebiedsbeheerders afspraken willen maken op basis van gelijkwaardigheid. Stationspleinen zijn niemandsland. Het gevolg: ze zijn bezaaid met zwerfafval, lukraak geparkeerde en omgevallen fietsen en uitpuilende afvalbakken. Dat geeft reizigers een onveilig gevoel. Beheerconvenanten zijn weggezakt in vergetelheid, waardoor onduidelijk is wie een plein schoon en heel moet houden: gemeente of NS? De NS wil tevreden reizigers en heeft daarom direct belang bij schone en veilige stationspleinen. Ook de gemeente wil een schone stationsomgeving
en tevreden burgers. In de praktijk leidt dat echter zelden tot een sluitende aanpak. DHV heeft in opdracht van NS tien proeftuinprojecten uitgevoerd, die hebben geleid tot een betere samenwerking met gemeenten en tot best practices. DHV maakt op basis hiervan een leidraad voor NS en gemeenten. Een succesvolle aanpak is bijvoorbeeld die van Hilversum Sportpark, zegt Janine de Graaf van DHV: “Daar heeft DHV in samenwerking met NS, gemeente, buurt, sporthal, gewestelijke afvalstoffen dienst, politie en scholen een actieplan gemaakt om het zwerfvuil tegen te gaan en de uitstraling van de stationsom-
geving te verbeteren.” Op een aantal stations is de omgeving daadwerkelijk schoner geworden en is de klanttevredenheid van de reiziger gestegen. “Kern van iedere goede aanpak is de bereidheid van alle partijen om over hun eigen gebiedsgrenzen heen te kijken en op basis van gelijkwaardigheid samen te werken”, concludeert DHV’er Marcel Aarnink. DHV bekijkt samen met NS de mogelijkheden van opschaling naar de andere stations in Nederland. Marcel Aarnink en Janine de Graaf
column
Gelderland pakt eeuwig opengebroken wegen aan Elke weggebruiker ergert zich eraan: een stuk weg wordt opnieuw geasfalteerd, waardoor slechts één rijbaan open is voor het verkeer. Is het werk na weken klaar, komen er nieuwe wegafzettingen, nu voor de bouw van een ecoduct. En het jaar daarop is het traject toe aan nieuwe lichtmasten en staat het verkeer weer vast. Het op elkaar afstemmen van provinciale wegwerkzaamheden komt nog te weinig voor. Iedere afdeling werkt met een eigen planning en een eigen budget. “Dat komt voort uit de drang naar efficiency”, zegt Eric Delhez van DHV. “De afdelingen moeten hun targets halen en willen kapitaalvernietiging voorkomen.” Delhez begrijpt die overwegingen, maar in zijn ogen is de optimalisatie per discipline te
ver doorgeschoten. “Denk maar eens vanuit de weggebruikers en de omwonenden. Die willen niet steeds worden geconfronteerd met opengebroken wegen en werkverkeer.” Gelderland heeft daarom gekozen voor trajectprogrammering. Het provinciale wegennet is opgedeeld in logische wegtrajecten van gemiddeld 8 kilometer. In plaats van de versnipperde aanpak knapt de provincie ieder traject in één keer integraal op. In 2011 gaat de nieuwe aanpak van start. Samen met Rinus Kuijper van de provincie is Delhez procesbegeleider. Zij hebben vorig jaar de mensen van alle relevante afdelingen in workshops bij elkaar geroepen en gewerkt aan het kweken van begrip voor elkaars vakgebieden. Inmiddels is er bij de betrokken afdelingen veel draagvlak voor trajectprogrammering ontstaan.
Ieder traject is eens in de negen jaar aan de beurt. Om verrassingen te voorkomen wordt vier jaar van te voren intern gecommuniceerd welke trajecten onderhanden worden genomen. Delhez: “De organisatie kan dus tijdig wensen en knelpunten kenbaar maken. Dat geeft houvast.” Ook externe organisaties, zoals andere wegbeheerders en hulpdiensten, worden bij de aanpak betrokken. Of de nieuwe manier van werken goedkoper is moet nog blijken. “Er komen in ieder geval minder kosten voor wegafzettingen, en er ontstaan schaalvoordelen. En als het goed is, worden ook de maatschappelijke overlast en kosten van files merkbaar minder.” Eric Delhez Rinus Kuijper van de provincie Gelderland
Symposium over beton
Integrale trajectbenadering
Chemelot in goede handen
Wat weten gemeenten, waterschappen, provincies en rijksoverheid over hun betonnen bruggen en viaducten? Voldoen ze nog aan de oorspronkelijke ontwerpeisen? Is de onderhouds- en reparatiegeschiedenis goed gedocumenteerd? Wat is de houdbaarheid van reparaties? Wat is de kans op ongelukken? Verkleint die kans door structureel onderhoud? Vragen waar beheerders mee zitten nu veel kunstwerken het einde van hun levensloop naderen. Tijdens het symposium De “Toekomst van Beton” op 27 mei komen de verschillende opvattingen aan bod over nut en noodzaak van betononderhoud en de laatste ontwikkelingen op het gebied van hersteltechnieken. Voor meer informatie: www.hardefeiten.nl
In opdracht van de provincie Noord-Holland gaat DHV het provinciale wegennet integraal inspecteren. Alle onderdelen van een weg worden tijdens deze inspectie meegenomen: verharding, voegovergangen, lichtmasten, duikers, enzovoort. Het is de eerste keer in Nederland dat integrale inspectie op deze schaal plaatsvindt. Delen van deze wegen moeten worden geïnspecteerd om onderhoud te plannen op basis van een trajectbenadering, waarbij gestreefd wordt naar een onderhoudsvrije periode van 12 jaar. Het idee is dat een aannemer vervolgens alle werkzaamheden in één keer aanpakt, om de verkeershinder te minimaliseren.
DHV blijft de komende vier jaar verantwoordelijk voor het beheer van de gezamenlijke openbare infrastructuur van Chemelot, het industrieterrein van DSM in Geleen. Het gaat om de handhaving van veiligheidsregels, het onderhoud van de openbare infrastructuur en de bewaking van de bodemkwaliteit. Chemelot is met een oppervlakte van 850 hectare het grootste chemische industriecomplex van Nederland, met 80 kilometer aan wegen, 80 kilometer spoor, 195 kilometer aan rioolleidingen, 16 bruggen en viaducten en een haven. DHV is sinds 2006 beheerder van Chemelot. Dagelijks is een DHV-team voor het parkmanagement aanwezig op het terrein.
Carlos Genders en Niels van Huët
Brenda Spauwen
in Noord-Holland
Jan Pieter Boersma
Het Olympisch Vuur Wat hebben sport en DHV met elkaar te maken? Meer dan u denkt! Veel DHV’ers zijn niet alleen naast het werk bezig met sport (ook voor goede doelen RopaRun, Alpe d’Huzes, Ride for the Roses) maar ook wereldwijd heeft DHV een groot aantal sport gerelateerde projecten uitgevoerd. Zo heeft DHV projecten uitgevoerd voor de Olympische Spelen in Atlanta, Barcelona en Vancouver, voor het wereldkampioenschap voetbal dat deze zomer losbarst in Zuid-Afrika en voor het EK-voetbal dat Polen en Oekraïne samen organiseren. In Zuid-Afrika zijn we bijvoorbeeld betrokken bij de aanleg van het vliegveld in Durban, het verkeersinformatiesysteem rond Johannesburg en de nieuwe spoorverbinding tussen Johannesburg en het nieuwe WK-stadion en dat allemaal voor het organiseren van een groot evenement als het WK! We moeten sport zien als een maatschappelijke beweging die heel belangrijk is, zowel in fysieke zin als in sociaal maatschappelijke zin. Het gaat niet alleen om
sportaccommodaties aanleggen, maar sport te gebruiken als een springplank naar het hoger gelegen doel in gebiedsontwikkeling en leefbaarheid. Het mooie van sport is dat het de taal van iedereen is en daarmee de ultieme connector (connect and deliver world class solutions) zowel nationaal als internationaal. En niet onbelangrijk, het raakt de totale business van DHV, infrastructuur, bouw, planvorming, realisatie, participatie, gebieds(her) ontwikkeling, leefbaarheid, beheer. Sport inspireert mensen en de experts van DHV hebben datzelfde vermogen. Ik heb dat ook ervaren als bondscoach van het Nederlandse Korfbalteam in de jaren negentig. Het NOC*NSF en de sportbonden hebben dat goed begrepen toen ze vorig jaar de ambitie kenbaar maakten om in 2028 de Olympische en Paralympische Spelen in Nederland te organiseren. Binnen de kortste keren omarmden provincies, gemeenten, werkgevers, werknemers en kabinet het plan. Het ‘Olympisch Vuur’ was ontbrand, en ook DHV is er door
aangestoken. Het Olympisch plan van Nederland zit goed in elkaar. Om te beginnen moet er een veel beter sportklimaat komen in Nederland, variërend van breedtesport tot topsport. Tegelijkertijd moet Nederland laten zien dat het grote sportevenementen kan organiseren. De Olympische spelen van 2028 werpt dus nu al haar schaduw vooruit en dat verstrekt de maatschappelijke sportbeweging en dus onze business.
Jan Hof
Contact: DHV BV | Postbus 1132 | 3800 BC Amersfoort | 033 468 36 66 | linda.deheer@dhv.com | www.dhv.nl/gebiedsontwikkeling | Tekst: Han van der Wiel | Ontwerp: Maurits Malherbe | Opmaak en productie: DHV Communications | Voor meer informatie of het aanvragen van een persoonlijk abonnement: www.dhv.nl/gebiedsontwikkeling | Als u deze nieuwsbrief niet meer wilt ontvangen: linda.deheer@dhv.com. Deze nieuwsbrief verschijnt 2 keer per jaar
Klantinterview
CPO zet woonconsument centraal Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) is een aantrekkelijk instrument om de woonconsument, vooral de starter, maximaal te bedienen. Wethouder Harm Westerbroek van de gemeente Nunspeet is enthousiast over collectief particulier opdrachtgeverschap. Vier jaar geleden is in het collegeprogramma van Nunspeet vastgelegd dat in elk bouwproject van enige omvang minimaal 15 procent van de woningen gereserveerd moet worden voor CPO. Bij CPO vormen de toekomstige bewoners een kopersvereniging. In gezamenlijkheid ontwikkelen zij hun woningen en – in sommige gevallen – ook hun woonomgeving. Westerbroek: “We kunnen niet doorgaan met kanten-klare woningen bouwen die vanuit het gemeentehuis zijn bedacht. De woonconsument moet centraal staan. Zelf doen zit in de aard van de mensen hier.” Eind vorig jaar ondertekende Westerbroek namens de gemeente Nunspeet samenwerkingsovereenkomsten met twee kopersverenigingen uit Hulshorst en Elspeet voor 12 respectievelijk 16 woningen die op deze manier worden gebouwd. Hiermee zijn de kaders vastgelegd waarbinnen de plannen door de kopersverenigingen worden uitgewerkt. De ervaringen met CPO zijn binnen de gemeente zo positief dat er meer op komst is. Bovendien moet minimaal de helft van de kavels die worden bebouwd in het kader van CPO worden toegewezen aan starters. Is CPO hét antwoord op de moeilijke woningmarkt? “Het is één antwoord. Mensen hebben de ultieme vrijheid. Ze mogen zelf de architect kiezen, de aan-
nemer, de woning indelen. Het nadeel is dat het om een langdurig proces gaat, omdat de mensen al aan het begin van het planproces worden betrokken. Het risico is dat kopers gaandeweg afhaken. Ze willen een nieuwe woning, en je vraagt erg veel van ze. Bovendien duurt het allemaal langer. Maar dit risico vinden wij te overzien, omdat we veel meer inschrijvingen hebben dan kavels.” Zijn de kopers helemaal vrij? “Ja, binnen de kaders van het beeldkwaliteitsplan en het bestemmingsplan. Ze mogen zelf een begeleider kiezen, die gesubsidieerd wordt door de gemeente en de provincie Gelderland, en dan aan de slag.” Bent u bang voor ‘boerderettes’ die niet in het dorpsbeeld passen? “Helemaal niet. Het beeldkwaliteitsplan van ieder woningbouwproject is essentieel. Dat geeft de grenzen aan van wat kan en niet kan. Je moet bijvoorbeeld in een rijtje bouwen en de woningen mogen niet duurder zijn dan 180.000 euro.” Wat is de rol van DHV? “De gemeente wil een procesmanager met ervaring met CPO. Dat is Hielke Regnerus van DHV geworden. Hij is aanspreekpunt voor de kopers, begeleidt het planproces, zet zaken uit bij de ambtenaren en houdt een vinger aan de pols. Hij is daarmee bovendien een intermediair tussen de kopersverenigingen en het ambtenarenkorps.” Harm Westerbroek, wethouder van de gemeente Nunspeet en Hielke Regnerus
Meedenkende juristen De krachtwijk Wielwijk in Dordrecht is toe aan een grondige opknapbeurt, zowel fysiek als sociaal. De gemeente en Stichting Woonbron hebben samen met de bewoners een visie gemaakt. Florien Bouts van DHV Juristen heeft de afspraken omgezet in een samenwerkingsovereenkomst (SOK). Bouts trad op als adviseur en penvoerder van het team dat de SOK moest opstellen. Na ruim een jaar werken ligt er een SOK waarin de wijze van samenwerking bij de verdere ontwikkeling en realisatie van de visie en verdeling van taken en risico’s zijn verankerd.
Ze heeft beide partijen, die aanvankelijk wat afwachtend ten opzichte van elkaar stonden, meegekregen in het proces. “Door aan een contract te werken, geef je mede sturing aan het proces. Op een gestructureerde manier heb ik steeds de onderwerpen op tafel gelegd waarover afspraken gemaakt moesten worden, keuzemogelijkheden voorgelegd, gewezen op de voetangels en klemmen en feedback gegeven.” Het op tijd inschakelen van juristen komt een gebiedsontwikkelingsproject ten goede, zegt Bouts. “Ik word er graag vroeg bij betrokken. Dat leidt tot een versnelling van het proces omdat de risico’s en de mogelijke oplossingen tijdig in kaart worden gebracht. Wij zijn geen lastpakken die vertellen wat niet kan, wij denken juist mee over oplossingen.” Florien Bouts
Altijd een oplossing verder