JA ARGANG 44, NR 1 / januari-februari 2014, PRIJS â‚Ź 6,-
OPINIE EN ONDERZOEK VOOR DE SCHOOLPRAKTIJK
Extra dik dubbelnummer
Pestterreur Roddel en getreiter in de lerarenkamer
De opmars van tweetalig onderwijs Lezen: hoe leuk moet je het maken?
PESTLERAREN TABLETS
INHOUD
LEESONDERWIJS INTERVIEWS
8 Rick de Graaff: ‘Scholen gebruiken tweetalig onderwijs om zich te profileren’ 50 De favoriete leraar van cabaretier Maarten Ebbers
ONDERZOEK
12 De onderzoekende student 30 Leesonderwijs in het vmbo 32 Leren lezen op het mbo 35 Onderzoek Kort: Q&A, Kirschner Kiest, Les in democratie, Finse juffen, Rotterdamse ouders aan zet, Rekenen met kleuters 40 Streng of aardig zijn? Het dilemma van elke leraar. 44 Passend onderwijs 48 De onmisbare hulp van ouders 52 Begrijpend lezen leuk? 54 Tablets in de les 56 Concentratie is te leren
COLUMNS
57 Frank Jongbloed: Schoolmeester op verjaardag 49 Jo Kloprogge: Requiems
ELKE MAAND
3 Van de hoofdredacteur 6 Inbox, tweets & meer 7 Wandelen met Sjoerd Karsten 11 Rondje Binnenhof: Pieter Duisenberg 13 Leerplan: De hele puzzel, niet een stukje 14 D to Know 22 Praktijknieuws: Facebookdecaan 23 Dode pedagogen: Jan Amos Comenius 28 De biotoop van Juf Gaby 38 Didactief Dating 42 Beeldspraak: Kleur in de winter 58 Boeken 60 D to Go 63 Colofon & volgende maand
4
januari/februari 2014
24 30 52 &
40 44 46 &
48 54
Toetswoede Onderwijs kan vaak beter, leuker of uitdagender. Moeten we verplichte toetsen inbouwen om dat voor elkaar te krijgen? Didactief ging te rade bij vier onderwijsdeskundigen. ‘Er wordt te veel getoetst.’
Leesonderwijs Het alfabet onder de knie? Dan zal een roman van Proust ook wel lukken. Dat lijkt soms de achterliggende gedachte in het leesonderwijs. Vanaf de basisschool tot ná het middelbaar onderwijs.
Zoektocht Had ik minder streng moeten zijn? Of was ik juist te aardig? Bij elke leraar spoken die vragen wel eens door het hoofd. Vooral beginnende leraren liggen er soms nachten wakker van.
Passend onderwijs De komst van het passend onderwijs stelt schoolbestuurders en leraren voor een lastig dilemma: welke kinderen met een beperking heten we welkom en wie schrikken we liever af? ‘Veel leerkrachten hebben grote bedenkingen bij leerlingen met downsyndroom.’
Ouders Ouders willen helpen, scholen willen hulp. Toch verloopt de samenwerking tussen scholen en ouders lang niet altijd soepel. En dat terwijl ouders een beslissende rol kunnen spelen in de schoolprestaties van hun kind.
Leren met tablets Een tablet in de les. Soms best een goed idee. Dat zeggen leraren, ict-coördinatoren én schoolbestuurders.
Natúúrlijk wil ik je helpen. Maar nu even niet, haha!
Gasthoofdredacteur Geert ten Dam:
16
'Als je kennis deelt, wordt het meer' Pesten in de lerarenkamer
Binnenkort komt Opzij met de vrouwelijke Top 100. Zou Geert ten Dam er in staan? Als
voorzitter van de Onderwijsraad, het belangrijkste adviesorgaan van de regering als het over Leraren zijn soms net mensen: ze kunnen treiteren, klieren en pesten onderwijs gaat, heeft zij wel wat in de melk te brokkelen. Bij Didactief was zij afgelopen net als ieder ander. Wie zijn die lastpakken? En hoe gaan scholen om maand de baas (een beetje). Als gasthoofdredacteur stuurde zij ons op weg om Wilfried Admet pestgedrag van hun leraren? Uit een enquête die Didactief samen miraal te interviewen, haar collega hoogleraar onderwijskunde in Leiden. Hij pleit op pagina met onderzoeksbureau Regioplan hield, blijkt dat scholen pesten onder 8 voor academisch docentschap: leraren die onderzoek en praktijk combineren. Maar, zegt medewerkers wel signaleren, maar er lang niet altijd adequaat op reageren. hij, leer docenten pas onderzoeken wanneer ze er klaar voor zijn: doseer het in de opleiding.
Zo word je
abonnee! Abonnee!
Ten Dam is een groot voorstander van een masterdiploma voor docenten. Didactief organiseerde op pagina 16 enkele voor- en tegenstanders, want wat is eigenlijk de toegevoegde waarde van dat papiertje voor de kwaliteit van het lesgeven? En hebben alle (toekomstige) leraren wel de capaciteiten om een master te halen? Maar zult u denken, bestaat de Onderwijsraad niet vooral uit bobo’s die nauwelijks docenten kennen? Niet dus! Ten Dam haalt vier docenten voor het voetlicht die pas een master hebben
Win dit boek!
gedaan: hun praktijkonderzoeken (bijvoorbeeld naar creatief denken en aardrijkskunde) staan op pagina 36, hun persoonlijke verhalen vindt u op de website van Didactief. Didactief mag 3 x het boek Het Lees elke maand onze artikelen met een En ten slotte vond de redactie dat de raad zelf maar eens met de billen bloot moest. Een poralternatief, weg met de afrekencultuur gevarendriehoekje. De artikelen wijzen op de zin én tret van zes leden staat op pagina 42. in het onderwijs! van René Kneyber onzin van onderwijsbeleid. Deze maand: is toetsing en Jelmer Evers weggeven (zie pagina een goede graadmeter voor onderwijskwaliteit? En 59 voor de recensie). Mail je naam en wat schieten leerlingen eigenlijk op met meer toetsen? adres naar burgers@didactiefonline.nl onder vermelding van Het alternatief Verder: in hoeverre omarmen schoolbesturen en om kans te maken. leraren de invoering van het passend onderwijs?
5
juni 2013
januari/februari 2014
5
CITO CITO
Rondetafelgesprek over toetsen
Toetswoede
Te veel toetsen verschraalt het onderwijs, zeggen onderwijsexperts Gert Biesta en Ron Oostdam in een rondetafelgesprek dat Didactief organiseerde. Onzin, vinden Jaap Scheerens en Henriëtte Maassen van den Brink. ‘Toetsing is de ruggengraat van goed onderwijs.’
D
e zin en onzin van toetsen. Met deze werktitel hebben we ons gesprek (met Gert Biesta via Skype) nog niet eens ingeleid of Jaap Scheerens tekent al protest aan. ‘De term “onzin” is overdreven. Alles kan verkeerd worden gedaan, maar op zich zijn toetsen in het onderwijs niet iets onzinnigs.’ Hij vindt meteen Henriëtte Maassen van den Brink aan zijn zijde. ‘Niemand is tegen toetsen. Welke discussie je ook leest, je leest nergens dat iemand toetsen onzin vindt. Iedereen kan de doelstelling onderschrijven dat je met toetsen de subjectiviteit weg kunt nemen. Wel lees je dat toetsen anders gebruikt moeten worden. Geen ranglijstjes en dat soort dingen.’ Ook Ron Oostdam en Gert Biesta willen toetsen niet de wereld uit hebben. De pijn zit ‘m dan ook in de precieze invulling van ‘dat soort dingen’.
‘Onderwijskwaliteit gaat over meer dan taal en rekenen’ – Ron Oostdam
Sturingsinstrument Ons gesprek vindt half december plaats. De Eerste Kamer heeft net ingestemd met de verplichte eindtoets PO, de kleutertoets is een aantal weken weggestemd, het parlement delibereert nog over de rekentoets voor het voortgezet onderwijs, maar die discussie betreft meer de precieze vorm, want dat die rekentoets er gaat komen, ligt al vast. De overheid zet toetsing steeds vaker in als sturingsinstrument in haar streven om onderwijsprestaties in (vooral) taal en rekenen te verbeteren. Scheerens vindt dat een goede en logische zaak. Juist in een land als Nederland dat
24
maand 2013
‘wereldkampioen schoolautonomie’ is. Waar veel landen een nationaal curriculum kennen, is in Nederland ‘staatspedagogiek’ een vies woord. In plaats van op input stuurt de overheid op output. ‘Als je wilt sturen in onderwijs, is het minimum een evaluatieprincipe, je moet weten waar je bent en hoe je dat kunt verbeteren. Voor mij vormt de meting van onderwijsopbrengsten de ruggengraat van onderwijskwaliteit.’ Maassen van den Brink sluit zich bij hem aan: ‘Autonomie betekent niet dat je maar lekker doet wat je zelf wilt en geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen. Met toetsen leg je verantwoording af en dat is ook wat er natuurlijk moet gebeuren.’ Oostdam protesteert: ‘Toetsen is een middel om het onderwijs te stimuleren en te prikkelen, maar het is niet zo dat als je de lat maar steeds hoger legt, de onderwijskwaliteit automatisch toeneemt.’ Maassen van den Brink: ‘Maar het is wel een objectieve maat. Toetsing is een van de weinige sturingsinstrumenten waarover de overheid beschikt. De meeste maatregelen van de afgelopen jaren zijn ingevoerd zonder dat we eigenlijk wisten of ze werkten. Maar met toetsen maken we al sinds de jaren zestig goede sier, ook in het buitenland.’ Oostdam: ‘Er wordt ontzettend veel getoetst in het onderwijs, misschien wel te veel, zeker in het basisonderwijs.’ Maassen van den Brink schudt haar hoofd: ‘Hoezo te veel? Dat argument hoorde je ook steeds in de discussie over de kleutertoets, zo van weer een toets erbij. Ik vind niet dat er teveel getoetst wordt, wel dat er teveel gesproken wordt over dat er teveel getoetst wordt. De meeste scholen doen gewoon vrijwillig mee, omdat ze het belang van toetsen inzien. En ouders willen ook graag weten hoe hun kind ervoor staat.’ Oostdam: ‘Niemand in het onderwijs zal ontkennen dat het zinvol is om toetsen in te zetten om de leervorderingen te volgen en leerlingen optimaal te ondersteunen. Maar de druk op scholen om cijfers te leveren ter verantwoording van hun onderwijskwaliteit, is erg groot. Als een basisschool bijvoorbeeld niet kan laten zien dat het technisch leesniveau van de gemiddelde leerling in
tekst Monique Marreveld & Bea Ros
beeld Allard de Witte
groep 4 voldoende is, dan is er al snel een probleem met de inspectie.’ Maassen van den Brink: ‘Waarom mag er geen probleem zijn?’ Oostdam: ‘Dat leervorderingen minder zijn, betekent niet dat er per definitie sprake is van slecht onderwijs. Het kan bijvoorbeeld om een tijdelijke dip gaan. Je moet altijd het hele plaatje bekijken.’ Scholenlijstjes Dat hele plaatje, stelt Oostdam, ontbreekt in de politieke en publieke discussie over onderwijskwaliteit. Scholen worden langs de meetlat gelegd puur op basis van scores op de Cito-eindtoets of internationale peilingen. ‘De conclusies zijn vaak kort door de bocht. Dan wordt meteen gezegd dat het slecht gaat met het Nederlandse onderwijs. De politiek hecht bijvoorbeeld ontzettend veel belang aan zo’n PISA-peiling. En ze komt met beleidsplannen als Beter Presteren. Alsof we nog niet goed presteren. Nederland zit in de top drie van landen waar alle leerlingen, ook de zwak presterende, het basisniveau halen.’ Scheerens: ‘Ik vind dat er helemaal niet zo zwaar wordt afgerekend in het Nederlandse onderwijssysteem, zeker niet als je dat vergelijkt met andere landen. De inspectie diagnosticeert vooral. Zwakke scholen worden gevolgd en krijgen begeleiding. Dat is niet afrekenen, maar helpen. Dus we moeten niet doen alsof we hier
een hard accountability-systeem hebben. ’ Oostdam: ‘Die afrekencultuur wordt anders wel veroorzaakt door al die scholenlijstjes. Scheerens: ‘Lijstjes worden toch wel gemaakt. Ik vind dat niet erg. Het publiceren ervan brengt toch iets teweeg wat scholen raakt.’ Biesta: ‘Het onderscheid tussen een hoge score en onderwijskwaliteit wordt daarbij vaak gemist: dat een school goed scoort betekent niet per se dat de kwaliteit van het onderwijs hoog is. De krantenkoppen bij het verschijnen van de lijst van Dronkers gingen over goede en beste scholen, niet over scholen met de hoogste scores.’ Maassen van den Brink: ‘De Cito-score is een van de vele prestatie-indicatoren. En daarnaast neem je bijvoorbeeld ook de kwaliteit en opleiding van de docent mee. Dat valt allemaal onder accountability. We spreken erover in maffiositermen als afrekencultuur, maar zo is het natuurlijk helemaal niet. Je merkt juist dat daaruit iets ontstaat van: we kunnen het beter doen.’ Biesta: ‘In een ideale wereld ben ik het daarmee eens, maar het probleem is dat veel politieke beslissingen ook op basis van minder genuanceerde weergaven in bijvoorbeeld de media worden genomen. PISA is bijvoorbeeld een heel selectieve manier om iets te zeggen over prestaties van onderwijssystemen. Zoiets wordt veel te snel verheven tot een definitie van onderwijskwaliteit met als gevolg dat onderwijssystemen zich daarnaar gaan richten. Dan gaat de meetcultuur de praktijk verstoren.’
‘Toetsen en meten we wat we waardevol vinden, of zijn we waardevol gaan vinden wat er gemeten wordt?’ – Gert Biesta
Verschraling En daarmee zijn we bij het belangrijkste pijnpunt aanbeland: de mogelijke verschraling van het onderwijs. Scheerens spreekt van ‘verborgen sturing’ op inhoud door de overheid. Prima wat hem betreft: ‘Je legt geen centraal curriculum op, maar je hebt informatieve outputmetingen die hun schaduw vooruitwerpen en waarop scholen en andere betrokkenen zich kunnen richten.’ Precies dat zien Oostdam en Biesta als een gevaar van een te grote nadruk op toetsing. ‘Zodra je een bepaalde toets verplicht stelt, wordt het een criterium waarnaar mensen zich gaan richten en waarop ze zo goed mogelijk proberen te scoren’, stelt Biesta. ‘Dat leidt tot pervers gedrag waardoor uiteindelijk, en dat laten de internationale analyses ook zien, de bredere educatieve taak van de school in het gedrang komt.
>> januari/februari 2014
25
CITO CITO
Dat scholen bijvoorbeeld gaan selecteren en zo min mogelijk moeilijke leerlingen binnenshuis willen om zo hogere scores te halen.’ Oostdam knikt: ‘De nadruk op toetsresultaten is aan het doorslaan. Er ligt te veel nadruk op de cijfers en meetbare vaardigheden. De socialisatiefunctie van het onderwijs raakt ondergesneeuwd.’ Scheerens: ‘Maar wat bedoel je nu? Toch niet dat ze dat ook moeten toetsen, want dan komen er nog meer toetsen.’ Oostdam: ‘Het gaat mij niet om het toetsen an sich, maar om de nadruk op die toetsen in relatie tot onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit is meer dan alleen taal en rekenen.’ Biesta: ‘Goed onderwijs is breed onderwijs en besteedt aandacht aan drie dimensies: kwalificatie, dus dingen leren en vaardigheden verwerven, socialisatie en persoonsvorming. Voor mij begint de discussie over goed onderwijs met de vraag hoe we op een evenwichtige manier aandacht kunnen besteden aan die drie domeinen.’ Scheerens: ‘Maar scholen in Nederland zijn autonoom genoeg en het curriculum is breed genoeg om daar een eigen antwoord op te hebben.’ Oostdam. ‘Dat ben ik niet met je eens. De overheid heeft duidelijk ingezet op presteren in taal en rekenen. En dat gaat ten koste van andere dingen. Leg je oor maar te luister bij scholen.’ Scheerens: ‘Het is begrijpelijk dat de overheid prioriteiten stelt. Iedereen is het erover eens dat taal en rekenen belangrijk zijn.’ Biesta: ‘Er zijn goede argumenten om taal en rekenen voorrang
‘Waarom pleit de Onderwijsraad niet voor een ruimere inzet van toetsen?’ – Jaap Scheerens’
26
maand 2013
of aandacht te geven. Maar je krijgt op een gegeven moment een scheef curriculum.’ Oostdam: ‘De inspectie zit erg op de cijfers voor taal en rekenen. Dat leidt tot een smalle kijk op onderwijskwaliteit. Zorg alsjeblieft dat het onderwijs ook ruimte houdt voor die andere belangrijke doelen, anders krijgen we een verschraling van ons onderwijs. Dat zie je in het basisonderwijs eigenlijk nu al een beetje gebeuren.’ Scheerens: ‘De overheid heeft gekozen voor een focus op taal en rekenen. Laat ze dat in vredesnaam nu niet weer loslaten, omdat Nederland opeens wereldkampioen burgerschap moet worden of zo. Nu heb je weer het sentiment van de Onderwijsraad dat toetsing tot ongewenste “versmalling” leidt. Dadelijk komt de tere kinderziel ook weer over de drempel.’ Oostdam: ‘Ik vind dat je het bagatelliseert. Je ziet wel degelijk dat er een wankel evenwicht is tussen de nadruk op taal en rekenen en de aandacht die men aan andere leerdoelen wil geven.’ Maassen van den Brink: ‘We hebben gezegd dat rekenen en lezen basisvaardigheden zijn. Iedereen is er toch voor dat mensen de bijsluiters van geneesmiddelen moeten kunnen lezen? Dan moet je niet roepen dat er te veel getoetst wordt of dat het te cognitief is.’ Biesta: ‘Voor de sterkte van onze economie moet gezorgd worden dat iedereen kan lezen, schrijven en rekenen op een bepaald niveau. Maar behalve de economie is ook democratie, belangrijk voor de samenleving.’ Maassen van den Brink: ‘Uit onderzoek blijkt anders dat er een directe relatie is tussen het niveau en de kwaliteit van het onderwijs, te meten door toetsen, en de mate van solidariteit en burgerparticipatie in een democratie. Zij die het beter doen in het onderwijs, vertonen meer solidariteit met anderen en nemen als
Wie is wie? Jaap Scheerens, emeritus hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit Twente. Gepromoveerd bij A.D. Groot, de man die Nederland de toetsen (en het Cito) heeft gebracht. Was aan de UT onder meer directeur van het Onderzoekscentrum voor Toegepaste Onderwijskunde en van het Interuniversitair Centrum voor Onderwijsonderzoek (ICO). Henriëtte Maassen van den Brink, hoogleraar Onderwijs- en arbeidspsychologie aan de Universiteit van Amsterdam, hoogleraar Evidence based onderwijs aan de Universiteit Maastricht, en sinds kort bestuurslid van de Raad van Toezicht van Stichting Cito.
burgers meer deel aan de samenleving.’ Biesta: ‘Maar je hebt daarvoor nog andere dingen nodig, zoals historisch kunnen denken en een gerichtheid op solidariteit in plaats van competitie. Ik vat het dilemma altijd zo samen: Toetsen en meten we wat we waardevol vinden of zijn we waardevol gaan vinden wat er gemeten wordt?’ Scheerens: ‘Dat wat gemeten kan worden, wordt belangrijk ja. Maar ik begrijp eigenlijk niet waarom de Onderwijsraad dan niet pleit voor een ruimere inzet van toetsing op die andere gebieden. Het Cito heeft laten zien, dat het ook op dat soort moeilijk meetbare gebieden zoals burgerschap toetsen en instrumenten kunnen ontwikkelen. Dan kun je zelfs met het middel toetsen iets tegen die versmalling doen.’ Biesta: ‘Je zou natuurlijk naast een taal- en rekentoets een democratietoets in kunnen voeren. Maar de meer fundamentele vraag is of toetsen altijd de beste manier is om kwaliteit vast te stellen. Ik zou ervoor zijn om die discussie te verbreden, omdat onderwijs ook langetermijnopbrengsten heeft en je met toetsen in feite alleen prestaties op korte termijn meet.’ Maassen van den Brink: ‘In het onderwijs werken allemaal hoogopgeleide mensen. Je zou van scholen verwachten dat ze hun eigen kwaliteit en leerdoelen kunnen definiëren. Toch schort het hier nogal aan. Scholen zijn eenzijdig gericht: we doen maar wat er gedaan moet worden en voor de rest laten we het maar.’ Vergeten Naast de vraag wat toetsen de overheid en scholen opleveren, is natuurlijk de hamvraag: wat hebben leerlingen eraan? Oostdam is daar sceptisch over: ‘Er wordt heel veel getoetst in het onderwijs, maar het is maar de vraag of leerlingen daarvan iets leren. Het zijn vaak summatieve toetsen en dan hup weer door naar het volgende hoofdstuk. Terwijl we uit onderzoek weten dat leerlingen het meeste leren van formatief toetsen, door feedback op hun fouten.’ Scheerens: ‘Summatief of formatief, je moet natuurlijk verstandig omgaan met toetsen en iets doen met
Ron Oostdam, bijzonder hoogleraar Onderwijsleerprocessen aan de Universiteit van Amsterdam. Tevens lector Maatwerk in leren en instructie aan de Hogeschool van Amsterdam en onderzoeksdirecteur van het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding (KOO). Gert Biesta, hoogleraar Onderwijstheorie en -beleid aan de Universiteit van Luxemburg. Van huis uit filosoof en onderwijskundige. Werkte in een ver verleden als leraar natuurkunde. Zijn bekendste boek is The Beatiful Risk of Education (2013).
de uitkomsten.’ Maassen van den Brink: ‘Dat gebeurt nog veel te weinig. Goede docenten doen dat, slechte docenten niet.’ Oostdam: ‘Dat is ook het keurslijf van de onderwijspraktijk. De druk van examens wringt wel eens met betekenisvol onderwijs. Wat je vooral in het VO ziet, is dat leerlingen voor de toets leren en daarna alles weer vergeten.’ Maassen van den Brink: ‘Ik merk wel dat leraren zich steeds actiever bezighouden met de inhoud en kwaliteit van hun onderwijs. Ze worden zich ervan bewust dat feedback geven op de uitkomst van een toets beter is dan driehonderd keer toetsen.’ Scheerens: ‘Dat is precies wat leraren in de projecten opbrengstgericht werken ook leren. Daarmee onderstreep je dat toetsen, beoordelen, cijfers geven en hopelijk ook terugkoppelen horen bij het onderwijs.’ Oostdam, instemmend: ‘Toetsen kwalitatief inzetten om zo inzicht te krijgen waar de echte problemen zitten.’ Scheerens: ‘Als je dat op een rij hebt, ben je een heel eind. Met toetsen en evalueren moet je je afvragen: wat moeten ze leren? Wat zijn de stappen en onderdelen, en als je dat dan ook nog formatief weet te doen, ben je al een heel eind met het plannen van je onderwijs.’ Biesta: ‘John Hattie nam wat dat betreft gas terug door te benadrukken dat het er niet om gaat dat we maar meer en meer meten, maar dat informatie moet terugkomen bij de docenten en dat zij tijd hebben om die informatie op een zinvolle manier te gebruiken in hun onderwijsproces.’ Daarmee zijn we terug bij de eensgezindheid van het begin: toetsen niks mis mee, als je ze maar goed gebruikt. En dat geldt zowel voor leraren als politici. ■
‘Autonomie betekent niet dat je maar lekker kunt doen wat je zelf wilt’ – Henriëtte Maassen van den Brink
januari/februari 2014
27
Begrijp hoe trauma’s ontstaan en begeleid uw leerlingen op een passende manier! Verkeersongevallen, een levensbedreigende ziekte, aanranding, de dood van een ouder of een bijna-verdrinking: veel kinderen
Trauma bij kinderen en jongeren Werken met getraumatiseerde kinderen en jongeren in het onderwijs
en jongeren krijgen met traumatische ervaringen te maken.
Wanneer: Donderdag 3 april 2014
Een goede ondersteuning vanuit school is essentieel in het voorkomen van langdurige klachten. Hoe vangt u getraumatiseerde leerlingen op? En hoe zorgt u ervoor dat school een veilige haven is en blijft?
VERNIEUWD PROGRAMMA!
Waar: Antropia, Driebergen
ven: Programma en inschrij nl/trauma www.medilexonderwijs. Postbus 289 | 3700 AG Zeist | Telefoon 030-6575157 info@medilexonderwijs.nl | www.medilexonderwijs.nl/trauma
Schrijf u nu in!