2B
MODULE 3
Figuren
MODULE 3
Figuren 1 2
2D en 3D......................................................................................................................................................... 3 Vlakke figuren...................................................................................................................................... 4 Veelhoeken.................................................................................................................................. 4 Vierhoeken................................................................................................................................. 5 Ruimtefiguren....................................................................................................................................... 7 Ruimtelijk inzicht............................................................................................................................... 8 Vanuit verschillende richtingen naar een figuur kijken............................................................................................................... 8 Aanzichten.................................................................................................................................. 9 Grondvlak................................................................................................................................. 10 Bouwplaat................................................................................................................................ 10 Oefeningen............................................................................................................................................... 11 2.1
2.2
3 4
4.1
4.2 4.3
4.4
5
1
2D en 3D Als je om je heen kijkt, zie je heel wat figuren. Sommige figuren liggen in één vlak, ze zijn plat. Het zijn vlakke figuren. Deze figuren zijn 2-dimensionaal. Ze zijn 2D. Er zijn ook figuren die niet in één vlak liggen, maar een plaats innemen in de ruimte. Het zijn ruimtefiguren. Ze zijn niet plat. Deze figuren zijn 3-dimensionaal. Ze zijn 3D.
2D
WIST JE DAT … er vroeger gedacht werd dat de aarde plat was? er geen 2 tijgers met hetzelfde strepenpatroon zijn? zebra’s hun soortgenoten aan hun strepenpatroon herkennen? een oog van een olifant ongeveer even groot is als een basketbal? het hart van een blauwe vinvis ongeveer zo groot is als een kleine auto?
Figuren
3
2
Vlakke figuren
2.1
Veelhoeken
2D
We kunnen vlakke figuren indelen in veelhoeken en figuren die geen veelhoek zijn. Een veelhoek is een vlakke figuur die begrensd is door lijnstukken.
2
1
8
7
3
5
4
9
6
11
10
1 Schrijf de nummers van de figuren op de juiste plaats in de tabel. Markeer alle veelhoeken.
vlakke figuren veelhoeken
niet-veelhoeken
driehoek
cirkel
vierhoek
andere niet-veelhoek
vijfhoek zeshoek andere veelhoek
2
4
Figuren
Markeer in de tekening van de vos alle veelhoeken.
12
2.2
Vierhoeken vierhoek
trapezium
4 rechte hoeken
2 paar evenwijdige zijden
vierkant
rechthoek
4 gelijke zijden 4 rechte hoeken
vierkant
rechthoek
ruit
4 gelijke zijden
parallellogram
minstens 1 paar evenwijdige zijden
trapezium
4 hoeken
1
ruit
parallellogram
vierhoek
Kleur het bolletje in de juiste kolom.
waar
niet waar
Elk vierkant is ook een parallellogram. Elke parallellogram is ook een vierkant. Een rechthoek is ook een trapezium. Elk trapezium is ook een rechthoek.
Figuren
5
2
Schrijf de best passende naam bij de figuur. Teken de diagonalen in de figuren.
De figuur heeft 4 hoeken. De figuur heeft 4 rechte hoeken. De figuur heeft 4 zijden. De 4 zijden zijn even lang. De overstaande zijden zijn even lang. De figuur heeft 1 paar evenwijdige zijden. De figuur heeft 2 paar evenwijdige zijden. De diagonalen zijn even lang. De diagonalen staan loodrecht op elkaar. De diagonalen snijden elkaar in het midden.
6
Figuren
trapezium
ruit
parallellogram
rechthoek
vierkant
Kleur het bolletje bij de juiste kenmerken in de tabel.
Ruimtefiguren Jij neemt een plaats in de ruimte in. Alle voorwerpen rondom je nemen ook een plaats in in de ruimte. Sommige ruimtefiguren hebben een regelmatige vorm.
kubus
balk
cilinder
kegel
bol
piramide
Welke ruimtefiguur herken je?
© burnel11 - stock.adobe.com
3
Figuren
7
4
Ruimtelijk inzicht
4.1
Vanuit verschillende richtingen naar een figuur kijken B
A
C
F
1
E
D
Waar sta je als je dit ziet? Schrijf de juiste letter bij de afbeelding.
Je ziet ... Je staat op ...
2
Waar sta je? Kleur het juiste bolletje.
Je ziet ...
8
Figuren
Waar sta je?
4.2
Aanzichten
bovenaanzicht
Wat zie je als je kijkt uit het …
rechterzijaanzicht vooraanzicht
1
Zet de letter V bij het vooraanzicht, de letter B bij het bovenaanzicht en de letter R bij het rechterzijaanzicht.
Hoeveel blokjes liggen er?
2
Zet de letter V bij het vooraanzicht, de letter B bij het bovenaanzicht en de letter R bij het rechterzijaanzicht.
Hoeveel blokjes liggen er?
Figuren
9
4.3
Grondvlak Kleur het grondvlak.
het vlak aan de ‘onderkant’ van de figuur
Noteer de naam van elke ruimtefiguur. Noteer bij elke figuur de vorm van het grondvlak.
1
2
figuur
3
ruimtefiguur
4
5
vorm grondvlak
1 2 3 4 5 6
4.4
Bouwplaat Als je de volgende tekeningen overtekent, uitsnijdt en vouwt, kun je zelf de ruimtefiguren bouwen. Deze bouwplaten zijn de ontwikkeling van de figuur. Van welke figuren staat hier de ontwikkeling getekend?
10
Figuren
6
5
Oefeningen 1
Omcirkel de figuren die geen veelhoek zijn.
2
Welke vlakke figuren herken je in de tekening? Geef de meest passende naam.
3
Vul de naam van een vlakke figuur in.
Een pizza heeft meestal de vorm van een Nacho’s hebben de vorm van een
. . .
Een muntstuk van 2 euro heeft de vorm van een Een schaakbord heeft de vorm van een Een computerscherm heeft de vorm van een
. .
Het bovenaanzicht van deze kaas heeft de vorm van een
.
Het zijaanzicht van deze kaas heeft de vorm van een
.
Figuren
11
Zijn de volgende figuren vlakke figuren of ruimtefiguren?
4
Schrijf het nummer van de foto in de juiste kolom.
vlakke figuren
ruimtefiguren
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Geef de best passende naam voor elke figuur.
figuur
12
figuur
1
6
2
7
3
8
4
9
5
10
Figuren
5 Schrijf het nummer van de afbeelding bij de best passende figuur. Zijn de volgende figuren vlakke figuren (2D) of ruimtefiguren (3D)? Kleur het bolletje in de juiste kolom.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
13
14
15
nummer
8
vlakke figuur 2D ruimtefiguur 3D
vierkant driehoek kubus cirkel balk parallellogram piramide rechthoek bol cilinder ruit vijfhoek trapezium vierhoek kegel
Figuren
13
6
Wat hoort niet in het rijtje thuis? Waarom niet?
vierkant - cirkel - ruit - trapezium - parallellogram - cilinder omdat kubus - bol - trapezium - balk - piramide - cilinder - kegel omdat rechthoek - trapezium - parallellogram - driehoek - ruit - vierkant omdat ruit - vierkant - cirkel - driehoek - zeshoek - rechthoek omdat Welke ruimtefiguren herken je in deze snoepjes?
7
8 Teken de punten in het assenstelsel: A(1,1), B(6,1), C(3,-2), D(-2,-2). Verbind de punten in alfabetische volgorde. Verbind punt A met punt D.
y
3 2 1 -4
-3
-2
-1
1
2
3
4
5
6
x
-1 -2 -3
14
Figuren
Welke figuur heb je getekend?
9
Waar sta je? Kleur het juiste bolletje.
Je ziet ...
10
Waar sta je?
Trek een kring rond de linkervoorpoot van de katten.
Figuren
15
De figuur ABCD is een ruit.
11
De coördinaten van de punten zijn A(1,5), B(3,2), C(1,-1). Maak de tekening af.
y 6
De coördinaten van het
5
punt D zijn (
4
Teken de diagonalen.
3
De diagonalen snijden elkaar
2
in (
,
,
).
1 -3
-2
-1
1
2
3
4
5
x
-1 -2 -3
12 Zet bij de blauwe en groene blokjes de letter V bij het vooraanzicht, de letter B bij het bovenaanzicht en de letter R bij het rechterzijaanzicht.
Hoeveel blauwe blokjes liggen er?
Hoeveel groene blokjes liggen er?
16
Figuren
).
13
Welk bovenaanzicht past bij welke figuur? Vul de letters van het bovenaanzicht in op de juiste plaats.
1
2
3
4
5
6
A
B
C
D
E
F
figuur bovenaanzicht 14
1
2
3
4
5
6
Je kan niet altijd alles zien.
Trek een kring rond de rechterzijspiegel als je die kan zien op de foto. Zet een kruis door het linkerachterwiel als je dat kan zien op de foto.
Figuren
17
15
Over welke ruimtefiguur gaat het? Schrijf de naam van de ruimtefiguur in de tabel.
vooraanzicht
16
18
Figuren
bovenaanzicht
zijaanzicht
Hoeveel eieren heb je nodig om deze piramide te bouwen?
figuur
17
Elke laag van de piramide bevat ballen in dezelfde kleur. In deze piramide zitten in totaal gouden en Er zitten ballen in de piramide.
18
ballen. grijze
Uitspraken over vlakke figuren
Sommige uitspraken zijn nooit waar, sommige uitspraken zijn soms waar en sommige uitspraken zijn altijd waar. Kleur het bolletje in de juiste kolom.
nooit soms altijd Een vierkant is een rechthoek. Een veelhoek heeft vier hoeken. De diagonalen van een vierkant staan loodrecht op elkaar. De diagonalen van een ruit staan loodrecht op elkaar. De diagonalen van een rechthoek hebben een verschillende lengte. Een driehoek is een veelhoek. Een vierhoek is een rechthoek. Een rechthoek is een vierhoek. Een cirkel heeft geen hoeken. Een vierkant heeft 4 gelijke hoeken. Een vierkant is een veelhoek. Een veelhoek is een vierkant.
Figuren
19
19
Teken vlakke figuren en ruimtefiguren op de computer met Word.
Kies ‘Invoegen’ en daarna ‘Vormen’. Teken de volgende figuren: een rechthoek, vierkant, ruit, parallellogram, trapezium, cirkel, kubus, balk en een cilinder. Typ bij elke figuur de juiste naam. Bewaar je Word-document. Kies 'Opslaan'.
20
Maak een tekening met verschillende figuren.
VOORBEELD:
21
Zoek op internet een afbeelding van de gebouwen en vul de ruimtefiguur in.
Het gebouw Technopolis in Mechelen heeft een rode Het Atomium in Brussel bestaat uit 9
. .
Het Louvre is een museum in Parijs. De hoofdingang is een glazen
.
In Japan staat de Tower of winds. Dit gebouw heeft de vorm van een
.
De toren van Pisa in Italië heeft de vorm van een
.
In de Ericsson Globe in Stockholm (Zweden) worden ijshockeywedstrijden en concerten gehouden. Het gebouw heeft de vorm van een In Rotterdam heeft de architect Piet Blom woningen gemaakt in de vorm van een op een paal.
20
Figuren
.
22
Elke figuur heeft een waarde die kleiner is dan 5. Zoek de waarde van elke figuur.
> + + = =
> + =
+ +
> = 10
= =
23
Los de sudoku's met figuren op.
24
Binnen in de piramide zitten enkel grijze bollen. Om deze piramide te bouwen heb ik rode en
grijze bollen nodig.
Figuren
21
25
Wat zie je als je kijkt naar de linkerkant en rechterkant van het bouwwerk? Vul de letters van de aanzichten in op de juiste plaats.
1
A
2
B
C
3
D
E
4
F
figuur Ik kijk naar de linkerkant. Ik kijk naar de rechterkant. 26
G
1
5
H
2
6
I
3
J
4
K
5
L
6
Mobiel
Een mobiel hangt in evenwicht. Het parallellogram weegt 20 g. Vul aan.
De cirkel weegt
De rechthoek weegt
Het vierkant weegt
g.
De ruit weegt
De driehoek weegt
g.
Het trapezium weegt
Het parallellogram weegt
22
g.
Figuren
g.
g. g. g.
27
Logigram
Esila, Pablo en Leon wonen elk in een huis met een verschillende vorm. Ze hebben allemaal een andere hobby. Zoek van elke persoon de vorm van het huis en de hobby. Zet een plusteken in het hokje als je zeker weet dat het waar is. Zet een minteken in het hokje als je zeker weet dat het niet waar is. Zet nog niets als je twijfelt. Aanwijzingen:
De hobby van Leon is fietsen. Het huis van de gamer heeft niet de vorm van een balk. Esila of Pablo woont in het kubusvormig huis. In het cilindervormig huis woont een voetbalfanaat. Als Esila niet graag fietst, woont zij in het cilindervormig huis.
naam
fietsen
voetbal
gamen
hobby cilinder
balk
kubus
huis
Esila
waar niet waar weet het nog niet
Pablo
+ leeg
hobby
Leon gamen voetbal fietsen
naam
huis
hobby
Esila Pablo Leon
Figuren
23
Ik kan • figuren indelen in vlakke figuren (2D) en ruimtefiguren (3D). • vlakke figuren indelen in veelhoeken en niet-veelhoeken. • een vierhoek, trapezium, parallellogram, ruit, rechthoek, vierkant en cirkel herkennen. • een kubus, balk, bol, kegel, piramide en cilinder herkennen. • oefeningen maken over ruimtelijk inzicht.
Woordenlijst • veelhoek: een vlakke figuur die begrensd is door lijnstukken • vierhoek: een vlakke figuur met 4 hoeken
• trapezium: een vierhoek met minstens 1 paar evenwijdige zijden • parallellogram: een vierhoek met 2 paar evenwijdige zijden • rechthoek: een vierhoek met 4 rechte hoeken • ruit: een vierhoek met 4 gelijke zijden
• vierkant: een vierhoek met 4 rechte hoeken en 4 gelijke zijden
• diagonaal: een rechte lijn die de ene hoek van een vierhoek verbindt met de hoek die er schuin tegenover ligt • bovenaanzicht van een figuur: wat je ziet als je naar de bovenkant van de figuur kijkt • vooraanzicht van een figuur: wat je ziet als je naar de voorkant van de figuur kijkt • rechterzijaanzicht van een figuur: wat je ziet als je naar de rechterkant van de figuur kijkt • grondvlak van een ruimtefiguur: het vlak aan de ‘onderkant’ van een ruimtefiguur • ontwikkeling van een ruimtefiguur: een bouwplaat waarmee je de ruimtefiguur kan bouwen
COLOFON Auteurs Kim Pelkmans en Lief Verbeek - Design & Lay-out die Keure Eerste druk 2021 - SO 2020/1203 ISBN-nummer 978 90 4864 008 9 - KB D/2021/0147/8 Bestelnummer 90 850 0030 - NUR 127 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 - © Copyright die Keure, Brugge Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Deze uitgave is dan ook gedrukt op papier dat het FSC®-label draagt. Dat is het keurmerk van de Forest Stewardship Council®.
24
Figuren