w eb ve rs
ie
JE EET WAAR JE WOONT
5
ie
w eb ve rs Onze wereld is een wereld van verschil. Geen twee mensen zijn gelijk. Samenleven in diversiteit is de uitdagende maar verrijkende opdracht. Zo groeit, voorbij de kleuren, verbondenheid en solidariteit. Deze les werd gemaakt door Studio Globo.
Studio Globo is een ngo voor ontwikkelingssamenwerking, gespecialiseerd in mondiaal en intercultureel leren voor het onderwijs. Studio Globo richt zich op het basis-, secundair- en hoger onderwijs met een aanbod van ervaringsgerichte werkvormen, leermiddelen en vormingen. Je vindt een afdeling van Studio Globo in Antwerpen, Brussel, Genk, Gent en Roeselare. Voor meer informatie en contactgegevens kan je terecht op www.studioglobo.be
5e leerjaar
box 4 3
Je eet waar je woont
Doelen
ie
1 De kinderen kunnen hun eigen eetpatroon analyseren en in een voedingsdriehoek voorstellen. 2 De kinderen kunnen een voedingsdriehoek samenstellen aan de hand van gegevens. 3 De kinderen kunnen gegevens analyseren en tekorten in de voedseldriehoek vaststellen. 4 De kinderen kunnen verklaringen formuleren bij die tekorten. 5 De kinderen kunnen voorwerpen construeren aan de hand van een stappenplan. 6 De kinderen kunnen een gerecht klaarmaken aan de hand van een receptenďŹ che. 7 De kinderen kunnen een gezelschapspel zelfstandig spelen volgens de voorgeschreven spelregels. 8 De kinderen kunnen de verzamelde informatie en opgedane ervaringen in een presentatie aan de andere leerlingen overbrengen.
w eb ve rs
Eindtermen en leerplandoelen
ET
GO!
OVSG
VVKBaO
1.17
3.2.7.7 3.2.7.8
WO-NAT-GEZ-07.07 WO-NAT-GEZ-07.08 WO-NAT-GEZ-07.10 WO-NAT-GEZ-07.17
7.14
2.13
3.3.3.17
WO-TEC-HAN-02.24
6.13
1.5 3
3.1.2.1 3.1.2.2 3.1.2.5
WO-MNS-SV-2.5 WO-MNS-SV-2.6 WO-MNS-SV-2.12
0.5 0.7 0.10 0.11 0.12 0.13 0.14 0.15 4.9 4.10
Leermiddelen
-
Thema in vogelvlucht
1
Instap
1.1
Hoe zit het met onze eigen eetgewoonten?
2
Kern
2.1
Groepswerk
3
Afsluiter
3.1
Voorbereiding
3.2
Voorstelling
3.1
Samenvatting
Vooraf
Kopieerbladen 1-8 Bijlage 1-12 Lijm en schaar Schrijfgerief Andere materialen: zie bijlages
bijlage 1 kopieerblad 1-2
bijlage 2-12 kopieerblad 3-7
kopieerblad 8
Neem de les goed door zodat je alle kopieerbladen en bijlagen per groepje kunt klaarleggen.
BOX 4 | JE EET WAAR JE WOONT
5e leerjaar
box 4 4
Je eet waar je woont INFO VOOR DE LEERKRACHT
Korte inhoud
w eb ve rs
De link met het cursorisch blok
ie
In de media lees of hoor je wel eens de slogan: je eet wat je bent! We durven dit ombuigen tot: Je eet waar je woont! In deze les zullen de leerlingen kennismaken met eten in het dagelijks leven van mensen in Congo, Peru en de Filippijnen. De les is opgevat als een hoekenwerk. De klas wordt verdeeld in groepen die elk één van de bovenvermelde landen gaan verkennen. Na de ontmoeting met een aantal kinderen, stellen de leerlingen een voedseldriehoek van het land samen. Hierna volgen een aantal opdrachten die met feesten en eten te maken hebben. Tot slot wisselen de leerlingen de opgedane ervaringen aan elkaar uit tijdens een presentatieronde.
Bij het feit dat de meeste mensen in België beschikken over volle koelkasten en diepvriezers wordt nauwelijks stilgestaan. Voor velen is er niet alleen een groot aanbod in de hoeveelheid, maar ook in de keuze van wat we willen eten. In het cursorisch blok werd er dieper ingegaan op bewaar- en kooktechnieken. In deze les maken we kennis met het dagelijks leven en eten van mensen over de hele wereld. Meteen zal duidelijk worden dat wat je eet en hoeveel je eet wordt beïnvloed door de plaats waar je leeft en woont.
Achtergrond voor de leerkracht De actieve voedingsdriehoek van de gemiddelde Belg:
DE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK
Restgroep
Smeer- en bereidingsvet
Vlees, vis, eieren Vervangproducten
Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten
Fruit
Groenten
Graanproducten Aardappelen
Water
Lichaamsbeweging
VIGEZ ®
BOX 4 | JE EET WAAR JE WOONT
5e leerjaar
box 4 5
Je eet waar je woont
w eb ve rs
Mogelijke redenen zijn: - De producten zijn te duur. - Het product groeit er niet. - Het product is niet beschikbaar. - Eenzijdige voedingsgewoonte (door armoede) - Geloof (bv. geen varkensvlees) - Ander metabolisme (bv. geen melk verdragen) - Ander klimaat: verschillende teelt van groenten - Ander klimaat: bv. door warmte meer zout verbruiken
ie
Verklaring van de vervormingen van de voedingsdriehoeken van Congo, Peru en de Filippijnen
Goed om weten: De driehoek wordt enkel in BelgiĂŤ gebruikt. Hierover is ook discussie. Is dit het juiste model?
Furaha, JosĂŠ en Vea eten groenten die onze leerlingen niet kennen. Wanneer je de leerlingen de vruchten laat opzoeken bij google afbeeldingen, zie je hoe het eruit ziet.
BOX 4 | JE EET WAAR JE WOONT
5e leerjaar
1 Instap
6
Je eet waar je woont
1.1 Hoe zit het met onze eigen eetgewoonten? De leerlingen duiden op kopieerblad 2 aan wat ze gisteren gegeten hebben. Aan de hand van deze gegevens maken ze een totaal en knippen ze het juiste aantal driehoekjes uit. Die kleven ze op de juiste plaats in de voedingsdriehoek, bijvoorbeeld de vier driehoekjes die overeenkomen met de hoeveelheid water die ze dronken in de onderste laag van de driehoek, de twee driehoekjes die overeenkomen met het fruit dat ze aten in derde laag … enzovoort.
ie
Kopieerblad 1, 2
box 4
w eb ve rs
De leerlingen vergelijken per twee hun driehoeken. Wat is gelijkaardig, wat is verschillend? Bijlage 1
Onderwijsleergesprek
2 Kern
Hang de afbeelding van de voedseldriehoek op het bord en houdt een klasgesprek: 1 Wat vertelt een voedingsdriehoek ons? 2 Wat stel je vast als je je eigen voedingsdriehoek vergelijkt met die op het bord? 3 Hoe zou de voedseldriehoek van de klas er uitzien? (maak een schets op het bord) 4 Zou dit typisch Belgisch zijn? (zie achtergrond voor de leerkracht)
2.1 Groepswerk
Verdeel de leerlingen over zes groepen. Elke groep verdiept zich in één land. De groepsindeling bepaal jij als leerkracht of wordt bepaald door de interesse van de leerlingen. De landen zijn Congo, Peru en de Filippijnen. Elk groepswerk bevat hetzelfde stramien: - ontdekken van het land - voedseldriehoek samenstellen - verwerking
Bijlage 2
De leerlingen werken zelfstandig per groep. Je begeleidt het proces. In elke groep krijgt elke leerling een rol. Bepaal zelf als leerkracht wie welke rol krijgt door de leerlingen een kaartje met hun functie te geven. Eén leerling neemt de leiding, een ander is secretaris, nog een ander verzamelt het materiaal … Een juiste rolomschrijving vind je in bijlage 2. Groep 1: Congo en pinda’s
Bijlage 10
Kopieerblad 3, 4
1 De leerlingen bekijken het fotoboekje van Furaha (bijlage 10). Nadien vullen ze kopieerblad 3 in.
Lijm, schaar
2 De leerlingen bekijken het weekmenu van Furaha (kopieerblad 4). Ze verwerken deze gegevens in een tabel en tellen uit hoeveel driehoekjes nodig zijn. De driehoekjes plakken ze op de juiste plaats in de voedseldriehoek. Het zal zeker een hulp zijn voor de leerlingen als tijdens deze oefening de juiste kleur voor elke laag op het bord zichtbaar blijft. Hang hiervoor bijlage 1 vooraan op. Het zou kunnen dat ze buiten de voorziene balken op de voedingsdriehoek moeten kleven. Dit mag. Er ontstaat een ‘scheve voedingsdriehoek’. Het balkje beweging wordt niet ingevuld.
BOX 4 | JE EET WAAR JE WOONT
5e leerjaar
box 4 7
Je eet waar je woont
A.d.h.v. enkele gerichte vragen noteren de leerlingen welke ‘fouten’ de voedingsdriehoek vertoont. Ze zoeken naar mogelijke verklaringen.
Bijlage 3 Pindanoten
Groep 2: Congo en spreuken over eten
ie
3 De leerlingen nemen kopieerblad 5 en bijlage 3. Ze zetten de foto’s i.v.m. het productieproces van pindanoten in chronologische volgorde. Daarna pellen en proeven ze de pinda’s en spelen ze het pindaspel.
Kopieerblad 5
1 De leerlingen bekijken het fotoboekje van Furaha (bijlage 10). Nadien vullen ze kopieerblad 3 in.
Bijlage 10 Kopieerblad 3,4
w eb ve rs
Lijm, schaar
2 De leerlingen bekijken het weekmenu van Furaha (kopieerblad 4). Ze verwerken deze gegevens in een tabel en tellen uit hoeveel driehoekjes nodig zijn. De driehoekjes plakken ze in de voedseldriehoek. Het zou kunnen dat ze buiten de voorziene balken op de voedingsdriehoek moeten kleven. Dit mag. Er ontstaat een ‘scheve voedingsdriehoek’. Het balkje beweging wordt niet ingevuld. A.d.h.v. enkele gerichte vragen noteren de leerlingen welke ‘fouten’ de voedingsdriehoek vertoont. Ze zoeken naar mogelijke verklaringen.
3 De leerlingen nemen bijlage 4 en 5, ze lezen de spreuken en associëren de spreuk met de juiste verklaring.
Bijlage 4 en 5
Groep 3: Peru en spelletjes
1 De leerlingen bekijken het fotoboekje van José (bijlage 11). Nadien vullen ze kopieerblad 3 in.
Bijlage 11
Kopieerblad 3, 6 Lijm, schaar
2 De leerlingen bekijken het weekmenu van José (kopieerblad 6). Ze verwerken deze gegevens in een tabel en tellen uit hoeveel driehoekjes nodig zijn. De driehoekjes plakken ze in de voedseldriehoek. Het zou kunnen dat ze buiten de voorziene balken op de voedingsdriehoek moeten kleven. Dit mag. Er ontstaat een ‘scheve voedingsdriehoek’. Het balkje beweging wordt niet ingevuld. A.d.h.v. enkele gerichte vragen noteren de leerlingen welke ‘fouten’ de voedingsdriehoek vertoont. Ze zoeken naar mogelijke verklaringen.
3 De leerlingen nemen de spelfiches (bijlage 6) en spelen Vos en schaap.
Bijlage 6
Speelgoedschapen, pionnen
Groep 4: Peru en knutselen
Bijlage 11
Kopieerblad 3, 6
1 De leerlingen bekijken het fotoboekje van José (bijlage 11). Nadien vullen ze kopieerblad 3 in.
Lijm, schaar
2 De leerlingen bekijken het weekmenu van José (kopieerblad 6). Ze verwerken deze gegevens in een tabel en tellen uit hoeveel driehoekjes nodig zijn. De driehoekjes plakken ze in de voedseldriehoek. Het zou kunnen dat ze buiten de voorziene balken op de voedingsdriehoek moeten kleven. Dit mag. Er ontstaat een ‘scheve voedingsdriehoek’. Het balkje beweging wordt niet ingevuld.
BOX 4 | JE EET WAAR JE WOONT
5e leerjaar
box 4 8
Je eet waar je woont
A.d.h.v. enkele gerichte vragen noteren de leerlingen welke ‘fouten’ de voedingsdriehoek vertoont. Ze zoeken naar mogelijke verklaringen. Bijlage 7
3 De leerlingen nemen bijlage 7 en maken papieren bloemen.
ie
Crêpepapier, satéstokjes, schaar, touw, plakband
Groep 5: Filippijnen en een stripverhaal maken
1 De leerlingen bekijken het fotoboekje van Vea (bijlage 12). Nadien vullen ze kopieerblad 3 in.
Bijlage 12 Kopieerblad 3, 7 Lijm, schaar
w eb ve rs
2 Ze bekijken het weekmenu van Vea (kopieerblad 7). Ze verwerken deze gegevens in een tabel en tellen uit hoeveel driehoekjes nodig zijn. De driehoekjes plakken ze in de voedseldriehoek. Het zou kunnen dat ze buiten de voorziene balken op de voedingsdriehoek moeten kleven. Dit mag. Er ontstaat een ‘scheve voedingsdriehoek’. Het balkje beweging wordt niet ingevuld. A.d.h.v. enkele gerichte vragen noteren de leerlingen welke ‘fouten’ de voedingsdriehoek vertoont. Er wordt gezocht naar mogelijke verklaringen.
Bijlage 9
Bij uitbreiding: computer met internet
3 De leerlingen stellen een fotoverhaal samen. Uitbreiding: ze kunnen een kijkje nemen op de website van de Jollibee en hun favoriete gerecht kiezen. Groep 6: Filippijnen en koken
1 De leerlingen bekijken het fotoboekje van Vea (bijlage 12). Nadien vullen ze kopieerblad 3 in.
Bijlage 12
Kopieerblad 3, 7 Lijm, schaar
2 De leerlingen bekijken het weekmenu van Vea (kopieerblad 7). Ze verwerken deze gegevens in een tabel en tellen uit hoeveel driehoekjes nodig zijn. De driehoekjes plakken ze in de voedseldriehoek. Het zou kunnen dat ze buiten de voorziene balken op de voedingsdriehoek moeten kleven. Dit mag. Er ontstaat een ‘scheve voedingsdriehoek’. Het balkje beweging wordt niet ingevuld. A.d.h.v. enkele gerichte vragen noteren de leerlingen welke ‘fouten’ de voedingsdriehoek vertoont. Er wordt gezocht naar mogelijke verklaringen.
Bijlage 8 Fruit
Mesjes
Kommetjes Lepeltjes
3 Afsluiter Eventueel vanille-ijs
Kopieerblad 8 Groepswerk
3 De leerlingen maken Halo-halo, een Filippijns gerecht. Het is een fruitsla, gecombineerd met cornflakes (of crispies). De keuze van het fruit dat gebruikt wordt, kun je zelf bepalen maar wegens het tropische klimaat in de Filippijnen zijn ananas, banaan, mango … voor de hand liggend, maar niet noodzakelijk. In bijlage 8 vinden de leerlingen een uitgeschreven stappenplan.
3.1 Voorbereiding
Elke groep krijgt een fiche ‘Hoe stel ik mijn land voor?’. De fiche bevat een aantal richtlijnen. De leerlingen lezen de fiche en bereiden hun voorstelling voor.
BOX 4 | JE EET WAAR JE WOONT
5e leerjaar
box 4 9
Je eet waar je woont
Presentatie
3.2 Voorstelling
ie
Ze maken ook afspraken: Wie doet wat? Volgorde? Wie zegt wat? Wanneer? Wie toont wat? Wanneer?
Elke groep stelt zijn informatie voor aan de andere groepen. Ze krijgen hiervoor maximum 5 minuten.
w eb ve rs
3.3 Samenvatting
Leergesprek
Hang de voedseldriehoeken aan het bord, maakt een samenvatting en sluit af met ‘je eet waar je woont’.
BOX 4 | JE EET WAAR JE WOONT
5e leerjaar
w eb ve rs
ie
KOPIEERBLAD 1 - DRIEHOEKJES KNIPBLAD
KOPIEERBLAD 2A - MIJN VOEDSELDRIEHOEK
5e leerjaar
Weet je nog wat je gisteren gegeten hebt? Fruit en groenten? Een boterham met choco? Denk goed na en noteer alles in een tabel. Eerst even een voorbeeld om te tonen hoe het werkt.
ie
Als ontbijt at ik een boterham met choco en twee glazen melk. → Ik zet 1 kruisje bij brood, 1 kruisje bij restgroep en 2 kruisjes bij melk. Om 10 uur at ik een koek. → Ik zet een kruisje bij restgroep.
’s Middags at ik 2 boterhammen met kaas en boter en dronk ik een flesje water. → Ik zet 2 kruisjes bij brood, 1 bij kaas en 1 bij boter, 1 bij water.
w eb ve rs
’s Namiddags at ik een appel. → Ik zet 1 kruisje bij fruit.
Thuis dronk ik een glas water. → Ik zet 1 kruisje bij water.
En bij het avondeten at ik aardappelen met vlees en groenten met als dessert een pudding. → Ik zet 2 kruisjes bij aardappelen, 2 bij vlees en 2 bij groenten en 1 bij melk. Ik dronk ook twee glazen water. → Dus, 2 kruisjes bij water. ’s Avonds at ik een ijsje. → 1 kruisje bij restgroep.
Ik ging met de fiets naar school (15 min.) en ’s avonds ging ik een uur zwemmen. → 1 x fiets ‘s morgens, 1 x fiets ’s avonds, 4 x zwemmen (4 x 15 min.): 6 kruisjes
Mijn overzicht:
xx
x
xxx
Totaal
x
’s avonds
Vlees, vis, vleesvervangers, kaas, melk, sojaproducten 1 x = 1 glas melk, 1 potje yoghurt, 1 pudding, 1 ei, 1 snee kaas, 1 snee vleesbeleg 2 x = 1 portie vlees, 1 portie vis, 1 portie vleesvervangers
avondeten
Boter, olie 1 x = 1 sneetje brood met boter 2 x = 1 portie friet, 1 portie kroketjes
na school
x
speeltijd
speeltijd
x
middag
ontbijt
Restgroep 1 x = 1 koek, 1 ijsje, 1 klein zakje chips, 1 choco, 1 confituur, 1 portie cornflakes,1 frisdrank
x
WIT 3 GEEL 1
ROOD 6
KOPIEERBLAD 2B - MIJN VOEDSELDRIEHOEK
5e leerjaar
Fruit en groenten 1 x = 1 stuk fruit 2 x = 1 portie groenten
x
Water 1 x = 1 glas water, 1 tas thee of koffie 2 x = 1 portie soep !Fruitsap en Frisdrank = restgroep!
x
x
GROEN 3
xx
BRUIN 5
x
BLAUW 4
xx
x
xxxx
ORANJE 6
w eb ve rs
Beweging 1 x = 15 min. fietsen, 15 min. lopen, 15 min. sporten …
xx
xx
ie
Graan, rijst, aardappelen, pasta 1 x = 1 snee brood, 1 x muesli 2 x = 1 portie rijst, 1 portie pasta of spaghetti, 1 portie aardappelen, 1 portie couscous
x
En nu is het jouw beurt. Denk goed na. Wat heb je gisteren gegeten? Kruis aan.
Totaal
Beweging 1 x = 15 min. fietsen, 15 min. lopen, 15 min. sporten …
’s avonds
Water 1 x = 1 glas water, 1 tas thee of koffie 2 x = 1 portie soep !Fruitsap en Frisdrank = restgroep!
avondeten
Graan, rijst, aardappelen, pasta 1 x = 1 snee brood, 1 x muesli 2 x = 1 portie rijst, 1 portie pasta of spaghetti, 1 portie aardappelen, 1 portie couscous
na school
Fruit en groenten 1 x = 1 stuk fruit 2 x = 1 portie groenten
speeltijd
Vlees, vis, vleesvervangers, kaas, melk, sojaproducten 1 x = 1 glas melk, 1 potje yoghurt, 1 pudding, 1 ei, 1 snee kaas, 1 snee vleesbeleg 2 x = 1 portie vlees, 1 portie vis, 1 portie vleesvervangers
middag
Boter, olie 1 x = 1 sneetje brood met boter 2 x = 1 portie friet, 1 portie kroketjes
speeltijd
ontbijt
Restgroep 1 x = 1 koek, 1 ijsje, 1 klein zakje chips, 1 choco, 1 confituur, 1 portie cornflakes,1 frisdrank
WIT
GEEL
ROOD
GROEN
BRUIN
BLAUW
ORANJE
KOPIEERBLAD 2C - MIJN VOEDSELDRIEHOEK
5e leerjaar
Heb je alles aangekruist? Ben je niets vergeten? 1 Tel dan het aantal kruisjes en maak het totaal per rij. Schrijf de som in de kolom ‘totaal’.
w eb ve rs
3 Plak de driehoekjes op de voedingsdriehoek. Begin telkens bij cijfer 1. Heb je te veel driehoekjes? Geen probleem, dan mag je buiten de driehoek plakken.
ie
2 Elke rij staat voor een kleur. Neem je knipblad en knip het juiste aantal driehoekjes per kleur uit.
KOPIEERBLAD 2D - MIJN VOEDSELDRIEHOEK
5e leerjaar
Hoe is het gesteld met jouw driehoek? Heeft jouw figuur de vorm van een driehoek? Ja
/
Neen
Wat gebruiken je meer dan goed voor je is? Omcirkel het antwoord.
ie
Omcirkel het juiste antwoord.
Restgroep - boter - vlees en melk - fruit en groenten - graan - water - beweging Hoe komt dit?
w eb ve rs
_______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat gebruiken je minder dan je nodig hebt? Omcirkel het antwoord.
Restgroep - boter - vlees en melk - fruit en groenten - graan - water - beweging Hoe komt dit?
_______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________
Vergelijk eens met je buur. Hebben jullie hetzelfde? Omcirkel het juiste antwoord.
Ja
/
Neen
KOPIEERBLAD 3 - IDENTITEITSFICHES
5e leerjaar
Identiteitsfiche Faruha Ik woon in _____________________________________________ , in het oosten van Congo. Ik ben _____________________ jaar.
ie
Ik ga naar _____________________________________________ . Later wil ik _____________________________________________ worden.
Alle gezinnen kweken _____________________________________________ , zoals maïs en rode bonen. Bijna iedereen kookt met _____________________________________________ .
w eb ve rs
Ik hou van _____________________________________________ .
Identiteitsfiche José
Ik woon in _____________________________________________ , de hoofdstad van Peru. Ik ben _____________________ jaar.
Ik werk als _____________________________________________ op de markt.
Mijn lievelingsdieren zijn _____________________________________________ ,
_____________________________________________
en _____________________________________________ .
Ik hou niet van lama’s, waarom?
_______________________________________________________________________________________________________________________________________
Veel Peruanen kweken _____________________________________________ . Er bestaan meer dan 100 verschillende soorten.
Identiteitsfiche Vea
Ik woon op het eiland _____________________________________________ , in de Filippijnen. Ik zit op een _____________________________________________ school.
Thuis help ik mijn moeder met _____________________________________________ .
Mijn lievelingsvak is _____________________________________________ .
Ik wil later _____________________________________________ worden.
Ik lust graag champorado. Dit is rijstepap met _____________________________________________ .
Ik zing graag _____________________________________________ .
KOPIEERBLAD 4A - VOEDINGSDRIEHOEK CONGO
Wat eet Furaha?
5e leerjaar
Hoe vaak eet/drinkt hij het per week? 1x
forel, makreel, kabeljauw, gedroogde vis
4x
mango, banaan, ananas, kokosnoot, papaya
2x
wortelen, ajuin, saka saka, prei, aubergine, pepers, tomaat …
3x
tarwemeel, maïs, rijst, aardappel, couscous, maniok …
14 x
melk
ie
kip, bonen, geit, varken
1x
kaas, yoghurt
0x
water
10 x 7x
w eb ve rs
thee
Wat moet je doen? Reken uit hoeveel driehoekjes je van elke kleur nodig hebt. Knip het juiste aantal driehoekjes. Plak de driehoekjes in de driehoek. Beantwoord daarna volgende vragen.
Heeft de voedingsdriehoek van Congo de vorm van een driehoek? Omcirkel het juiste antwoord.
Ja
/
Neen
Wat gebruiken Congolezen meer dan goed voor ze is? Omcirkel het antwoord. Restgroep - boter - vlees en melk - fruit en groenten - graan - water Hoe komt dit?
_______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat gebruiken Congolezen minder dan ze nodig hebben? Omcirkel het antwoord. Restgroep - boter - vlees en melk - fruit en groenten - graan - water Hoe komt dit?
_______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________
5e leerjaar
w eb ve rs
ie
KOPIEERBLAD 4B - VOEDINGSDRIEHOEK CONGO
KOPIEERBLAD 5A - PROCES VAN DE PINDANOOT
5e leerjaar
Aardnoten, apennootjes, olienoten, pinda’s, peanuts, des cacahuetes, des arachides Waar komen ze vandaan? Waarom heten ze aardnoten?
w eb ve rs
Heb je na deze opdracht zin gekregen in pinda’s? Open het zakje en proef eens. Eet ze nog niet allemaal op, speel eerst het pindaspel!
ie
Verbind de juiste foto’s met de tekstkaders en je weet snel hoe alles in elkaar steekt.
KOPIEERBLAD 5B - PROCES VAN DE PINDANOOT
5e leerjaar
Na de bloei komen er aan de plant uitlopers, een soort stengels. Die boren zich in de grond en daaraan komen telkens een drietal vruchten. Vandaar ook de naam ‘aardnoten’. Echte noten zijn het dus niet, die groeien immers aan bomen of struiken maar niet onder de grond.
w eb ve rs
In september of oktober worden de vruchten geoogst. Ze moeten eerst drogen in de zon of in silo’s.
ie
Pinda’s groeien aan lage planten die over de hele wereld voorkomen. Ze groeien het best in een tropisch klimaat d.w.z. dat ze houden van veel warmte en op tijd wat regen.
Meestal zitten er 2 zaadjes in een vrucht, maar soms gebeurt het dat er 3 of zelfs 4 nootjes in zitten. Nadat de vruchten gepeld zijn, worden de noten heel kort gekookt zodat de vliesjes loskomen. Daarna worden ze verder verwerkt.
De noten kunnen gemalen worden tot pindakaas of geperst worden tot olie (arachideolie).
De noten kunnen ook gegeten worden door mensen. Rauw zijn ze nog niet echt lekker. Ze worden gebrand en bestrooid met zout of suiker.
Vogels vinden de nootjes ongebrand ook heerlijk.
In Amerika worden de meeste pinda’s geplant en geoogst met machines op grote landbouwbedrijven. Hierdoor is de prijs van de pinda’s erg gedaald. Heel wat pindaboeren die niet veel grond hebben en te weinig geld hebben om machines aan te schaffen, verdienen door de lage prijzen nauwelijks genoeg geld om hun gezin te onderhouden.
KOPIEERBLAD 6A - VOEDINGSDRIEHOEK PERU
Wat eet JosĂŠ?
5e leerjaar
Hoe vaak eet/drinkt hij het per week? 3x
maĂŻs, tortilla, pasta, aardappel, rijst, brood
13 x
bonen, kip, forel, cavia, kikkererwten, ei
4x
melk, yoghurt
2x
water, bouillon
13 x
rietsuiker, chocolade
ie
ajuin, wortel, bakbanaan, cactusvrucht, avocado, abrikoos
2x
w eb ve rs
Wat moet je doen? Reken uit hoeveel driehoekjes je van elke kleur nodig hebt. Knip het juiste aantal driehoekjes. Plak de driehoekjes in de driehoek. Beantwoord daarna volgende vragen.
Heeft de voedingsdriehoek van Peru de vorm van een driehoek? Omcirkel het juiste antwoord.
Ja
/
Neen
Wat gebruiken Peruvianen meer dan goed voor ze is? Omcirkel het antwoord. Restgroep - boter - vlees en melk - fruit en groenten - graan - water Hoe komt dit?
_______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat gebruiken Peruvianen minder dan ze nodig hebben? Omcirkel het antwoord. Restgroep - boter - vlees en melk - fruit en groenten - graan - water Hoe komt dit?
_______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________
5e leerjaar
w eb ve rs
ie
KOPIEERBLAD 6B - VOEDINGSDRIEHOEK PERU
KOPIEERBLAD 7A - VOEDINGSDRIEHOEK FILIPPIJNEN
Wat eet Vea?
5e leerjaar
Hoe vaak eet/drinkt hij het per week? 3x
rijst, maïs, noedels, aardappel, bakbanaan,..
20 x
kip, zeevruchten, inktvis, varkensvlees, kikkererwten, eieren, sperzieboontjes …
4x
melk, yoghurt
ie
spinazie, sojascheuten, aubergine, ui, tomaat, wortel … meloen, mango, ananas, kokosnoot, papaya, atis, ramboetan …
2x
water, bouillon
25 x
kokosolie, palmolie …
7x 2x
w eb ve rs
rietsuiker, chocolade, chips, snoepjes …
Wat moet je doen? Reken uit hoeveel driehoekjes je van elke kleur nodig hebt. Knip het juiste aantal driehoekjes. Plak de driehoekjes in de driehoek. Beantwoord daarna volgende vragen.
Heeft de voedingsdriehoek van Filippijnen de vorm van een driehoek? Omcirkel het juiste antwoord.
Ja
/
Neen
Wat gebruiken Filippijnen meer dan goed voor ze is? Omcirkel het antwoord. Restgroep - boter - vlees en melk - fruit en groenten - graan - water Hoe komt dit?
_______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat gebruiken Filippijnen minder dan ze nodig hebben? Omcirkel het antwoord. Restgroep - boter - vlees en melk - fruit en groenten - graan - water Hoe komt dit?
_______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________________
5e leerjaar
w eb ve rs
ie
KOPIEERBLAD 7B - VOEDINGSDRIEHOEK FILIPPIJNEN
KOPIEERBLAD 8 - PRESENTATIETIPS
5e leerjaar
Hoe stel ik mijn werk aan de groep voor?
Vertel ook iets over Congo, de Filippijnen en Peru. Zoek eventueel extra informatie op in je atlas.
w eb ve rs
Vertel iets over de voedseldriehoek. Wat is er opvallend aan? Hoe komt dat? Teken de driehoek op het bord of op een groot blad. Vergelijk die met onze driehoek.
ie
Wie is Furaha, Vea of José? Waar wonen ze, wat doen ze graag, waar houden ze van? Gebruik hiervoor het fotoboekje.
Vertel daarna over hetgeen je gedaan hebt met je groep. Laat de anderen meeproeven, -spelen, -lezen, -kijken … Veel succes!
Hoe stel ik mijn werk aan de groep voor? Wie is Furaha, Vea of José? Waar wonen ze, wat doen ze graag, waar houden ze van? Gebruik hiervoor het fotoboekje. Vertel ook iets over Congo, de Filippijnen en Peru. Zoek eventueel extra informatie op in je atlas.
Vertel iets over de voedseldriehoek. Wat is er opvallend aan? Hoe komt dat? Teken de driehoek op het bord of op een groot blad. Vergelijk die met onze driehoek.
Vertel daarna over hetgeen je gedaan hebt met je groep. Laat de anderen meeproeven, -spelen, -lezen, -kijken … Veel succes!
Lichaamsbeweging
Water
Graanproducten Aardappelen
Groenten
Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten
ie
Fruit
Vlees, vis, eieren Vervangproducten
DE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK
w eb ve rs
Smeer- en bereidingsvet
Restgroep
BIJLAGE 1 - VOEDINGSDRIEHOEK 5e leerjaar
BIJLAGE 2 - ROLVERDELING
5e leerjaar
Als secretaris • controleer je of alle opdrachten uitgevoerd zijn. • lees je de opdracht luidop voor in de groep.
Als materiaalmeester • verzamel je alle materialen en fiches. • zorg je ervoor dat iedereen de fiches kan bekijken.
Als bemiddelaar • geef je complimenten als alles goed verloopt. • stimuleer je een groepslid dat niet zo goed meewerkt.
Als verslaggever • ben jij diegene die de oplossing aan de leerkracht laat zien. • vul jij het werkblad in.
w eb ve rs
ie
Als organisator • zorg je ervoor dat iedereen zijn of haar rol vervult. • spreek je af welk antwoord de groep noteert.
Als organisator • zorg je ervoor dat iedereen zijn of haar rol vervult. • spreek je af welk antwoord de groep noteert.
Als secretaris • controleer je of alle opdrachten uitgevoerd zijn. • lees je de opdracht luidop voor in de groep.
Als materiaalmeester • verzamel je alle materialen en fiches. • zorg je ervoor dat iedereen de fiches kan bekijken.
Als bemiddelaar • geef je complimenten als alles goed verloopt. • stimuleer je een groepslid dat niet zo goed meewerkt.
Als organisator • zorg je ervoor dat iedereen zijn of haar rol vervult. • spreek je af welk antwoord de groep noteert.
Als secretaris • controleer je of alle opdrachten uitgevoerd zijn. • lees je de opdracht luidop voor in de groep.
Als materiaalmeester • verzamel je alle materialen en fiches. • zorg je ervoor dat iedereen de fiches kan bekijken.
Als bemiddelaar • geef je complimenten als alles goed verloopt. • stimuleer je een groepslid dat niet zo goed meewerkt.
Als verslaggever • ben jij diegene die de oplossing aan de leerkracht laat zien. • vul jij het werkblad in.
Als verslaggever • ben jij diegene die de oplossing aan de leerkracht laat zien. • vul jij het werkblad in.
BIJLAGE 3 - PINDASPEL
5e leerjaar
Het enige wat je nodig hebt om het pindaspel te spelen zijn pindanoten natuurlijk! Je kunt het spel spelen met zoveel spelers als je zelf wil.
Spelregels
ie
Voorbereiding
w eb ve rs
• Pel de pindanoten voorzichtig zodat iedere speler 4 mooie, halve schelpen heeft. (De pindanootjes mag je opeten!) • Iedere speler neemt om de beurt de pindaschelpen in beide handen, schudt ze goed, blaast op de schelpen en gooit ze op de tafel. (Afhankelijk van hoe de schelpen vallen, krijg je punten) • Leg een blad papier klaar voor het bijhouden van de score. Schrijf er de namen van de deelnemers op en duid iemand aan om de punten te noteren. Hieronder kun je de score terugvinden. • Wie als eerste 100 punten behaalt, is de winnaar. Punten tellen: 4 mogelijkheden
Gegooide schelpjes op de tafel
Punten
1 schelpje open en 3 omgedraaid
0
3 schelpjes open en 1 omgedraaid
0
2 schelpjes open en 2 omgedraaid
5
4 schelpjes omgedraaid
10
4 schelpjes open
20
BIJLAGE 4 - SPREUKEN SPELFICHE
5e leerjaar
Furaha’s grootvader is een wijs man. Een teken van wijsheid is het gebruik van spreuken.
Werkwijze Leg de spreukkaartjes in het midden. Geef iedereen in de groep een betekeniskaartje. Neem om de beurt een spreukkaartje en lees voor. Zoek wie de bijbehorende betekeniskaart heeft. Als iedereen akkoord is, leg dan de spreuk en de betekeniskaart naast elkaar. De kaarten blijven op twee rijen open liggen. • Ben je klaar? • Wat vind je de tofste spreuk?
w eb ve rs
ie
• • • • •
Leer ook Lingala Tel van 1 tot 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
mokó mibalé misato minei mitâno motóbá sâmbo mwâmbe libwà aómi
Mbote! Sango nini? Malamu!
Goedendag! Hoe gaat het met jou? Goed!
Nazali Furaha Nazali mwana
Ik ben Furaha, ik heet Furaha Ik ben een kind
Mwana Mwana mobali Mwana mwasi Mobali Mwasi
kind jongen meisje man vrouw
BIJLAGE 5 - SPREUKEN- EN BETEKENISKAARTJES CONGO
5e leerjaar
Dit zijn de spreukkaartjes.
De kip eet maar wat in haar keel past! Eet de kip en laat de kuikentjes vrij.
ie
De hand vergeet de mond niet.
Het geitenvet wordt gegeten als het nog warm is.
w eb ve rs
Wie te snel eet, kan zijn mond verbranden.
Zout smaakt lekker in de mond, maar niet in het hart. Eet een beetje en bewaar een beetje.
Dit zijn betekeniskaartjes.
Leef volgens je mogelijkheden.
Leef vandaag, maar denk ook aan de toekomst.
Zelfs in moeilijke momenten vergeet je je vrienden niet. Los een ruzie onmiddellijk op.
Wie te snel uitspraken doet, kan wel eens iets verkeerd zeggen en er snel spijt van krijgen.
Kritiek geven kan wel goed zijn voor wie haar uitspreekt, maar je kwetst de mensen aan wie de kritiek gericht is.
Spring zuinig om met je bezittingen en hou in een periode van overvloed rekening met het feit dat er nog moeilijkere tijden kunnen komen.
BIJLAGE 6A - SPELLEN: VOS EN SCHAAP EN LAS CUCHARAS
5e leerjaar
Spel 1: Vos en schaap
Nodig
ie
Vos en schaap is een spel dat vaak gespeeld wordt door kinderen na het avondeten. Het spel speel je best per twee.
- spelbord - 12 speelgoedschapen - pionnetjes - blokjes (de blokjes zijn een eventuele vervanging van de speelgoedschapen)
w eb ve rs
Voorbereiding
De vos staat in het midden van zijn hol (grote driehoek op het speelbord). De schapen (12) staan op de kruispunten op de achterste lijn (5 schapen), op de voorlaatste lijn (5 schapen) en op het derde kruispunt van de twee buitenste verticale lijnen (zie afbeelding).
Spelregels
1 De lijnen zijn de paden waarover de vos en de schapen mogen lopen.
2 De vos kan telkens 1 stap zetten naar voren, naar achteren, zijwaarts of schuin naar een volgend kruispunt. De vos eet een schaap op, als hij er overheen kan springen. Hij kan dat dus alleen doen als het kruispunt net achter het schaap vrij is. 3 De schapen mogen ook telkens ĂŠĂŠn stapje doen, maar zij mogen nooit achteruit lopen. 4 De vos wint als alle schapen opgegeten zijn.
5 De schapen winnen als er 6 schapen in de grot aan de overkant zitten (de grot is de grote driehoek aan de rechterzijde van het speelbord - zie afbeelding). Daar zijn ze veilig en kunnen ze niet meer door de vos opgegeten worden. De schapen winnen ook als ze de vos omsingeld hebben zodat die geen stap meer kan zetten.
5e leerjaar
w eb ve rs
ie
BIJLAGE 6B - SPELLEN: VOS EN SCHAAP EN LAS CUCHARAS
BIJLAGE 6C - SPELLEN: VOS EN SCHAAP EN LAS CUCHARAS
5e leerjaar
Spel 2: Las cucharas
geen materiaal nodig
Aantal spelers
w eb ve rs
4 spelers (1 paard, 1 ruiter, 2 waarnemers)
ie
Wat heb je nodig
Spelregels
• 1 speler is paard, de ander is ruiter. • Het paard staat gebukt met het hoofd tegen de muur en de ruiter springt op de rug van het paard. • De ruiter steekt zijn hand op. Lepel = een volle hand opsteken Vork = 3 vingers opsteken Mes = 1 vinger opsteken • Het paard gokt wat de ruiter heeft getoond: lepel, mes of vork. • Bij een juist antwoord verwisselen beiden van positie. • Bij een fout antwoord blijft de ruiter op het paard zitten. • De twee waarnemers controleren de antwoorden en wisselen na vijf spelletjes met het paard en de ruiter.
BIJLAGE 7 - BLOEMEN MAKEN
5e leerjaar
Bloemen maken Bij grote feesten in Peru worden er heerlijke maaltijden geserveerd. En alles krijgt een feestelijk tintje.
ie
Dan komen al de buren, groot en klein samen om mooie en kleurrijke bloemen van papier te maken. Versieren is plezierig, want iedereen heeft wel een verhaal tijdens het knippen en plakken. Wist je dat men in sommige dorpen in de Andes de hoeden met bloemen versiert? In de lente zie je veel bloemen en dan gebruiken we natuurlijk verse snijbloemen.
w eb ve rs
Wat heb je nodig? - crêpepapier - satéstokjes - schaar - touw - plakband
Werkwijze
- Knip een strook papier van 10 cm x 80 cm. - Plooi die in vier en knip één kant af in golvende of puntige lijn. - Draai deze strook rond het stokje. - Maak het strookje dan vast met touw of plakband.
BIJLAGE 8A - HALO-HALO
5e leerjaar
Voor dessertkunstenaars die niet bang zijn van 0°C.
Vooraf Vul een plastic doos een dag op voorhand met water en plaats die in de diepvries.
Materiaal
8 frisdrankglazen 8 dessertlepels per ingrediënt een soeplepel en een kleine kom een hamer een plastic zak kommen een kop om als maatbeker te gebruiken een houten lepel een ijsschaaf of aardappelschiller om ijs te schrapen een pannenlikker (of gewassen vingers als je kan wachten tot de pan is afgekoeld) een keukenhanddoek, vaatdoek en wasbak of kom als je water in een kookpot moet opwarmen voor de afwas een … kookpot.
w eb ve rs
• • • • • • • • • • • •
ie
Het recept is berekend voor 8 personen.
Ingrediënten • • • • • • • • • •
1 banaan 1 kop gepofte rijst 1 pot rode jam of 1 kop rode gelatine in blokjes gesneden 1 kiwi andere vruchten volgens het seizoen en je budget: aardbeien, kersen, avocado … 1 blikje gecondenseerde melk ¾ kop suiker ½ kop cashewnoten een blok ijs 1/2 liter roomijs
BIJLAGE 8B - HALO-HALO
5e leerjaar
1 Plet de noten. (Stop ze in een plastic zak. Sluit de zak. Plet met een hamer.) 2 Snijd het fruit in blokjes. 3 Doe al de ingrediĂŤnten in een afzonderlijke kom. 4 Plaats overal een soeplepel in. 5 Stal uit zoals bij een buffet. Iedereen mag zelf zijn Halo-halo samenstellen. 6 Naargelang het geschaafde ijs smelt of op geraakt meer ijs schaven. Smakelijk!
w eb ve rs
Bij echte Halo-halo horen gekookte rode bonen. Hier heb je wel meer werk aan. Iets voor jou?
ie
Werkwijze
BIJLAGE 9A - STRIPVERHAAL
5e leerjaar
Wat je over de Filippijnen moet weten voor je aan het stripverhaal begint.
Jollibee
SMS’je
ie
De Jollibee is een Filippijns fastfoodrestaurant. Filippijnen zijn er dol op. Je kunt er hamburgers, bicky burgers en chicken joy met rijst eten. Dit is kip in een krokant jasje met rijst. Frietjes kun je er ook eten. Maar Filippijnen verkiezen rijst. Het symbool van de Jollibee is een vrolijke bij. Jolli= vrolijk en bee= bij.
w eb ve rs
Bijna elke Filippijn heeft een gsm. Er wordt heel veel heen en weer gesms’t. Filippijnen gebruiken heel wat afkortingen. Kun je ze ontcijferen? Denk eraan: de uitspraken zijn vooral in het Engels. Suc6 =
______________________________________________________________________________________________________________________________
Bskball =
____________________________________________________________________________________________________________________________
Jobee = ______________________________________________________________________________________________________________________________ Bbq = ________________________________________________________________________________________________________________________________ 8BY = ________________________________________________________________________________________________________________________________ CU = _________________________________________________________________________________________________________________________________
Werkwijze 1 2 3 4 5 6
Knip alle foto’s uit. Knip alle tekstballonnen uit. Maak een verhaal, verzin je tekst. Je hoeft niet alle foto’s en tekstballonnen te gebruiken. Plak het verhaal met lijm op een leeg blad. Is je verhaal af? Laat het dan lezen door je groep. Welk verhaal vind je het leukst? Schrijf hier de naam van de maker op.
___________________________________________________________________________________________________________________________________
Waarover gaat het verhaal?
___________________________________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________________________________
Uitbreiding
Wil je meer weten over wat de Filippijnen eten? Kies zelf een menu bij de Jollibee. Surf naar http://www.jollibee.com.ph/ en klik dan op menu. Welk gerecht is jouw favoriet?
BIJLAGE 9B - KNIPBLAD FOTO’S
w eb ve rs
ie
5e leerjaar
BIJLAGE 9C - KNIPBLAD FOTO’S
w eb ve rs
ie
5e leerjaar
5e leerjaar
w eb ve rs
ie
BIJLAGE 9D - KNIPBLAD TEKSTBALLONNEN
BIJLAGE 10A - FICHES CONGO
5e leerjaar
1
2
KARIBU!
BELGI Ë
Uit het schoolboek van Furaha: FRA NKRI J K
I TA LI Ë
( P O RT. )
ie
T UNES IË
PO
RTU
GA
L
Land: Congo GRI EKENLA ND TURKI J E Officiële naam: République Démocratique de Congo Algiers Tunis Tanger (Democratische Republiek Congo) Rabat SYRI Ë Oran Made i ra CYPRUS I RA N Fès Casablanca MIDDELLANDSE LI B. ZEE Tripoli Hoofdstad: Kinshasa Marrakech I RA K Port Said Canarische MAROKKO Benghazi I SR. Eil ande n Alexandrië Inwoners: 66.514.500 (schatting juli 2008) J ORD. Caïro Suez ALGERIJE LIBIË(vanuit het noorden met de klok mee): Centraal Grenzen SAUDI - A RA BI Ë EGYPTE eftskeerkring Afrikaanse Republiek, Oeganda, Rwanda,KreBurundi, Aswan MAURITANIË Tanzania, Zambia, Angola, Republiek Congo (ook wel MALI Port Soedan Nouakchott NIGER Congo-BrazzavilleSOEDAN genoemd, om het verschil met CongoTombouctou Dakar Agadez TSJA AD E R IT R E A SEN EGAL Khartoem Asmara Kinshasa aan te geven) Niamey GAMBIA J EMEN A Bamako Banjul I N Ouaga- Ni ge GUIN EE2 RK Kano Ndjamena r D J IB O België) UTI U S O dougou (60 keer Oppervlak: 2.344.858 km BISSAU B Djibouti G UI NEE FA SPA NJ E
W
ES
TE
L.
SA
Nijl
HA
RA
( SP. )
RO
DE
ZE
NIGERIA Abuja
ETHIOPIË
Addis Abeba
AL
M
SO
DA
AN
E
LL
C B RO N G AZ OZA VI
Kigali
Bujumbura
TANZANIA
Dodoma Dar es Salaam
MALAWI
Lubumbashi
ZAMBIA
UE
Q
M A DA GA S K A R
Antananarivo
Windhoek
Gaborone
Johannesburg
Furaha: ‘Ik woon in Rumangabo, het hoofdkwartier van de rangers (parkwachters) midden in het Virungapark. We hebben geen stromend water, maar wel een put. Een hele diepe. We laten een jerrycan aan een lange dunne paal zakken om hem te vullen.’
M
BI
NAMIBIË BOTSWANA
ZA
Harare
4
INDISCHE OCEAAN
CO M O R E N
Lusaka
Z IM BA BW E
3
Mombasa
Lilongwe
O
Zambezi
( V. K . )
Ev e n a a r
Nairobi
M
ANGOL A
Lobito
Mogadishu
KENIA
Kampala
Luanda
ATLANTISCHE OCEAAN
S t- H e le na
IË
O
ER
M
KA
Porto-Novo
Lomé
Accra
Yamoussoukro Abidjan
LI B E R IA
Monrovia
CE N T R .- A F R IK .R E P. ‘Welkom! Ik ben Furaha. Ik ben net elf jaar geworden. Yaoundé Bangui Malabo Ik woon in het oosten van Congo. In het oudste nationaleEQUAT.- GUI NEA Libreville Kongo Kisangani GA B O N park van Afrika: het Virungapark. SÃ O TOMÉ DEM.REP. EN PRI NCI PE RWA N DA Het is hier prachtig. Maar ook gevaarlijk. Er wordt veel KONGO B U R U N D I Brazzaville Kinshasa gevochten in de provincie waar ik woon. Kananga Matadi
EG
Ibadan Lagos
O
GHANA
EN
I VOORKUST
TO G O B E NIN
w eb ve rs
E
Conakry
Freetown SIERRA LEON E
Oranje
Tshwane
Maputo
Ste en b o k s k e e r k r
ing
SWA Z ILA N D
LES OT H O Durban Furaha: ‘Ik ga graag naar school, want ik ben ZUID-AFRIKA nieuwsgierig. Vorig jaar kwam hier een groep mensen Kaapstad die van alles vroegen. Ze waren net zo nieuwsgierig als ik. Dat waren journalisten. Sindsdien weet ik dat ik journalist wil worden.’
‘Alle kinderen die ik ken, willen leren. Onze toekomst hangt ervan af.’
BIJLAGE 10B - FICHES CONGO
5e leerjaar
5
6
Furaha: ‘Mijn vader is parkwachter in het Virungapark. Dat park is in 1925 door de Belgen gemaakt. Zij waren toen de baas in ons land.’
Furaha: ‘Ik hou van muziek.’
w eb ve rs
Mijn vader heeft een baan. Toch zijn we niet rijk. Ons huis is gemaakt van wit plastic en hout. De armoede in Congo is groot. Iedereen moet voor zichzelf zorgen. Vandaar dat de meeste mensen voor hun eigen eten zorgen.
ie
Furaha: ‘Alle gezinnen die hier wonen, kweken hun eigen groenten.’
Congo is bekend om zijn dansmuziek: de soukous. De meest bekende Congolese soukousband is misschien wel papa Wemba.
Furaha: ‘Bijna niemand in Congo kookt op gas. Zelfs niet in de stad. Iedereen gebruikt houtskool. Jammer genoeg zijn vooral de oudere bomen in het park geschikt om houtskool van te maken. Omdat het hout zwaar is, brandt de kool langer.’
BIJLAGE 11A - FICHES PERU
1 HOLA
K re e f t s k e
5e leerjaar
erkring
2
Havana
CU BA
MIDDEN-
Uit Josés aardrijkskundeboek: HAÏTI AMERIKA JAMAICA
BELIZE
MEXICO
D O M I N I C . R E P.
Santo Domingo
Port-au- Puer to R i co ( V.S .) Kingston Prince G uade lo up e ( Fr
D O M I N I CA Mar ti n ique ( Fr Land: Peru CARIBISCHE ZEE HONDURAS BA R BA DOS GUATEMALA Officiële naam: República del Peru GR E N A DA NICARAGUA 2 EL SALVADOR Oppervlak: 1,285,220 km (37,7 x Nederland) Ik woon in Cuzco, de hoofdstad van het oude Incarijk. TR I NI DA D EN T Barranquilla Maracaibo Inwoners: 28,4 miljoen (schatting 2003) Caracas Port of Spain Panama COSTA RICA Orinoco Hoofdstad: Lima Georgetown PANAMA
Cali
COLOMBIA
Param
G UYA N A
Peru ligt aan de Westkust vanBogotá Zuid-Amerika.
G UYA N A
VENEZUEL A
Medellin
SUR I N A M E
ie
‘Ik heet José Quispe Quispe en ik ben 12 jaar.
Quito
w eb ve rs
ECUADOR
Ev e n a a r
Galápagoseilanden (EC.)
Guayaquil
Amazone
Manaus
BRAZI
PERU
Lima
Cuzco
BOLIVIA La Paz
o
rk ring kskee
b SteenMijn José: ‘Ik zit in de zesde klas van een privé-school. pleegouders betalen alles.’
á Pa ra n
4
PARAGUAY
Antofagasta
CHILI
3
Sucre
Asunción
José: ‘De portemonnee van veel Peruanen is heel ARGENTINIË erg dun. Dus lopen ze met een grote bocht om de Córdoba supermarkt heen, want op de markt is alles goedkoper.’ Rosario
Valparaiso ‘Ik werd als klein jongetje in Cuzco te vondeling gelegd. Santiago GROTE OF STILLE Ik groeide op in een weeshuis en op mijn achtste werd ik OCEAAN Concepción José is ober op de markt van Pisac. geadopteerd. Mijn pleegouders zorgen voor sportlessen en begeleiding bij huiswerk,’ vertelt José.
URUGUAY
Montev
Buenos Aires
Bahia Blanca
José zit in het vijfde leerjaar.
Punta Arenas
Zui d -S h etlan deil a n d en ( V.K .)
Falklan de ilan de n
Zu ei
BIJLAGE 11B - FICHES PERU
5e leerjaar
5
6
José: ‘Ik houd niet zo van lama’s. Als ze de oren naar achteren vouwen, zijn ze een kwak spuug aan het klaarmaken. Die wil ik niet in m’n gezicht krijgen!’
Zijn verjaardag vindt José een topfeest. ‘Dan mag je de baas zijn van het huis. In de keuken wordt een verrassing bereid. Dan word je geblinddoekt en tataratááá: dan mag je het zien!’
Wist je dat we in Peru veel aardappelen eten? Wij hebben meer dan honderd soorten.
w eb ve rs
Mijn favoriete dieren zijn honden en poezen. En dolfijnen! ‘Die leven aan de kust, maar je vindt ze ook in de jungle. Echt waar!’, vertelt José. De natuur van Peru is bijzonder rijk. Misschien wel omdat het land zoveel soorten klimaat en landschappen heeft. In Peru leven ook de meeste vogelsoorten ter wereld.
José is dol op lekkere hapjes. ‘Kip en nasi en pizza is mijn lievelingskost.
ie
‘Lama’s kunnen zo hard spugen, dat ze een ruit kunnen breken,’ weet José.
Nizjni Novgorod Kazan Samara
BIJLAGE 12A - FICHES FILIPPIJNEN
Perm
Am
Tsjeljabinsk Omsk
1
grad
Komsomolsk
Jekaterinenburg
Ufa
Novosibirsk
oer
2
Astana
Changchun
Uit Vea’s schoolboek:
Ulaanbaator
Bisjkek
Asjchabad
Dusjanbe
us
Kaboel
AFGHANISTAN
Wuhan
I nd
AN
Tsengtu
Islamabad Lahore
ng
ts
e
ng
Chongqing
Taipei
TAIWAN
(Formosa)
NEPAL
Guangzhou
w eb ve rs
PAKISTAN New Delhi
Ja
a ki
Riukiu-eilanden (JAP.)
CHINA
TADZJIKISTAN
GROTE OF STILLE OCEAAN
KIRGIZIË
ran
NOORD-KOREA
Anshan
ie
Tasjkent
Fushun
Shenyang
Pyongyang Land: Filippijnen Seoel Peking Officiële naam: Repubika Tientsin ng Pilipinas (Republiek der ZUID-KOREA Kitakiusju Qingdao Filippijnen -Taiyuan RP) Nagasaki Jinan 2 (8 maal Nederland) Oppervlak: 300.000 km gho Zhengzhou oan Inwoners: Hruim 97 miljoen (schatting juli 2009) Lanzhou Sjanghai Nanjing Xi’an Hoofdstad: Manilla
Ürümqi
Almaty
RKMENISTAN
Vladivostok
Harbin
MONGOLIË OEZBEKISTAN
Karachi
Masqat
N
Ga
Kanpur
ng
es
Kunming
BHUTAN
Hongkong Macau
Kathmandu
BANGLADESH
Kree‘Ik ftskheet eerkrinVea g
Clarisse Viloria. Dhaka Hanoi Ahmadabad Kolcata MYANMAR Dat klinkt Spaans, maar ik ben toch (Calcutta) echt een Filippijns LAOS INDIA meisje. Vientiane Mumbai Puna Luzon, maar er zijn nog 7.106 Ik woon (Bombay) op het eiland Haiderabad Rangoon THAILAND andere eilanden die samen mijn land vormen. (Yangon) VIETNAM
Luzon
Manilla
FILIPIJNEN
Bangkok
Mindanao
CAMBODJA
Bangalore
Chennai
Laccadiven (IND.)
3
5e leerjaar
Sapporo
Irkoetsk
HALLOKAZACHSTAN
rzië)
Koerilen
RUSL AND
Ob
u
SRI LANKA
Phnom-Penh
Andamanen (IND.)
BRUNEI
Nicobaren (IND.)
4
Colombo
Kuala Lumpur MALEISIË SINGAPORE
Sulawesi
m
at
ra
I
INDISCHE OCEAAN
Leslokaal van een privé-school in de hoofdstad Manilla.
Borneo
(Celebes) (Kalimantan) Vea: ‘Thuis help ik mijn moeder en oma. Vooral met rijst stampen, want dat is zwaar werk. Hier kunnen zowel N Dals meisjes O N stampen, E Sdat maakt I Ëniet uit.’ jongens rijst
Su
Vea: ‘Ik zit op een privé-school. Daar hebben ze R computers. Je kunt er sneller en meer dan op EVE NA Aleren openbare scholen.’
Davao
Ho Chi Minhstad (Saigon)
Jakarta
Flores
Surabaya
Dili
OOSTTIMOR
Java Bandungop de Mannen rijden tractor of een karbouw (soort koe). Ze repareren de dijkjes van de rijstterrassen, onderhouden de buizen en geulen waardoor het bevloeiingswater stroomt, sjouwen met zware zakken rijst en zorgen voor het transport. Vrouwen planten en oogsten de rijst en koken er een lekker maaltje van.
Vea: ‘Ik eet wel 100 kilo rijst per jaar. Als ontbijt, bij de lunch en ‘s avonds. Dat doen alle Filippijnen.
BIJLAGE 12B - FICHES FILIPPIJNEN
5e leerjaar
6
Bij ons ga je na de kleuterschool naar Grade 1 (eerste klas). Je bent dan zeven. Het basisonderwijs duurt zes jaar. Je kunt medailles winnen voor een bepaald vak als je de beste bent van de groep. De lessen zijn allemaal in het Engels. Leerkrachten zijn heel streng en je moet altijd netjes ‘Yes madam, no sir’ tegen ze zeggen.
In onze school heeft elk kind een ID-kaart met een pasfoto, naam en nummer. Die draag je altijd om je nek als je naar school gaat. In de hoofdstad Manilla zijn de klassen vaak overvol: 80 tot 100 leerlingen per klas. De school begint in juni en eindigt in maart. De maanden april en mei zijn doorgaans te heet om te studeren. Met Kerst en Nieuwjaar is er ook een vakantie.
ie
5
w eb ve rs
Vea: ‘Geschiedenis is niet mijn lievelingsvak. Ik houd meer van biologie en maatschappijleer. Ik weet wel dat de Spanjaarden en Amerikanen hier eerst de baas waren.’
Vea is erg trots op de vele schoolmedailles die ze heeft gekregen.
7
8
Filippino’s eten niet met mes en vork, maar met vork en lepel. Een mes vind je nooit op een gedekte tafel. Of je nu een kip, worst of varkenskoteletje op je bordje krijgt, een Filippino ‘snijdt’ zijn vlees zonder mes. Soms zijn je handen dan nodig … Kinderen ontbijten het liefst met champorado: dat is donkerbruine rijstebrij: rijstepap met chocoladepoeder.
Vea: ‘Ik wil later verpleegster worden. Op het land werken is niks voor mij.’ ‘Een boer blijft arm. Je kunt beter in de stad of in het buitenland werken,’ zeggen Filippijnse jongeren. Veel volwassenen voegen de daad bij het woord. Filippijnse vrouwen werken als dienstmeisje, kinderoppas of verpleegster in de Verenigde Staten, Hongkong, Singapore of Saudi-Arabië. Ze laten hun kinderen achter bij opa en oma en sturen geld op. Mannen die naar het buitenland gaan, zijn vaak matroos, kok of bouwvakker.
BIJLAGE 12C - FICHES FILIPPIJNEN
5e leerjaar
9
10
Vea: ‘Mijn vriendin Ann-Jade speelt tijdens parades altijd op de xylofoon. In de kerk speelt zij gitaar of tamboerijn.’
Sipa is ook een spel dat elk Filippijns kind speelt. Je moet dan een shuttle (die lijkt op een badmintonveertje) in de lucht proberen te houden zonder je handen te gebruiken. Je mag schoppen met je teen, knie, schouder of hoofd, dat maakt niet uit. Je bent ‘af’ als het veertje de grond raakt. Basketbal voor jongens en volleybal voor meisjes zijn de populairste sporten op school. En allerlei handklapliedjes. Karaoke is waanzinnig populair. En dat is te merken. In elk dorp, stad, café of restaurant kun je karaoke zingen. En als je vals zingt, lacht niemand je uit. Amerikaanse liedjes zijn favoriet.
w eb ve rs
ie
Filippijnen zijn heel gelovig en dol op feesten en ceremonies.
Filippijnse kinderen zijn dol op gevechten tussen spinnen of torretjes of mierengevechten.