Geschiedenis
vroegmoderne tijd
hedendaagse tijd
Werken met de tijd
Gestript!
a Een anachronisme is een ‘fout tegen de tijd’. Kies een afbeelding en noteer wat fout is.
b Ook strips geven een bepaalde indruk over een bepaald tijdvak. Deze is niet altijd correct. Welke indruk krijg je bij afbeelding 5?
c In historische films en series komen geregeld anachronismen voor. Noteer drie voorbeelden van historische films.
d Surf naar http://www.moviemistakes.com. Tik één van de bovenstaande titels in en ga op zoek naar een anachronisme. Je vindt een handige knop op de openingspagina van de webstek om alles naar het Nederlands te vertalen.
e Je wilt de Eerste Wereldoorlog ( - ) verfilmen. Voordat Hollywood je kan inhuren, moet je bewijzen dat je over voldoende kennis beschikt van de periode. Je krijgt foto’s voorgeschoteld van dingen die al dan niet bestonden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Duid alles aan wat in je film mag verschijnen.
Ontrafeld
1 VERSCHIL VERLEDEN – GESCHIEDENIS
a Beschrijf in drie zinnen je eerste schooldag op deze school.
b Vergelijk wat je schreef met enkele klasgenoten. Wat valt je op?
c Hoe zou dat komen, denk je?
d Welke klasgenoot heeft het juiste antwoord opgeschreven?
e Het verleden is datgene wat vroeger gebeurd is. Geschiedenis probeert achteraf dat verleden te reconstrueren. Welk ‘probleem’ heeft geschiedenis dan?
f Bekijk onderstaande afbeeldingen. Mensen verwijzen naar het verleden om verschillende redenen. Noteer onder de afbeelding telkens een mogelijke reden.
Reden:
Reden:
Reden:
2 TIJD IS RELATIEF!
De tijdlijn die we dit jaar bestuderen begint ongeveer 2,3 miljoen jaren geleden. Dan spreken we voor het eerst over mensen. Dit lijkt zeer lang, maar is dat ook wel zo? Onderstaand krantenbericht kan ons wijzer maken.
Het heelal, pasgeboren
“Voor het eerst hebben astronomen een scherpe babyfoto van het heelal in handen. Hij is gemaakt door een speciaal daarvoor gebouwde Amerikaanse satelliet, en wetenschappers kunnen er een schat aan informatie over het ontstaan en de geschiedenis van het heelal uit afleiden. De satelliet heeft de zogeheten achtergrondstraling waargenomen, die niets anders is dan overgebleven straling van de vuurzee die onmiddellijk na de oerknal het heelal vulde, het nagloeien van de oerknal, zeg maar. Op de foto zijn heel veel kleine vlekjes te zien. Dat zijn concentraties van gas in het pasgeboren heelal, waaruit later
de melkwegstelsels ontstaan die we vandaag kennen. Een eerste analyse bevestigt alvast bijna perfect de bigbangtheorie, die zegt dat het heelal met een reusachtige explosie begonnen is. Voorts valt uit de vlekjes af te leiden dat het heelal 13,7 miljard jaar oud is.
Op de foto is het heelal te zien toen het precies 380 000 jaar oud was, het moment dat de laatste straling van de oervuurzee werd uitgezonden. De planeet aarde ontstond pas veel later, haar ouderdom wordt op 5,5 miljard jaar oud geschat.”
(Bron: De Standaard)
Markeer in de tekst:
• in het groen de ouderdom van het heelal;
• in het blauw de ouderdom van de aarde;
• in het rood twee synoniemen voor ‘de explosie waar het allemaal mee begonnen is’;
• in het zwart een synoniem voor sterrenkundigen.
3 DE TIJDLIJN OF TIJDSBAND
a Neem je Janusje-van-alles en vul de tijdlijn aan.
b Wanneer begint de tijdlijn?
Wat is er dan ‘gebeurd’?
c Waarom is het jaartal 1 zo belangrijk op een tijdlijn?
d Welk tijdvak is het langst? Welk tijdvak is het kortst? Duid aan op de tijdlijn
Hoe verklaar je dat tijdvakken steeds korter worden?
e Het wordt stilaan tijd voor een nieuw tijdvak. Welke ‘recente’ gebeurtenis vind jij belangrijk? Hoe zou je het nieuwe tijdvak benoemen?
f Uit welke twee periodes bestaat de oudheid?
Noteer bij de iconen het nummer van het passende tijdvak. Elk icoon bestaat uit iets typisch voor die periode. Kun je herkennen wat? Markeer de twee tijdvakken die we dit jaar bestuderen.
1 prehistorie
2 oude nabije oosten
3 klassieke oudheid
4 middeleeuwen
5 vroegmoderne tijd
6 moderne tijd
7 hedendaagse tijd
4 ANDERE AFSPRAKEN, ANDERE KALENDERS
Welke gebeurtenis heeft het beginpunt van de verschillende tijdrekeningen bepaald? Zet de cijfers bij de juiste tijdrekening.
1 De vlucht van Mohammed uit Mekka naar Medina (622 n.Chr.)
2 De schepping van de wereld (3761 v.Chr.)
3 De geboorte van Jezus
4 De eerste Olympische Spelen (776 v.Chr.)
5 De overwinning van koning Vikram (56 v.Chr.)
6 De stichting van de stad Rome (753 v.Chr.)
De christelijke tijdrekening
De islamitische tijdrekening
De joodse tijdrekening
5 REKENEN MET DE TIJD
De tijdrekening van de Romeinen
De hindoeïstische tijdrekening
De tijdrekening van de Oude Grieken
a Bekijk aandachtig onderstaande eeuwenband. Hij helpt je om data in de juiste eeuw te situeren.
decennium =
Een millennium =
b Tot welke eeuw behoren de volgende jaartallen? 701
c Schrijf een jaartal dat bij de eeuw hoort.
10e eeuw
20e eeuw
2e eeuw v.Chr.
Kern
In de lessen geschiedenis bestuderen we het doen en laten van de mens. De eerste mensen verschenen zo’n 2,3 miljoen jaar geleden. De aarde ontstond ongeveer 5,5 miljard jaar geleden. De mens is dus nog maar heel kort op aarde. Algemeen wordt aangenomen dat het heelal ontstaan is uit de oerknal, de Big Bang
Mensen maken, om praktische redenen, afspraken in verband met de tijd. Die afspraken zijn niet over heel de aarde gelijk. De meest verspreide tijdrekening is de christelijke, met de geboorte van Jezus Christus als beginpunt. Een andere tijdrekening is de joodse. Zij begint met het jaar 3761 v.Chr., het jaar waarin volgens joodse opvattingen de wereld geschapen werd. De moslims rekenen vanaf de vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina in 622 n.Chr. Zoals je merkt, hebben afspraken in verband met tijd vaak met religie te maken.
Om gebeurtenissen goed in het verleden te kunnen situeren, gebruiken we een tijdlijn of tijdsband. Die tijdlijn begint 2,3 miljoen jaar geleden (= eerste mens) en loopt door tot in het heden. We verdelen de tijdlijn in tijdvakken, om gebeurtenissen uit het verleden gemakkelijker te overzien. Dit zijn de verschillende tijdvakken met hun begin- en einddatum:
de prehistorie: van 2,3 miljoen jaren geleden tot 3300 v.Chr.
het oude nabije oosten: van 3300 v.Chr. tot 800 v.Chr.
de klassieke oudheid: van 800 v.Chr. tot 476 n.Chr.
de middeleeuwen: van 476 n.Chr. tot 1492 n.Chr.
de vroegmoderne tijd: van 1492 n.Chr. tot 1789 n.Chr.
de moderne tijd: van 1789 n.Chr. tot 1945 n.Chr.
de hedendaagse tijd: van 1945 n.Chr. tot nu
De tijdvakken ‘oude nabije oosten’ en ‘klassieke oudheid’ worden samen ook de ‘oudheid’ genoemd. Dit jaar bestuderen we de prehistorie en het oude nabije oosten
Mensen gebruiken de tijdseenheden uren, dagen, jaren … haast dagelijks. Om grotere tijdseenheden te omvatten, gebruiken ze ook termen als decennium (= 10 jaar), eeuw (= 100 jaar) en millennium (= 1000 jaar).
Overzicht
MINDMAP
Zet de woorden bij het juiste kernwoord:
decennium • islamitische kalender • joodse kalender • millennium • eeuw • christelijke kalender • Big Bang • 5,5 miljard jaar • 2,3 miljoen jaar
Tijdseenheid
•
•
Tijdvakken
KENNEN EN KUNNEN
Je kent de volgende begrippen: big bang, decennium, millennium, eeuw
Je kunt met cijfers aantonen dat de bestaansperiode van de mens op aarde zeer kort is in vergelijking met het heelal en de aarde zelf.
Je weet dat mensen en dinosaurussen nooit samen onze planeet bevolkten.
Je kent de tijdvakken uit de klassieke tijdlijn en kunt ze weergeven met hun begin- en einddatum.
Je kunt het beginpunt van de Joodse en islamitische tijdrekening geven.
Je kunt fouten tegen de tijd uit een afbeelding halen.
Je kunt data bij het juiste tijdvak en de juiste eeuw indelen.
Je kunt een tijdlijn opstellen en aanvullen.
Je kunt vraagjes beantwoorden met behulp van een recent krantenartikel.
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen geschiedenis en verleden.
Je kunt voorbeelden geven waarom men om verschillende redenen naar het verleden verwijst.
Hoofdstuk 3
De wereld in kaart
HELLO, HOW ARE YOU?
I ’M FINE, THANK YOU.
Gestript!
a Is deze kaart anders dan onze wereldkaart? Wat valt je op?
b Hoe komt dat?
c Zijn de Amerikanen verkeerd? Waarom wel of niet?
d In de strip heb je een globale of wereldkaart Er bestaan ook lokale en regionale kaarten.
Ontrafeld
1 VAN LOKAAL TOT GLOBAAL
Hieronder staan enkele historische gebeurtenissen. Schrijf erbij of ze lokaal, regionaal of globaal zijn.
Tijdens de Eerste
Wereldoorlog trof je niet alleen Belgische, Britse en Franse soldaten aan.
Je vond er ook o.a. Indiërs, Chinezen, Afrikanen, Canadezen, Nieuw-Zeelanders en Australiërs.
Op een oude postkaart vind je informatie over een windmolen in de gemeente Keerbergen uit het begin van de twintigste eeuw.
Vlaanderen is gekend voor haar verschillende biersoorten.
Het Oost-Vlaams Kerstbier, het Paasbier, de Oude
Geuze … zijn slechts enkele voorbeelden van erkende streekproducten.
2 RUIMTE EN TIJD BEÏNVLOEDEN ELKAAR
Bekijk de tekeningen. Op welke manier heeft de omgeving de mens beïnvloed en heeft de mens de omgeving beïnvloed? Bespreek.
VAN RURAAL NAAR STEDELIJKIn tekening 3 hebben de mensen een stedelijke / rurale ruimte gemaakt. Omcirkel wat juist is. Probeer zelf te omschrijven wat ruraal betekent.
Balten
Wolga
Don
Dnjepr
Bosporaanse rijk
Alanen
Slaven
Dnjestr
Sarmaten
ZWARTE ZEE
Tomi
Dacië
Weichsel Oder
Elbe
Wezer
NOORDZEE
Britannia
Theems
Germania
Colonia Agrippina Mogontiacum (Keulen) (Mainz)
Maas
Divodurum
(Parijs)
Lutetia
Lugdunensis
Aug. Vindelicorum
(Metz)
Donau
(Augsburg)
Noricum Raetië
Rhône
Donau
Sirmium
Pannonië
Aquilea
Dalmatië
Illyrië
Melitene Trapezus
Cisalpina
Genua Milaan
Seine
Loire
ATLANTISCHE OCEAAN
Gallia
(Lyon)
Lugdunum Burdigala
Garonne
Aquitania
Brigantium
Moesia
Nis
Pontus
Synope Ancyra
Thracië
Macedonië
Galatië
Dura Europos
Armenië Arabië
Ravenna Rome
Philippi
Parthen Cappadocië
Palmyra
Seleucia Antiochië
Cilicië
Asia Bithynië
Pergamum Byzantium
Thessalonica
Dhyrrachium Korinthe
Athena
Efeze Milete Alesia
Massilia
Narbo
(Taragona) (Narbonne) (Marseille)
Ebro
Leon Numantia
Asturica
Douro
Neapolis Ancona
Ostia
Corsica Sardinië
(Bordeaux) (La Coruna) (Lissabon)
Taraco
Saguntum
Taag
Olisipo
Balearen
Syrië Palestina
Damascus Berytus
Cyprus
Gaza Jeruzalem
Petra
Caesarea Aelana
RODE ZEE
Nijl
Egypte
Rhodos
Knossos
Kreta Achaea
Syracuse Rhegium Brundisium
Messana
MIDDELLANDSE ZEE
Alexandrië
Memphis
Cyrene
Lepis Magna
Cyrenaica
Caesarea Carthago Nova
Sicilië
(Durres) zeer hoge bevolkingsdichtheid hoge bevolkingsdichtheid lage bevolkingsdichtheid hoofdstad belangrijke steden handelswegen zeeroutes
(Merida)
Hispania Baetica
Emerita Aug. Hispalis Gades Tingis
(Napels) (Sevilla) (Cadiz) (Tinger)
Rusaddir
Carthago Sabrata
Africa
Numidië
Mauretanië
Chauken
Eems Wezer
Friezen
Flevo Meer
NOORDZEE
Portus Itius (Calais)
Gesoriacum (Boulogne)
Bataven
Maas
Menapiërs
Schelde
Leie
Nerviërs
Morinen
Atrebaten
heirbaan hoofdstad
legioenstad
Menapiërs
Elbe
Longobarden
Cherusken
Germania Magna
Trajectum (Utrecht)
Thuringers
Vetera Noviomagus (Xanten)
(Nijmegen)
Eburonen
Rijn
Aduatuca
(Tongeren) (Arras)
Bagacum
(Bavai)
Somme Oise Aisne
Rotomagus Lutetia
Atrebatum (Rouen) (Parijs) (Reims)
Franken Aduatuken
Trevieren
Verodunum Clavorum
Durocortorum
Seine
Keltische stam
Orne Sarthe
Seine
Gallia
Marne
Senonen
Moezel
Augusta Treverorum
(Trier) (Verdun)
(Metz)
Tullum
Novaesium
Colonia Agrippina
Divodurum Argentorate
Lingonen
Bonna
(Neuss) (Bonn) (Straatsburg) (Toul)
(Keulen)
3 DE KAART VERTELT …
a Kijk naar de historische kaarten. Ze vertellen je hoe de mens in het verleden leefde in zijn omgeving of ruimte.
b Schrijf de juiste titel onder de kaart. Kies uit Belgica, Ontstaan van de godsdiensten en De Romeinse economie
c Lees de legende. Beantwoord de vragen.
1 Op kaart 2 is er aandacht voor … het sociale het politieke het culturele
2 Belgica was … groter dan het huidige België kleiner dan het huidige België even groot als het huidige België
3 Op kaart 1 is er sprake van een grote bevolkingsdichtheid … aan de Middellandse Zee in het binnenland aan de Noordzee
4 De christelijke kerk ontstond in … België
de omgeving van de Zwarte Zee
Italië
5 Een belangrijke havenstad in het Romeinse Rijk was … Sicilië
Rome
Ostia
6 Het boeddhisme verspreidde zich vooral naar … het oosten het westen het zuiden
7 Een hoofdstad van Belgica was … Trevieren
Bagacum
Germania Magna
Kern
Naast tijd moet je in geschiedenis ook ruimte bestuderen. Deze ruimte kan dicht bij huis zijn (bv. in eigen dorp, gemeente of stad), dan spreken we over lokaal. Omhelst deze ruimte een breder gebied (zoals bv. een provincie) dan spreken we over regionaal. Gaat het over de wereld, dan spreken we van globaal.
De ruimte (of omgeving) heeft altijd een invloed gehad op de tijd. Langs rivieren ontstaan bijvoorbeeld vaak nederzettingen, die later uitgroeien tot steden. Maar ook omgekeerd heeft de tijd een invloed op de ruimte. In de loop van de tijd verdwijnen bossen, worden rivieren verlegd, worden stukken zee ingepolderd …
Sommige nederzettingen zijn dunbevolkt en hebben landbouw als voornaamste activiteit. Dit noemen we ruraal gebied. Daar tegenover staat verstedelijkt gebied. Dit ontstaat onder invloed van bevolkingsgroei en verandering in het levenspatroon, m.n. door de toename van meerdere beroepen.
Kaarten geven een beeld van hoe de mens in het verleden de ruimte rondom zich heeft ervaren. Een kaart geeft niet de realiteit weer, maar is een projectie van de wereld. De legende vertelt ons hoe we een kaart kunnen lezen en begrijpen. Kaarten worden ook gebruikt om sociale, economische, politieke en culturele situaties in een geografisch gebied in beeld te brengen.
Overzicht
MINDMAP
ruimte
KENNEN EN KUNNEN
Je kent de begrippen lokaal, regionaal, globaal en je kunt ze toepassen op historische gebeurtenissen.
Je weet dat ruimte een invloed heeft op de mens en kunt dit uitleggen aan de hand van kaarten of foto’s.
Je kunt het doel van een kaart bepalen.
Je kunt met behulp van een legende informatie vinden op een kaart.
Je kunt in eigen woorden vertellen op welke manier historische kaarten ons meer vertellen over hoe de mens vroeger de wereld heeft ervaren.
Oude nabije oosten
2
Hoofdstuk 1 Het ontstaan van het schrift
MESOPOTAMIË, 3300 V.CHR.
EINDELIJK NURIJA, JE BENT ZES GEWORDEN EN MAG LEREN SCHRIJVEN.
IS HET LEUK?
DAT ZUL JE GAUW MERKEN.
KAN IK DAN NIET MEER SPELEN MET MIJN BESTE VRIEND OUNAI?
ALS JE IETS WILT BETEKENEN IN BABYLON ZUL JE HARD MOETEN WERKEN. ALS ZOON VAN EEN NOTARIS ZIJN DE VERWACHTINGEN HOOGGESPANNEN.
ZEG IPIQ-EA, HOE LANG DUURT DAT LEREN SCHRIJVEN?
24 VAN DE 30 DAGEN EN DAT NOG EEN HELE POOS.
DE DERDE RIJ IS SLORDIG. MAAK JE KLEI VOCHTIG EN BEGIN OPNIEUW!
WAT IS DIT? WIL JE LANDMETER WORDEN OF DORPSBRIEFSCHRIJVER?
OEFEN HIEROP! MAAK HET TEKEN VOOR ‘SCHOTEL’.
DE EERSTE DAG HEB IK TENMINSTE OVERLEEFD!
Gestript!
a Noteer een aantal verschillen tussen hoe jullie leerden schrijven en hoe kinderen vroeger in Mesopotamië leerden schrijven.
b Waarom was ‘schrijver’ een belangrijk beroep in Mesopotamië?
c Zowel de landbouw als het schrift kenden een grote bloei in Mesopotamië. Is er een verband tussen beide of is dit toeval?
d Probeer uit volgende tekeningen een aantal taken van schrijvers af te leiden.
Ontrafeld
1 STROOMCULTUREN EN HET SCHRIFT
a In het vorige hoofdstuk heb je gezien dat de landbouw ontstond bij Op onderstaande kaart zie je het Tweestromenland of , waar de landbouw voor het eerst ontstond rond
b Welke twee rivieren stromen door het gebied?
Het gebied wordt ook wel eens de Vruchtbare Sikkel genoemd. Waarom is deze naam goed gekozen?
c Naast de landbouw ontstond ook het schrift voor het eerst in Mesopotamië rond
Toch waren er ook landbouwgebieden die functioneerden zonder schrift. Hoe zou dit komen?
2 NAAR EEN COMPLEXE SAMENLEVING
Het overstromen van de Nijl, de Tigris en de Eufraat, de Indus en de Gele Rivier, leidt tot een complexe samenleving. Dat gebeurt stap voor stap.
a Zet de stappen in de juiste volgorde door ze te nummeren van 1 tot 6.
b Duid bij elke stap aan welke domeinen erbij horen.
Behalve boeren, zijn er ook architecten, bouwvakkers en mensen nodig die alles organiseren, plannen en beschermen. Ondertussen ontstaat er intensieve handel.
Om de landbouwgewassen te beschermen en ook voldoende water te hebben als er geen overstroming is, wordt er begonnen met irrigatie.
Er ontstaan steden waar al die mensen werken en wonen. Sommige mensen hebben de leiding. Om alles te betalen zijn er belastingen nodig.
De rivier treedt buiten haar oevers. Het omliggende gebied overstroomt. Na de overstroming blijft een vruchtbare laag slib achter.
Machthebbers laten grote gebouwen optrekken om hun macht en rijkdom te tonen. Uiteindelijk ontstaan er machtige, maar ook prachtige steden. Het graven van kanalen en bassins, het bouwen van dijken … Daarvoor heb je heel wat mensen nodig. Dat alles moet goed georganiseerd worden.
3 VAN BEELDSCHRIFT NAAR KLANKSCHRIFT
a De eerste vorm van schrift is het beeldschrift. Dit is te vergelijken met de pictogrammen die wij nu gebruiken. Noteer hieronder de betekenis van de huidige pictogrammen.
Betekenis
b Waarom gebruiken we nu nog altijd pictogrammen?
c Maak een pictogram van de volgende woorden.
paraplu
adelaar
d Probeer een tweetal nadelen te geven van het werken met een beeldschrift.
versieren
De meeste beeldschriften evolueerden door de eeuwen heen van een duidelijk herkenbaar symbool naar een abstracter, minder herkenbaar symbool. Hieronder zie je de evolutie van het Mesopotamische schrift.
oorspronkelijke of afgeleide betekenis
vogel
vis os zon/dag graan boomgaard
oorspronkelijke pictografie pictografie in veranderde positie vroeg Babylonisch Assyrisch
e De vierde kolom is een versmelting van beeld- en klankschrift. Dit schrift wordt vaak het spijkerschrift genoemd. Kun je bedenken waarom?
spijkerschrift
f Ontwerp je eigen spijkerschrift. Begin met een pictogram en evolueer naar een ‘letter’ met spijkervormige tekens. Doe dit met een woord zoals auto, computer, iPhone ...
schets (pictogram) veranderde positie spijkerschrift
g Dit zijn een paar voorbeelden van beeldschrift bij de Mesopotamiërs. Schrijf het correcte woord onder het juiste icoon.
Kies uit volgende woorden: dadelpalm • voedsel voor één persoon • ezel • hand • gerst • hoofd/persoon • kruik • lopen/staan • os • riet • varken • vis • vogel • water
4 KLANKSCHRIFT
a Dit is het teken voor Jelle , en dit is het teken voor Bert
Hoeveel tekens heb je nodig om alle leerlingen van het eerste jaar te kunnen benoemen?
Met minder tekens gaat het gemakkelijker. Geleidelijk aan wordt de klank van een bepaald pictogram steeds belangrijker.
b De eerste tussenstap was het gebruik van symbooltjes voor lettergrepen. Het eerste volk dat een zuiver klankschrift ontwikkelde, was het Fenicische volk. Welke huidige landen liggen in de omgeving van het vroegere Fenicië?
c De Feniciërs gebruikten bestaande tekens om er uitsluitend medeklinkers mee neer te schrijven. Later voegen de Grieken klinkers toe. Vanaf dan spreken we over het alfabet (naar de eerste twee letters in het Grieks: alfa en bèta). Uit het Grieks is dan ons alfabet geëvolueerd: het Latijnse schrift. Bekijk hier de geschiedenis van ons alfabet. Kies een letter uit en probeer haar geschiedenis te beschrijven. Van welk pictogram komt ze, wat is er met de letter gebeurd om te evolueren tot de letter die we nu kennen?
Proto-Sinaïtisch
1900-1100 v.Chr.
Fenicisch 900 v.Chr.
Grieks 750 v.Chr.
Etruskisch 650 v.Chr.
Latijn 500 v.Chr.
Huidig schrift
5 HIER KOMT DE GESCHIEDENIS
a Als een volk het schrift leert kennen en gebruiken, bevindt het zich niet meer in de maar in de geschiedenis.
In Mesopotamië gebeurde dit omstreeks 3300 v.Chr. Het schrift ontstond op verschillende plaatsen en verspreidde zich langzaam.
Bereik van geletterdheid rond 1600 v.Chr.
Bereik van geletterdheid rond 400 v.Chr.
b Welke drie beschavingen herken je op de kaart?
c Waarom is de geletterdheid juist in die drie streken zo vroeg begonnen?
d Kende men in onze streken het schrift al in 400 v.Chr.?
e Welk volk haalde ons uit de prehistorie?
f Vergelijk de verspreidingssnelheid van uitvindingen toen met die van nu. Wat is je besluit?
6 HET ONTSTAAN VAN STROOMCULTUREN
DE VADER VAN SENMUT, DIE BOER IS, HOUDT HET PEIL VAN DE RIVIER IN DE GATEN.
LAAT ONS HOPEN DAT HET WATER WEER AAN HET STIJGEN IS.
HET IS ZOMER. DE RIVIER HEEFT ZIJN HOOGSTE PEIL BEREIKT. OP HET LAND KAN ER NIET GEWERKT WORDEN. DE BOEREN WERKEN NU OOK VOOR DE FARAO.
IK ZAL VLUG NAAR DE NILOMETER GAAN KIJKEN.
IK VIND DIT LEUK WERK. LATER WORD IK OOK BOUWMEESTER!
HET IS NOVEMBER. HET WATERPEIL IS GEZAKT. SENMUT HELPT ZIJN VADER BIJ HET PLOEGEN VAN HET LAND.
EVEN LATER. GELUKKIG! DE GODEN ZIJN MET ONS!
JA, PAPA! HET WATER IS GESTEGEN!
EN JE HEBT JE VRIENDINNETJE NEPHTHYS MEEGEBRACHT!
JE GAAT TE VEEL NAAR RECHTS! STRAKS PLOEGEN WE DIE PLAATSEN TWEEMAAL!
OM OP HOGER GELEGEN PLAATSEN HET LAND TE IRRIGEREN, GEBRUIKEN DE BOEREN DE SHADUF.
HET WATER BEVLOEIT DE KANALEN. IN APRIL EN MEI HEBBEN SENMUT EN ZIJN VADER EEN GOEDE OOGST.
KIJK EENS WAT EEN MOOIE TROS DRUIVEN.
BIJNA ZO MOOI ALS JIJ!
WAT! IK GEK!? HIER!! HAHA!
HIHI! JE BENT GEK!
DE FARAO IS EIGENAAR VAN HET LAND. HIJ STUURT ZIJN INSPECTEURS UIT OM DE VELDEN OP TE METEN.
WE ZULLEN DIT JAAR
ALVAST GEEN HONGERSNOOD KENNEN!
DAARNA BEGINT HET OOGSTEN.
EINDE.
DE OVERSCHOTTEN WORDEN OPGESLAGEN IN GRAANSCHUREN. PAPA, DE RIVIER IS TERUG GESTEGEN.
JA, JONGEN, ALLES BEGINT OPNIEUW. DIT IS DE EEUWIGE KRINGLOOP VAN DE NATUUR.
a Lees de strip en vul de jaarlijn aan. Wat gebeurt wanneer?
januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december
b Waarom is het zo belangrijk voor Senmut en zijn vader dat het water van de Nijl gaat stijgen?
c Waarop lezen ze de stand van het water af?
d Waarvoor gebruiken Senmut en zijn vader een shaduf?
shaduf
e Ga in de strip op zoek naar voorbeelden die horen bij de verschillende domeinen.
Sociaal
Cultureel
Politiek
Economisch
7 WAAROP WERD ER GESCHREVEN?
De Mesopotamiërs drukten met een rietstengel tekens in een nat kleitablet. De indrukken waren wigof spijkervormig. Vandaar de benaming spijkerschrift
Het woord ‘papier’ is afgeleid van het Latijnse woord ‘papyrus’ en het Griekse ‘papuros’. Toch zijn papyrus en papier niet helemaal hetzelfde. Papyrus is het oudste papier ter wereld en werd gemaakt van de papyrusplant die groeide aan de oevers van de Nijl.
a De gebruikten dus voor het eerst papyrus.
b Bekijk de tekeningen hieronder en beschrijf hoe men te werk ging.
c De Egyptenaren gebruikten papyrus ook voor andere doeleinden. Beschrijf.
d Egyptenaren schreven veel op papyrus. In Mesopotamië werd er meestal op klei geschreven. Er zijn veel meer geschreven bronnen terug te vinden uit Mesopotamië dan uit het oude Egypte. Geef hiervoor een verklaring.
e Het schrift evolueerde verder. Een paar uitvindingen of toepassingen hadden grote gevolgen voor het verdere verloop van de geschiedenis. Verbind de volgende manieren van schrijven met het juiste tijdvak.
2
Kern
Het schrift werd omstreeks 3300 v.Chr. voor het eerst gebruikt in Mesopotamië. Op een bepaald moment werden handel en administratie in de steden van Mesopotamië zo ingewikkeld dat de behoefte ontstond om een aantal afspraken schriftelijk vast te leggen. Het ontstaan van een stad zorgde ervoor dat er organisatie nodig was. Wetten werden vastgelegd, belastingen werden berekend en geïnd, contracten opgesteld … Men schreef met een rietstengel op een kleitablet. De tekens zagen er wig- en spijkervormig uit, waardoor het schrift de benaming spijkerschrift meekreeg. Later gebruikten de Egyptenaren papyrus om hun teksten en tekeningen te noteren.
Het bekendste schrift van de Egyptenaren is het hiërogliefenschrift Net zoals in Mesopotamië kon slechts een kleine minderheid lezen en schrijven. De hiërogliefen werden in de 19e eeuw ontcijferd door Champollion, die daar de steen van Rosetta voor gebruikte.
De Mesopotamiërs en Egyptenaren werkten oorspronkelijk met een beeldschrift. Het bedoelde woord werd gewoon getekend. Het nadeel van dit systeem is dat je heel veel tekens moet kennen. Bovendien is het voor bepaalde woorden heel moeilijk om een teken of pictogram te bedenken. Het beeldschrift evolueerde dan ook langzaam naar een klankschrift. De gebruikte tekens stelden niet langer een woord, maar enkel een klank voor. Ons alfabet is een klankschrift. De Romeinen veroverden onze streken en brachten hun taal mee, het Latijn. Op deze manier eindigde voor ons de prehistorie, de periode met alleen ongeschreven bronnen.
steen van Rosetta
Er wordt aangenomen dat het Chinese schrift onafhankelijk van het Mesopotamische schrift werd uitgevonden. Het heeft zich bovendien anders geëvolueerd dan ons schrift en bestaat niet uit letters, maar uit duizenden karakters.
STROOMCULTUREN
Vijf rivieren liggen aan de oorsprong van vier grote beschavingen. Aan de Nijl in Egypte, aan de Tigris en de Eufraat in Mesopotamië, aan de Indusrivier in India en Pakistan, en ten slotte aan de Gele Rivier in China ontstonden de stroomculturen. Onafhankelijk van elkaar gingen de bewoners van deze riviervalleien de strijd aan met het water. Hoe konden ze zich beschermen tegen de kracht van het water? Hoe konden ze het water gebruiken op het veld?
DE OPKOMST VAN STEDEN
Door de stijging van de landbouwproductie en de groeiende bevolking ontstaan de eerste steden. Deze groeien op hun beurt uit tot stadsstaten. Dit zijn steden die hun macht hebben uitgebreid over het platteland. Deze complexe samenlevingen brengen nieuwe noden met zich mee. De mensen moeten zich organiseren en samenwerken. Want wie gaat de kanalen en dijken onderhouden? Wie verwerkt de oogst? Wie verdeelt de overschotten? Wie verdedigt het land? Enkele bewoners nemen de leiding. Ze worden de heersers van de steden. Ze controleren samen met ambtenaren het irrigatiesysteem en de voedseloverschotten.
Ze verdedigen de steden en voeren het leger aan. Ook de priesters bekleden een machtige positie. Naast het beroep van boer ontstaan nog andere beroepen. De bakker verwerkt het graan tot brood. De timmerman maakt nieuwe werktuigen voor de landbouw. De ploeg is hier een voorbeeld van. De handelaar ruilt de voedseloverschotten voor andere producten. De schrijver noteert gegevens over de voedseloverschotten en de handelstransacties tot in de details. Aanvankelijk gebruikte hij hiervoor pictogrammen. Deze groeiden uit tot abstracte symbolen en tekens, het schrift
Overzicht
soorten schrift
• b
• k
ontdekking landbouw
• voedseloverschotten
• ontstaan
ontstaan schrift
v.Chr.
3300
contracten bestellingen
behoefte schrift 800
1492
behoefte schrift
Mesopotamië Egypte China
Indusvallei
dorpen worden steden
innen opstellen …
1789
1492
KENNEN EN KUNNEN
Je weet waarom de mens het schrift nodig had.
Je weet waar en wanneer het schrift onstond.
Je kent het verschil en de voor- en nadelen van beeld- en klankschrift.
Je kunt hiërogliefen en spijkerschrift herkennen.