Krullenbol - Grip op groei - inkijk methode

Page 1


schri fritmiek grip op groei

Vraag en antwoord

Dorine Cleve

INHOUD

Algemeen

1 Schrijven … Een ingewikkeld proces? .... 16

2 Is schrijven nog wel belangrijk in een digitaal tijdperk? .... 17

3 Wat zijn de drie fasen in het leren van een nieuwe motorische vaardigheid? .... 18

4 Wat is impliciet en expliciet leren? ....

5

6

7

8

Wat vertelt de breinwetenschap ons over de ontwikkeling van het kinderbrein?

Wat vertelt de breinwetenschap ons over het belang van een verrijkte leeromgeving? .... 22

Wat vertelt de breinwetenschap ons over het belang van herhalen? .... 23

Wat vertelt de breinwetenschap ons over automatiseren? Van geitenpaadje naar snelweg. .... 24

9 Wat vertelt de breinwetenschap ons over stress?

10 Wat vertelt de breinwetenschap ons over het belang van imiteren?

11 Wat vertelt de breinwetenschap ons over het belang van bewegen?

Lichaam

23 Wat is het verschil tussen statisch, dynamisch en roterend evenwicht?

24 Hoe kan ik het statisch evenwicht speels oefenen?

25 Hoe kan ik dynamisch en roterend evenwicht speels oefenen?

27 Wat zijn de kenmerken van een zwakke proprioceptie?

29 Waarom aandacht schenken aan de bewustwording van romp en rompstabiliteit?

30 Waarom en hoe de bewustwording van de bovenste ledematen stimuleren?

31 Waarom en hoe de bewustwording van de onderste ledematen stimuleren?

32 Hoe leer je kinderen hun lichaamsruimte, mogelijkheden en beperkingen ervaren?

LATERALISATIE - WERKRICHTINGEN

36 Wat verstaan we onder lateralisatie?

37 Waarom moeten kinderen de lichaamsmiddenlijn kunnen kruisen?

38 Is lateralisatie te trainen?

39 Hoe stimuleer je de samenwerking tussen beide hersenhelften?

40 Symmetrische versus asymmetrische bewegingen. Hoe stimuleren ze de samenwerking van beide hersenhelften?

41 Rond welke leeftijd leren kinderen bewust hun middenlijn kruisen?

42 Wat is het verband tussen het kruisen van de middenlijn en de rijping van de hersenbalk?

43 Wat weten we over handvoorkeur?

44 Hoe kan je de voorkeurshand vaststellen?

45 Hoe kan ik de voorkeurshand in kaart brengen?

46 Teken met rechts en teken met links. Wat zegt ons dat over handvoorkeur?

47 Wat bied je aan als er nog geen duidelijke voorkeurshand is?

48 Help! Mijn kleuter blijft wisselen van hand en gaat binnenkort naar het eerste leerjaar/ groep 3. Wat nu?

49 Zijn er aandachtspunten voor linkshandigen?

50 Wat zijn meebewegingen en is dat normaal op kleuterleeftijd?

51 Wat zorgt ervoor dat je echt handig wordt met beide handen? .... 77

52 Hoe kan je de functiewissel observeren tijdens een knip- en schrijftaak? .... 78

53 Hoe komt het links-rechtsbesef tot stand? .... 79

54 Hoe oefen ik de begrippen links en rechts bij kleuters? .... 80

55 Werken van links naar rechts, is dat wel zo vanzelfsprekend? .... 81

56 Wat bedoelen we met richting en tegenrichting? Waarom is een goede integratie belangrijk? .... 83

57 Hoe kunnen we kleuters ondersteunen en helpen in hun richtingsontwikkeling? .... 84

58 Hoe komt het dat sommige kinderen hun blad draaien tijdens kleur- en tekenopdrachten? .... 86

59 Hoe brengen we cijfers aan bij kleuters? .... 87

60 Is het normaal dat kleuters letters en cijfers soms in spiegelschrift tekenen? .... 88

ruimteli ke orientatie

61 Wat verstaan we onder ruimte?

62 Wat verstaan we onder ruimtelijke oriëntatie?

63 Hoe ontwikkelt ruimtelijke oriëntatie zich?

64 Wat moet een kind zoal kunnen om zich te oriënteren in de ruimte?

65 Waarom is een goede ruimtelijke oriëntatie belangrijk bij schrijven? .... 94

66 Welke begrippen komen aan bod doorheen de kleuterperiode en zijn belangrijk naar schrijven toe?

Visuele vaardigheden

67 Waarom de oogmotoriek stimuleren?

68 Hoe stimuleer je oog-volgbewegingen in spelvorm?

69 Waarom moeten kinderen hun ogen leren fixeren en scherpstellen?

70 Waarom investeren in een uitgebreide ballenkoffer?

71 Wat is visuele informatieverwerking?

72 Hoe komt het dat kinderen een vloeiende doorlopende lijn nog niet opmerken?

73 Hoe kan ik de figuur-achtergrond waarneming oefenen?

74 Hoe kan ik het visueel geheugen oefenen?

75 Hoe kan ik de visuele discriminatie oefenen?

76 Hoe kan ik het visueel voorstellingsvermogen oefenen?

77 Welke spelvormen kan ik aanbieden om de visuele analyse en synthese te oefenen?

Auditieve vaardigheden

78 Wat is het verschil tussen horen en luisteren?

79 Welke vaardigheden heb je nodig om goed te kunnen luisteren?

80 Hoe stimuleren we de auditieve vaardigheden?

81 Waarom zijn auditieve vaardigheden belangrijk voor schrijven en wat betekent fonologisch bewustzijn?

Ritmegevoel

82 Wat doet muziek met een kind?

83 Wat is schrijfritmiek?

84 Hoe breng je kinderen terug in hun ritme?

85 Welke muziek is geschikt voor jonge kinderen en waarom?

Handvaardigheid

86 Is het belangrijk om eerst enkel in te zetten op de grootmotorische ontwikkeling voordat je de fijne motoriek oefent?

87 Waarom steekt een kleuter vaak zijn tong uit zijn mond tijdens fijnmotorische taken en wat zegt dat over de motorische ontwikkeling? .... 117

88 Waarom is het stimuleren van de tastzin belangrijk voor de ontwikkeling van een goede fijne motoriek?

89 Hoe kan ik de tastzin stimuleren?

90 Hoe stimuleer je de tastzin bij kleuters die overgevoelig reageren op tastprikkels?

118

91 Waarom is spelen met boetseerklei zo goed voor de fijne motoriek? .... 124

92 Wat kan je zoal doen met plasticine en speelklei? Enkele suggesties. .... 126

93 Welke materialen bied je aan bij kinderen die weinig kracht in hand en vingers hebben? .... 128

94 Waarom is doseren van kracht belangrijk? Hoe kunnen we dit oefenen?

130

95 Wanneer vraagt doseren van kracht extra aandacht? Wat zien we? .... 131

96 Waarom zijn onze ogen zo belangrijk bij fijnmotorische taken? .... 132

97 Wanneer vraagt oog-handcoördinatie extra aandacht?

98 Wat is het verschil tussen oog-handcoördinatie en visuomotoriek?

99 Waarom is een goede visueel-motorische integratie een belangrijke schrijfvoorwaarde?

133

134

135

100 Hoe komt de gecoördineerde samenwerking tussen beide handen tot ontwikkeling? .... 136

101 Wat is bimanuele coördinatie? Hoe stimuleren?

102 Waarom is knippen voor veel kleuters moeilijk?

103 Wat is een goede rijpe schaargreep?

104 Hoe bouw ik de moeilijkheidsgraad bij kniptaken geleidelijk aan op?

105 Waarom is het verfijnen van de bewegingssturing belangrijk in de ontwikkeling van de fijne motoriek?

106 De bewegingsinzet observeren tijdens een kleurtaak: waar let je op?

107 Hoe kan je schouderstabiliteit en mobiliteit stimuleren?

108 Welke oefeningen lokken polsbewegingen uit?

109 Hoe komt het dat sommige kinderen heel krampachtig en gespannen werken?

110 Wat is duimoppositie?

111

is een pincetgreep?

112 Hoe kan ik de pincetgreep bij mijn kleuters stimuleren?

113 Wanneer vraagt de pincetgreep extra aandacht?

114 Waarom zijn onafhankelijke vingerbewegingen belangrijk en hoe kan ik de vingerbeweeglijkheid stimuleren?

115 Waarom zijn hand- en vingerspelletjes belangrijk? Aan de slag!

116 Wat is manipuleren met de vingers?

117 Uit welke drie onderdelen bestaat het manipuleren met de vingers?

118 Hoe kan ik de rotatiebeweging in spelvorm oefenen?

119 Hoe kan ik de translatiebeweging in spelvorm oefenen?

120 Hoe kan ik de shiftbeweging in spelvorm oefenen?

121 Sommige kinderen vinden het manipuleren moeilijk. Wat zie je?

122 Wat is ‘tweedeling in de hand’ en hoe kan je dit stimuleren?

Schri fvaardigheden

123 Waarom is een goede zithouding belangrijk?

124 Wat is de juiste hoogte van tafel en stoel? Waarom is dat zo belangrijk?

125 1 Wat zie je als de stoel te hoog is?

2 Wat zie je als de stoel te laag is?

3 Wat zie je als de tafel te hoog is?

4 Wat zie je als de tafel te laag is?

157

159

161

162

163

164

165

169

126 Slechte zithouding en wiebelkonten. Wat zien we? Wat doen we?

1 Het kind hangt sterk voorovergebogen over het werkvlak

2 Het kind zakt onderuit

127 Een goede zithouding: waar letten we op?

128 Wanneer laten we kinderen rechtstaand aan een kleutertafel werken? Wanneer beter zittend?

129 Welke voordelen heeft het werken op een verticaal vlak?

130 Moeten we bij kleuters aandacht hebben voor een schuine papierligging?

131 We spreken vaak over een ‘correcte pengreep’ maar wat is dat precies?

132 Moeten alle kinderen met een dynamische driepuntsgreep (correcte greep) leren schrijven?

133 Wanneer begin je aandacht te schenken aan pengreepontwikkeling?

134 Wat zijn onrijpe grepen?

135 Wat zijn overgangsgrepen?

136 Wat zijn rijpe pengrepen?

137 Hoe oefen je de dynamische driepuntsgreep met het kippenversje van Krullenbol?

138 Welke aanpak en tips kunnen naast het kippenversje nog helpen bij het aanleren en oefenen van de dynamische driepuntsgreep?

139 Wat betekent ‘open webspace’ en waarom is dit belangrijk voor de ontwikkeling van een rijpe pengreep?

140 Waarom heb je een tweedeling in de hand nodig bij pen- en papiertaken?

141 Wat betekent ‘tweedeling in de hand met dynamische steun’?

142 Waarom is een goede stand van de pols zo belangrijk voor de ontwikkeling van een rijpe pengreep?

143 Pengreep, wat zien we nog vaak?

144 Waarom is doseren van kracht bij kleur- en schrijftaken belangrijk?

1 Ik zie een krampachtige en gespannen pengreep/hoge pendruk. Enkele tips voor juniors en experten.

2 Ik zie een losse en instabiele pengreep/weinig pendruk. Enkele tips

145 Welke schrijf- en tekenmaterialen gebruik ik best?

194

201

202

202

204

146 Is het gebruik van een gripper op het potlood aan te raden? .... 206

147 Waarom is het interessant om potlodendoosjes of potjes te voorzien?

208

148 Waarom is het belangrijk dat we goed geslepen potloden aanbieden? .... 209

149 Is kleuren een goede voorbereiding op schrijven? .... 211

150 Waarom hebben we een goede bimanuele coördinatie nodig bij kleur- en schrijftaken? .... 212

151 Heb je manipulatieve vaardigheden nodig bij het schrijven? .... 214

152 Heb je manipulatieve vaardigheden nodig bij het schrijven? Enkele voorbeelden. .... 215

153 Wat zijn de drie deelbewegingen om tot een vloeiend en vlot handschrift te komen?

154 Wat is grafische oog-handcoördinatie?

155 Kan ik met peuters en jonge kleuters al rond lijnvorming werken?

156 Hoe werk je met peuters en jonge kleuters rond basisbewegingen?

218

219

157 Welke basisbewegingen onderscheiden we? .... 221

158 Hoe verloopt de ontwikkeling van het leren tekenen van geometrische figuren?

223

159 Het tekenen van vormen en lijnen observeren en remediëren. Hoe? .... 224

160 Waarom figuren leren tekenen met overwegend geometrische vormen en lijnen?

161 Wat moeten kinderen kunnen om vormen na te tekenen?

162 Waarom is het tekenen van een recht kruis voor kleuters vaak moeilijk?

Wat kunnen we observeren?

163 Waarom is het tekenen van een vierkant voor kleuters soms moeilijk?

Wat kunnen we observeren?

226

164 Hoe komt het dat kinderen vaak afgeronde hoeken tekenen? Enkele tips. .... 229

165 Waarom is het tekenen van schuine lijnen en het schuine kruis voor kleuters vaak moeilijk? .... 230

166 Waarom is een driehoek de moeilijkste geometrische figuur om te tekenen?

Wat kunnen we observeren? .... 231

167 Wat vertelt een kindertekening ons? Hoe verloopt de ontwikkeling?

168 Wat vertelt een kindertekening ons over de grafomotorische ontwikkeling?

169 Waarom schrijfpatronen aanbrengen tijdens de kleuterperiode?

170 Welke schrijfpatronen moeten aan bod komen? Deel 1

171 Welke schrijfpatronen moeten aan bod komen? Deel 2

232

234

235

172 Het lemniscaat- en klaverpatroon in de kijker. Wat is de juiste tekenrichting? .... 238

173 Waarom vormen, lijnen en schrijfpatronen eerst in de lucht, op grote bladen papier of op het krijtbord oefenen?

174 Wat doe je als de vormgeving van schrijfpatronen extra aandacht vraagt? Wat is de hand-over-handtechniek?

175 Waarom schrijfpatronen aanbrengen aan de hand van versjes en liedjes?

176 Waarom schrijven in zand en klei, op de speelplaats of textuurpapier?

177 Is het voldoende om schrijfpatronen enkel op grote schrijfoppervlakken te oefenen?

178 Is het belangrijk dat je bij elke activiteit eerst grootmotorisch het patroon laat uitvoeren voordat er klein wordt geoefend?

179 Waarom is het maken van lange rijen schrijfkrullen met een sturing vanuit de vingers niet zinvol?

180 Is het overtrekken van stippellijnpatronen een goede schrijfmotorische oefening?

181 Hoe kan ik de schrijfnauwkeurigheid oefenen?

182 Wat is de natuurlijke grafomotorische tekengrootte van een kind?

183 Waarom oefenen op linksomdraaiende cirkels?

184 Waarom kleuters patronen laten leggen met wol, touw en andere materialen?

185 Zijn raamfiguren zinvol?

algemeen

186 Waarom spreken we bij kleuters beter over letters tekenen dan over letters schrijven?

187 Is het verstandig om kleuters veel letters en woorden te laten tekenen (schrijven)?

188 Hoe leren kinderen best hun naam tekenen? Met kapitalen of kleine letters?

189 Waarom slagen sommige kleuters er nog niet in om hun eigen naam te tekenen?

190 Welke materialen horen in de schrijfhoek?

191 Is observatielijsten invullen meer dan alleen kruisjes zetten?

192 Wanneer moet je als leerkracht een kleuter doorverwijzen?

Rond welke leefti d leren kinderen bewust

hun middenli n kruisen?

Het vermogen om de middenlijn te kruisen is in de kern een biologisch proces omdat het afhankelijk is van neurologische rijping, met name van het corpus callosum, die de samenwerking tussen de linker- en rechterhersenhelft mogelijk maakt. Dit proces kan niet echt 'aangeleerd' worden, maar gerichte oefeningen en activiteiten kunnen dit proces wel ondersteunen, stimuleren en verfijnen.

Peuters (1 - 3 jaar) kunnen al met één hand naar voorwerpen reiken die zich aan de andere kant van hun lichaam bevinden. Deze bewegingen zijn echter vaak onbewust en inconsistent. Veel peuters vermijden het kruisen van de middenlijn door voorwerpen met de dichtstbijzijnde hand vast te pakken of door hun hele lichaam te draaien. Dit komt omdat de samenwerking tussen de beide hersenhelften nog niet optimaal ontwikkeld is.

Rond de leeftijd van 4 jaar beginnen kinderen meer en meer bewust en doelgericht de middenlijn te kruisen tijdens activiteiten zoals tekenen en het oppakken van voorwerpen. Dit komt door de rijping van het corpus callosum waardoor de communicatie tussen de linker- en rechterhersenhelft verbetert.

Het vermogen om de middenlijn te kruisen wordt steeds meer geïntegreerd in dagelijkse activiteiten. Oudere kleuters en beginnende schrijvers zijn meer en meer in staat om complexere taken uit te voeren die de middenlijn kruisen zoals lezen (waarbij de ogen de lijn volgen), knippen, schrijven, zich aankleden ...

Kinderen kunnen nu mooi rechtop zittend hun hele werkveld in gebruik nemen tijdens kleur-, teken- en schrijftaken.

Het kruisen van de middenlijn vermijden

• Kinderen die het kruisen van de middenlijn vermijden, gebruiken vaker de niet-dominante hand bij het reiken en grijpen naar voorwerpen. Een rechtshandig kind reikt dan meer met de linkerhand naar voorwerpen aan de linkerkant in plaats van met de rechterhand over de middenlijn te gaan.

• Ze draaien hun romp of verschuiven hun hele lichaam om de dominante hand aan dezelfde kant als het voorwerp te houden.

• Ze vermijden vaker balspelen en bilaterale coördinatieoefeningen omdat ze moeite hebben met het uitvoeren van de bewegingen.

• Bij teken- of schrijftaken bewegen ze het papier opvallend naar de dominante zijde. Je ziet deze kinderen ook vaker enkel schrijven of tekenen aan één kant van het papier.

Het kruisen van de middenlijn vraagt een intensieve samenwerking tussen de linkeren rechterhersenhelft. Bij jonge kinderen is deze samenwerking nog volop in ontwikkeling. Accepteer dat het kruisen van de middenlijn een natuurlijk proces is dat tijd vraagt. Reik kinderen een speelse omgeving aan die dit proces ondersteunt en laat verfijnen. Stimuleer gerust het kruisen van de middenlijn in alledaagse situaties en zorg dat speelsheid

boven perfectie staat. Krullenbol integreert dans, muziek en spel in alle activiteiten om hieraan tegemoet te komen.

Net zoals kinderen biologisch 'voorbereid' zijn om te lopen, leren ze dit sneller in een omgeving die beweging en oefening aanmoedigt. Dit geldt ook voor het kruisen van de middenlijn: een stimulerende omgeving met geschikte activiteiten kan de rijping ondersteunen.

Wat is het verschil tussen

oog-handcoordinatie en visuomotoriek?

Wanneer het louter gaat om oefeningen waarbij de ogen moeten kijken, sturen en de handen moeten manipuleren, dan spreken we van oog-handcoördinatie. De nadruk ligt op het samenwerken van de handen en de ogen. Bijvoorbeeld parels rijgen, dopjes opdraaien, fruit in stukjes snijden, prikken, knikkeren …

Als er ook nog een redeneercomponent bij komt kijken, dan spreken we van visuomotoriek. Het zien, doen maar ook het denken is hier belangrijk. Bijvoorbeeld puzzels maken, raamfiguren kopiëren, lijnpatronen verderzetten … Tekenen en schrijven zijn visuomotorische taken.

Visuomotoriek

Oog-handcoördinatie

Waarom is een goede visueel-motorische integratie een belangri ke schri fvoorwaarde?

Visuomotoriek is een samenspel van zien, denken en doen. Een goede visueel-motorische integratie heb je nodig zowel bij handelende taken als bij tekenen schrijftaken. Het vraagt een combinatie van visueel-ruimtelijk redeneren en fijnmotorische coördinatie. Het goed leren waarnemen en kunnen natekenen van vormen is een belangrijke schrijfvoorwaarde. Kinderen van een jaar of 2 leren een verticale lijn, een horizontale lijn en een cirkel imiteren. Kinderen van 3 jaar kunnen een verticale lijn, een horizontale lijn en een cirkel natekenen. Kinderen van 4 à 5 jaar leren een kruis, een schuine lijn, een vierkant en wat later ook een schuin kruis natekenen. Rond 5 à 6 jaar kunnen kinderen een driehoek natekenen. Veel kleuters tekenen dan ook al hun eigen naam en tekenen letters na van een voorbeeld.

Om visuele informatie (zoals vormen en letters) om te kunnen zetten in nauwkeurige motorische bewegingen, heb je dus een goede visueel-motorische integratie nodig.

Meer info zie vraag

158

Om visuele informatie (zoals vormen, cijfers en letters) om te kunnen zetten in nauwkeurige motorische bewegingen, heb je een goede visueelmotorische integratie nodig.

Wat zi n onri pe grepen?

Pengrepen worden in drie groepen verdeeld. De meest jonge grepen zijn ‘onrijpe grepen’.

Bij onrijpe grepen houden de kinderen het potlood nog geheel of gedeeltelijk in de palm van de hand vast of met volledig gestrekte vingers. De beweging om te kleuren of te tekenen wordt nog vooral vanuit schouder en elleboog gemaakt. De onderarm en pols steunen meestal niet op de tafel. We zien deze grepen vaak bij kinderen tot 4 jaar.

Palmaire pronatiegreep: potlood wordt in de vuist vastgehouden. Duim naar onder. De kleurbeweging wordt gemaakt vanuit schouder en elleboog.

Palmaire supinatiegreep: potlood wordt in de vuist vastgehouden. Duim naar boven. De kleurbeweging wordt gemaakt vanuit schouder en elleboog.

Kwastgreep: potlood wordt vastgenomen met de toppen van duim en vingers. De achterkant van het potlood duwt stevig in de handpalm. De onderarm is los van de onderlaag en de kleurbeweging wordt gemaakt vanuit schouder, elleboog en pols.

Vinger-pronatiegreep: de wijsvinger is gestrekt op het potlood. De andere vingers zijn gebogen rond het potlood. De duim ligt gestrekt tegen de zijkant van het potlood. De onderarm is los van de onderlaag. De tekenbeweging wordt gemaakt vanuit schouder en elleboog.

Pengreep met gestrekte vingers: potlood wordt vastgehouden met gestrekte vingers. Bij deze greep rust het potlood in de webspace, het zachte gedeelte tussen duim en wijsvinger. De kleurbeweging wordt gemaakt vanuit de elleboog.

Wat doe je als de vormgeving van schri fpatronen extra aandacht vraagt?

Wat is de hand-over-handtechniek?

Wanneer de vormgeving van patronen nog extra aandacht vraagt, dan is het samen uitvoeren van de beweging een goede manier om de beweging goed te leren aanvoelen.

Hoe ga je te werk?

Werk op grote schrijfoppervlakken. Wat je ruimtelijk groot ervaart, begrijp je ook beter. Werk eerst met waskrijtblokjes of korte krijtjes, zodat de focus volledig naar vormgeving kan gaan. Je hoeft de pengreep dan niet te corrigeren. Waskrijtblokjes en korte krijtjes worden automatisch correct vastgenomen. Werk op weerstand zodat het kind meer sensorische input krijgt van de beweging die gemaakt wordt.

1 Neem de hand van het kind vast met de ‘hand-over-handtechniek’. Je legt je hand over

de schrijfhand van het kind en in de eerste fase beweeg jij als begeleider de hand van het kind. Je vraagt gewoon aan het kind om te volgen. Doe dit tot je voelt dat het kind vrij soepel meegaat en niet meer tegenwringt.

2 Ga nog even door en vraag nadien aan het kind om zelf te sturen. Je blijft de hand van het kind nog steeds vasthouden en corrigeert als je voelt dat het kind iets anders wil doen.

3 Lukt het om de beweging zelf te sturen, dan kan je als begeleider voorzichtig je greep lossen. Doe dit langzaam.

4 Het kind kan nu de beweging even zelfstandig uitvoeren. Observeer en corrigeer wanneer het kind iets anders wil doen.

Kinderen zullen aanvankelijk nog snel het patroon verliezen wanneer de aandacht verslapt. Dat is ook nog heel normaal. Hou de opdrachten kort en herhaal regelmatig.

Het leren aanvoelen en het stilaan kunnen overnemen van de beweging is een belangrijk proces.

Algemene tips:

Zorg dat de activiteiten leuk en uitdagend zijn. Start met grote bewegingen. Beloon het proberen en focus op het proces.

Bekijk zeker de vragen

173, 175 en 176

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.