ZILL-gids - Katapult 1

Page 1

1

1

Getallenkennis

LES 1 Tellen en terugtellen tot 5

Doelen

1 2 3

De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 5 met sprongen van 1. De kinderen kunnen hoeveelheden van 0 tot 5 tellen door voorwerpen te verleggen, aan te wijzen en te bekijken (synchroon tellen). De kinderen kunnen de telrij tot 5 opzeggen (akoestisch tellen).

1

WDgk2

Inzicht verwerven in tellen 6-12 Tellen, terugtellen en doortellen met onder meer sprongen van één, van twee, van vijf, van machten van 10

2

WDgk2

Inzicht verwerven in tellen 2.5-6 Synchroon en resultatief tellen en terugtellen binnen het bereik tot 10

3

WDgk2

Inzicht verwerven in tellen 2.5-6 De telrij opzeggen (akoestisch tellen) tot 10 en van 10 naar 0

In de derde kleuterklas leerden de kinderen al tellen tot 10. In deze les ligt de focus in eerste instantie op het herhalen van het tellen, terugtellen en doortellen tot 5 met sprongen van één. Rekensterkere kinderen kan je echter al eens laten tellen met sprongen van twee. Doorheen de les komt er af en toe partnerwerk aan bod. Dit komt de persoonsgebonden ontwikkeling ten goede. SErv3 Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het realiseren van een gemeenschappelijk doel 3-5 Bij het spelen en werken (associatief spel en werk) materiaal kunnen delen met elkaar - tijdens het spelen en werken met elkaar ervaringen over het spel en het werk uitwisselen - onder begeleiding samen spelen en werken naar een gemeenschappelijk doel (coöperatief spel en werk) - samenwerken met leeftijdsgenootjes - andere kinderen helpen bij het uitvoeren van een taak In de les wordt er ook de suggestie gedaan om bewegingen op de trap, in een hinkelveld … te combineren met het leren tellen en terugtellen tot 5. Dit komt de motorische ontwikkeling ten goede. MZlb7 Bewegingen gelijktijdig, opeenvolgend en afwisselend uitvoeren Lichaamsdelen afzonderlijk bewegen 6-12 Wisselen tussen lichaamsdelen zoals tikken met de ene hand en dan met de andere hand, springen op een been en daarna op het andere been

1


1

1

Getallenkennis

LES 1 Tellen en terugtellen tot 5

2


1

1

Getallenkennis

LES 2 Hoeveelheden tot 5 vergelijken

Doelen

1

1 De kinderen kunnen op concreet niveau hoeveelheden tot 5 vergelijken en sorteren naar aantal. 2 De kinderen kunnen begrippen als ‘evenveel’, ‘meer dan’ en ‘minder dan’ concreet gebruiken. WDgk1

Inzicht verwerven in hoeveelheden Hoeveelheden vergelijken en sorteren 4-6 Gestructureerde en ongestructureerde hoeveelheden onderzoeken, schatten, vergelijken en sorteren door actief ervaringen op te doen en daarbij woorden gebruiken zoals veel, weinig, niets, evenveel, niet evenveel, te veel, te weinig, over, te kort, meer, minder, meest, minst, is meer dan, is minder dan, is gelijk aan, is niet gelijk aan

2

WDlw6

Inzicht verwerven in de wiskundige gelijkheid en de basisbewerkingen Wiskundige gelijkheid 4-6 Met gelijkheden handelend ervaringen opdoen - hoeveelheden en grootheden gelijk maken en daarbij woorden gebruiken zoals evenveel (maken), gelijk (maken)

WDgk1

Inzicht verwerven in hoeveelheden Hoeveelheden vergelijken en sorteren 4-6 Gestructureerde en ongestructureerde hoeveelheden onderzoeken, schatten, vergelijken en sorteren door actief ervaringen op te doen en daarbij woorden gebruiken zoals veel, weinig, niets, evenveel, niet evenveel, te veel, te weinig, over, te kort, meer, minder, meest, minst, is meer dan, is minder dan, is gelijk aan, is niet gelijk aan

In de kleuterklas vergeleken de kinderen al spontaan hoeveelheden en leerden ze begrippen als meer, minder, veel, weinig, te weinig, over… gebruiken. In deze les wordt deze wiskundetaal verder ingeoefend met een focus op het concrete niveau. Rekenzwakkere kinderen zullen hierbij nog sterk paarsgewijs vergelijken, terwijl rekensterkere kinderen vlugger naar de schematische handelingen overstappen. In de les wordt in de instap gesuggereerd om telopdrachten met motorische ondersteuning uit te voeren: de kinderen moeten een aantal keer klappen, springen, kloppen, stampen … MZlb7 Bewegingen gelijktijdig, opeenvolgend en afwisselend uitvoeren Een bewegingspatroon zoals hinken, huppen, huppelen, galopperen, klappen ononderbroken uitvoeren 4-5 Verschillende bewegingspatronen zoals klappen en stampen combineren of wisselen tussen bewegingspatronen zoals klappen en dan stampen Als afsluiter wordt er in de les een spel gespeeld in groepen van 5. Daarbij wordt het competitieve aangemoedigd. SErv3 Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het realiseren van een gemeenschappelijk doel 5-12 Op een gezonde manier omgaan met competitie - elkaar aanmoedigen

3


1

1

Getallenkennis

LES 2 Hoeveelheden tot 5 vergelijken

4


1

1

Getallenkennis

LES 3 Getalbeelden tot 5

Doelen

1

1 2 3 4 5

De kinderen kunnen een hoeveelheid tot 5 koppelen aan het bijhorende getalbeeld. De kinderen kunnen vlot de getalbeelden tot 5 herkennen en benoemen. De kinderen kunnen getalbeelden tot 5 leggen, tekenen en stempelen. De kinderen kunnen gegeven hoeveelheden tot 5 benoemen. De kinderen kunnen tot 5 tellen om een hoeveelheid te bepalen (resultatief tellen).

WDgk1

Inzicht verwerven in hoeveelheden Hoeveelheden herkennen en vormen 4-6 Een hoeveelheid tot 5 onmiddellijk herkennen zonder te tellen (=subiteren) 4-6 Een hoeveelheid vormen en vaststellen dat ze niet afhangt van de plaats en de ordening in tijd en ruimte (conservatie van hoeveelheid)

2

WDgk2

Inzicht verwerven in tellen 2.5-6 Verkort tellen 6-12 Hoeveelheden handig tellen door structuur aan te brengen

WDgk1

Inzicht verwerven in hoeveelheden Hoeveelheden herkennen en vormen 4-6 Een hoeveelheid tot 5 onmiddellijk herkennen zonder te tellen (=subiteren) 4-6 Een hoeveelheid vormen en vaststellen dat ze niet afhangt van de plaats en de ordening in tijd en ruimte (conservatie van hoeveelheid)

3

WDgk2

Inzicht verwerven in tellen 2.5-6 Verkort tellen

WDgk1

Inzicht verwerven in hoeveelheden Hoeveelheden herkennen en vormen 4-6 Een hoeveelheid vormen en vaststellen dat ze niet afhangt van de plaats en de ordening in tijd en ruimte (conservatie van hoeveelheid)

4

WDgk1

Inzicht verwerven in hoeveelheden Hoeveelheden herkennen en vormen 4-6 Een hoeveelheid tot 5 onmiddellijk herkennen zonder te tellen (=subiteren)

5

WDgk2

Inzicht verwerven in tellen 2.5-6 Verkort tellen

WDgk2

Inzicht verwerven in tellen 2.5-6 Synchroon en resultatief tellen en terugtellen binnen het bereik tot 10 2.5-6 Doortellen en terugtellen binnen het bereik tot 10

5


1

1

Getallenkennis

LES 3 Getalbeelden tot 5

In de voorgaande twee lessen werd de leerstof in verband met tellen en terugtellen tot 5 en het vergelijken van hoeveelheden tot 5 behandeld. Deze leerstof komt ook in deze les aan bod, maar de focus ligt wel in de koppeling met de getalbeelden. in de instap van deze les wordt er eventjes stilgestaan bij de leefwereld van de kinderen en zo komt de persoonsgebonden ontwikkeling kort aan bod. Er wordt namelijk gevraagd naar de ervaringen met dieren in de zoo. Ook partnerwerk komt in de les kort aan bod. SErv3 Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het realiseren van een gemeenschappelijk doel 3-5 Bij het spelen en werken (associatief spel en werk) materiaal kunnen delen met elkaar - tijdens het spelen en werken met elkaar ervaringen over het spel en het werk uitwisselen - onder begeleiding samen spelen en werken naar een gemeenschappelijk doel (coรถperatief spel en werk) - samenwerken met leeftijdsgenootjes - andere kinderen helpen bij het uitvoeren van een taak

6


1

1

Meten en metend rekenen LES 4 Dagen van de week

Doelen

1 De kinderen kunnen de dagen van de week benoemen en in de juiste volgorde plaatsen. 2 De kinderen kunnen een bepaalde activiteit koppelen aan een bepaalde dag. 3 De kinderen kunnen de begrippen ‘vandaag’, ‘morgen’ en ‘gisteren’ correct gebruiken.

1

OWti2

Tijdsbegrippen en verschillende soorten kalenders functioneel gebruiken 4-7 Basisbegrippen en courante aanduidingen in verband met dagelijkse tijd onderzoeken en daarbij woorden gebruiken zoals dag, nacht, vandaag, morgen, gisteren, deze week, volgende week, vorige week, vroeger, later, nu, ochtend, voormiddag, middag, namiddag, avond, nacht, de namen van de weekdagen, eergisteren, overmorgen, nog vroeger, nog later, eerst, dan, daarna en laatst

2

OWti2

Tijdsbegrippen en verschillende soorten kalenders functioneel gebruiken 4-7 Ervaren en vaststellen hoe bepaalde activiteiten verbonden zijn met specifieke dagen

3

OWti2

Tijdsbegrippen en verschillende soorten kalenders functioneel gebruiken 4-7 Basisbegrippen en courante aanduidingen in verband met dagelijkse tijd onderzoeken en daarbij woorden gebruiken zoals dag, nacht, vandaag, morgen, gisteren, deze week, volgende week, vorige week, vroeger, later, nu, ochtend, voormiddag, middag, namiddag, avond, nacht, de namen van de weekdagen, eergisteren, overmorgen, nog vroeger, nog later, eerst, dan, daarna en laatst

De doelen van deze les vinden we niet terug in het ontwikkelveld ‘Ontwikkeling van wiskundig denken’, maar wel in dat van ‘Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld’ met meer bepaald het ontwikkelthema ‘Oriëntatie op de tijd’. In de kleuterklas werden de dagen van de week reeds aangeleerd en ook in het vak wereldoriëntatie komen de dagen van de week aan bod. De focus van deze les ligt op de volgorde van de dagen en het correct gebruik van de begrippen vandaag, morgen en gisteren. In deze les kan er sterk vertrokken worden uit de persoon van de kinderen. Zo kan er worden gevraagd wat ze gisteren meegemaakt hebben, vandaag nog zullen doen, morgen gepland hebben… en welke activiteiten er tijdens de week telkens terugkomen op specifieke dagen. Dit komt de persoonsgebonden ontwikkeling ten goede. Om de dagen van de week te automatiseren wordt er in deze les gekozen om de kinderen een lied aan te leren. Dit kan onrechtstreeks ook bijdragen aan de muzische ontwikkeling van de kinderen.

7


1

1

Meten en metend rekenen LES 4 Dagen van de week

8


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.