Komp@s 3 - werkboek

Page 1

WEEK 7 LES 3 Getalbegrip tot 1000: duizendtal en honderdtallen

Ko m

1

43

S P@ 3 2 4

1

5

6

Naam:_______________________________________________________ Klas:___________________

1

Kijk goed en vul de getallen in.

2

Vul de rijtjes aan.

3

0

100

200

300

1000

900

800

700

Vul op de stippen de gepaste getallen in. 0

100

300

4

5

.

400

.

.

.

.

.

.

700 800

.

.

1000

.

.

.

Vul in met > of < of een honderdtal. 700

900

600 < < 800 .

400

1000

100

500 > > 300 .

200 300

40

Vul de getallen in.

500

D

H

T

E

1

0

0

0

.

honderd

.

7

0

0

.

zeshonderd

.

duizend

.

Datum _______________________________________________________________

21

1


Ko m

WEEK 7 LES 6 Herhaling

S P@ 3 2 4

1

5

6

1

Zet een kruisje (✗) in alle blokken die kunnen rollen. Zet een dikke stip (•) in de blokken die kunnen schuiven. 6

1 3 5 7

2

4

8

Welke blokken kunnen rollen én schuiven? nummers__________________________________

2

Trek een groene kring rond de vlakke figuren zonder hoeken. Trek een blauwe kring rond de vlakke figuren met vier hoeken. Zet een kruisje in alle veelhoeken.

3

Teken de gevraagde lijnstukken. • een lijnstuk van 9 cm

• een lijnstuk van 14 cm

2

Datum _______________________________________________________________


Ko m

S P@ 3 2 4

1

6

4

Overtrek een rechte lijn blauw, een gebogen lijn groen en een gebroken lijn rood.

5

Duid alle rechte hoeken aan met een boogje.

6

Overtrek met rood de omtrek van het bord en met groen ĂŠĂŠn zijde van de spiegel.

5

3


Ko m

S P@ 3 2 4

1

6

7

Zet een kruisje (✗) in de vierhoeken zonder rechte hoeken.

8

Kleur de omtrek van de vierhoeken waarvan alle zijden even lang zijn rood.

9

Kleur twee lijnen die evenwijdig zijn groen en twee lijnen die loodrecht op elkaar staan blauw.

10

Is de rode lijn een symmetrieas/spiegelas?

ja

4

nee

ja

nee

5


Ko m

S P@ 3 2 4

1

5

6

11

Kleur twee vlakke figuren met dezelfde vorm én dezelfde grootte groen.

12

Kijk goed naar het rooster, lees aandachtig de opdrachten en voer ze uit. • Kleur A2 rood

A

E5 groen

B

C

D

E

en C1 blauw. 1

• In welk vakje zie je de hond?

in vakje

• Waar ligt de appel?

2

3

in vakje 4

• Teken nu zelf een zonnetje in D4 en een maantje in A1.

5

6

22

5


WEEK 8 LES 1 Getalbegrip tot 1000: duizendtal en honderdtallen en tientallen

Ko m

1

43

S P@ 3 2 4

1

6

1

Kijk goed en vul de getallen in.

2

Vul in de gekleurde hokjes de passende getallen in.

5

0

100

0

100

6

110

210

200

300

Datum _______________________________________________________________


1

Ko m

43

S P@ 3 2 4

1

5

6

3

4

5

6

Vul de rijtjes aan. 100

110

120

890

900

910

350

360

370

900

890

880

640

630

620

Vul op de stippen de passende getallen in. 100

110

.

.

.

150

.

.

.

190

.

230

240

.

.

.

280

.

.

.

.

330

.

.

920

930

.

.

.

970

980

.

.

Vul in met > of < of een getal met nul eenheden. 210 120

140 < < 160 .

450 540

390 400

200 > > 180 .

700 680

870 930

980 < < 1000 .

190 500

Vul de getallen in. D

1000

H

T

E

4

0

0

3

0

.

➔ 9

860

.

➔ 7

490

7

0

.

honderdtwintig

.

tweehonderdvijftig

.

vierhonderdnegentig

.

vijfhonderddertig

.

zevenhonderdzestig

.

achthonderdtachtig

.

negenhonderdveertig

.

23

7


Ko m

WEEK 8 LES 2 De deeltafels/delingstafels v an 2, van 4 en van 8, van 5 en van 10

S P@ 3 2 4

1

6

1

Vul in het rooster de groene kolommen in. x

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

2

Kijk en vul aan.

2x 2 x 4 = . . 2 keer 4 is

8 : 2 = .

4

➔ 8 gedeeld door 2 is .

. . .

4x 8 : 4 = .

. 4 x 2 = 4 keer 2 is .

.

2 . .

➔ 8 gedeeld door 4 is . 4 gaat

.

keer in 8.

Een vierde van 8 is .

2 gaat

.

keer in 8.

De helft van 8 is .

Het quotiënt van de deling 8 : 2 is . Je verdeelt 8 in 4 gelijke groepjes. Ik elk groepje heb je dan .

3 8

5

Vul nu in het rooster bovenaan de gele rijen in.

Datum _______________________________________________________________

10


Ko m

S P@ 3 2 4

1

6

4

Vul in. 2x

2x . 2 x 8 = .

8

. 2 x 9 = .

9 . . . : =

. . . : =

. .

. .

4x

5x . 4 x 7 = .

7

. 5 x 8 = .

8 . . . : =

. . . : =

. .

. .

8x

10 x . 8 x 6 = .

6

. 10 x 7 = .

7 . . . : =

. . . : =

. .

5

. .

Vul de roosters in. :▲

6

5

2

:▲

4

:

8

:

5

:

10

0

0

0

0

0

2

4

8

5

10

4

8

16

10

20

6

12

24

15

30

8

16

32

20

40

10

20

40

25

50

12

24

48

30

60

14

28

56

35

70

16

32

64

40

80

18

36

72

45

90

20

40

80

50

100

Vul in. 14 :  2 = .

12 : 2 =  .

70 : 10 =  .

36 :  4 =  .

16 :  4 = .

24 : 4 =  .

35 :  5 =  .

56 :  8 =  .

32 :  8 = .

48 : 8 = .

64 :  8 = .

60 : 10 = .

15 :  5 = .

40 : 5 = .

32 :  4 = .

18 :  2 = .

80 : 10 = .

20 : 2 = .

16 :  2 = .

45 :  5 = .

9



WEEK 7 LES 3 Getalbegrip tot 1000: duizendtal en honderdtallen

Ko m

1

43

S P@ 3 2 4

1

5

6

Naam:_______________________________________________________ Klas:___________________

1

Kijk goed en vul de getallen in.

100

300

600

1000

2

3

Vul de rijtjes aan. 0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1000

1000

900

800

700

600

500

400

300

200

100

0

Vul op de stippen de gepaste getallen in. 0

100

300

4

5

300

200

500

400

400

500

600

600

700

700 800

800

1000

900

900

1000

Vul in met > of < of een honderdtal. 700

< 900

700 < 800 600 <

400

> 40

1000

> 100

400 > 300 500 >

< 300 200

Vul de getallen in.

500

D

H

T

E

1

0

0

0

1000

honderd

100

7

0

0

700

zeshonderd

600

5

0

0

duizend

1000

Datum _______________________________________________________________

21

1


Ko m

WEEK 7 LES 6 Herhaling

S P@ 3 2 4

1

5

6

1

Zet een kruisje (✗) in alle blokken die kunnen rollen. Zet een dikke stip (•) in de blokken die kunnen schuiven. 6

1 3 5 7

2

4

8

Welke blokken kunnen rollen én schuiven? nummers__________________________________ 4 en 5 en 8

2

Trek een groene kring rond de vlakke figuren zonder hoeken. Trek een blauwe kring rond de vlakke figuren met vier hoeken. Zet een kruisje in alle veelhoeken.

✗ ✗ ✗

3

Teken de gevraagde lijnstukken. • een lijnstuk van 9 cm

• een lijnstuk van 14 cm

2

Datum _______________________________________________________________


Ko m

S P@ 3 2 4

1

6

4

5

Overtrek een rechte lijn blauw, een gebogen lijn groen en een gebroken lijn rood. bv.

5

Duid alle rechte hoeken aan met een boogje.

6

Overtrek met rood de omtrek van het bord en met groen ĂŠĂŠn zijde van de spiegel. bv.

3


Ko m

S P@ 3 2 4

1

6

7

Zet een kruisje (✗) in de vierhoeken zonder rechte hoeken.

8

Kleur de omtrek van de vierhoeken waarvan alle zijden even lang zijn rood.

9

Kleur twee lijnen die evenwijdig zijn groen en twee lijnen die loodrecht op elkaar staan blauw. bv.

10

Is de rode lijn een symmetrieas/spiegelas?

✗ 4

ja

nee

ja

nee

5


Ko m

S P@ 3 2 4

1

5

6

11

Kleur twee vlakke figuren met dezelfde vorm én dezelfde grootte groen.

12

Kijk goed naar het rooster, lees aandachtig de opdrachten en voer ze uit. • Kleur A2 rood

A

E5 groen

B

C

D

E

en C1 blauw. 1

• In welk vakje zie je de hond?

in vakje

B4

• Waar ligt de appel?

2

3

in vakje D6 4

• Teken nu zelf een zonnetje in D4 en een maantje in A1.

5

6

22

5


WEEK 8 LES 1 Getalbegrip tot 1000: duizendtal en honderdtallen en tientallen

Ko m

1

43

S P@ 3 2 4

1

6

1

5

Kijk goed en vul de getallen in.

200

120

530

940

2

Vul in de gekleurde hokjes de passende getallen in. 0

40

80

100

0 110

210

20 130 240 50 160 270 180 90 100

6

290 200

Datum _______________________________________________________________

300


1

Ko m

43

S P@ 3 2 4

1

5

6

3

4

5

6

Vul de rijtjes aan. 100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

210

890

900

910

920

930

940

950

960

970

980

990

1000

350

360

370

380

390

400

410

420

430

440

450

460

900

890

880

870

860

850

840

830

820

810

800

790

640

630

620

610

600

590

580

570

560

550

540

530

Vul op de stippen de passende getallen in. 100

110

120

130

140

150

160

170

180

190

200

230

240

250

260

270

280

290

300

310

320

330

900

910

920

930

940

950

960

970

980

990

1000

Vul in met > of < of een getal met nul eenheden. > 120 210

140 < < 160 150

< 540 450

< 400 390

200 > > 180 190

> 680 700

< 930 870

980 < < 1000 990

< 500 190

Vul de getallen in. D

1000

490

860

1

H

T

E

4

0

0

0

0

0

7

3

0

4

9

0

9

7

0

8

6

0

400

730

970

honderdtwintig

120

tweehonderdvijftig

250

vierhonderdnegentig

490

vijfhonderddertig

530

zevenhonderdzestig

760

achthonderdtachtig

880

negenhonderdveertig

940

23

7


Ko m

WEEK 8 LES 2 De deeltafels/delingstafels v an 2, van 4 en van 8, van 5 en van 10

S P@ 3 2 4

1

6

1

Vul in het rooster de groene kolommen in. x

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0

0

0

0

0

1

2

4

5

8

10

8

10

12

15

0

2

4

6

6

3

12

14

16

18

24

30

0

4

8

12

16

20

24

28

32

36

40

5

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

6

12

24

30

48

60

7

14

28

35

56

70

32

40

36

45

40

50

0

8

16

10

24

18

9 0

10

20

30

48

56

64

72

72 60

70

80

90

2x

2 keer 4 is 8.

8 : 2 = 4

8

4

➔ 8 gedeeld door 2 is 4.

:2

4x 8 4 x 2 = 8. 4 keer 2 is

8 : 4 = 2

8

2 :4

➔ 8 gedeeld door 4 is 2. 4 gaat

2

keer in 8.

Een vierde van 8 is 2.

2 gaat

4

keer in 8.

De helft van 8 is 4.

Het quotiënt van de deling 8 : 2 is 4. Je verdeelt 8 in 4 gelijke groepjes. Ik elk groepje heb je dan 2.

Vul nu in het rooster bovenaan de gele rijen in.

Datum _______________________________________________________________

80 90

Kijk en vul aan.

8 2 x 4 =

8

20

4

8

3

10

0 2

2

5

100


Ko m

S P@ 3 2 4

1

6

4

Vul in. 2x

2x 2 x 9 = 18

2 x 8 = 16 16

8

18

9 : = 16 2 8

: = 18 2 9

:2

:2

4x

5x 5 x 8 = 40

4 x 7 = 28 28

7

40

8 : = 28 4 7

: = 40 5 8

:4

:5

8x

10 x 10 x 7 = 70

8 x 6 = 48 48

6

70

7 : = 48 8 6

: = 70 10 7

:8

5

: 10

Vul de roosters in. :▲

6

5

2

:▲

4

:

8

:

5

:

10

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

2

1

4

1

8

1

5

1

10

1

4

2

8

2

16

2

10

2

20

2

6

3

12

3

24

3

15

3

30

3

8

4

16

4

32

4

20

4

40

4

10

5

20

5

40

5

25

5

50

5

12

6

24

6

48

6

30

6

60

6

14

7

28

7

56

7

35

7

70

7

16

8

32

8

64

8

40

8

80

8

18

9

36

9

72

9

45

9

90

9

20

10

40

10

80

10

50

10

100

10

Vul in. 14 :  2 = 7

12 : 2 =  6

70 : 10 =  7

36 :  4 =  9

16 :  4 = 4

24 : 4 =  6

35 :  5 =  7

56 :  8 =  7

32 :  8 = 4

48 : 8 = 6

64 :  8 = 8

60 : 10 = 6

15 :  5 = 3

40 : 5 = 8

32 :  4 = 8

18 :  2 = 9

80 : 10 = 8

20 : 2 = 10

16 :  2 = 8

45 :  5 = 9

9


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.