Ko m
WEEK 1 LES 3 Optellen tot 1000
S P@ 4 3 5
2
6
1
1
Los op. Schat eerst met afgeronde getallen. Vergelijk achteraf je oplossing met je schatting. Ik schat: D
+
H
T
E
4
7
3
2
5
6
Mijn schatting is
2
D
H
T
E
3
8
6
9
7
+
D
+
H
T
E
2
6
4
7
3
6
goed.
goed.
goed.
niet goed.
niet goed.
niet goed.
Schat eerst. Schik dan de bewerking in het rooster. Los op en vergelijk je oplossing met je schatting. 516 + 382 =
198 + 197 =
254 + 647 =
Ik schat:
Mijn schatting is
3
goed.
goed.
goed.
niet goed.
niet goed.
niet goed.
Lees en noteer de oefening in het rooster. Is je uitkomst mogelijk? a Hoeveel is de som van 518 en 249? b Tel 127 op bij 475. Je vindt
.
c Vermeerder 643 met 278. Dan krijg je
.
d De termen zijn 196 en 84 en 215. De som is
Datum _______________________________________________________________
.
3
5
Ko m
WEEK 1 LES 4 Tijd: dagen, maanden, jaar en datum
kg
S P@ 4 3 5
2
1
1
6
Lees de opdrachten en voer ze uit. 2 0 . FEBRUARI
.
MAART
APRIL
MEI
JUNI
M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z
JULI
OKTOBER
NOVEMBER
M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z
Vul het huidige jaartal aan. Vul de ontbrekende namen van de maanden in. Plaats 1 en 31 in de juiste vakjes van augustus. Vul de eerste vijf dagen van september in en kleur het vakje van de eerste schooldag geel. Kleur het vakje van je verjaardag groen. Noteer er de datum van op 2 manieren. ________________________________ ________________________________ De herfstvakantie duurt van _______________________ tot _______________________. Noteer die dagen op de kalender, kleur ze blauw en noteer het aantal dagen. ________________________ De volgende zwembeurt is op ___________________________________. Dat is nog _______ dagen vanaf vandaag.
2
Lees en vul in. - De vierde maand van het jaar is __________________________ en telt _______ dagen. - Er is ĂŠĂŠn maand die niet altijd hetzelfde aantal dagen telt, dat is ____________________. - Als het overmorgen zaterdag is, dan was het eergisteren _________________________.
6
4
Datum _______________________________________________________________
Ko m
WEEK 1 LES 3 Optellen tot 1000
S P@ 4 3 5
2
6
1
1
Los op. Schat eerst met afgeronde getallen. Vergelijk achteraf je oplossing met je schatting. bv. > 700
Ik schat: D
H
bv. ongeveer 480
T
E
D
1
+
4
7
3
2
5
6
7
2
9
Mijn schatting is
2
+
T
1
1
3
8
6
9
7
8
3
4
E
+
D
H
T
1
1
1
2
6
4
7
3
6
0
0
0
1
E
goed.
goed.
goed.
niet goed.
niet goed.
niet goed.
Schat eerst. Schik dan de bewerking in het rooster. Los op en vergelijk je oplossing met je schatting. 516 + 382 =
+
5
1
6
3
8
2
8
9
8
Mijn schatting is
3
198 + 197 =
bv. ongeveer 900
Ik schat:
254 + 647 =
bv. bijna 400
+
bv. ruim 900
1
1
1
9
8
1
9
7
3
9
5
+
1
1
2
5
4
6
4
7
9
0
1
goed.
goed.
goed.
niet goed.
niet goed.
niet goed.
Lees en noteer de oefening in het rooster. Is je uitkomst mogelijk? a Hoeveel is de som van 518 en 249? b Tel 127 op bij 475. Je vindt
1
+
H
bv. 1000
5
1
8
2
4
9
7
6
7
+
602
767
c Vermeerder 643 met 278. Dan krijg je
.
921
d De termen zijn 196 en 84 en 215. De som is
1
1
4
7
5
1
2
7
6
0
2
+
1
1
6
4
3
2
7
8
9
2
1
Datum _______________________________________________________________
+
. 495
1
1
1
9
6
8
4
2
1
5
4
9
5
3
.
5
Ko m
WEEK 1 LES 4 Tijd: dagen, maanden, jaar en datum
kg
S P@ 4 3 5
2
1
1
6
Lees de opdrachten en voer ze uit. 2 0 . JANUARI
FEBRUARI
.
MAART
APRIL
MEI
JUNI
M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z
JULI
AUGUSTUS
SEPTEMBER
OKTOBER
NOVEMBER
DECEMBER
M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z
Vul het huidige jaartal aan. Vul de ontbrekende namen van de maanden in. Plaats 1 en 31 in de juiste vakjes van augustus. Vul de eerste vijf dagen van september in en kleur het vakje van de eerste schooldag geel. Kleur het vakje van je verjaardag groen. Noteer er de datum van op 2 manieren. ________________________________ ________________________________ De herfstvakantie duurt van _______________________ tot _______________________. Noteer die dagen op de kalender, kleur ze blauw en noteer het aantal dagen. ________________________ De volgende zwembeurt is op ___________________________________. Dat is nog _______ dagen vanaf vandaag.
2
Lees en vul in. - De vierde maand van het jaar is __________________________ en telt _______ dagen. april 30 - Er is ĂŠĂŠn maand die niet altijd hetzelfde aantal dagen telt, dat is ____________________. februari - Als het overmorgen zaterdag is, dan was het eergisteren _________________________. dinsdag
6
4
Datum _______________________________________________________________