Ko m
S @ P5 6 1
4
2
3
HANDLEIDING WEEK 16 TOT EN MET WEEK 20
Auteurs
Walter D’haveloose Jan Loosveld Kris Van Maele
Illustrator
Richard Verschraagen
AUTEURS Walter D’haveloose Jan Loosveld Kris Van Maele ILLUSTRATOR Richard Verschraagen ISBN 978 90 4862 827 8 BESTELNUMMER 60 1002 693 K.B. D/2017/0147/39 NUR 192 VERANTWOORDELIJKE UITGEVER die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge - RPR 0405 108 325 © Copyright by die Keure, Brugge Niets uit deze uitgave mag verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without permission from the publisher.
Les 4 Volume (metriek stelsel)
Ko m
WEEK 16 kg
S P@ 6 5 1
4
3
2
Leermiddelen
Werkboek p. 6 en correctiesleutel Scheurblok p. 89 en correctiesleutel Poster 11 Komp@sje 6 p. 61 en 63 Een klassikale ‘kubieke meter’ Blokken van 1 dm3 en blokjes van 1 cm3 MAB-materiaal: kubussen van 1 dm3, plakken van 100 cm3 en kubussen van 1 cm3 Boek-e
Vooraf
Betreffende de volumematen en de symbolen m3, dm3 en cm3: - GO!: leerstof derde graad; - OVSG: leerstof voor vijfde en zesde leerjaar; - KathOndVla: leerstof zesde leerjaar. Er zijn ook nog enkele lichte inhoudelijke verschillen: houd voor het al dan niet inschakelen van mm3 en cc rekening met jouw leerplannen en/of de schoolafspraken. Pas deze les dus aan jouw schoolafspraken aan.
week 16 les 4 Volume (metriek stelsel)
41
Ko m
S P@ 6 5 1
4
3
onderwijsleergesprek klassikale kubieke meter
2
1 Probleemstelling en motivatie Gebruik de klassikale kubieke meter. Vraag de leerlingen om alles te vertellen wat ze daarover weten. Richt indien nodig naar de opbouw van het metrieke stelsel.
boek-e
Bouw een woordveld op het bord op.
1 kubieke meter 1 m3 In 1 m3 kunnen 1000 dm3. 1 m3 = 1000 dm3 In 1 dm3 kunnen 1000 cm3 (of 1000 cc). 1 dm3 = 1000 cm3 (of 1000 cc)
Betreffende het al dan niet gebruiken van cc: houd je, net zoals voor het al dan niet inschakelen van de mm3, aan de schoolafspraken. Plaats cc in de realiteit. Vraag waar cc gebruikt wordt. Misschien weten enkele leerlingen cc in verband te brengen met de cilinderinhoud bij auto’s / moto’s. Ook in bepaalde beroepen gebruiken ze cc. Zo werkt ook de apotheker met cc om de inhoud van medicijnflesjes aan te duiden. Vraag de leerlingen hoeveel kubieke meter er (ongeveer) in de klas kunnen. Laat ze eventjes in duo’s overleggen. Begeleid eventueel. - Hoeveel m3 kunnen er op de grond? - Hoeveel stapels? Kom tot bijvoorbeeld: - Onze klas meet 7 m op 8 m. Op de grond kunnen bijgevolg 7 rijen van 8 m3. Dat is 56 m3. - Onze klas is iets meer dan 3 m hoog. Er kunnen ruim 3 stapels op elkaar. Dus: 3 x 56 m3 = 168 m3. - Onze klas is dus ruim 168 m3 groot. Het volume van onze klas is ruim 168 m3. Heb het even over het ‘omstructureren’. Een volume van 1 m3 is niet noodzakelijk een kubus met ribbe 1 m. 1 m3 is even groot als een kubus met ribbe 1 m, maar mag ook een andere vorm hebben.
42
week 16 les 4 Volume (metriek stelsel)
Ko m
S P@ 6 5 1
4
3
2
2 Instructie
onderwijsleergesprek
2 | 1 De volumematen MAB-materiaal
Stel de verhoudingen tussen de volumematen scherp. Benadruk de duizenddelige verhouding tussen de opeenvolgende maateenheden. Illustreer met MAB-materiaal. Noteer op het bord. 1 m3 = 1000 dm3 1 dm3 =
1 m3 = 0,001 m3 1000
1 dm3 = 1000 cm3
1 cm3 = 1 cm
1 dm3 = 0,001 dm3 1000
= 1000 mm3
3
1 mm3 =
1 cm3 = 0,001 cm3 1000
Je kunt de verhoudingen laten vaststellen door te ‘bouwen’. Met blokjes van 1 cm3 kun je (een deel van) een kubus van 1 dm3 laten bouwen. Hoeveel blokjes hebben we nodig? 1000 Met kubussen van 1 dm3 bouwen we een m3. We hebben nu ook 1000 blokken (kubussen) nodig. Voor mm3, waar geen materiaal voorhanden is, moet je naar analogie werken.
2 | 2 De verhoudingstabel We benadrukken nogmaals de duizenddelige verhouding tussen opeenvolgende maateenheden. Daarom plaatsen we in deze aanvangsfase drie stippen per rang / per kolom. Laat herleiden naar de aanliggende maateenheid. Gebruik ook kommagetallen. Verwoord en laat verwoorden. - 1 m3 Ik noteer het maatgetal 1 in de kolom van m3. 3 1 m = 1000 dm3. Ik noteer de drie nullen in de kolom van de dm3. - 1 dm3 Ik noteer uiteraard ook nu de 1 in de kolom van dm3. 3 1 dm = 1000 cm3. Ik noteer de drie nullen in de kolom van de cm3. - 1 dm3 = 0,001 m3. Ik noteer de 0 bij de m3 en de 001 bij de dm3. - 1 cm3 = 0,001 dm3. Ik noteer de 0 bij dm3 en de 001 bij cm3. - (eventueel) 1 m3 = 1000 keer 1000 cm3 = 1 000 000 cm3. Ik noteer een 1 bij m3, 000 bij dm3 en ook 000 bij cm3.
week 16 les 4 Volume (metriek stelsel)
43
Ko m
S P@ 6 5 1
4
3
1 m3
m3
dm3
..1
000
cm3
..1
1 dm3
1 dm3
..0
..1
1 m3
= 1000 dm3 000
001
1 cm3
2
= 1000 cm3 = 0,001 m3
..0
001
= 0,001 dm3
000
000
= 1 000 000 cm3
Voor wie de mm3 inschakelt, mag je uitbreiden. Kom dan tot: - 1 cm3 = 1000 mm3 - 1 mm3 = 0,001 cm3
1 m3
m3
dm3
..1
000 ..1
1 dm3
1 dm3
..0
1 cm3 1 m3
..1
cm3
mm3 = 1000 dm3
000
= 1000 cm3
001
= 0,001 m3
..0
001
= 0,001 dm3
000
000
= 1 000 000 cm3
1 cm3
..1
000
= 1000 mm3
1 mm3
..0
001
= 0,001 cm3
2 | 3 Herleidingen Werk klassikaal geleid enkele oefeningen met de verhoudingstabel uit. Voer zinvolle herleidingen uit. Noteer ook als kommagetal en als breuk. Mogelijke oefeningen: m3
cm3
mm3
volume klas 198 m3
198
bestelwagen 8 m3
..8
000
= 8000 dm3
volume koelkast 255 dm3
..0
255
= 0,255 m3 =
ijsblokje 2 cm3
44
dm3
week 16 les 4 Volume (metriek stelsel)
..0
002
000
255 m3 1000
= 0,002 dm3 (= 2000 mm3)
Ko m
S P@ 6 5 1
4
3
individueel werk leergesprek
2
3 Oefenen, toepassen en differentiĂŤren 3 | 1 Werkboek
werkboek p. 6
scheurblok p. 89 correctiesleutel scheurblok
De leerlingen nemen hun werkboek op pagina 6 met individuele oefeningen. Overloop samen met de leerlingen de oefeningen.
Differentieer. Neem de leerlingen die nog moeite hebben met de duizenddelige verhoudingen, met het aflezen van en interpreteren van de verhoudingstabel ‌ apart of in een groepje samen. Begeleid hen. Werk met hen taak na taak, eventueel oefening na oefening, geleid af. Leerlingen die eraan toe zijn, gaan zelfstandig aan de slag. Wie klaar is, werkt verder in het scheurblok tot en met pagina 89. De leerlingen gebruiken de correctiesleutel.
Bespreek klassikaal en/of individueel.
week 16 les 4 Volume (metriek stelsel)
45