ucatieve uitgaven
BIEB
Circus Ravioli Inge Misschaert
Kijker educatieve uitgaven
Verrekijker 2
5
Circus Ravioli
1
Geen gewoon meisje Hallo daar! Zie je mij staan? Ja, ja, je ziet het goed! Ik sta op een paard. Zomaar, boven op een paard! Mijn eigen merrie. Ze heet Kiki.
2
Ik stel me even voor. Ik ben Lili en ik ben negen jaar oud. Ik woon in het circus. Circus Ravioli! Met mijn papa, Ernesto. Hij is de baas van het circus. Met mijn mama, Adeline. Zij is acrobate en heel lenig. Met mijn broer, Zaza. Hij is een echte clown. Het circus heet Ravioli, want papa is dol op ravioli. Hij is dan ook een Italiaan. Doe je mee aan mijn spel? Ik heb het zelf uitgevonden! Gooi een dobbelsteen. Ga door tot je op het rode vak komt! Dan krijg je een vraag. Het antwoord vind je op de laatste pagina!
3
De kassa Dit is de kassa van het circus. Het is eigenlijk een oude woonwagen. Hij is mooi geschilderd. In alle kleuren van de regenboog! Vroeger woonde Nona erin. Samen met Pop. Dat zijn mijn oma en opa. Nona zat ook altijd aan de kassa. Dat deed ze graag. Pop toonde de mensen hun plaats. Hij ging rond met snoep en drank. Af en toe gaf Nona een ticket gratis weg. Dat vond ze leuk.
4
Vraag 1 Hoe is het circus ontstaan? a) Door een tent op te zetten b) Door het paardenspel c) Met een show door clowns
5
De directeur Mijn papa Ernesto is de directeur van ons circus. Hij is ook de eigenaar ervan. Samen met Pop. Een circus leiden is veel werk. Je moet zorgen dat alles goed verloopt. Papa draagt meestal een mooi pak. Hij draagt een lange zwarte broek. Een wit hemd en een rode strik. En een mooi rood vest. Bovendien draagt hij laarzen. Lange, zwarte laarzen. Hij ziet er erg goed uit, mijn papa! Als er een show is, dan kondigt hij de artiesten aan. Hij doet dat met een luide stem. Zo kan iedereen hem goed horen. Hij doet nog wel meer in de show. Maar dat vertel ik later.
6
Vraag 2 Wie zijn de bekendste circusartiesten? a) Bassie en Adriaan b) Bessie en Tom c) Missie en Arend
7
De acrobaten Acrobaten zijn altijd een belangrijk deel van de show. In onze tent hebben wij een hoge touwladder. Die gaat tot helemaal in de nok. Het is erg hoog. Ik word altijd duizelig. Daar hangen de trapezes aan. Die gebruiken de acrobaten om aan te zwieren en bungelen. Onze acrobaten heten Adeline en Toto. Toto komt uit Japan. Hij spreekt een beetje raar. Hij kan de ‘r’ niet zeggen. Dan zegt hij ‘aclobaat’. Zo grappig!
8
Mama en Toto zijn erg goed. Ze zijn beroemd. Want ze kunnen een driedubbele salto maken. Zonder vangnet!
Vraag 3 Welke dieren zijn vanaf 2015 verboden in het circus in Nederland? a) Paarden b) Apen c) Honden
9
De clowns In ons circus zijn er twee clowns. Een jonge en een oude. August is de oude clown. Hij is al bijna tachtig. Maar hij stopt niet met optreden. Het circus is zijn leven. De andere clown is mijn broer. Zaza is de jongste clown van het land. Hij is nog maar acht. Hij kan echt iedereen aan het lachen maken. Ze dragen een gek pak met veel kleuren. En veel te grote schoenen en een pruik. En hun gezicht is geschminkt. Een grote lach rond hun mond. En een traan onder hun oog.
10
Vraag 4 Waar komt het woord ‘clown’ vandaan? a) Uit het Engels, waar het ‘boerenpummel’ betekent. b) Uit het Frans, waar het ‘grappige man’ betekent. c) Uit het Sloveens, waar het ‘dorpsgek’ betekent.
11
De jongleurs Een circus zonder jongleurs is geen echt circus. Dat zegt mijn papa altijd. We hebben onze jongleurs nog niet zo lang. Het zijn drie broers en ze komen uit Italië. Ze heten Roberto, Davino en Flavio. Ze doen kunstjes met borden en ballen. Flavio kan wel tien borden tegelijk in de lucht houden. Ik kan het met drie. Als ik er vier probeer, dan valt er altijd eentje. Maar ik blijf oefenen! De broers vinden het leuk bij ons. En wij vinden hen ook leuk. Alleen maken ze wel heel veel ruzie. En ze eten alleen spaghetti of ravioli!
12
Vraag 5 Welk woord is een synoniem van ‘jongleur’? a) Flessengooier b) Kunstjesmaker c) Joculator
13
De vuurspuwers Wij hebben in ons circus ook een vuurspuwer. Als zij oefent in haar woonwagen, moeten Zaza en ik altijd uit de buurt blijven. Vuur spuwen is erg gevaarlijk. Onze vuurspuwer is een vrouw: Gabriela. Ze is zo dik dat ze bijna niet door de deur kan. Maar ze spuwt vuur alsof ze een draak is! Haar show is magisch en ze krijgt altijd een heel lang applaus. Een keer vloog haar rok in brand. Toen stormde ze naar buiten. Naast de tent staat een drinkbak voor de paarden. En toen sprong ze daar zomaar in! Het vuur was gedoofd, maar de bak was gebroken.
14
Vraag 6 Welk dier spuwt ook vuur? a) Een zeekoe b) Een draak c) Het monster van Loch Ness
15
De koorddansers In het midden van de tent is een koord gespannen. Die is niet gemaakt van touw, maar van staal. Ze is ijzersterk en strak. Daarop lopen de koorddansers. Madame Rosetta en haar dochtertje Loeloe. Loeloe is pas zes. Maar ze rent over het koord alsof het niets is. Ze kan ook heel goed op haar handen lopen. In de show doet ze alsof ze haar evenwicht verliest. Maar ze valt niet. Nooit. Ook al is er een net. Ik oefen soms ook op de koord. Dat mag ik van papa, omdat er een net is.
16
Vraag 7 Wat moet een koorddanser goed kunnen? a) Een tent opzetten b) Huppelen c) Zijn evenwicht bewaren
17
De messenwerpers Onze messenwerper is ... Tataaaam! Mijn papa! Haha! Ik zei je toch dat hij nog meer deed. Dan is hij niet alleen Ernesto, de circusdirecteur. Maar ook Ernesto, de messenwerper. Adeline (mama) gaat dan tegen een houten plank staan. Haar armen houdt ze opzij. En dan gooit papa de messen. Razendsnel vliegen ze langs mama’s lichaam. Ze boren zich in het hout. Niet een keer wordt mama geraakt. Knap, hé?
18
Vraag 8 Wat is het belangrijkste voor een messenwerper? a) Een scherp mes b) Stilte c) Concentratie
19
De leeuwentemmer In ons circus wonen twee leeuwen. Ze heten Cyriel en Baziel en zijn broers. Toen ze bij ons kwamen, waren ze nog heel klein. Niet veel groter dan een kat! Nu zijn ze heel groot geworden. Ze hebben prachtige manen. Ik hou veel van de leeuwen. Ik mag altijd helpen om ze te verzorgen. En dan mag ik ze ook aaien. Alleen als Marcello erbij is. Dat is de dompteur. Een dompteur temt de leeuwen in de show. Dan moeten ze brullen en slaat hij met een zweepje. De leeuwen rollen door de piste en springen door een brandende hoepel!
20
Vraag 9 Welk woord betekent ook ‘leeuwentemmer’? a) Dompteur b) Conducteur c) Chauffeur
21
Het paardenmeisje En dan is het nu tijd voor de paardenshow! Het leukste moment van de show. Ik heb een turnpak aan in felle kleuren. Op de rug van Kiki doe ik kunstjes. Kiki draaft de hele tijd rondjes in de piste. Ze doet dat graag voor mij. Eerst sta ik een heel rondje op haar rug. Dat vind ik erg gemakkelijk. Ik doe het al sinds ik drie jaar oud was. Dan ga ik op mijn handen staan. En ten slotte slinger ik een paar keer langs het paard omlaag. Alsof ik val! Dan roepen de mensen altijd ‘oooooh!’ of ‘aaaaah!’ Dat maakt me trots!
22
Vraag 10 Hoe lang doen mensen al aan acrobatie op paarden? a) Al sinds de oertijd b) Al sinds de middeleeuwen c) Al sinds de nieuwe tijd
23
Oplossingen 1)
b
2)
a
3)
b
4)
a
5)
c
6)
b
7)
c
8)
c
9)
a
10) a
24
Circus Ravioli is in de stad! Zie je de leeuwen en de paarden? En de clowns? Daar zijn de acrobaten. En daar! Zie je dat paardenmeisje? Ze heet Lili! Lees snel haar verhaal!
Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 2. ISBN 978 90 486 2281 8 Bestelnummer 60 1021 197 KB D/2015/0147/337 NUR 191 Illustraties: Gitte Vancoillie Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge
9 789048 622818
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.