ucatieve uitgaven
BIEB
De koninklijke amulet Evelyn Mertens
Kijker educatieve uitgaven
Verrekijker 5
1
De koninklijke amulet
1
1
Darkino
Met een klap vliegt de eikenhouten deur van de koninklijke slaapkamer open. Prinses Armanilla rent naar binnen, haar ogen groot van ongerustheid. ‘Mama! Wat is er?’ Koningin Anyeska ligt bleek en slap onder een enorme stapel dekens op het bed. Ze kijkt Armanilla zwakjes aan, maar zegt niets. Naast haar staat generaal Darkino. ‘Stil jij!’ Zijn zware, rauwe stem brult de woorden door de kamer. Verschrikt blijft Armanilla staan. ‘Je moeder is ziek en moet rusten. Ga onmiddellijk naar je kamer!’ ‘Wat? Maar …’ ‘Zwijg! Ga naar je kamer en blijf daar tot ik je de toestemming geef om buiten te komen!’ Armanilla probeert haar moeder te omhelzen, maar de generaal grijpt haar ruw bij haar bovenarm.
2
‘Laat me los! Ik wil mama spreken!’ ‘Genoeg! Nu je moeder ziek is, heb ik hier de leiding. Je zal dus luisteren naar mij!’ Hij neemt haar nog steviger vast en sleurt haar mee de gang op. Ze krijst en krabt. Ze duwt en trekt, maar de generaal is sterker en laat haar niet los. Hij gooit haar in haar kamer. Ze belandt met een pijnlijke smak op de grond, terwijl achter haar de deur in het slot valt. Ze hoort hoe Darkino de grendel aan de buitenkant dichtschuift. Ze is opgesloten in haar eigen slaapkamer!
2
Armanilla
Mij opsluiten? Wie denkt hij wel dat hij is? Generaaltje van mijn voeten, rare ezel, onnozele kikker, rottende banaan! Ik wil hier uit! Ik moet hier uit! Ik moet naar mama. Wat is er met haar aan de hand? Ze zag er ziek uit.
3
Ik moet haar zien! Maar hoe? De geheime gangen! Dat is het! Zo raak ik ongezien in haar kamer. Armanilla duwt haar oor tegen de deur en luistert of er nog beweging is op de gang. Alles lijkt stil.
4
Op kousenvoeten loopt ze zachtjes naar de open haard, die majestueus1 in het midden van haar slaapkamer staat. Zachtjes wrijft ze met haar wijsvinger over de figuren die in het arduin2 gebeeldhouwd zijn. Vroeger, toen ze klein was, speelde ze bijna dagelijks in de geheime gangen. Ze kende het doolhof als haar broekzak. Ze hield van de stoffige geur. Ze was vrienden met de spinnen en de muizen die er hun nesten gebouwd hadden. Tot mama ontdekte dat ze zich daar voortdurend verstopte voor haar leraars en voor de keukenmeiden die haar een bad wilden geven. Mama was vreselijk boos en ze kreeg een flinke uitbrander! De geheime gang is geen speelgoed en mag enkel gebruikt worden in geval van nood! Sindsdien is ze er nooit meer geweest. Dit is een noodgeval! Zachtjes duwt ze op de kleine inkeping3 aan de rand van het stenen bloemblaadje. Het mechanisme lijkt heel even te weigeren, alsof het na al die jaren vergeten is hoe het moet functioneren. Dan draait de deur toch geruisloos open en Armanilla verdwijnt snel in de donkere gang.
5
Even krijgt ze het benauwd. Het duurt een tijdje voor haar ogen willen wennen aan het schemerige grijs waar ze zich vroeger zo thuis voelde. Niet bang zijn. Ik ken de weg! Snel nu! Ze raapt alle moed bij elkaar en zoekt haar weg door de wirwar van gangen. Haar hand laat ze, net als toen ze klein was, glijden langs de ruwe muren. De herinneringen komen terug en ze merkt dat ze zonder aarzelen de kamer van de koningin weet te vinden.
3
Rolant
Een ragfijn spinnenweb verspert de doorgang. Kleine kraaloogjes kijken haar nieuwsgierig aan. ‘Rolant, jij bent het! Ik moet dringend mama spreken! Laat me er langs, alsjeblief!’ De spin knijpt zijn ogen tot spleetjes. ‘Als dat prinses Armanilla niet is. Wat ben jij groot geworden.’ ‘Je moet me helpen. Er is iets mis met mama!’
6
Rolant knikt bedachtzaam en wijst naar de deur. ‘Darkino is op dit moment in haar kamer,’ fluistert hij. ‘De laatste weken komt hij elke dag op bezoek. Hij brengt warme soep en thee. Je moet voorzichtig zijn, Armanilla. Ik zag hem telkens enkele druppels uit een klein geel flesje in de soep druppelen. Je moeder wil er niet van eten, maar hij dwingt haar. Ze wordt langzaam zieker en ze is te zwak om te protesteren.’ Armanilla kijkt hem verschrikt aan. ‘Hij vergiftigt haar!’ Rolant trippelt langs de draden van het spinnenweb naar een kier onder de deur en verdwijnt naar de andere kant. Al snel is hij terug. ‘De kust is vrij!’ zucht hij opgelucht. ‘Ga snel naar je moeder, ik hou hier de wacht.’
7
4
Koningin Anyeska
De deur schuift langzaam open en Armanilla glipt snel de kamer binnen. ‘Mama?’ fluistert ze zachtjes. Even denkt Armanilla dat haar moeder haar niet gehoord heeft, maar dan opent ze toch langzaam haar ogen. ‘Armanilla,’ fluistert ze. Ze is lijkbleek en heeft donkere wallen onder haar ogen. Haar eens glanzende, zwarte lange haren hangen nu dof en futloos rond haar hoofd. Ze duwt zich moeizaam recht, steunend op één arm, en grijpt met haar andere hand Armanilla’s pols vast. ‘Snel …’ Haar stem is onverstaanbaar zacht. ‘Er is niet veel tijd. Darkino keert zo terug. Ga naar Pippa, de tovenares op het eiland Mistika. Neem mijn amulet mee, het zal je beschermen. Vertel Pippa wat er hier aan de hand is. Ze zal je helpen!’ Voorzichtig neemt Armanilla de koninklijke amulet aan. Het is rond en plat en de kleur is blauw met een felle rode rand. In het midden is een boom met vele takken en blaadjes, uitgehouwen in groene jade4.
8
9
Wat moet ik doen? Ik ben bang. Wat als je … Wat als ik … ‘Armanilla!’ Rolant verschijnt plots onder de kier. ‘Darkino komt eraan!’ Ze geeft nog snel een zoen op het gloeiende voorhoofd van haar moeder en loopt dan de haard weer in. Hou vol, mama! Ik kom zo snel mogelijk terug! In het donker van de geheime gang laat ze haar tranen lopen. Rolant klimt langs haar gewaad naar boven tot hij op haar schouder in haar oor kan fluisteren. ‘Het komt goed, Armanilla. Ik help je!’ Ik hoop dat het me lukt! Wat als ik faal?
10
5
Wodan
‘Hoe kom ik zo snel op het eiland Mistika?’ Armanilla kijkt Rolant vol twijfel aan. ‘Ik heb een idee,’ zegt hij. ‘Wodan is het snelste paard op het kasteel. Hij kan je vast naar het meer brengen! Via de geheime gangen kan ik je ongezien tot in de paardenstallen brengen.’ Met Rolant voorop rent Armanilla door de wirwar van geheime gangen. Onderweg springen spinnen en muizen opzij om hen door te laten. Het lijkt wel of het hele kasteel weet dat ze in gevaar zijn, en dat Armanilla hun enige hoop is. Het moet lukken! Ik moet zo snel mogelijk de tovenares vinden. Ik hoop dat ze me wil helpen. Ze moet me helpen! Wodan hinnikt zacht wanneer Armanilla zijn flanken streelt. Hij is zo zwart als de nacht, en zo zacht als fluweel. ‘Ik heb je hulp nodig, Wodan! Breng me zo snel als je kan naar het meer!’
11
Een luid getrompetter schalt doorheen het kasteel. Er wordt alarm geslagen! Soldaten rennen naar hun plek op de kantelen, met pijl en boog in de hand. Darkino! Hij heeft vast ontdekt dat ik niet op mijn kamer ben. Snel! We moeten hier weg voor de ophaalbrug omhoog wordt gehaald en ik hier vastzit! Zonder Wodan te zadelen, springt Armanilla op zijn rug en galopperen ze de binnenkoer op. Zijn hoeven kletteren op de kasseien. Soldaten proberen hen tegen te houden, maar een stevige trap van Wodans achterpoten doet hen snel dekking zoeken. Aan de overkant zien ze langzaam de ophaalbrug stijgen. ‘Sneller Wodan, sneller!’ Armanilla houdt zich stevig vast aan zijn manen en met een grote sprong springen ze nog net over de ophaalbrug en de slotgracht heen. De soldaten zijn zo verbaasd dat ze vergeten te schieten. In de verte horen ze Darkino bevelen schreeuwen.
12
Armanilla geeft Wodan de sporen, en samen galopperen ze over de weide, tot ze veilig kunnen verdwijnen in het bos. Zijn hoeven graven diep en ritmisch in de zachte bosgrond, en met een snelheid waar iedereen jaloers op is, brengt hij Armanilla weg van het kasteel en de generaal, en dichter bij het eiland. Het is al avond als ze eindelijk op het strand tot stilstand komen.
13
6
Bessie
Het eiland Mistika ligt in het midden van een uitgestrekt groen meer. Je kan het eiland zelf niet zien, want het is altijd omringd door een dichte blauwe mist. Het is het territorium van tovenares Pippa. Iedereen weet dat ze er woont, maar slechts weinigen hebben haar ooit gezien. Half verborgen onder het struikgewas vindt Armanilla de sloep5, waar ze in de zomer samen met haar moeder pleziertochtjes in maakt. Meestal roeit een lakei, maar de laatste keer zijn ze met z’n tweeën het bootje ingestapt. Ze roeiden samen, wat niet makkelijk was, en gierden van het lachen toen hun roeispanen in de knoop raakten. De herinnering brengt tranen in haar ogen. Het was een mooie, warme zomerdag. Met al haar kracht sleurt Armanilla het bootje het water in. Ik vaar naar het eiland. Ik kan het! Op het ritme van de golven roeit ze het meer op. Het lijkt wel of de blauwe mist leeft en ademt.
14
Soms lijkt de kleur lichtblauw en het eiland dichtbij, maar dan verandert de mist naar donkerblauw en lijkt het eiland heel ver weg. Hoe harder Armanilla roeit, hoe verder het eiland wel lijkt. Het lukt me niet. Ik ben zo moe! Ik moet even rusten. Ik mag niet opgeven. Ik moet blijven roeien! Ik mag niet opgeven! Wanneer Armanilla de roeispanen eventjes vermoeid in het water laat rusten, wordt ze opgeschrikt door iets dat tegen de boot botst. Angstig kijkt ze over de rand in twee grote bruine ogen. ‘Bessie!’ zucht ze opgelucht. ‘Wat ben ik blij je te zien!’ ‘Prinses Armanilla,’ zegt de schildpad. ‘Wanneer zwemmen we nog eens samen naar de inhammen aan de andere kant van het meer? De blauwe vinvissen hebben kleintjes gekregen. De clownvisjes vragen wanneer je nog eens langskomt.’
15
‘Bessie, ik moet zo snel mogelijk naar het eiland! Mama is ziek en de enige die haar kan helpen is tovenares Pippa! Kan je me helpen?’ Bessie duikt onder de boot en komt aan de achterkant weer boven water. Met haar bek duwt ze de boot richting de mist. Ze zwemt gestaag6 stukje bij beetje verder. Armanilla is zo moe, dat ze door de deinende7 bewegingen van de boot in slaap valt. Ze wordt wakker wanneer de sloep over keien schuurt en met een bons tot stilstand komt op het eiland. Mistika! Ik ben er. Waar vind ik de tovenares? Hoe vind ik haar?
16
7
Pippa
Armanilla zoekt snel haar weg tussen de struiken en het kreupelhout. De scherpe doorns van de rozen prikken in haar kuiten en enkels, maar ze let er niet op … Wat als Darkino onze plannen doorziet? Wat als hij wint en koning wordt van ons land? Ik mag dat niet laten gebeuren. Mama rekent op mij. Wat als ik faal? Ik moet sterk zijn! Ik moet haar redden! Uit de grond stijgt plots blauwe mist op. Al snel kan Armanilla haar voeten en het paadje waar ze op loopt niet meer onderscheiden. Schoorvoetend en op de tast ploetert ze dieper en dieper het bos in. Wanneer een knokige hand op haar schouders wordt gelegd, gilt ze het uit van schrik. ‘Prinses Armanilla, waaraan heb ik de eer van jouw bezoek te danken?’
17
Tovenares Pippa is klein, en ook al zou je haar daardoor kunnen onderschatten, niemand vergeet ooit haar twee starende ogen. Het ene is blauw en men beweert dat ze met dat oog recht in je hart en ziel kan kijken. Het andere is bruin en houdt de wereld met één oogopslag in de gaten. Het blauwe oog kijkt Armanilla onderzoekend aan. ‘Je hebt mijn hulp nodig!’ beslist de tovenares. ‘Kom mee!’ Armanilla neemt haar uitgestoken magere hand stevig vast, en laat zich leiden. Het kreupelhout lijkt verdwenen. Ze zweven nu boven een moeras waar stinkende slangen en rottende otters hen hongerig aankijken. Voor hen verschijnt een granieten muur. Pippa zwaait met haar staf en prevelt zachtjes een zangerig rijmpje. Op de tonen van het melodietje verschijnt in het midden een kleine gouden opening. Voor Armanilla kan protesteren of vragen stellen, trekt de tovenares haar mee naar binnen. In een reflex sluit Armanilla haar ogen.
18
Niet bang zijn! Niet bang zijn! Alles komt goed! ‘Je kan je ogen wel weer openen,’ grinnikt Pippa. ‘Je bent een moedige prinses, Armanilla.’ Voorzichtig kijkt Armanilla rond. De ruimte is ruim en er is veel licht, ook al zijn er nergens vensters of lampen te bespeuren. In het midden staat een grote houten tafel vol rollen perkament, boeken, flesjes en doosjes. In een hoek hangt een grote hangmat. Kleurrijke dekens en sjaals slingeren overal in het rond. Er hangt een zachte gouden gloed die zowel haar lichaam als haar hart aangenaam verwarmt. De honger en de dorst die ze voordien voelde is verdwenen. De zorgen in haar hoofd houden op met tuimelen. Haar angst verdwijnt naar een klein hoekje in haar geest.
19
‘Goed zo,’ knikt de tovenares. ‘Nu we ons beter voelen, kan je me misschien vertellen wat er aan de hand is?’ Armanilla reikt naar haar hals en haalt de koninklijke amulet boven. De tovenares schrikt en neemt de amulet voorzichtig in haar handen. ‘Mama is ziek,’ vertelt Armanilla. ‘Darkino heeft haar vergifigd. Als ze niet snel een tegengif krijgt, sterft ze en wordt Darkino koning.’ ‘De tijd dringt,’ zegt Pippa. ‘Ik moet snel werken!’
8
De flacon8
Een grote koperen ketel wordt boven een vuur gehangen. De tovenares roert en neuriet. Ze voegt ingrediënten toe, terwijl ze haar beide ogen sluit. Een stukje leverworst, een botje van een kikker, het oor van een varken, het bloed van de gele salamander. Als laatste voegt ze de helft van een drakenteen en een drupje traan van een gouden elf toe.
20
Plechtig plaatst ze drie flacons naast elkaar in het midden van de tafel: een blauwe in de vorm van een cilinder, een rode in de vorm van een bol en een zilveren in de vorm van een druppel. ‘Kies de juiste, Armanilla, en je moeder zal leven. Kies de foute, en je land zal verloren gaan. Kies, prinses Armanilla, dochter van koningin Anyeska.’ Wat? Ik moet kiezen? Waarom ik? Wat als ik fout kies? Nee! Dit kan ik niet. Dit wil ik niet. Dit durf ik niet! ‘Kies, Armanilla! Luister naar je hart en je ziel zal het antwoord weten,’ fluistert de tovenares. Armanilla’s handen bibberen. Aarzelend reikt ze naar de blauwe flacon. Of nee, ze kiest toch de rode. Of misschien is het de zilveren? Luister naar je hart!
21
Armanilla sluit haar ogen en ademt diep in en uit. Ze sluit zich helemaal af en luistert enkel nog naar het bonzen van haar hart. En dan … voelt ze, heel licht, een tinteling in haar vingertoppen. ‘Open je ogen!’ roept Pippa. Armanilla kijkt verbaasd naar de flacons. Haar wijsvinger raakt net de punt van de zilveren druppel aan. Voor ze kan twijfelen verdwijnen de rode en de blauwe flacon in een regen van waterdruppels. Wat als dit de foute is? ‘We hebben weinig tijd,’ zegt de tovenares. ‘Je moeder wordt zwakker, je moet gaan voor het te laat is!’ Armanilla steekt de zilveren druppel voorzichtig weg in de diepe zakken van haar gewaad, en maakt zich klaar om naar buiten te gaan. De heks houdt haar tegen en het blauwe oog kijkt haar doordringend aan. Weet ze dat ik bang ben? Weet ze dat ik niet zeker ben van mijn keuze?
22
‘Armanilla,’ fluistert Pippa. ‘Onthou dat hulp soms uit een kleine hoek komt. Denk eraan dat ook geduld een sterke bondgenoot kan zijn. Je bent sterker dan je denkt. Vertrouw in jezelf, en alles komt goed!’ Wat bedoelt ze? Er is geen tijd om over de woorden van de tovenares na te denken. Armanilla loopt snel de grot uit en kijkt verbaasd naar het strand waar Wodan trouw op haar wacht. Het eiland met de tovenares is alweer verborgen in de dichte blauwe mist in het midden van het meer. ‘Wodan, we moeten snel weer naar het kasteel!’ Wodan hinnikt en steigert alvorens in volle galop te vertrekken. Ben ik nog op tijd?
23
9
Een doorgang
Aan de rand van het bos komt Wodan plots tot stilstand. Een groot grasland scheidt hen nog van het kasteel. De ophaalbrug is nog steeds omhoog en de boogschutters staan paraat op de kantelen. De slotgracht rond het kasteel is breed, diep en in het water krioelen de waterdraken. Hoe raak ik ongemerkt naar binnen? ‘Psst! Armanilla!’ Verschrikt kijkt ze op. Aan een tak, vlak voor haar neus, bengelt Rolant aan een lange zijden draad.
24
‘Hoe kom jij hier?’ roept Armanilla verbaasd. ‘Ik heb je niet alle geheime gangen getoond toen je klein was. Er is een gang die van het kasteel rechtstreeks in het bos uitkomt. Kom mee, ik toon je de ingang.’ Onder een grote oude eikenboom, diep verborgen tussen de wortels, is een doorgang zichtbaar. De geheime gang is lager en smaller dan de gangen in het kasteel. Het ruikt er muf. ‘Deze gangen worden zelden gebruikt,’ legt Rolant uit. ‘We moeten deze kant op!’ Het duurt niet lang of Armanilla meent de gangen te herkennen. Uiteindelijk staan ze voor de deur naar de koninklijke slaapkamer. Ze neemt de zilveren druppel in haar hand. Ik ben niet te laat! Het moet de goede flacon zijn!
25
10
Het gevecht
De deur van de geheime gang schuift open en generaal Darkino staat dreigend en met getrokken zwaard voor hen. Zijn ogen zijn zwart van woede. ‘Nu heb ik je!’ roept hij en hij grijpt haar vast. Armanilla gilt en geeft generaal Darkino een duw. Hij struikelt en moet zijn greep heel even lossen. Armanilla ontsnapt en rent de geheime gang in. De generaal komt razend achter haar aan. ‘Ik krijg je wel!’ Hij vermoordt ons allemaal! Alles is mislukt! Aan de voetstappen hoort ze dat Darkino dichterbij komt. In paniek rent ze een gang in waarvan ze niet zeker is waar die naartoe gaat. Halverwege struikelt ze over losliggende keien en smakt ze tegen de grond. Wanneer ze rechtkrabbelt, heeft Darkino haar ingehaald. Ik moet iets doen! Wat kan ik doen?
26
Ze voelt losliggende keien onder haar vingers en neemt er een paar in haar hand. ‘Laat me met rust, Darkino! Als mijn moeder sterft, ben ik de koningin! Ik beveel je om mij met rust te laten!’ Grijnzend komt Darkino dichterbij en hij zwaait zijn zwaard hoog in de lucht. ‘Je stelt helemaal niets voor, prinses Armanilla! Als koningin Anyeska en jij sterven, word ik koning!’
27
Met al haar kracht gooit Armanilla de keien naar hem. Ze komen keihard op zijn hoofd terecht. De scherpe punten verwonden hem met diepe sneeën en met een kreun valt hij achterover op de grond. ‘Ik krijg je wel! Jij …’ Darkino kan zijn zin niet afmaken. Aangevoerd door Rolant stromen miljoenen spinnen en duizenden muizen uit alle hoeken en spleten van de geheime gangen tevoorschijn. Ze vormen een levend schild rond Armanilla. Ze vallen Darkino met zijn allen aan. Hij verdwijnt onder een deken van spinnen en muizen. Hij probeert ze weg te slaan, maar er zijn er te veel. Vlijmscherpe tanden haken zich aan hem vast en trekken hem gillend de gangen in. Zijn geschreeuw blijft nog lang hoorbaar, tot ook dat stopt. ‘Van Darkino zal je geen last meer hebben!’ zegt Rolant ernstig. Hulp komt soms uit een kleine hoek.
28
11
De zilveren druppel
Armanilla haast zich naar haar moeder. Met trillende vingers opent ze de zilveren druppel. Langzaam giet ze het drankje in de mond en op de lippen van de koningin. Gespannen wacht ze af. Er gebeurt niets. Helemaal niets. Waarom gebeurt er niets? Waarom werkt het niet? Wat moet ik doen? Ik ben te laat! Het was de foute flacon! Alles is verloren! Snikkend legt Armanilla haar hoofd op het voorhoofd van haar moeder.
29
Een zachte hand streelt haar wang. ‘Mijn prinsesje,’ fluistert een stem. Het is een stem die Armanilla overal zou herkennen! ‘Mama!’ Armanilla springt recht en kijkt verbaasd in de lachende ogen van haar moeder! ‘Je leeft!’ Ze omhelst haar moeder en besluit dat ze haar nooit meer wil loslaten. De tranen stromen over haar wangen. Mama leeft! Ik heb het gehaald! Ik heb niet gefaald! ‘Je hebt mij gered, mijn kleine prinses,’ lacht haar moeder haar toe. ‘Ik was de hele tijd bij je. Je bent zo moedig geweest! Ik ben heel trots op je!’ Geduld is een sterke bondgenoot. Alles is goed. Alles is goed.
30
31
Woorduitleg 1 2 3 4 5 6 7 8
32
majestueus = indrukwekkend arduin = blauwgrijze kalksteen inkeping = ingesneden gleuf jade = kostbaar gesteente sloep = bootje gestaag = voortdurend en gelijkmatig deinend = golvend flacon = flesje met een sierlijke vorm
Prinses Armanilla en haar moeder zijn in gevaar. Generaal Darkino wil hen uit de weg ruimen. Op die manier kan hij zelf koning worden. Kan prinses Armanilla op tijd ingrijpen?
Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 5. ISBN 978 90 486 2536 9 Bestelnummer 60 1021 497 KB D/2016/0147/105 NUR 191 Illustraties: Yoeri Slegers Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge
9 789048 625369
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.