ucatieve uitgaven
BIEB
Daar zit muziek in! Anja Van Geert
Kijker educatieve uitgaven
Verrekijker 5
1
Daar zit muziek in!
1
Het orkest Muziek maken kunnen we allemaal. En soms heb je daar echt niet veel voor nodig. Je kunt trommelen op een oude ketel die je omgekeerd op de grond zet. Je kunt op je blote billen kletsen, knippen met je vingers of fluiten. Als je wat oefent, kan dat best mooi worden. Muziek horen we elke dag: op radio of tv, via de computer of in de straat. Is het je al opgevallen dat bij elke (teken)film prachtige muziek wordt gespeeld? Misschien ben je al naar een concert geweest en zag je muzikanten op het podium spelen. Misschien was het wel een heel orkest. Maar weet je ook welke instrumenten allemaal meespelen? In dit boekje ontdekken we welke instrumenten in het orkest voor muziek zorgen en vertel ik je enkele leuke weetjes. Welkom in de wondere wereld van het orkest!
2
Inhoud • de dirigent • de strijkers de viool de altviool de cello de contrabas de harp
p5 p5 p8 p8 p9 p10 p12
• de piano • de blazers de houten blaasinstrumenten • de dwarsfluit • de klarinet • de hobo • de fagot • de saxofoon
p14 p15
de koperen blaasinstrumenten de trompet • de hoorn • de trombone • de tuba •
• het slagwerk de trom de bekkens de tamtam de pauken de buisklokken de xylofoon
p16 p17 p19 p20 p21 p22 p22 p23 p23 p24
p26 p27 p28 p29 p29 p30
3
Muziek die voor je ogen door echte artiesten gespeeld wordt, dat is een geweldige ervaring. Maar als je voor het eerst zo’n orkest ziet, weet je niet waar eerst te kijken. Zal ik je wat wegwijs maken? Kijk mee.
4
Het orkest zit op het podium in de vorm van een halve cirkel. De dirigent staat helemaal in het midden vooraan: zo kunnen alle muzikanten hem goed zien. Dat is belangrijk want de dirigent is zoals de kapitein van een schip. Hij zorgt ervoor dat alle muzikanten zo juist en perfect mogelijk samenspelen. Sommige dirigenten zwaaien heel wild met hun armen of gebruiken een dirigeerstok. Andere dirigenten maken heel kleine bewegingen, maar toch is het voor alle muzikanten duidelijk wanneer ze moeten spelen, of het luider of net zachter moet en wanneer ze precies moeten stoppen. De muzikanten die helemaal vooraan zitten zijn de strijkers. Van links naar rechts zitten de violisten, de altviolisten, de cellisten en de contrabasspelers. Die instrumenten zijn allemaal familie van elkaar maar ze klinken toch heel anders. Violen klinken het hoogst, contrabassen het laagst. Je hebt een veel groter instrument nodig als je een lagere, diepere klank wilt maken. Achter de strijkers zitten de blazers. Van links naar rechts heb je de houten blaasinstrumenten: de dwarsfluit, de klarinet, de hobo en de fagot. Soms hoort er ook een saxofoon bij. Op de volgende rij zitten de koperblaasinstrumenten: de trompet, de hoorn, de trombone en de tuba.
5
Helemaal achteraan staat het slagwerk: de trom, de bekkens, de tamtam, de pauken, de buisklokken en de xylofoon.
Wanneer een componist een werk schrijft voor een orkest, doet hij dat niet altijd voor alle instrumenten die hier opgesomd staan. Zo bestaan er orkesten die enkel uit strijkers bestaan of enkel uit koperblazers, maar soms komen er nog instrumenten bij zoals een piano en een harp.
6
Een componist is iemand die muziek schrijft. Hij doet dat door muzieknoten te schrijven op papier waar notenbalken op staan. Zo’n notenbalk bestaat uit vijf dunne lijntjes onder elkaar. Op en tussen en onder en boven zo’n notenbalk kun je alle muziek noteren die je maar wilt. Zoals een schrijver een boek schrijft met letters van het alfabet, zo schrijft een componist muziek met muzieknoten. Je kent ze wel: do re mi fa sol la si. Hij gebruikt dan ook nog enkele tekens om bijvoorbeeld aan te duiden wanneer het stil moet zijn. Het kan er best ingewikkeld uit zien.
7
De strijkinstrumenten Van alle strijkinstrumenten is de viool het kleinste en het meest bekende instrument. Een viool bestaat uit slechts vier snaren en een houten kistje, maar wat een prachtige zangerige klanken kun je hier mee maken! Van alle strijkers klinkt de viool het hoogste. Als je leert vioolspelen, kan het in het begin wel eens klinken als kattengejank, maar als je veel oefent wordt het fantastisch. De altviool is iets groter dan de viool en ook dieper van klank. Zowel de viool als de altviool hou je vast tussen je kin en hals.
8
De cello heeft een volle diepe klank. Je bespeelt hem door op een stoel te zitten en het instrument tussen je knieën te knellen. Met je rechterhand strijk je met de strijkstok over de snaren en met de vingers van je linkerhand duw je op de snaren. Niet zo maar natuurlijk: het vraagt heel wat oefening om te weten waar je precies je vingers moet zetten om die klank te krijgen die je wilt.
9
De contrabas is de allergrootste van de strijkinstrumenten. Die is zo groot dat je hem rechtstaand moet bespelen. Je kunt er tonen op spelen die je nooit kunt zingen. In een klassiek orkest wordt de contrabas bespeeld met een strijkstok, net als de cello en de viool. Maar wie contrabas speelt in een groep die moderne muziek of jazz speelt, bespeelt de contrabas door met de vingers aan de snaren te plukken. Die contrabasspelers swingen er vaak op los en zorgen voor heel wat plezier op het podium.
10
Als je uit een strijkinstrument muziek wil laten klinken heb je dus een strijkstok nodig. Een strijkstok bestaat uit een stok, meestal gemaakt uit hout waar wel zo’n 150 tot 200 heel fijne haren zijn gespannen. Deze haren zijn afkomstig van paardenstaarten.
11
De allerbeste haren zouden afkomstig zijn van hengsten uit Mongolië. Zij zouden de sterkste, properste en mooiste staarten hebben.
12
Bij sommige orkesten zie je ook de harp staan. De harp is een groot instrument dat lijkt op een soort driehoek waarop 40 snaren gespannen staan. Al die snaren moeten voor elke repetitie of concert één voor één gestemd worden zodat ze juist klinken. Het is een hele klus voor de muzikant, maar wanneer hij de harp bespeelt door met zijn vingers over de snaren te glijden en te tokkelen, kan het voor magische muziek zorgen.
13
De piano
De piano ken je natuurlijk ook. Het is het meest bekende toetsinstrument. Soms krijgt de piano een heel belangrijke rol in het orkest, dan staat zij helemaal vooraan. Soms moet je wat beter zoeken en staat de piano achteraan of opzij. Maar wist je dat de piano ook een snaarinstrument is? Als een pianist op een toets drukt, brengt hij een hamertje in beweging dat op de snaar slaat. Zo ontstaan er klanken. Er zijn zo veel snaren in de piano dat de pianist ze niet allemaal zelf kan stemmen. Daarvoor moet je de hulp van een specialist inroepen: de pianostemmer.
14
De houten blaasinstrumenten Nu is het de beurt aan de houten blaasinstrumenten: de dwarsfluit, de klarinet, de hobo, de fagot en de saxofoon.
15
De dwarsfluit is misschien wel het meest bekende houten blaasinstrument, ook al is ze gemaakt uit metaal of zilver of goud. Lang geleden, in de tijd dat de beroemde componist Wolfgang Amadeus Mozart leefde, werd deze fluit in hout gemaakt en zaten er enkel gaatjes in. De moderne dwarsfluiten hebben aardig wat knopjes en kleppen en klinken een stuk luider dan vroeger. Je bespeelt de dwarsfluit door lucht over de opening te blazen: een beetje zoals je op een flesje frisdrank blaast. Er bestaat ook een kleine dwarsfluit die nog hoger van toon klinkt: die noemen we de piccolo. Niet te verwarren met het kleine harde broodje dat je bij de bakker koopt.
16
De klarinet heeft een volle en warme klank en dit instrument is heel sociaal: het gaat heel goed samen met andere instrumenten. Je blaast in een klarinet via een mondstuk waarop je een riet of rietblad plaatst. Zo’n riet kan aardig trillen en zorgt voor de speciale klank van de klarinet.
17
Dit is zo’n riet:
Zo ziet het mondstuk eruit:
18
De hobo is een instrument waarbij je lucht naar binnen blaast: niet via een gewone opening zoals bij de dwarsfluit, niet via een mondstuk zoals bij de klarinet, maar wel langs een dubbel riet. Dat is een dubbelgevouwen rieten plaatje dat je als muzikant zelf moet leren maken. De hobo kan een beetje zeurderig klinken, maar als hij in een goed humeur is, klinkt hij heel fris en vrolijk.
19
De fagot is de grote broer van de hobo. Beide instrumenten lijken heel sterk op elkaar. Zo moet je ook de lucht in het instrument blazen via een dubbel riet, maar de fagot klinkt veel dieper en zorgt voor heel prettige, soms wat ondeugend klinkende bastonen.
20
De saxofoon maakt een warme en heldere klank en heeft heel wat kleppen en toetsen. Je blaast de lucht via een mondstuk met een enkel riet, zoals bij de klarinet. Bij goede saxofoonspelers lijkt het wel alsof ze kunnen praten met hun instrument. Het is heel expressief. Wist je dat de saxofoon uitgevonden werd door een Belg? Adolphe Sax speelde op zijn eerste zelfgemaakte saxofoon in 1841. Hij deed dat op een wedstrijd waarbij hij achter een gordijn stond zodat niemand kon zien waar die hemelse klanken vandaan kwamen. Het instrument mag vaak solo’s spelen en de saxofoon speelt ook een grote rol in de jazzmuziek of in de klezmermuziek (dat is Joodse muziek). Ook in de popmuziek hoor je vaak de saxofoon.
21
De koperblaasinstrumenten
Een trompet ken je vast wel. Het is een instrument dat een heel heldere klank heeft en vaak overal bovenuit klinkt. Je bespeelt een trompet door in het mondstuk te blazen en een toon te maken door de ‘pistons’ of ‘pompventielen’ in te drukken. De trompet, de hoorn en de tuba spelen overigens met drie kleppen alle noten!
22
De hoorn is het meest romantische instrument van alle koperblazers. Het lijkt wel een lange opgerolde trompet met drie ventielen die je kunt bespelen. Als je hem helemaal zou uitrollen, is hij wel vier meter lang. De warme klanken van een hoorn krijg je vooral door heel veel te oefenen, want het belangrijkste hiervoor zijn de lippen van de muzikant.
Een trombone heeft geen ventielen (zoals de hoorn) en geen pistons (zoals de trompet) maar wel een schuif. Hoe verder je de schuif wegduwt, hoe dieper de klank wordt. De trombone is vaak de grapjas van de bende, omdat hij gemakkelijk prettige geluiden kan maken door het schuifwerk.
23
De tuba is de krachtigste kerel van de groep. Je moet over een flinke adem beschikken om leven in dit instrument te krijgen. Het volstaat niet om gewoon te blazen in het mondstuk, dan krijg je namelijk geen enkel geluid. Je moet brommen tussen je lippen en flink wat kracht zetten om deze mooie basklanken te laten klinken.
24
eufonium
sousafoon
De tuba heeft nog enkele neefjes die sterk op hem lijken. Hier zie je het eufonium en de sousafoon. Het verschil zit hem in de manier waarop de buizen gedraaid zijn en waar de beker staat. Bij de koperen blaasinstrumenten noemen we het uiteinde waar het geluid uit komt een beker. Een sousafoon is speciaal ontworpen om te bespelen terwijl je stapt of marcheert. Als je een fanfare ziet passeren in de straat, kun je er vast een sousafoon in ontdekken.
25
De Slaginstrumenten Slaginstrumenten ken je vast wel: de trom, de bekkens, de tamtam, de pauken, de buisklokken en de xylofoon. Dit zijn slechts enkele slaginstrumenten.
De grote trom is niet alleen heel groot, hij klinkt ook onheilspellend laag. Als je er op roffelt, lijkt het wel of er een onweer losbarst.
26
De bekkens worden ook wel cymbalen genoemd. Het zijn twee metalen schijven, klein of groot, die een heel schel geluid geven. Je kunt ze kletterend hard tegen elkaar slaan maar ook met een stok of metalen staaf over wrijven. Dan krijg je een bijzonder geluid.
27
De tamtam is een grote metalen plaat die een heel oosters geluid weergeeft. We noemen het instrument ook wel eens de gong. Eén slag op de tamtam zindert heel lang na.
28
De pauken zijn onmisbaar in een groot orkest. Het zijn grote koperen ketels waarop een vel is gespannen. Je kunt er zacht op spelen met grote stokken of net heel hard en luid door er met kleine stevige stokken op te slaan. Je kunt er zowel ritme mee weergeven als een melodie mee maken.
De buisklokken zijn een stel metalen buizen. Als je er met een hamertje op slaat, klinken ze als echte kerkklokken.
29
Een xylofoon is een melodisch instrument dat bestaat uit houten latjes die je met een stick bespeelt. Het klinkt een beetje als het kletteren van de ribben van een skelet. In een orkest wordt het vaak gebruikt om een scherp randje te geven aan de melodieën die door andere instrumenten gespeeld worden.
30
Zo, nu weet je welke instrumenten in een orkest voor prachtige muziek kunnen zorgen. Dan is het tijd om naar een concert te gaan luisteren. Sommige orkesten treden op in concertzalen. Of samen met een koor. Andere orkesten treden op in een kerk, dan speelt het orgel mee.
Sommige orkesten spelen in de opera of bij het ballet, dan kun je ze amper zien, want het orkest zit dan lager dan het publiek, in een orkestbak, onder of voor het podium.
31
Voor de acteurs en zangers die in de opera meespelen of dansers in het ballet is dat wel eens gevaarlijk. Soms stapt een acteur naast het podium en belandt hij tussen de muzikanten. Daarom wordt er meestal een net gespannen boven het orkest. Soms is het niet echt koek en ei in een orkest …
Deze morgen stond mevrouw trompet te roddelen met de klarinet: ‘Weet je het al? Weet je het al? De saxofoon verliest zijn toon. Hij is helemaal van slag!’ ‘Maar mevrouw trompet,’ sprak de klarinet, ‘Hou toch op met dat geretteketet. De saxofoon heeft vast een kater. Geef hem gewoon twee bekers water en hij speelt weer muziek van Bach.’
Toch wordt er ook gigantisch veel plezier gemaakt in een muziekgroep! Want daar draait het uiteindelijk om. Als je met plezier muziek maakt, volgt de rest vanzelf. Of zoals de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche ooit zei: ‘zonder muziek zou het leven een vergissing zijn.’
32
Misschien ben je al naar een concert geweest en zag je muzikanten op het podium spelen. Misschien was het wel een heel orkest. Maar weet je ook welke instrumenten allemaal meespelen? In dit boekje ontdekken we welke instrumenten voor muziek zorgen in een orkest en vertel ik je enkele leuke weetjes. Welkom in de wondere wereld van het orkest!
Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 5. ISBN 978 90 486 2536 9 Bestelnummer 60 1021 497 KB D/2016/0147/105 NUR 191 Foto’s: Shutterstock Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge
9 789048 625369
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.