ucatieve uitgaven
BIEB
De lijst Inge Misschaert
Kijker educatieve uitgaven
Verrekijker 6
1
De lijst
1
Babousjka Ik ben Babousjka en ik ben elf. Ik heb dit dagboek vorig jaar van mams gekregen. Om alles in op te schrijven. Maar toen kon ik dat nog niet. Nu wel. Dit is mijn verhaal, over mijn lijst en over alles wat er gebeurd is. Hou je vast, want het is veel. Te veel om op te noemen. Laat ik me anders eerst even voorstellen. Babousjka is niet mijn echte naam. Het is een koosnaampje en het komt uit het Russisch. Mijn echte naam is Sophia. In het Grieks betekent dat wijsheid. In het Russisch betekent Babousjka ‘popje’. Dat is de naam die mijn papa me altijd geeft. Hij is immers Russisch. Mam zegt altijd Soph of soms Babs tegen me. Als ze Sophia tegen me zegt, dan weet ik dat ik iets fout heb gedaan. Toch gek, vind je niet? Tegen mijn beste vriendin Eleonora zegt iedereen Noor. Ook de juf. Ze schrikt echt als iemand haar bij haar echte naam noemt. En tegen mijn oom Filip zegt iedereen gewoon Flippo. Ik bedoel maar: het is niet logisch. Waarom eerst zo’n gedoe over een naam, als je ze dan later toch afkort of er helemaal iets anders van maakt?
2
Uit protest ben ik mezelf gewoon Babousjka gaan noemen. Lekker fout. Zo ben ik, een hoekje af, maar wie heeft ooit beweerd dat perfect zijn het ideaal is? Ik woon in een klein dorp in Vlaanderen, waar een paar straten met huizen staan. Dat is het dan ook. Bomen, weiden en velden omringen ons. Er is geen busverbinding. De eerste trein bevindt zich kilometers verderop. Gelukkig is er een dorpsschooltje wat verderop en kan ik daar met de fiets heen. Stel je voor dat ik elke dag met mams haar krakkemikkige auto naar school zou moeten? Dan kwam ik nooit ergens! Pap werkt in het buitenland. Hij is archeoloog en doet dus niets anders dan graven in de grond. Niet met een spade hoor. Met hele fijne voorwerpen. Alsof hij korreltje per korreltje van de grond moet rapen. Heel vreemd. Maar goed. Het is zijn leven, hij moet het weten. Hij leeft voortdurend uit koffers, maar dat zijn mams en ik gewoon.
3
De lijst Ik heb een lijst gemaakt. Een bucket list, zoals ze in het Engels zeggen. Weet je niet wat dat is? Ik zal het je even uitleggen! Een bucket list is een lijst met dingen die je zeker nog wilt doen, voor je doodgaat. Het woord komt vanuit Amerika, waar mensen een uitdrukking hebben voor doodgaan: to kick the bucket. Vandaar dus dat ze die lijst zo noemen.
4
Ik leg jullie meteen uit waarom ik die lijst gemaakt heb. Het is een heel verhaal en ik wil het goed uitleggen. Ik heb voor het eerst over een bucket list gehoord op school. We kregen een stukje uit een film die ook zo heet: the bucket list. De meeste leerlingen vonden hem doodsaai, maar ik niet. Het ging over twee oude knarren die in een ziekenhuisbed lagen dood te gaan. Maar toen stelde eentje voor om zo’n lijst te maken. En daarna beleefden ze de gekste avonturen. Cool, toch? Ik heb de film thuis inmiddels al grijsgedraaid. Bij wijze van spreken dan, ik weet ook wel dat alleen langspeelplaten grijs kunnen draaien en een dvd niet. Zelfs mams begon het vervelend te vinden, maar dat hield me niet tegen. En uiteindelijk heb ik zelf zo’n bucket list gemaakt. Mijn eigen lijst. Ik heb aan mams gezegd dat ze dat ook moest doen, maar ze rolde met haar ogen en antwoordde dat ze geen zin had om nog meer met haar neus op de feiten te worden gedrukt dat ze gewoon nergens tijd voor heeft. Maar ik geloof het niet, volgens mij heeft ze het wel gedaan.
5
Dit is mijn lijst: Die van mams vind ik ooit wel. Ik moet gewoon nog wat beter zoeken!
1 Een hond houden/ krijgen/vertroetelen ... 2 Met pap een belangrijke opgraving doen ergens in een ver land. 3 Een echte berg beklimmen. 4 Gekust worden (misschien, dat weet ik nog niet zeker!) 5 Een boomhut maken (wordt lastig, want we hebben geen bomen in onze tuin). Misschien vul ik mijn lijstje nog wel aan. Op dit moment kan ik niet veel meer verzinnen.
6
D-day Precies een jaar geleden veranderde mijn leven compleet. In het vijfde leerjaar hadden we net een week bosklassen achter de rug. Ik had een heuse strijd moeten leveren om mee te mogen, want ik voelde me niet goed en dat was mam, en zelfs pap, opgevallen. Ik was erg veel vermagerd, hoewel ik goed at en ik had altijd zo’n vreselijke dorst. Ongelooflijk! Hele flessen water kapte ik achterover en toch leste dat mijn dorst nooit helemaal. Mijn moeder sleepte me mee van dokter naar dokter en zelfs een natuurdokter onderzocht me. Toen mocht ik een tijdje geen bananen eten. Maar het ging maar niet over. Maar omdat niemand iets vond, ging ik dus mee op bosklassen. Het was heerlijk, maar ik was doodmoe. Een keer tijdens een boswandeling had ik water uit een bosmeertje gedronken, omdat ik weer zo’n hevige dorst had. Toen ik van de bus stapte, schrok mam zo hard, dat ze meteen paps belde dat hij op het eerste vliegtuig moest springen omdat er iets helemaal fout was met mij.
7
Ik mopperde dat ze zich gewoon te veel zorgen maakte, maar het mocht niet baten. Ze had zoals gewoonlijk gelijk. Een simpele bloedprik bij de huisarts met wachtdienst was voldoende voor het verdict1. Ik bleek diabetes type 1 te hebben. En toen werd mijn leven eventjes een achtbaan. Meteen werd ik voor een week in het ziekenhuis opgenomen. Ik leerde bloed prikken en mijn suikerwaarde controleren. Ik moest vier keer insuline2 in mijn buik of bil aanbrengen. Ik deed alles op automatische piloot, terwijl mama de dokters als een tijger met vragen bestookte en papa om mij heen cirkelde als een tijger die zijn welp wil beschermen. Na een week mocht ik naar huis met een stapel prikstrips, insulinepennen en heel wat documentatie over de ziekte die ik had gekregen. ‘Een chronische ziekte,’ legde de sympathieke verpleegster mij geduldig uit. ‘Chronisch betekent voor altijd.’ Dat was het enige wat tijdens de autorit naar huis door mijn hoofd spookte. Voor altijd. Dit ging nooit meer over.
8
9
Wist je dat ... ... diabetes mellitus type 1 een aandoening is waarbij het lichaam stopt met insuline te maken? Die insuline heb je echter broodnodig om de bouwstoffen uit de voeding tot in je cellen te brengen. ... diabetes type 1 een auto-immuunziekte is? Het afweersysteem dat ons anders beschermt tegen indringers in het lichaam, vergist zich en valt de cellen die insuline maken aan in de alvleesklier. Zonder insuline kun je niet leven. ... diabetes type 1 vooral kinderen en jongeren en volwassenen tot 40 jaar treft? De oorzaken van de ziekte zijn nog onduidelijk. Daardoor is het heel moeilijk om een oplossing te vinden.
10
Nieuwe buren We hebben nieuwe buren. Eindelijk! Het huis staat al een tijdje leeg. Af en toe kwamen er mensen kijken, maar nooit veel. De laatste tijd kwamen heel veel mannen in pakken. Dan liep mams te vloeken. Ze dacht dat die mannen in pakken mensen waren die de boel wilden platgooien om een wijk op te bouwen. Ze ging zelfs naar de gemeente om navraag te doen of het klopte. Gelukkig is het helemaal niet toegelaten om in deze buurt een wijk te bouwen. Oef! Nu is het dus eindelijk bewoond. Ik was de verhuizing aan het bekijken door het raam van mams werkkamer. Ik denk dat het een gezin is, aan het aantal verhuisdozen te zien. Zoveel dozen! Hoeveel kinderen zouden ze wel niet hebben? Ik heb op school veel vrienden, maar die wonen niet echt in de buurt. Noor woont zelfs in het volgende dorp, maar ze gaat hier naar school omdat haar oma in het dorp woont en ze dan na school naar haar toe kan. Misschien zit er wel een meisje van mijn leeftijd tussen? Noor is echt de max, maar ik zou een vriendin naast de deur ook niet mis vinden!
11
En toen stopte er een auto, waarin wel vijf kinderen zaten. Vijf! En allemaal jongens. Zucht. Ik hoop maar dat het niet allemaal kwajongens zijn. Niet dat ik iets tegen jongens heb. Ik kom goed overeen met de jongens in mijn klas. De laatste tijd ben ik erg geïnteresseerd in de liefdesscènes op tv. Vroeger vond ik al dat gekus echt vies. Jakkes. Bah. En ik zapte altijd heel vlug weg. Maar de laatste tijd is dat gevoel weg. Ik vind het niet meer vies. Ik vraag me af hoe het voelt om iemand te kussen. Niet paps of mams of oma. Maar een jongen. En op de mond. Het voelt heel vreemd om dit te schrijven en ik weet ook nog niet helemaal zeker of ik dit wel wil. Dus daarom heb ik het maar tussen haakjes op mijn lijst gezet.
12
Wist je dat ... ... er ook een vorm van ouderdomsdiabetes is? Dat is dan diabetes type 2. Die mensen maken wel nog insuline aan, maar niet genoeg. Meestal heeft dit met verkeerde leef- en eetgewoontes te maken: de mensen eten te rijk en bewegen niet genoeg. ... een te lage bloedsuikerspiegel een hypo genoemd wordt? Dan moet ik meteen een suikerrijk drankje drinken en daarna een koek eten. Zo wordt de suiker in mijn lichaam aangevuld en krijg ik weer een stabiel niveau. ... een te hoge bloedsuikerspiegel een hyper genoemd wordt? Hiertegen kan ik niet veel beginnen, behalve veel water drinken en indien nodig insuline bijspuiten.
13
De boomhut IK HEB EEN PUNT VAN MIJN LIJSTJE AFGESTREEPT! Ja, dat zet ik in hoofdletters, want ik vind het ontzettend leuk dat er nu al een punt van mijn lijstje verdwenen is. Echt! Ik had nooit gedacht dat het zo snel zou gaan. Vandaag was ik in de tuin aan het spelen, toen ik geklop en geboor hoorde. Nu horen we eigenlijk al de hele tijd lawaai uit het huis van de vijf jongens, zoals ik het noem. Ze zijn de boel grondig aan het renoveren3. En met grondig, bedoel ik echt grondig. Ik geloof dat ze het huis nog net niet helemaal zullen afbreken. Maar ik weet wel dat het heel mooi wordt. Dat kun je zien. Intussen wonen de vijf jongens met hun ouders in de schuur. ‘Kamperen,’ glimlacht de moeder die Tine heet en al helemaal ingeburgerd is bij mijn moeder. Zo weet ik dat de jongens 3, 5, 7, 9 en 13 jaar oud zijn. Ik weet hun namen niet meer, daar ben ik echt niet goed in. Alleen die van de oudste herinner ik me wel nog goed, hij heet Daniël.
14
Jaja, lach maar. En als je het dan per se allemaal moet weten: hij heeft echt mooie ogen en kuiltjes in zijn wangen als hij lacht. Ik geloof alleen dat hij niet kan praten. Elke keer als hij mams en mij ziet, gaat hij ergens op zijn eentje langs de kant zitten en hij zegt niets, terwijl zijn broers ons de oren van het hoofd brullen. Ik dwaal af. Dat komt ervan, van zulke lijstjes! Dat geluid dat ik hoorde, bleek dus niet van binnen te komen, maar van buiten! Ze waren een boomhut aan het maken. Ik moet heel erg verlangend gekeken hebben, want de vader van de jongens lachte naar me en hij vroeg of ik wilde helpen. Dat liet ik me geen twee keer zeggen! Voor ik het wist, stond ik met een hamer in mijn handen spijkers in planken te slaan. Zij aan zij met Daniël.
15
Nu mag ik dus elk vrij moment helpen met de boomhut. En ik mag er later ook in komen spelen. Het leven is toch mooi, vind je ook niet? Ik heb Daniël (die dus wel kan praten) ook verteld over mijn diabetes. Ik wil niet dat ze het plots zien als ik bijvoorbeeld een hypo heb. ‘Mijn opa heeft dat ook,’ brulde een van de broertjes en dat was dan dat. Sommige mensen reageren echt heel gewoon op mijn ziekte en dat vind ik goed. Geen gedoe voor mij!
16
Wist je dat ... ... om hypo’s en hypers te vermijden een gezond eetpatroon heel belangrijk is? Zomaar snoepen tussendoor kan dus echt niet voor mij. ... een diabetespatiënt natuurlijk wel nog suiker mag eten? Zonder koolhydraten4 kun je namelijk niet overleven! ... de wetenschap al jaren naar een oplossing voor diabetespatiënten zoekt, zowel type 1 als 2? Misschien genees ik ooit wel!
17
Paps en een verrassing Paps is er! Helemaal uit Griekenland deze keer. En hij blijft een paar weken. Oef! Hij heeft een verrassing voor me, zei hij, maar hij wilde niet zeggen wat het was. ‘Nog even geduld, Babousjka, nog even geduld,’ glimlachte hij fijntjes. De wereld is klein, zegt mams altijd. Ze heeft weer eens gelijk. Blijkt dat pap de nieuwe buren, Tine en Wouter, heel goed kent van vroeger. Hij heeft zelfs geboortekaartjes gekregen van alle vijf de jongens. Toeval bestaat dus echt niet, hé? Maar nu is ons stille huis veranderd in een gezellige bende waar de vijf jongens en hun ouders binnenen weer buitenvallen. Ik vind het heerlijk, al was het maar om uren naar Daniëls ogen te kunnen staren. Zucht. We zaten net allemaal bij elkaar pannenkoeken te eten met heel veel suiker. Grapje! Ja hoor, ik mag lekker nog pannenkoeken eten. Maar dan moet ik goed uitrekenen hoeveel koolhydraten dat zijn en dan spuit ik gewoon wat meer insuline. Het is niet leuk, maar het moet nu eenmaal.
18
En ik laat me echt geen pannenkoek met suiker afpakken, hoor! Mams haar pannenkoeken zijn goudgeel en heerlijk! We zaten dus stapels pannenkoeken weg te werken, toen paps plots binnenkwam met een grote doos in zijn armen. ‘Tataaaam!’ zei hij dramatisch en hij zette de doos met een plof voor mijn voeten neer. ‘Ieuw!’ hoorde ik ineens. Was die doos nu aan het janken? Ik keek op naar mams, die heel mysterieus glimlachte en toen weer naar paps, die al even geheimzinnig keek. Ouders! En toen merkte ik pas dat het heel erg stil geworden was in de huiskamer. Ook de vijf broertjes en Tine en Wouter waren me vol spanning aan het aankijken. Zenuwachtig trok ik de flappen van de doos omhoog. En daar zat ze: een wollig pluizenbolletje hond.
19
‘Oooh!’ zeiden ik en de vijf broertjes tegelijkertijd. ‘Ze is net negen weken en heeft al haar spuitjes gehad,’ zei paps trots, alsof hij dat helemaal zelf had gedaan. ‘Sophia heeft ook haar spuitje gehad,’ zei Max, de jongste van de broertjes. Iedereen schoot in de lach. ‘Dan passen we bij elkaar,’ grapte ik. ‘Ik noem haar Babs.’ ‘Babs en Babousjka,’ lachte paps. ‘Typisch iets voor jou!’ En nu ligt Babs op het tapijtje voor mijn bed lekker te slapen. Mijn hart springt op als ik het tweede punt van mijn bucket list haal. Straks ben ik helemaal klaar voor ik het weet!
20
Spannende plannen Oeps, wat is het lang geleden dat ik hier nog in schreef! Ik had dan ook zoveel te doen. Een hond opvoeden is echt een hele klus. Je moet haar uitlaten en eten geven, maar ook het hok moet schoongemaakt worden. Ik doe het allemaal zelf, want ze is tenslotte van mij. ’s Avonds ga ik met mams en Babs wandelen tot bij een verlaten weitje. Daar mag ze dan ravotten tot ze erbij neervalt. Letterlijk. Zo’n puppy slaapt nog erg veel. Wat goed is, is dat mijn bloedsuikerwaarden nooit beter zijn geweest. Ik heb duidelijk ook deugd van al die buitenlucht en die beweging. De diabetes is er nog steeds, jammer genoeg, maar ooit vindt men een oplossing. Later word ik wetenschapper. En dan zoek ik gewoon mee. Wedden dat ik het vind? Dat zou pas een primeur zijn! Een diabetespatiënt die de oplossing van het mysterie ontdekt. Het zou voor veel mensen een opluchting zijn. Gisteren waren er kinderen in mijn klas die vonden dat dat toch niet zo erg was, mijn ziekte. Toen moest ik toch wel even slikken. En ja, ook een traantje wegpinken. Ik ben ook maar een mens.
21
Noor was de enige die voor me opkwam. Ze is echt een schat! Paps is al lang weer naar Griekenland vertrokken. Hij heeft me wel een brief gestuurd met een heel spannend idee. Als het vakantie is, dan mogen mams en ik mee met hem naar Griekenland. Hij werkt aan een project en ik mag hem helpen. Ik word zijn speciale assistent! Het enige minpuntje is dat Babs niet mee kan. Dat vind ik echt jammer, maar voor een pup is het in Griekenland nu eenmaal veel te warm. Maar gelukkig hebben Tine en Wouter me beloofd om goed voor haar te zorgen. Oef! Er is een spreekwoord dat zegt dat een goede buur beter is dan een verre vriend en dat klopt. Maar ik ga toch blij zijn als ik mijn pupje na drie weken weer in mijn armen kan sluiten. PS. Gisteren sloeg Daniël zomaar zijn arm om me heen. Oké, we stonden in de boomhut en ik was gestruikeld, dus hij wilde me tegenhouden. En toen gaf hij me een kus. Zomaar plots. De kus landde ergens tussen mijn mond en mijn wang. Ik werd er helemaal warm van en ik wist niet waar ik moest kijken. Ik had sterk het gevoel dat hij het ook niet wist. Oh help. Dit vind ik bijna nog ingewikkelder dan de diabetes!
22
De lijst Oef! Weer zo lang geleden dat ik schreef. Het is inmiddels vakantie en we staan op het punt om naar Griekenland te vertrekken. Ik heb mijn lijst een beetje aangepast op de computer. Dan hoor ik mams roepen dat ik moet voortmaken en dat het vliegtuig niet wacht. ‘Oké,’ mompel ik. Ik aai de lijst en glimlach.
1 Een hond houden/ krijgen/vertroetelen ... ➯ helemaal gelukt! 2 Met pap een belangrijke opgraving doen ergens in een ver land. ➯ Ik kijk ontzettend naar de reis uit! 3 Een echte berg beklimmen. ➯ Om op paps werkplaats te komen, moeten we dus echt over een berg. 4 Gekust worden (misschien, dat weet ik nog niet zeker!) ➯ Vreemd, maar niet zo eng als ik dacht. 5 Een boomhut maken (wordt lastig, want we hebben geen bomen in onze tuin). ➯ Done! 6 Wetenschapper worden en een middel tegen diabetes ontwikkelen. ➯ Hier wordt aan gewerkt!
23
Woorduitleg 1 verdict = uitspraak over het resultaat 2 insuline = chemische stof die suikerpatiënten nodig hebben om de hoeveelheid suiker in het bloed te verlagen 3 renoveren = een gebouw gedeeltelijk vernieuwen 4 koolhydraten = voedingsstoffen die nodig zijn om voldoende energie in ons lichaam aan te maken
24
Sophia heeft een ziekte die nooit meer overgaat. Ze heeft namelijk diabetes. Daar heeft ze het niet gemakkelijk mee. Maar ze blijft niet bij de pakken zitten. Op een dag ziet ze in een film hoe iemand een bucket list maakt. En dan maakt ze er zelf ook eentje.
Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 6. ISBN 978 90 486 2537 6 Bestelnummer 60 1021 597 KB D/2016/0147/106 NUR 191 Illustraties: Gudrun Makelberge Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge
9 789048 625376
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.