Verrekijkerbieb - 6e leerjaar - Kijker 1 - N2 - Chi-chi-wat?

Page 1

ucatieve uitgaven

Chi-chi-wat? Alles over de chinchilla!

BIEB

Aag Vernelen

Kijker educatieve uitgaven

Verrekijker 6

1



Chi-chi-wat? Alles over de chinchilla! Toen ik ongeveer zo oud was als jij, had ik de schattigste huisdieren die je je maar kunt voorstellen: chinchilla’s. Ik was helemaal gek op hen, ik had er maar liefst zes! Ik was na school voortdurend met hen bezig: ik speelde met hen, verzorgde hen, bouwde zelf de mooiste hokken … Nu houd ik geen chinchilla’s meer, maar ik denk nog altijd met veel plezier aan die lieve dieren terug. Daarom vertel ik je er graag alles over!

1


Wat is dat voor een beest? Chinchilla’s zijn kleine dieren met een pluizige, zachte vacht, een pluimstaart en grote, ronde oren. Het lijken wel wandelende bolletjes wol en ze zijn net zo zacht. Net zoals ratten, cavia’s en konijnen zijn het knaagdieren. Een volwassen chinchilla weegt gemiddeld ongeveer 600 gram, dat is iets meer dan een halve kilo. Hij is net iets groter dan een dwergkonijntje. Hij heeft korte voorpoten met aan elke poot vier vingers en een duim, net zoals de mens. Met zijn voorpootjes kan hij zijn eten vasthouden, dat is erg schattig om te zien. Met zijn lange, gespierde achterpoten kan hij zoals een kangoeroe wegspringen. Een chinchilla kan niet zo goed zien, maar hij hoort wel heel goed. Hij heeft grote, afgeronde oren die bijna helemaal kaal zijn. Hij gebruikt zijn snorharen om in het donker zijn weg te vinden. Chinchilla’s ‘praten’ met elkaar. Wanneer de chinchilla blij is, maakt hij een zacht knorrend geluid. Dat zal hij ook bij jou doen als je lief voor hem bent!

2


Lekker zacht Chinchilla’s hebben een hele speciale vacht, die heel donzig en geurloos is. Bijzonder aan hun vacht is dat die heel dicht is: op 1 vierkante centimeter huid (dat is een vierkantje van 1 centimeter op 1 centimeter) hebben ze wel 20.000 haren staan! Daardoor kunnen ze bijvoorbeeld geen vlooien krijgen, want deze parasieten1 hebben tussen de haren van de chinchilla gewoon geen plaats om te leven! Maar het grootste voordeel van zo’n dikke vacht is de bescherming tegen de kou: waar de chinchilla in het wild leeft, kan het ’s nachts flink vriezen! Minder leuk voor de chinchilla is dat hij op grote schaal gefokt2 wordt voor zijn pels, voor de beroemde chinchillamantels. Er zijn wereldwijd honderden chinchillafokkerijen. Gelukkig zijn er ook veel mensen die chinchilla’s houden als huisdier. Veel van hen laten hun dier meedoen aan tentoonstellingen en shows. De dieren met de mooiste kleuren en de dichtste vachten winnen dan een prijs voor hun baasje.

3


Kleuren Chinchilla’s bestaan in verschillende kleuren en deze kleurvarianten worden door liefhebbers speciaal gekweekt. De standaardkleur, ook wel wildkleur genoemd, is grijs met een witte buik, witte pootjes en donkere ogen en oren. Zo ziet een wilde chinchilla eruit. Sinds de chinchilla in gevangenschap gekweekt werd, zijn er ook andere kleuren ontstaan. Zo heb je onder andere de beige chinchilla, een lichtgrijsbruine chinchilla met een witte buik, rode ogen en roze ogen. Of de pink white, een witte chinchilla met roze oren en rode ogen. Als de buik van een chinchilla dezelfde kleur heeft als de rest van zijn lichaam, noemt men dat ebony. Er bestaan ebony’s in alle kleurvarianten: wit, bruin, zwart …

4


In het wild In het wild leeft de chinchilla in het Andesgebergte, onder andere in de landen Chili en Peru. Die landen zijn gelegen in Zuid-Amerika. De chinchilla leeft er op grote hoogte, tot wel 5000 m. De temperatuur kan er enorm schommelen. Overdag is het er erg warm en ’s nachts kan het vriezen. Om zich tegen de hitte te beschermen, verstopt de chinchilla zich overdag in holen in de rotsachtige hellingen. Daar zitten ze ook veilig voor roofvogels, vossen en andere dieren die wel eens een chinchilla lusten. De chinchilla is een nachtdier: ’s avonds en ’s nachts komt hij naar buiten om voedsel te zoeken en te klimmen en te klauteren. In de vrije natuur eet hij vooral dorre3 grassen, kruiden en struiken. Tegenwoordig leven er nog maar weinig chinchilla’s in het wild.

Een beetje geschiedenis Chinchilla’s komen dus oorspronkelijk uit het Andesgebergte. Lang geleden al maakten de mensen die daar leefden kleren van de dikke vacht van de chinchilla. In de 16e eeuw kwamen Europese ontdekkingsreizigers in ZuidAmerika aan en ze namen chinchillapelzen mee naar Europa. De zachte kleren van chinchillabont werden heel populair in Europa. In de 19e eeuw waren de pelzen van de chinchilla een van de belangrijkste exportproducten4 van Zuid-Amerika.

5


Het nare gevolg hiervan was dat de chinchilla’s in het wild rond 1910 zo goed als uitgestorven waren. Toen kwamen er wetten die moesten voorkomen dat mensen zoveel chinchilla’s vingen. Niet veel later ving een zekere meneer Chapman in Chili elf chinchilla’s. Hij nam ze mee naar de Verenigde Staten en fokte ermee. Sindsdien worden chinchilla’s in gevangenschap gekweekt voor hun pels, en om als huisdier te houden. In het wild leven nog maar weinig chinchilla’s. Veel van de tamme chinchilla’s die je nu ziet, stammen af van de chinchilla’s die Chapman bijna een eeuw geleden meenam uit Zuid-Amerika! Het woord chinchilla betekent ‘kleine Chincha’. De Chincha’s waren een volk dat in het Andesgebergte leefde en die chinchillavachten droegen.

6


De chinchilla als huisdier Chinchilla’s zijn heel erg leuk om als huisdier te houden. Ik heb er altijd enorm van genoten om ze te verzorgen en om ze met elkaar te zien spelen. Natuurlijk vraagt een chinchilla aandacht en verzorging. In dit hoofdstuk vertel ik je meer over hoe het is om een chinchilla in huis te hebben en wat hij nodig heeft. Karakter De chinchilla is over het algemeen vriendelijk en opgewekt. Elk diertje heeft wel zijn eigen karakter. Zo had ik een witte chinchilla die Floere heette, en die heel humeurig was en liefst met rust gelaten wilde worden. Zijn vrouwtje daarentegen was een beige chinchilla die net heel graag wilde dat ik met haar speelde. Mijn allereerste chinchilla had een grijze vacht en heette Haro. Hij was nogal angstig, maar met het nodige geduld leerde hij me toch vertrouwen. Zijn vrouwtje heette Betsie en zij had ook een grijze vacht. Betsie was dan weer heel nieuwsgierig en deed niets liever dan in de kamer op ontdekking gaan. Als je een chinchilla als huisdier hebt, moet je elke dag wat tijd voor hem vrij maken. Zo zal je al gauw het karakter van je eigen diertje leren kennen. Denk goed na voor je een chinchilla neemt. In gevangenschap kunnen deze diertjes tot 20 jaar oud worden, dat betekent dat je een hele tijd voor hem zult moeten zorgen! Maar als dat je niet tegenhoudt, kunnen het 20 jaar vol plezier worden.

7


Voedsel Chinchilla’s hebben elke dag vers voedsel en water nodig. Geef je chinchilla speciaal, droog chinchillavoer dat je in de dierenspeciaalzaak kunt kopen. Geef hem zeker geen vlees, want hij is een herbivoor: dat wil zeggen dat hij alleen plantaardig voedsel lust. Het water drinkt hij uit een speciale waterfles die je ook in de dierenspeciaalzaak kunt kopen. Kies voor een glazen drinkfles met een metalen tuit die hij niet kan stukbijten. De fles hang je ondersteboven aan zijn kooi en als hij dan onderaan aan het metalen uiteinde likt, geeft de fles langzaam water vrij. Zet nooit een kommetje met water in de kooi, want de vacht van de chinchilla mag niet nat worden. Je chinchilla heeft naast speciaal chinchillavoer ook elke dag vers en droog hooi nodig. Daarmee houdt hij zijn tanden gezond. Het hooi doe je in een hooiruifje5 of een speciale hooibal, zodat het niet vuil kan worden. Verder houdt hij af en toe van een ‘snoepje’ zoals een stukje gedroogde appel of een wortel. Ook een rozijntje of een noot vindt hij erg lekker. Maar niet te dikwijls, anders wordt hij dik! Geef je dier geen kool, sla of maïs, want daar krijgt hij stevige buikpijn van!

8


Hok Chinchilla’s hebben een groot hok nodig. Minimaal moet dit 80 op 80 op 50 centimeter bedragen, maar dat is echt het minimum: hoe groter, hoe beter. Het hok moet van metaal zijn, want in een hok van plastic of hout kan je huisdier gaten knagen! Je kunt een kant-en-klaar hok kopen, maar het is leuker om zelf een hok te timmeren. Je kunt het dan helemaal naar jouw wensen aanpassen. Hou er zeker rekening mee dat de chinchilla een echte knager is: kies daarom materiaal waar hij niet aan kan knagen, zoals aluminium, of hout dat niet giftig is zoals wilgenhout of hout van fruitbomen. Het is heel belangrijk dat het hok geen metalen rooster op de bodem heeft. Je chinchilla kan hier met zijn pootje in vast geraken en dat kan erg nare gevolgen hebben. Beter is het om een gesloten onderbak te gebruiken, en liefst een die je er kunt uithalen. Dat is handig wanneer je de kooi moet schoonmaken. Een chinchilla is dol op klauteren en klimmen. Dat doet hij immers ook in de vrije natuur. Hij is daarom het meest gelukkig in een hok waarin hij naar hartenlust kan klimmen. Voorzie in het hok plankjes op verschillende hoogten. Enkele dikke klimtakken zijn ook erg leuk. Zorg er wel voor dat je chinchilla niet te diep kan vallen!

9


Zet de kooi nooit buiten, want de chinchilla kan niet tegen ons vochtige klimaat. Hou je diertje beter op een koele, rustige plaats: niet in een hete veranda of in een gang waar veel mensen langskomen. Dan zou hij elke keer in zijn slaap gestoord worden en dat is niet leuk! Zandbad De bijzondere pels van de chinchilla heeft speciale aandacht nodig. Nee, je hoeft hem niet in bad te stoppen. Dat mag trouwens niet, want zijn pels mag helemaal niet nat worden. Wat moet je dan wel doen? Je huisdier kan zijn pels zelf verzorgen, als je er tenminste voor zorgt dat hij een zandbak in zijn hok heeft. In deze zandbak doe je een dikke laag (2 à 3 centimeter) speciaal zand voor chinchilla’s dat je in de dierenspeciaalzaak kunt kopen.

10


Laat het zandbad de hele dag in het hok staan, en zeef het zand elke dag, zodat het zuiver blijft. Je zult zien dat je chinchilla er vanzelf een aantal keren per dag in gaat rollen. Dat is heel grappig om te zien, en het houdt zijn pels mooi schoon en zacht. In het wild rolt de chinchilla zich in vulkanische as om zijn pels te verzorgen. Vulkanische as is stof die bij een vulkaanuitbarsting de lucht wordt ingeblazen en vervolgens naar beneden dwarrelt. Vulkanische as kun je bij ons niet vinden, maar speciaal chinchillazand is een prima vervanger. Chinchilla’s houden er trouwens ook van om schoongelikt te worden. Als je er twee bij elkaar houdt, zullen ze elkaar dus wassen! Knaagsteen Ik vertelde je al dat chinchilla’s knaagdieren zijn. Hun scherpe tanden kunnen tot 30 centimeter per jaar groeien. Dat is zo lang als de meetlat die jij op school gebruikt. Stel je voor dat zijn tanden niet zouden bijgevijld6 worden, dat zou erg vervelend zijn voor de chinchilla en bovendien is het geen gezicht! Maar dat bijvijlen hoef jij niet te doen, dat kan hij zelf. Daarom is het belangrijk dat je je diertje iets geeft waarop hij kan knagen, bijvoorbeeld een puimsteen.

11


Dat is een speciale, grijze steen met veel kleine gaatjes die je in de dierenspeciaalzaak kunt kopen en in het hok van je huisdier kunt leggen. Deze knaagsteen zorgt er ook voor dat je chinchilla voldoende calcium krijgt. Je moet goed opletten als je je diertje soms vrij in de kamer laat lopen, zodat hij niet aan de elektriciteitsdraden gaat knagen. Dat kan levensgevaarlijk zijn! Toch is het belangrijk je chinchilla onder toezicht regelmatig te laten loslopen in de kamer, want hij heeft veel lichaamsbeweging nodig. Je kunt ook een loopwiel in zijn kooi hangen. Zorg er wel voor dat het wiel gesloten is (anders kunnen zijn pootjes tussen de spaken komen) en dat het wiel groot genoeg is, zodat de rug van je diertje niet pijn gaat doen.

12


Zaagsel7 Strooi een laag zaagsel op de bodem van het hok en ververs het minstens één keer per week. Koop geen zaagsel van cederhout voor je chinchilla, dat is niet goed voor hem! Houten huisje Geef je chinchilla een houten huisje in zijn kooi waarin hij zich kan verstoppen. Daar houdt hij erg van. Het huisje kan hij dan ook gebruiken om aan te knagen en om overdag dutjes in te doen. Wanneer je twee chinchilla’s in één kooi houdt, heeft elk dier zijn eigen verstopplekje nodig. Net zoals jij graag een eigen kamer hebt, vindt een chinchilla het fijn om een eigen plekje te hebben.

13


Kleintjes Als je een koppeltje chinchilla’s houdt, kun je kleintjes verwachten. Denk wel goed na voor je hieraan begint. Een chinchilla kan wel zes jongen in één nestje krijgen. Dus tenzij je een huis vol chinchilla’s wilt hebben, is het verstandig om vooraf een goede thuis te vinden voor de jongen. Of je chinchilla een mannetje of een vrouwtje is, kun je zien aan de ruimte tussen het plasbuisje en de anus. Bij het mannetje is de opening veel groter dan bij het vrouwtje. Wanneer een chinchillavrouwtje acht maanden oud is, is ze klaar om jongen te krijgen. Ze draagt haar jongen ongeveer 111 dagen in haar buik. Je kunt aan een vrouwtje moeilijk zien of ze drachtig8 is. Wat je wel kunt doen, is haar regelmatig wegen om te kijken of ze zwaarder wordt: zo weet je of er jongen in haar buik groeien. Een vrouwtje kan tot twee nestjes per jaar krijgen met telkens één à drie jongen. Het mannetje blijft bij het vrouwtje en helpt de jongen te verzorgen. Pasgeboren chinchilla’s zijn heel schattig. Het lijken wel miniversies van hun ouders! Hun ogen zijn vlak na de geboorte al open. Een baby-chinchilla weegt maar 35 gram, dat is vergelijkbaar met 6 klontjes suiker.

14


Chinchilla’s hebben meteen een vachtje als ze geboren worden. Dat is anders dan bij muizen of konijnen, van wie de jongen naakt ter wereld komen. Na één week kunnen ze al vast voedsel eten. Daarnaast drinken ze moedermelk tot ze ongeveer zeven weken oud zijn. Pas als ze minstens acht weken oud zijn, mogen ze bij hun moeder weg. Om de jongen te laten wennen aan mensen, moet je ze vaak aaien. Dat vind je vast niet erg, want ze zijn erg lief!

15


Dit vindt hij niet leuk! Er zijn enkele dingen waar een chinchilla helemaal niet van houdt. Knuffelen Je chinchilla wordt niet graag vastgehouden. Hoewel hij er uitziet als een knuffeldier, is hij het niet! Bovendien hebben chinchilla’s breekbare botten en pak je ze dus best niet te vaak op. Toch kan het zijn dat als je chinchilla aan jou gewend is geraakt, hij het fijn vindt om door jou geaaid te worden. Hij zal dan zijn kop langs je hand wrijven. De chinchilla vindt het ook niet fijn om te veel, of te weinig aandacht te krijgen. Precies genoeg aandacht vindt hij fijn. Hij heeft het elke dag nodig dat je even met hem speelt, maar dus niet te veel of te lang. Je kunt hem trouwens ook kunstjes leren, want het is een erg slim dier. Wanneer je chinchilla een kunstje doet, zoals bijvoorbeeld opzitten, geef hem dan een aai of iets lekkers, net zoals wanneer je een hond een kunstje leert. Harde geluiden Verder houdt hij niet van harde geluiden, want daar schrikt hij van. Een blaffende hond in huis is dus geen goed idee. Een hond en een chinchilla samen houden is sowieso geen goed idee, want de hond zou de chinchilla kunnen aanvallen en doden.

16


Warmte De chinchilla heeft het niet graag te warm of te koud. Een temperatuur tussen 16 en 21 graden Celsius vindt hij heerlijk. Zet zijn hok dus zeker niet in een veranda, want daar wordt het al gauw veel te warm in! Een chinchilla zweet niet en kan zijn warmte op die manier dus niet kwijtraken. Als hij het te heet krijgt, kan hij doodgaan. Veranderingen Je kunt je chinchilla ook beter niet meenemen op vakantie, want met veranderingen heeft hij het doorgaans moeilijk. Hij is een echt gewoontedier. Zo houdt hij ervan om elke dag op hetzelfde tijdstip eten te krijgen.

17


Alleen zijn Neem liever meer dan één chinchilla als huisdier, want de chinchilla is van oorsprong een koloniedier. In de vrije natuur leeft hij in groep. Zo’n groep bestaat uit één mannetje met enkele vrouwtjes met jongen. Als je een chinchilla in zijn eentje houdt, kan hij erg ongelukkig worden. Ik hield mijn chinchilla’s telkens per twee in een kooi: een mannetje en een vrouwtje. Maar let op: een mannetje en een vrouwtje samen betekent natuurlijk ook kleintjes! Het is dus misschien beter dat je kiest voor twee vrouwtjes of voor twee mannetjes, tenzij je graag wilt dat je chinchilla’s jongen krijgen. Zet nooit twee of meer mannetjes bij een vrouwtje, want dan zullen ze vechten met elkaar! Chinchilla’s die elkaar graag hebben, zitten graag dicht bij elkaar. Een verliefd koppeltje maakt lokgeluidjes en knabbelt aan elkaars oren en snorharen. Schattig!

18


19


De grote chinchilla-quiz! Hoeveel weet je ondertussen over dit geweldige beestje? Test je kennis met de volgende vragen! 1 Hoeveel weegt een volwassen chinchilla gemiddeld? A Ruim één kilogram. B Ongeveer 600 gram, dat is iets meer dan een halve kilo. C Zoveel als zes klontjes suiker. 2 Wat is volledig juist? A Een chinchilla kan heel goed zien en heel goed horen. B Een chinchilla kan niet zo goed horen, maar wel heel goed zien. C Een chinchilla kan niet zo goed zien, maar hij hoort wel heel goed. 3 Waarom kan een chinchilla geen vlooien krijgen? A Omdat hij op een plek leeft waar het heel erg koud is. B Omdat hij een hele dichte vacht heeft. C Omdat hij niet zo lekker ruikt. 4 De kleur die chinchilla’s in het wild hebben is: A Grijs met een witte buik. B Ebony. C Wit met roze oren en rode ogen. 5 In het wild leeft de chinchilla: A In de Pyreneeën. B In de woestijn. C In het Andesgebergte.

20


6 Wat eet de chinchilla vooral in de vrije natuur? A Rozijnen en nootjes. B Dorre grassen, kruiden en struiken. C Sla, kool en maïs. 7 Wat is juist? A Je mag je chinchilla af en toe een stukje vlees geven. B De chinchilla houdt ervan om in een warme veranda te wonen. C Naast speciaal chinchillavoer heeft de chinchilla ook elke dag vers en droog hooi nodig.

21


8 Hoe blijft de vacht van je chinchilla schoon? A Hij rolt zich elke dag enkele keren in een zandbad. B Je moet hem af en toe wassen met water. C Je moet hem geregeld borstelen. 9 Je chinchilla kan zijn tanden zelf bijvijlen door te knagen op een speciale steen. Deze steen is een: A Puimsteen. B Pruimsteen. C Pluimsteen. 10 Wat is juist? A Een chinchillavrouwtje draagt haar jongen ongeveer één jaar in haar buik. B Chinchilla’s worden naakt geboren. C Een vrouwtje kan tot twee nestjes per jaar krijgen met telkens één à drie jongen. 11 Een chinchilla houdt niet van: A Een stukje appel of een rozijntje. B Harde geluiden. C Klimmen en klauteren. 12 Wat is de beste plaats om het hok van je chinchilla te zetten? A In een warme veranda. B Buiten in de tuin. C Op een rustige plek in huis met een temperatuur tussen 16 en 21 graden Celsius.

22


23


Woorduitleg 1 parasieten = alle kleine dieren die in of op een ander dier kunnen leven 2 fokken = dieren laten paren zodat ze jongen krijgen 3 dorre grassen = droge grassen 4 exportproduct = product dat van één land naar een ander land gebracht wordt om daar opgegeten of gebruikt te worden 5 hooiruifje = een voederrekje om hooi in te doen 6 bijvijlen = korter maken met een vijl (een rasp om voorwerpen glad te maken) 7 zaagsel = houtschilfers die ontstaan bij het zagen van hout 8 het vrouwtje is drachtig = er groeien jongen in haar buik

Oplossingen van de quiz 1B, 2C, 3B, 4A, 5C, 6B, 7C, 8A, 9A, 10C, 11B, 12C

24



Op zoek naar een leuk huisdier? Wat dacht je van een chinchilla? Dit bijzondere dier heeft meer dan alleen maar een schattig snoetje! In dit boek ontdek je alles over dit speelse knaagdier met karakter.

Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 6. ISBN 978 90 486 2537 6 Bestelnummer 60 1021 597 KB D/2016/0147/106 NUR 191 Foto’s: Shutterstock Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge

9 789048 625376

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.