ucatieve uitgaven
BIEB
Je eigen minidrukkerij Sandrine Lambert
Kijker educatieve uitgaven
Verrekijker 6
5
Je eigen minidrukkerij WAAROM DRUKKEN? Soms zou je het van de daken willen schreeuwen. En gelijk heb je. Waarom mogen volwassenen met hun kabaal de kranten vullen en moeten kinderen zwijgen? Jij hebt toch ook een stem. En een mening, en ideeën. Gelukkig moet je niet altijd roepen om je mening te geven. Of om je dromen met anderen te delen. Een van de vele manieren om jezelf uit te drukken is door het op papier te zetten. Dat kan in een dagboek. Maar als je je ideeën graag deelt, is dat niet de beste manier. Zo werd de boekdrukkunst uitgevonden. Daarom zijn er kranten en tijdschriften. Misschien moet je voor het opstarten van een echte krant nog wat wachten. Tot je rijk genoeg bent. Maar je kan klein beginnen. Met een krant voor vrienden en familie. Met affiches of uitnodigingen, want dat kan wel! Maak een kleine, eigen drukkerij voor bijna geen geld. In dit boek ontdek je hoe je dat doet.
1
DRUKKEN ZONDER PERS Nu wordt het meeste drukwerk digitaal gemaakt. Met een computer dus. Dat is ook wel leuk, maar niet zo bijzonder. Vroeger gebeurde het drukken altijd met een pers. De drukker moest dan eerst alle letters juist zetten. Dat was veel werk. Maar daarna kon hij zijn tekst snel afdrukken. Wel duizend keer of meer! Voor dat afdrukken gebruikte hij een pers. Die was heel groot en zwaar. En duur. Zoiets heb je thuis niet.
2
Maar er zijn ook kleine persen. Meestal gebruiken kunstenaars die. Om heel speciale teksten te drukken. Of voor tekeningen. Soms maken kunstenaars zelfs tekeningen met letters.
Maar goed, zelfs een kleine pers is vrij groot, zwaar en duur. Gelukkig kan je ook drukken zonder pers. Dat leer je snel genoeg!
3
SOORTEN DRUK Je kan dus ook drukken zonder pers. Maar eerst: Wat zijn druktechnieken? Bij de meeste druktechnieken kan je een tekening of tekst meermaals afdrukken. Behalve bij monotype. Maar het beeld maak je nooit meteen op je blad. Hierbij de druktechnieken op een rijtje: Monotype Dit is de enige druktechniek waarbij je maar één afdruk maakt. Eigenlijk maak je de tekening op een plaatje of op een velletje plastic. En dat druk je af. Het resultaat is altijd bijzonder.
Links: het jongetje op een velletje plastic geschilderd. Rechts: de afdruk hiervan.
4
Hoogdruk Hoogdruk is eigenlijk stempelen. Maar er zijn kunstenaars die grote stempels maken. Dat doen ze met hout of met linoleum (dat lijkt een beetje op rubber).
Stempels kan je gemakkelijk maken met een grote gom.
Of je kan ze kopen.
5
Diepdruk Bij diepdruk kras je een tekening. Dat doe je met een scherp voorwerp op materiaal waar je in kan krassen. Echte kunstenaars gebruiken plaatjes van metaal. Of soms van plastic. Maar je kan net zo goed lege verpakkingen van melk gebruiken. Je krast dan op de zilverkleurige binnenkant van de verpakking.
6
Bij diepdruk wrijf je inkt of olieverf over het plaatje met de tekening. De inkt blijft dan zitten op de gekraste tekening. Deze tekening moet je afdrukken op een nat blad. Je krijgt dan een kunstwerk met heel mooie lijnen.
7
LETTERS Wie aan drukwerk denkt, denkt aan letters. Vroeger waren de letters in een drukkerij van lood of van hout. Lood is giftig, deze letters gebruik jij best niet. Maar soms vind je nog mooie houten letters op een rommelmarkt. Daar kan je ook mee stempelen.
In de winkel vind je ook letterstempels in allerlei vormen en maten. Die zijn heel leuk om te hebben. Je kan er allerlei boodschappen mee schrijven. Of je kan ze gebruiken om iets bij een tekening te schrijven.
8
Tip: Om snel de juiste letters terug te vinden, sorteer je ze best. Dat kan in potjes of in kleine kastjes.
Of wat dacht je van zo’n oude typemachine? Ook die vind je op de rommelmarkt voor een prikje. Als je daar een nieuw lint op zet, kan je meteen gaan typen.
9
MATERIAAL Hierbij een lijstje van materiaal dat handig is om te hebben als je gaat drukken. Veel zal je thuis wel al hebben. Genoeg om mee te beginnen. De rest kan je beetje bij beetje kopen. Verf en inkt Drukkers gebruiken drukinkt, dat kan je kopen in de hobbywinkel. Een nadeel van deze inkt is dat je het alleen kan gebruiken om te drukken. Daarom heb je er al gauw te veel van. Wil je geen drukinkt gebruiken, dan kan je je prima behelpen met acrylverf. Die heb je in alle kleuren. En je vindt het in veel winkels. Je kan er ook heel mooi mee schilderen. Voor diepdruk kan je olieverf gebruiken. Maar dat komt later in dit boek nog terug. Stempelkussens kan je ook nooit te veel hebben. Liefst in alle kleuren! Stempels Als je thuis drukwerk wil maken, heb je stempels nodig. Alle soorten stempels zijn leuk! Maar met letterstempels kan je alle kanten op. Je kan ermee schrijven, of zelfs tekeningen maken. Of je kan iets schrijven bij een tekening. Stempels vind je echt overal. Van de supermarkt, over de boekenwinkel, tot in de hobbywinkel. Maar ook op rommelmarkten en in de kantoorhandel. Let er eens op. Wie stempels zoekt, zal snel vinden.
10
En dan kan je ook nog eens zelf stempels maken met gom. Of met aardappels! Maar die kan je niet lang bewaren. Voor wie graag stempels uit gommen wil snijden, zijn linomesjes handig.
Een inktrol kan ook handig zijn. Maar als je die niet hebt, kan je ook wel een breed penseel gebruiken.
11
Velletjes plastic kan je gebruiken voor monotype. Dat kunnen mapjes zijn, zoals je ook wel op school gebruikt. En natuurlijk heb je ook papier nodig. Dat kan heel gewoon tekenpapier zijn. Een deegrol is niet echt nodig, maar het is wel heel handig. Niet onmisbaar maar heel erg leuk is een typemachine! Nog iets dat niet nodig is, maar wel leuk: carbonpapier. Dat is papier met één zwarte kant. Hiermee kan je tijdens het schrijven of tekenen meteen een kopie maken.
12
INRICHTING VAN EEN MINIDRUKKERIJ Voor je er echt aan begint, richt je best een plekje in. Dat kan een tafel zijn. Of een plekje in een kast. Of een lade. Zelfs een grote doos zou dienst kunnen doen. Zoek zelf rustig een plekje voor al je drukkersspullen. Schik alles zoals jij het leuk vindt. Zodat je het materiaal makkelijk terugvindt. Maak er echt iets van jezelf van. Dan kan je er steeds weer naartoe als je een ideetje hebt.
13
DRUKWERK Een boekje in monotype Dit heb je zeker nodig: enkele velletjes papier, naald en draad, een plastic mapje, acrylverf, een penseel, prenten of foto’s. Dit kan je ook gebruiken: waterverf, viltstiften, kleurpotloden, stempels. Als je een boekje wil maken, moet je het eerst vouwen en naaien. 1 Neem enkele blaadjes samen en vouw ze in twee.
Neem dan naald en draad en maak drie gaatjes op de vouw.
14
2 Begin bij het gaatje in het midden.
3 Ga naar het bovenste gaatje en dan naar het onderste.
4 Keer terug naar het midden. Daar komen de twee eindjes samen. Maak een knoopje.
Zo doen boekbinders het. Maar natuurlijk kan je ook nietjes gebruiken als je dat wil.
15
Kies daarna een onderwerp voor je boekje. Gaat het over honden? Zoek dan zoveel mogelijk foto’s of prenten van honden. Gaat het over een jongen of een meisje? Dan kan je zelfs foto’s van jezelf gebruiken. Denk er maar even over na. Schrijf al je ideeën op. Want je kan net zoveel boekjes maken als je wil!
Neem de afbeelding die je graag op de voorkant van je boekje wil.
Leg er een plastic mapje over. Eigenlijk heb je maar één laagje nodig. De helft van het mapje is dus wel genoeg. Schilder daarna de omtrekken in het zwart over. Doe dit snel, voor je verf opdroogt.
16
Druk dit af op de voorkant van je boekje.
17
Werk de afdruk af zoals je dat zelf wil. Hier werd waterverf gebruikt. Maar als jij van viltstift of van kleurpotlood houdt, is dat ook prima! Vergeet niet om er een titel op te schrijven. En je naam! Hier werden stempels gebruikt. Maar schrijf je liever met de hand, dan kan dat ook.
Je kan een verhaal bedenken door telkens een van je afbeeldingen af te drukken. Zo ontstaat het verhaal haast vanzelf.
18
Kies zelf of je veel tekeningen wil of veel tekst. Of je het verhaal met een pen zal schrijven. Of met een typemachine, of met stempels. Je hoeft niet rechtstreeks in het boek te werken. Het is ook mogelijk om op dunne blaadjes te schrijven. En die dan daarna in te kleven. En als je carbonpapier gebruikt, heb je meteen een kopietje.
19
Een flyer of affiche in hoogdruk Dit heb je zeker nodig: allerlei stempels, een stempelkussen, karton. Dit kan je ook gebruiken: grote gommen, linomesjes, acrylverf. Knip voor een flyer een blaadje in vier gelijke delen. Neem er al het stempelmateriaal bij dat je hebt.
Kies op voorhand hoeveel flyers je maakt. Want het is handig om alles meteen na mekaar te stempelen. Dat gaat razendsnel!
Wedden dat de hele school nu voor Jan zal stemmen?
20
Voor een affiche neem je een groter blad. Dat mag ook gekleurd papier zijn. Het is veiliger om vooraf een potloodtekening te maken van de affiche. (Maar het is jouw affiche, dus kies je zelf!) Als je echt een grote stempel wil, kan je die uit karton knippen. Doe daar acrylverf op of wrijf er met een stempelkussen overheen. Zo raakt de inkt van het kussen wel snel op. Maak dan een afdruk.
Hier maakte ik een tekening op karton. Die knipte ik gewoon uit. Doe verf of inkt op de uitgeknipte vorm.
21
Maak een afdruk.
Stempel de tekst erop en versier.
Voor een gomstempel maak je eerst een tekening op de gom. Die snij je voorzichtig uit met een linomesje.
22
Een kaartje in diepdruk Zelf een kaartje maken is altijd leuk! Zeker als je er in één keer meerdere kan maken. Dit heb je nodig: een lege verpakking melk, een scherp voorwerp (dat kan een pen zijn), oude kranten, olieverf of drukinkt, papier, een deegrol. 1 Knip een plaatje uit de lege verpakking en kras er een tekening op.
2 Wrijf hier olieverf overheen. En schraap het er voorzichtig weer af met je vlakke hand.
Doe dit in de vier richtingen. Zo komt de verf goed in de groeven.
23
3 Maak een blad papier nat. Druk hier dan je plaatje op af door er stevig met de deegrol over te gaan.
Je kan afdrukken maken zoveel je maar wil. En je kan er ook een kleurtje aan toevoegen. Gebruik verf, kleurpotloden, viltstiften en je fantasie!
TOT SLOT Dit is het dan. In een notendop. Dit is waar je kan beginnen met je eigen minidrukkerij. Maar je kan er veel verder mee geraken. Combineer de technieken en probeer dingen uit. Druk ook eens de schoenzool af van een oude schoen. Of een mooi herfstblad. Stempel hier je eerste gedachte bij … Maak elke dag een afdruk van iets anders en schrijf er iets bij. Zoals in een dagboek. Gebruik deze technieken om je ideeën aan de hele wereld te tonen! Of bouw je eigen rustige wereldje op. Veel plezier!
24
Drukken kan verslavend zijn, hierbij ben je gewaarschuwd. Hoe dat komt? Misschien doordat je er iets van jezelf mee kan tonen. Aan zoveel mensen als je zelf wil. Want je kan je werk meerdere keren afdrukken. Of omdat je steeds nieuwe dingen kan uitproberen. Of gewoon omdat het zo leuk is!
Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 6. ISBN 978 90 486 2537 6 Bestelnummer 60 1021 597 KB D/2016/0147/106 NUR 191 Foto’s: Sandrine Lambert, Shutterstock Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge
9 789048 625376
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.