Verrekijkerbieb - 6e leerjaar - N3 - Berlijn: street art en urbex

Page 1

ucatieve uitgaven

Berlijn: street art en urbex

BIEB

Alice van de Geest

Kijker educatieve uitgaven

Verrekijker 6

6



Berlijn: street art en urbex

Hoofdstuk 1 Delianne en Daniel zitten samen met hun vriend Julian in de lunchroom1 van zijn ouders. Ze hebben bijna vakantie en bespreken wat ze dan gaan doen. Delianne en Daniel gaan met hun ouders op stedentrip naar Berlijn, waar ze erg veel zin in hebben. ‘Ik blijf thuis,’ zegt Julian, ‘vakanties zijn voor mijn ouders de drukste tijd. Maar ik mag wel een hele muur beschilderen met graffiti.’ ‘Geluksvogel,’ zegt Daniel terwijl hij door het haar van Julian woelt. ‘Hé afblijven, je ruïneert mijn kapsel.’ Julian duwt Daniel van zich af. ‘Maar je hebt gelijk, ik vind het heel erg leuk om te doen,’ lacht Julian. ‘Heb je al een ontwerp gemaakt?’ vraagt Delianne. Julian haalt een opgevouwen stuk papier uit zijn broekzak.

1


‘Ik wil het vanavond op de computer uitwerken.’ Delianne en Julian buigen zich over het stuk papier heen. Daniel kijkt langs Delianne en Julian, ‘aan dat tafeltje achter jullie zit een dame de hele tijd deze kant op te kijken. Ik heb het idee dat ze ons aan het afluisteren is.’ ‘Oh die,’ Julian kijkt achter zich, ‘dat is een journaliste, die zit hier al de hele week. Ze moet een artikel schrijven over de jeugd van tegenwoordig. Ze heeft mij ook al van alles gevraagd, volgens mij lukt het niet zo.’ ‘Ze zit anders de hele tijd te tikken,’ zegt Daniel. Julian haalt zijn schouders op, ‘het zal wel, niet dat we zulke interessante dingen te vertellen hebben.’ Zijn aandacht gaat weer naar Delianne. ‘Wedden dat jij je tag* niet op de muur durft te zetten?’ ‘Natuurlijk durf ik dat wel, waarom niet?’ Delianne kijkt Julian uitdagend aan.

* Zie P12 voor uitleg

2


‘Ik bedoel niet zomaar een muur, ik bedoel dé muur in Berlijn. Degene die Berlijn verdeelde in Oost- en WestBerlijn,’ antwoordt Julian. ‘En ik bedoel de tag die je laatst gemaakt hebt, met het fototoestel en de spuitbus en het telt alleen als die met zwarte verf op de muur gespoten is.’ ‘Ja, dat snap ik.’ ‘En ik wil bewijs dat het gelukt is.’ Daniel tilt zijn fototoestel op. ‘Dat krijg je hiermee,’ zegt Daniel, hij gaat nergens naartoe zonder zijn fototoestel. ‘Je naam moet op een flink stuk van de muur staan, anders geloof ik het niet.’ ‘Oké, en wat krijg ik van je als het me lukt?’ ‘Dan trakteer ik jullie allebei op een lunch hier.’ ‘Mogen we dan eten wat we willen?’ ‘Je mag alles kiezen wat je wilt en zoveel als je wilt.’

3


‘En jij trakteert mij als het je niet lukt,’ zegt Julian. Delianne knikt. ‘Mooi, dan ga ik nu vast kijken wat ik dan ga kiezen,’ zegt hij en hij pakt de menukaart. Dat levert hem een duw op van Delianne en Daniel. ‘Wanneer vertrekken jullie naar Berlijn?’ vraagt Julian aan Delianne. ‘Veel te vroeg,’ antwoordt Delianne. ‘We vertrekken morgen al naar Brussel en dan nemen we zaterdag om 6.33 uur de trein vanaf Brussel-Noord.’ ‘Hoelang zitten jullie in de trein?’ ‘Als alles goed gaat, zijn we iets na één uur in Berlijn. En we zitten in de hipste wijk van Berlijn, Friedrichshain, daar zit ook het mooiste stuk van de muur. Het heet East Side Gallery.’ ‘Dan wil ik dat je daar je tag zet,’ komt Julian tussenbeide. ‘Ben je gek? Dat stuk wordt hartstikke goed bewaakt.’ ‘Graag of niet, het moet niet te makkelijk voor je worden.’ ‘Oké,’ Delianne steekt haar hand uit die Julian overdreven schudt. ‘Zorg dat de foto’s goed lukken, Daniel, zonder foto telt het niet.’

4


Hoofdstuk 2 Delianne en Daniel zitten met hun ouders in de trein, ze zijn al een paar uur onderweg, maar de eerste uren waren ze niet echt aanspreekbaar. Ondertussen zijn ze al een beetje wakkerder. ‘Weten jullie al wat jullie willen zien?’ Daniel gaapt, ‘ik wil in ieder geval de Reichstag zien, dat ding staat op alle euromuntjes uit Duitsland. Ik wil kijken hoe groot hij in het echt is.’ ‘Ik wil naar de Hackesche Höfe, daar zijn leuke winkeltjes,’ zegt Delianne. En dan zitten we vlak bij de beste street art2, denkt ze bij zichzelf. ‘Oh ja,’ antwoordt haar moeder, ‘daar ben ik vroeger ook geweest, maar er zal wel veel veranderd zijn, denk ik. Het lijkt me leuk om terug te gaan.’ ‘Weten jullie dat de voetgangerslichten in Berlijn anders zijn dan bij ons?’ vraagt hun vader. ‘Mag je bij rood lopen en moet je bij groen wachten?’ vraagt Daniel jolig3. Delianne en haar moeder beginnen te lachen. ‘Nee, je vader heeft gelijk, ze zien er inderdaad anders uit,’ zegt zijn moeder. ‘In plaats van een rond licht zie je een mannetje met een hoedje op, de Ampelmann. Als het rood is staat hij stil en bij groen loopt hij.’ Hun vader knikt. ‘Ampelmännchen betekent in het Duits verkeerslichtmannetje. Ik vind het er zelf een stuk gezelliger uitzien dan zo’n saai stoplicht.’

5


‘Maar waarom hebben ze dat dan gedaan?’ vraagt Delianne. ‘Om het verkeer veiliger te maken voor kinderen, die vinden de mannetjes ook leuk en letten daarom beter op,’ antwoordt haar moeder. ‘Het komt uit Oost-Berlijn, maar tegenwoordig kom je het in de hele stad tegen.’ Om precies 13.07 uur komen ze aan op het centraal station van Berlijn. Een beetje stijf van het lange zitten stappen ze uit. Daniel loopt een stukje naar voren en blijft dan even stilstaan. Op dat moment loopt er iemand tegen hem aan. Hij draait zich om en kijkt in het gezicht van een vrouw, ze stamelt sorry en loopt dan snel door. Daniel kijkt haar na, ze kwam hem heel erg bekend voor, maar hij weet niet waarvan. Hij haalt zijn schouders op, het zal wel. Hij kent niemand in Berlijn dus hoe groot is de kans dat hij een bekende tegenkomt? Hij loopt naar zijn ouders en zus toe die bij een automaat staan. ‘Met deze kaarten kun je onbeperkt reizen in de U-Bahn en de S-Bahn, dat zijn de metro en de tram in Berlijn,’ legt zijn vader uit. ‘Wees er zuinig op, stop hem in je portemonnee of ergens waar je hem altijd bij de hand hebt.’ Als ze het station uitlopen, ziet Daniel aan de zijkant een lichtblauw Trabantje4 staan. Hij stoot Delianne aan en wijst ernaar. ‘Kijk naar dat autootje! Dat is echt Duits, een Trabantje. Ik vind de lichtblauwe het mooist. Delianne en Daniel hebben een appartement uitgezocht in de hipste wijk van Berlijn, Friedrichshain. Vroeger lag deze wijk in Oost-Berlijn, tegenwoordig wonen er veel kunstenaars. Hier ligt ook het stuk van de Berlijnse muur dat Delianne graag wil bezoeken, de East Side Gallery. Delianne wil het liefst meteen naar de muur toe, maar haar ouders willen eerst uitpakken.

6


Het is een groot appartement met aan drie kanten ramen tot het plafond. Delianne kijkt of ze de muur kan zien. Die ziet ze niet, maar wel wat anders. ‘Hé, Daniel, kom eens, er staat een Trabantje voor de deur, weer een lichtblauwe.’ Daniel komt met zijn fototoestel naar het raam, schuift het raam omhoog en maakt een foto van het autootje. Hun vader komt ook even kijken. ‘Laat eens zien, die auto’s zie je niet zoveel meer tegenwoordig.’ ‘Mogen wij naar buiten om even rond te kijken?’ vraagt Delianne. ‘We blijven in de buurt,’ belooft Daniel. ‘Prima, kijk even of je een supermarkt kunt vinden,’ vraagt hun moeder. ‘En als je hier de straat uitloopt en dan naar links gaat, zie je een rij huizen die helemaal beschilderd zijn met graffiti. Dat lijkt me wel wat voor jullie,’ zegt ze knipogend naar Delianne.

7


Hoofdstuk 3 ‘Wat bedoelde ze daar nu weer mee?’ vraagt Delianne aan Daniel. ‘Zou ze weten wat ik doe?’ Daniel haalt zijn schouders op. Hij heeft zijn fototoestel bij zich, Delianne heeft haar jas met extra grote zakken aan waar ze haar spuitbus in kwijt kan en haar stencil*. ‘Geen idee waar ze het over had, misschien vindt ze graffiti wel leuk. Ben je van plan om meteen vandaag je tag te zetten op de muur?’ vraagt Daniel. Delianne haalt haar schouders op. ‘Waarom niet? Als ik vandaag de kans krijg.’ ‘Weet je zeker dat je het wilt gaan doen? Je hoeft niet hoor, ik betaal wel mee aan de lunch voor Julian.’ ‘Zeker weten dat ik het wil doen, wie zou nu niet zijn tag willen zetten op de muur?’ ‘Euh, ieder nadenkend wezen,’ antwoordt Daniel. ‘Alsof jij nooit iets doet wat niet mag.’ Delianne steekt haar arm door die van haar broer. Samen lopen ze naar de muur toe. De East Side Gallery is de langste openluchtgalerij ter wereld, het is een stuk muur van 1316 meter. Na de val van de muur in 1989, toen Oosten West-Berlijn weer één werden, is het beschilderd door 118 verschillende kunstenaars. Langzaam lopen ze langs de muur om alle kunstwerken te bekijken. Een aantal zijn heel erg beroemd zoals de kus van Brezjnev en Honecker. Een schildering waar een Sovjetleider en een leider van Oost-Duitsland elkaar kussen. De favoriet van Daniel is het Trabantje dat door de muur heen lijkt te breken van Oostnaar West-Duitsland.

* Zie P13 voor uitleg

8


Ondertussen kijkt Delianne waar ze haar tag kan zetten. Maar dat valt tegen. ‘Ik kan toch niet zomaar zo’n schildering bekladden met mijn tag,’ zegt Delianne. ‘Dus je geeft op?’ vraagt Daniel. ‘Nee, natuurlijk niet, ik kijk alleen nog even verder.’ Daniel rent een stukje verder. ‘Moet je hier eens kijken, als je hier te lang naar kijkt, word je gek.’ Hij pakt zijn fototoestel en maakt er een aantal foto’s van. ‘Het werk is van Gamil Gimajew, dat is een Rus, het is echt prachtig. Alleen jammer dat die stomme toeristen erop geschreven hebben.’ ‘En wat ben jij dan?’ ‘Een artiest,’ zegt Delianne. ‘Oké, en een toerist. Maar ik zet mijn tag niet zomaar op zo’n kunstwerk.’ Delianne geeft niet op en uiteindelijk besluit ze haar tag helemaal aan het begin van de muur te zetten onder de tekst East Side Gallery. Ze wacht even tot het wat rustiger is. ‘Hé, daar rijdt weer zo’n lichtblauw Trabantje!’ Delianne wijst naar de overkant van de straat. Daniel maakt snel een foto van de auto. ‘Ik wist niet dat er zoveel in Berlijn rondreden en ook nog eens allemaal lichtblauw. Dat is al de derde die we vandaag zien.’ Daniel kijkt het autootje na tot hij om de hoek verdwijnt. Als hij zich om wil draaien, ziet hij dat het Trabantje de hoek weer om komt. Langzaam rijdt hij richting Daniel en Delianne. Als hij bijna bij hen is, probeert Daniel te zien wie erin zit. Er zit een man achter het stuur en naast hem zit een vrouw, maar die kan hij niet goed zien. ‘Wat raar, daar is het Trabantje weer en het lijkt of de passagier wegduikt zodat we haar niet kunnen zien.’

9


‘Sorry, wat zeg je?’ Delianne is druk bezig met haar tag op de muur te spuiten.’ Het kost nog geen minuut voordat ze weer naast Daniel staat. ‘Wat vind je ervan?’ ‘Perfecte plek, ik maak er meteen een foto van als bewijs voor Julian. Ik verheug me nu al op de lunch die hij ons verschuldigd is.’ Hij geeft Delianne een high five. ‘Wat zei je net eigenlijk?’ vraagt Delianne als ze teruglopen. ‘Oh, ik zag dat lichtblauwe Trabantje weer en ik heb het idee dat ik de passagier ken, maar ze dook net weg toen ze langsreed.’ ‘Oehhhh, spannend, een mysterie.’

10


11


Street art Street art is de verzamelnaam voor afbeeldingen of teksten die op openbare plaatsen geschilderd of geschreven zijn, zoals graffiti. Voor de een is het vandalisme, voor de ander kunst. Het is niet meer weg te denken uit het straatbeeld, op elke muur staat wel wat. Soms alleen de handtekening, soms enorme afbeeldingen die zo mooi zijn dat je er een foto van wilt maken. Street art is van alle tijden. Street art bestond al ver voordat er spuitbussen met verf waren. De eerste street art werd gemaakt in de prehistorie toen neanderthalers5 tekenden op rotswanden en het bestond uit tekeningen van mammoeten, sabeltijgers en mensen met speren. Tegenwoordig zijn het vooral jongeren die graffiti spuiten. Sommigen zien het als protest en anderen als kunstvorm. Je hebt verschillende soorten street art. Tag Een tag is de handtekening van een graffitiartiest geschreven met een spuitbus. Vaak is het een echte handtekening, een paar letters snel aan elkaar geschreven, maar soms is het ook een stencil.

12


Stencil Een stencil is een stuk karton waar een vorm of figuur uitgesneden is. De stencil plaats je tegen de muur en daar spuit je verf op. Op die manier kun je snel en vaak dezelfde figuur op de muur maken. Een andere vorm bestaat uit kunstwerkjes die thuis gemaakt zijn en met behangplaksel op muren, lantaarnpalen en elektriciteitskastjes geplakt worden. Deze vorm van street art is erg populair in Berlijn. Piece en masterpiece Dit is street art met heel veel kleuren waar de maker heel erg lang mee bezig is, een echt meesterstuk. Deze kunstwerken worden gemaakt door bijvoorbeeld Banksy en El Bocho, die er hun beroep van maken. Deze vorm van street art wordt door veel mensen als kunst gezien en het wordt ook verkocht in kunsthandels voor heel veel geld. Vandalisme De meeste mensen vinden street art vandalisme en als je gepakt wordt door de politie krijg je een boete en moet je de muur schoonmaken. Er zijn tegenwoordig wel steeds meer plaatsen waar je legaal graffiti kunt spuiten. Speciale muren of oude gebouwen die op het punt staan om gesloopt te worden. In Brussel heb je een speciale striproute waar hele muren volgeschilderd zijn met stripfiguren. En ook in Berlijn kom je overal in de stad enorme kunstwerken tegen.

13


Hoofdstuk 4 ‘Waar zullen we eerst naartoe gaan?’ De moeder van Delianne en Daniel wrijft in haar handen, ze heeft er duidelijk zin in. ‘Ik wil graag de Brandenburger Tor zien, je weet wel, die poort die op alle Duitse euromuntjes staat,’ zegt Daniel. ‘Waarom wil je die dan zien? Dat is hartstikke saai,’ reageert Delianne verbaasd. Daniel haalt zijn schouders op. ‘Valt wel mee hoor! En dan zit je meteen vlak bij het Holocaustmonument en de Reichstag.’ Hun vader knikt goedkeurend. Delianne schudt haar hoofd. ‘Als je nu ook nog zegt dat je de Fernsehturm wilt zien, dan ga ik gillen.’ ‘Nou,’ zegt hun vader, ‘die staat vlak bij Alexanderplatz, daar wil ik eigenlijk wel naartoe.’ ‘Arghhhhh, niet te geloven, dit wordt echt de meest saaie dag ooit!’ ‘Je kan toch niet zeggen dat je in Berlijn bent geweest en dat je dan niet de Brandenburger Tor hebt gezien?’ zegt haar moeder. ‘Jawel hoor, dat kan best,’ zegt Delianne chagrijnig. ‘Maar wat wil jij dan zien?’ vraagt haar moeder. ‘Ik wil naar de Hackesche Höfe.’ ‘Dus het enige dat je wilt is winkelen?’

14


‘Nee, niet winkelen, er is heel veel graffiti daar.’ Delianne staat met haar armen over elkaar en een boze rimpel tussen haar wenkbrauwen naar de anderen te kijken. ‘Aahhhaa, daar gaat het om, ja op de Brandenburger Tor en de Reichstag zit weinig graffiti,’ begrijpt haar moeder. Ze slaat een arm om de schouders van haar dochter heen. ‘Kom op, vanochtend gaan we rondkijken en vanmiddag gaan we naar de Hackesche Höfe. Ik wil je wat laten zien daar.’ ‘Het valt heus wel mee,’ doet Daniel een duit in het zakje. Ze nemen de U-bahn en stappen uit bij de halte Brandenburger Tor, net als heel veel toeristen. Ze lopen de metro uit en staan oog in oog met de Brandenburger Tor. Het is de enige bewaard gebleven stadspoort van Berlijn. Vroeger was de plek waar de poort staat de stadsgrens van het centrum. ‘Wauw, hij is nog groter dan ik dacht,’ zegt Daniel. ‘Wow, er zijn nog meer toeristen dan ik had verwacht,’ zucht Delianne. ‘Ik heb wel zin in een lekker kopje koffie,’ lacht haar moeder. ‘Loop je ook mee, Daniel?’ ‘Nee ik wil eerst de Brandenburger Tor fotograferen, ik kom later wel.’

15


Hij fotografeert het gebouw eerst van ver en loopt dan dichterbij. Hij moet lachen om al die toeristen met hun selfiesticks6. Die hebben als ze thuiskomen alleen maar foto’s van zichzelf, Daniel moet er niet aan denken. Als hij de Brandenburger Tor van alle kanten gefotografeerd heeft, loopt hij naar de koffiebar. Hij snapt niet wat zijn moeder zo fantastisch vindt aan koffie. Zodra zijn zus hem ziet, begint ze enthousiast te zwaaien. ‘Zullen we meteen verdergaan? Voor er nog meer toeristen zijn,’ vraagt Daniel.

16


17


Ze lopen naar de Reichstag, hier zetelt het parlement sinds de val van de muur. ‘Bovenop is een nieuwe koepel gebouwd,’ vertelt Daniel enthousiast, ‘die is helemaal van glas en je kunt erin. Je kunt helemaal naar boven lopen in een spiraal en dan heb je een prachtig uitzicht.’ ‘Hoe weet jij al die dingen?’ vraagt Delianne, ‘je lijkt wel een wandelende reisgids.’ Daniel haalt een boekje tevoorschijn uit zijn zak en laat het Delianne zien. ‘Alles wat je wilde weten over Berlijn en meer,’ leest Delianne voor. ‘Ik heb me goed voorbereid op deze vakantie,’ lacht Daniel. ‘Heb je ook iets bedacht voor het ontlopen van een rij toeristen?’ vraagt zijn vader lachend. ‘Wat bedoel je?’ vraagt Daniel. Zijn vader wijst naar de enorme rij met mensen die staan te wachten voor de Reichstag. ‘Dat meen je niet, die rij is enorm, maar ik wil echt naar binnen,’ kreunt Daniel, ‘maar in zo’n enorme rij heb ik helemaal geen zin, dat duurt uren,’ klaagt hij. ‘Kom op, stel je niet aan, het is het waard.’ Delianne duwt Daniel naar de rij, haar ouders volgen. Stapje voor stapje gaan ze vooruit in de rij, gelukkig schijnt het zonnetje. Delianne heeft haar arm door die van haar moeder gestoken en vertelt honderduit over de muur waar ze gisteren met Daniel naartoe is geweest. Maar ze vertelt niets over de tag die ze gezet heeft. Uiteindelijk zijn ze binnen en kunnen ze de koepel bezichtigen. Daniel maakt overal foto’s van.

18


Als ze weer beneden zijn, neemt Daniel Delianne even apart. ‘Ik heb dat stomme blauwe Trabantje weer gezien,’ fluistert hij. ‘Echt? Waar?’ reageert Delianne. ‘Toen ik foto’s aan het maken was van het uitzicht. Ik zag hem in de buurt van het Holocaustmonument,’ antwoordt Daniel. ‘Dan hoef ik daar dus niet naartoe,’ fluistert Delianne, ‘ik heb geen zin om die auto nog een keer van dichtbij te zien.’ Daniel knikt. ‘Waar hebben jullie het over?’ vraagt hun moeder. ‘Dat we nu wel genoeg gezien hebben en graag naar de Hackesche Höfe willen,’ reageert Daniel snel. ‘Weet je het zeker?’ vraagt zijn moeder. ‘Zeker weten,’ antwoordt Daniel.

19


20


21


Hoofdstuk 5 De Hackesche Höfe bestaat uit grote appartementsgebouwen met binnenpleintjes ertussen met kleine winkeltjes. Heel leuk als je van winkelen houdt, maar Daniel en zijn vader lopen liever door naar de Fernsehturm, een grote televisietoren waar je in kunt klimmen. Delianne en haar moeder kijken eerst even rond op het plein naast de metro. ‘Kom mee, ik wil je wat laten zien,’ zegt haar moeder. Gearmd lopen ze het plein af tot ze bij een steegje komen dat van boven tot onder gevuld is met graffiti. Delianne kijkt haar moeder verbaasd aan, ‘wilde je me dit laten zien?’ Haar moeder schudt haar hoofd, ‘niet precies, maar wat ik je wil laten zien, is wel in Haus Schwarzenberg, zo heet deze steeg.’ Ze lopen Haus Schwarzenberg in. Delianne heeft haar smartphone gepakt en maakt overal foto’s van. ‘Ik heb hierover gelezen op internet,’ zegt ze, ‘maar dat het zo mooi zou zijn, had ik niet verwacht.’ ‘En elke week weer anders,’ antwoordt haar moeder, ‘toen ik hier voor de eerste keer kwam, was geen van deze schilderingen hier al.’ ‘Maar waarom was je hier dan?’ vraagt Delianne. ‘Dat wil ik je laten zien, loop maar mee.’ Delianne loopt met haar moeder verder Haus Schwarzenberg in, onder een poort door en dan rechtsaf en nog een keer rechtsaf. Bij een muur blijven ze staan. ‘Zie je daarboven dat meisje dat zit te lezen?’

22


Haar moeder wijst naar boven waar op ongeveer vier meter hoogte een tag hangt van een meisje met een boek op haar knieën. ‘Dat is mijn tag, die heb ik daar gespoten.’ Deliannes mond valt open van verbazing. ‘Heb jij vroeger ook street art gemaakt? Heb je een eigen tag? Waarom heb je daar nooit iets over verteld?’ De een na de andere vraag borrelt bij Delianne op. ‘Maar jij zegt altijd dat graffiti vandalisme is.’ ‘Nee, dat heb ik nooit gezegd, ik hou van street art, maar het is meestal illegaal. En ik ga je echt niet vertellen dat je iets mag doen wat illegaal is.’ Delianne en haar moeder gaan op een van de bankjes zitten, waar moeder alle vragen van Delianne beantwoordt en waar Delianne eindelijk ook durft te vertellen dat ze haar eigen tag heeft. ‘Oh maar dat weet ik al lang hoor,’ zegt haar moeder, ‘een spuitbus en een fototoestel. Denk je dat het niet opvalt als ik die ineens overal tegenkom in de buurt. Heb je je spullen bij je vandaag?’ Als antwoord haalt Delianne haar spuitbus tevoorschijn. ‘Wat denk je ervan als jij jouw tag naast die van mij zet?’ ‘Mag dat?’ ‘Als het ergens mag, dan is het hier,’ lacht haar moeder. Het kost nog even wat moeite om een ladder te regelen, maar dan kan Delianne haar tag naast die van haar moeder zetten. ‘Mooi gelukt,’ zegt haar moeder. ‘Maar hoe komt het dat jouw tag hier na al die jaren nog hangt?’ vraagt Delianne.

23


‘Je dacht toch niet dat dit de eerste is die ik hier gezet heb? Hij heeft zo’n beetje overal in de steeg gehangen, maar steeds was hij weer verdwenen wanneer ik de volgende keer kwam. Toen heb ik hem uiteindelijk zo hoog gespoten dat niemand erbij kan en dat heeft gewerkt,’ zegt ze triomfantelijk. Delianne schudt haar hoofd. Dat had ze nooit achter haar moeder gezocht, ze wist natuurlijk wel dat haar moeder ook jong geweest is, maar ze had nooit verwacht dat haar moeder illegale dingen zou doen. Daar was haar moeder veel te saai voor. Delianne leert een heel andere kant van haar moeder kennen en de rest van de middag schiet voorbij.

24


25


Hoofdstuk 6 De tweeling sluipt door het appartement. Het is nog supervroeg, maar ze willen naar een pretpark dat al jarenlang gesloten is en dat kunnen ze het best zo vroeg mogelijk doen, dan is de kans kleiner dat ze gesnapt worden, want ze willen het pretpark in en dat mag niet. Daniel stopt zijn mobieltje in zijn jaszak en een extra oplader in de rugzak. Delianne kijkt ondertussen om het hoekje bij hun ouders, ze komt lachend naar Daniel gelopen, ‘papa is een heel bos aan het omzagen, tjonge, wat kan die snurken zeg. ‘Heb jij je mobieltje bij?’ fluistert Daniel. Als antwoord houdt ze haar mobieltje omhoog. ‘Perfect,’ dan hebben we alles. ‘Zullen we nog een briefje achterlaten?’ Delianne schudt haar hoofd, ‘ze kunnen ons altijd bellen.’ Op hun tenen lopen ze naar de gang waar ze hun schoenen aantrekken. Ze grissen hun jassen van de kapstok en doen de voordeur heel voorzichtig open. Niet veel later lopen ze buiten. Het is al helemaal licht, maar toch voelt het anders, zo vroeg in de morgen. Daniel kijkt op zijn horloge, nog geen zeven uur, als ze geluk hebben, zijn ze terug voordat hun ouders wakker worden. In de S-Bahn is het rustig, geen toerist te zien, alleen mensen op weg naar hun werk. Daniel en Delianne zoeken een plekje waar ze goed naar buiten kunnen kijken. Ze moeten één keer overstappen, bij halte Plänterwald stappen ze uit.

26


Als ze buiten staan, pakt Daniel de plattegrond uit zijn jaszak en vouwt hem open, samen zijn ze het al snel eens over hoe ze het beste kunnen lopen. Onderweg praten ze weinig, ze lopen flink door. Het eerste gedeelte gaat door een gewone woonwijk. Na een kwartier lopen komen ze aan bij de rand van het bos, nu is het alleen nog maar rechtdoor. ‘Denk je dat het ons lukt om binnen te komen?’ vraagt Delianne. ‘Tuurlijk, ik heb op het internetforum7 gelezen dat er aan de kant van de rivier de Spree een opening onder het hek zit, daar schuif je zo onderdoor,’ antwoordt Daniel. ‘En anders klimmen we gewoon over het hek,’ lacht hij. Ze lopen verder, steeds dieper het bos in. Al voordat ze het pretpark zien, horen ze het gepiep en gekreun van het reuzenrad. Het laatste stukje rennen ze, vlak voor het hek blijven ze staan. Verderop zien ze het reuzenrad, vroeger misschien knalrood, maar nu vaal8 met afgebladderde gele, groene, rode en blauwe bakjes. ‘Hij beweegt, hoe kan dat?’ vraagt Delianne. ‘Ik denk dat de wind dat doet, maar hij kan wel wat olie gebruiken. Wat een herrie zeg,’ antwoordt Daniel. Hij heeft zijn fototoestel uit de rugzak gehaald en is druk bezig met het maken van fotos. Delianne kijkt om zich heen, ‘waar wil jij over het hek klimmen? Het ziet er erg hoog uit.’ ‘Als het goed is, kunnen we aan de kant van de rivier onder het hek door.’ Spiedend lopen ze langs het hek. Ze komen langs een oud vervallen stationnetje waar ooit het treintje stopte dat door het hele park reed en waar nu het onkruid tussen het spoor omhoog groeit.

27


Ze zien wat vroeger de ingang was: kleine huisjes nu met mos op het dak en graffiti op de muren. Ondertussen klikt het fototoestel van Daniel onophoudelijk en houden ze goed in de gaten of ze een bewaker zien. Op het forum heeft Daniel gelezen dat er soms een bewaker met een hond rondloopt, een herdershond. Ze zijn niet bang voor honden want ze hebben zelf een hond, Wapper, die hebben ze in Antwerpen gevonden, maar dat is een heel ander verhaal. Plotseling begint Daniel te rennen, Delianne rent achter hem aan. ‘Wat is er? Zie je iemand?’ vraagt Delianne hijgend als ze weer stilstaan. ‘Nee, kijk!’ Daniel wijst naar het hek, iemand heeft precies onder het hek een gat gegraven zodat je eronderdoor kunt. ‘Ga jij eerst? Dan geef ik je de rugtas en mijn fototoestel aan en dan ga ik daarna.’ Delianne schudt haar hoofd, ‘nee, ga jij maar als eerste, dan geef ik je de spullen aan en ga ik als laatste.’ Nu ze het echt gaan doen, vindt ze het toch wel erg eng. Tekenen op muren is één ding, maar op verboden terrein komen is iets heel anders. Daniel haalt zijn schouders op, ‘ook goed.’ Hij geeft zijn fototoestel aan Delianne, doet zijn rugzak af en geeft die ook aan haar. Op zijn rug, zijn hoofd eerst, schuift hij onder het hek door. Delianne geeft het fototoestel en de rugzak onder het hek door aan Daniel. Vervolgens twijfelt ze nog even, maar als Daniel zegt dat ze op moet schieten, schuift ze ook onder het hek door. Ze zijn binnen! 28


Hoofdstuk 7 ‘Waar zullen we eerst heen gaan?’ vraagt Delianne fluisterend aan Daniel. ‘Laten we maar gewoon lopen, we zien wel wat we tegenkomen.’ Daniel heeft een plattegrond van het park uit zijn jaszak gehaald. ‘Handig,’ reageert Delianne. ‘Van het internet geplukt. Zo weten we tenminste een beetje waar we zijn en waar we ons het beste kunnen verstoppen als we een bewaker horen.’ Voorzichtig sluipen ze het park in, af en toe stoppen ze om even te luisteren. Al snel komen ze bij de eerste attractie, oude karretjes in de vorm van mannen met snorretjes, met als dak een hoedje. Delianne gaat erin zitten en Daniel maakt een foto. Daarna gaat Daniel erin zitten en maakt Delianne een foto. ‘Echt raar dat die autootjes hier zomaar staan te verroesten, ik zou er best eentje in onze tuin willen of op mijn kamer,’ zegt Daniel. Hij is gestopt met fluisteren, ze zien geen bewakers en het enige wat ze horen zijn vogels. Heel veel vogels. ‘Meenemen kan niet, maar ik kan wel wat achterlaten,’ zegt Delianne, terwijl ze een spuitbus en haar stencil uit haar zak haalt. Ze zoekt een mooi plekje op een van de auto’s, houdt het stencil ertegenaan en spuit erover. Daarna bekijkt ze het resultaat van een afstandje. Daniel maakt er een foto van, plotseling stopt hij. ‘Hoorde jij dat ook?’ vraagt hij fluisterend aan Delianne. ‘Wat?’ fluistert Delianne terug.

29


‘Het klonk alsof iemand op een takje stond. Ik hoorde het kraken,’ antwoordt hij. ‘Nee, ik hoorde niks, maar laten we doorlopen.’ Daniel knikt. Ze lopen een stukje naar rechts, het pad is nog wel te zien, maar is overwoekerd met onkruid. Op sommige plekken is het meer dan een meter hoog. ‘Oh kijk, een achtbaan,’ Delianne wijst naar rails die op ongeveer anderhalve meter hoogte hangen. Daniel kijkt op de plattegrond, ‘dan zitten we vlak bij de tijger. Daar wil ik heel graag een foto van maken.’ Delianne kijkt hem verbaasd aan. ‘De wagentjes van die achtbaan verdwijnen in de mond van de tijger. Ik heb foto’s gezien op internet, dat ziet er heel cool uit,’ legt Daniel uit. Ze lopen door en zien al snel een enorme kop van een tijger. Je kunt goed zien dat het eens een heel kleurrijke attractie was. Delianne klimt op de rails en loopt een stukje de mond van de tijger in. Daniel maakt enthousiast foto’s. Dat is precies waarom hij zo graag naar Berlijn wilde. Delianne kijkt binnenin naar de muren, er is bijna geen plekje zonder graffiti, ze wil graag haar tag ook achterlaten. Als ze nog iets meer naar binnen loopt, ziet ze een plekje. Gelukkig is haar tag niet zo groot. Ze pakt het stencil weer uit haar zak, houdt het tegen de muur en sprayt de zwarte verf erop. Ze is nog maar net klaar als ze wat hoort. Snel stopt ze haar spullen weer in haar jaszak en loopt naar buiten. ‘Ik hoorde wat, alsof er iemand een foto aan het maken was,’ zegt ze tegen Daniel.

30


‘Dat was ik natuurlijk,’ antwoordt haar broer. ‘Nee, jij was het niet, ik weet hoe jouw fototoestel klinkt als je een foto maakt en dat geluid was anders,’ zegt ze gejaagd. ‘Kom op, laten we weggaan, je heb de foto’s waar je voor kwam.’ ‘Nog eventjes, ik wil nog graag van dichtbij een foto maken van het reuzenrad, maar jij mag wel al gaan als je bang bent.’ ‘Echt niet, ik laat jou toch niet alleen, laten we maar doorlopen.’ Ze lopen langs grote, witte zwanen die vroeger over het meer dobberden, maar nu op de droge bedding liggen overwoekerd door onkruid. De brug naar het reuzenrad is ingestort en het piratenschip ligt er maar zielig bij. Niets doet meer herinneren aan de tijd dat duizenden bezoekers dagelijks het park bezochten. Daniel schiet foto’s van alles wat hij ziet. ‘Ik kijk later wel welke mooi genoeg zijn voor onze website.’ Delianne knikt, ze snapt het. Beter te veel foto’s dan te weinig, de rest kunnen ze gewoon wissen. Ze zijn bijna bij het reuzenrad als ze plotseling wat horen en het is niet het gepiep van het reuzenrad. ‘Ik hoor een hond,’ zegt Delianne. Daniel blijft staan om te luisteren. ‘Daar, het komt van die kant,’ Delianne wijst naar het westen, ‘hoor je het nu ook?’ Daniel knikt. ‘Ik ga, ik heb geen zin om achternagezeten te worden door een hond.’ Ze zet het op een rennen, Daniel volgt direct achter haar. Met zijn hand houdt hij zijn fototoestel tegen zijn buik. ‘Het komt dichterbij,’ hijgt Daniel.

31


Urbex Urbex staat voor urban exploring en is het bezoeken en fotograferen van gebouwen en terreinen die verlaten zijn en niet openbaar toegankelijk. Urban exploring is Engels voor het verkennen van de stad, maar het kan net zo goed om een verlaten kasteel op het platteland gaan. Hoewel er geen officiële regels zijn voor urban exploring, is het niet de bedoeling dat je iets vernielt of iets meeneemt. Laat slechts voetstappen achter, neem slechts foto’s mee, is de stelregel. Het is een sport voor urban explorers om een verlaten gebouw te vinden dat nog door niemand gefotografeerd is. Om de eerste te zijn die foto’s op internet zet. Het is ook niet de bedoeling dat je het adres zomaar weggeeft aan anderen, niet iedereen heeft het beste voor met de gebouwen.

32


Verder is het natuurlijk ontzettend spannend om ergens te komen waar je eigenlijk niet mag komen, dat geeft een enorme kick. Maar je kunt altijd gepakt worden en dan heb je echt een probleem. Die plekken worden namelijk ook vaak bezocht door dieven en mensen die het gewoon leuk vinden om dingen kapot te maken. Bewakers, politie of de eigenaar kunnen aan jouw lieve gezicht niet zien wat je van plan bent en zullen misschien denken dat je minder goede plannen hebt. Mocht je besluiten om een keer een verlaten gebouw te bezoeken, pas dan ontzettend goed op, want behalve dat het niet mag, kan het ook gevaarlijk zijn. Het zijn vaak gebouwen die al heel lang leegstaan en waar regen en wind vrij spel hebben. Misschien is die trap wel niet zo stevig als hij eruitziet en is de houten vloer volledig verrot.

33


Hij gaat harder rennen en haalt Delianne in. Ze komen weer langs de zwanen, de achtbaan en de rare autootjes. Delianne kijkt achterom. ‘Ik zie hem.’ Al rennend voelt ze in haar zak, ze haalt een plastic zakje eruit en kiept hem om, hondenkoekjes op de grond. Met het lege zakje nog in haar hand rent ze verder. Als ze bij het hek zijn gooit Daniel zijn rugzak over het hek en schuift er met fototoestel en al onderdoor. Delianne volgt meteen. Daniel pakt een grote steen die naast het hek ligt en gooit die in het gat onder het hek zodat de hond hen niet kan volgen. Maar daar hoeven ze niet bang voor te zijn. De enorme herdershond heeft de hondenkoekjes gevonden en is ze heerlijk aan het oppeuzelen. Ze blijven niet staan om bij te komen, maar hollen een stuk verder uit angst dat de bewaker hen ziet. Een stukje verderop staat achter een aantal bomen een bankje naast het water, daar ploffen ze neer om uit te hijgen. ‘Dat wil ik nooit meer meemaken,’ hijgt Delianne. ‘Ik wil er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als ik die hondenkoekjes niet in mijn zak had gehad.’ ‘Waarom had je die eigenlijk in je zak?’ ‘Ik wilde ze gebruiken om Wapper thuis een kunstje te leren, maar daar ben ik niet aan toegekomen.’ ‘Pffff daar ben ik echt blij om. Zullen we naar het appartement teruggaan?’ ‘Graag, ik heb ondertussen genoeg van het Spreepark gezien en het geluid van dat reuzenrad kan ik niet meer aanhoren.’

34


In de S-Bahn is het ondertussen een stuk drukker geworden, maar ze vinden nog wel twee zitplaatsjes naast elkaar. Nu hebben ze even rustig de tijd om de foto’s te bekijken die Daniel gemaakt heeft. ‘Er zitten er zeker een paar bij die geschikt zijn voor onze website,’ zegt Daniel. Delianne kijkt over zijn schouder mee, ‘stop, ga eens een foto terug.’ Daniel doet wat Delianne hem vraagt. ‘Kun je dit stukje vergroten?’ ze wijst naar de linkerbovenhoek. Daniel vergroot het gevraagde stukje. ‘Hé, dat is vreemd,’ zegt hij. Hij vergroot het beeld nog een stukje, ‘dat lijkt wel de flits van een fototoestel.’ ‘Ja, dat dacht ik ook en het is precies op het moment dat ik die klik hoorde van een fototoestel. We waren daar niet alleen.’ Delianne is heel zeker van haar zaak. ‘Waarom maakt hij foto’s van ons?’ vraagt Daniel zich af. ‘Het hoeft geen man te zijn, het kan natuurlijk ook een vrouw zijn,’ zegt Delianne. ‘Een man of een vrouw, wat maakt het uit. Veel belangrijker is waarom hij foto’s maakt van ons. Gisteren al dat Trabantje dat we steeds weer zagen en nu die fotograaf. Het moet niet gekker worden,’ moppert Daniel. ‘Maar ik heb mijn tag wel mooi kunnen achterlaten,’ zegt Delianne triomfantelijk. Ze voelt in haar zak waar het stencil en de bus zwarte verf goed verstopt zitten. ‘Dat kunnen niet veel mensen zeggen.’ Als ze van de S-Bahn naar het appartement lopen, komen ze langs een bakker. ‘Dat ruikt echt lekker,’ snuift Daniel. ‘Zullen we broodjes meenemen voor het ontbijt?’ stelt Delianne voor.

35


Daniel heeft de deur van de bakkerij al opengetrokken, ‘goed idee,’ lacht hij. Met een grote papieren zak vol verse broodjes komen ze even later weer buiten. ‘Dit krijgen we echt niet allemaal op bij het ontbijt,’ zucht Delianne, maar ik kon niet kiezen. ‘Ze hebben echt veel meer keus dan bij ons. Dat is maar goed ook, anders werd ik zo rond als een tonnetje.’ Daniel blaast zijn wangen op. Lachend komen ze het appartement binnen waar hun moeder net uit de douche komt. ‘Hé, waar komen jullie vandaan?’ vraagt ze. ‘Ik heb jullie niet weg horen gaan.’ ‘We hebben de buurt even verkend en broodjes gekocht,’ antwoordt Delianne en ze houdt de zak met broodjes omhoog. ‘Oh lekker, daar heb ik echt zin in. Wat fijn dat jullie dat gedaan hebben. Wat heerlijk dat ik al zulke grote en zelfstandige kinderen hebben.’ Ze slaat haar armen om Daniel en Delianne heen en neemt hen mee naar de eetkamer.

36


37


Hoofdstuk 8 De rest van de vakantie gebeurt er weinig spannends. Het lichtblauwe Trabantje hebben ze niet meer gezien. Wel een aantal in een andere kleur. Vrijdag reizen ze weer terug naar huis en zaterdagmiddag zitten ze zoals afgesproken in de lunchroom. Delianne en Daniel zitten al even als Julian binnen komt stormen met een krant in zijn hand. ‘Jullie staan in de krant,’ hijgt hij, ‘hebben jullie het al gezien?’ Hij spreidt de krant uit op tafel, op pagina 5 en 6 staat een artikel over de jeugd van tegenwoordig. ‘Hé! Dat zijn wij,’ wijst Delianne naar een foto waar ze samen met Daniel bij de Berlijnse muur staat. ‘Toen was ik net mijn tag aan het zetten. Hoeveel bewijs wil je hebben Julian, kom maar op met die lunch.’ ‘Maar hoe kan dat, hoe komt de journalist aan die foto?’ vraagt Daniel zich af. ‘En hier nog een foto van ons in het Spreepark, zie je wel dat ik gelijk had toen ik een fototoestel hoorde,’ zegt Delianne triomfantelijk. ‘Er was nog iemand foto’s aan het maken.’ ‘Maar dan zijn we overal gevolgd,’ zegt Daniel verontwaardigd, ‘waarom doet iemand zoiets?’ ‘Ik denk dat ik jullie dat wel kan uitleggen,’ zegt iemand achter hen. Ze draaien zich om en zien een vrouw staan. ‘U bent toch die journaliste die hier vorige week was?’ vraagt Julian.

38


De vrouw knikt. ‘Ik moest een artikel schrijven over de jeugd van tegenwoordig. Over hoe ze de hele dag alleen maar achter hun smartphone, tablet of pc zitten. Maar toen hoorde ik jullie praten over jullie reis naar Berlijn en de weddenschap, dat leek me veel leuker. Dus heb ik mijn spullen gepakt en dezelfde trein naar Berlijn genomen als jullie.’ ‘Zie je wel, daar ken ik je van,’ roept Daniel, ‘ik ben tegen jou op gebotst toen we de trein uitstapten.’ ‘In Berlijn sliep ik bij een vriend die me overal heen bracht in zijn lichtblauwe Trabant. Jullie hadden me bijna gezien,’ gaat de vrouw verder. ‘Aha,’ zeggen Delianne en Daniel tegelijk, ‘dat verklaart alles.’ De tweeling vindt het eigenlijk wel leuk dat ze in de krant staan. En niemand herkent ze. Alleen als je het weet, zie je dat zij het zijn. Of als je de tag van Delianne kent. ‘Maar dan ben je ons wel een lunch schuldig,’ zegt Daniel. ‘Goed, ik trakteer, dan kan ik het meteen met je hebben over die verlaten gebouwen die je fotografeert. Daar wil ik mijn volgende artikel over schrijven en ik kan best wat van jouw foto’s gebruiken.’

39


Woorduitleg 1 2 3 4 5 6

lunchroom = plaats waar mensen kunnen middageten street art = kunst op straat (bijvoorbeeld graffiti) jolig = uitbundig, uitgelaten, vrolijk Trabant = Duits automerk gemaakt van 1957 tot 1990 neanderthaler = mens uit de prehistorie selfiestick = soort stok waaraan je je gsm of fototoestel kunt bevestigen om een betere foto te maken van jezelf 7 internetforum = plaats op internet waar je van alles kunt bespreken met anderen over een bepaald onderwerp 8 vaal = minder helder van kleur, grauw

40



Delianne en Daniel reizen met hun ouders naar Berlijn. Daar ontdekken ze de wonderen van street art of straatkunst. Wat ze niet weten, is dat er iemand hen de hele tijd achtervolgt …

Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 6. ISBN 978 90 486 2537 6 Bestelnummer 60 1021 597 KB D/2016/0147/106 NUR 191 Illustraties: Marion Vrijburg Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge

9 789048 625376

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.