ucatieve uitgaven
BIEB
Bet vliegt uit Marijke Umans
Kijker educatieve uitgaven
Verrekijker 6
8
Bet vliegt uit
1
2
1 Een nieuw begin De opdracht om mijn kamer op te ruimen, is voor mij hetzelfde als het beklimmen van de Mount Everest. Meestal doet mama het uiteindelijk in mijn plaats omdat ze lak heeft1 aan mijn varkensnest, zoals ze mijn gezellige rommelboel op mijn kamer noemt. Vandaag klinkt opruimen bijna als muziek in mijn oren. Het is maar een kleine duintop die ik over moet, en met plezier, omdat ik me dit keer verheug op het zicht achter de berg. Het eerste middelbaar is bijna daar. Zorgvuldig – en dit lees je goed, want toegegeven, zorgvuldigheid en Bet gaan meestal niet samen – leg ik mijn laatste lagere schoolspullen in een grote kartonnen doos. Voor het eerst kan ik lachen met de aantekeningen van de Knoet waar mijn agenda mee volstaat. De Knoet, de verschrikking van de zesde klas. De juf met een klas vol opgezette dieren waar ze zelf niet eens uit de toon valt. Een stinkdier zou haar niet misstaan. De kleine juf met een torenhoge dot op haar hoofd en een denkbeeldige zweep in haar hand. De juf waar het vanaf dag één duidelijk niet mee klikte! Een jaar hebben we het volgehouden en nu kan ik haar voorgoed vaarwel zeggen!
3
In mijn gedachten dwaal ik af naar de eerste schooldag van het zesde leerjaar. De dag dat de juf haar ABH-lijstje2 opsomde. Bij het horen van de laatste letters werd er gegiecheld in de klas. Ik leek wel de enige te zijn zonder beginnende borstjes. De enige platte dunne spriet. Vanaf nu is dat voorbij. Officieel ben ik nu een meisje. Ik draag mijn eerste bh. Hoe cool is dat? Inderdaad, écht nodig is het nog niet maar toch. De bandjes spannen over mijn schouders en het voelt goed, groot en vooral meisjesachtig. Dat telt. Bovendien bedekt mijn haar mijn oren net én het krult! Niks jongensachtig meer aan dus. Een nieuw begin. Geen kwajongen maar een meisje, de jongste van vijf en klaar voor de aftrap van een nieuw seizoen! De grote school.
2 Nieuwe spullen Vorige week ben ik nog eens met mama naar mijn nieuwe school gefietst. Om een lijstje te gaan halen met de boeken en benodigdheden voor het nieuwe schooljaar. Het was geleden van de opendeurdag in mei. Het komt nu ongelooflijk onwerkelijk dichtbij en het wordt écht! Ik heb een nieuwe rugzak gekregen, om makkelijk op de fiets mee te nemen, een nieuwe pennenzak en leuk kaftpapier. Ik had ook een grote tekenkaft nodig en nieuwe tekenspullen. Het tekenlokaal ziet er alleszins al heel gaaf uit! Er hangen supermooie tekeningen aan de muur en ruimtelijke werkjes aan het plafond. Spannend, zo’n nieuw begin!
4
We krijgen veel verschillende leerkrachten. Voor elk vak iemand anders en één klastitularis. Dat kan niet anders dan leuk zijn. Eindelijk van de bruintjes af, de school waar ik mijn hele lagere school heb versleten. Meestal met tegenzin omdat ze daar zo streng waren en niets liever deden dan studeren. Met een klein hartje hoop ik dat er geen tweede Knoet op deze planeet rondloopt, en mocht het dan wel zo zijn, hoop ik dat ze niet op mijn nieuwe school de scepter zwaait3. Neen, het wordt anders. Dat voel ik gewoon. Lin en ik zien elkaar weer maar niet meer zoveel als vroeger. Hoewel we elkaar vriendschap voor het leven beloofden, voelt het nu anders. Sinds haar garagefeest een paar maanden geleden, waar ze voor mijn neus mijn grote vlam Bertje gekust heeft, is er iets in onze vriendschap veranderd. Bovendien lijken onze interesses niet meer altijd hetzelfde te zijn.
5
Lin gaat nu al naar het derde middelbaar en heeft veel andere vrienden en vriendinnen. Mijn zus Lisa zegt dat het wel weer zal veranderen nu ik ook in de middelbare school zal zitten, maar dat moet ik eerst zien voordat ik dat geloof! Op dit moment lijkt het alleszins niet zo. Bertje zie ik nog maar zelden. Als ik hem toevallig tegen het lijf loop, spant het zo sterk in mijn buik, dat ik liever naar huis toe wil. Hij kan het, denk ik, nooit meer goed maken. Ik ben de enige uit de zesde klas die naar ‘De Vogels’ gaat. De meeste klasgenootjes gaan gewoon in diezelfde bruine uniformschool naar het eerste middelbaar en sommige van hen veranderen naar de blauwe uniformschool twee straten verderop. Ik vlieg naar een school zonder uniform! Op een half uurtje fietsen van bij mij thuis. Soms vraag ik me af of ik de kinderen van mijn klas zal missen. Momenteel geloof ik van niet. Ze waren zo anders. Ik sta in de startblokken. Klaar om uit te vliegen. Weg van de strenge juffen, weg van de enge gedachten, weg van de kapel, weg van de bruine school, weg van de bruine schaapjes en weg van de opgezette dieren.
6
7
3 Miranda Of ik goed geslapen heb? Dat kan ik niet meteen zeggen. Ik geloof dat ik elk uur op de klok heb zien passeren. Opgewonden, uitgelaten, vrolijk en bang zijn enkele woorden die mijn gevoel beschrijven. Het is zover. Mijn boterhammen zijn al lang gesmeerd en ik heb zelfs nog tijd over om bij Muis door te brengen voor ik mijn fiets opstap. Muis heeft een heel nest kittens gekregen deze zomer. Geweldig schattig! Volgende week mogen ze weg, of ik kan beter moeten zeggen want als het aan mij lag, dan hield ik het hele nest hier. Zo lief dat ze zijn. ‘Bet, klaar?’ Mama. Ze fietst vandaag mee naar school. Omdat het de eerste dag is. Vanaf morgen fiets ik alleen met Lisa. Heeft mama beloofd. We rijden door wel twee parken en langs allemaal heel chique huizen. ‘Wow mama, zo’n huis moet super zijn om in te wonen!’ Ik wijs naar een huis dat wel heel erg op dat van Pippi Langkous lijkt. ‘Dat zal wel zijn, en weet je wat zo’n villa kost?’ Moeder trekt haar wenkbrauwen op. ‘Veel!’ vult ze aan zonder mijn antwoord af te wachten. Misschien ooit, je weet maar nooit, denk ik. En meteen verdwalen mijn gedachten. In een droom vol prinsen die mij het hof zullen maken …
8
De vogels en de bloemengeur brengen me van mijn paard naar mijn fiets. Ik ben in topvorm! Ik voel me een pak groter dan twee maanden geleden. ‘Dus Bet, als je hier oversteekt, altijd nog eens extra goed kijken hé! Het is niet omdat het licht voor de fietsers op groen staat, dat de auto’s stoppen hé!’ ‘Ja mama, ik fiets al langer dan vandaag hoor!’ zeg ik haar. Ik ben groot, geen zes meer, ik kan best veilig door het verkeer fietsen, denk ik. Hoewel dat niet altijd helemaal waar is. Als ik een vogel zie die ik best mooi vind, stuurt mijn wiel automatisch in die richting, naast of op het pad, dat zie ik dan niet meer.
9
Plots lach ik om de herinnering dat ik met een ingebeelde hond in mijn jas naar de lagere school fietste. Ik kan goed blaffen en de voorbijgangers dachten dan ook dat ik écht een hond in mijn jas verscholen hield. Zo grappig als ik daaraan terugdenk … en neen, echt veilig was het niet. Ik concentreerde me meer op een goede blaf dan op de verkeersregels. Momenteel voel ik me net als een hond die zijn huisje ruikt, hoe dichterbij ik kom, hoe sneller ik ga. ‘Hey Bet! Niet te roekeloos worden hé, rustig!’ zegt mama luid. Overal zie ik kinderen en jongeren in de richting van de school gaan. Op de hoek van de straat staan er enkele sigaretjes te roken. Zo vies, denk ik. Een beetje verder staat er een groepje te lachen. We fietsen plots niet meer alleen. Ik voel me krimpen. Met de minuut word ik kleiner en kleiner.
10
11
We komen aan bij de fietsenstalling. Mijn hart bonst intussen in mijn keel. De fietsenstalling is enorm groot. ‘Zie je het zitten, Bet?’ Mama praat stiller dan normaal. Lief van haar om dat te doen. ‘Jaja, natuurlijk,’ lach ik duidelijk zenuwachtig. ‘Tot straks?’ ‘Tot straks, Bet! Ik sta hier om drie uur terug op deze plek.’ Mama kijkt me nog even aan, stapt dan haar fiets weer op en vertrekt. Ik zwaai maar heel erg kort. Meteen kijk ik om of iemand me gezien heeft. Misschien hoort het niet meer in de grote school om vrolijk naar mama’s te zwaaien. Ik zoek een plaatsje in het fietsenrek. Wow, dat ik die straks nog maar terugvind, denk ik. Zo veel fietsen bij elkaar! Vorig jaar was ik de oudste van de school en nu weer de jongste. De kleinste, de nieuwste. Het lukt vast, dat weet ik wel zeker. Met mijn hand probeer ik de mieren te temmen in mijn buik. Zoals die tekeergaan, lijken ze wel met miljoenen te zijn. Mijn handen voelen plots klam aan. Ik kijk nog eens naar de plek waar mama net stond. Ze is verdwenen. Ik moet het nu echt alleen doen. Ik zet mijn fiets op slot en stap voorzichtig de grote grijze poort binnen. De speelplaats is volledig gevuld met vrolijke mensen. Allemaal zonder uniform en de meeste met veel lawaai. Ik ken niemand, geen enkel gezicht. Iedereen en alles is nieuw, nieuw, nieuw. Dicht bij de poort houd ik halt.
12
Daar sta ik dan. Met knikkende knieën maar een vrolijk hoofd. Is dit echt mijn nieuwe school? Ik zet mijn rugzak op de grond en wacht. Op de bel. Ik wiebel kort van mijn ene op mijn andere been. Meteen geloof ik dat het zo opvalt dat ik zenuwachtig ben, dus stop ik met wiebelen. Nieuwsgierig geef ik mijn ogen de kost. Ik zie meisjes en jongens met mooie haren, vreemde haren, grote oorbellen, kapotte jeans, nette kleren … en ik hoor vooral veel gekwetter rondom me. Wiebelkont Bet is even verdwenen. Op nog geen meter verder staat nog een meisje. Ze ziet er ongeveer even oud uit als ik en is ook alleen. Ze kijkt voor zich uit. Na een tijdje kruisen onze blikken elkaar. Ik glimlach meteen. Een paar minuten later kruisen onze blikken weer. ‘Ben jij ook nieuw hier?’ vraag ik tenslotte. ‘Ja!’ zegt ze. ‘Spannend hé,’ antwoordt ze duidelijk nog zenuwachtiger dan ik. ‘Dat kan je wel zeggen ja,’ lach ik verlegen. Bet en verlegen, dat is nieuw. Daar betrap ik me op. Ongemerkt zetten we een stapje dichter naar elkaar toe. Miranda heet ze. Haar haar staat in piekjes naar boven en ze is volledig in het zwart met grijs gekleed. Ik heb een nieuwe roze sweater aan van Tom & Jerry en draag een smalle jeans. Al snel weet ik dat Miranda tussen de velden woont en van het soort school komt waar ik alleen maar van droomde. Een school zonder uniform, met toneellessen tussen de middag, heel veel tekenen, zang en taal. Dat klinkt geweldig.
13
‘Heb jij ook tekenen als extra keuzevak genomen?’ vraag ik. Ze knikt. ‘Oh, misschien zitten we straks wel samen in dezelfde klas,’ zeg ik. Stel je voor. Al meteen een vriendin van bij het binnenkomen. Leuk. ‘Ach, hier zie, ons Miranda! Heb je al vriendinnetjes gemaakt?’ Dat vraagt een van de twee gasten die een beetje voorovergebogen binnenslentert. Ze zijn allebei compleet in het zwart gekleed en zien er een pak ouder uit. ‘Mijn broer!’ verzekert Miranda me. Wow, ze heeft een oudere broer. Dat had ik ook graag gewild. Natuurlijk vertel ik meteen over mijn vier oudere zussen en in het bijzonder over Lisa, die hier ook op school zit maar in een ander gebouw omdat ze nog ouder is. Zo kletsend gaat de tijd wel heel snel om. Het belsignaal doorbreekt onze babbel. Samen lopen we het schoolgebouw binnen. In een oude theaterzaal verzamelen al de eerstejaars. Een hele zaal nokvol! Wow. Vooraan staat een man, de directeur, zo stelt hij zich voor. Hij geeft ons een warm welkom en nadien volgt het afroepen van de namen. De indeling in de klassen. Ik zit in klas 1d en zal straks de klastitularis volgen richting nieuwe klas. De klassen gaan wel tot i! Heel wat nieuwe kinderen dus. Miranda en ik zitten niet in dezelfde klas. We zwaaien nog even naar elkaar bij het verlaten van de zaal.
14
4 Meester Jonathan ‘Ja, vogeltjes! Want dat zijn jullie nu, jullie hebben allemaal gekozen om hier op te warmen om later uit te vliegen!’ De klasleraar begint. Een man. Ook dat is nieuw. In mijn vorige school had ik alleen maar juffen! Hij maakt grapjes en stelt ons meteen op ons gemak. Vertelt kort enkele regels van de school en polst naar onze verwachtingen. Wat ik verwacht? ‘Bet?’ ‘Ben ik!’ zeg ik en meteen voel ik mijn hoofd zo rood worden als een tomaat. ‘Wat verwacht jij van dit eerste jaar?’ ‘Wat ik verwacht?’ Er verschijnt een denkrimpel op mijn voorhoofd. Dat alles leuker zal zijn dan in mijn vorige school, denk ik. Kan ik dat zeggen? ‘Euh, dat het leuk wordt?’ Ik geef het antwoord eerder als vraag, is dat een goed antwoord? Origineel alleszins niet. ‘En wat versta je dan onder ‘leuk’, Bet?’ Dubbel zo rood als voorheen. Mijn mening wordt gevraagd. Ook dat is nieuw. Bij de bruintjes kon ik altijd beter zwijgen en knikken.
15
‘Kleurrijk?’ breng ik uit. ‘Ha ha, kleurrijk. Mooi, Bet. Dat kan veel zijn maar klinkt alleszins mooi!’ Mijn hart bonst intussen in mijn keel. Heb ik nu een goed antwoord gegegeven? Of lacht hij mij een beetje uit? Gelukkig vertelt de klasleraar zelf het volgende uur verder. Jonathan heet hij. Hij zegt dat hij er voor ons is als we iets moeten weten, hij ons wegwijs zal maken en er dit jaar zal zijn als ankerpunt voor alle vragen en onwetendheden. Hij heeft zelf nog geen kinderen, is nog maar twee jaar leraar en vertelt dat hij met plezier voor de klas staat. Zelfs dat moest hij niet verduidelijken. Dat zie je zo. Hij bijt niet, is niet nors noch vijandig. Deze leraar is grappig en lief. Mijn dag kan niet meer stuk. Meteen daarna spelen we een aantal kennismakingsspelletjes. Er zitten bijna evenveel jongens als meisjes in onze klas. Griet en Kate vallen me meteen op. Ze lijken groot voor de eerste klas, stoer en cool. ‘Voor alle duidelijkheid,’ zegt meester Jonathan ons nog, mag je me gewoon Jonathan noemen. Die meester mag in de lagere school blijven. Hier is het voor veel collega’s meneer of mevrouw en anders geven ze zelf aan als ze met hun voornaam willen aangesproken worden. Ik val van de ene verbazing in de andere. Alles klinkt tof, leuk, fijn, goed!
16
Het volgende uur geeft Jonathan al een stukje Nederlands. Want dat vak zal hij voor zich nemen. Naast klasleraar zijn, geeft hij ook Nederlands. We maken onze eigen notities en hij helpt ons goed op weg om dat te doen. Hij schrijft niet alles op het bord maar verwacht van ons dat we de belangrijke dingen opschrijven. Oh mijn god! Wat is belangrijk, en wat niet? denk ik. Dat alles fijn voelt. Dat telt. De eerste uren zijn werkelijk voorbijgevlogen! Het grote verschil met de lagere school is dat we niet alles in de klas mogen achterlaten maar dat wij zelf van klas veranderen. Niet de leerkracht maar wij. Bij verschillende leswissels moeten we onze boekentas nemen en van lokaal verwisselen. Jonathan heeft ons een voorlopg lessenrooster gegeven waar de vakken met lokalen opstaan. Het wordt een zoektocht om in het begin al de juiste klaslokalen te vinden. Want de school is groot. Heel groot. Zoveel is zeker. Tijdens de speeltijd komt Miranda naar me toe. ‘En Bet, vind jij het ook zo leuk? Wij hebben een juf als klaslerares. Juf Seels. Ze heeft ons meteen de geschiedenis van deze school verteld. Wist jij dat een jaar of vier geleden hier alleen maar jongens zaten? En dat prins Laurent hier heeft gezeten?’ Neen, dat vertelde Jonathan ons niet. Bovendien merk ik dat ik het erg moeilijk vind om mijn aandacht nog bij Miranda te houden. Griet en Kate lijken me zo cool en eisen al mijn aandacht op.
17
‘Oh nee, wist ik niet, leuk,’ zeg ik haar wat afwezig. ‘Ik zie je nog wel!’ en meteen ga ik op de twee coole meiden af. Ik heb dit stel vriendinnen nu al gemaakt. Miranda blijkbaar nog niet. Ik zie vanuit mijn ooghoek dat ze alleen staat. Het ziet er zielig uit. Ik lach extra luid zodat Miranda ziet dat ik mij met hen amuseer.
18
5 Toch nog samen Ook het tweede deel van de voormiddag loopt gesmeerd. We maken kennis met de leraar biologie. Een grapjas boordevol interessante weetjes! Ik hang anderhalf uur lang aan zijn lippen. Onze boterhammen verorberen we in een grote maar gezellig eetzaal. Ik haal mijn brooddoos en drinkbus boven, en al snel blijkt dat ik een van de enige ben met een drinkbus vol water. Bijna al de leerlingen ruilen hun jeton in voor frisdrank. Van bubbels ga je bubbelen, vindt mama. Ze vindt het wel goed voor één keer per week, maar elke dag? Zo veel suiker, Bet! Geen denken aan … Ik nip van mijn drinkbus en kijk verlekkerd naar al de drankjes die mijn tafelgenoten opslurpen. Straks eens praten met mama, denk ik. Het kan niet zijn dat ik uit de boot val met mijn drinkbus gevuld met gezuiverd kraanwater. Gek genoeg vult Miranda na de middag onze klasgroep aan. Er was een foutje met de klasindeling. Ze hoort ook in 1d. Ze zet zich naast mij. Tegen het einde van de dag blijkt dat Miranda mijn nieuwe beste vriendin wordt. Ik heb een beetje spijt dat ik haar zomaar alleen achterliet voor die twee andere meiden daarstraks.
19
Na schooltijd vertel ik Miranda over mijn vriendin Lin en haar garagefeest. Ze vindt het gemeen en zegt dat vriendinnen zulke dingen gewoon niet doen. Aangezien het vrijdag is, wisselt Miranda haar adres uit met het mijne. En wat blijkt, we spreken af. De eerste dag was alvast ontzettend fijn! Het belooft een superjaar te worden. Het voelt prettig hier op school. Ze bestaan dus toch, leuke scholen! Yes!
20
6 Miranda's plek Mama vindt het overhaast, ik vind het perfect! Ik heb dit weekend afgesproken met Miranda. Ze woont op een plek waar ik van droom. Tussen de velden, de serres, de paarden, de koeien. Waarom weet ik niet, maar ik heb al altijd een voorliefde gehad voor koeien. Wat iedereen in paarden ziet, begrijp ik niet. Koeien zijn zo lief! Hun tong is vast langer dan een paard en mochten er zadels voor koeien bestaan, gegarandeerd werd er ook koe-gereden. Omdat het ook hier de eerste keer is dat ik Miranda opzoek, is mama vastberaden me te brengen. Na een half uurtje rijden tussen de velden, zet mama me af voor een paar uur en dan komt ze weer. Ik trek met Miranda de velden in en al snel botsen we haar broer en zijn vriend tegen het lijf. Ze zijn weer helemaal het zwart gekleed, stoer. Mijn stem verdwijnt in mijn keel. Geen taterwater Bet maar een verlegen scheet. Miranda merkt het al snel en neemt me mee weg van de jongens naar de wei, naar haar paard! ‘Wil je eens wat rijden?’ vraagt ze. ‘Hierop?’ stamel ik. ‘Haha,’ lacht Miranda, ‘ja, waar anders?’ ‘Euhm, ik wil best wel maar ik heb dat nog nooit gedaan,’ zeg ik. Miranda hangt Black aan een koord. ‘Ik fiets er wel naast en hou hem vast,’ verzekert ze. ‘Miranda? Is het ook goed als we even in de wei blijven en dat ik volgende keer op straat ga?’ Miranda lacht. ‘Natuurlijk Bet! En euh, laat je ‘m alsjeblieft niet los? Dat lijkt wel heel erg hoog,’ zeg ik met benepen stem. ‘Je kan op me rekenen Bet, dat doen vriendinnen voor elkaar,’ lacht ze. 21
Onhandig klim ik op de rug van Black. Meteen schiet hij in gang. Ik joel en roep het uit. Miranda lacht weer. ‘Bet, een paard houdt niet zo van lawaai! Je mag me vertrouwen, ik heb hem al sinds hij een veulen was, hij kent me door en door en luistert goed naar me.’ Allemaal goed en wel maar na één minuut laat ik me weer naar beneden glijden. Tot zover mijn ervaring op de rug van een paard. Spannend, dat kan je wel zeggen. Meteen nadien trekken we naar de schuur achter haar huis. We klimmen naar boven, naar de hooizolder. Dit keer ben ik wel de handige Bet. Ik klauter zomaar tot boven, zonder hoogtevrees. Het enige wat ik voel zijn kriebels, kriebels van plezier! Ik heb niet alleen een nieuwe school die superfijn lijkt, maar nu ook een nieuwe vriendin. Een echte vriendin, en dat voelt fantastisch!
22
23
Woorduitleg 1 lak hebben aan iets = zich niets aantrekken van iets 2 ABH-lijstje = lijstje om te zien of iedereen alles bij heeft (ABH staat voor alles bij hebben) 3 de scepter zwaaien = de baas zijn
24
Het eerste middelbaar is bijna daar voor Bet. Ze fietst met mama naar school en is klaar voor een nieuwe start. Overwint ze haar zenuwen?
Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 6. ISBN 978 90 486 2537 6 Bestelnummer 60 1021 597 KB D/2016/0147/106 NUR 191 Illustraties: Marijke Umans Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge
9 789048 625376
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.