Het predikherenklooster in Mechelen - M&L 04/2021

Page 1

Dit artikel stelt deze herbestemming voor en gaat dieper in op enkele specifieke aspecten van de restauratie.

Buitenaanzicht na restauratie, met de nog te restaureren kerk op de voorgrond (foto K. Vandevorst © agentschap Onroerend Erfgoed)

57

Het Mechelse stadsbestuur, dat in 2010 opnieuw eigenaar werd van het predikherenklooster, besliste toen om er de stedelijke bibliotheek in onder te brengen. Niet zomaar een bibliotheek, maar een ‘bibliotheek van de toekomst’, of ‘literair wellnesscentrum’, een huis vol verhalen, poëzie en informatie voor alle Mechelaars.

Het predikherenklooster in Mechelen De herbestemming van het klooster tot stadsbibliotheek

Wouter Callebaut en Elke Denissen

De zuidgevel van de binnenkoer in 2013 met de achterliggende kapel. Deze vleugel van het klooster herbergde de eerstekloosterbibliotheekhistorischeopdeverdieping (foto Gorduna)

58 Een verwaarloosde ruïne Het predikherenklooster kende een rijke en bewogen geschiedenis, zoals al beschreven in het vorige artikel. De bouw van het klooster startte rond 1657. Het zou drieëntwintig jaar duren vooraleer het klooster en de kerk helemaal voltooid waren. Na de opheffing van het klooster in 1796 werd het een opvanghuis voor arme bejaarden. Enkele jaren later kregen de gebouwen een militaire bestemming met enkele ingrijpende verbouwingen. In 1975 verhuisden de militairen en kwam de site leeg te staan. Met het verdwijnen van de functie hield ook het onderhoud van de gebouwen op. Zelfs de bescherming als monument in 1980 (1) kon het tij niet onmiddellijk keren en het verval zette zich door. Na de aankoop door de stad Mechelen werden alle recente gebouwen gesloopt. De voormalige kloostertuin werd ingericht als een buurtterrein. In 2000 kwam het gebouw in handen van een projectontwikkelaar. Verschillende voorgestelde projecten werden echter niet gerea liseerd. Uiteindelijk kocht de stad in 2010 het gebouw opnieuw aan. Leegstand en verwaarlozing gedurende meer dan veertig jaar hadden diepe sporen nagelaten. Door de vele lekken in de daken en de goten, openstaande gevelopeningen en een overwoekerende plantengroei was het klooster tot een ruïne verworden. Delen van het waardevolle stucwerk in de voormalige bibliotheek en pandgang waren door het langdurig vochtige binnenklimaat losgekomen en verloren gegaan. Het aanstellen van een ontwerper Op 30 juli 2010 besliste het stadsbestuur om het predikherenklooster te herbestemmen tot stads bibliotheek. Een bouwhistorische en materiaal technische studie werd opgemaakt om de bouwge schiedenis van het klooster duidelijk in beeld te brengen (2). De Vlaamse Bouwmeester organi seerde een Open Oproep voor de aanstelling van een ontwerper met als opdracht de restauratie van het gebouw en de herbestemming tot stedelijke bibliotheek. In de oproep werd de nieuwe biblio theek omschreven als ‘een plek om op verhaal te komen’. Naast de uitgebreide boekencollectie, moet de bibliotheek ook ruimte bieden aan ontmoe tingen met auteurs, lezingen, schrijfworkshops, leesclubs en voorleessessies. De bibliotheek heeft tegelijkertijd een ontmoetingsfunctie, een plek waar het aangenaam vertoeven is (3). Het ontwerp Het ontwerp voor de bibliotheek vertrekt van de specifieke karaktereigenschappen van de verschil lende ruimten. De site heeft een duidelijke structuur met vier kloostervleugels rond een binnentuin, een pandgang, grote zolder en kerk. Deze ruimte lijke zones hebben ieder hun eigen sfeer en krijgen in het ontwerp elk de meest logische invulling binnen het nieuwe programma. Zo zijn de gelijk vloerse kloostervleugels bestemd voor de meest publieke ruimtes met inkom en restaurant. De pandgang is ingericht als lees- en tentoonstel lingsruimte met koffiebar. De kloostertuin wordt gebruikt als terras en als multifunctionele buiten kamer. Op de verdieping bevinden zich kantoren en vergaderruimten in de grotere ruimtes. De voormalige kloosterbibliotheek is ingericht als rustige, klassieke studiebibliotheek. En de eigen lijke bibliotheek wordt ingericht op zolder, de grootste open ruimte van het klooster. Bovendien is de historische eiken dakconstructie imposant en ook na de restauratie zichtbaar gebleven. De kerk kan ingezet worden als multifunctioneel gebouw voor lezingen en voorstellingen. Deze functies laten zich schijnbaar moeiteloos in het

De noord- en westvleugel in 2013 tonen de ruïneuze toestand voor restauratie (© Luuk Kramer)

Deze aanpak omarmde het volledige leven van het gebouw waarbij alle fasen in de geschiedenis van het gebouwencomplex bij de restauratieoverwe gingen werden betrokken en dit alles volgens een wetenschappelijk onderbouwde en weloverwogen Onmiddellijkemethodiek.

59 bestaande gebouw inpassen zonder dat ingrijpende veranderingen in de structuur nodig zijn. De noodzakelijke ingrepen, zoals de versterking van de zoldervloer, nieuwe trappen en een lift, zijn zorgvuldig in de bestaande structuur ingepast. Bij deze ingrepen is echter niet het contrast opgezocht maar een coherentie en vervlechting met de rijkdom en geschiedenis van het gebouw (4).

actie Bij de verdere uitwerking van het ontwerp bleek al snel dat dringend ingrijpen nodig was om een halt toe te roepen aan het verval van klooster en kerk. In 2013 zijn de meest urgente instandhou dingswerken uitgevoerd: een intensieve zwambe handeling van het hout en metselwerk met de bijbehorende demontages van pleisterwerk, vloerdelen en kinderbalken, dringende stutwerken in functie van materiaal en structuurbehoud, en dichtingswerkzaamheden van dak en goten. Door Inplantingsplan van het klooster in het stedelijk weefsel (© KSA) Plan van de gelijkvloerse verdieping waarbij de heropende pandgang opnieuw als dominante ruimte aanwezig is en zo zorgt voor een transparant en verwelkomend gevoel bij binnenkomst (© KSA)

De kloosterbibliotheekhistorische in de zuidvleugel ondergedompeld in een feeëriek licht zoals het volledige complex werd waargenomen tijdens de eerste bezoeken van het ontwerpteam (© Luuk Kramer)

Een behoedzaam restauratieconcept De restauratie van het klooster gaat uit van de bijzondere kwaliteiten van de ruïneuze staat van de gebouwen. De architectuur uit de 17de en 18de eeuw gecombineerd met de latere toevoe gingen en aanpassingen uit de 18de, 19de en 20ste eeuw, en het verval en de degradatie door weersinvloeden, bewuste vernielingen en verwaar lozing in de 20ste en 21ste eeuwen hebben de kloostersite tot een unieke plek gemaakt. Voor de ontwerpers was deze bijzondere sfeer een van de grootste kwaliteiten van het complex. De ruïneuze toestand van de gebouwen onthulde historische materiaal- en betekenislagen. De ontwerpers wilden deze gelaagdheid ook na de restauratie zichtbaar laten en werkten een weinig ingrijpend restauratieconcept uit dat zoveel mogelijk sporen van de lange bouwgeschiedenis zichtbaar laat. De historische ruimten en materialen maar ook de onvolmaaktheden van latere verbouwingen en het patina van verval bleven zoveel mogelijk bewaard. Reconstructie van een vroegere toestand was geen optie: niet storende latere verbouwingen, toevoegingen en de sporen van het verval bleven zowel buiten als binnen zichtbaar. Hierdoor bleef een maximum aan historisch materiaal bewaard en dit zowel structureel als esthetisch.

Het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) deed bijkomend onderzoek naar de mecha nische oppervlakteverweringskenmerken van baken natuursteen en het effect van een verstevigende proefbehandeling, de samenstelling van de afwer kingslagen op de gevels, het vocht- en zoutgehalte van het bakstenen metselwerk en de samenstelling van de toegepaste voegmortels. Daarnaast heeft de Stichting Technisch Centrum voor de Keramische Industrie (TCKI) testen uitgevoerd naar de afmetingen, initiële wateropzuiging, vrijwillige wateropname, dichtheid, druksterkte en vorst bestendigheid van de toegepaste bak- en natuur Ooksteen.enkele proefrestauraties bleken noodzakelijk om de reinigingsmethoden en decaperingstech nieken te testen. De voegsamenstellingen uit het vooronderzoek werden afgetoetst, alsook een eventuele toepassing van een lazuurlaag op de gevels, ingeval de reiniging geen afdoend resultaat zou opleveren. In het interieur werden ook proeven uitgevoerd van reiniging, fixatie van pleisterwerk en afwerkingslagen en zoutonttrekking.

60

EenZolderverdiepingbelangrijkeingreep bij de inrichting van de zolder als bibliotheek was de versteviging ervan om te voldoen aan moderne brandwerendheids-, isolatie- en stabiliteitseisen. Om de indrukwek kende eikenhouten constructie ook na de verbou wingswerken zichtbaar te laten, is een stabiliteits concept ontwikkeld dat de hoofddraagconstructie aan de buitenzijde versterkt. De stalen spanten aan de buitenzijde van de dakconstructie de uitvoering van deze werken kreeg het gebouw de tijd om uit te drogen voordat de restauratie werken van start zouden gaan. De precaire bouwfysische toestand van het klooster maakte een snelle doorstart van de restauratie werken noodzakelijk. In 2014 werd door de stad Mechelen en de Vlaamse overheid een Meerjarige subsidiëringsovereenkomst voor de restauratie en herbestemming van het Predikherenklooster te Mechelen afgesloten. De werken werden hierbij in vier fasen opgedeeld: restauratie van de daken van het klooster (fase A), restauratie van de gevels van het klooster en de kloostermuur (fase B), restau ratie van het interieur van het klooster (fase C) en restauratie van de gevels, daken en het interieur van de kerk (fase VooronderzoekenD).en proefrestauraties

De resultaten van de diverse vooronderzoeken en proefrestauraties vormden het uitgangspunt bij de opmaak van het restauratiedossier.

Detail van de 18de-eeuwse houten roostering uit moer- en kinderbalken voor restauratie. Rechts op het beeld zijn nog de uitwaaieringen te zien van de enorme tewaaronderzwamaantastingendezeroosteringenlijdenhaddengehad (© Luuk Kramer) Gezicht op de nieuwe bibliotheek vanop de mezzanine die als vrijstaand element in de enorme 18deeeuwse eiken dakconstructie werd aangebracht (© Luuk Kramer)

De noordgevel en een deel van de westvleugel na de restauratie en de heraanleg van de omliggende parkzone (© Luuk Kramer) De gerestaureerde zuidgevel van de binnenkoer. Opvallend zijn de raamopeningenhistorischedie werden ontdaan van de latere militaire invullingen (© ALLT)

Detail van de noordvleugel waarbij zeer goed het patchwork te zien is tussen het bestaande metselwerk in handvormsteen met behouden afwerkingslagen en hedendaagse invullingen in strengperssteen (© Callebaut Architecten)

Buitengevels DeReinigingrestauratie beoogde een duurzaam behoud van de buitengevels, zonder evenwel het bestaande beeld met het ruïneuze uitzicht ingrijpend te wijzigen. Ook het behoud van zoveel mogelijk histo risch materiaal stond voorop. Daarom werd gekozen voor een zachte stoomreiniging van de gevels. De algemene vervuiling en niet hechtende afwerkingslagen zijn verwijderd zonder het volledige pakket van kaleilagen en minerale afwer kingslagen te verwijderen. De plint in Balegemse steen waarop ooit een peklaag was aangebracht, kreeg een bijkomende reiniging met torbostralen en Olivine (3 bar en 0.6 olivine) zonder de oorspronkelijke bekapping van de natuursteen te beschadigen. De restauratie van de binnengevels rond de binnenkoer is meer doorgedreven. De gevels zijn iets harder gereinigd zodat de oorspronkelijke baksteen- en zandsteenarchitectuur opnieuw tot haar recht komt. Na een proefreiniging werd hier gekozen voor een reiniging met warm water onder hoge druk, 150°C-150 bar. Lokaal is nog bijge reinigd door nawapperen met torbostralen omdat bepaalde afwerkingslagen na de eerste reiniging een bijkomend glanzend effect kregen en zo voor een sterk heterogeen karakter van de binnenkoer zorgden. De keuze voor torbostralen is gemaakt nadat verschillende staalzettingen met ontver vingsmiddelen geen effect hadden.

AlgemeenMetselwerkkon gesteld worden dat het metselwerk van de gevels in slechtere toestand was dan eerst was aangenomen. Vooral de dakranden waren over een hoogte van 1,5 m zeer sterk aangetast door zwam, ingegroeide plantenwortels en algemene stabiliteitsproblemen. Deze muuropstanden zijn bijgevolg grotendeels heropgebouwd met integratie van Murfor metselwerkwapening om de drie baksteenlagen over de volledige muurdikte omwille van stabiliteitseisen. Het ter plaatse gedemon teerde metselwerk is maximaal gerecupereerd en in de buitengevels aangevuld met een hedendaagse baksteen ‘2016’ en in de binnenkoergevels met recuperatiebaksteen.

61 waarborgen de brandstabiliteit en de brandwe rendheid. De ingebrachte stalen vloer zorgt voor de benodigde sterkte en draagt de hoge vloer belasting. Om de zolder van licht en uitzicht te voorzien, zijn nieuwe dakkapellen op alle dak vlakken geplaatst, ter vervanging van de horizontale dakkapellen uit de militaire periode.

De kloosterbibliotheekhistorische in de zuidvleugel na restauratie waarbij de nog werdenbehoudenafwerkingslagenbestaandemaximaalengeconserveerd (© Luuk Kramer)

HetVoegwerkvoegwerk was algemeen in slechte toestand zodat het gebouw praktisch volledig ontvoegd is en licht verdiept hervoegd. Tijdens de vooronder zoeken is de voegsamenstelling per bouwfase bepaald en uitgetest in een voorafgaande proef restauratie. Het nieuwe voegwerk is uiteindelijk uitgevoerd met een eenvoudige voegmortel op basis van rijnzand en witte kalk zonder andere toeslagstoffen, die perfect aansluit bij de histo rische voegkleur en uitzicht.

62 Het vernieuwde voegwerk is niet voorzien van een daggestreep zoals historisch wel het geval was. Waar mogelijk zijn goed bewaarde zones wel maximaal behouden als historisch relict. Zo is het voegwerk van de sacristie op de oostgevel en de volledige zuidgevel van de binnenkoer mits enkele kleine retouches behouden gebleven. Restauratie van het interieur Pleisterwerk wanden en gewelven Het restauratieconcept met als uitgangspunt het behoud van het ruïneuze karakter is ook conse quent doorgetrokken in het interieur. De restauratie streefde niet naar een uniforme afwerking uit één bepaalde referentieperiode. De ontwerpers wilden zoveel mogelijk lagen van de geschiedenis afleesbaar maken en de verschillende tijdsperioden zichtbaar naast, door en op elkaar behouden (5). De afwerkingen met kunsthistorische waarde zijn overal behouden. Een maximaal behoud van het originele materiaal was bij elke behandeling het uitgangspunt. Er is niets verwijderd of toegevoegd als dit niet noodzakelijk was voor de bewaring van de historische afwerking. De schade aan de bepleistering op wanden en plafonds was zeer groot: pleisterlagen hingen los van hun drager, zwartgeblakerd pleisterwerk door brand, aangetast door schimmel, begroeid met algen en opgestuwd door zouten, waarbij ook de verflagen op de bepleisteringen afschilferden en verpoederden. Een proefrestauratie was dan ook noodzakelijk voor het bepalen van het technisch uit te voeren restauratieproces. Er zijn testen uitge voerd naar reiniging, fixatie van pleisterwerk en afwerkingslagen en zoutonttrekking. Het resultaat was veel beter dan gehoopt, waardoor het mogelijk was om veel grotere pakketten dan initieel aange nomen te behouden. Op basis van deze resultaten is een plan van aanpak opgesteld waarbij de nog aanwezige oppervlakken verdeeld zijn in twee categorieën: ruimten waar alles bewaard en behouden bleef, en ruimten waarvan enkel de zones in redelijke toestand bewaard blijven en al te gedegradeerde zones niet. Conservatie van het pleisterwerk en de afwerkingslagen De muren en plafonds werden eerst droog gereinigd en stofvrij gemaakt. Vervolgens zijn alle loshan gende delen, zones met lacunes en barsten bestu deerd en in kaart gebracht. Hierna werd beslist of conservatie mogelijk was en zoniet werden deze zones manueel verwijderd op een gecontroleerde manier. Hierbij is steeds getracht om ornamenten en gewelfribben zoveel mogelijk te behouden en enkel vlakke stukken pleisterwerk op te offeren. Randen van pleisterwerk zijn verstevigd door het

InNatuursteenalleoorspronkelijke bouwfasen is de Balegemse steen veelvuldig toegepast. Noodzakelijke natuur steenvervangingen zijn uitgevoerd in nieuwe Balegemse steen. Vernieuwde elementen zijn afgewerkt met een handmatige frijnslag naar historisch voorbeeld en bijkomend licht gestraald om het contrast tussen historische en nieuwe elementen te verzachten. In het ontwerp is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de restauratiegraad van buiten gevels en die van binnenkoergevels. Voor de binnenkoergevels zijn alle ontbrekende en bescha digde natuursteenelementen gereconstrueerd of hersteld in natuursteen. Voor de buitengevels zijn enkel de technisch noodzakelijke elementen, zoals ter hoogte van de goten en waterlijsten, hersteld. De overige ontbrekende natuursteen is subtiel hersteld en vervolledigd met een hedendaagse baksteen ‘2016’. Voor de raamomlijstingen zijn hiervoor zelfs op maat gemaakte vormstenen gebruikt die de profilering van de nog aanwezige natuursteen volgen en zo een duidelijk vormelijke referentie zijn.

Detail van een gewelf in de kloosterbibliotheekhistorische in de zuidvleugel voor en na de restauratie. Hierbij is duidelijk te zien hoe omzichtig er tijdens de restauratie met de nog afwerkingslagenaanwezige werd omgesprongen om het verlies zo beperkt mogelijk te houden. Het grote verschil in waarneming is toe te wijzen aan de reiniging (© Luuk Kramer)

Detail van een console en gewelfrib in de zuidvleugelkloosterbibliotheekhistorischeindenaderestauratie (© ALLT)

63 nisch verwijderd met het scalpel. Oppervlakkige vlekvorming van roet en stof werd met een neutrale reinigingspasta verwijderd. Kleine of oppervlakkige lacunes in het bezetwerk werden ingevuld met dezelfde kalkcoulis die werd gehanteerd voor de injecties. Voor de grotere lacunes werd gekozen om de bakstenen muur zichtbaar te laten of opnieuw te bezetten met een vliesbepleistering uit kalk. inspuiten van een kalkcoulis. Zo werd opnieuw een stevige rand verkregen om verder materiaalverlies aan de kwetsbare randen tegen te gaan. De losse of holklinkende zones werden beschermd door het aanbrengen van Japans papier en zijn nadien gefixeerd. Barsten in de diepte zijn ingevuld met een Naastkalkmortel.hetlosgekomen

bezetwerk was er ook veel zichtbare schade aan de picturale laag waarbij verfschilfers losgekomen waren van de bepleis tering of de onderlinge samenhang tussen de picturale lagen verloren was gegaan. Iedere schilfer gaan fixeren was geen optie omdat de oppervlaktes van de gewelven en wanden dermate groot waren en de afschilfering van de picturale laag overal aanwezig was. Bovendien waren het geen figuratieve maar louter monochrome histo rische afwerkingen. Er is wel een onderscheid gemaakt tussen meer en minder waardevolle schilderingen. Van de waardevolle schilderingen zijn alle schilfers gefixeerd, bijvoorbeeld in de voormalige kloosterbibliotheek en de veelkleurige wanden op de eerste verdieping. Bij minder waardevolle schilderingen is ervoor geopteerd om eerst zacht met de borstel de ‘te’ loshangende schilfers te verwijderen; daarna werden de verflagen verlijmd. Nadien werd de picturale laag oppervlakkig gereinigd met lauw gedemineraliseerd water en melamine sponzen. Lokaal zijn specifieke reini gingstechnieken toegepast voor het verwijderen van graffiti, algen en mos of storende synthetische verflagen. Hechtvoetjes van klimop werden mecha

Op grote invullingen is een transparante lazuurlaag aangebracht zodat deze qua kleur beter aansluiten bij het historisch kleurenpakket en lokale retouches visueel verdwijnen. Een algemene stoffixatie van de oppervlakken is gebeurd door middel van tylose. De toegepaste producten en materialen bij de conservatie zijn compatibel met de oude materialen en reversibel, waardoor ze geen belemmering vormen voor latere conservaties of restauraties (6).

Oude Tijdensgrafsteneneenarcheologisch onderzoek werden in de oostelijke pandgang ruim vijftig grafstenen ontdekt onder de betonnen vloertegels. Ze gaan terug tot de 17de en 18de eeuw. Gezien hun uitzon derlijk goede bewaringstoestand, zijn de stenen gerestaureerd en geïntegreerd in de nieuwe vloer van de pandgang. Conclusie Na meer dan veertig jaar leegstand en verwaar lozing is het klooster gerestaureerd en voor het grote publiek toegankelijk gemaakt als bibliotheek. De functie als bibliotheek past perfect binnen het bestaande gebouw, zeker omdat de 17de-eeuwse kloosterbibliotheek ooit het kloppende hart was van het klooster. Opmerkelijk voor dit project is dat het verval van de afgelopen veertig jaar ook na de restauratie nog steeds zichtbaar aanwezig is. De ontwerpers hebben hier bewust niet gekozen voor de restauratie en reconstructie van het 17de- eeuwse klooster. Wel integendeel: de jaren lange leegstand, degradatie en verval worden evenveel gewaardeerd als onderdeel van de geschiedenis. Deze aanpak getuigt van een groot respect voor de bouwgeschiedenis en de materiële authenticiteit. De typologie en de bouwfysische toestand van het bestaande gebouw bepaalden het ontwerp en de restauratie. De ruimten die de biblio theek nodig heeft, zijn in het bestaande gebouw ingepast zonder ingrijpende veranderingen in de structuur. De restauratie is erin geslaagd om zoveel

64 nomen. De zouten werden voorzichtig met een borstel van de picturale laag afgeveegd. Moeilijk te verwijderen zouten werden met het scalpel verwijderd. Op plaatsen waar de zoutuitbloeiingen zich tussen de afwerkingslagen bevonden moest af en toe de keuze gemaakt worden om origineel materiaal op te offeren. Bij de door zouten aange taste pleisterlagen werd er bewust niet overdadig met water gewerkt om nog eventuele aanwezige zouten niet opnieuw in oplossing te brengen.

DoorZoutende jarenlange leegstand en verwaarlozing heeft de zakgoot tussen kerk en zuidvleugel ter hoogte van de voormalige kloosterbibliotheek grote waterschade aangericht met een zware zoutpro blematiek als gevolg. Bijgevolg werd de voormalige kloosterbibliotheek tijdens de volledige duur van de werkzaamheden geklimatiseerd voor een maximaal behoud van de nog resterende histo rische afwerkingslagen. Het klimatisatiesysteem werd aangepast aan het seizoen en werd permanent gemonitord door dataloggers. Nadat de oorzaken van vocht waren aangepakt en er met zekerheid geen nieuwe vochtbron meer was, kon de schade in de afwerkingslagen, onder de vorm van zoutuitbloeiingen worden wegge Detail van een wand in een vergaderzaal op niveau +1 waarbij de opeenvolgende lagen van de afschilferende verflagen werden gefixeerd en zo als het ware een directe reflectie van de geschiedenis vormen (© Luuk Kramer) Fotogrammetrie van de grafstenen die tijdens het archeologisch onderzoek werden teruggevonden in de oostvleugel (© ATO, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse overheid)

nv, Bras schaat (Evelyn De Schepper en team) Advies en begeleiding: Stedelijke dienst monumentenzorg (Marc Debatty, dienst hoofd en Eveline De haes, architect-expert; Vlaamse overheid, agentschap Onroerend Erfgoed (Elke Denissen, erfgoedconsulent) Datum uitvoering (fasen A tot en met C): 20152020; (fase D): opgestart in 2020. Totale kostprijs van de werken fasen A, B en C aan het klooster: € 20.591.914,60 incl. btw. Het project werd gefinancierd door de stad Mechelen en deels bekostigd met een meer jarenpremieovereenkomst van € 11.166.980,33 waarvan al € 6.840.426,39 werd uitbetaald. Elke Denissen is erfgoedconsulent bouwkundig erfgoed bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Wouter Callebaut is architect bij Callebaut Archi tecten, Drongen. Eindnoten (1) [https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidings-objecten/6179].

(4) OO 2213D bibliotheek Mechelen: een plek om op verhaal te komen. (5) Bij het wedstrijdontwerp werden enkele buitenlandse projecten opgegeven als referentie: het Neues Museum in Berlijn ( David Chipperfield Architects), de Neue Pinakothek in München (Hans Döllgasst, 1946-1951) en de restauratie van de Grote Kerk in Veere (Marx & Steketee, 2000-2004).

Restauratiefiche

(2) ORNAMENT cvba, Bouwhistorisch en materiaaltechnisch onderzoek van het Predikherenklooster te Mechelen, bestek nr. 2011-MZ-104, mei-september, onuitg. onderzoeks rapport, 2012. (3) [https://www.vlaamsbouwmeester.be/nl/instrumenten/open-oproep/projecten/oo2213-mechelen-bibliotheek-predikheren?f=opstart].

65 maanden duidelijk merken door een rijk bezoe kersaantal, een groot aantal nieuwe inschrijvingen voor de bibliotheek en de bijbehorende aandacht in de pers. De restauratie van de kerk (fase D) is momenteel in uitvoering. In 2020 werd het project bekroond met een tweevoudige Onroerenderfgoed prijs, door zowel de vakjury als het publiek.

mogelijk sporen van de lange geschiedenis van het gebouw zichtbaar te laten zodat de ‘schoonheid van het verval’ nog overal is af te lezen. Na het afronden van de fases A, B en C opende de bibliotheek in het najaar van 2019 feestelijk haar deuren voor de eerste bezoekers. Het succes van het predikherenklooster liet zich in de navolgende

Studiebureau stabiliteit: ABT, Antwerpen (Patrick Jordaens en Ivo van der Ven); Tri-consult, StudiebureauLummentechnieken: RCR Herent (Hubert BouwhistorischRys) en materiaaltechnisch voor onderzoek: C&C Fexer bvba; Marieke Jaenen; Ornament cvba (Toon van Campenhout) Technische vooronderzoeken: KIK en TCKI FaseUitvoeringhoogdringende werken: Dakwerken Dieltjens; Renovatiebouw Van Broeckhoven Fase A en B: Renotec, Geel (Marijs van Vlas selaer, Dries van Dessel en team)

Fase C: Monument Vandekerckhove, Ingel munster (Maarten Vanoothegem, Manu Vermeerbergen en Interieurrestauratie:team)Altritempi

Bouwheer: Stad Mechelen (Barbara Adriaensen, architect afdeling gebouwen)

(6) Alle restauratiebehandelingen van het pleister- en schilderwerk zijn uitgebreid gedocumenteerd : ALTRITEMPI nv, Predikherenklooster Mechelen, onuitg. As-Restored rapport, 2017-2019.

Aquarel door Gosia Olchowska, gemaakt naar aanleiding van de feestelijke opening van de nieuwe stadsbibliotheek (© G. Olchowska)

Ontwerpteam: Korteknie Stuhlmacher archi tecten, Rotterdam (Mechtild Stuhlmacher, Arne Weiss en team); Callebaut Architecten, Drongen (Wouter Callebaut en Cedric D’haese); Bureau Bouwtechniek, Antwerpen (Gert Biebauw en Willem Broekaert)

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.