1e leerjaar
thema 3
AL DIE BLAADJES OP DE GROND!
Les 1 Een wereld vol kleuren!
Doelen
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1
De kinderen kunnen de seizoenen opnoemen. De kinderen kunnen de seizoenen ordenen en de herfst situeren tussen de andere seizoenen. De kinderen weten dat de duur van dag en nacht gelinkt is aan de seizoenen. De kinderen kunnen waarnemingen op verschillende manieren uitdrukken: door te tekenen, door erover te vertellen … De kinderen kunnen op hun niveau, eventueel met hulp van een volwassene, eenvoudige bronnen raadplegen om meer te weten te komen over de natuur. De kinderen kunnen verschillende weersomstandigheden gericht waarnemen, benoemen en vergelijken. De kinderen kunnen weerwaarnemingen door middel van pictogrammen voorstellen. De kinderen kunnen een besluit formuleren naar aanleiding van weerwaarnemingen over een beperkte periode. De kinderen kunnen hun eigen indrukken en waardering uitdrukken bij de sfeertafel, de sfeerhoek, de sfeerbeelden, de sfeermuziek in verband met het thema ‘herfst’.
1
OWti2
Tijdsbegrippen en verschillende soorten kalenders functioneel gebruiken 7-10 Basisbegrippen en courante aanduidingen in verband met dagelijkse tijd onderzoeken en daarbij woorden gebruiken zoals maand, seizoen, dinsdag van vorige week, verleden zondag, veertien dagen geleden, voor twee weken, over tien dagen, de namen van de seizoenen en de namen van de maanden
2
OWti2
Tijdsbegrippen en verschillende soorten kalenders functioneel gebruiken 4-10 Verschillende soorten kalenders zoals: dagkalender, weekkalender, maandkalender, kalender van de seizoenen, aanwezigheidskalender, verjaardagskalender, weerkalender ... functioneel gebruiken
3
OWna6
Het weer en het klimaat waarnemen, onderzoeken, beschrijven en vergelijken; aantonen hoe leefgewoonten mee bepaald worden door het weer en het klimaat 2.5-12 Natuurlijke verschijnselen, waaronder weersomstandigheden, die een bepaald seizoen kenmerken waarnemen en illustreren
4
MZzo1
Gericht en intens waarnemen met de zintuigen 2.5-12 Ervaringen opdoen met intens waarnemen met alle zintuigen - waarnemen met een toenemende aandacht voor zowel details als het geheel - een waarnemingsgeheugen ontwikkelen 2.5-4 Uitdrukken wat men waarneemt 4-6 Genuanceerder uitdrukken wat men heeft waargenomen
MUva3
De technische en expressieve vaardigheden die nodig zijn om zich muzisch uit te drukken in beeld, muziek, dans en drama verfijnen 2.5-5 Exploreren en experimenteren met het tekenen met verschillende materialen 5-10 Oefenen in het schetsen, ontwerptekenen en fantasietekenen met verschillende materialen
IVoc5
Informatiebronnen hanteren 2.5-5 Met behulp van volwassenen eenvoudige bronnen hanteren om iets te weten te komen 5-12 Relevante bronnen selecteren - op hun niveau verschillende informatiebronnen zelfstandig gebruiken
5
THEMA 3 | AL DIE BLAADJES OP DE GROND!