extra
La Saint-Nicolas
1
Kijk en luister naar het verhaal.
Aujourd’hui, c’est la Saint-Nicolas.
Bonjour, saint Nicolas !
Nous rentrons à la maison.
Un chocolat chaud pour saint Nicolas.
54 Et une carotte pour l’âne.
extra
2
Zing het lied mee en kleur.
Saint Nicolas va m’apporter Saint Nicolas va m’apporter Un nounours, un nounours Saint Nicolas va m’apporter Un nounours pour m’amuser Saint Nicolas va m’apporter Une poupée, une poupée Saint Nicolas va m’apporter Une poupée pour m’amuser Saint Nicolas va m’apporter Un ballon, un ballon Saint Nicolas va m’apporter Un ballon pour m’amuser Saint Nicolas va m’apporter Une voiture… Un puzzle… Un crayon… Un CD…
Paroles : Tradition Musique : Tradition Arrangements : Jean-Philippe Lajus Chant : Camille Lajus
55
extra
3
Au clair de la lune, grand saint Nicolas Au clair de la lune Grand saint Nicolas Là-haut sur la lune Fait des chocolats Mitre sur la tête Et crosse à son bras C’est toujours la fête Quand il vient chez moi ! Arrangements : Jean-Philippe Lajus Chant : Camille Lajus
Je joue avec des boomwhackers...
AU NOOT: DO 1 TIJDEN:
CLAIR DO 1
DE DO 1
LA RE 1
LUMI 2
U-
NERE 2
E
LA DO 1 TIJDEN:
HAUT SUR DO DO 1 1
LA RE 1
LUMI 2
U-
NERE 2
E
NOOT:
SAINT GRAND DO MI 1 1
NI RE 1
CO RE 1
LAS DO 4
FAIT DO 1
CHO RE 1
CO RE 1
LATS DO 4
DES MI 1
Uitleg: = 1 tijd = 2 tijden =
56
DO
RE
MI
= 4 tijden =
=
extra Je joue du xylophone...
DO
RE
MI
Je joue du piano...
DO RE MI
Je joue de la flute à bec...
Le BEC Het gaatje achteraan sluit ik met mijn duim (linkerhand). LINKERHAND Pink in de lucht.
RECHTERHAND Met de duim houd ik mijn blokfluit vast.
Uitleg: = dicht = open = DO
= RE
= MI
57
extra
=
58
4
Zoek de verschillen en omkring.
extra
5
Knutsel.
Il nous faut ...
1
2
3
4
5
6
59
extra
7
8
9
10
11
12
Et voilà ! 60
extra
La Saint-Nicolas ∙ bijlage ∙ un bateau ∙ werkbeschrijving
Werkbeschrijving
Un bateau
Benodigdheden - 1 boterschaaltje (alternatief: in de lengte gehalveerde kleine petfles) - 1 gouden pijpenrager - goudstift - lijm - modellen op bristolpapier gekopieerd (bristolpapier is steviger dan gewoon wit papier) - prikpen - schaar - splitpennen - viltstiften - watten - 1 wc-rol - zwart papier
Voorbereiding door de leerkracht Knip 2 repen van 1,5 cm breedte in het zwarte papier. Knip een rechthoek van 7 cm x 15 cm in het zwarte papier.
Werkwijze 1. Kleef een zwarte rand met de repen zwart papier rondom het boterschaaltje. 2. Kleef de rest van het zwart reepje op de bovenkant van de wc-rol. 3. Kleef de rechthoek zwart papier op de onderkant van de wc-rol, maar laat 1 cm zwart papier uitsteken en geef knipjes in het uitstekende stuk zwart papier. Zo kun je straks de schoorsteen met lijm in de stoomboot bevestigen. 4. Kleur de papieren figuurtjes en knip ze uit. 5. Prik een gaatje in het boterschaaltje en het anker en steek het anker vast met een splitpen. 6. Prik een gaatje in de wc-rol en in het stuur en steek het stuur vast met een splitpen. 7. Plooi de onderrand van de schoorsteen naar buiten en plak hem in het bootje. 8. Steek een toefje watten in de schoorsteen. 9. Kleef de raampjes op het bootje. 10. Vouw de bovenkant van het kleed van Sinterklaas om en plak het achter het hoofd van Sinterklaas. 11. Knip een stuk gouden pijpenrager van 13 cm en geef het de vorm van de staf van Sinterklaas. Kleef de staf op het kleed van Sinterklaas. 12. Zet Sinterklaas in zijn stoomboot.
extra
La Saint-Nicolas ∙ bijlage ∙ un bateau ∙ tekst filmpje
Tekst filmpje in het Frans en in het Nederlands Hierbij vind je de uitgeschreven tekst van het filmpje, zowel in het Frans als in het Nederlands. Als leerkracht is het prima om deze tekst vooraf eens door te nemen. Mochten er specifieke woordenschatvragen komen, dan kun je die aan de hand van deze uitleg beantwoorden. Het is evenwel zeker niet de bedoeling deze woordenschat in detail aan de leerlingen aan te leren. Het gaat vooral om een kijk-, luister- en begripsoefening. We zijn nog steeds in een stadium van passief aanleren van een taal. De leerlingen kunnen aan de hand van het filmpje de opdracht uitvoeren, ook al kennen ze niet alle woorden.
P
Nanana…
Nanana…
P
Oh ! La crosse de saint Nicolas ! Mais ssst, on tourne !
O, de staf van Sinterklaas! Maar ssst, we draaien!
C
Bonjour, Pistache ! Bonjour, les enfants. Mais, saint Nicolas vient bientôt. Il vient en hélicoptère ? En voiture ? Non, il vient en bateau. Nous allons fabriquer le bateau de saint Nicolas. Il est joli, non ?
Dag Pistache. Dag kinderen. Maar, Sinterklaas komt bijna. Komt hij per helikopter? Met de auto? Neen, met de boot. We gaan de boot van Sinterklaas knutselen. Hij is mooi, niet?
C
Pour fabriquer le bateau, il nous faut : un rouleau, un petit plat de beurre, du coton, des attaches, une chenille dorée, un feutre doré, de la colle, des feutres, des ciseaux. Il nous faut encore du papier noir et le modèle.
Om die boot te knutselen, hebben we nodig: een rol, een botervlootje, watten, splitpinnen, een goudkleurige pijpenrager, een goudkleurige viltstift, lijm, viltstiften, een schaar. We hebben ook nog vellen zwart papier en het model nodig.
C
Voilà. J’ai tout colorié, maintenant je vais découper. J’ai fini la première étape.
Ziezo. Ik heb alles gekleurd en nu ga ik knippen. Ik ben klaar met de eerste stap.
C
Maintenant, je prends le pot de beurre et le papier noir. Je colle.
En nu neem ik het botervlootje en het zwarte papier. Ik plak.
C
Puis le rouleau et le papier noir. Je vais coller mais je laisse dépasser. Je fais la même chose en haut.
Nu de rol en het zwarte papier. Ik plak maar ik laat het iets uitsteken. En bovenaan doe ik hetzelfde.
C
Maintenait, on va tout attacher avec les attaches. La roue dans le rouleau. L’ancre sur le bateau.
Nu gaan we alles bevestigen met de splitpinnetjes. Het wiel in de rol. Het anker op de boot.
extra
La Saint-Nicolas ∙ bijlage ∙ un bateau ∙ tekst filmpje
C
Puis je découpe le papier noir. Et je colle dans le bateau.
Daarna knip ik het zwarte papier en ik plak het in de boot.
C
Dernière étape : la décoration. Je colle les ronds bleus à côté de l’ancre.
Laatste stap: de versiering. Ik plak de blauwe schijven naast het anker.
C
C’est au tour de saint Nicolas. Je plie et je colle. Je fabrique la crosse et je colle. Ça lui ressemble, non ?
En nu is het de beurt aan Sinterklaas. Ik vouw en plak. Ik maak de staf en ik plak. Hij lijkt er goed op, vind je niet?
C
Je prends mon bateau, le coton et je fais la fumée. Saint Nicolas dans le bateau. Et on peut y aller.
Ik neem de boot en de watten om de rook te maken. De sint komt in de boot. En daar gaan we.
P
Oh, quel joli bateau !
O, wat een mooie boot!
P
Oh, mais saint Nicolas a oublié sa crosse.
O, maar Sinterklaas heeft zijn staf vergeten.
C
Où ça ?
Waar?
P
Derrière toi. Regarde Camille.
Achter je. Kijk, Camille.
C
Oh, tu crois qu’il est venu là ?
O, denk je dat hij hier is geweest?
P
Oh, sans doute.
O, absoluut.
C
Je compte sur vous, les enfants. Moi, je lui ramène sa crosse. À bientôt !
Ik reken op jullie, kinderen. Ik breng hem zijn staf. Tot gauw!
P
Hiphip, et vous, vous faites le bricolage ! D’accord ?
Hiphip, en jullie gaan knutselen. Oké?
extra
La Saint-Nicolas ∙ bijlage ∙ un mobile ∙ werkbeschrijving
Werkbeschrijving
Un mobile
Benodigdheden -
lijm mobile: wit katoenen koord, 1 satéstokje modellen op bristolpapier gekopieerd penseel plakkaatverf prikpen schaar 3 snoepjes in een papiertje versiering: pailletten, watten, minipompons wasco’s 6 wattenbollen (20 mm) wiebeloogjes
Voorbereiding door de leerkracht Doorboor vooraf 4 wattenbollen. Knip de scherpe punt van het satéstokje. Leg koordjes van volgende lengtes klaar: ➔ 1 x 40 cm (ophangen) ➔ 1 x 15 cm (stokje – Sint) ➔ 4 x 12 cm (stokje –Piet; stokje – paard; Piet – snoepje; paard – snoepje) ➔ 1 x 8 cm (Sint - snoepje)
Werkwijze We kleuren, versieren en knippen de modeltekeningen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Kleur de tekeningen met motiefjes in wasco. Schilder de tekeningen met plakkaatverf. Versier de tekeningen met pailletten, watten en pompons. Knip de tekeningen uit. Plak de rug en voorkant van de tekeningen tegen elkaar. Prik gaatjes voor de touwtjes boven en onder de tekening.
extra
La Saint-Nicolas ∙ kopieerblad ∙ un bateau
KLEUR- EN UITKNIPMOTIEVEN SINTERKLAAS STOOMBOOT
extra
La Saint-Nicolas ∙ kopieerblad ∙ un mobile
KLEUR- EN UITKNIPMOTIEVEN SINTERKLAAS MOBILE
Doeblad KLEUR- EN UITKNIPMOTIEVEN MOBILE SINTERKLAAS
Pistache fait la fête ha n dleiding - THEMA 4: SAINT-NICOLAS
171
extra
La Saint-Nicolas ∙ bijlage ∙ un mobile ∙ tekst filmpje
Tekst filmpje in het Frans en in het Nederlands Hierbij vind je de uitgeschreven tekst van het filmpje, zowel in het Frans als in het Nederlands. Als leerkracht is het prima om deze tekst vooraf eens door te nemen. Mochten er specifieke woordenschatvragen komen, dan kun je die aan de hand van deze uitleg beantwoorden. Het is evenwel zeker niet de bedoeling deze woordenschat in detail aan de leerlingen aan te leren. Het gaat vooral om een kijk-, luister- en begripsoefening. We zijn nog steeds in een stadium van passief aanleren van een taal. De leerlingen kunnen aan de hand van het filmpje de opdracht uitvoeren, ook al kennen ze niet alle woorden.
P
C’est la Saint-Nicolas ! Oui !!! Sssst. Silence, on tourne !
‘t Is het feest van Sinterklaas! Jaaa!!! Ssst. Stilte, we draaien!
C
Bonjour, Pistache. Mais d’où ça vient tous ces bonbons, des clémentines, des spéculoos ? C’est la Saint-Nicolas, non ? J’ai une idée… Et si on bricolait quelque chose pour le remercier ? Un mobile par exemple. C’est parti.
Dag Pistache. Waar komen al die snoepjes, mandarijntjes en speculaas vandaan? ‘t Is het feest van Sinterklaas, of niet soms? Ik heb een idee … Als we nu eens iets knutselden om hem te bedanken? Een mobile, bijvoorbeeld. Daar gaan we.
C
Pour faire un beau mobile, il nous faut : de la peinture et un pinceau, des bonbons, du coton, des yeux, des paillettes, du pastel, des cotillons, des ciseaux, et encore de la colle, des bâtons, de la ficelle, et un modèle.
Om een mooie mobile te maken, hebben we nodig: verf en een penseel, snoepjes, watten, ogen, lovertjes, wasco’s, wattenbolletjes, een schaar, en nog maar eens lijm, stokjes, koord, en een model.
C
Première étape. Je colorie les modèles avec les pastels. Ensuite, je peins. Maintenant, je colle : le nez, les paillettes, la barbe de saint Nicolas, et pour finir les yeux. C’est déjà beau.
Eerste stap: Ik kleur de modellen met de wasco’s. Daarna schilderen we. En nu plak ik de neus, de lovertjes, de baard van Sinterklaas, en tot slot de ogen. Het ziet er al heel knap uit.
extra
La Saint-Nicolas ∙ bijlage ∙ un mobile ∙ tekst filmpje
C
Alors, je découpe. Les ciseaux. Voilà. Je les colle.
Nu moeten we knippen. De schaar. Ziezo. En nu alles vastkleven.
P
Silence, on tourne…
Stil! We draaien …
C
Deuxième étape. J’assemble le mobile. Je prends les deux grandes ficelles, un cotillon et j’enfile. Et voilà. Maintenant, je prends le bâton et j’enfile. Je fais un nœud en haut et en bas.
Tweede stap. Ik steek de mobile in elkaar. Ik neem de twee lange koordjes, een wattenbolletje en ik rijg die erdoor. Ziezo. Nu neem ik de stok en ik rijg vast. Nu nog boven- en onderaan een knoop.
C
Je prends la moyenne ficelle, un cotillon, d’un côté et de l’autre.
Ik neem het middellange koordje, een wattenbolletje aan de ene en aan de andere kant.
C
Puis, je continue à enfiler les cotillons. D’un côté et de l’autre. Maintenant j’attache les personnages. Dans le trou et je fais un nœud. Je descends le cotillon et on ne voit plus rien.
Dan gaan we verder met de wattenbolletjes, aan beide kanten. Nu maak ik de figuurtjes vast. In het gaatje en dan een knoop. Ik laat het wattenbolletje zakken en zo merk je niets meer.
C
Pour terminer, il nous manque plus que les bonbons. Je prends de la ficelle. Je fais un nœud. Je prends un bonbon, encore un nœud. Et voilà.
Tot slot ontbreken enkel nog de snoepjes. Ik neem het koordje. Ik maak een knoop. Ik neem een snoepje, dan weer een knoop. Ziezo.
C
C’est beau. Merci, saint Nicolas.
Ziet er mooi uit. Dank je, Sinterklaas.
P
Merci, Camille.
Dank je, Camille.
C
Et surtout, bon bricolage !
En vooral, veel plezier bij het knutselen!
extra
La Saint-Nicolas ∙ bijlage ∙ un mobile ∙ werkbeschrijving
We maken de mobile: 1. Steek het koordje van 40 cm en het koordje van 15 cm door de doorboorde wattenbol en schuif tot het midden van het satéstokje. 2. Maak de knopen. 3. Leg de twee koordjes van 12 cm aan weerszijden over het uiteinde van het satéstokje en schuif aan weerszijden de niet doorboorde wattenbol erover om de koordjes te blokkeren. 4. Schuif een doorboorde wattenbol over ieder van de 3 naar beneden hangende koordjes. 5. Knoop de tekeningen aan het uiteinde van de koordjes en schuif een wattenbol over iedere knoop. 6. Knoop het koordje van 12 cm onderaan Piet en het paard. 7. Knoop het koordje van 8 cm onderaan de Sint. 8. Knoop snoepjes aan het uiteinde van de koordjes.