Paas vakantieboekje
6e leerjaar
Ik lees de hint en vul het woord in.
1
2
KIJKER 5 Les 3
Oefening 5
In het kader vind ik allemaal woordstukjes. Welke woorden met x of y kan ik maken?
1 klein kindje
KIJKER 5 Les
Oefening 5
me ba ted po xy pup
2 veedrijver in Amerika
3 miljoen bytes
Oefening 5
me ba ted po xy pup
by ga cow yog sym amen
by ga cow yog sym amen
1 klein kindje
4 slaginstrument
2 veedrijver in Amerika
In het kader vind ik allemaal woordstukjes. Welke woorden met x of y kan ik maken? ba ted po xy pup
5 tentoonstelling
3 miljoen bytes
1 klein kindje
hurt boy by mi lo xer py dy beer te foon ex
6 proefwerk
4 slaginstrument
7 < is een … voor minder dan
2 veedrijver in Amerika
5 tentoonstelling
3 miljoen bytes
dy beer te foon ex
hurt boy by mi lo xer py dy beer te foon ex ny Lu xi ex ma po xem bool burg ty mum pen
ny Lu xi ex ma po xem bool burg ty mum pen
6 proefwerk
8 klein hondje
4 slaginstrument
7 < is een … voor minder dan
9 minimum
5 tentoonstelling
8 klein hondje
10 klein buurland van ons
6 proefwerk
9 minimum …
7 < is een … voor minder dan
Lu xi ex ma po
10 klein buurland van ons
11 maakt de soep fijn
8 klein hondje
12 tikken op het toetsenbord
11 maakt de soep fijn
9 minimum …
12 tikken op het toetsenbord
13 klein paardje
10 klein buurland van ons
13 klein paardje
14 lichtzure melk
11 maakt de soep fijn
14 lichtzure melk
15 knuffel
13 klein paardje
12 tikken op het toetsenbord
14 lichtzure melk
15 knuffel
1 2 3 ___________________ 4 ___________________ 5 6 ___________________ 7 8 ___________________ 9 ___________________ 10 11 ___________________ 12 13 ___________________ 14 ___________________ 15
1 2 3 ___________________ 4 5 ___________________ 6 7 8 ___________________ 9 10 ___________________ 11 12 ___________________ 13 ___________________ 14 15 ___________________
py 11 ___________________ 12 ___________________ 13 ___________________ 14 ___________________ 15 ___________________
Fout?
ga cow yog sym amen boy by mi lo xer 6 ___________________ 7 8 ___________________ 9 ___________________ 10 ___________________
Fout? Oefening 6
Ik schrijf de woorden met q tweemaal over. quiz quad frequent
consequent
Fout?
6
ny
xem
15 knuffel 1 2 3 ___________________ 4 ___________________ 5 ___________________
bool burg ty mum pen
quiz q
frequent 58 30
Ik schrijf de woorden met q tweemaal over.
uad
2 In het kader vind ik allemaal woordstukjes. Welke woorden met x of y kan ik maken? 3
3 6
Oefening 6
30
58
KIJKER 5 Les 3 6
In het kader vind ik allemaal woordstukjes. Welke woorden met x of y kan ik maken?
Oefening 6
____________________
Ik schrijf de woorden met q tweemaal over. quiz quad frequent consequent enquête
58 30
3 Lees de gedichten en los de vragen op.
ELFJE
Mama altijd lief steeds vrolijk lachend altijd ben ik welkom.
Knuffel
van Nàpoldé Culnàm
Emma je ogen lachen naar mij alles wat ik wou. Valentijn
van Anoniem
Tel in beide gedichten het aantal woorden per regel en maak daarna de som.
Gedicht 1: + _______ + _______ + _______ + _______ = woorden
Gedicht 2: + _______ + _______ + _______ + _______ = woorden
Wat valt je op?
Over welke emotie gaan beide gedichten?
Onderstreep in elk gedicht één belangrijk woord dat de emotie goed weergeeft.
Aan wie schrijven de dichters hun gedicht?
SMS-GEDICHT
Ik lees een moeilijk woord. Wenk betekent …
Eén blik.
Eén woord.
Eén stille wenk
Elkaar zo kennen in vriendschap, is een geschenk.
van Anoniem
Een glimlach, niets meer.
Een aanraking, niets meer.
Een kus, niets meer.
Liefde is niets minder.
van Nàpoldé Culnàm
Welke handelingen zijn volgens de dichter voldoende om liefde voor iemand te bewijzen?
Ik onderstreep ze in het gedicht.
Kruis aan. Wat betekent de laatste regel van het gedicht?
❑ Als je gevoelens voor iemand hebt, dan toon je dat door een bepaalde lichaamstaal te gebruiken.
❑ Het is niet nodig om je gevoelens te tonen als je verliefd bent, de ander weet het wel.
Schat in beide gedichten het totaal aantal lettertekens, spaties en leestekens.
Kruis aan. ❑ meer dan 160
❑ minder dan 160
22
Les 9
4
4
Er is geen wolkje aan de lucht
Lees de proef en voer uit. Noteer je bevindingen.
5
5
De zon verwarmt onze aarde
Lees de proef en voer uit. Noteer je bevindingen.
6
6
Temperatuurverschillen in Europa
Neem je atlas of zoek op internet en vul de opdrachten aan.
7
7 Mots mêlés. Cherche les sept animaux dans la grille. Woordzoeker. Zoek de zeven dieren in het rooster.
1 Mots mêlés. Cherche les sept animaux dans la grille. Woordzoeker. Zoek de zeven dieren in het rooster.
un un
un un un un un le pendant ses sortir avec weekend copains été Mes en cet sœurs venir vacances
2 Fais des phrases correctes. Conjugue le verbe. Maak juiste Franse zinnen. Vervoeg het werkwoord.
D C O C H O N S L A O C F T J A S R E N A R D N B N L O U P R G É C U R E U I L C E L A P I N I P R V A G B M E H F I U E D E R
1
2
11 onze
On dort dans une ferme pour enfants 8
Contact 6
8 Qu'est-ce qu'ils portent au printemps?
Ce pantalon est très chouette !
Wat dragen zij in de lente?
1 Qu’est-ce qu’ils portent au printemps ?
Wat dragen zij in de lente?
2 Mets les mots dans le bon ordre. Conjugue le verbe et mets l’adjectif à la bonne forme.
Zet de woorden in de juiste volgorde. Vervoeg het werkwoord en zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
copains être (gentil) de très Ce
(beau) avoir Elle de robes 9
1 P 2 R 3 - I 4 N T 6 E 7 M 8 P 9 S
1 2 8 1 6 9 2 7 4 3 5
9 De quelles fêtes parlent-ils?
Over welke feestdagen praten ze?
5 De quelles fêtes parlent-ils?
Over welke feestdagen praten ze?
La Saint-Nicolas – Le jour de l’An – La fête du Travail – La Saint-Sylvestre –Noël – Pâques – La Toussaint – La Saint-Valentin – Le carnaval –La fête de la Musique – Les poissons d’avril – La fête nationale
Cette fête tombe au printemps. Mon frère et moi cherchent des œufs dans le jardin de nos grands-parents.
1
2
Cette fête tombe en hiver. Je souhaite la bonne santé à toute la famille !
Cette fête tombe au printemps. L’année passée, j’ai fait une farce à mon papa. Comme on a rigolé !
3 __________________
4
Cette fête tombe en été. Il y a des défilés et partout, on voit le drapeau du pays.
Cette fête tombe en hiver. Chaque année, maman achète un petit cadeau pour papa.
5
vingt-trois
(7) __________________________ (8) ___________________________ (9)
Passepartout_6_En_Forme_BW.indd 23 14/03/2024 17:12 10
10
Op weg in het verkeer: zo hoort het Bekijk de tekeningen en los op.
11
12
dKadeKa e de 6 6
3
11 Onder elk schilderij staat het procent dat het veilinghuis verdiende. Bereken de prijs van elk schilderij. Over welk schilderij heeft de veilingmeester het? Omcirkel.
Onder elk schilderij staat het procent dat het veilinghuis verdiende. Bereken de prijs van elk schilderij. Over welk schilderij heeft de veilingmeester het? Omcirkel.
dKadeKa e de 6 6
4
Lees en los op: de kunstgalerij.
10 % op € 2 564,60 11
Bij een kunstgalerij staat een lange rij om binnen te gaan.
V Hoeveel bezoekers staan er ongeveer aan te schuiven als de rij 108 m lang is en we per bezoeker 0,9 m rekenen?
Op de veiling van deze replica verdiende ik € 241,20.
B A OK
Een ticket voor de kunstgalerij kost € 12,50 per ticket.
V Hoeveel bezoekers waren er vandaag in de kunstgalerij als er € 8 600 aan tickets verkocht is?
B A OK
Kleur het kunstwerk van Piet Mondriaan in de juiste kleuren.
12 Kleur het kunstwerk van Piet Mondriaan in de juiste kleuren.
Lees en los op.
Kunstliefhebber Jo wil graag € 44 500 verdienen op een schilderij dat hij verkoopt. Het veilinghuis vraagt 11 %.
V Voor hoeveel euro moet het schilderij minstens verkocht worden?
TIP Wat is de verkoopprijs in procent?
B A OK
13
15 6 32
% op € 2 220 12 % op € 2 010
% op € 2 000
15 % op € 1 860,20 13
Kadet_6_Kaap_3_Werkboek.indd 15
15/01/2024 12:41
27
11 56-58
1 75 : 0,025 = 3 000 300 450 580 2 2 : 0,25 = 6 8 10 12 3 54 : 4,5 = 5,4 9,9 12 14 4 4 : 1,6 = 2,5 0,4 4,4 4,6 5 123 : 8,2 = 12 13 14 15 6 1 890 : 4,5 = 2,40 4,2 420 450 7 6 : 0,8 = 7,5 0,75 8,5 0,65 8 1 : 0,005 = 2 000 200 20 220 9 2 : 0,8 = 5,2 2,8 1,6 2,5 10 780 : 0,15 = 350 5 200 2 500 75 11 9 : 0,6 = 15 150 510 18 12 104 : 0,8 = 130 140 150 160
5 1 4 5 10 11 9 12 6 7 8 2 3
4
3
% van 1 500 = 750
% van 440 = 110 Vul aan en teken het geheel.
13 Vul aan en teken het geheel.
Dit is 10 % = . 100 = 2 .
Dit is 50 % = . = .
Kadet_6_Kaap_3_Werkboek.indd 31
5 6
14 Verbind de foto met de juiste oppervlaktemaat of landmaat Rangschik van klein naar groot
Verbind de foto met de juiste oppervlaktemaat of landmaat. Rangschik van klein naar groot.
dKadeKa e de 6 6
15/01/2024 12:42
Lees en los op.
In 2021 werd het grootste schilderij ter wereld verkocht voor het goede doel. Het bracht 62 miljoen dollar op. Het schilderij zou normaal in 70 stukken worden verkocht.
V Wat zou de oppervlakte zijn geweest van 1 stuk?
14
1 ha 35 a 340 m2 370 dm2 5 000 mm2 2 a 26 ca ______________ < ______________ < ______________ < ______________ <
B A OK
2
15 Vereenvoudig de breuken op de basketballen en verbind ze met de juiste ring.
2 Vereenvoudig de breuken op de basketballen en verbind ze met de juiste ring.
2
1
5
3
2
4
Ik kan ongelijknamige breuken aftrekken.
Ik kan ongelijknamige breuken aftrekken.
3
2
1
1 Trek de breuken af. Maak ze eerst gelijknamig.
1 Trek de breuken af. Maak ze eerst gelijknamig.
7
16 Lees en kruis het juiste antwoord aan.
2 Lees en kruis het juiste antwoord aan.
17
2
5
7
In de pot zitten 360 stukjes pasta. 1 6 is geel, 1 4 is oranje en 1 12 is groen.
Er zijn 40 gele, 90 oranje en 20 groene stukjes pasta in de pot.
Er zijn 60 gele, 90 oranje en 30 groene stukjes pasta in de pot.
Er zijn 60 gele, 80 oranje en 30 groene stukjes pasta in de pot.
Kleur de skateboarden die als uitkomst
Kleur de skateboarden die als uitkomst Noteer tussenstappen onder de skateboarden.
Kleur de skateboarden die als uitkomst Noteer tussenstappen onder de skateboarden.
hebben.
Noteer tussenstappen onder de skateboarden.
20 . 7 21 = . 16 . 5 20 = . 18 . 15 25 = .
1 4 7 14 9 36 3 15 50 100 5 25 4 16 3 9 20 60 1 2 1 5 1 3 3
.indd 3 18/08/2023 12:20
Knal_Breuken_kommagetallen_en_procenten
9 van 27 is . 4 5 van 45
.
7 van 56
3 4 van 32 is . 2 3 van 90 is . 6 8 van 64 is
5 van 60 is .
6 van 12 is .
is
3
is
3
4
10
70
van
is
8
160
.
van
is
3
240
van
is
7
350
. 3 4 van 480 is . 4 5 van 250 is 6 9 van 630 is .
6
900
.
van
is
1
van
is
3
450
van
is
4
500
.
van
is
5
40
van
000 is
9
81 000
van
is
7
28 000
. 1 3 van 36 000 is 5 6 van 18 000 is 1 2 van 70 000 is .
van
is
4
80 000
van
is
8
48 000
van
is
9
54
.
van
000 is
: : : x x x Knal_Breuken_kommagetallen_en_procenten .indd 9
10
5 =
–10
11 12
1 2 = 17 20
4 5 = 17 18 –2 3 = 5 6 –17 24 = 5 6 –2 3 = 7 12 –1 4 = 6 7 –3 14 = 7 8 –1 5
40 –40 = 4 5 –3 7 = 7 10 –2 7 = 5 6 –3 7 = 5 9 –1 10 = 5 7 –1 4 = 4 9 –2 7 = 2 5 –1 4 =
–1
10
=
–
–
=
13
7 10 –1 5 = . 10 –. 10 = 11 12 –1 2 = 17 20 –4 5 = 17 18 –2 3 = 5 6 –17 24 = 5 6 –2 3 = 7 12 –1 4 = 6 7 –3 14 = 7 8 –1 5 = . 40 –. 40 = 4 5 –3 7 = 7 10 –2 7 = 5 6 –3 7 = 5 9 –1 10 = 5 7 –1 4 = 4 9 –2 7 = 2 5 –1 4 =
1 2 –1 5 1 2 –3 10 15 20 –1 4 4 5 –1 2 9 20 –1 4 8 5 –2 4 13
19
Lees, kijk en bereken.
4 Lees, kijk en bereken.
Op de kinderboerderij lopen 300 konijnen rond. Hoeveel konijnen zijn er van elke kleur?
Op de kinderboerderij lopen 300 konijnen rond. Hoeveel konijnen zijn er van elke kleur?
50 % ➔
20 % ➔
05 % ➔
25 % ➔
Er zijn zwarte, witte, grijze en bruine konijnen.
5 Breng de wortel naar de krat. Reken uit en kleur de juiste weg.
16
Geef wat samen hoort dezelfde kleur. 1 428,7 ➔ 1 8 573,21 ➔ 7 2 52,364 ➔ 6 4 528,71 ➔ 5 7
18
E 4 t 6 d 2 H 3 E 6 h 9 T 7 E 4 t 70,046 2 003,6 203,06 7,406 7 T 4 h 6 d 2 D 3 E 6 t 97,4 18 Knal_Breuken_kommagetallen_en_procenten .indd 18 18/08/2023 12:21
3
Geef wat samen hoort dezelfde kleur. 7
25 % van 400 = 10 % van 640 = 20 % van 150 = 50 30 64 100 15
Naam:
Reken uit. Kijk goed naar het bewerkingsteken. Geef de verfpotten daarna de juiste kleur.
datum:
Reken uit. Kijk goed naar het bewerkingsteken. Geef de verfpotten daarna de juiste kleur.
geel = uitkomst tussen 0 en 1
rood = uitkomst tussen 1 en 2
blauw = uitkomst tussen 2 en 3
groen = uitkomst tussen 3 en 4
roze = uitkomst tussen 4 en 5
17
0,4 + 0,65 = 7 x 0,6 = 5,5 – 0,75 = 7,24 : 2 = 3,018 + 1,5 = 2 x 0,28 = 8,050 : 5 = 4,3 – 2,02 = 6 x 0,155 = 6,48 : 4 = 1,235 + 0,725 = 2 – 0,825 = 11,44 : 11 = 3,15 – 1,006 = 9 x 0,25 = 2,3 + 0,99 = Kadet_5_Oefeningengenerator_Bewerkingen_Hoofdrekenen.indd 40 13/03/2024 14:16 20
oefenblaadje
BEWERKINGEN - HOOFDREKENEN
De vier hoofdbewerkingen met kommagetallen tot 0,001
Naam:
Naar welke bloem vliegt de bij? Kijk goed naar het bewerkingsteken. Los op en kleur de juiste bloem.
datum:
1 Naar welke bloem vliegt de bij? Kijk goed naar het bewerkingsteken. Los op en kleur de juiste bloem.
800
2 Los op. Kijk goed naar het bewerkingsteken.
94,3 – 27,002 = 25 x 36,8 =
107,04 + 94,6 =
18
7 x 1,62 =
x 0,675
47,146
72,693
3
747,125 337,5 82,404 22,431 747,785 33,75 81,404 21,324 747,875 3,375 82,440 24,231 Kadet_5_Oefeningengenerator_Bewerkingen_Hoofdrekenen.indd 41 13/03/2024 14:16 21
– 52,125 = 50
= 35,294 +
=
:
=
oefenblaadje
Inhoud
22 Smoothies. Lees en los op.
METEN EN METEND REKENEN
Febe krijgt een boek met smoothierecepten voor haar verjaardag.
Inhoud en gewicht/massa
Zet de benodigdheden correct om. Gebruik de tabellen indien nodig.
Naam:
Smoothies. Lees en los op.
Naam:
datum:
Febe krijgt een boek met smoothierecepten voor haar verjaardag.
Zet de benodigdheden correct om. Gebruik de tabellen indien nodig.
METEN EN METEND REKENEN
Smoothies. Lees en los op.
Inhoud en gewicht/massa
Febe krijgt een boek met smoothierecepten voor haar verjaardag.
Naam:
oefenblaadje
l dlclml kg 100 g10 gg
Zet de benodigdheden correct om. Gebruik de tabellen indien nodig.
datum:
l dlclml kg 100 g10 gg
Smoothies. Lees en los op.
Febe krijgt een boek met smoothierecepten voor haar verjaardag.
Zet de benodigdheden correct om. Gebruik de tabellen indien nodig.
Recept 1: aardbeien- citroensmoothie
1 4 kg aardbeien = g
l dlclml kg 100 g10 gg
20 ml citroensap = cl
Recept 1: aardbeien- citroensmoothie
300 ml melk = dl of l
1 4 kg aardbeien = g
15 ml honing = cl
20 ml citroensap = cl
Recept 2: appel-bosbessensmoothie
300 ml melk = dl of l
0,2 kg bosbessen = g
15 ml honing = cl
Recept 1: aardbeien- citroensmoothie
1 5 kg appel = g
Recept 2: appel-bosbessensmoothie
150 ml melk = cl of dl
1 4 kg aardbeien = g
0,2 kg bosbessen = g
20 ml citroensap = cl
1
1 10 lyoghurt = ml
5 kg appel = g
300 ml melk = dl of l
1 20 kg havermout = g
150 ml melk = cl of dl
15 ml honing = cl
Recept 3: frambozensmoothie
1 10 lyoghurt = ml
1
Recept 2: appel-bosbessensmoothie
1
2 kg bosbessen = g
0,2 kg bosbessen = g
20 kg havermout = g
0,4 kg frambozen = g
1
5 kg appel = g
Recept 3: frambozensmoothie
1 5 lappelsap = dl
150 ml melk = cl of dl
1 2 kg bosbessen = g
25 ml honing = cl
1 10 lyoghurt = ml
0,4 kg frambozen = g
1
1
5 lappelsap = dl
20 kg havermout = g
25 ml honing = cl
Recept 3: frambozensmoothie
1
2 kg bosbessen = g
0,4 kg frambozen = g
1 5 lappelsap = dl
25 ml honing = cl
13/03/2024
19
METEN EN METEND REKENEN
en gewicht/massa
21
Kadet_5_Oefeningengenerator_Meten_en_metend_rekenen.indd
14:17
Kadet_5_Oefeningengenerator_Meten_en_metend_rekenen.indd 21 13/03/2024 14:17
Vrolijk Pasen vol eieren, chocolade en plezier!
Interesse in meer werkboekjes?
Neem een kijkje op onze webshop!
Heb je vragen over een methode?
Contacteer je educatief adviseur.
Laat
Kleine Pathoekeweg 3, B-8000 Brugge – 050 47 12 88 – besteldienst@diekeure.be – diekeure.be/educatief SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF DIEKEURE.BE/EDUCATIEF/NIEUWSBRIEF educatief.diekeure.be
je inspireren! DieKeureEducatief / @DieKeureEducatief / @DieKeure / @UitgeverijDieKeure