Naam __________________________________________________ Klas _______________
Lees- en werkboek 1
Kijker
Verrekijker 3
1-2
1 Vreemde zaken Ik ben een speurder. Samanta Schoffel is mijn naam. Zeg maar Sam. Heb je een probleem? Roep dan Sam Schoffel, de meesterspeurder. Ik ben niet duur. Voor twee repen chocola los ik je probleem op. Oh ja, en dit is Huub. Hij is mijn trouwe maat.
Tip!
2
Zorg ervoor dat je een goede speurhond hebt. Een meesterspeurder kan niet zonder.
Kijker 1 - Week 1
Laatst liep ik samen met Huub mijn kantoor uit. Het was een mooie zomerdag. Geen dag voor vreemde zaken, dacht ik. Toen klonk er een schreeuw van de buurvrouw. Ze stond met een boos gezicht in de tuin. ‘Wat is er, buurvrouw?’ vroeg ik. ‘Mijn mooie washandjes’, zei de buurvrouw. ‘Ze hingen aan de lijn. Maar nu niet meer. Iemand heeft ze gestolen.’ ‘Raar! Wie steelt er nu washandjes?’ De buurvrouw haalde haar schouders op. ‘Ik weet het niet, Samanta. Maar ik vind het wel stom.’ Dit is een vreemde zaak, dacht ik. Een zaak voor Sam Schoffel. ‘Maakt u zich geen zorgen’, zei ik. ‘Huub en ik zoeken deze zaak tot op de bodem uit.’ ‘Hmmm, fijn, Samanta’, zei de buurvrouw. Ze liep haar huis in. Even later stond Floor hijgend voor me. ‘Sam, ik zoek je al de hele dag’, zei ze. ‘Het is pas negen uur, Floor’, zei ik. ‘Ik ben net op.’
Kijker 1 - Week 1
3
‘O’, zei Floor. ‘Maar ik zoek je al vanaf vijf voor negen. Er is een diefstal gepleegd bij ons. De armband van mijn moeder is weg. Hij lag op het aanrecht. Het is een heel dure, van echt goud.’ ‘Was het raam open?’ vroeg ik.
Tip!
Een speurder begint meteen met vragen stellen.
‘Welk raam?’ zei Floor. ‘Het raam van de keuken, sufkop.’ Floor dacht na. ‘Ik geloof van wel.’ ‘Stom’, zei ik. ‘Laat nooit het raam open. Boeven zijn dol op open ramen. Vooral als er een armband op het aanrecht ligt.’ ‘Ik ga op zoek naar die armband. Dat kost je wel twee repen. Eén reep vooraf. En eentje als de zaak opgelost is.’ Floor liep naar huis. ‘Tjonge, wat een drukke dag, Huub’, zei ik. ‘Al twee vreemde zaken. Eerst de zaak van de witte washandjes. En nu de zaak van de armband. En het is pas vijf over negen.’
4
Kijker 1 - Week 1
Sessie 1 Ik denk na over moeilijke woorden uit de tekst. onderzoek
politie ongewone zaak de vreemde zaak
De politie onderzoekt vreemde zaken. ___________________
___________________ ___________________
iets tot op de bodem uitzoeken ____________________________________________________________ _______________________________________________________________ ___________________
___________________ ___________________
_________________________________ ____________________________________________________________ _______________________________________________________________ Deze tekst vind ik Deze tekst vind ik
. om te lezen.
Sessie 1b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Kijker 1 - Week 1
5
Sessie 2 Waarom wil jij graag een speurneus zijn? _______________________________________________________________
Sessie 2b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Sessie 3 Zo denk ik over mezelf: Vlot lezen Ik heb niet goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend en ik lees al een stuk vlotter. Soms is het nog moeilijk voor mij. Ik heb goed geoefend en ik lees de tekst vlot. Graag lezen Ik lees deze tekst niet zo graag. Ik hou niet van verhalen. Ik vind dit wel een leuke tekst. Het boek zou ik niet zoeken in de bib. Ik vind dit een toffe tekst. Ik wil hem verder lezen. Ik zoek het boek.
Zo denkt mijn leesmaatje over mij: Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen.
6
Kijker 1 - Week 1
Zo denkt mijn meester/juf over mij: Klemtoon en intonatie Ik lees altijd op dezelfde toon en woord voor woord. Ik lees in groepjes van twee of drie woorden. Ik lees alsof er geen leestekens staan. Ik lees al mooi in langere stukken. Ik stop nog op plaatsen waar dat niet zo goed past. Ik lees met goede klemtoon en intonatie. Ritme Ik lees met lange onderbrekingen, aarzelingen, haperingen, herhalingen. Ik probeer een woord soms meerdere keren te lezen of ik spel het woord. Ik lees in een mooi ritme. Bij een aantal lastige stukken zijn er lange onderbrekingen, aarzelingen. Ik lees in een mooi ritme met af en toe een onderbreking door een moeilijk woord of een moeilijke zin. Ik lees vloeiend met af en toe een onderbreking, maar moeilijkheden worden snel opgelost. Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen. Groei Ik zet kleine leesstapjes vooruit. Ik maak al stevige sprongen vooruit. Ik lees de tekst veel sneller en beter.
Kijker 1 - Week 1
7
BIBTIP Vreemde zaken Sam Schoffel doet het weer, Paul van Loon, Zwijsen, 2014
Zoek in de catalogus van de bib
8
Paul van Loon
Zoek
Sam Schoffel
Zoek
detective
Zoek
Kijker 1 - Week 1
2
Een nieuwe thuis voor Treesje Wanneer meester Werner een nieuwe thuis zoekt voor Treesje, het minivarkentje van zijn buurvrouw, voelt Muk zich meteen geroepen. Met haar vrienden Sam en Melle zorgt ze voor Treesje. Maar Treesje is niet helemaal wat ze verwacht hadden … Melle en Sam stonden al te wachten bij de ingang van hun kamp toen Muk kwam aangelopen. ‘Treesje is er nog’, zei Sam. ‘Oef’, zuchtte Muk opgelucht. ‘Maar wat nu? Moet Treesje niet eten?’ Van achter zijn rug haalde Melle een plastic zak vol etensresten tevoorschijn. ‘Wow, Melle, jij denkt echt aan alles’, zei Muk bewonderend. ‘Ik heb op het internet gezocht’, zei Melle rustig. ‘En daar stond dat hangbuikzwijnen zowat alles eten behalve vlees. En hier zit echt geen vlees in.’ Samen haalden ze de betonnen platen weg voor de deur. ‘Melle, ga jij Treesje eten geven?’ ‘Nee hoor, doe jij maar, Muk.’ ‘Neenee, jij mag, jij hebt het eten meegebracht.’ ‘Dat klopt, maar iemand anders mag het aan Treesje geven.’ En Melle stak de plastic zak in Sams handen. Die gaf ’m meteen door aan Muk. ‘Oké,’ zei Muk, ‘ik heb het begrepen, niemand van ons durft. En toch moet Treesje eten, anders gaat ze dood.’ Ze aarzelde even, maar trok toch voorzichtig de deur open. Uit het tuinhuis weerklonk een rustig geknor. ‘Ik denk dat ze tevreden is dat ze ons ziet’, zei Melle ernstig. Meteen kwam Treesje vrolijk naar de opening en duwde haar neus tegen de plastic zak aan. ‘Ze heeft het al begrepen’, zei Muk. ‘Varkens zijn slimme dieren,’ zei Melle, ‘ze zijn slimmer dan een hond, maar net niet zo slim als een dolfijn.’
Kijker 1 - Week 2
9
Treesje liet het zich goed smaken. Ze knorde tevreden en smakte. De drie stonden genietend toe te kijken hoe het dier zich te goed deed aan de etensresten. Melle haalde een grote plastic fles vol water tevoorschijn. ‘Jij denkt ook aan alles.’ Melle goot de inhoud van de fles in een oude emmer die in het tuinhuis rondslingerde. Treesje dronk in een paar slokken de twee liter helemaal op.
10
Kijker 1 - Week 2
Sessie 1 Ik denk na over moeilijke woorden uit de tekst. geen
buiten uitgezonderd behalve
Ik lust alle groenten behalve witloof. ___________________
___________________ ___________________
tevoorschijn halen/komen ____________________________________________________________ _______________________________________________________________ ___________________
___________________ ___________________
_________________________________ ____________________________________________________________ _______________________________________________________________ Deze tekst vind ik Deze tekst vind ik
. om te lezen.
Sessie 1b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Kijker 1 - Week 2
11
Sessie 2 Welk dier zou jij graag verstoppen in je geheime kamp? _______________________________________________________________
Sessie 2b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Sessie 3 Zo denk ik over mezelf: Vlot lezen Ik heb niet goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend en ik lees al een stuk vlotter. Soms is het nog moeilijk voor mij. Ik heb goed geoefend en ik lees de tekst vlot. Graag lezen Ik lees deze tekst niet zo graag. Ik hou niet van verhalen. Ik vind dit wel een leuke tekst. Het boek zou ik niet zoeken in de bib. Ik vind dit een toffe tekst. Ik wil hem verder lezen. Ik zoek het boek.
Zo denkt mijn leesmaatje over mij: Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen.
12
Kijker 1 - Week 2
Zo denkt mijn meester/juf over mij: Klemtoon en intonatie Ik lees altijd op dezelfde toon en woord voor woord. Ik lees in groepjes van twee of drie woorden. Ik lees alsof er geen leestekens staan. Ik lees al mooi in langere stukken. Ik stop nog op plaatsen waar dat niet zo goed past. Ik lees met goede klemtoon en intonatie. Ritme Ik lees met lange onderbrekingen, aarzelingen, haperingen, herhalingen. Ik probeer een woord soms meerdere keren te lezen of ik spel het woord. Ik lees in een mooi ritme. Bij een aantal lastige stukken zijn er lange onderbrekingen, aarzelingen. Ik lees in een mooi ritme met af en toe een onderbreking door een moeilijk woord of een moeilijke zin. Ik lees vloeiend met af en toe een onderbreking, maar moeilijkheden worden snel opgelost. Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen. Groei Ik zet kleine leesstapjes vooruit. Ik maak al stevige sprongen vooruit. Ik lees de tekst veel sneller en beter.
Kijker 1 - Week 2
13
BIBTIP Een nieuwe thuis voor Treesje Een nieuwe thuis voor Treesje, Frank Pollet, Manteau, 2013
Zoek in de catalogus van de bib
14
Frank Pollet
Zoek
varkens
Zoek
avonturenverhalen
Zoek
Kijker 1 - Week 2
3
Krantenpraat
Geloof jij wat er in de krant staat? Moet een journalist de waarheid schrijven? Wat bedoelt iemand als hij zegt: ‘Ach, het is maar krantenpraat’? De volgende berichten kon je allemaal lezen in kranten. Er moet dan toch een ietsiepietsie waar van zijn, niet?
DRONKEN BIJEN TE PLETTER TEGEN BOMEN Geleerden uit Australië onderzochten nectar. Nectar is de stof die in bloemen zit. Bijen zoeken die. Bij erg warm weer warmt die nectar op. Dan gaat die gisten. Daar worden de bijen soms dronken van. Ze vinden hun weg niet terug. Ze botsen op bomen. En als ze wel tot bij hun korf geraken, kunnen ze hun werk niet meer doen.
MAN BIJT IN NEUS VAN KINDEREN De politie pakte in Duitsland een man op. Die duwde kinderen op de grond. Daarna probeerde hij in hun neus te bijten. Dat gebeurde ten minste vier keer. Toen vond de politie het welletjes. De neuzenbijter is opgesloten. Hij moet zich laten behandelen voor zijn vreemde gewoonte.
Kijker 1 - Week 3
15
DIEF MET FLAPOREN Een dief met grote flaporen maakte New York onveilig. Vooral in de metro. Maar de politie kon hem altijd weer te pakken krijgen. Dat kwam door zijn heel grote oren. Ze herkenden hem al van ver. Hij kreeg de bijnaam ‘het monster’ door die grote flaporen. Een vereniging kreeg medelijden met de dief. Ze dachten dat hij verdrietig was over zijn grote oren. En dat hij daardoor ging stelen. Ze legden samen voor een paar nieuwe kleinere oren. De operatie gebeurde in een speciaal ziekenhuis. Nu hopen de weldoeners dat de man niet meer zal stelen.
BOMEN KNUFFELEN In Nieuw-Zeeland is er een leraar met een speciale hobby. Hij knuffelt erg graag bomen. Sommige mensen denken dat dit hekserij is. ‘Ik hou ervan bomen te aaien’, zegt de man. ‘Mensen knuffelen toch ook hun hond? En het milieu is belangrijk. Dat wil ik tonen aan iedereen.’
16
Kijker 1 - Week 3
Sessie 1 Ik denk na over moeilijke woorden uit de tekst. toets
rekenen minstens, zeker niet minder dan ten minste
Ik wil graag ten minste een acht op die toets. ___________________
___________________ __________________________
iets of iemand behandelen ____________________________________________________________ _______________________________________________________________ ___________________
___________________ __________________________
_________________________________ ____________________________________________________________ _______________________________________________________________ Deze tekst vind ik Deze tekst vind ik
. om te lezen.
Sessie 1b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Kijker 1 - Week 3
17
Sessie 2 Hoe zouden jouw ouders reageren als ze hoorden dat jouw hobby bomen knuffelen was? _______________________________________________________________
Sessie 2b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Sessie 3 Zo denk ik over mezelf: Vlot lezen Ik heb niet goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend en ik lees al een stuk vlotter. Soms is het nog moeilijk voor mij. Ik heb goed geoefend en ik lees de tekst vlot. Graag lezen Ik lees deze tekst niet zo graag. Ik hou niet van krantenartikels. Ik vind dit wel een leuke tekst. Maar zo’n teksten zou ik zelf niet zoeken in de bib. Ik vind dit een toffe tekst. Ik wil nog zo’n teksten lezen. Ik zoek er in de bib.
Zo denkt mijn leesmaatje over mij: Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen.
18
Kijker 1 - Week 3
Zo denkt mijn meester/juf over mij: Klemtoon en intonatie Ik lees altijd op dezelfde toon en woord voor woord. Ik lees in groepjes van twee of drie woorden. Ik lees alsof er geen leestekens staan. Ik lees al mooi in langere stukken. Ik stop nog op plaatsen waar dat niet zo goed past. Ik lees met goede klemtoon en intonatie. Ritme Ik lees met lange onderbrekingen, aarzelingen, haperingen, herhalingen. Ik probeer een woord soms meerdere keren te lezen of ik spel het woord. Ik lees in een mooi ritme. Bij een aantal lastige stukken zijn er lange onderbrekingen, aarzelingen. Ik lees in een mooi ritme met af en toe een onderbreking door een moeilijk woord of een moeilijke zin. Ik lees vloeiend met af en toe een onderbreking, maar moeilijkheden worden snel opgelost. Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen. Groei Ik zet kleine leesstapjes vooruit. Ik maak al stevige sprongen vooruit. Ik lees de tekst veel sneller en beter.
Kijker 1 - Week 3
19
BIBTIP Op zoek naar nog leuke krantenartikels/nieuwtjes/weetjes? Zoek in de catalogus van de bib
20
krant
Zoek
leuke/knotsgekke/wonderlijke weetjes
Zoek
nieuws
Zoek
Kijker 1 - Week 3
Een REUS van een BEER
4
‘We moeten Pa Beer bevrijden’, zegt Moe. ‘Broes en ik moeten hier weg.’ ‘Hoe dan?’, vraagt het paard. ‘Ezel en ik zijn vastgebonden.’ ‘Wij durven het hok niet uit’, kakelen de kippen. ‘Ik ben een beetje traag van aanpak’, loeit de koe. ‘Ik zou niet weten hoe’, blaat het schaap. Muis heeft alles gehoord. Ze trippelt naar voren en steekt haar neus in de lucht. ‘Ik ben vrij’, piept ze. ‘Ik kan helpen.’ Uil ziet Muis en knippert met zijn ogen. Daar is dat lekkere toetje van hem. ‘Ja, ik kan helpen’, piept Muis. Ze houdt Uil in de gaten. ‘Ik kan goed touwen doorknagen.’ ‘Het touw is te dik voor jou’, zegt Uil. ‘Ik kan hulp vragen’, piept Muis. ‘Ik ben een kleine veldmuis, maar ik heb een grote familie.’ ‘O jeetje’, fluistert de koe. ‘Zou je dat willen doen, Muis?’ vraagt Moe.
Kijker 2 - Week 4
21
Muis knikt en haar snorharen trillen van trots. ‘Maar dan mag niemand ons lastigvallen.’ Alle dieren knikken. Uil poetst zijn veren en glimlacht. Nog even geduld en het krioelt hier van de muizen, denkt hij. Keuze genoeg. Eentje meer of minder kan geen kwaad. ‘Haast je, Muis’, fluistert Moe. Maar Muis vouwt haar pootjes en kijkt streng naar Uil. Die doet nog altijd alsof ze lucht is voor hem. ‘Uil?’ vraagt ze dwingend. Uil zucht: ‘Oké, oké. Ik zal geen muis lastigvallen. Maar …’ Hij kucht even. ‘Alleen deze nacht! Een uil vangt muizen. Dat hoort zo bij een uil.’ Iedereen vindt het een goede afspraak. Muis had het liever anders gezien, maar ja … een uil blijft een uil. Muis trippelt naar de wanden van de schuur. Ze schuifelt langs spleten en hoeken. Overal waar ze komt, piept ze even. Even later krioelt het in de schuur van de muizen. In alle tinten grijs, wit en bruin. Met spitse snoeten en snelle pootjes.
22
Kijker 2 - Week 4
Sessie 1 Ik denk na over moeilijke woorden uit de tekst. juf
veilig controleren, bewaken iets of iemand in de gaten houden
De bewaker houdt de fietsen in de gaten. ___________________
___________________ ___________________ krioelen
____________________________________________________________ _______________________________________________________________ ___________________
___________________ ___________________
_________________________________ ____________________________________________________________ _______________________________________________________________ Deze tekst vind ik Deze tekst vind ik
. om te lezen.
Sessie 1b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Kijker 2 - Week 4
23
Sessie 2 Wat denk je dat er gaat gebeuren nu de muizen komen? _______________________________________________________________
Sessie 2b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Sessie 3 Zo denk ik over mezelf: Vlot lezen Ik heb niet goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend en ik lees al een stuk vlotter. Soms is het nog moeilijk voor mij. Ik heb goed geoefend en ik lees de tekst vlot. Graag lezen Ik lees deze tekst niet zo graag. Ik hou niet van verhalen. Ik vind dit wel een leuke tekst. Het boek zou ik niet zoeken in de bib. Ik vind dit een toffe tekst. Ik wil hem verder lezen. Ik zoek het boek.
Zo denkt mijn leesmaatje over mij: Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen.
24
Kijker 2 - Week 4
Zo denkt mijn meester/juf over mij: Klemtoon en intonatie Ik lees altijd op dezelfde toon en woord voor woord. Ik lees in groepjes van twee of drie woorden. Ik lees alsof er geen leestekens staan. Ik lees al mooi in langere stukken. Ik stop nog op plaatsen waar dat niet zo goed past. Ik lees met goede klemtoon en intonatie. Ritme Ik lees met lange onderbrekingen, aarzelingen, haperingen, herhalingen. Ik probeer een woord soms meerdere keren te lezen of ik spel het woord. Ik lees in een mooi ritme. Bij een aantal lastige stukken zijn er lange onderbrekingen, aarzelingen. Ik lees in een mooi ritme met af en toe een onderbreking door een moeilijk woord of een moeilijke zin. Ik lees vloeiend met af en toe een onderbreking, maar moeilijkheden worden snel opgelost. Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen. Groei Ik zet kleine leesstapjes vooruit. Ik maak al stevige sprongen vooruit. Ik lees de tekst veel sneller en beter.
Kijker 2 - Week 4
25
BIBTIP Een REUS van een BEER Een REUS van een BEER, Kristien Dieltiens, De Eenhoorn, 2015
Zoek in de catalogus van de bib
26
Kristien Dieltiens
Zoek
beren
Zoek
reus
Zoek
ouders
Zoek
Kijker 2 - Week 4
5
Op de planken Wie toneel speelt, moet zichtbaar zijn. Je hebt een goede plaats nodig om dat te doen. Je kunt op een houten verhoog spelen. Dat heet een plankier. Je kunt het uit elkaar halen en weer opbouwen. Zo kun je overal spelen waar je wil. Op straat, op een plein, op een weide. De mensen kiezen zelf hun plaats om te staan: voor, opzij, dicht, veraf. In de middeleeuwen speelden reizende toneelspelers zo. Soms zie je dat nu nog. Bij feesten in een stad. In de openlucht natuurlijk. Nu weet je ook waar dit vandaan komt: iets op de planken brengen. En plankenkoorts!
Nog langer geleden speelde men in een arena. Die had de vorm van een hoefijzer. Je kon er dus voor een stuk omheen zitten. Daardoor kon iedereen alles goed horen. Want het gebeurde weer in de openlucht. Je kon op banken zitten op een helling. Zo kon je alles ook goed zien. Nu gebruikt men soms nog deze hoefijzervorm. Men bouwt die dan na in een zaal.
Kijker 2 - Week 5
27
Het kamertoneel komt uit Italië. Het toneel lijkt op een grote kamer zonder voorkant. Daar hangt dan het gordijn. De spelers blijven aan één kant. Het publiek zit aan de andere kant. Je zit er dus niet meer omheen. Dit is de meest bekende vorm van toneel bij ons.
Maar soms wil men eens iets anders. Het toneel is dan overal. Iedereen is in dezelfde ruimte: de spelers en de kijkers. Ze kunnen zelf kiezen wat ze gaan doen. Denk aan een boksring. Of aan een arena waar je helemaal omheen kan. Of aan een piste in een circus.
28
Kijker 2 - Week 5
Kijker 2 - Week 5
29
Sessie 1 Ik denk na over moeilijke woorden uit de tekst. opvallend
gezegd van iemand die of iets dat je kunt zien
kleurrijk zichtbaar Met een fluohesje ben ik zichtbaar in het verkeer. ___________________
___________________ __________________________ omheen
____________________________________________________________ _______________________________________________________________ ___________________
___________________ __________________________
_________________________________ ____________________________________________________________ _______________________________________________________________ Deze tekst vind ik Deze tekst vind ik
. om te lezen.
Sessie 1b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
30
Kijker 2 - Week 5
Sessie 2 Waar kijk jij het liefst toneel? _______________________________________________________________
Sessie 2b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Sessie 3 Zo denk ik over mezelf: Vlot lezen Ik heb niet goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend en ik lees al een stuk vlotter. Soms is het nog moeilijk voor mij. Ik heb goed geoefend en ik lees de tekst vlot. Graag lezen Ik lees deze tekst niet zo graag. Ik hou niet van informatieve teksten. Ik vind dit wel een leuke tekst. Maar zo’n teksten zou ik niet zoeken in de bib. Ik vind dit een toffe tekst. Ik wil er nog meer lezen. Ik zoek er in de bib.
Zo denkt mijn leesmaatje over mij: Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen.
Kijker 2 - Week 5
31
Zo denkt mijn meester/juf over mij: Klemtoon en intonatie Ik lees altijd op dezelfde toon en woord voor woord. Ik lees in groepjes van twee of drie woorden. Ik lees alsof er geen leestekens staan. Ik lees al mooi in langere stukken. Ik stop nog op plaatsen waar dat niet zo goed past. Ik lees met goede klemtoon en intonatie. Ritme Ik lees met lange onderbrekingen, aarzelingen, haperingen, herhalingen. Ik probeer een woord soms meerdere keren te lezen of ik spel het woord. Ik lees in een mooi ritme. Bij een aantal lastige stukken zijn er lange onderbrekingen, aarzelingen. Ik lees in een mooi ritme met af en toe een onderbreking door een moeilijk woord of een moeilijke zin. Ik lees vloeiend met af en toe een onderbreking, maar moeilijkheden worden snel opgelost. Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen. Groei Ik zet kleine leesstapjes vooruit. Ik maak al stevige sprongen vooruit. Ik lees de tekst veel sneller en beter.
32
Kijker 2 - Week 5
BIBTIP Op zoek naar nog leuke teksten over toneel/theater? Zoek in de catalogus van de bib theater
Zoek
toneel/toneelspelen
Zoek
op de planken
Zoek
circus
Zoek
Kijker 2 - Week 5
33
6 Operatie Bernie buiten Ik heet Cath en ik ben acht. Mijn papa heb ik nooit gekend. Mama zegt dat dat maar goed is ook. Samen met mama woon ik in een knus rijhuisje.
Het is net ruim genoeg voor ons tweetjes. Er kan echt niemand bij. Mama denkt daar anders over. Vandaag komt Bernie voor het eerst over de vloer. Het eerste wat hij mij vertelt, is een mop. Ik houd niet van moppen. Van mensen die moppen vertellen, houd ik nog veel minder. Bernie is nog erger dan een moppentapper. Hij heeft een winkel in fopartikelen. Carnavalsboetiek Bernard. Daar heeft mama hem leren kennen. En dat is mijn eigen schuld. Ik wilde een piratenkostuum voor het carnavalsfeest op school. Daarom ging mama naar de carnavalswinkel. Toen ze terugkwam, was ze heel vrolijk.
34
Kijker 2 - Week 6
ëWat een leuke kerel,í zei ze, ëdie man van de carnavalswinkel.í Ik had onraad moeten ruiken. Maar ik had het te druk met mijn nieuwe piratenkostuum. De week daarop ging mama opnieuw naar de carnavalswinkel. Ik kreeg nog een plastic zwaard, een valse snor, een gele pruik en een clownsneus zonder dat ik daarom had gevraagd. ëHij neemt me mee uit etení, zei mama. Toen wist ik het. Ons huis zou weer te klein worden. Het was niet de eerste keer. Vorig jaar was er de Wrat geweest en daarvoor had de Sprookjesverteller kort bij ons gewoond. Eerst Bernie. Eigenlijk heet hij Bernard. Maar niemand noemt hem zo. Dat vindt hij niet leuk, zei mama me voor ik hem de eerste keer zag. ëDag Bernardí, zeg ik. Hij is groot, heeft zwart haar en draagt een klein, rond brilletje. Zoín bril die je in fopwinkels vindt. Hij geeft me een knipoogje en komt binnen. Mama heeft me een fijne avond beloofd met veel limonade en zoutjes. Ik drink limonade tot ik geel zie en prop me vol zoutjes. Maar een fijne avond wordt het niet. Dat komt door Bernie. ëIk vind je mama leukí, zegt hij tegen mij. Mama zit naast hem stomweg te blozen op de bank. ëEn jou wil ik beter leren kennen, Cathí, voegt hij eraan toe. Ik staar naar zijn zwarte brilletje, graai snel nog een handvol zoutjes weg en sta recht. ëIk jou nietí, zeg ik. Ik draai me om en ga weg.
Kijker 2 - Week 6
35
Sessie 1 Ik denk na over moeilijke woorden uit de tekst. pijn
ingreep in het ziekenhuis / handeling of actie
geheim de operatie
De arts voert een operatie uit. / De operatie ‘juf verrassen voor haar verjaardag’ is gelukt! ___________________
___________________ __________________________ toevoegen
____________________________________________________________ _______________________________________________________________ ___________________
___________________ __________________________
_________________________________ ____________________________________________________________ _______________________________________________________________ Deze tekst vind ik Deze tekst vind ik
. om te lezen.
Sessie 1b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
36
Kijker 2 - Week 6
Sessie 2 Wat is het plan van Cath? _______________________________________________________________
Sessie 2b met leesmaatje Ik heb deze tekst samen gelezen met ______________________________.
Sessie 3 Zo denk ik over mezelf: Vlot lezen Ik heb niet goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend. Ik kan de tekst nog niet vlotter lezen. Ik heb goed geoefend en ik lees al een stuk vlotter. Soms is het nog moeilijk voor mij. Ik heb goed geoefend en ik lees de tekst vlot. Graag lezen Ik lees deze tekst niet zo graag. Ik hou niet van verhalen. Ik vind dit wel een leuke tekst. Het boek zou ik niet zoeken in de bib. Ik vind dit een toffe tekst. Ik wil hem verder lezen. Ik zoek het boek.
Zo denkt mijn leesmaatje over mij: Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen.
Kijker 2 - Week 6
37
Zo denkt mijn meester/juf over mij: Klemtoon en intonatie Ik lees altijd op dezelfde toon en woord voor woord. Ik lees in groepjes van twee of drie woorden. Ik lees alsof er geen leestekens staan. Ik lees al mooi in langere stukken. Ik stop nog op plaatsen waar dat niet zo goed past. Ik lees met goede klemtoon en intonatie. Ritme Ik lees met lange onderbrekingen, aarzelingen, haperingen, herhalingen. Ik probeer een woord soms meerdere keren te lezen of ik spel het woord. Ik lees in een mooi ritme. Bij een aantal lastige stukken zijn er lange onderbrekingen, aarzelingen. Ik lees in een mooi ritme met af en toe een onderbreking door een moeilijk woord of een moeilijke zin. Ik lees vloeiend met af en toe een onderbreking, maar moeilijkheden worden snel opgelost. Tempo Ik lees moeizaam, langzaam, worstelend. Ik lees in een wisselend leestempo. Soms lees ik langzaam, dan weer vlot. Ik lees meestal in een goed tempo. Plezier Ik doe dit tegen mijn zin en ik doe niet zo goed mijn best. Ik werk hard, maar ik doe dit toch niet zo graag. Ik werk hard, ik heb plezier in beter leren lezen. Groei Ik zet kleine leesstapjes vooruit. Ik maak al stevige sprongen vooruit. Ik lees de tekst veel sneller en beter.
38
Kijker 2 - Week 6
BIBTIP Operatie Bernie Buiten Operatie Bernie Buiten, Hilde Vandermeeren, Davidsfonds/Infodok, 2009
Zoek in de catalogus van de bib Hilde Vandermeeren
Zoek
eenoudergezin
Zoek
nieuw samengesteld gezin
Zoek
stiefouders
Zoek
Kijker 2 - Week 6
39
Herdruk 2022/516 ISBN 978 90 4863 1896 Bestelnummer 60 1021 280 (set van 5 ex.) KB D/2017/0147/233 NUR 191
Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge
9 789048 631896
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.