Waarom ruiken dieren zo vreemd?
Geurtje
Veel dieren hebben een geur die mensen een beetje vies vinden. Geiten en bokken ruik je al van een afstand, denk maar aan een kinderboerderij.
Maar andere dieren kunnen er ook wat van hoor: dassen en fretten bijvoorbeeld stinken ook behoorlijk. Het lijkt wel het tegenovergestelde van een schoonheidswedstrijd: wie ruikt het viest?
Functie
Dierengeuren hebben een functie: zo kunnen dieren hun territorium duidelijk afbakenen en eventuele concurrenten vertellen dat ze uit de buurt moeten blijven. Konijnenmannetjes betasten een vrouwtje in de hals. Zo laten ze hun geur achter: ‘met je pootjes eraf blijven, ze is al van mij’.
Geuren spelen ook een rol bij het veroveren van een vrouwtje of mannetje. De dieren kunnen ruiken of ze zich tot elkaar aangetrokken voelen. Geuren vormen ook een herkenning voor dieren van dezelfde soort. De dieren verspreiden hun geur via klieren in hun poten, staart, achterste en aan de voorzijde.
Hoe kan ik beter luisteren?
Wat werkt bij mij? ❑
Ik lig neer met mijn ogen gesloten. ❑ Ik probeer niet te luisteren naar geluiden in de klas. ❑
Een idee of vraag noteer ik kort in mijn kladschrift. Schrijf zelf nog een luistertip: ❑
Naam
Mijn huisdier
educatieve uitgaven KIJKER 3
3
uit Waarom bijt de hond mijn sloffen kapot?, Martine en Caroline Laffon, Uitgeverij Holland
Les 2 Ik kan informatie opzoeken in een tekst.
De hond
1 In de tekst staat de zin ‘De hond is een kuddedier.’ Wat wil die zin zeggen? Vul aan. Een hond is gewend om ____ ________________________.
2 Hoe lang leeft een hond gemiddeld? Duid aan met groen.
Wat je moet weten voordat je een hond adopteert
De hond is een kuddedier dat gewend is in een groep te leven. Hij heeft je aanwezigheid en veel liefde nodig. Hem adopteren geeft jou een zware verantwoordelijkheid
Hij leeft gemiddeld 12 jaar. Als je nu 10 jaar oud bent, zul je dan genoeg tijd voor hem hebben als je 18 bent? Dan is hij ongeveer op driekwart van zijn leven.
• Een hond blijft niet klein. Sommige rassen kunnen meer dan 40 kilo wegen als ze een jaar oud zijn (reuzenrashond). Zul je nog genoeg van hem houden als hij groot geworden is en zijn babyhaar dat zo zacht was, verloren heeft?
• Hij moet minimaal drie keer per dag worden uitgelaten om zijn behoefte te doen en zijn poten te strekken. Zul je er altijd zin in hebben om ’s winters net als ’s zomers, tijdens alle weersomstandigheden met hem uit te gaan?
3 Hoeveel keer per dag moet je een hond minstens uitlaten? Duid aan met blauw.
• Hij kan zichzelf niet opvoeden. Heb jij, vooral tijdens de eerste maanden, genoeg tijd om hem goede manieren te leren?
• En als laatste, heb je eraan gedacht wat je met hem doet in de vakantieperiode?
uit Ik verzorg mijn hond, Jean Cuvelier, NBD Biblion
4 Lees de laatste zin. Zoek in je groepje naar één oplossing.
2
Les 2
De kat
De poes van een vriend heeft een nest jongen gekregen en ik kan er een krijgen. Op welke leeftijd kan ik hem meenemen?
Het katje leert door het contact met zijn moeder, broers en zussen, dingen die een groot deel van zijn karakter bepalen. Als je wilt dat je katje een gezonde volwassene wordt, moet je hem ten minste tot acht weken bij zijn moeder laten.
Waar zijn de snorharen voor?
Snorharen maken het mogelijk om obstakels te vinden, obstakels te herkennen in het donker, te communiceren met soortgenoten en te jagen met een goed resultaat. Als de kat vlakbij de prooi is, geven de snorharen, zelfs voor hij hem te pakken heeft, hem informatie over de juiste plek waar hij zijn hoektanden moet zetten om snel te kunnen doden.
Ik heb per ongeluk de snorharen van mijn kat afgeknipt. Zullen ze weer aangroeien?
Wees gerust, er komen andere in de plaats. Maar zolang ze nog niet aangegroeid zijn, zal je kat problemen hebben om zich ’s nachts te bewegen en te jagen. De muizen zullen er blij mee zijn.
Aan het begin van zijn leven heeft het katje zijn moeder en zijn broers en zussen nodig.
5 Hoelang moet een katje minstens bij zijn moeder blijven?
Duid aan met groen.
6 Snorharen helpen de kat bij het vangen van een prooi. Kruis aan: wat doen ze?
❑ Ze vertellen waar de prooi zit.
❑ Ze vertellen hoe de kat de prooi moet bijten met z’n hoektanden.
❑ Ze vertellen welke prooi er in de buurt is.
uit Ik verzorg mijn kat, Jean Cuvelier, NBD Biblion
7 Duid de zin aan met blauw die vertelt wat er gebeurt als een kat een snorhaar verliest.
3
Les 2
De kleine dwergmuis
Detarwevelden golven zachtjes in de zomerhitte. Op een halve meter boven de grond hangt een wonderlijk plantaardig bolletje tussen de stengels. Het is een nestje, gemaakt door moeder dwergmuis om haar jongen te beschutten. Om het nest te bouwen, heeft het vrouwtje enkele stengels naar elkaar toe getrokken. Ze heeft de blaadjes in repen geknaagd en tot een warrige bol gevlochten, zonder ze los te maken van de stengel. Zo is het nest stevig opgehangen. En om het comfortabel te maken, heeft ze de binnenkant bekleed met gras en bloemblaadjes.
De blaadjes waarvan het nest gemaakt is, hebben dezelfde kleur als de omringende blaadjes, want ze zijn niet van de stengel losgetrokken. Het nest valt daardoor niet op.
Hoeveel weegt een dwergmuis bij de geboorte?
Antwoord 1: 2 gram. Antwoord 2: 0,7 gram. Antwoord 3: 0,1 gram.
Dwergmuis
MIJN WETENSCHAPPELIJKE NAAM IS: micromys minutus.
IK BEHOOR TOT DE KLASSE VAN: de zoogdieren. Ik ben een knaagdier en ik eet zaden en planten.
MIJN GROOTTE: Ik ben vanaf het puntje van mijn neus tot de onderkant van mijn rug 5 tot 8 cm lang en mijn staart is 5 tot 7 cm lang.
MIJN GEWICHT: Ik weeg 5 tot 11 g. Bij mijn geboorte weeg ik amper 0,7 gram.
MIJN BIJZONDERE KENMERKEN: Ik ben het kleinste knaagdier van Europa. Ik heb kleine oortjes, maar mijn staart is bijna net zo lang als mijn lijf. De geelachtige pels op mijn rug wordt in de winter rossig. Mijn buik is wit.
uit Zo worden kleine dieren groot op het platteland, Colette Barbé-Julien, Deltas
4 Les 2
8 Schrijf bij elke groene pijl het meest passende woord. uitzicht – camouflage – familie – woning 9 Los de vraag in de gele cirkel op. Omkring het juiste antwoord. 10 Trek een kring rond het juiste woord in de volgende zinnen.
grootste
De dwergmuis is het
/ kleinste knaagdier van Europa. De dwergmuis is een hoefdier / knaagdier / schelpdier.
Het konijn
Naam Konijn
Gemiddelde levensduur 5 tot 8 jaar (soms zelfs 14 jaar)
Aantal baby’s per worp 4 tot 10 kleine konijntjes
Kenmerken korte voorpoten, lange achterpoten, grote oren Familie behoort tot de haasachtigen Voedsel planten, gras, hooi, groenteresten Gewicht anderhalve kg tot twee kg
Belangrijke weetjes
• Een konijn is zindelijk. Dat wil zeggen dat het op een vaste plaats zijn behoefte doet. Zijn uitwerpselen noemen we keutels. Het konijn eet soms zijn eigen keutels op. Dat is heel gezond voor zijn darmen.
• Konijnen kunnen met hun ogen open slapen.
• Alle leden van de konijnenfamilie hebben hun eigen naam.
– Een mannetjeskonijn heet een ram.
– Een vrouwtjeskonijn heet een voedster.
– Een babykonijn noemen we een lamprei.
• De tanden van konijnen groeien hun hele leven verder. Dat is best, want met al hun geknaag zou er anders niet veel meer overblijven van hun tanden.
• Een konijn maakt soms een vreugdesprong in de lucht. Dit doet hij door met zijn vier poten tegelijk in de lucht te springen en een halve draai te maken. Dit noemen we een ‘binky’.
11 Wat is er speciaal bij slapende konijnen? Kleur dat rood in de tekst.
12 Hoe noemen we een vreugdesprong die konijnen maken wanneer ze blij zijn? Kleur dat groen in de tekst.
13 Hoe noemen we het wanneer konijnen op dezelfde plaats hun behoefte doen? Kleur dat blauw in de tekst.
14 Hoe heet een babykonijntje? Omkring het in de tekst.
15 Hoe noemen we de uitwerpselen van een konijn? Onderstreep het in de tekst.
het obstakel iets dat in de weg staat plantaardig wat enkel van planten gemaakt is
5 Les 2
1 Hoeveel huisdieren zijn er in onze klas? Turf en vul aan. hond kat konijn
2 Maak een staafdiagram met de info uit vraag 1.
20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
L e s 3 Ik kan informatie verzamelen vooraleer ik start met schrijven. hond kat konijn
3 Welk besluit kun je trekken na dit onderzoek? Bespreek in je groepje. – Welk huisdier hebben we het meeste in onze klas? – Niemand in onze klas heeft een als huisdier.
6 Les 3
Les 4 Ik kan verkleinwoorden herkennen en maken. 10
Lees deze zinnen. Kleur alle verkleinwoorden geel. Het eekhoorntje behoort net als het hamstertje tot de knaagdieren. Zijn eten verzamelt het in de herfst en verstopt het in een holletje onder de grond of in een verlaten nestje in een boompje. Daar ligt dan zijn voorraadje voor de hele winter.
2 Schrijf de verkleinwoorden uit oefening 1 hieronder in de juiste kolom. + je + tje + pje + etje
3 Zoek bij elk woord het verkleinwoord. Geef ze dezelfde kleur. beest putje bolletje klauw oortje konijntje konijn oor klauwtje bol beestje put
4 Welk woord in de rij is geen verkleinwoord? Omkring. kindje kastanje vrouwtje klasje boekje torentje bloempje franje
7 Les 4
Les 5 Ik kan informatie opzoeken, aanduiden en vergelijken.
1 Hoe zoek je informatie op? Vul aan.
We kunnen informatie of weetjes over dieren vinden op verschillende manieren. Zo kunnen we iets opzoeken: ––––
2 Hoe vind je een antwoord op je vraag? Bekijk de teksten op de volgende pagina’s en vul de tabel aan.
Deze kinderen hebben elk een vraag over hun huisdier.
Kun jij hen helpen met het zoeken naar een antwoord op hun vraag?
Wie? Welk huisdier? Vraag?
Ken je het antwoord al?
Merel hond Hoe leer ik mijn hond luisteren? ja – nee
In welke tekst ga je op zoek?
In welke tekst vond je het antwoord?
Hasan egel Waarom maken de egels in mijn tuin ’s nachts zoveel lawaai? ja – nee Ella gerbil
Ik zoek een vriendje voor mijn muis. Welk vriendje kan ik bij mijn muis in hetzelfde hok stoppen? ja – nee
8 Les 5
1 Leer hem luisteren als je hem roept.
Zodra hij buiten is, rent je hond alle kanten op. Dat is normaal, hij leeft zich uit. Maar weet hij ook dat hij naar jou moet terugkomen als je hem roept?
Als je je hond leert luisteren wanneer je hem roept, zal je hem heel wat stommiteiten besparen: een dier in de natuur verstoren, iemand op het strand lastigvallen, vechten met een andere hond, of zelfs de straat oversteken als er auto’s rijden. Aan het werk dus, als je hem af en toe een beetje vrij wil laten!
Dan zul je hem niet steeds aan de lijn moeten houden.
TE VERMIJDEN!
Loop niet achter hem aan, dan zet je hem enkel aan tot vluchten!
Het heeft geen zin je op te winden!
Je hond zal je reactie niet begrijpen en je loopt het risico om zijn vertrouwen kwijt te raken voor de volgende keer.
Haal de bevelen die je hem geeft niet door elkaar, dat brengt hem in de war. Eén bevel per keer!
3
uit Onze Wereld Wapiti, maandblad nr. 238 juli
Een hond die niet luistert, kan stommiteiten begaan. Onderstreep twee zulke stommiteiten in de tekst.
4 Verbind het gedrag van het baasje met het gedrag van de hond dat erbij hoort.
Precies zijn. • •
Je opwinden. • •
Achter de hond aan lopen. • •
Veel bevelen tegelijk geven. • •
Je hond zal vluchten.
Je hond zal sneller leren.
Je hond zal in de war zijn.
Je hond raakt het vertrouwen kwijt.
9 Les 5
5 Reken uit: Dat zijn ______________ baby’s op één jaar.
2 Een gerbil of
Mannetje of wijfje?
6 Kruis aan: ‘een uitgebreid gezin’ wil zeggen:
❑ een groot gezin ❑ een klein gezin
Vanaf 3 maanden kun je het geslacht herkennen: de teelballetjes van het mannetje zijn dan al zichtbaar. Gerbils kunnen zich voortplanten vanaf 2 maanden en ze kunnen gaan tot 6 worpen van 8 kleintjes per jaar! Let dus op wanneer je een mannetje en een vrouwtje samen in een hok onderbrengt: de kans op een uitgebreid gezin is erg groot!
Vriendjes? Ja maar ...
Zoek je een vriendje voor hem? Gerbils leven graag in groep, maar om hun territorium te verdedigen kunnen ze elkaar zelfs doodbijten. Zeker vrouwtjes. Neem daarom 2 babymannetjes en laat ze niet samenhokken met andere knaagdieren.
8 Wie kies je om samen te zetten?
Kruis aan wie samen mag.
❑ een gerbil en een konijn ❑ twee mannetjesgerbils
❑ een mannetje en een vrouwtje
❑ twee vrouwtjesgerbils
❑ een gerbil en een rat
10 Les 5
of renmuis
Tem hem
Laat hem je hand ruiken en leer hem dan om er een zonnebloempitje, zijn favoriete snoepje, te komen halen. Als je rustig blijft en genoeg geduld hebt, zal hij uiteindelijk op je hand komen kruipen. Zomaar!
11 Les 5
uit Onze wereld Wapiti, maandblad nr. 260 mei
7 Het kan lang duren om een gerbil uit je hand te laten eten. Markeer hoe dit in de tekst gezegd wordt.
3 Dagelijks dierennieuws
Donderdag 20 november 2015
Luide egels
Wetenschappers hebben ontdekt waarom egels ’s avonds zoveel lawaai maken. Ze maken dan hun avondwandeling en doen dit niet bepaald stil en rustig. Ze gaan luidruchtig op zoek naar insecten in tuinen en planten.
Een beetje lawaai maken kan geen kwaad, er zijn immers maar weinig vijanden die zin hebben in zo’n stekelig hapje. Wanneer je een egel aanraakt, rolt hij zich op tot een bolletje terwijl zijn 6000 stekels naar omhoog gaan. Enkel een das, een hond of een oehoe durven hem aanvallen.
9 Kruis het juiste antwoord aan: egels maken lawaai omdat ...
❑ ze bang zijn.
❑ ze het koud hebben.
❑ ze honger hebben.
10 Markeer de zin geel die vertelt wat een egel doet als er gevaar dreigt.
11 Onderstreep de dieren die een egel durven aanvallen.
12 Noteer in de tabel op pagina 8 in welke tekst je een antwoord vond op de vragen bij elk dier.
12 Les 5
Les 6 Ik kan spreken over mijn huisdier of lievelingsdier.
VOOR HET SPREKEN
1 Ik denk na over mijn spreekopdracht. WIE? Mijn huisdier of lievelingsdier is een . WAT? Waarover wil ik iets vertellen? Noteer het in vijf woorden.
Ik kan vertellen over mijn huisdier of lievelingsdier.
2 Waarop zal ik letten tijdens het spreken?
Wat vind je nog moeilijk als je luidop moet spreken? Kies twee vakjes en kleur ze groen. Probeer er tijdens de spreekopdracht speciaal aan te denken!
Ik spreek verstaanbaar. Ik spreek luid genoeg. Ik kijk mijn publiek aan.
Ik geef antwoord in een volledige zin. Ik probeer traag en duidelijk te praten.
NA HET SPREKEN
Ik durf iets over mezelf vertellen.
Ik vond mijn spreekoefening _________________________________________.
Is het gelukt om aandacht te geven aan één van de groen gekleurde vakjes tijdens het spreken? Kleur de meest passende zin.
Ja, ik heb erop gelet tijdens het spreken. Neen, ik heb niet gedacht aan mijn groengekleurde vakjes tijdens het spreken.
Ik weet het eigenlijk niet meer.
13
Les 6
Les 7 Ik kan informatie verzamelen.
Ik werk samen met .
UITZICHT
SPECIALE WEETJES
14 Les 7
ETEN
WIE HEEFT DIT ALS HUISDIER?
15 Les 7
Les 8 Ik weet dat bijvoeglijke naamwoorden meer informatie geven over het zelfstandig naamwoord.
Omkring in de kolom links de bijvoeglijke naamwoorden en onderstreep de zelfstandige naamwoorden. Vervang daarna in de kolom rechts het bijvoeglijk naamwoord door een ander bijvoeglijk naamwoord. de brave hond de _________________ hond een vieze muis een _________________ muis de oude kat de __________________ kat het saaie weetje het ____________________ weetje de luide egel de ___________________ egel 2 Schrijf de woorden op de juiste trap. Kijk naar het voorbeeld. gek - gekker - gekst het gekste boek een gekker verhaal een gek idee kleinst - klein - kleiner de _____________e vogel een _____________ dier een _____________ beest vreemder - vreemdst - vreemd de _____________e naam een _____________ geluid een _____________ nest
16 Les 8
10
Les 9 Ik kan informatie opzoeken.
Waarom: omdat we onze hond niet kunnen meenemen op reis
Voor wie: alle dierenliefhebbers
DIERENASIEL - GENT
Gezocht: vrijwilligers om de honden uit te laten Wanneer: elke dag mogelijk (honden ten laatste 1 uur voor sluitingstijd terug binnenbrengen)
Waar: Citadelpark, Gent
Waarom: Je leert andere mensen kennen, de honden krijgen beweging en je leert het dierenasiel beter kennen.
Voor wie: alle dierenliefhebbers
DIERENBABYSIT - ANTWERPEN
Gezocht: vrijwilligers om op hond te passen
Wanneer: tijdens de vakantie
Waar: Meir Antwerpen
1 Waar is het dierenasiel? Noteer.
2 Voor wie is deze oproep bedoeld? Noteer.
3 Wanneer kun je met de honden gaan wandelen? Noteer.
4 Omkring hieronder de verklaring die het beste past bij deze oefening.
(het; o; meer voud: asielen)
1 toevluchtsoord 2 inrichting v oor verzorging van dieren 3 verlof of verblijf : politiek asiel vragen in het buitenland
asiel uit Van Dale woordenboek
17 Les 9
!!! VERDWENEN !!!
Mijn katje van 6 maanden oud is weggelopen!
Ze luistert naar de naam ‘Pitoe’.
Heb je haar gezien?
Bel 999 000 111.
Of breng ze naar Perenstraat 333, Appelgem.
Vul in: waar kun je deze tekst tegenkomen of terugvinden?
6 Dit tekstje geeft een antwoord op vier vragen.
Vul het cijfer van elke vraag in op de juiste plaats naast de tekst.
(1) Hoe heet de poes?
(2) Wat kun je doen als je de poes vindt?
(3) Wat is er gebeurd?
(4) Hoe oud is de poes?
18 Les 9
Huis nodig?
Sommige dieren hebben geen huis nodig. Denk maar aan de dieren in jouw tuin. Kun je een paar dieren opsommen die in de tuin of een park leven?
Ook de slak heeft eigenlijk geen huis nodig. Want die heeft zijn huis gewoon altijd bij zich. Behalve een naaktslak natuurlijk. Een slak behoort tot de familie van de weekdieren. De meeste slakken leven eigenlijk in de zee. De slakken die op het land leven, in de tuin dus, zoeken dan ook graag vochtige plekjes. Zoals tussen dode bladeren, onder stenen of onder een stapeltje hout.
Ze eten vooral planten, tot ergernis van de tuinman!
Zelf hebben ze ook een paar vijanden. Vogels, kikkers, hagedissen en slangen lusten wel graag een slakje.
7 Vul in: waar kun je deze tekst tegenkomen of terugvinden?
8 Duid in de tekst de woorden aan die je een antwoord geven op deze vragen:
- Wat eten slakken? Duid aan met rood
- Wie zijn de vijanden van de slak? Duid aan met groen
- Leven alle slakken op het land? Duid aan met blauw.
19 Les 9
9 Straks bekijk je deze filmpjes.
Kun jij al raden waarover de filmpjes zullen gaan?
Noteer het kort in woorden in de spreekballon.
Ik denk dat het filmpje zal gaan over
Ik denk dat het filmpje zal gaan over
20 Les 9
Ik denk dat het filmpje zal gaan over
Ik denk dat het filmpje zal gaan over
21 Les 9
Les 10 Ik kan een interview voorbereiden.
1 Vul aan.
Ik neem een interview af van . Zijn/haar lievelingsdier is .
2 Wat wil ik te weten komen over dit dier?
3 Ik schrijf mijn vijf vragen voor het interview op.
1 2 3 4 5
22 Les 10
Les 12 Ik weet wie of wat iets doet in een zin.
Lees de zinnen. Kleur groen wie of wat iets doet in de zin (het onderwerp).
Insecten ruiken met hun voelsprieten. Een vleeseter voedt zich vooral met vlees. In dat donkere bos loopt een grote vos.
2 Lees de zinnen. Kleur groen over wie of wat iets wordt gezegd (het onderwerp). Kleur blauw wat er gezegd wordt over het onderwerp. Een jonge dwergmuis weegt 5 tot 11 gram.
De egel heeft geen stekels bij de geboorte.
De bij verzamelt nectar bij de bloemen.
Uit de cocon groeit een vlinder.
3 Vul de zinnen aan met een passend onderwerp. de bij – een ree – een konijn – padden
In maart leggen hun eieren in de vijver. houdt van gras, haver en maïs. Met de haren op haar poten vervoert stuifmeel. Tijdens de winter vindt moeilijk eten.
4 Lees het onderwerp en vul de zin aan.
De kleine egel Twee vlinders
23 Les 12
13
Informatie
zender spreker schrijver
iemand die veel weet over dieren
bedoeling
Ik wil de luisteraar of lezer iets te weten laten komen over dieren
boodschap informatie in weetjesboeken, tijdschriften, internet
ontvanger luisteraar lezer
iemand op zoek naar informatie
Informatieve teksten
We leren iets bij.
De informatie is altijd waar.
We vinden dit in informatieve boeken, het internet, dierentijdschriften …
Dit vergeet ik niet:
– Ik kan verkleinwoorden herkennen.
– Een zin bestaat uit twee delen:
– wie of wat iets doet (onderwerp).
– wat er over het onderwerp wordt gezegd.
– Ik weet dat bijvoelijke naamwoorden meer informatie geven over zelfstandige naamwoorden.
Ik kan spreken over mijn huisdier of
– Ik praat rustig.
– Ik praat luid genoeg.
– Ik kan antwoorden in een zin.
– Ik durf iets over mezelf vertellen.
Herdruk 2021/1230 - Bestelnummer 60 1021 233 ISBN 978 90 4862 563 5 - KB D/2016/0147/135 - NUR 191
die
© Copyright die Keure,
108 325 9 789048 625635
Verantwoordelijke uitgever
Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge
Brugge - RPR 0405