Les 9
Ik lees gedichten over verschillende gevoelens en kan me daarbij een goed beeld vormen. Ik begrijp hoe een dichter taal gebruikt om een beeld op te roepen.
Een hoopje verdriet Daar op mijn kamer, waar niemand het ziet, zit – in een hoekje – een hoopje verdriet. Hij zit daar zo droevig, ik moet ervan huilen. Waarom komt hij nu net hier bij mij schuilen?
1 De ik-figuur weet niet goed hoe hij/zij
Ik wil hem wel helpen, maar ik weet niet goed hoe. Zijn tranen zijn zwaar en zijn ogen zijn moe. Zijn hart is gebroken, het viel net in twee. Ach ja, dat verdriet, wat moet ik ermee?
2 De ik-figuur doet drie pogingen om
Ik heb hem daarnet nog wat eten gegeven. Zijn tranen heb ik stilletjes drooggewreven. ‘Verdriet’, zei ik zacht, ‘jij zielig klein ding. Wil je misschien dat ik wat voor je zing? Ik wil je graag helpen, al weet ik niet hoe. Verdriet, doe je ogen nu toch gewoon toe. Dan houden je tranen misschien even op. Verdriet, hoor je mij? Ik zeg heel hard STOP.’
het verdriet moet aanpakken. Ik onderstreep drie regels die dit aantonen met rood.
het verdriet te doen verdwijnen. Ik onderstreep die in de tekst met blauw.
3 Ik beoordeel of de illustratie goed bij het gedicht past. q Ik vind de illustratie goed passen, omdat _______________________________ _______________________________ q Ik vind de illustratie niet passen, omdat _______________________________ _______________________________
uit Dit varken wil een ever zwijn, Nora Eeckels, Uitgeverij Atlas, 2010
4 Kruis aan. De ik-figuur in het gedicht … q fantaseert. q heeft een nare droom. q is zelf verdrietig.
5 Kruis aan wat bij jouw mening past en motiveer je keuze. Ik vind dat de dichter … q er wel in geslaagd is q er niet in geslaagd is om het gevoel van verdriet weer te geven, omdat … _____________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________ Les 9
21
ELFJE Mama altijd lief steeds vrolijk lachend altijd ben ik welkom. Knuffel
Emma je ogen lachen naar mij alles wat ik wou. Valentijn
van Nàpoldé Culnàm
van Anoniem
6 Tel in beide gedichten het aantal woorden per regel en maak daarna de som. Gedicht 1: _______ + _______ + _______ + _______ + _______ = _______ woorden Gedicht 2: _______ + _______ + _______ + _______ + _______ = _______ woorden Wat valt je op? ________________________________________________________________
7 Over welke emotie gaan beide gedichten? __________________________________ Onderstreep in elk gedicht één belangrijk woord dat de emotie goed weergeeft.
8 Aan wie schrijven de dichters hun gedicht? __________________________________
SMS-GEDICHT 9 Ik lees een moeilijk woord. Eén blik. Eén woord. Eén stille wenk. Elkaar zo kennen in vriendschap, is een geschenk.
Wenk betekent … _________________________ _________________________
van Anoniem
10 Welke handelingen zijn volgens de dichter voldoende om liefde voor iemand te bewijzen? Ik onderstreep ze in het gedicht.
Een glimlach, niets meer. Een aanraking, niets meer. Een kus, niets meer. 11 Kruis aan. Wat betekent de laatste regel van het gedicht? Liefde is niets minder. q Als je gevoelens voor iemand hebt, dan toon je dat door een van Nàpoldé Culnàm bepaalde lichaamstaal te gebruiken. q Het is niet nodig om je gevoelens te tonen als je verliefd bent, de ander weet het wel.
12 Schat in beide gedichten het totaal aantal lettertekens, spaties en leestekens. Kruis aan.
22
Les 9
q meer dan 160 q minder dan 160
Er was eens een meisje uit Kaapstad dat op een dag toch wel geluk had. Ze kreeg plots een kus van een man op de bus en daarna was haar tas plots gejat.
LIMERICK
van Kirsten Vercammen
13 Ik lees een moeilijk woord. Jatten betekent ______________.
Er was eens een jongen uit Schagen die had weer eens één van die dagen. Dan ging het niet goed. Hij verloor alle moed en kon zelfs geen kusje verdragen. van Jan Van Hoof
14 Markeer in beide gedichten de woorden die rijmen met eenzelfde kleur. Wat valt je op bij wat je hebt gemarkeerd? _____________________________________________________________________________
15 Kruis je mening aan. q Ik vind beide gedichten best wel grappig. q Ik vind beide gedichten helemaal niet grappig. q Ik vind één van de twee gedichten grappig.
1 Langs de spoorwegberm halverwege het fietspad een houten kruisje. van Luk Gybels
HAIKU
2 De pinguïn kijkt rond, maar weet waar haar kleintje schuilt: warm aan haar voeten. van Andy Saman
16 Tel in beide gedichten het aantal lettergrepen per regel. Gedicht 1 regel 1: _______ regel 2: _______ regel 3: _______ Gedicht 2 regel 1: _______ regel 2: _______ regel 3: _______ Wat valt je op? ________________________________________________________________
17 Zet een kruisje naast een gedicht uit deze les dat je het liefst hebt gelezen. Motiveer je keuze. ___________________________________________________________________ Les 9
23
Les 10 1
Ik begrijp de beeldspraak in een beluisterd gedicht. Ik geef mijn mening over een beluisterd gedicht.
Over welke emoties gaat het gedicht ‘Draak’?
___________________________________________________
Ik begrijp de beeldspraak in een gedicht en zie wat er gebeurt zoals in een film.
2 Vind je een draak goed gekozen als symbool van die emoties? Omkring.
Ja / Nee
Waarom? ____________________________________________________________________
3 Welk dier zou jij kiezen om deze emoties weer te geven? _________________________ 4 De ik-figuur zegt twee keer ‘ik wacht’. Denk na en noteer wat hierna zou kunnen komen. _____________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________
5 Welke beelden gebruikt de dichter om de sterke emoties van het gedicht uit te leggen? Bespreek in je groep. Noteer de beeldspraak die jou het meest aanspreekt. _____________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________
6 Beoordeel het gedicht ‘Draak’. Kruis aan. q q q q
Ik vind ‘Draak’ een prachtig gedicht. Ik vind ‘Draak’ een leuk gedicht. Ik vind ‘Draak’ een flauw gedicht. Ik vind ‘Draak’ ____________________________________________________________.
Motiveer je keuze: ______________________________________________________________ _____________________________________________________________________________
7 Kruis aan wat best bij je past. Beeldspraak begrijpen Ik begrijp de beeldspraak in dit gedicht niet. Ik begrijp soms de beeldspraak in dit gedicht. Regelmatig begrijp ik de beeldspraak niet. Ik begrijp de beeldspraak in dit gedicht. Ik kan zelf ook zinnen maken waarin ik beeldspraak gebruik.
24
Les 10
Les 11 34
1
Ik kan moeilijke woorden uitleggen en gebruiken.
Vervang in iedere tekst de blauwe woorden door een synoniem en de rode woorden door een tegenstelling.
VRAAG AAN EEN DICHTER op de beste manier – in de praktijk – doe alles wat mogelijk is – heel kleine – willekeurig – steeds beter … worden – beknopt Kan je eens kort en bondig vertellen waar je je inspiratie haalt? ________________ Oh, in theorie inspireren mij vooral de natuur en de mensen rondom mij. ____________________ Soms zijn het subtiele dingen die mij vooruitgang doen boeken. ________________
______________________________________
Ik observeer nauwgezet wat in mijn buurt gebeurt. __________________ Ik stel alles in het werk om mijn gedichten zo optimaal mogelijk te schrijven. _____________________________
_____________________________
VRAAG AAN EEN RAPPER te beëindigen – heb het plan – er is een verschil – grote – zelden – ongeveer – doe ik vooral mijn best voor – tussendoor Hoe ziet je dag er concreet uit? ________________ Ik neem eerst een ontbijt en eet frequent fruit en granen. ____________ Maar ik neem mij voor om vanaf nu ook eens een eitje te eten. _________________________ ’s Ochtends leg ik mij vooral toe op het schrijven van mijn teksten. _______________________________________ Ik tracht die taak af te ronden tegen de middag. Daarna ga ik oefenen met mijn muzikanten. _________________________ Dat is voor mij eigenlijk een geringe inspanning! Terloops ga ik soms ook nog een colaatje drinken. ________________ _________________ Maar je moet wel een onderscheid maken tussen dagen met of zonder optreden ’s avonds. ______________________________ Les 11
25
VRAAG AAN EEN SCHRIJVER VAN LIEDJESTEKSTEN verlenen hun medewerking – onbevooroordeelde – formele – eveneens – belangrijke – richt mij naar – veel – verdiept Wie geeft je de opdracht om een liedjestekst te schrijven? Ik oriënteer mij op de managers van de zangers en zangeressen. ______________________ Zij zijn mijn eerste objectieve opdrachtgevers. Maar soms heb ik na een optreden informele ___________________________
_______________
contacten met de zangers zelf. Meestal hebben zij een minieme inspraak in de tekstkeuze. ______________________ Ook de muzikanten dragen dikwijls hun steentje bij in het bepalen van een thema. _______________________________________________
Hoe en waar schrijf je je teksten? Ik schrijf het liefst in mijn kantoor met summier zonlicht. _____________________ Ik ben meestal zo in gedachten verzonken dat ik niemand in mijn omgeving verdraag. _____________________ Idem voor geluiden, daar word ik door afgeleid. ________________
26
Les 11
35
2 Markeer de onderliggende begrippen met dezelfde kleur als het juiste bovenliggende begrip.
locaties
creaties
dichter
rapper film
lied
tv-programma
televisiestudio schrijver
acteur
personen
dirigent theater
concert
zanger
bioscoop
concertzaal
gedicht
schouwburg
verhaal
3 In deze tekst zijn acht onderliggende begrippen gemarkeerd. Zoek en onderstreep in de tekst de twee bovenliggende begrippen. Noteer daarna alle begrippen op de juiste plaats in de tabel. De ouders van Jolien houden van literatuur en muziek. Zij hebben een bibliotheek met dichtbundels en biografieÍn. Jolien is zelf dol op de liedjes van de Ketnetband. Mama en papa geven de voorkeur aan een concert of een opera. Kleine zus luistert graag naar een voorgelezen sprookje. Oma en opa lezen vaak spannende verhalen en luisteren ’s avonds naar een prachtige aria. Bovenliggende begrippen Onderliggende begrippen
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
4 Vul de woordenlijst op pagina 31 aan. Zoek een verklaring voor de woorden in het woordenboek of op het internet.
Les 11
27
Les 12
Ik schrijf aan de hand van een stappenplan een gedicht in een gekozen dichtvorm.
Limerick
Kenmerken
Een fret die op weg was naar Brielle stond zeventig uur in de file. Toen riep hij: ‘Ik stop, want het schiet maar niet op.’ Wel, hij reed op een fiets zonder wielen!
– inhoud is meestal grappig – eerste, tweede en vijfde regel rijmen – derde en vierde regel rijmen
van Ted Van Lieshout
Haiku
Kenmerken
Heel voorzichtig legt de avond een gouden ei in een nest op zee.
– geen eindrijm nodig
van Geert De Kockere
– inhoud gaat meestal over de natuur, met veel sfeer
Elfje
Kenmerken
Klok het uur tikt langzaam voort. Hoe laat is het? Tijd!
– geen eindrijm
– drie versregels met respectievelijk 5, 7 en 5 lettergrepen
– vijf versregels met respectievelijk 1, 2 , 3 , 4 en 1 woord
van Filip Thyssen
Sms-gedicht
Kenmerken
Woorden beginnen met a, b, c. Getallen beginnen met 1, 2, 3. Muziek begint met do, re, mi. Echte vriendschap begint met …
– geen eindrijm nodig – inhoud gaat meestal over liefde, verliefdheid en vriendschap jij en ik.
van Anoniem
Ik schrijf een _______________________________________. q Ik schrijf alleen. q Ik schrijf samen met een partner. 28
Les 12
1
Voor wie schrijf ik? _______________________________
2 Waarover schrijf ik? _______________________________ 3 Welke boodschap wil ik brengen? Noteer woorden in het woordenweb.
___________________ ___________________
___________________
___________________
dichtvorm _____________
___________________
thema ________________ ___________________
___________________ ___________________
4 Schrijf een eerste versie van je gedicht. Let op deze aandachtspunten!
Ik gebruik mooie en passende woorden.
Ik maak goede zinnen.
Ik Ik probeer sfeer gebruik Ik let en/of emotie in op de mijn gedicht te hulpmiddelen: een foto, een kenmerken krijgen. goed voorbeeld, de van de gekozen rijmwoordenlijst op internet. dichtvorm.
_______________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Les 12
29
5 Herlees je gedicht en let op de volgende aandachtspunten. Vink af wat goed is. q Zijn de versregels goed geformuleerd? q Gebruikte ik mooie en passende woorden? q Heb ik de vormkenmerken juist toegepast? q Kan ik sfeer en/of emotie bespeuren in mijn gedicht?
6 Verbeter je gedicht op pagina 29. Let op: Ik maak versregels beter.
Ik vervang een woord.
Ik schrap en schrijf opnieuw.
7 Schrijf je gedicht over op een blad papier. Ik let op een verzorgd handschrift.
8 Kruis aan wat best bij je past. OriĂŤnteren op de schrijftaak Ik kan niet alle stappen van het schrijfproces doorlopen. Ik kan alle stappen van het schrijfproces doorlopen met behulp van een stappenplan, de leerkracht of een medeleerling. Ik kan alle stappen van het schrijfproces zonder hulp, in de juiste volgorde doorlopen. Tekststructuur op tekst- en alineaniveau Ik kan de vormkenmerken van een gedicht niet goed overnemen. Ik kan de vormkenmerken van een gedicht min of meer overnemen. Ik kan de vormkenmerken van een gedicht goed overnemen. Gedicht schrijven Ik kan niet goed een gedicht schrijven op basis van een model. Ik kan op basis van een model een betekenisvol, maar eenvoudig gedicht schrijven. Ik kan op basis van een model een betekenisvol gedicht schrijven waarin ik een gevoel of een boodschap uitdruk.
30
Les 12
Woordenlijst alles in het werk stellen
______________________________________________________
balen van iets
iets erg vervelend vinden
de beat (Eng.)
ritme, maatslag
beknopt
______________________________________________________
bij benadering
ongeveer
de bruidsschat
waardevolle dingen die een vrouw krijgt van haar toekomstige man
concreet
______________________________________________________
debiel
dom, onnozel
een onderscheid maken
______________________________________________________
een taak afronden
______________________________________________________
frequent
______________________________________________________
gering
______________________________________________________
idem
______________________________________________________
informeel
______________________________________________________
in gedachten verzonken zijn
______________________________________________________
jatten
stelen
mega
erg groot
miniem
______________________________________________________
nauwgezet
______________________________________________________
objectief
______________________________________________________
optimaal
______________________________________________________
de rap (Eng.)
verkorting van rapmuziek, rijmend spreken op een beat
het requiem
muziekstuk bij een rouwmis
slalommen
zigzaggend vooruitgaan
subtiel
______________________________________________________
summier
______________________________________________________
terloops
______________________________________________________
de voicemail (Eng.)
ingesproken bericht op een antwoordapparaat
vooruitgang boeken
______________________________________________________
de wenk
kleine beweging van de ogen, het hoofd of de handen om iemand een boodschap te geven
zich iets voornemen
______________________________________________________
zich oriĂŤnteren
______________________________________________________
zijn steentje bijdragen
______________________________________________________
31
Fictie zender spreker schrijver tekenaar
ontvanger
boodschap gedichten, liedjesteksten theaterteksten (dialogen …)
bedoeling
Ik wil de lezer / luisteraar ontspannen met tekeningen en tekst. Ik wil gevoelens opwekken bij de lezer / luisteraar.
manier gesproken / geschreven gebaren / mimiek situatie waar, wanneer, omstandigheden
luisteraar lezer
bedoeling Ik wil me ontspannen. Ik wil geraakt / ontroerd worden.
Ook verhalend en toch anders …
Niet alle verhalende teksten zijn verhalen zoals je ze in boeken leest. Ook liedjes, gedichten en theaterteksten zijn verhalen. Ze zien er wel wat anders uit.
Gedichten Pest en doet p ijn. Ik zeg n e e! ten is s e niet fijn P STO P
Liedjesteksten Hé! Hé! Brul je mee! Brulkikker, brulbeer Harder, nog een keer! Hé! Hé! Brul je mee! Pesten is stom, wij brullen: “Nee!”
Theaterteksten Aline Ali Aline Ali Aline Ali Aline Ali Aline Ali
Door die doeken hebben we het ontdekt. Ja, zo is het begonnen. Haar vader droeg een halsdoek. En zijn moeder droeg een hoofddoek. Er waren teveel gelijkenissen. Onze namen bijvoorbeeld. Als je Aline heel snel zegt dan krijg je... Ali! Aliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii! (Hij klopt op haar hoofd) En als je Ali heel traag zegt dan klinkt het net als AliNE. Aliiiiiiiiii (Zij duwt hem) ...ne.
Herdruk 2020/612 - Bestelnummer 60 1021 536 ISBN 978 90 4862 986 2 - KB D/2017/0147/192 - NUR 191 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge © Copyright die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325
9 789048 629862