Andere Tijden 1
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Prehistorie Oude Nabije Oosten
© TI A
IG EN
IL
D
IJ
ER
TG EV
UI
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
werkgroep geschiedenis o.l.v. Luk Van den broeck
1 IJ
ANDERE TIJDEN
introductie.indd 1
3/08/20 20:31
Aan wie uit dit boek of van de website wil kopiëren Kopiëren zonder toestemming is strafbaar. De opbrengst van dit boek is bestemd om de kosten van de auteurs en de uitgever te dekken. Uitgeverij Diligentia wil tonen dat het mogelijk is een goed en volledig pakket leermiddelen aan te bieden. Een uitgave op papier, een bordboek, digitaal materiaal ter ondersteuning van de les, extra oefen- en testmateriaal en nieuwe uitgaven ontwikkelen, vergen veel inspanningen van alle medewerkers.
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Wij bieden alles aan tegen een correcte prijs waar iedereen recht op heeft. Dat is alleen te realiseren als het copyright niet geschonden wordt.
©
D
Concept en lay-out: Diligentia Uitgeverij Verantwoording beeldmateriaal Alle grafiek, schema’s, tabellen, illustraties, video’s, animaties en digitale modules: e-ducate.me voor Diligentia Uitgeverij Foto’s: Shutterstock en beeldarchief Diligentia Uitgeverij e-ducate.me is een afdeling van Diligentia Uitgeverij 1ste druk 2020
© 2020 Diligentia Uitgeverij bvba Wondelgem Wettelijk Depot D/2020/0067/15 ISBN 9789070978082 NUR 132 Andere Tijden 1 Leerwerkboek Auteur: Van den broeck L. Verantwoordelijke uitgever: Diligentia Uitgeverij, Industrieweg 122 A5 9032 Wondelgem, België www.diligentia-uitgeverij.be Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. Bij de samenstelling van Andere Tijden 1 hebben wij teksten en illustraties ontleend waarvan wij de bron niet hebben kunnen achterhalen. Mogelijke rechthebbenden kunnen zich tot de uitgever wenden.
introductie.indd 2
3/08/20 20:31
Andere Tijden 1 is een leerwerkboek met een interactieve online ondersteuning. Lees mij Beste leerling(e) Andere Tijden is een leerwerkboek. Zoals de naam het zegt, is het tegelijk een leerboek en een werkboek, twee in één dus. Dit leerwerkboek wil je onze geschiedenis leren kennen op een wel heel speciale manier. In deze uitgave schetsen we het referentiekader van de geschiedenis en bestuderen we de Prehistorie en het Oude Nabije Oosten.
ER
IJ
Andere Tijden is zo gestructureerd dat je eerst een leerinhoud (teksten, afbeeldingen, figuren …) krijgt en daarna vragen en opdrachten. Elke les begint met een onderzoeksvraag of een vraag naar een probleem dat we willen onderzoeken. Daarna gaan we met allerlei opdrachten en oefeningen stukjes van het probleem ontrafelen om een verklaring te vinden. Elke vraag krijgt dus een antwoord nadat we alle documenten, afbeeldingen en figuren grondig bestudeerd hebben.
TG EV
De nieuwe begrippen zijn in de tekst aangeduid in het blauw en worden uitgelegd in de rand. Elk thema sluit af met een beknopt overzicht en een verhalende samenvatting.
UI
Andere Tijden hoort bij een interactieve online leersite die e-ducate.me wordt genoemd. Dat wil zeggen dat deze leermethode helemaal gemaakt is om zeer intens te gebruiken tijdens de lessen via het digitaal bord of scherm in de klas. Je leraar/lerares zal daarbij gebruik maken van heel veel originele en verrassende tekeningen, schema’s, schetsen, tabellen, foto’s enz., maar ook van beelden met beweging, filmpjes en video’s. Thuis kan je alles opnieuw bekijken en naar hartenlust oefeningen maken.
©
D
IL
IG EN
TI A
We wensen je vooral veel leerplezier met Andere Tijden 1!
introductie.indd 3
3/08/20 20:31
Hoe werk je met ANDERE TIJDEN 1? Tweeledige structuur Dit leerwerkboek is als volgt opgevat: op de linkerbladzijde vind je steeds de leerinhouden (wat je moet leren), op de rechterbladzijde wordt de leerstof verwerkt (wat je moet doen) in de vorm van vragen en opdrachten die je helpen de leerinhouden te onthouden, begrijpen, analyseren, toepassen en beoordelen.
DD
IJ
e oudste e oudste Europese Europese boeren, boeren, afkomstig afkomstig uit hetuitNabije het Nabije Oosten, Oosten, stakenstaken omstreeks omstreeks 6000 v.Chr. 6000 v.Chr. de Bosporus de Bosporus over. Via over. deVia grote de grote rivier-rivierdalendalen drongen drongen ze Europa ze Europa binnen. binnen. Ze vorderden Ze vorderden vermoedelijk vermoedelijk 30 km30 per km per generatie. Anderen Anderen kwamen kwamen via devia Middellandse de Middellandse Zee inZee Europa in Europa aan. aan. Maes Howegeneratie. Maes Howe Omstreeks Omstreeks 3500 v.Chr. 3500 v.Chr. was het was noorden het noorden van Schotland van Schotland bereikt. bereikt. 3500 3500 4000 4000
Met deze kaarten worden vaak situaties met een ingewikkeld verloop voorgesteld. Een legende helpt je te begrijpen wat, waar, wanneer en hoe iets zich voordeed.
ER
3500 3500
Historische kaarten 4000 4000
Grimes Grimes Graves Graves Avebury Avebury 4000 4000
TG EV
4500 4500
Stonehenge Stonehenge
4500 4500
Rijn
Vinca Vinca
TI A
4750 4750
Fig. 8.1 Verspreiding Fig. 8.1 Verspreiding van de landbouw van de landbouw in Europa in Europa
Donau Donau
Bosporus Bosporus 6000 6000 Sesklo Sesklo
0
0250 250 500km 500km
Verspreiding Verspreiding vanvan de de landbouw landbouw
IL
De verspreiding De verspreiding van devan neolithische de neolithische landbouw landbouw hing samen hing samen met met de landbouwmethoden. de landbouwmethoden. De boeren De boeren kenden kenden maar maar een paar eensoorten paar soorten graangraan die altijd die altijd op dezelfde op dezelfde akkersakkers gezaaid gezaaid werden. werden. De grond De grond raakteraakte hierdoor hierdoor volledig volledig uitgeput. uitgeput. Bemesting Bemesting en afwisseling en afwisseling in hetin grondgehet grondgebruik bruik kendekende men niet. menDe niet. boeren De boeren zochten zochten dus telkens dus telkens nieuwe nieuwe land- landbouwgronden. bouwgronden. Daarvoor Daarvoor brandden brandden ze eenzebos eenafbos en in af de en as in de zaaiden as zaaiden ze opnieuw. ze opnieuw. SomsSoms keerden keerden ze ookzeterug ook terug naar oude naar oude woonplekken, woonplekken, maar maar als dieals ondertussen die ondertussen warenwaren bezet bezet door andere door andere groepen, groepen, zat er zat er niets anders niets anders op dan opverder dan verder te trekken. te trekken. Op dieOp manier die manier bereikten bereikten de de boeren boeren uit hetuit Nabije het Nabije Oosten, Oosten, via hetvia noorden het noorden van Griekenland, van Griekenland, de de DonauDonau en deen Rijn, dede Rijn, Lage de Landen Lage Landen aan deaan Noordzee. de Noordzee.
D
Afbeeldingen
5500 5500
Los Millares Los Millares
IG EN
Gebeurtenissen en situaties uit het verleden kunnen op aardrijkskundige kaarten voorgesteld worden.
gebied waar gebied de megalieten waar de megalieten voorkomen voorkomen
5000 5000
UI
4500 4500
vuursteenmijnen vuursteenmijnen
Michelsberg Michelsberg
3500 3500
Ruimtelijk kader
vindplaatsen vindplaatsen van megalieten van megalieten
Rijn
Spiennes Spiennes
Locmariaquer La Roche Fées Laaux Roche aux FéesLocmariaquer Carnac Carnac SélédinSélédin
Villa Nova São de Pedro VilladeNova São Pedro
weg die de weg eerste die de boeren eerste boeren in Europainvolgden Europa volgden
©
Foto’s, tekeningen, illustraties, schema’s ... bevatten net als teksten een stukje informatie die je moet ontdekken om de opdrachten uit te voeren. Wat je moet leren wordt hierdoor ook aanschouwelijk en helpt je om een duidelijk beeld van het verleden te krijgen.
OveralOveral in Europa in Europa blevenbleven jagers-jagersen en vissersvolken vissersvolken bestaan. bestaan. Ze hadden Ze hadden het niet hetgemakkelijk niet gemakkelijk naastnaast de de landbouwers. landbouwers. Dat kwam Dat kwam in de eerste in de eerste plaatsplaats omdatomdat de boeren de boeren talrijker talrijker en en beter beter georganiseerd georganiseerd waren. waren.
Fig. 8.2 Gerst, Fig. 8.2 Gerst, één vanéén de oudste van de graansoorten, oudste graansoorten, en brood engebakken brood gebakken op prehistorische op prehistorische wijze wijze
78
I
de 78 trage start van startdevan mens de mens I de trage
Teksten Dit zijn geschreven bronnen uit onze tijd of uit de tijd die je bestudeert. Ze verschaffen de informatie die nodig is om een antwoord te vinden op de historische vragen. 4
I
Introductie
introductie.indd 4
3/08/20 20:31
Historische vraag Elke les begint met een onderzoeksvraag waarmee je iets wilt te weten komen over het verleden. Soms worden meerdere vragen gesteld over hetzelfde onderwerp om iets uit te diepen.
De lestitel zegt kort en krachtig wat het lesonderwerp inhoudt. Enkele inleidende zinnen schetsen de context van het onderwerp in het geheel van de periode die je bestudeert.
Opdracht Om een antwoord op een historische vraag te vinden, moet je opdrachten uitvoeren. Wat je hieruit leert, is meteen ook een stukje van de leerstof.
IJ
Boeren Boeren inin onze onze streken streken Vanaf Vanaf 9000 v.Chr. 9000 v.Chr. werd het werd al het warmer al warmer in Noordwest-Europa. in Noordwest-Europa. We bevinden We bevinden ons dan onsindan de in de Middensteentijd Middensteentijd (Mesolithicum). (Mesolithicum). Vanaf Vanaf 5500 v.Chr. 5500 v.Chr. spreken spreken we paswevan pasneolithisering. van neolithisering.
ER
88
Lestitel
Hoe verliep Hoe verliep a Schrijf volgende volgende woorden woorden in de tijdbalk: in de tijdbalk: 1 1 a Schrijf de verspreiding de verspreiding van van NabijeNabije Oosten, Oosten, Zuidoost-Europa, Zuidoost-Europa, Noordwest-Europa Noordwest-Europa de landbouw? de landbouw?
b Kleur b Kleur de balk demet balkeen metgroene een groene tint, van tint,licht vannaar lichtdonker. naar donker. . . Chr Chr 0 v. 000 v. 9
900
. . Chr Chr 0 v. 500 v. 5
TG EV
VRAAG VRAAG 17 17 OPDRACHT OPDRACHT 23 Onderzoek 23 Onderzoek hoe de hoe landbouw de landbouw zich verspreidde. zich verspreidde.
. . Chr Chr 0 v. 500 v. 3
550
350
Chr.
Chr.
akkerbouw akkerbouw in in Nabije Nabije Oosten Oosten Zuidoost-Europa Zuidoost-Europa Zuidwest-Europa Zuidwest-Europa OUDE STEENTIJD OUDE STEENTIJDMIDDENSTEENTIJD MIDDENSTEENTIJD Paleolithicum Paleolithicum Mesolithicum Mesolithicum
NIEUWE NIEUWE STEENTIJD STEENTIJD Neolithicum Neolithicum
UI
de omrekening de omrekening naar onze naar tijd. onze tijd. 2 Maak 2 Maak
a Hoeveel a Hoeveel tijd is tijd er verlopen is er verlopen sinds sinds de aankomst de aankomst van devan eerste de eerste boeren boeren in Europa in Europa en en de eerste de eerste boeren boeren in onze in streken onze streken (West-Europa)? (West-Europa)? 25002500jaar =jaar 25 = 25
TI A
Leestekst
Noordwest-Europa Noordwest-Europa bedraagt bedraagt dan 120 dan 120km per km eeuw. per eeuw. Deze afstand Deze afstand leggenleggen wij af wij via af devia autosnelweg de autosnelweg op ca.op 1 ca. 1 uur. uur.
De leerstof wordt af en toe afgewisseld met een langere leestekst. Geen leerstof, gewoon interessant.
IG EN
km km c Als cje Als weet je dat weet erdat vierergeneraties vier generaties per eeuw per eeuw zijn, dan zijn,vorderden dan vorderden de boeren de boeren ca. 30ca. 30 per generatie. per generatie. deze is trage deze trage verspreiding verspreiding van devan landbouw de landbouw naar Europa naar Europa te verklaren? te verklaren? 3 Hoe3 isHoe
IL
De boeren De boeren verplaatsten verplaatsten zich zich naarmate naarmate de landbouwgrond de landbouwgrond uitgeput uitgeput raakte raakte en deenvoedselvoorziening de voedselvoorziening in het ingedrang het gedrang kwam. kwam.
Naarwaarschijnlijkheid alle waarschijnlijkheid werd de werd akkerbouw de akkerbouw op meerdere op meerdere plaatsen plaatsen bijna gelijktijdig bijna gelijktijdig 4 Naar 4 alle uitgevonden. uitgevonden. SchrijfSchrijf de namen de namen van devan gewassen de gewassen op hetop werelddeel het werelddeel waar hun waarwilde hun wilde
Overzicht
©
D
voorlopers voorlopers groeiden. groeiden. Kies uit: Kies aardappel uit: aardappel en maniok, en maniok, maïs, maïs, rijst en rijst gierst, en gierst, gerst gerst en tarwe en tarwe
Begrippen Alle nieuwe begrippen staan in vetjes en in kleur in de tekst. Ze worden uitgelegd in de rand op de rechterbladzijde ter hoogte van de plaats waar ze voorkomen.
gerstgerst en tarwe en tarwe
maïsmaïs
Vruchtbare Vruchtbare Sikkel Sikkel
Mexico Mexico
Op een tijdlijn of tijdband worden periodes, gebeurtenissen of situaties uit het verleden chronologisch geordend. Zo hou je het verleden overzichtelijk.
eeuwen eeuwen
b De bafstand De afstand in vogelvlucht in vogelvlucht tussentussen de Bosporus de Bosporus en onze en streken onze streken is ca. 3000 is ca. km. 3000 km. De snelheid De snelheid van devan verplaatsing de verplaatsing van devan boeren de boeren van Zuidoost-Europa van Zuidoost-Europa naar naar
neolithische neolithische landbouw landbouw akkerbouw akkerbouw in de in de nieuwenieuwe steentijd steentijd
Tijdlijn en tijdband
Na elk deel wordt de structuur van de behandelde leerstof schematisch weergegeven in een aantrekkelijke voorstelling.
rijst rijst gierst gierst
China China
aardappel aardappel Venezuela Venezuela maniok maniok Andes Andes
Samenhang Fig. 8.3 Plaatsen Fig. 8.3 Plaatsen waar dewaar akkerbouw de akkerbouw ontstond ontstond
de trage de trage start van startdevan mens de mens I 79 0
1000
I
79
0 km1000 2000
2000 km
Elk deel sluit af met een samenvatting, geschreven in eenvoudige taal. Hierdoor wordt de historische samenhang tussen de grote delen van elke periode duidelijk. Introductie
introductie.indd 5
I
5
3/08/20 20:31
Jezelf registreren als leerling op e-ducate.me Registratie 1.
Ga naar de website van e-ducate.me (https://e-ducate.me) en klik rechtsboven op Registreren (1).
1
5.
IJ
TI A
UI
2
ER
3. 4.
Vul de gevraagde gegevens in (2). Vul je e-mailadres correct in! Noteer ergens je gebruikersnaam en wachtwoord. Je hebt dit nodig om gebruik te kunnen maken van de digitale modules en oefeningen van e-ducate.me Klik op bevestigen (3). Open de activatiemail. Je zult een mail ontvangen met een knop om jouw account te activeren. Als je de mail niet ontvangen hebt, controleer dan of hij niet bij de ongewenste mail is terecht gekomen. Klik op de knop in de mail. Jouw account is nu actief.
TG EV
2.
IG EN
3
Aanmelden 6. 7.
IL
Ga naar de website van e-ducate.me Klik rechtsboven op Aanmelden (4).
Š
D
4
8. 9.
Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord (5) in dat je opgaf bij de registratie. Klik op aanmelden (6). Je bent nu aangemeld op e-ducate.me
5
6
6
I
Introductie
introductie.indd 6
3/08/20 20:31
Koppel jezelf aan jouw school
Na het aanmelden ben je nog niet verbonden met een school. Klik links in het menu op SCHOOL (7). Er zal een webpagina geladen worden waarmee je kunt aangeven dat je een leerling bent, je school kunt opgeven en selecteren in welke klas je zit (staat jouw klas er nog niet bij, dan kun je toch verbinding maken met een school). Let erop dat je geen verkeerde gegevens doorgeeft! Dat kan leiden tot verlies van de toegang tot e-ducate.me en alles wat ermee verbonden is. Klik op VERBIND MIJ MET DEZE SCHOOL (8).
8
Aangemeld zonder klas
TG EV
ER
IJ
7
IG EN
TI A
UI
10. Als je bent aanmeld zonder klas, kun je op een later moment nog aangeven in welke klas je zit. Klik hiervoor links in het menu op SCHOOL (9) en daarna in het submenu op KLAS (10). 11. Selecteer de klas uit de lijst (11). 12. Klik op BEVESTIGEN (12). Hierna ben je toegevoegd aan een klas.
11
9
12
10
IL
Het vak activeren
D
13. Klik links in het menu op ACTIVATIECODE (13). 14. Voer de code (14) in die je op de binnenzijde van de kaft terugvindt. 15. Klik op REGISTREER (15). Het vak zal nu zichtbaar zijn in het overzicht.
©
Opgelet: na activatie is je licentie 1 jaar geldig.
ABCD-EFGH-JKLM
14
13
15
Introductie I 7 introductie.indd 7
3/08/20 20:32
algemene inhoud 1
Het kader van de geschiedenis
1 2 3 4
Bronnen van het verleden Werken met de verleden tijd De historische ruimte De samenlevingsdomeinen
2
Prehistorie. De trage start van de mens.
1 2 3 4 5 6 7 8
Een lang verhaal in het kort Waar het begon Sporen van het verre verleden De oorsprong van de mens De verspreiding van de mens Mensen in Europa Jagers worden boeren Boeren in onze streken
3
Oude Nabije Oosten: Mesopotamië
1 2 3 4
Verkenning van het oude Nabije Oosten Stromen als magneten Samenleven in Tweestromenland Schrijven is blijven
4
Oude Nabije Oosten: Egypte
1 2 3 4 5 6 7
Egypte, het land aan de Nijl Farao's aan de top De Nijl, een vruchtbaar spoor Het dagelijks leven aan de Nijl Veel goden, voor en na de dood Kunst is vakmanschap Wetenschap uit de praktijk
39 41 45 51 57 59 69 81 107 109 111 117 139 141 147 153 159 161 171
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
13 17 21 23
8 I Introductie introductie.indd 8
3/08/20 20:32
Het kader van de geschiedenis
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Wegwijzer
0 Wegwijzer.indd 9
3/08/20 19:22
Inhoud
Het kader van de geschiedenis
Wat ik moet leren Wat ik moet doen
11 11 1 Bronnen van het verleden
Vraag 1
Wat is een historische bron? 13 OPDRACHT 1 Zoek de sporen van het verleden. 13 OPDRACHT 2 Maak een onderscheid tussen bronnen. 13
Vraag 2
Welke vragen stelt een historicus bij een bron? OPDRACHT 3 Onderzoek of een bron betrouwbaar is.
Vraag 3
Hoe wordt het onderscheid gemaakt tussen geschiedenis en voorgeschiedenis? 15 OPDRACHT 4 Leg het verschil uit tussen geschiedenis en voorgeschiedenis. 15
IJ
ER
2 Werken met de verleden tijd
Hoe wordt het verleden ingedeeld? 17 OPDRACHT 5 Deel de tijd in. 17 OPDRACHT 6 Maak een indeling van de westerse geschiedenis. 19
TG EV
Vraag 4
3 De historische ruimte
Hoe wordt historische informatie op een kaart voorgesteld? 21 OPDRACHT 7 Breng aan op de kaart. 21
UI
Vraag 5
15 15
TI A
4 De samenlevingsdomeinen
Welke zijn de vier grote samenlevingsdomeinen? 23 OPDRACHT 8 Bestudeer een gezin als kleine samenleving. 23
Vraag 7
Welke aspecten horen bij de verschillende samenlevingsdomeinen? 25 OPDRACHT 9 Onderzoek de domeinen van de samenleving. 25
IG EN
Vraag 6
©
D
IL
Overzicht 26 Samenhang 27 Zelftest 28 Terugblik 32
10 I Wegwijzer 0 Wegwijzer.indd 10
3/08/20 19:22
Wat ik moet leren 1 De verschillende soorten historische bronnen kennen en uitleggen op welke manier ze van elkaar verschillen. 2 De W-vragen kennen waarmee de betrouwbaarheid van de informatie uit een bron wordt onderzocht. 3 De juiste historische bron kunnen bepalen bij een illustratie. 4 Zeggen op welke manieren de tijd kan worden voorgesteld. 5 Een naam geven aan onze tijdrekening en het vertrekpunt ervan vernoemen. 6 Minstens één andere bestaande tijdrekening noemen en twee vroegere tijdrekeningen. 7 De grote tijdseenheden noemen die gebruikt worden in de geschiedenis en elke eenheid uitdrukken in jaren. 9 De zeven grote tijden of periodes van de westerse geschiedenis noemen.
ER
10 De zeven tijden van onze geschiedenis plaatsen op een tijdlijn met hun scharnierdata.
IJ
8 Jaartallen plaatsen op een tijdlijn.
11 Vier samenlevingsdomeinen kunnen onderscheiden in het menselijk handelen.
TG EV
12 De aspecten die horen bij een domein kunnen noemen en plaatsen. 13 Teksten en illustraties verbinden met een domein en dit toelichten.
14 Het ruimtelijk kader waarbinnen historische gebeurtenissen voorkomen, kunnen herkennen. 15 Uitleggen op welk ruimtelijk niveau een bestudeerd geschiedenisonderwerp zich afspeelt. 16 Op een historische kaart tonen en uitleggen hoe een historische situatie wordt voorgesteld.
UI
17 De drie componenten van het referentiekader van de geschiedenis uitleggen.
IG EN
TI A
18 Een historisch feit verbinden met de drie componenten van het historisch kader.
Wat ik moet doen
BEGRIJPEN
TOEPASSEN
ANALYSEREN
EVALUEREN
CREËREN
©
D
IL
ONTHOUDEN
Herinneren van informatie, feiten en theorie die je nodig hebt om opdrachten uit te voeren.
Feiten en principes kunnen begrijpen en verbanden kunnen leggen.
Kennis gebruiken in een nieuwe en concrete situatie om problemen op te lossen.
Informatie opdelen in verschillende onderdelen, verbanden zien en patronen om een probleem te analyseren.
Beoordelen en een mening of keuze verantwoorden met argumenten.
Met nieuwe kennis en ideeën creatieve oplossingen en producten ontwikkelen.
OPDRACHT 2, 4, 5, 7, 9
OPDRACHT 3, 5, 6, 7, 8, 9
OPDRACHT 2, 4, 5, 6, 7, 9
OPDRACHT 1, 8, 9
OPDRACHT 3, 9
OPDRACHT
Wegwijzer I 11 0 Wegwijzer.indd 11
3/08/20 19:22
Wolvin Naya liet in Limburg weinig sporen na
Met huid en haar
... De onderzoekers vinden het opvallend dat de wolf grote en beschutte natuurgebieden wist te vinden om daar overdag te slapen. 's Nachts trok het roofdier verder. Haar voedsel bestond vooral uit reeën en konijnen, maar daar is maar weinig van teruggevonden omdat wolven hun prooi met huid en haar opeten.
ER
IJ
Foto Istock, Hugh Jansman in: 1Limburg.nl, 21 jan. 2018
TG EV
Hoe weten we wat vroeger allemaal gebeurde?
Fig. 1.1 Informatie uit sporen
Doc 1
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
Ons eigen verleden kennen is niet zo moeilijk: we kunnen het ons nog herinneren. Onze ouders, vrienden en kennissen kunnen ons nog vertellen over hun verleden. Wat we zelf meemaakten of wat we gemakkelijk te weten komen, behoort nog tot onze leefwereld. Alles wat langer geleden is, behoort tot de geschiedenis. Hoe die mensen leefden, komen we te weten aan de hand van overblijfselen die ze ons nalieten. Soms zijn die overblijfselen indrukwekkend groot zoals piramiden of burchten, soms zijn het maar wat potscherven, enkele munten, een wettekst, een oude boekrol ...
Deze sporen van het verleden zijn historische bronnen. Ze laten ons toe het verleden te leren kennen.
Hoe gaan ze te werk?
Doc 2
Overblijfselen van onze heel verre voorouders vinden we maar zelden vlak onder het bodemoppervlak. Meestal liggen ze diep in de grond begraven. Soms zijn er echter aanwijzingen die de archeoloog verraden waar hij moet graven: scherven die door een boer werden gevonden bij het ploegen, muurresten die bij toeval ontdekt werden op een bouwwerf, sporen van muren die met aarde zijn bedekt kunnen door luchtfoto's zichtbaar worden.
De historicus onderzoekt het verleden. Hij kan bv. de plaats van het gebeuren bezoeken, een afbeelding op een kerkraam of de resten van Romeinse muren bestuderen ... Hij test de vondsten op hun echtheid en ouderdom en onderzoekt bouwwerken en andere overblijfselen uit het verleden. Hij leest geschriften, brieven en documenten uit de betreffende periode. Hij stelt vragen over de geschiedenis en probeert aan de hand van de bekomen antwoorden tot een oordeel te komen. Het verslag van zijn onderzoek is een historisch werk. 12 I Wegwijzer 0 Wegwijzer.indd 12
3/08/20 19:22
1
Bronnen van het verleden
Ieder mens heeft een persoonlijk verleden, een eigen geschiedenis. Wat vele mensen mee maakten en hoe ze leefden, behoort tot het gemeenschappelijke verleden.
VRAAG 1
OPDRACHT 1
Wat is een historische bron?
1 a Wolvin Naya liet weinig sporen na. Heeft ze ook weinig informatie nagelaten? Leg uit.
IJ
historicus geschiedkundige die het verleden samenstelt door bronnenonderzoek
ER
b Hoe noemen we de sporen die mensen uit het verleden nalieten?
TG EV
c Wat haalt een historicus uit de sporen van het verleden?
historische of geschiedkundige bron alles wat uit het verleden tot ons komt en waarmee de geschie denis van mensen kan worden samengesteld
d Is het spoor van Naya een geschiedkundige bron?
• historische bronnen:
-
TI A
geschreven:
UI
maken een onderscheid tussen historische bronnen en historische werken. 2 We Lees Doc 2 en vul aan.
historische werken studies die de geschreven neerslag zijn van onderzoek van geschiedkundige bron nen en andere werken
ongeschreven: -
IG EN
•h istorische werken:
OPDRACHT 2
Maak een onderscheid tussen bronnen.
reng tegen volgende week een foto mee van jezelf toen je nog ‘klein’ was en kleef die 1 Bhier. Schrijf bij de foto een tekst van minstens vier zinnen waarin je wat meer vertelt
IL
archeoloog wetenschapper die onderzoekt hoe de mens en zijn levens wijze evolueerden in het verleden, dikwijls aan de hand van opgegraven mater iële overblijfselen
Zoek de sporen van het verleden. Doc 1
mijn verhaal
©
D
mijn foto
over die foto: waar, wie, wanneer, waarom, wat ...
ongeschreven/geschreven bron
ongeschreven/geschreven bron
Met deze opgave wordt het duidelijk dat we ons maar echt een goed idee kunnen vormen over iets als we zowel een ongeschreven bron (de foto) als een geschreven bron (de tekst) bezitten. Wegwijzer I 13 0 Wegwijzer.indd 13
3/08/20 19:22
Doc 3
Over het graf van Toet-Anch-Amon (...) In de ‘Vallei der Koningen’ bij hun hoofdstad Thebe zijn ongeveer 60 van zulke graven gevonden. Maar deze bleken geplunderd. Grote sensatie verwekte echter het graf van de jonggestorven Toet-Anch-Amon in 1922. Het was bijna niet geplunderd en bleek ontzaglijke rijkdommen te bevatten aan kostbare meubels, wagens en bijzonder fijn bewerkte sieraden en vazen. Tevens werden een aantal papyrusrollen en stenen met inscripties gevonden. Deze vondst leverde ook meer gegevens over zijn schoonvader Amenhotep IV.
TG EV
ER
IJ
(Uit: Een oud verslag over de vondst van graven in de Egyptische Koningsvallei)
Bibliotheek van een geschiedkundige
Kleitablet met spijkerschrift uit Uruk (Irak), 5000 jaar oud loonbriefje (British Museum, Londen)
Een jongen getuigt, 4000 jaar geleden in Mesopotamië
UI
ʻ
©
D
IL
IG EN
TI A
Ik heb mijn tablet voorgelezen. Toen ik mijn brood op had, heb ik een nieuw tablet voorbereid en beschreven. Nadien gaven ze me nog een laatste schrijfoefening. Na school ben ik onmiddellijk naar huis gegaan. Toen ik binnenkwam, vertelde ik mijn vader over de schrijfoefening die ik gemaakt had. Ik heb hem mijn tablet voorgelezen en hij was heel tevreden. De volgende morgen stond ik een beetje laat op en vroeg aan mijn moeder: ’Moeder, waar is mijn brood, want ik moet naar school?’ Ze gaf me twee broodjes mee en ik rende weg. Op school aangekomen vroeg de conciërge: ‘Waarom ben je zo laat?’ Bang en met een bonzend hart ging ik naar mijn leraar en groette hem heel beleefd.
ongeschreven bronnen
14
onderzoekt het verleden van de mens
HISTORICI
• materiële overblijfselen • mondelinge getuigenissen
Waar?
Historische werken
I
0 Wegwijzer.indd 14
Doc 4
GESCHIEDENIS
verzamelen informatie uit bronnen
archeologische vindplaatsen musea kunststeden ...
ʼ
(uit de bibliotheek van koning Assurbanipal, 7de eeuw v.Chr.)
leerboeken documentaires films media ...
geschreven bronnen • teksten • documenten
Waar?
bibliotheken archieven ...
Wegwijzer 3/08/20 19:22
2
Lees de tekst van Doc 3 aandachtig en haal er vijf voorbeelden uit van materiële bronnen en twee voorbeelden van geschreven bronnen. • materiële bronnen: 1.
2.
3.
4.
5.
• geschreven bronnen: 1.
primaire bron teksten of overblijfselen uit de tijd van de bron
2.
3
secundaire bron werk of studie uit latere tijd dat het resultaat is van onderzoek van de bronnen
Bronnen worden ingedeeld volgens hun oorsprong in primaire en secundaire bronnen. Raadpleeg de verklaring in de rand en geef het juiste antwoord. a Welk soort bron is het graf van Toet-Anch-Amon?
Welke vragen stelt een historicus bij een bron?
1
Onderzoek of een bron betrouwbaar is.
ER
OPDRACHT 3
Lees de tekst van Doc 4 en pas de vier W-vragen toe. a Wie maakte de bron?
TG EV
VRAAG 2
IJ
b Welk soort bron is een historisch werk over Toet-Anch-Amon?
b Waar?
UI
c Wanneer?
TI A
d Waarom maakte hij dit tablet?
2
IG EN
VRAAG 3
a Is dit tablet een primaire of secundaire bron?
b Beoordeel deze bron. De bron is betrouwbaar / niet zo betrouwbaar / onbetrouwbaar
Hoe wordt het onderscheid gemaakt tussen geschiedenis en voorgeschiedenis?
OPDRACHT 4
1
Leg het verschil uit tussen geschiedenis en voorgeschiedenis.
IL
Voorgeschiedenis verandert in geschiedenis wanneer een volk begint te schrijven.
D
a Vul aan met geschiedenis of voorgeschiedenis. • Om de
©
• Volkeren die niet kunnen schrijven, leven in de • De
voorgeschiedenis (prehistorie) historische periode die de geschiede nis voorafgaat
Doc 5
begint voor elk volk op een verschillend moment.
• de prehistorie is voor elk volk even lang
• onze geschiedenis begint met de komst van de Romeinen • alle schriftloze volkeren zijn primitieve samenlevingen
Christus
.
b Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? juist onjuist
te bestuderen beschikt men enkel over stoffelijke resten.
c Schrijf de woorden geschiedenis en voorgeschiedenis op de gepaste plaats in de figuur. Wegwijzer
0 Wegwijzer.indd 15
I
15 3/08/20 19:22
Rekenen met de tijd Een systeem om de jaren te tellen vanaf een belangrijke gebeurtenis is een jaartelling of tijdrekening. Een gebeurtenis krijgt dan een plaats op een punt voor of na dit vertrekpunt dat het jaar 1 is van de tijdrekening. Het jaar 0 bestaat niet. s Daarna volgt de voorwaartse telling. De jaren vóór het vertrekpunt worden in omgekeerde richting opgeteld. tugewone ris Ch
2de 1ste 1ste 2de 3de 4de eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
-200 -100
1
18de 19de 20ste 21ste eeuw eeuw eeuw eeuw
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1300 1400 1500 1600 1700 1800 1900 2000 2100 Mohammed
622
s
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
tu De Soms worden jaren gegroepeerd om een periode ris Romeinse tijdrekening begon met de stichting van de Ch stad Rome in 753 v.Chr. en de Griekse tijdrekening met van 10 jaar (decennium),1ste 100eeuw jaarvoor (eeuw) of 1000 jaar 2de eeuw v.Chr. Christus 1ste eeuw na Christus 2de eeuw na Chr. de eerste Olympische Spelen in 776 v.Chr. (millennium) aan te duiden. Ook deze periodes hebben tijdrekening begint in 622 wanneer een beginjaar met991.98Het jaar 1 is het eerste...jaar 1 2islamitische 3 4 5 6 7 ... 98 99 100101102 102101100 7 6van 5 4de 3 2 1 De Mohammed vlucht uit de stad Mekka. 1ste eeuw. Het jaar 100 is het 100ste jaar van de eerste De joodse tijdrekening begint met de schepping. Die zou eeuw en het jaar 101 is het eerste jaar van de 2de eeuw. . . r in 3761 v.Chr. Deze laatste r h hebben plaatsgevonden 0 0 5 .Ch v.C 500 145 ± 175 ± 194 0v 0 ± 0 ± 0 5 8 twee tijdrekeningen berusten op maanmaanden van Het vertrekpunt van onze westerse samenleving is de 3 ± ± 28 dagen en zijn mede daarom niet eenvoudig om te geboorte van Jezus Christus. Dat is het jaar 1 van de rekenen naar onze jaartelling. Ze worden nog gebruikt christelijke tijdrekening. De tijd daarvoor wordt aangePREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN KLASSIEKE OUDHEID MIDDELEEUWEN HEDENDAAGSE TIJDmaar geven met de afkorting ‘v.Chr.’ of ‘v.C.’ De tijd na Christus voor het bepalen van godsdienstige momenten, in de dagelijkse praktijk is wereldwijd de christelijke wordt alleen met het jaartal geschreven en genoemd. MODERNE TIJD jaartelling in gebruik.
s stu
VROEGMODERNE TIJD
J
aartallen kunnen op een tijdlijn geplaatst worden, een horizontale of een verticale een vertrek2de 1ste 1ste 2de 3de 4de 18de lijn 19demet 20ste 21ste eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw punt en een pijl. Gebeurtenissen worden op die lijn in een chronologische volgorde vermeld met hun naam. Historische periodes worden meestal op dezelfde manier -200 -100 1 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 in 1100 1200 1300 1400 1500 1600Zo1700 1800 1900 2100 in een tijdband geplaatst. ontstaat een2000 overzicht Mohammed de tijd. 622 ri Ch
©
D
102101100 99 98
±
0 350
1ste eeuw na Christus
... 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 ...
r.
h v.C
PREHISTORIE
tus ris
Ch
1ste eeuw voor Christus
IL
2de eeuw v.Chr.
IG EN
De tijd voorstellen
00 ±8
OUDE NABIJE OOSTEN
r.
h v.C
98 99 100101102
450
00
±5
KLASSIEKE OUDHEID
2de eeuw na Chr.
±1
750 1945 ±
±1
MIDDELEEUWEN
HEDENDAAGSE TIJD MODERNE TIJD
1831
1865 Leopold I
Leopold II dood Leopold I
16
I
0 Wegwijzer.indd 16
1909
1934 Albert I
dood Leopold II
1951
Leopold III dood Albert I
1983 Boudewijn I
VROEGMODERNE TIJD
1993
2013
Albert II
dood Leopold III dood Boudewijn I
Filip I
Doc 6
Wegwijzer 3/08/20 19:22
2
Werken met de verleden tijd
In het vak geschiedenis leer je omgaan met de verleden tijd. Om de weg niet kwijt te raken in het verleden moet je eerst met de tijd leren rekenen en tellen. Dan moet je de tijd voorstel len en indelen en de gebeurtenissen een plaats geven. Met deze elementen bouwen we een chronologisch referentiekader.
VRAAG 4
OPDRACHT 5
1 Elke samenleving telt de jaren vanaf een belangrijk vertrekpunt. a Hoe wordt onze tijdrekening genoemd?
b Duid op de tijdlijn (met een streepje) de geboorte van Christus aan en schrijf er 1 bij. Noteer aan de juiste kant vóór Christus en na Christus.
IJ
Hoe wordt het verleden ingedeeld?
Deel de tijd in.
TG EV
ER
chronologisch referentiekader tijdskader, de gebeurtenissen geplaatst in hun tijd
c Noem een andere nog bestaande tijdrekening.
chronologie of tijdrekenkunde situering en opeen volging van gebeur tenissen in de tijd
2 De tijd wordt verdeeld in tijdseenheden. Vul aan met het aantal dagen of jaren. • 1 eeuw =
• 1 decennium =
• 1 millennium =
UI
• 1 jaar =
3 Vul aan met de juiste tijdstippen.
TI A
a Wanneer begint en eindigt de eerste eeuw na Christus? eerste jaar:
laatste jaar:
IG EN
b Wanneer begon het derde millennium na Christus? c In welke eeuw leven we nu en in het hoeveelste jaar van onze eeuw? eeuw:
©
D
IL
4 Situeer de volgende data. jaar
jaar:
eeuw
millennium
800 1008 313 v.Chr.
5 Bestudeer de tijdlijn van de Belgische koningen.
Doc 6
a Wie is de huidige koning van België en de hoeveelste koning is hij?
b Welke koning regeerde het langst? c Welke koningen werden tijdens hun leven opgevolgd door hun zoon?
Wegwijzer I 17 0 Wegwijzer.indd 17
3/08/20 19:22
tus ris h C De zeven tijden van onze geschiedenis
Doc 7
2de 1ste 1ste 2de 3de 4de eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
18de 19de 20ste 21ste eeuw eeuw eeuw eeuw
Een tijdlijn is niet alleen nuttig om de vele gebeurtenissen uit de geschiedenis van een volk te ordenen. In de loop van de geschiedenis verandert een samenleving zo grondig dat een ‘andere tijd’ aanbreekt. Daarom wordt de westerse geschiedenis ingedeeld in zeven historische periodes of tijden. De zeven tijden zijn in volgorde: prehistorie, -200 -100 100 200 300 400 500 600 700 800 900 vroegmoderne 1000 1100 1200 1300 1500 1600 1800 1900 2000 oude nabije1 oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, tijd,1400 moderne tijd,1700 hedendaagse tijd. 2100 Mohammed
622
Het begin of het einde van een andere tijd kan met een belangrijke tus gebeurtenis aangeduid worden. ris h C Dat punt wordt dan als een scharniermoment of kantelmoment beschouwd. De ene tijd verandert niet plots in 2deandere eeuw v.Chr. eeuw voor Christus eeuw na Christus 2de eeuw na Chr. een tijd. Daarom1ste worden de scharniermomenten ook wel met een1ste benaderend jaartal aangegeven. Zo heeft de overgang van de voorgeschiedenis (prehistorie) naar de geschiedenis (historische tijd) zelfs duizen98 99 100101102 102101100 99 98 ... 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 ... den jaren geduurd!
±
OUDE NABIJE OOSTEN
r.
h v.C
00
±5
KLASSIEKE OUDHEID
450
±1
MIDDELEEUWEN
TG EV
PREHISTORIE
800
750 1945 ±
IJ
r.
h v.C
ER
±
0 350
±1
HEDENDAAGSE TIJD MODERNE TIJD
VROEGMODERNE TIJD
Atomium, Brussel, 1958
Eiffeltoren, Parijs, 1889
Doc 8
IG EN
TI A
Akropolis, Athene, 5de eeuw v.Chr.
UI
Andere samenlevingen dan de westerse, bijvoorbeeld de Chinese, gebruiken andere indelingen voor hun verleden.
Lascaux, Fr., 17 000 jaar geleden
©
D
IL
David, Michelangelo, Firenze, 15011504
NotreDame, Parijs, 12de14de eeuw
18
I
0 Wegwijzer.indd 18
Piramiden, Gizeh (Eg.), 25512472 v.Chr.
Wegwijzer 3/08/20 19:22
tijd een grote geschied kundige periode
6
Geef een willekeurig jaartal uit: • het begin van de 20ste eeuw: • het einde van de 14de eeuw:
historische tijden Een andere tijd breekt aan als de samenleving helemaal is veranderd. De westerse samenle ving kende zeven tijden: prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oud heid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd, moderne tijd, hedendaagse tijd. Deze laatste tijd is altijd de eigen tijd.
• het midden van de 10de eeuw: • het 1ste millennium: OPDRACHT 6
Welke zijn de zeven historische tijden waarin we de westerse geschiedenis verdelen? a Nummer de historische periodes. b Schrijf de naam van elke tijd op de gepaste plaats.
IJ
1
Maak een indeling van de westerse geschiedenis. Doc 7
TG EV
ER
c Schrijf het scharniermoment met een benaderend jaartal bij elke tijd.
2
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
Kruis aan. Welke beweringen zijn juist en welke niet? juist
onjuist de tijden van de geschiedenis zijn van ongelijke duur onze tijd is de moderne tijd het jaar 0 is het vertrekpunt van onze tijdrekening de voorgeschiedenis behoort niet tot de geschiedenis
3
Elke foto hoort bij een tijd. Schrijf het nummer van de tijd op de foto. Doc 8
Wegwijzer 0 Wegwijzer.indd 19
I
19 3/08/20 19:22
Tijd en ruimte
Doc 9
IJ
De plaats waar iets gebeurt, bevindt zich in een grote of kleinere historische ruimte: de wereldgeschiedenis, de geschiedenis van Europa (of een ander werelddeel), van een land, een streek, een stad ... Er is altijd die dubbele focus van tijd en plaats of ruimte.
TI A
UI
TG EV
ER
1
Š
D
IL
IG EN
2
3
20
I
0 Wegwijzer.indd 20
Wegwijzer 3/08/20 19:22
3
De historische ruimte
De tijd waarin iets gebeurt, gaat altijd samen met een plaats waar mensen samenleven. Historische informatie wordt in de ruimte gesitueerd met behulp van kaarten. Dat noemen we het ruimtelijk referentiekader.
VRAAG 5
Breng aan op de kaart. Doc 9
OPDRACHT 7
informatie kan voorgesteld worden in de aardrijkskundige ruimte. 1 Historische Noteer de volgende elementen op de kaart. a de oriëntatie van de kaart met een noordpijl b de oceanen: Atlantische Oceaan, Indische Oceaan, Grote (Stille) Oceaan
IJ
Hoe wordt historische informatie op een kaart voorgesteld? ruimtelijk referentiekader de plaats of de ruimte waar gebeurtenis sen zich voordoen Het is de derde dimensie van het menselijk handelen: mens, tijd, ruimte.
ER
c de namen bij de delen van de aardbol: Europa, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Azië, Australië
Oosten), West-Europa
TG EV
ruimtelijk kader van de gebieden die we dit schooljaar bestuderen, is aangeduid 2 Het op de kaart. Schrijf deze namen bij de juiste stip: Oost-Afrika, Nabije Oosten (Midden-
3 De ruimte kan ingedeeld worden op verschillende niveaus: • s tad of platteland? O de stedelijke ruimte O de landelijke ruimte
• v an klein naar groot: O lokale ruimte O regionale ruime O mondiale ruimte
TI A
UI
• land of zee? O de continentale ruimte O de maritieme ruimte
• Waar woon jij? Kleur het bolletje van elk soort ruimte waarbinnen je woonplaats kan gesitueerd worden.
IG EN
het ruimtelijk en het chronologisch kader in van de volgende belangrijke gebeurte4 Vul nissen uit de/jouw geschiedenis.
ruimtelijk chronologisch kader kader
©
D
IL
• Noormannen:
• Guldensporenslag: • Tweede Wereldoorlog: • mijn geboorte: historische atlas combineert kaarten van de ruimte met de tijd en de gebeurtenis5 Een sen. Dat gebeurt met een legende van kleuren, symbolen, titels en tekens. Bestudeer kaart Fig. 8.1 blz. 80 en de legende. a Welk ruimtelijk kader is hier voorgesteld? b Met welke elementen wordt de historische ruimte geschetst?
Wegwijzer I 21 0 Wegwijzer.indd 21
3/08/20 19:22
Domeinen van de samenleving De samenleving wordt voorgesteld als een organisme, een levende boom waarin alle grote en kleine takken samenwerken om de hele boom te laten groeien en bloeien.
Â?
TG EV
IJ
Â
ER
Â?
UI
IG EN
TI A
Š
D
IL
Waar mensen samenleven, moeten afspraken gemaakt worden. Welke rechten heeft eenieder en welke plichten staan daar tegenover? Wie maakt de wetten en de regels en wie zorgt ervoor dat afspraken worden nageleefd? De samenleving organiseren en besturen is het domein van de POLITIEK.
Mensen hebben materiĂŤle dingen nodig om te leven: voedsel, onderdak, kleding ... De werkzaamheden van de mens om goederen te vervaardigen, te verhandelen of diensten te verlenen, noemen we ECONOMIE.
22
I
0 Wegwijzer.indd 22
In de SOCIALE SAMENLEVING gaat het over hoe personen en groepen samenleven (sociale verhoudingen) en hoe belangrijke zaken als rechten en plichten, welvaart (inkomen en bezit), kennis, onderwijs en opvoeding, macht ... zijn verdeeld onder de mensen. CULTUUR omvat alles wat de mens bedenkt, voortbrengt, schept, zoekt, doet en wat niet door de natuur is ontstaan. Het gaat dan over de communicatie tussen mensen, ideeĂŤn en gevoelens uitdrukken door kunst, het zoeken naar de zin van het leven in geloof of levensbeschouwing, wetenschappelijke kennis, vinden van technische toepassingen enz.
Wegwijzer 3/08/20 19:22
4
De samenlevingsdomeinen Indeling van het menselijk handelen Om het verleden te leren kennen, hebben we een structuur nodig en maken we een indeling van de menselijke handelingen in maatschappelijke domeinen.
OPDRACHT 8
samenlevingsdomeinen indeling van het menselijk handelen in vier grote domeinen. Elk domein heeft een aantal aspecten die het geheel kenmerken.
IJ
1 a Hoe is het gezin waartoe je zelf behoort samengesteld? b Hoe komt het gezin aan de nodige middelen van bestaan? Geef één voorbeeld en licht het toe in een zin.
ER
Welke zijn de vier grote samenlevings domeinen?
Bestudeer een gezin als kleine samenleving.
TG EV
VRAAG 6
c Hoe worden de taken verdeeld in het gezin? - Wie zorgt voor het onderhoud? - Wie doet de inkopen?
UI
- Wie is de kok in huis?
- Wie voert de praktische klussen uit?
TI A
d Waarop berust de taakverdeling?
e Hoe wordt de vrije tijd doorgebracht?
IG EN
- vader:
- moeder:
IL
- kind(eren):
©
D
f Wat doe je als gezin altijd samen?
g Een gezin leeft niet op een eilandje. Bij welke kleine of grote groep (club, vereniging ...) zoekt het gezin of een van de gezinsleden nog aansluiting?
gezin is een kleine samenlevingsvorm. Welke naam geven we aan de vier grote 2 Een samenlevingsdomeinen waarin alle menselijke activiteiten worden ondergebracht? 1.
domein
3.
domein
2.
domein
4.
domein
Wegwijzer I 23 0 Wegwijzer.indd 23
3/08/20 19:22
Aspecten van de samenleving
Domeinen van de samenleving
Doc 10
Een samenlevingsdomein bestaat uit meerdere onderdelen of aspecten. Ieder onderdeel vertegenwoordigt ĂŠĂŠn of meerdere kenmerken van het geheel. Maar ook een onderdeel heeft op zijn beurt allerlei aspecten die herkenbaar zijn aan de vele activiteiten die ermee te maken hebben. Door die activiteiten herkennen we het samenlevingsdomein.
Omdat de mensen in de hele samenleving zich met duizenden dingen bezighouden, is het nodig om orde in die grote hoeveelheid activiteiten te scheppen. Activiteiten die samenhangen, passen in een samenlevingsdomein.
TG EV
TI A
UI
ER
IJ
D
IL
IG EN
Doc 11
2.
3.
5.
6.
Š
1.
4.
24
I
0 Wegwijzer.indd 24
Wegwijzer 3/08/20 19:22
VRAAG 7
OPDRACHT 9
Welke aspecten horen bij de verschillende samenlevingsdomeinen?
1
Onderzoek de domeinen van de samenleving.
Samenlevingsdomeinen staan nooit los van elkaar. Ze zijn als puzzelstukken met elkaar verbonden. Lees de vragen uit onderstaand schema en en noteer bij elke vraag het gepaste domein. Doc 10 HOE OVERLEEF IK? = alle activiteiten die nodig zijn om de menselijke behoeften te vervullen
WIE OEFENT GEZAG UIT? = het besturen van de samenleving
SAMENLEVING
IJ
ER
Elk domein bestaat uit zijn eigen aspecten.
a Noem bij de volgende domeinen enkele activiteiten. Laat je inspireren door de typische aspecten van het domein. • politiek domein:
UI
2
HOE IS DE MENS CREATIEF BEZIG? = wat de mens denkt, bedenkt en schept
TG EV
HOE LEEF IK MET ANDEREN SAMEN? = de verhouding tussen mensen en groepen in de samenleving
TI A
• sociaal domein:
• economisch domein:
IG EN
• cultureel domein:
3
wat de geest bedenkt besturen samenleven goederen
politiek cultuur economie sociaal leven
Schrijf onder de illustraties de naam van het passende samenlevingsdomein en het aspect dat geïllustreerd wordt. Doc 11
©
7.
D
IL
b Combineer.
8.
9.
10.
11.
Wegwijzer 0 Wegwijzer.indd 25
I
25 3/08/20 19:22
OVERZICHT Wegwijzer s stu
ri Ch
2de 1ste 1ste 2de 3de 4de eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
100 200 300 400 500 600 tijdrekening 700 800 900met 1000vertrekpunt 1100 1200 1300 1400 1500van 1600 1700 1800 christelijke geboorte Christus = 11900 2000 2100 Mohammed
tijdrekeningen 2de eeuw v.Chr.
1ste eeuw voor Christus
jaar, decennium, eeuw, millennium
r.
h v.C
00 ±8
OUDE NABIJE OOSTEN
r.
h v.C
KLASSIEKE OUDHEID
2de eeuw na Chr.
98 99 100101102
450
00
±5
MIDDELEEUWEN
de westerse geschiedenis heeft zeven tijden met scharniermomenten
MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD
UI
economisch
producten maken, handel, diensten
cultuur
DOMEINEN
©
D
IL
geloof, kunst, wetenschap
HEDENDAAGSE TIJD
mondiaal / regionaal / lokaal landelijk / stedelijk maritiem / continentaal
TI A
voeding, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, kleding, ontspanning
IG EN
sociaal
±1
RUIMTE
bestuursvormen, wetten, rechtspraak, grondgebied, oorlog en vrede
politiek
750 1945 ±
±1
TG EV
PREHISTORIE
1ste eeuw na Christus
1 2 3 4 5 6 7 ... ... 7 6 5met 4 3 een 2 1 tijdlijn de tijd voorstellen de gebeurtenissen in chronologische volgorde plaatsen
102101100 99 98
±
us
t ris Romeinse, joodse, islamitische andere tijdrekeningen: Griekse, Ch
tijdsindeling
0 350
tijd vóór Chr. / na Chr.
622
IJ
1
tijdlijn
TIJD
ER
-200 -100
18de 19de 20ste 21ste eeuw eeuw eeuw eeuw
geschreven bronnen
soorten
ongeschreven bronnen werken gebaseerd op
26
I
0 Wegwijzer.indd 26
BRONNEN teksten documenten mondelinge getuigenissen materiële overblijfselen primaire bronnen secundaire bronnen
historische feiten, gebeurtenissen en levenswijze situeren in de samenleving, bij mensen in de tijd in de ruimte
REFERENTIEKADER
Wegwijzer 3/08/20 19:22
2 Bronnen van de geschiedenis
©
D
IL
Geschiedkundigen halen hun informatie over het verleden uit de sporen die het verleden ons heeft nagelaten. Wat we zelf hebben meegemaakt, weten we nog en wat anderen meemaakten, kunnen ze ons vertellen. Het is mondelinge geschiedenis. Sommige dingen komen we te weten door overblijf selen waar we niet naast kunnen kijken, zoals gebouwen, maar andere resten zijn klein (sieraden), praktisch (werktuigen) of bijna onzichtbaar (verblijfplaatsen of menselijke botten in de bodem). Dat zijn allemaal materiële bron nen. Als er geschriften worden gevonden, teksten of documenten, dan spreken we van geschreven
IJ
ER
3 De gebeurtenissen ordenen De vele stukjes geschiedenis van alles wat ooit gebeurde, moet geordend worden om het overzicht te bewaren. Om alles een plaats te geven in het verleden, deelt de geschiedkundige de tijd in volgens een systeem dat we een tijdreke ning of een jaartelling noemen. Het vertrekpunt is een belangrijk punt in het verleden van een volk. Nu wordt vooral de christelijke tijdrekening gevolgd die vertrekt bij de geboorte van Jezus Christus om de jaren, eeuwen en millennia te tellen. Alle gebeurtenissen krijgen in een tijdrekening op een tijdlijn een eigen plaats. Omdat in de loop van de tijd zowat alles kan veranderen in een samenleving, spreken we van tijden van het verleden. De westerse geschiedenis kent zo zeven tijden: de prehistorie, het oude nabije oosten, de klassieke oudheid, de middeleeuwen, de vroegmoderne tijd, de moderne tijd en de hedendaagse tijd.
IG EN
Alle vragen waarmee we iets willen te weten komen over het verleden zijn historische vragen of onderzoeksvragen. Elke les begint met zo’n vraag die we via het uitvoeren van opdrachten proberen te beantwoorden. Daarvoor kijken we naar foto’s en afbeeldingen, we lezen teksten en getuigenissen en bestuderen de overblijfselen.
bronnen. Belangrijk is ook dat we te weten komen of de bronnen betrouwbaar zijn. Met de infor matie die een geschiedkundige uit de bronnen verzamelt, schrijft hij de geschiedenis.
torische ruimte van de geschiedenis. Het is duidelijk dat een wereldoorlog zich afspeelt in de mondiale ruimte en de Ronde van Frankrijk een lan delijke gebeurtenis is. De betekenis van beide voorvallen zal erg verschil len. Op de kaarten in een historische atlas worden gebeurtenissen en de plaats waar iets gebeurt, over zichtelijk gecombineerd met een legende van verklarende kleuren, symbolen, titels en tekens. 5 Domeinen van de samenleving Waar veel mensen samenleven, gebeurt ook veel. Alles wat mensen doen, heeft te maken met het ant woord dat we kunnen geven op vier grote vragen.
TG EV
1 Vragen stellen over het verleden
Archeologen aan het werk
UI
Geschiedenis is een echte wetenschap. Wat ooit vroeger geschied of gebeurd is, dat kom je te weten in de geschiedenisles. Geschiedenis is het verhaal van mensen zoals wij nu, maar dan in een andere tijd. Wie waren die mensen, hoe leefden ze, wat deden ze, wat dachten ze, wat wisten onze voorouders? Historici zijn geschiedkundigen die proberen ons te laten zien van waar wij komen. Ze helpen ons nadenken over ons eigen verleden ... en over onze toekomst.
Het kader van de geschiedenis
TI A
Samenhang
4 Historische kaarten Gebeurtenissen spelen zich ook ergens af, op een bepaalde plaats. Iets speelt zich plaatselijk, regionaal, mondiaal, stedelijk of landelijk, op zee of op het land af. Dat is de his
1 Wie bestuurt de samenleving? 2 Hoe voorziet de mens in zijn levensnoodzakelijke behoeften?
3 Hoe leven mensen samen met andere mensen? 4 Hoe is de mens creatief bezig? Alle activiteiten van de mensen heb ben te maken met politiek (vraag 1), economie (vraag 2), sociaal leven (vraag 3) en cultuur (vraag 4). Het zijn de vier samenlevingsdomei nen die elk op hun beurt nog allerlei typische aspecten vertonen. 6 Het referentiekader van de geschiedenis Historische feiten en de levenswijze van de mensen horen altijd bij een tijd en een plaats. Het maatschap pelijk kader bestaat dus uit drie elementen: mens, tijd, ruimte. Om een beeld te krijgen van het ver leden moeten deze drie altijd samen onderzocht worden.
Wegwijzer I 27 0 Wegwijzer.indd 27
3/08/20 19:22
Zelftest Historische vraag 1: Wat is een historische bron? 1 a Duid het juiste antwoord aan. roman over vroeger alles wat informatie kan verschaffen over het verleden wat de mensen van nu nog zullen meemaken de kennis die we halen uit alle mogelijke wetenschappen b Alle overblijfselen uit het verleden noemen we historische werken/bronnen. c Een historische bron is een overblijfsel uit de tijd van de bron/uit latere tijd. d Een historische bron is een primaire bron/een secundaire bron.
IJ
e Een historisch werk is een primaire bron/een secundaire bron.
TG EV
2 Wat is het verschil tussen een historische bron en een historisch werk? Leg uit.
ER
f Een historisch werk ontstaat door onderzoek van bronnen/opgravingen.
4 Wat komt niet voor op een ongeschreven bron?
UI
3 Kleur een ongeschreven bron rood en een geschreven bron groen. spijkerschrift � brief piramide � een voetbalverslag op de radio bronzen zwaard � stenen vuistbijl
TI A
5 Noem twee soorten geschreven bronnen.
IG EN
6 Noem twee soorten ongeschreven bronnen.
Historische vraag 2: Welke vragen stelt een historicus bij een bron?
IL
1 Duid aan wat juist is. Wie maakte de bron? Wanneer werd de bron gemaakt? Waar werd de bron gemaakt? Welke (geld)waarde heeft de bron?
©
D
2 Een historicus stelt altijd vragen bij een bron. Waarom doet hij dat?
3 Welke zijn de vier W-vragen? Historische vraag 3: Hoe wordt het onderscheid gemaakt tussen geschiedenis en voorgeschiedenis? 1 Duid het juiste antwoord aan. met de eerste vondsten van het bestaan van een volk met de geboorte van de stichter van een land of een volk met een heel belangrijke gebeurtenis bij een volk met de eerste geschriften die een volk nalaat
28 I Wegwijzer 0 Wegwijzer.indd 28
3/08/20 19:22
2 Waar (groen) of niet waar (rood)? Uit de voorgeschiedenis hebben we niet veel geschreven documenten. Volkeren die niet kunnen schrijven, leven in de voorgeschiedenis. De geschiedenis duurt voor ieder volk even lang. Er zijn geen volkeren meer die in de voorgeschiedenis leven. 3 Vul de woordpuzzel in. 1. soort ongeschreven bron
2
2. teksten of ... bronnen
3
3. hiermee begint de geschiedenis
4
4. dit leervak
5
5. voorgeschiedenis
6
6. daaruit put de geschiedenis
7
7. ..., heden, toekomst
8
8. klassieke .... (tijd)
TG EV
ER
IJ
1
9
9. het ... verleden bestudeer je niet
10
10. land met piramiden
UI
Verticaal lees je: : Historische vraag 4: Hoe wordt het verleden ingedeeld?
IG EN
TI A
1 Duid het juiste antwoord aan. volgens de tijd die verliep vóór en na Christus met wat we weten over geschiedenis en voorgeschiedenis door jaren, decennia, eeuwen, millennia, tijden op een tijdlijn te plaatsen door de jaren te tellen 2 Wat hoort waarbij? Kies: tijd - tijdlijn - tijdband • voorstelling van de tijd in historische periodes: • stelt de tijd voor als een lijn met een pijl en een vertrekpunt van de jaartelling:
IL
• een algemeen woord voor elke andere historische periode:
©
D
3 Noem de zeven tijden van de westerse geschiedenis in chronologische volgorde.
4 Combineer. prehistorie � � oude nabije oosten � � klassieke oudheid � � middeleeuwen � � vroegmoderne tijd � � moderne tijd � � hedendaagse tijd � �
± 1945 - vandaag ± 3500 v.Chr. - ± 800 v.Chr. ± 1450 - ± 1750 ± 500 - ± 1450 ± 2,5 milj. jaar - ± 3500 v.Chr. ± 800 v.Chr - ± 500 ± 1750 - ± 1945
Wegwijzer I 29 0 Wegwijzer.indd 29
3/08/20 19:22
Historische vraag 5: Hoe wordt historische informatie op een kaart voorgesteld? 1 Duid het juiste antwoord aan. door de tijd en de plaats waar iets gebeurt op een kaart met een legende te verduidelijken door een gebeurtenis op een aardrijkskundige kaart aan te brengen door een legende met kleuren, lijnen, symbolen, tekens op een kaart te tekenen door de plaats waar iets gebeurt op een kaart voor te stellen
• Brexit:
• Franse Revolutie:
• WO II:
3 Welk ruimtelijk kader past bij de plaats? 1 dorp a regionale ruimte 2 stad b continentale ruimte 3 streek c lokale ruimte 4 land d stedelijke ruimte 5 werelddeel e mondiale ruimte 6 wereld f maritieme ruimte 7 zee g landelijke ruimte
2
3
4
5
6
7
TG EV
1
ER
• Ronde van Vlaanderen:
IJ
2 Een gebeurtenis vindt altijd plaats in een bepaalde ruimte. Welke naam heeft het ruimtelijk kader dat past bij de onderstaande gebeurtenissen?
UI
4 Schrap wat niet past. Een historische kaart geeft een toestand weer in een bepaalde periode/ruimte/tijdrekening. Om een historische kaart te begrijpen is een tijdskader, een titel, een legende, een ruimtelijk kader, een verklaring nodig.
TI A
Historische vraag 6: Welke zijn de vier grote samenlevingsdomeinen? 1
2
3
4
IG EN
1 Verbind het domein met de juiste vraag. 1 Hoe overleef ik? a politiek domein 2 Wie oefent gezag uit? b sociaal domein 3 Hoe is de mens creatief bezig? c economisch domein 4 Hoe leef ik samen met anderen? d cultureel domein
©
D
IL
2 Welk domein herken je?
Historische vraag 7: Welke aspecten horen bij de verschillende samenlevingsdomeinen? politiek � economie � sociaal leven � cultuur �
� � � �
voeding, huisvesting, kleding, onderwijs wetten, rechtspraak, oorlog en vrede kunst, geloof, wetenschap handel, diensten, goederen maken
30 I Wegwijzer 0 Wegwijzer.indd 30
3/08/20 19:22
Wegwijzer
RUIMTE
soort
oorsprong
DOMEINEN
BRONNEN
TI A
IG EN
IL
D
niveaus
©
TIJD
indeling
10 jaar
IJ
ER
tijden of periodes
TG EV
UI
365/366 dagen
tijdrekening
0 Wegwijzer.indd 31
I
31
3/08/20 19:22
100 jaar
1000 jaar
ER
DE BRONNEN VAN DE GESCHIEDENIS
IJ
HOE GOED BEHEERS IK DE LEERDOELEN VAN DIT THEMA?
De verschillende soorten historische bronnen noemen.
2
Het verschil uitleggen tussen de historische bronnen.
2
Bij een illustratie of een tekst bepalen welk soort bron het is.
3
De betrouwbaarheid van een historische bron aantonen met de W-vragen.
TG EV
1
SITUEREN IN DE TIJD
met hulp van leerkracht
opdracht
zonder probleem
In het kader van de geschiedenis leerde je de instrumenten kennen waarmee je het verleden kunt bestuderen. We blikken nu terug om te ontdekken in hoeverre je erin geslaagd bent de leerdoelen te bereiken na deze lessen.
met hulp van boek of klasgenoot
Terugblik
Zeggen op welke manieren de tijd kan worden voorgesteld.
5
De naam van onze tijdrekening geven en het vertrekpunt vermelden.
5
De naam van een andere bestaande tijdrekening dan de onze geven en het vertrekpunt ervan vermelden.
5
Minstens nog twee vroegere tijdrekeningen noemen met hun vertrekpunt.
5
De grote tijdsindelingen noemen en uitdrukken in jaren.
5
Jaartallen op een tijdlijn plaatsen in chronologische volgorde.
5
Jaren situeren in de juiste eeuw en het juiste millennium.
6
De scharniermomenten van de westerse geschiedenis vermelden met de datum.
6
De zeven grote tijden of periodes van de westerse geschiedenis noemen in de juiste volgorde.
6
Een gedateerde illustratie in de juiste tijd situeren.
D
IL
IG EN
TI A
UI
5
SITUEREN IN DE RUIMTE Uitleggen op welk ruimtelijk niveau een bestudeerd onderwerp zich afspeelt.
7
Het ruimtelijk kader benoemen waarin gebeurtenissen of een samenleving voorkomen.
7
Uitleggen hoe historische feiten op een kaart voorgesteld worden.
©
7
DE SAMENLEVINGSDOMEINEN 8
De vier samenlevingsdomeinen in het menselijk handelen onderscheiden.
9
De aspecten van elk domein noemen en plaatsen.
9
Teksten en illustraties verbinden met een domein en dit toelichten. GESCHIEDENIS PLAATSEN IN EEN HISTORISCH KADER Weten welke drie componenten het referentiekader vormen van historische feiten.
32 I Wegwijzer 0 Wegwijzer.indd 32
3/08/20 19:22
De trage start van de mens
Š
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Prehistorie
1 Prehistorie.indd 33
3/08/20 20:42
Inhoud Prehistorie De trage start van de mens Wat ik moet leren Wat ik moet doen
36 37 1 Een lang verhaal in het kort
Vraag 1
Was er altijd leven op de aarde? 39 OPDRACHT 1 Ga na hoe het leven ontstond. 39 OPDRACHT 2 Maak een grote indeling van het ontstaan van het leven op de aarde tot nu. 39
2 Waar het begon Waar leefden de eerste mensen? 41 OPDRACHT 3 Verken het leefgebied van de eerste mensen. 41
Vraag 3
Hoe was het klimaat in Europa tijdens de laatste ijstijd? 43 OPDRACHT 4 Ga na hoe het klimaat het milieu bepaalde in Europa. 43
3 Sporen van het verre verleden
Hoe kennen wij ons verste verleden? 45 OPDRACHT 5 Ga na hoe we het verleden van de mens kennen. 45 OPDRACHT 6 Onderzoek wat een archeoloog doet. 47
UI
Vraag 4
TG EV
ER
IJ
Vraag 2
4 De oorsprong van de mens
Wie waren de voorouders van de mens? 51 OPDRACHT 7 Ontdek wie de voorlopers waren van de eerste mensen. 51
Vraag 6
Welke waren de kenmerken van de eerste mensen? 53 OPDRACHT 8 Onderzoek de kenmerken van de eerste mensen. 53 Hoe leefden de eerste mensen? 53 OPDRACHT 9 Onderzoek de levenswijze van de zwervende mens. 53 Welke zijn de mijlpalen in de stamboom van de mens? 55 OPDRACHT 10 Verken de mijlpalen in de menselijke evolutie. 55
IL
Vraag 8
IG EN
Vraag 7
TI A
Vraag 5
D
5 De verspreiding van de mens
©
Vraag 9
Hoe verliep de verspreiding van de mens? 57 OPDRACHT 11 Onderzoek wat migratie betekent. 57 OPDRACHT 12 Ga na hoe de mens zich over de wereld verspreidde. 57
6 Mensen in Europa Vraag 10 Welke vaardigheden ontwikkelde de moderne mens om te overleven? 59 OPDRACHT 13 Onderzoek hoe het leven was in de ijstijd. 59 Vraag 11 Welke zijn de belangrijkste keerpunten in de ontwikkeling van de mens? 63 OPDRACHT 14 Onderzoek hoe de jager zijn milieu leerde beheersen. 63 Vraag 12 Wie waren de eerste kunstenaars? 65 OPDRACHT 15 Onderzoek de kunstzin van de mens. 65
34 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 34
3/08/20 20:42
7 Jagers worden boeren Vraag 13 Waardoor veranderde de levenswijze van de jagers? 69 OPDRACHT 16 Ga na hoe het milieu verandert na de ijstijd. 69 OPDRACHT 17 Onderzoek hoe het leven van de jager veranderde. 69 Vraag 14 Hoe ontstonden de eerste nederzettingen in het oude Nabije Oosten? 71 OPDRACHT 18 Ga na hoe de nederzettingen ontstonden in het oude Nabije Oosten. 71 OPDRACHT 19 Ontleed het begrip domesticatie. 71 OPDRACHT 20 Verken het gebied waar de landbouw ontstond. 73
IJ
Vraag 15 Hoe ontstonden de eerste landbouwnederzettingen? 73 OPDRACHT 21 Ga na hoe akkerbouw en veeteelt ontstonden. 73
ER
Vraag 16 Welke zijn de gevolgen voor akkerbouw en veeteelt voor de samenleving? 79 OPDRACHT 22 Ga na hoe de hele samenleving veranderde. 79
TG EV
8 Boeren in onze streken
Vraag 17 Hoe verliep de verspreiding van de landbouw? 81 OPDRACHT 23 Onderzoek hoe de landbouw zich verspreidde. 81
UI
Vraag 18 Wat verstaan we onder neolithische revolutie? 83 OPDRACHT 24 Onderzoek hoe mensen in onze streken zich in nederzettingen vestigden. 83 OPDRACHT 25 Onderzoek wonen, leven en werk van de eerste boeren. 83
TI A
Vraag 19 Hoe was het dagelijks leven in een landbouwnederzetting in onze streken georganiseerd? 85 OPDRACHT 26 Verken de levenswijze van de boeren in onze streken. 85
IG EN
Vraag 20 Hoe ontstond de metaaltijd? 89 OPDRACHT 27 Onderzoek hoe metaal steen verdrong. 89
©
D
IL
Overzicht 90 Samenhang 92 Zelftest 96 Terugblik 102
prehistorie I 35 1 Prehistorie.indd 35
3/08/20 20:42
Wat ik moet leren 1 De oorsprong van het heelal en het ontstaan van het leven op aarde kennen. 2 De plaats bepalen van de mens in het ontstaan van het leven op aarde. 3 De klimatologische veranderingen schetsen in Afrika van 8 miljoen jaar geleden tot nu. 4 De gevolgen van de klimaatveranderingen voor de dierenwereld en de mens in Afrika analyseren. 5 Waar en in welk milieu de wieg stond van de mensheid. 6 Uitleggen hoe de mens door evolutie is ontstaan onder invloed van het milieu. 7 Beschrijven hoe het klimaat het milieu bepaalde in de laatste ijstijd in Europa. 8 De verschillen tussen ijstijd en tussenijstijd opsommen. 10 De werkwijze van een archeoloog beschrijven en wat hij doet met de vondsten. 12 De levenswijze van de eerste mensen beschrijven. 13 De mijlpalen in de menselijke evolutie opsommen en verklaren.
ER
11 Wie de voorlopers waren van de mens en wat de eerste mensen kenmerkte.
IJ
9 Uitleggen hoe wij het vroegste verleden van de mens kennen.
TG EV
14 De grondlegger van de evolutietheorie noemen en uitleggen wat hij ontdekte.
15 Beschrijven hoe en wanneer de mensen zich verspreidden over de hele wereld en wie zij waren. 16 Wie de eerste twee mensensoorten waren in Europa en hoe zij zich aanpasten. 17 De levenswijze van de jagers in Europa beschrijven.
UI
18 De kunstzin van de eerste mensen in Europa aantonen.
19 Uitleggen hoe het komt dat de zwervende jager sedentair werd. 20 Uitleggen waar en hoe de landbouw ontstond.
TI A
21 De oorzaken en de gevolgen van de landbouwrevolutie noemen en uitleggen. 22 Aantonen dat de verspreiding van de landbouw gebeurde uit noodzaak. 23 De levenswijze van de boeren in onze streken toelichten op verschillende vlakken.
©
D
IL
IG EN
24 Beschrijven hoe de metaaltijd de steentijd verdrong.
36 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 36
3/08/20 20:42
Wat ik moet doen BEGRIJPEN
TOEPASSEN
ANALYSEREN
Herinneren van informatie, feiten en theorie die je nodig hebt om opdrachten uit te voeren.
Feiten en principes kunnen begrijpen en verbanden kunnen leggen.
Kennis gebruiken in een nieuwe en concrete situatie om problemen op te lossen.
Informatie opdelen in verschillende onderdelen, verbanden zien en patronen om een probleem te analyseren.
Beoordelen en een mening of keuze verantwoorden met argumenten.
OPDRACHT 2, 20, 22, 23
OPDRACHT 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 18, 20, 23, 24, 25
OPDRACHT 19, 20, 21, 23
CREËREN
Met nieuwe kennis en ideeën creatieve oplossingen en producten ontwikkelen.
ER
TG EV
OPDRACHT
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
OPDRACHT OPDRACHT 1, 4, 5, 6, 7, 8, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 12, 15, 18, 21 10, 12, 13, 14, 15, 24, 25
EVALUEREN
IJ
ONTHOUDEN
prehistorie I 37 1 Prehistorie.indd 37
3/08/20 20:42
ER
Doc 1
Ontstaan van het leven op de aarde
D
UI
TG EV
e geboorte van onze planeet is waanzinnig lang geleden, maar liefst 4,6 miljard jaar. De aarde was toen heel heet (dat is ze nog steeds in haar kern) en leven is er onmogelijk. Het duurt dan nog een miljard jaar voordat ze voldoende is afgekoeld en de eerste eencellige levensvormen in de zeeën ontstaan. 480 miljoen jaar geleden is het land nog kaal en groeit er helemaal niks tot de temperatuur precies goed is en er zich een beschermende atmosfeer ontwikkelt rond de planeet om mossen en varens te laten groeien. Ze brengen zuurstof in de lucht, de ozonlaag wordt dikker en in snel tempo groeien bomen en struiken. Millennium na millennium ontstonden verschillende plantenen diersoorten. In vergelijking daarmee is de mens op de planeet aarde een nieuwkomer. Fig. 1.2 Ontstaan van het heelal en het leven
IL
IG EN
TI A
De meeste kosmologen zijn het er nu over eens dat het model van de big bang een waar verhaal is over de oorsprong en de ontwikkeling van het universum, ondanks het feit dat we slechts 5 procent van zijn materie en energie kennen. Dit kleine deeltje aan materie klonterde uiteindelijk samen om alles te maken dat we rondom ons zien: sterren, planeten, bomen, bloemen en dieren, en ook mensen. Zijn we de enigen die naar de kosmos kijken? Is er ergens anders in de ruimte leven, op een planeet in een baan rond een andere zon? Niemand weet het, maar we weten nu wel dat onze zon niet de enige is met planeten, en dat de meeste van de honderden miljarden sterren in de Melkweg ook begeleidende planeten zouden moeten hebben.
Zo’n 13,8 miljard jaar geleden ontstond het heelal uit een enorm heet punt met een bijna oneindig grote dichtheid aan energie. Dat begin is de big bang. Een fractie van een seconde later, bijna gelijktijdig, ontstonden tijd en ruimte overal in het heelal en alle natuurwetten die we nu kennen. Deze oerknal is geen ontploffing. Vergelijk het met iemand die via een schakelaar plots het licht aansteekt. Klik ... en hopla. Daarna volgden alle planeten, onze Melkweg, ons zonnestelsel, de aarde ...
IJ
Fig. 1.1 Ons Melkwegstelsel ziet er vanop afstand ongeveer zo uit. (Foto D. Dierick)
ge
D
en lev en
Luc De Roy, 8 okt. 2019 op: vrt.be
I
1 Prehistorie.indd 38
n
38
me or
• Als de geschiedenis van de aarde wordt beschreven in een boek van 1300 blz. - en alle periodes krijgen evenveel aandacht - dan wordt er van de eerste mensachtige wezens gesproken bij het begin van de laatste bladzijde. • Stel dat de mens één dag op aarde vertoeft, d.w.z. de eerste mens staat bij nul uur en wij bij 24 uur, dan leerde men schrijven in Mesopotamië en Egypte om 23 uur 57 minuten en 35 seconden, dan werd J. Christus geboren om 23 uur 59 minuten en 2 seconden, dan ontdekte Columbus Amerika om 23 uur 59 minuten en 46 seconden.
eerste l e ven sv
©
WIST JE DAT...
3,5 miljard jaar geleden: eerste levensvormen 56 miljoen jaar geleden: moderne zoogdieren 15 miljoen jaar geleden: mensachtigen 6 miljoen jaar geleden: mensapen Doc 2 2,5 miljoen jaar geleden: mens
prehistorie 3/08/20 20:42
1
Een lang verhaal in het kort
Ontstaan van het leven op aarde De geschiedenis van de mens heeft te maken met de vraag waar wij mensen vandaan komen. Dat verhaal begint met het ontstaan van het heelal en de geschiedenis van de aarde, heel lang geleden. OPDRACHT 1
De Melkweg is een grote verzameling sterren een sterrenstelsel waarvan ons zonne stelsel deel uitmaakt.
jaar =
millennia =
eeuwen geleden.
Op welke manier is het heelal ontstaan? Geef een naam aan dat ontstaan.
3 4
Wat ontstond er toen bijna gelijktijdig?
5
Was er ook meteen leven toen het universum ontstond?
IJ
2
Wat ontstond er geleidelijk in de miljarden jaren daarna?
Zet het taartdiagram van het leven op aarde om op een tijdlijn. a Kleur op de tijdlijn de periode zonder leven rood, de periode met leven groen. Doc 2
IG EN
1
Maak een grote indeling van het ontstaan van het leven op de aarde tot nu.
TI A
OPDRACHT 2
- 4,6
mil
jard iljard jard iljard mil -4m - 3,5 -3m
d iljar
-2m
d iljar
-1m
ontstaan van de aarde
nu
IL
Het zonnestelsel is het planetenstelsel dat bestaat uit de zon en de hemel lichamen die door de zwaartekracht aan de zon gebonden zijn.
Wanneer ontstond het heelal? Schrijf als een getal en reken om.
TG EV
universum is een synoniem voor heelal. Daarin komen hon derden tot duizenden sterrenstelsels voor, ver zamelingen van sterren (zoals de zon de ster is van ons zonnestelsel) die samenhangen door de zwaartekracht. Tussen de sterren bevinden zich grote, lege holtes.
1
UI
Was er altijd leven op de aarde?
Ga na hoe het heelal ontstond.
ER
VRAAG 1
©
D
b Hoe wordt de mens genoemd in Doc 1 sinds het ontstaan van het leven op de aarde? c Is deze bewering juist en waarom?
2
Raadpleeg Doc 1 om de volgende vraagjes op te lossen. a Waar ontstonden de eerste levende organismen op de aarde? b Welke twee voorwaarden moesten vervuld worden om leven op het land mogelijk te maken? 1. 2. prehistorie
1 Prehistorie.indd 39
I
39 3/08/20 20:42
De wieg van de mensheid
D
TG EV
ER
IJ
e meeste menselijke voorouders evolueerden in Oost-Afrika, in het gebied van de Grote Riftvallei in Ethiopië, Kenia en Tanzania. De Riftvallei is een reusachtig geulvormig dal (slenk) dat 10 tot 5 miljoen jaar geleden ontstond toen de Afrikaanse continentale plaat begon te scheuren. De Grote Afrikaanse Riftvallei is de plaats waar twee Afrikaanse aardplaten, de Nubische en de Somalische, uit elkaar schuiven. Het gebied van de breuklijn bleek een gunstige leefomgeving te zijn voor onze voorouders.
UI
Fig. 2.1 De Riftvallei nu, Tanzania
Euraziatische Euraziatische Euraziatische Plaat Plaat Plaat
Arabische Plaat
IG EN
TI A
NuNu Nu b b b PlaPliascPhilsachisch at at eate e
0 0 0
1000 km 1000 km km 1000
IL
Fig. 2.2 Afrika 8 miljoen jaar geleden
D
Afrika droogt uit
©
Afrika onderging in 8 miljoen jaar tijd een duurzame droogtetrend. Geleidelijk aan nam de neerslag af, de seizoenen werden duidelijker afgebakend en het dichte regenwoud - dat ooit heel Afrika bedekte - moest plaats maken voor groeiende grasvlakten. Afrika heeft nooit ijstijden gekend zoals die voorkwamen op het noordelijk halfrond dat een opeenvolging van lange natte en droge perioden kende.
40
I
1 Prehistorie.indd 40
So So So mm m PlaPalalisPacllaisaclisc at at haethe he
0 0 0
1000 km 1000 km km 1000
Fig. 2.3 Afrika 6 miljoen jaar geleden
dicht tropisch regenwoud dicht tropisch regenwoud dicht tropisch regenwoud vochtige savanne (grasvlakte) vochtige savanne (grasvlakte) vochtige savanne (grasvlakte) droge savanne (grasvlakte) droge savanne (grasvlakte) droge savanne (grasvlakte) woestijn woestijn woestijn zoetwatermeer zoetwatermeer zoetwatermeer grote Afrikaanse Riftvallei grote Afrikaanse Riftvallei grote Afrikaanse Riftvallei bergen in de Riftvallei bergen in de Riftvallei bergen in de Riftvallei
0 0 0
1000 km 1000 km km 1000
Fig. 2.4 Afrika nu
Het milieu verandert
Aanpassen om te overleven
Oost-Afrika kwam in dezelfde tijd door geologische activiteit omhoog en het Afrikaanse continent raakte verdeeld in een oostelijk en een westelijk leefgebied met elk een eigen karakter. Er was een hoogplateau ontstaan waar door de afwisseling van droge en natte perioden de tropische bossen veranderden in savanne en steppe.
De Oost-Afrikaanse primatenpopulatie uit het regenwoud moest zich aanpassen aan het open landschap. Er ontwikkelden zich daar soorten met een rechtopgaande gang, een groter brein en een omnivoor (allesetend) dieet. In Centraalen West-Afrika ontwikkelden de primaten zich zonder die aanpassingsdruk tot in het woud levende grote herbivore (plantenetende) Afrikaanse apen.
prehistorie 3/08/20 20:42
2
Waar het begon Leven in een voortdurend veranderend milieu Afrika kende in de loop van de laatste miljoenen jaren grote klimatologische veranderingen. Door geologische activiteit, processen binnenin de aarde die haar vormen en gevormd hebben, veranderde ook het milieu in Oost-Afrika. Daar ontstonden door evolutie de mensachtigen.
VRAAG 2
OPDRACHT 3
Waar leefden de eerste mensen?
1 a Situeer het gebied waar de oorsprong ligt van de mens.
afschuiving
TG EV
b Welke drie landen zijn hier nu te vinden?
IJ
horst
ER
slenk
Verken het leefgebied van de eerste mensen.
2 Onderzoek de kaarten van Afrika van 8 miljoen jaar geleden tot nu.
a Welke twee grote aardrijkskundige gebeurtenissen deden zich voor in die tijd?
schematische voorstelling van de Riftvallei
• klimatologisch:
UI
• geologisch:
b Welke gevolgen hadden deze gebeurtenissen voor
3 a Welk gevolg hadden de klimatologische veranderingen voor de dierenwereld? b Welke groep uit de dierenwereld bevolkte de regenwouden?
©
D
IL
steppe graslandschap zonder bomen in gebieden met jaarlijks 8 tot 9 droge maanden
• Oost-Afrika:
IG EN
savanne graslandschap met verspreide bomengroei in tropisch gebied
TI A
• West- en Centraal-Afrika:
primatenpopulatie bevolking door primaten, een zoog diersoort die leefde in de bomen van tropische bossen en waaruit de mens achtigen voortkomen
c Op welke manier groeiden deze apensoorten uit elkaar? • westen: • oosten:
d Hoe evolueerden de mensapen in de open vlakten?
prehistorie I 41 1 Prehistorie.indd 41
3/08/20 20:42
IJstijden
IJ
TI A
UI
TG EV
ER
Fig. 2.5 IJstijd van het Kwartair
Š
D
IL
IG EN
In het laatste grote tijdvak van de aarde - het Kwartair, van ca. 2,5 miljoen jaar geleden tot nu - kwamen de continenten op hun huidige plaats te liggen. Sommigen noemen het ook het Tijdperk van de Moderne Mens omdat toen ook de eerste echte mensen ontstonden. Het is een tijdperk waarin lange koude en warme periodes elkaar afwisselden: de ijstijden en tussenijstijden. In een ijstijd is de gemiddelde jaartemperatuur 5 tot 10 °C lager dan nu. Er zijn in dit tijdperk zes duidelijke ijstijden geweest die tienduizenden tot honderdduizenden jaren duurden. De overgang van de ene naar de andere periode duurde zo lang dat de mensen die toen leefden, de overgang niet eens merkten. De laatste ijstijd begon bij ons ongeveer 70 000-60 000 jaar geleden en de dooitijd begon ca. 14 000 jaar geleden. In een ijstijd bedekte een dik pak ijs (tot meer dan 1000 m dik) de hele aarde. De ijs- en sneeuwlaag moet er hebben uitgezien als het zuidpoolgebied nu. De ijsmassa onttrok zo veel water aan de oceanen dat het peil van de zeespiegel tot 130 m lager lag dan nu. Groot-BrittanniÍ bestond niet als eiland, maar was door het lage waterpeil verbonden met het vasteland. In de ijstijden lagen de kusten overal dieper Veranderingen in het klimaat hadden in Europa in zee. Op vele plaatsen bestonden landbruggen of grote invloed op de fauna en de flora. Wanneer het nauwe zeestraten. Zo konden mensen en dieren zich landijs zich naar het zuiden uitstrekt in de ijstijd, verspreiden over de continenten. ontstaat een uitgestrekte toendra met grassen en kuddedieren aan de rand van de ijskap. In de tussenijstijd, wanneer het warmer wordt, trekt de ijskap zich terug en zal een bosmilieu met varkens, herten en reeÍn ontstaan. Wij leven nu in een tussenijstijd of dooitijd. Vermoedelijk arriveerden de eerste moderne mensen in Europa tijdens de laatste ijstijd.
42
I
1 Prehistorie.indd 42
Tussenijstijden
prehistorie 3/08/20 20:42
VRAAG 3
OPDRACHT 4
Hoe was het klimaat in Europa tijdens de laatste ijstijd?
Ga na hoe het klimaat het milieu bepaalde in Europa.
1 Welke klimatologische omstandigheden kent het Kwartair in het noordelijk halfrond? 2 Hoe wordt het Kwartair Tijdperk ook genoemd en waarom?
Kwartair Tijdperk tijdperk waarin koude perioden (ijstijden) en warme perioden (tussenijstijden) elkaar afwisselen In het totaal zijn er zo’n zes grote ijstijden geweest gedurende het Kwartair, maar waarschijnlijk zijn er in het totaal ongeveer 20 (kleine en grote) ijstijden geweest.
3 a Rangschik de volgende kenmerken bij de juiste hoofding: ijstijden
tussenijstijden
UI
TG EV
ER
IJ
temperatuur stijgt - temperatuur daalt - zeespiegel daalt - zeespiegel stijgt - dik pakijs op het land - ijskap smelt af - landbruggen - zeeën ontstaan - toendra met kuddedieren - bosvegetatie met boswild
toendra gebied met grassen en mossen zonder hoge plantengroei, grenzend aan een poolgebied
TI A
b Hoeveel bedraagt de gemiddelde jaartemperatuur in een ijstijd?
IG EN
c Hoeveel bedraagt de gemiddelde jaartemperatuur nu in ons land? d Zoek een stad in Europa die nu ongeveer dezelfde gemiddelde jaartemperatuur heeft als in een ijstijd.
IL
4 Welke typische landschappen ontstonden na de ijstijden?
D
• in West-Europa:
©
fauna dierenwereld
flora plantenwereld
• in Afrika:
5 Welk klimaat was het gunstigst voor de ontwikkeling van de mens? het droge, tropische klimaat van Afrika het koude, vochtige klimaat van West-Europa
prehistorie I 43 1 Prehistorie.indd 43
3/08/20 20:42
De bodem, schatkamer van het verleden
IG EN
Archeologen en paleontologen
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Tot zowat 5000 jaar geleden kon niemand op aarde schrijven en dus op die manier zijn eigen geschiedenis niet nalaten. Maar het verleden van mensen is vaak bewaard gebleven in de bodem, soms in de vorm van duurzaam versteende resten (fossielen) van menselijke overblijfselen zoals schedels en botten of zelfs hele graven met hun inhoud. Ook gebruiksvoorwerpen zoals werktuigen, wapens en sieraden worden teruggevonden. Minder spectaculair en toch heel belangrijk zijn de subtiele sporen van bv. vuurplaatsen, paalgaten van bewoning, puin ... want ze bevatten informatie over de gewoonten, leefwijze, vaardigheden en technieken, sociale verhoudingen en culturele ontwikkeling van bewoners en gebruikers.
©
D
IL
Archeologen en paleontologen zijn oudheidkundigen die de evolutie bestuderen van het leven op aarde. Een paleontoloog speurt al naar het eerste leven van de kleinste organismen in de zeeën. De interesse van de archeoloog wordt gewekt vanaf de oudste sporen van de mens zowat 2,5 miljoen jaar geleden. Op dat punt komen beide wetenschappers elkaar tegen.
44
I
prehistorie
1 Prehistorie.indd 44
Fig. 3.1 Werkputten op een opgraving, België (2019)
3/08/20 20:42
3
Sporen van het verre verleden
Speuren met de spade We weten heel weinig over de prehistorie. Dat komt omdat er weinig bronnen overgebleven zijn. Alles wat we terugvinden, zijn overblijfselen. Die worden opgegraven of ontdekt door archeologen.
VRAAG 4
OPDRACHT 5
Hoe kennen wij ons vroegste verleden? fossielen alle resten en spo ren van planten en dieren die bewaard zijn gebleven in de aardbodem. Fossiele sporen zijn bv. kruipen voetsporen, holen en nesten. Ze moeten niet altijd ‘versteend’ zijn om als fossiel beschouwd te worden.
Ga na hoe we het verre verleden van de mens kennen.
1 Kruis de beweringen die juist zijn aan met groen, met rood wat niet juist is. Een archeoloog is een oudheidkundige.
Een archeoloog onderzoekt vooral geschreven bronnen.
IJ
Een oudheidkundige is een geschiedkundige die vooral materiële resten bestudeert.
ER
De prehistorie kennen we vooral uit archeologische bronnen.
Archeologie is een hulpwetenschap van de geschiedenis omdat ze het geschied verhaal helpt vervolledigen.
TG EV
Een archeoloog onderzoekt ook de materiële overblijfselen van het recente verleden. onder de juiste hoofding: werktuigen - afdrukken van voetsporen - sieraden 2 Rangschik - wapens - skeletten - paalgaten - vuurplaatsen - verkleuring bodem
materiële overblijfselen
niet-fossiele sporen
en archeologen zijn wetenschappers die de evolutie van het leven op 3 Paleontologen aarde bestuderen. a Met welk soort overblijfselen bestuderen zij die evolutie? Leg dit begrip uit.
©
D
IL
paleontoloog wetenschapper die onderzoekt hoe dierlijke en plantaardige organismen op aarde evolueerden, vaak met behulp van fossiele resten en sporen
IG EN
TI A
UI
evolutie ontwikkeling, verandering in de loop van de tijd
b Waar vinden zij deze materiële resten en sporen van vroeger leven? • archeologen: • paleontologen: c Op welke manier vinden zij die overblijfselen? • archeologen: • paleontologen:
d Zijn alleen materiële resten en voorwerpen belangrijk voor een archeoloog?
prehistorie I 45 1 Prehistorie.indd 45
3/08/20 20:42
Doc 3
De archeoloog
TG EV
ER
IJ
De archeoloog (hij of zij) is eigenlijk een detective die de overblijfselen van mensen en de sporen van hun aanwezigheid opgraaft en bestudeert. Allereerst onderzoekt hij het terrein om te bepalen waar hij gaat graven. Hij zet paaltjes, verdeelt het terrein en stippelt een werkwijze uit. Hij gaat heel voorzichtig te werk. Als er iets gevonden wordt, neemt hij dat niet onmiddellijk uit de grond. Iets onvoorzichtig aanraken wat eeuwenlang in de grond heeft gelegen, kan tot stof uiteenvallen en dan zou alles verloren zijn. Met een klein schopje, een mes, een borstel verwijdert de archeoloog de aarde eromheen. Hij stelt vast hoe diep iets onder de grond ligt, hoe iets ligt en wat er nog te vinden is. Hij meet, maakt aantekeningen, tekent en neemt foto’s. De archeoloog bestudeert dan al deze gegevens en is daarna in staat ons iets te vertellen over de mensen die op die plaats honderden of duizenden jaren geleden hebben geleefd.
E
Doc 4
©
D
IL
IG EN
Fig. 3.3 Wervelkolom van chimpansee (links), Australopithecus (midden) en mens (rechts)
TI A
en chimpansee (links) is een mensaap en de nauwste verwant van de mens (rechts). Ze hebben gemeenschappelijke voorouders, maar begonnen 7-5 miljoen jaar geleden uit elkaar te groeien. De Australopithecus is de voorloper van de mens.
UI
Fig. 3.2 Archeologen Archeologen aan het werk, Forum Romanum Rome (2007)
Fig. 3.4 Putgraf uit het oude Egypte (vóór 3100 v.Chr.)
46
I
1 Prehistorie.indd 46
prehistorie 3/08/20 20:42
OPDRACHT 6
mensaap aap die behoort tot een van de soorten die evolutionair nauw verwant zijn met de mens zoals chimpan sees en bonobo’s
1
Onderzoek wat een archeoloog doet.
Archeologen gaan bij opgravingen zeer zorgvuldig te werk. Bestudeer Doc 3 a Wat doet hij achtereenvolgens bij de volgende stappen? • vóór de opgravingen:
Australopithecus letterlijk: 'zuidelijke mensaap', genoemd naar de eerste fos siele vondsten in het zuiden van Afrika. Heeft dezelfde voor ouder als de mens, maar staat dichter bij de mensaap dan bij de mens.
• tijdens de opgravingen:
• na de opgravingen:
IJ
Wat heb ik gevonden?
TG EV
Uit welke tijd dateren mijn vondsten?
ER
c Kruis de vragen aan die de archeoloog zich stelt als hij iets vindt.
Wat leer ik daaruit?
Hoeveel is mijn ontdekking waard?
Welke verschillen merkt een archeoloog op?
a Vergelijk de skeletten en noteer de verschillen bij de juiste hoofding. Doc 4
UI
2
chimpansee
• schedel
mens
TI A
(klein / groot)
• voorhoofd
(laag / hoog)
IG EN
• wenkbrauwen (zwaar / geen)
• kin
Š
D
IL
(zwaar / geen)
• gezicht
(platte / vooruitstekende neus)
• wervelkolom (gebogen / S-vormig)
• borstkas (trechtervormig / rond)
b Welke besluiten trekt een archeoloog uit de vergelijking?
chimpansee
mens
ď‚—
hersenomvang:
groot / klein
groot / klein
ď‚—
darmen:
planteneter (veel darmen) / vleeseter (minder darmen)
planteneter (veel darmen) / vleeseter (minder darmen)
ď‚—
gang:
rechtop (tweebenig) / gebogen (kneukelloop)
rechtop (tweebenig) / gebogen (kneukelloop) prehistorie
1 Prehistorie.indd 47
I
47 3/08/20 20:42
Leestekst
archeoloog
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Een , is dat voor jou nog steeds een avonturier die, voorzien van spade en houweel, de bodem omwoelt op zoek naar verborgen schatten in verre landen? Archeologie is inderdaad een avontuur, maar dan wel een wetenschappelijke belevenis. Dit is een interview met Peter Cosyns, een jonge archeoloog van eigen bodem.
IG EN
WAAROM KOOS JE VOOR ARCHEOLOGIE?
©
D
IL
Ik was altijd al enorm geïnteresseerd in geschiedenis. Maar het is pas sinds mijn zestiende dat archeologie voor mij iets bijzonders is gaan betekenen. Heel toevallig vond ik, toen ik de moestuin van mijn ouders aan het wieden was, vuurstenen werktuigen uit het neolithicum (jongere steentijd). Ik vermoedde meteen dat die silexen ouder waren dan de Romeinse tijd en ik ben met mijn vondsten naar een amateur-archeoloog gegaan. Hij maakte voor elke silex een soort fiche met afmetingen en een nauwkeurige tekening. Verder vroeg hij me hoe en waar ik mijn vondsten had gedaan. Na zijn uitleg besloot ik de omliggende velden te onderzoeken. Ik maakte een schets van elk perceel, waarop ik de vondsten die ik deed, aanduidde. Zonder het te beseffen was ik met veldonderzoek bezig. Vanaf toen was mijn keuze gemaakt: ik zou archeologie studeren. HOE WEET JE WAAR JE MOET BEGINNEN GRAVEN? Sommige archeologische ontdekkingen gebeuren zuiver toevallig. De rotsschilderingen van Lascaux bijvoor-
48
I
1 Prehistorie.indd 48
beeld zijn door spelende kinderen gevonden. Vissers halen fragmenten van beelden of vaatwerk boven in hun netten, werkmannen stoten bij de aanleg van gebouwen of wegen op resten van een oude nederzetting ... Zulke ontdekkingen leiden dan tot verder onderzoek in die omgeving. In de andere gevallen wordt doelbewust nagegaan of een bepaalde plaats in aanmerking komt voor opgraving. Er kunnen geschreven bronnen zijn die de aandacht vestigen op een plek. Of de sporen van het verleden zijn nog een beetje zichtbaar aan de oppervlakte. De structuur of de scheikundige samenstelling van de bodem kan wijzen op vroegere menselijke aanwezigheid. Ook via luchtfotografie komen sporen van wegen of gebouwen aan het licht. Vóór archeologen tot opgravingen overgaan, wordt er een onderzoek verricht. Dat heet 'aan prospectie doen'. EN WAT GEBEURT ER DAN? HOE GAAT EEN ARCHEOLOOG JUIST TE WERK? Als een plaats lange tijd bewoond is geweest, kun je bij de opgravingen meestal verschillende cultuurlagen herkennen. De studie van die lagen (strata) heet stra-
prehistorie 3/08/20 20:42
IJ
Op het terrein werken vooral archeologen en arbeiders. Om het werk sneller te laten verlopen, schakelen we ook tekenaars, fotografen en topografen in. Moeten er bepaalde studies heel grondig uitgevoerd worden, dan roepen we de hulp in van specialisten uit andere wetenschappelijke richtingen: antropologen bestuderen de menselijke beenderen, archeozoölogen de dierlijke resten, bodemkundigen ontleden de bodem, botanisten of plantkundigen bestuderen hoe het landschap er vroeger heeft uitgezien ... KUNNEN OOK JONGEREN AAN OPGRAVINGEN DEELNEMEN?
UI
AAN WELKE OPGRAVINGEN HEB JE DEELGENOMEN?
NEMEN ER OOK ANDERE MENSEN DEEL AAN EEN OPGRAVING?
ER
Opgraven betekent tegelijkertijd het vernielen van sporen. Daarom moet je van ieder spoor of voorwerp precies neerschrijven in welke laag je het gevonden hebt. Dit is vooral belangrijk om vast te stellen uit welk jaar of uit welke tijd het voorwerp afkomstig is (datering). Daarom houden we een dagboek bij van de opgraving en ook een zo volledig mogelijk rapport met tekeningen en foto's van profielen, plattegronden en overblijfselen. Later verschijnen die opgravingsverslagen in vaktijdschriften, zodat ook andere archeologen het werk kunnen beoordelen en bestuderen. De tijdschriften en kranten lichten het brede publiek in over vondsten in binnen- en buitenland.
de HST-lijn van de NMBS. Zulke opgravingen kunnen maanden of jaren duren, maar soms ook maar enkele weken of dagen. De meeste buitenlandse projecten zijn onderzoeksprojecten die ingediend zijn door wetenschappelijke instellingen zoals universiteiten en musea. Krijg je de goedkeuring van de plaatselijke overheid, dan kan het archeologisch onderzoek op een bepaalde plaats of site soms generaties lang door eenzelfde instelling worden voortgezet.
TG EV
tigrafie. De bovenste laag is de jongste, de onderste de oudste. Je kunt de lagen van elkaar onderscheiden door een kleurverschil of door een verschil in materiaal en samenstelling. Je graaft een sleuf om een verticale doorsnede te verkrijgen van zo veel mogelijk op elkaar liggende lagen. Daarna verwijder je, in horizontale richting, de verschillende lagen één na één.
Op veel plaatsen in binnen- en buitenland kun je deelnemen aan een grote opgraving, zonder dat je archeoloog moet zijn. Meestal moet je wel 16 jaar zijn, maar sommige organisaties laten al deelnemers toe vanaf 12 jaar (enkel voor België). Het is de beste manier om kennis te maken met het vak, je talenkennis te vergroten en in contact te komen met andere culturen.
IG EN
TI A
Eerst aan de opgraving van de Gallo-Romeinse villa van Erps-Kwerps (Leuven), later vooral aan buitenlandse campagnes: Mordelles (Bretagne), Mallia (Kreta), Sagalassos en Melli (Turkije), Elkab (Egypte). Nu werk ik in Tienen, waar we met drie teams een nieuw indus trieterrein (Grijpenveld) van 60 ha opgraven.
IS EEN OPGRAVING IN HET BUITENLAND VERSCHILLEND?
©
D
IL
Een buitenlandse opgraving is een echte expeditie. Je moet alles van tevoren tot in de details regelen en uitwerken, want eenmaal ver van huis is het heel moeilijk en vaak ook heel duur om een probleem op te lossen. Je belandt in een vreemde cultuur met andere leef- en eetgewoonten en met een ander klimaat. Je moet ook goed kunnen functioneren in een grote groep en er is weinig tot geen privacy. Het is een zware opgave die de meeste deelnemers nochtans niet afschrikt. De opgravingen in België zijn minder groots of spectaculair, maar daarom niet minder interessant. Bovendien keer je elke avond terug naar je vertrouwde thuis waardoor je niet zo afhankelijk bent van de groep waarmee je samenwerkt. ZIJN ER IN BELGIË NOG VEEL OPGRAVINGEN? Bij ons zijn de meeste opgravingen bijna steeds noodopgravingen, doorgaans naar aanleiding van openbare werken of een of ander bouwproject. Denk maar aan
De term 'archeologie' is van Griekse oorsprong en betekent 'de wetenschap van oude dingen'. Vandaag verwijst het naar het opsporen, opgraven en onderzoeken van materiële sporen uit het verleden. Soms zijn die sporen nog zichtbaar aan de oppervlakte, maar meestal gaat het om resten die in de bodem achtergebleven zijn. Via die materiële overblijfselen wil de archeoloog meer te weten komen over de omstandigheden waarin mensen vroeger leefden. Vooral voor perioden waarvan maar weinig geschreven bronnen bestaan, is archeologie belangrijk. In musea vind je de opgegraven voorwerpen terug. Ze worden eerst gereinigd, genummerd, zo nodig gerestaureerd en behandeld met het oog op hun verdere bewaring. Een conservator is verantwoordelijk voor hun verdere behoud. De mooiste en meest interessante voorwerpen worden tentoongesteld in de zalen. De rest blijft in de depots opgeborgen voor onderzoekers die het materiaal willen bestuderen.
prehistorie I 49 1 Prehistorie.indd 49
3/08/20 20:42
Uit de familiegeschiedenis aftakkingen in de menselijke evolutie Overlijdensbericht Naam: Lucy Familienaam: Australopithecus Geslacht: vrouwelijk Geboorteplaats en -datum: Ethiopië - 3,18 miljoen jaar geleden Grootte: 1,06 m Gewicht: 25 kg
primaten mensachtigen (hominiden) (19-15 milj. jaar geleden)
mensapen orang-oetan
(16-13 milj. jaar geleden)
gorilla
Oermens Lucy stierf waarschijnlijk door val uit boom Wetenschappers hebben op haar fossiele resten verschillende beenderbreuken gevonden die sterke gelijkenissen vertonen met de verwondingen die mensen bij een val van grote hoogte oplopen.
(10-8 milj. jaar geleden)
Australopitheci
(4,3 - 2 milj. jaar geleden)
IJ
mens HOMO
(2,5 milj. jaar geleden)
Homo habilis Homo erectus Homo sapiens
F. Segers, VRTnws, 29 aug 2016
Fig. 4.2 Voorouder van de mens
TG EV
Fig. 4.1 Afstamming van de mens
ER
chimpansee
(7-5 milj. jaar geleden)
Z
IL
IG EN
TI A
UI
es miljoen jaar geleden ontstonden in Afrika savannes. De mensapen waartoe Lucy behoorde, leefden aan de rand van het oerwoud. Met hun lange armen en korte benen konden ze nog altijd prima in bomen klimmen, maar ze waagden zich steeds meer op de open vlakte. Geleidelijk werden hun armen korter en hun benen langer, zodat ze beter grote afstanden over de savanne konden afleggen. In de nieuwe leefgebieden kwamen ze in aanraking met ander voedsel. Overal raakten zij aangepast aan de omgeving en zo ontstonden er verschillende, nieuwe Australopithecussoorten. Hoewel ze veelal op twee benen liepen en hun hersenen groter waren dan die van hun voorgangers, hadden ze nog steeds het lichaam en de handen van een aap en konden ze nog goed in bomen klimmen, bijvoorbeeld om te vluchten voor een roofdier. Zij waren de voorlopers van de mens, maar we weten niet van welke van de vermoedelijk zes soorten Australopitheci uit die periode de mens afstamt.
D
Fig. 4.3 Regenwoud
Fig. 4.4 Savanne
©
Leven op de savanne Door zijn kleine gestalte was de voorouder van de mens een gemakkelijke prooi voor grote roofdieren als de leeuwen en jachtluipaarden in de open bosomgeving van de toenemende savanne. Hij werd stilaan groter, want dat was een kwestie van overleven. Als hij boven het gras uit kon kijken, zag hij het gevaar naderen en kon hij zich sneller in veiligheid brengen. Door rechtop te lopen nam hij minder zonnewarmte op en verbruikte hij minder energie. Bovendien kreeg hij zijn handen vrij om stokken te hanteren en mee te dragen die hij ook als eenvoudig werktuig of wapen kon gebruiken. Fig. 4.5 Skelet van de Australopithecus, voorvader van de mens
50
I
1 Prehistorie.indd 50
prehistorie 3/08/20 20:42
4
De oorsprong van de mens Stamboom van de mens De stamboom van de mens opstellen, te beginnen bij de voorlopers van de mens, lijkt eerder op het samenstellen van een legpuzzel. De moeilijkheid is dat heel wat stukken van de menselijke puzzel ontbreken. Sommige mensensoorten kwamen samen voor en andere stierven uit. De huidige mensensoort is de enige overlevende tak van de hele stamboom. OPDRACHT 7
mensachtig toegeschreven ken merk aan alle soorten Australopitheci die zelf geen mensen zijn, maar wel menselijke kenmerken hebben zoals rechtop lopen. Aapachtige kenmerken zijn kneukelloop, bos bewoner, minder herse nen dan mensachtigen
en apen zijn familie van elkaar. Ze hebben dezelfde voorouders, maar ontwik1 Mensen kelden zich anders en groeiden 7 tot 5 miljoen jaar geleden uit elkaar.
IJ
Wie waren de voorouders van de mens?
Ontdek wie de voorlopers waren van de eerste mensen.
a In welke soort omgeving leefden de primaten van Oost-Afrika oorspronkelijk? (blz. 40)
TG EV
b Wanneer en hoe veranderde het landschap?
ER
VRAAG 5
UI
c Wat valt op als we de leefomgeving van de Australopithecus (regenwoud) en open vlakte (savanne) vergelijken?
TI A
d In Centraal- en West-Afrika blijft het regenwoud bestaan: daar blijven de bewoners plantenetende apen. In Oost- en Zuid-Afrika ontstaan de voorlopers van de eerste mensen.
, dat zijn
IG EN
is de beroemdste oermens omdat ze de oudste Australopithecus is waarvan bijna 2 Lucy 45% van het fossiele geraamte is teruggevonden.
IL
a Waaraan wordt de dood van Lucy toegeschreven? Waarom?
b Hoe komt het dat de armen korter werden en de benen langer?
©
D
'In Beieren (D) werden recent in een kleiput de resten gevonden van een mensaap (Danuvius guggenmosi) die 11,6 milj. jaar gele den daar zou hebben geleefd. Daaruit blijkt dat mensapen, waaruit de mens ontwikkelde, niet alleen in Afrika heb ben geleefd. Wat niet betekent dat de mens ergens anders dan in Afrika zou zijn ontstaan. De puzzel van de men selijke stamboom wordt wel verder aangevuld.’
3 Wat waren de voordelen van het rechtop lopen? -
prehistorie I 51 1 Prehistorie.indd 51
3/08/20 20:42
Doc 5
Een nieuwkomer: de mens
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Samen met de laatste Australopitheci van 2 miljoen jaar geleden, leefde er zowel in oostelijk als in zuidelijk Afrika een ander wezen dat zo goed als zeker uit een van de Australopitheci voortkwam en dat een opmerkelijk grotere herseninhoud had: 800 cm³. Deze wezens waren de eerste mensachtigen. Ze liepen rechtop, gebruikten stenen gereedschap en hadden een grote herseninhoud. Ze kregen als geslachtsnaam Homo wat mens betekent en de soortnaam habilis: de handige mens.
Fig. 4.6 Homo habilis op de Afrikaanse savanne
©
D
IL
Maak een opstelletje over de levenswijze van de eerste mens aan de hand van de tekening. Bedenk eerst een goede titel.
52
I
1 Prehistorie.indd 52
prehistorie 3/08/20 20:42
VRAAG 6
OPDRACHT 8
Welke waren de kenmerken van de eerste mensen?
1
Onderzoek de kenmerken van de eerste mensen.
De mens als nieuwkomer combineert ten opzichte van zijn voorganger drie nieuwe menselijke kenmerken die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Welke? a b c
2
De fysieke aanpassing van de mensensoort heeft voordelen. Welke?
IJ
a rechtop lopen:
ER
b hersenen:
VRAAG 7
TG EV
c handen: OPDRACHT 9
Hoe leefden de eerste mensen?
1
Onderzoek de levenswijze van de zwervende mens.
a Door de droogte zijn de grasvlakten zijn nieuwe thuis, maar hij keert nog veel terug naar de bomen. Waarom? 1.
UI
2. 1. 2.
IG EN
3.
TI A
b Waaraan zie je dat hij handig is? Geef hiervan minstens drie voorbeelden. Doc 5
a Op welke manier probeert deze mens te overleven? Breng de nummers over op de tekening. Doc 5
Š
D
IL
2
1
Hij
op klein wild, geen groot wild.
2
Hij eet
want er zijn gieren in de lucht.
3
Hij plukt
4
Hij verzamelt
5
Hij
6
Hij
in het water. eieren uit de nesten.
b Kan deze mens op een vaste plaats verblijven?
c Eet hij onmiddellijk op wat hij vindt?
prehistorie 1 Prehistorie.indd 53
I
53 3/08/20 20:42
2
Hij leefde waarschijnlijk na Homo habilis, maar het is niet uitgesloten dat beide soorten naast elkaar hebben geleefd. Homo ergaster (de werkman) was een van de oudste erectussoorten in Afrika. Fossielen wijzen erop dat hij groot was, een echte hardloper. Hij at regelmatig vlees en ging actief en efficiënt op jacht en hij had daarom een groter territorium nodig. Zijn naam zegt dat hij gevarieerde werktuigen maakte, echt maatwerk zoals messen en vuistbijlen. Houtskoolresten wijzen op het gebruik van vuur om voedsel te garen, zich te beschermen tegen roofdieren en dat hij sociale omgang met leden van de groep kende.
Homo habilis de handige mens
IJ
Homo erectus was de mens die voor het eerst Afrika verliet en zich verspreidde over de hele oude wereld (Eurazië en Zuidoost-Azië). 3
Homo sapiens de wetende mens
Hij is de moderne mens die zich naar overal verspreidde. Hij zag, evenals zijn voorgangers, ook het levenslicht in Oost-Afrika zo’n 300 000 jaar geleden. Eerst verkende hij het hele continent dat hij op zijn beurt verliet. Hij kwam vanaf 100 000 jaar geleden op veel plaatsen in de hele wereld terecht die allemaal een specifieke aanpassing van de soort vereisten.
UI
Hij gebruikte als eerste stenen werktuigen: van de ene steen werd met een andere steen een scherp fragment afgeslagen dat als mes of schraper kon worden gebruikt. Hij at immers vlees zoals snijsporen op botten van o.a. kleine antilopen aantonen. Hij was eerder aaseter (dier dat zich voedt met gevonden dode dieren zonder er zelf op te jagen) dan jager en versplinterde dierenbotten voor het beenmerg. Homo habilis heeft een groter hersenvolume waarvan de toename alleen mogelijk is door een geconcentreerde bron van energie, eiwitten en vetten, dus door dierlijke voeding.
Homo erectus de rechtoplopende mens
TG EV
1
Doc 6
ER
Mijlpalen
IG EN
TI A
Doc 7
• voorloper van de mens (mensaap) • 4,3 - 2 milj. jaar geleden
2. Homo erectus
• gebruikt/maakt de eerste werktuigen • verzamelaar-aaseter • 2,8 - 1,5 milj. jaar geleden
• verlaat Afrika • jager-voedselzoeker • 1,9 milj. - 140 000 jaar geleden
3. Homo sapiens moderne mens • past zich overal aan • 45 000 jaar geleden in Europa - nu
©
D
Schedel / herseninhoud
ca. 1400 cm
1. Homo habilis
IL
Australopithecus
neanderthaler • 100 000 - 30 000 jaar geleden in Europa
ca. 400-660 cm Werktuigen gebruikt ruwgevormde stenen als werktuig
ca. 660 cm choppers: keien met één snijvlak
ca. 750-1400 cm
ca. 1000-1400 cm
Homo erectus ergaster
Homo sapiens sapiens
• 1,9 - 1,4 milj. jaar geleden • vuistwiggen met twee snijvlakken en snijwerktuigen
klingen: lange, smalle afslagen waarvan door bewerking vele werktuigen gemaakt worden
Fig. 4.7 Mijlpalen in de evolutie van de mens
54
I
1 Prehistorie.indd 54
prehistorie 3/08/20 20:42
VRAAG 8
OPDRACHT 10 Verken de mijlpalen in de menselijke evolutie.
Welke zijn de mijlpalen in de stamboom van de mens?
1 Lees de tekst.
Alle levende wezens evolueren. Evolueren wil zeggen ontwikkelen, veranderen. Doorheen de menselijke evolutie loopt een rode draad langs enkele mijlpalen tot de mens die wij zijn. Die ontwikkeling verliep niet rechtlijnig. Pas in de 19de eeuw ontdekte de Engelse bioloog Charles Darwin hoe evolutie werkt. De evolutietheorie verklaart hoe levende wezens langzaam veranderen. Voordien hadden vele volkeren scheppingsverhalen en geloofde bijna iedereen dat alles door een goddelijk wezen was geschapen. Slechts een kleine groep christenen – ze worden creationisten genoemd – gelooft dit nog steeds.
b Over welk soort evolutie gaat de evolutietheorie?
IJ
a Wie was de grondlegger van de evolutietheorie? de langzame klimaatverandering als gevolg van de opwarming van de aarde
ER
de langzame biologische verandering van alle levensvormen in de loop van de tijd de langzame verandering van de samenleving door technologische vernieuwingen Onderstreep de kernwoorden in de beschrijving van de mijlpalen van de 2 a menselijke evolutie. Doc 6
TG EV
Charles Darwin (1809-1882) grondlegger van de evolutietheorie, beschreven in ‘Over de oorsprong van de soorten’
b Maak een zin met behulp van de onderstreepte woorden waarin je zegt wat we zeker moeten weten en onthouden van elke mijlpaal. • Homo habilis (de handige mens):
TI A
IG EN
• Homo erectus (de rechtoplopende mens):
• Homo sapiens (de wetende mens):
©
D
IL
creationisme Sommige gelovigen gaan ervan uit dat alles wat bestaat, ook de mens, is ontstaan uit een goddelijke scheppingsdaad. Veel volkeren kennen nog een scheppings verhaal zoals dat van Adam en Eva.
UI
evolutietheorie De evolutieleer zegt dat de mens afstamt door natuurlijke selectie van andere, meestal primitievere en uitge storven diersoorten.
3 Bestudeer het schema met de mijlpalen in de evolutie van de mens.
Doc 7
a Hoe evolueerde de menselijke gestalte?
b Hoe evolueerden de hersenen van de mens? c Hoe evolueerden de werktuigen die de mens maakte?
prehistorie I 55 1 Prehistorie.indd 55
3/08/20 20:42
Planten migreren
Dieren migreren
Het lijkt misschien niet zo, maar planten zijn uitstekende migranten. Ze gaan op zoek naar de beste plaatsen om te kunnen groeien. Dat doen ze met hun zaden. Heel wat plantenzaden zijn erop gemaakt om ver weg van de moederplant te kunnen reizen. Soms door de wind. Soms aan de vacht van dieren. Soms in de buik van dieren waarna ze met de uitwerpselen ergens anders belanden.
Ook dieren verplaatsen zich om te overleven. Op de Afrikaanse savannes trekken honderdduizenden graseters zoals gnoes en zebra’s over de vlaktes op zoek naar voedsel. Ze worden op de voet gevolgd door roofdieren als leeuwen en hyena’s. De grijze walvis legt in zijn leven zo’n 800 000 km af. Heel wat trekvogels migreren in de winter vanuit onze streken naar het zuiden waar ze meer voedsel en een broedplaats vinden. Mensen migreren Mensen zijn misschien de meest verwoede migranten van alle levende wezens. Al vanaf de prehistorie trekken de mensen de wereld rond op zoek naar een betere plek om te leven. Tot op vandaag verhuizen mensen om heel verschillende redenen: een betere woning, gezinshereniging, ander werk, op de vlucht voor geweld, honger of uitbuiting ...
IJ
Out of Africa
D
UI
TG EV
ER
e eerste mensen buiten Afrika verschenen zo’n 1,8 tot 1,7 miljoen jaar geleden in Eurazië en Azië. Zowat 700 000 jaar geleden (Naar: geschiedenis van de migratie, hetgeheimvanyoussef.be) begon de uittocht van de voorouders van de robuuste neanderthalers uit Afrika naar onze streken. Dankzij hun vuistbijltechniek en kennis van het vuur slaagden zij erin te overleven in de bitterkoude noordelijke streken. Aanvankelijk gingen ze in de koudste periodes zuidwaarts en in de warmere tijden noordwaarts. De Europese neanderthalers vestigden zich pas een 125 000 jaar geleden, tijdens de laatste tussenijstijd, op de uitgestrekte vlakte van oostelijk Europa. Toen het zo’n 100 000 jaar geleden weer kouder werd, bleven sommige groepen ter plaatse. Rond dezelfde periode begon de moderne mens, de Homo sapiens, aan zijn uittocht uit Afrika. Zowat 42 000 jaar geleden moet hij in Europa op neanderthalers zijn gestoten. De moderne Homo sapiens had een voorsprong op de neanderthalers door zijn technisch vernuft, dat resulteerde in vallen, netten en lichte jachtwapens.
©
D
IL
IG EN
TI A
(Naar de Amerikaanse archeoloog J.F. Hoffecker, E. Bracke in: Knack, 3 maart 2010)
Fig. 5.1 Verspreiding van Homo sapiens
56
1
De moderne mens, Homo sapiens, is zo’n 300 000 jaar geleden ontstaan in Oost- en Zuid-Afrika en verkent vanaf 200 000 jaar geleden heel het Afrikaanse continent.
2
Ruim 100 000 jaar geleden verscheen de Homo sapiens in het Nabije Oosten. Van daaruit verspreidde hij zich over Azië en Oceanië.
3
Tussen 42 000 en 10 000 jaar geleden bereikte de moderne mens onze streken waar ook de neanderthaler leefde.
4
De eerste mensen bereikten Amerika over het land toen tussen Azië en Alaska nog een landbrug bestond in de laatste ijstijd. Ze volgden trekkende kudden dieren tot in het zuidelijkste punt van Zuid-Amerika.
I
1 Prehistorie.indd 56
Doc 8
prehistorie 3/08/20 20:42
5
De verspreiding van de mens
De eerste migranten Alle levende wezens migreren. Niet alleen mensen, ook dieren en planten verhuizen of migreren. Al van in de prehistorie leefden onze vooruders in zwervende groepen. Migratie is van alle tijden ... OPDRACHT 11 Onderzoek wat migratie betekent.
Hoe verliep de verspreiding van de mens?
1 a Een ander woord voor migratie is
.
Een
is iemand die verhuist.
b Hoe en waarom migreren planten en dieren?
IJ
VRAAG 9
• planten:
ER
• dieren:
TG EV
c Waarom volgden onze eerste voorouders de trek van grote kudden?
TI A
UI
d Om welke redenen migreren mensen in onze tijd?
IG EN
besluiten trek je uit het verschijnsel migratie van plant, dier en mens? 2 Welke De belangrijkste redenen zijn:
OPDRACHT 12 Ga na hoe de mens zich over de wereld verspreidde.
1 Lees de tekst Out of Africa.
a Wat wordt er bedoeld met deze titel?
©
D
IL
‘Uit onderzoek blijkt dat de 'vroege mensachtigen’ al 2,1 miljoen jaar geleden in Azië waren. Tot hiertoe dachten wetenschappers dat dit pas 1,8-1,7 milj. jaar geleden was. Ze zeggen nu ook dat de neanderthaler reeds veel vroeger in Europa was dan tot nu toe werd aangenomen. In een grot in Spanje (Lima de los Huesos) werden fossielen gevonden van 430 000 jaar oud. Diezelfde onderzoekers zeggen: ‘We leren veel, maar ook dat we steeds voorzichtiger moeten worden’.
b Zoek de jaartallen die passen bij de volgende fasen in de migratie van de eerste mensen. jaren geleden de allereerste mensen verlaten Afrika de voorouders van de neanderthalers vertrekken in Afrika de moderne mens vestigt zich in Europa
2 Bekijk de kaart van de migratieroutes goed en lees de tekst onder de kaart.
Doc 8
a Schrijf in de cirkeltjes op de kaart de passende nummers.
b Hoe heet de mensensoort die Afrika verlaat (rode pijlen)? c Waarom worden zij de heerser van de wereld genoemd? Geef twee redenen.
prehistorie I 57 1 Prehistorie.indd 57
3/08/20 20:42
Homo sapiens in Europa
Troeven van de moderne mens • Hij heeft meer soorten en fijnere wapens en werktuigen.
De neanderthaler leefde in Europa samen met de Homo sapiens, de soort die wij zijn. Homo sapiens ontstond ook in Afrika tussen 300 000 en 200 000 jaar geleden en trok naar Azië en Europa en later naar alle continenten van de wereld. Hij was een rondtrekkende mensensoort die leefde in kampen en grotten. Hij had veel gelijkenissen met de neanderthaler die robuuster was gebouwd en in kleinere groepen leefde. Hij doorstond de klimaatveranderingen niet. De Homo sapiens, die zich aanpaste, overleefde.
• Hij heeft betere jachttechnieken. • Hij was in staat andere materialen dan steen te bewerken. • Hij kon zich aanpassen en doorstond de klimaatveranderingen.
IJ
Rendierjagers
ER
De Homo sapiens was mobieler en volgde kudden dieren in de jacht. Deze zwervers woonden in tenten van takken en dierenhuiden en in de winter schuilden ze in grotten. Ze worden ook wel rendierjagers genoemd. De moderne Homo sapiens was in staat andere materialen dan steen te bewerken. Plots was er een opbloei van creativiteit. Er werden scherpe klingen gemaakt, die voor kleine wapens (pijlen, speerpunten) en voor fijne werktuigen gebruikt werden: naalden, harpoenen, speerdrijvers ... van bot en gewei.
UI
TG EV
1
TI A IG EN
D
IL
Doc 9
©
6
2
3 7 10 8 5
5
Fig. 6.1 Werktuigen van de rendierjagers
(1) pijlpunten (2) stekers en beiteltjes (3) krabbers (4) klingen en afslagen van een vuursteenknol waarbij de kern (5) overbleef (6) naald uit been
6
1
4
3
2
T
ijdens de laatste ijstijd zocht de mens vooral in het zuiden van Europa in rivierdalen geschikte grotten om in te verblijven. Er was voldoende plaats voor kleine leefgemeenschappen van enkele families, samen 20 tot 40 leden, maar het aantal ervaren jagers bedroeg vermoedelijk niet meer dan vijf tot acht. Hun levenswijze berustte op jagen, vissen en voedsel zoeken in de natuur waar ze genoeg te eten vonden.
9 4 Fig. 6.2 Rendier in de toendra
58
I
1 Prehistorie.indd 58
prehistorie 3/08/20 20:42
6
Mensen in Europa
Een nieuwe thuis, koud en vochtig Zo'n 42 000 jaar geleden, tijdens de laatste ijstijd, arriveerden moderne mensen in wat we nu Europa noemen. NoordEuropa was tot ongeveer 10 000 v.Chr. bedekt met ijs. Toen het klimaat veranderde, eindigde de ijstijd.
VRAAG 10
OPDRACHT 13 Onderzoek hoe het leven was in de ijstijd. Lees onderstaand document en maak de vergelijking met de klas waarin je zit. Een onderzoek van 76 skeletten uit de laatste ijstijd toonde aan dat minder dan 50% van de mensen de leeftijd van 21 jaar bereikte, dat slechts 12% ouder werd dan 40 jaar en dat geen enkele vrouw de leeftijd van 30 jaar haalde. Veel skeletten vertoonden ook sporen van slechte voeding, ziekten en verwondingen.
IJ
1
ER
Welke vaardigheden ontwikkelde de moderne mens om te overleven?
a Hoeveel leerlingen zouden 21 jaar worden in de ijstijd?
TG EV
b Hoeveel leerlingen zouden ouder worden dan 40 jaar? c Hoeveel meisjes zouden ouder worden dan 30 jaar?
Fig. 6.3 Cro-Magnonmens (Homo sapiens sapiens) artistieke impressie van een moderne mens uit de ijstijd
Los de volgende vragen op over de eerste mensen in Europa. a Wie waren de allereerste bewoners van Europa?
TI A
2
UI
d Wat besluit je hieruit? Het leven tijdens de ijstijd was comfortabel / lang / kort / hard / gezond.
b Welke mensensoort kwam er later bij? c Deze mensentypes kwamen niet samen / tijdelijk samen / na elkaar voor.
IG EN
d Ze hadden geen vaste woonplaats. Hoe woonden zij en waarom?
3
Jagers-voedselzoekers maakten hun spullen zelf van materiaal uit de natuur. Doc 9 toont wat een rendier opleverde. Schrijf de nummers bij de toepassing. 1 gewei
schop, hakbijl
2 schouderblad
brandstof olielamp
3 huid
kleding, tentzeil
4 pezen
houweel
5 beenderen 6 vet 7 vlees
Toepassing
©
D
IL
e Hoe kun je hun levenswijze typeren?
touw waterzak vulling (jas ...)
8 haar
haken, naalden, steekvoorwerpen
9 darmen
riemen
10 blaas
voedsel
prehistorie 1 Prehistorie.indd 59
I
59 3/08/20 20:42
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Leestekst
“E
©
D
IL
IG EN
en groep mannen, die uit het woud tevoorschijn kwam, zat de uit de kudde afgezonderde mammoet achterna. Ze renden zonder aarzeling naar voren en dreven hem naar de valkuil, waar hij verstrikt geraakte en zijn geweldige lichaam vast kwam te zitten. Hoe meer hij worstelde, hoe dieper hij zakte. De mammoet zwaaide met zijn slurf en slagtanden in bogen van verbitterde woede, toen de groep jagers met geheven speren dichterbij kwam ... Met plompe speren met stenen punten staken ze in de spieren van de poten, terwijl de mammoet zich naar hen toe probeerde te draaien. De zwaaiende slurf sloeg een speer weg als een twijgje, maar een ander punt zonk in de dikke huid en doorboorde een long. Het beest trompetterde luid, maar zonk bij iedere poging dieper weg in de kuil. De mannen hielden niet op met schreeuwen, misschien om de moed erin te houden. Eén slag met een slagtand kon een man verpletteren ... De strijd duurde lang. Een van de
60
I
1 Prehistorie.indd 60
Fiche mammoet Soort: wolharige mammoet Waar: toendra en ijsrand in Europa en Siberië Wanneer: tussenijstijden Overlijden: 4000 jaar geleden
Gewicht: 4000 tot 7000 kg Lengte: ongeveer 5 m Schouderhoogte: 3 m tot 4,5 m Slagtanden: ivoor, 2 tot 4 m Voedsel per dag: 180 kg gras, kruiden, boomvruchten, twijgen, boomschors, mos
jagers was opzij gezwiept door de rondzwaaiende slurf en ver weggeworpen waar hij bewegingloos bleef liggen. Ontelbare malen doorboord, baadde de mammoet in een rode zee van bloed, hevig bloedend uit de flanken, de benige kop naar een kant leunend, het getrompetter steeds zwakker. Ten slotte begon het gewonde dier ineen te zakken... Op dat moment stormden de jagers onder triomfantelijk geschreeuw tegelijk toe op de nu blootgestelde kwetsbare borst en staken hun speren er diep in. Daarna trokken ze zich terug, gingen op hun hurken zitten en wachtten in stilte op het sterven van hun prooi.” Aangepast naar: Tocht door de tijd, Malcolm Bosse
prehistorie 3/08/20 20:42
4
Lees en los op. Een prangende kwestie: hoe is de neanderthaler verdwenen? Tussen 43 000 en 34 000 jaar geleden verminderden de sporen van neanderthalers in de fossiele vondsten geleidelijk. De moderne mens kende van het begin af aan een populatiegroei, terwijl de neanderthalerpopulatie honderdduizenden jaren lang laag bleef. Er moeten maximaal 70 000 neanderthalers tegelijk geleefd hebben, van de Atlantische Oceaan tot in Siberië, en dat in de beste periodes. Tijdens de ijstijden zouden het er misschien maximaal zelfs maar 10 000 geweest zijn - dat is de bevolking van een kleine Vlaamse gemeente - en in de slechte periodes 35 op de oppervlakte van België en Luxemburg samen.
IJ
ER
(naar: Er zit een neanderthaler in elk van ons, D. Draulans, Knack 5 maart 2020)
a De levenswijze van neanderthalers en de moderne mens was dezelfde, maar er waren ook verschillen:
neanderthaler
moderne mens
zware / lichte lichaamsbouw kleinere / grotere groepen kleiner / groter jachtgebied
zware / lichte lichaamsbouw kleinere / grotere groepen kleiner / groter jachtgebied
TI A
In 1856 werd het eerste fossiel van de neanderthaler gevonden in het Duitse Neandertal, vlak bij Düsseldorf. In 1886 werden spectaculaire vondsten gedaan in een grot in Spy, in de Ardennen. Vandaag zijn nog 1 tot 3 procent van de genen van elke Europeaan afkomstig van neanderthalers. De neanderthaler was klein en gedrongen, maar moet veel sterker zijn geweest dan de moderne mens.
Het lijkt waarschijnlijk dat er een passieve tweestrijd is geweest tussen beide mensensoorten. De moderne mens zou geprofiteerd hebben van genen die hij meekreeg door het kruisen met neanderthalers, die al héél lang waren aangepast aan het leven zoals het toen was in Europa. De conclusie luidt dat de neanderthaler niet echt is uitgestorven, maar geleidelijk opgenomen werd in de moderne mens, zodat er uiteindelijk geen 'zuivere' neanderthalers meer overbleven. Dat is in feite een vervanging van de ene soort door de andere.
TG EV
© ddp images/AFP
UI
Fig. 6.4 Neanderthaler
©
D
IL
IG EN
b Waardoor verdween de neanderthaler als mensensoort?
Fig. 6.5 Beenderen van neanderthalers uit de grot van Spy (tussen 45 000 en 40 000 jaar oud) ilj.
0m
-6 - 70
ilj.
-6m ZOOGDIEREN
primaten
- 2,5
mil
j.
MENSEN voorlopers van de mens (Australopitheci)
eerste mensen (Homosoorten)
prehistorie 1 Prehistorie.indd 61
I
61 3/08/20 20:42
1
2
Dierlijk voedsel
Hersenvolume De menselijke hersenen begonnen 2,5 miljoen jaar geleden geleidelijk aan groter te worden. Alles in de stofwisseling van de Homo erectus werd ondergeschikt gemaakt aan één doel: de aangroei van de hersenen. Het spijsverteringsstelsel werd kleiner, de spieren werden minder krachtig. Door zijn groeiende intelligentie kon de mens zich beter beschermen tegen de grillen van het klimaat.
Werktuigen Vandaag de dag vindt de mens dagelijks wel iets nieuws uit, maar zijn eerste technische stappen namen een eeuwigheid in beslag. Het duurde 700 000 jaar voordat de onbehouwen brokstukken zich ontwikkelden tot de nog altijd tamelijk grove steenwerktuigen. Daarna verstreken nog duizenden jaren voor de eerste vuistbijl werd gemaakt.
Doc 10
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Het keerpunt begon 3,2 miljoen jaar geleden toen de Australopithecus zich niet meer met loof en grassen voedde, maar met voedzamere wortels en knollen. Doorslaggevend voor de verdere ontwikkeling van de mens was dat de Homo vlees begon te eten. Onderzoekers vermoeden dat in het begin aas een belangrijke maar toevallige bron van vleesvoorziening was.
3
©
4
D
Fig. 6.6 Tijdelijke verblijfplaats van de jager
Vuur
De controle over het vuur was samen met de eerste vuistwig de grootste ontdekking die de wereld zou veranderen. Vuur is in de natuur te vinden, maar het kan opgewekt worden door hout tegen elkaar te wrijven en stenen tegen elkaar te slaan (vuursteen). Het levert licht, warmte, bescherming tegen roofdieren, werptuigen met een harde punt, hulp bij de drijfjacht en geroosterd vlees. 62
I
1 Prehistorie.indd 62
5
Jacht Homo erectus, slank en rijzig, met het gestel van een hardloper, leefde in de open savanne en legde zich toe op de klopjacht. In het sprinten moest de mens het weliswaar tegen bijna alle andere steppebewoners afleggen, maar wat uithoudingsvermogen betreft was noch de geit, noch de gazelle tegen hem opgewassen. De jagersvoedselzoekers jaagden hun prooi op tot die uitgeput bezweek.
6
Sociaal leven Jagen op grote dieren was een groepsgebeuren: hinderlagen leggen, valkuilen maken, dieren besluipen en opjagen ... Wellicht heeft de 'gezellige' warmte van het vuur ook geleid tot meer sociale omgang tussen de individuen van een groep, tot delen met elkaar, overleg en taakverdeling. Zo werd de overlever in de natuur een sociaal wezen.
prehistorie 3/08/20 20:42
VRAAG 11
OPDRACHT 14 Onderzoek hoe de jager zijn milieu leerde beheersen.
Welke zijn de belangrijkste keerpunten in de ontwikkeling van de mens?
De geschiedenis van de mens is gemarkeerd door enkele belangrijke keerpunten in zijn menswording.
1 Zeg kort in eigen woorden wat elk keerpunt betekent voor de mens. • dierlijk voedsel: • hersenvolume:
• werktuigen:
IJ
• vuur:
ER
• jacht: • sociaal leven:
TG EV
2 Bestudeer de tekening en stel de levenswijze samen van de jager-voedselzoeker
.Doc 10
a In welk continent zou dit tafereel kunnen gesitueerd worden en waarom? In Afrika / Azië / Europa door wat erop voorkomt:
UI
•
• •
TI A
•
b In welke tijd zou het zich kunnen voordoen? ijstijd / tussenijstijd
IG EN
Wat wijst daar op?
c Op welk groot wild wordt actief gejaagd? Toon dit aan met een voorbeeld.
©
D
IL
• • •
d Het groepstafereel toont de manieren waarop aan voedselvoorziening wordt gedaan. Noem er drie in volgorde van belangrijkheid. e Welke technische vaardigheden heeft de mens verworven?
drijfjacht jacht waarbij het dier opgejaagd en in het nauw gedreven wordt, naar een valkuil, een ravijn of andere jagers
• • f Hoe woont de jager-voedselzoeker?
prehistorie I 63 1 Prehistorie.indd 63
3/08/20 20:42
De eerste kunstenaars We weten niet met zekerheid of de eerste kunstenaars neanderthalers waren of moderne mensen. Maar wat voor het eerst voorkomt, zijn de schilderingen van dieren waarop hij jaagt: paarden, rendieren, oerossen, mammoeten ... diep in de grotten, ver weg van het daglicht. Bekend daarvoor zijn vooral de grotten van Lascaux in Zuid-Frankrijk en Altamira in Noord-Spanje.
Paarden, grottekening van 31 000 jaar oud, uit de grot van Chauvet (Ardèche, Fr.)
ER
IJ
Gorges de l’Ardèche (Fr.), nabij Pas de Mousse
Doc 11
TG EV
Fig. 6.7 Prehistorische kunst
UI
Dood van een jager
Pech Merle (Fr.)
©
D
IL
IG EN
TI A
Grot van Lascaux (Fr.)
Onderzoek grot in Castañar de la Frontera (Sp.)
D
e grottekeningen tonen aan dat de mens ook de werkelijkheid symbolisch kan voorstellen. Alleen in Europa zijn er al 300 vindplaatsen, de oudste zijn 30 000 jaar oud. Dieren waarop gejaagd werd, vormen dikwijls het thema, maar ook de eigen hand werd vastgelegd op de wand van grotten. Men vermoedt ook een religieus karakter van deze tekeningen. Alleszins heeft het abstract denken zich toen met een sprong ontwikkeld.
Vrouwenbeeldje (5,9 cm) zonder gezicht (Venus van Hohle Fels), 35 000 jaar oud, mammoetivoor (Duitsland)
Venus van Brassempouy, (3,65 cm) ca. 22 000-26 000 jaar oud (Fr.)
64 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 64
3/08/20 20:42
g De jager is een sociaal wezen geworden. Zoek hiervoor drie aanwijzingen. -
h Wat kun je veronderstellen over de communicatie in deze gemeenschap? Deze mensen kennen geen / wel gesproken taal.
VRAAG 12
OPDRACHT 15 Onderzoek de kunstzin van de mens. De vroegste bewoners van Europa hadden kunstzin. Voor het eerst ging de mens de werkelijkheid rondom zichzelf voorstellen. Is met zekerheid bekend wie de eerste kunstenaars waren? Leg uit.
2
Lees de tekst.
ER
IJ
1
TG EV
Wie waren de eerste kunstenaars?
a Onderstreep in de tekst de vormen van kunst die werden beoefend.
TI A
UI
De Homo sapiens was vermoedelijk de eerste soort die aan kunst deed. Ze droegen kralen, schelpen, maakten reliëf in voorwerpen of graveerden er iets in. Ze maakten kleine beeldjes en grotschilderingen. b Benoem de twee kunstvormen met voorbeelden. • kunstvoorwerpen:
c Waar werd bij voorkeur deze kunst beoefend?
d Noem drie vindplaatsen van grotten in Zuid-Europa met beroemde grottekeningen.
IL
Fig. 6.8 Paardenhoofd, gekerfd in ivoor, Mas d’Azil (Pyreneeën, Fr.)
IG EN
• wandkunst:
3
Welke zijn de onderwerpen van de eerste kunstenaars? Geef voorbeelden.
4
Met zijn grotkunst toonde de mens ook dat hij zelfbewust was en abstract begon te denken. Hij kan iets voorstellen dat niet meteen (of niet) waarneembaar is. Als hij de dieren schildert, ziet hij ze niet meteen. Vruchtbaarheid kan niet getekend worden, maar de venusbeeldjes maakt ze wel zichtbaar.
©
D
grottekeningen De kleuren of aard verfstoffen waren natuurlijke pigmenten. Alle kleuren werden tot fijn poeder ver malen en vermengd met een bindmiddel en smeermiddel zoals bloed, eiwit, dierenvet, urine of plantensap.
Welke argumenten kun je voor deze bewering vinden op de afbeeldingen? Doc 11
prehistorie 1 Prehistorie.indd 65
I
65 3/08/20 20:42
IJ ER TG EV UI TI A IG EN
Fig. 6.9 Grotten in Frankrijk en N.-Spanje met prehistorische tekeningen
©
D
IL
Doc 12
Fig. 6.11 Lascaux, in de rotswand gebeeldhouwde dierenfiguur
66
I
1 Prehistorie.indd 66
prehistorie 3/08/20 20:42
5
De Grot van Cosquer, dicht bij Marseille, ligt 37 meter onder water. De tekeningen van dieren die er zijn aangebracht rond 18 500 v.Chr. zijn nog goed zichtbaar, ook al ligt de grot al zo lang onder water. In de prehistorie lag de grot niet onder water. De verklaring hiervoor is te zien op de kaart. Doc 12 a Welke is die verklaring?
b De beroemde grotten van Lascaux, Chauvet en Pech Merle liggen langs de Dordogne, de Vésère, de Ardèche en de Lot. Deze rivieren danken hun bekendheid aan de grotten. Noteer de vindplaatsen op de kaart.
Fig. 6.12 Doorsnede grot van Cosquer
IJ
6
ER
Tegen het einde van de laatste ijstijd 10 000 jaar geleden had de mens tal van vaardigheden verworven.
TG EV
miljoen jaar geleden
il ,5 m
out of Africa
kunst
vuur
begrafenisritueel
7
Fig. 6.10 Begin van de menswording
6
3
a Plaats de cijfers in de juiste cirkels op de tijdlijn.
ens
m rste r ee
jaa joen 000 0 0 0 00 - 70 - 30
0
0 00
- 10
VROEGE NEANDERTHALER
AFRIKA
-2
5
4
VROEGE HOMO SAPIENS
EUROPA
©
D
IL
1
gesproken taal
2
ontwikkeling schedel
werktuigen
IG EN
rechtop lopen
0
TI A
UI
4
- 50
000 40 000 30 000 -
- 10
000
NEANDERTHALER HOMO SAPIENS
Homo erectus 1,8 - 1,7 miljoen jaar
b In welke periode kwamen neanderthalers en Homo sapiens in Europa samen voor?
prehistorie 1 Prehistorie.indd 67
I
67 3/08/20 20:42
Het einde van de ijstijd graden °C
20 hert
15 10
hert
everzwijn
everzwijn
ree
5
rendier
mammoet
0 -5
ree rendier
mammoet
muskusos
muskusos
-10 -15 eland
eland
-20
IJ
-25 -30 grasvlakten
ijskap
grasvlakten
naald- en loofbossen
grasvlakten
ijskap
grasvlakten
naald- en loofbossen
afkoeling
IJSTIJD
opwarming
TUSSENIJSTIJD
afkoeling
IJSTIJD
opwarming
TUSSENIJSTIJD
ER
-35
grasvlakten
TG EV
Fig. 7.1 Fauna en flora in de ijstijden en de tussenijstijden
UI
en plassen zat vis en de oevers werden bevolkt met talloze vogelsoorten. In de bossen kwamen nu herten, oerossen (wilde runderen), wilde zwijnen, beren en allerlei klein wild voor. De jager moest leren vissen met netten, harpoenen en fuiken en jagen met pijl en boog. Nog steeds zwierf de mens, maar nu los van de trek van de kudden en in een bosmilieu. Van de grote veranderingen die zich voor het eerst in het Nabije Oosten voordeden, wisten de zwervers in Europa nog niets.
TI A
Oeros
©
D
IL
IG EN
Toen de uitgebreide ijskap die Noord-Europa bedekte langzaam begon af te smelten, kwamen er enorme, kale vlakten tevoorschijn. De ondergrond begon te ontdooien en begroeiing werd mogelijk, eerst met mossen, dan met allerlei kruiden en zelfs met struikgewas en klein hout. In lager gelegen streken ontstonden enorme moerassen. Ook de dierenwereld veranderde. De mammoet en wolharige neushoorn overleefden het zachte klimaat niet. Daartegenover trokken de rendieren elke zomer iets meer naar het noorden. De mens volgde de kudden tot dicht bij de ijsgrens, want het rendier leverde hem kostbare grondstoffen: vlees, huiden voor tenten, kleding en schoeisel, gewei en pezen voor werktuigen. In de winter trokken de jagers zuidwaarts tot in de dennenbossen die langzaam oprukten en de vlakte veroverden. Toen het ijs steeds sneller begon af te smelten, de rendieren nog verder naar het noorden trokken, het stijgende zeewater zeeën deed ontstaan, zoals de Noordzee en de Baltische Zee, en de kustlijn terugdrong, raakte de mens afgesneden van Museum of Natural History, Wenen, Oostenrijk zijn voedselbron. Hij moest gaan leven in een gebied dat met den, berk en hazelaar toegroeide. In meren
68
I
1 Prehistorie.indd 68
prehistorie 3/08/20 20:42
7
Jagers worden boeren In grote delen van Europa was er genoeg te eten voor een goede jager. Dat veranderde toen omstreeks 10 000 v.Chr. de laatste ijstijd ten einde liep. Op korte tijd veranderde er nu meer in de levenswijze van de mens dan in al de tijd voordien.
VRAAG 13
OPDRACHT 16 Ga na hoe het milieu veranderde na de ijstijd.
1 Welke tijd brak er aan toen de ijstijd ten einde was in Europa? 2 Hoe veranderde het milieu in Europa na de laatste ijstijd?
ER
- fauna:
Nabije Oosten een gebied dat de moderne landen Egypte, Israël, Libanon, Syrië, Turkije, Irak, Iran en Saudi-Arabië omvat
IJ
Waardoor veranderde de levenswijze van de jagers?
TG EV
- flora: - landschap:
OPDRACHT 17 Onderzoek hoe het leven van de jager veranderde.
TI A
UI
1 Welke gevolgen had het einde van de ijstijd voor de mens?
©
D
IL
IG EN
het warmere klimaat nam ook de bevolking toe. 2 Door Wat betekende dat voor de jager-voedselzoeker?
Fig. 7.2 Enorme kale vlakten na de laatste ijstijd
prehistorie I 69 1 Prehistorie.indd 69
3/08/20 20:43
Nederzettingentijd Een nieuwe levensstijl Meer dan 99% van zijn geschiedenis was de mens een rondtrekkende jager-verzamelaar. In die lange tijd zocht hij wilde planten, vruchten en bessen en vulde hij dit dieet aan door de jacht op dieren. Hij was hierbij afhankelijk van de trek van dieren en van oogstrijpe gewassen. In het oude Nabije Oosten gaven onbekende groepjes jagers een schitterende oplossing aan het overlevingsprobleem. In deze streken had de jongste ijstijd geen grote rol gespeeld en was er geleidelijk een levenswijze ontstaan die anders was dan in het koude Noorden.
De eerste nederzettingen
Doc 22
D
IL
IG EN
TI A
UI
viss ers boe ren
viss ers
gt e
TG EV
ER
IJ
Vanaf 20 000 v.Chr. begonnen rondtrekkende jagers-verzamelaars zich langzaam in nederzettingen te vestigen. Tegen het einde van de laatste ijstijd, zo’n 12 000 jaar geleden, verbleven ze permanent in nederzettingen, die groter werden. Tot dan toe jaagde men voornamelijk op gazellen. Toen de kudden Zwarte Zee Kaspische wilde dieren geleidelijk aan begonnen te verZee dwijnen, wellicht mede door het veranderde klimaat, kwam het hoeden van schapen en geiten in opmars. Veehoeders en herders herders Çatalhöyük leidden nog deels een nomadisch leven, boeren jagers boeren herders want de kudden moesten voortdurend naar TTaauurruussg Za Tigris geebb eerr gr os nieuwe plekken met vers voedsel gedreven ge be boeren rg te worden. Melk, vlees en huiden voorzagen nu Eufraat herders boeren veehoeders in de levensbehoeften. Middellandse Syrische Woestijn Zee boeren herders Veehoederij kon verschillende vormen aanveehoeders Jericho Perzische nemen. Soms trokken alle leden van de groep Jordaan Golf mee met de kudden of trok een deel van de verzamelaars groep rond met de kudden en bleef de rest verzamelaars vroege achter in de nederzetting. Zo werden kudden landbouwnederzetting (ca. 8000 v. Chr.) (ook nu nog!) in de zomer naar weiden hoog subtropisch bos Rode in de bergen gedreven en kwamen ze terug grasland (steppe) Zee Nijl naar beneden wanneer het kouder werd. gemengd bos 0 500 km Weer anderen vestigden zich en hielden hun dennenwoud kudden op één plek. Het was dan nodig om de dieren bij te voederen met hooi en ander voer. Op deze manier ontstonden groepen mensen die wel nog rondtrokken, maar die niet alleen meer op jagen en verzamelen waren aangewezen voor hun levensonderhoud.
©
Jagers en veehoeders Zwervende jagers waren ook herders geworden, omdat ze het gedrag van wilde dieren hadden leren kennen en leren beheersen. Dieren bij en in dienst van de mensen doen leven noemen we domesticatie. Domesticatie van dieren ontstaat als veehoeders en herders moeten beslissen welke diersoorten ze het beste behouden, hoe een kudde moet samengesteld zijn, hoe groot een kudde mag zijn om de weidegronden optimaal te benutten en overbegrazing te voorkomen. Door dieren te fokken, samen te laten kweken, ontstaan nieuwe rassen.
70
I
1 Prehistorie.indd 70
prehistorie 3/08/20 20:43
VRAAG 14
OPDRACHT 18 Ga na hoe de nederzettingen ontstonden in het oude Nabije Oosten.
Hoe ontstonden de eerste nederzettingen in het oude Nabije Oosten?
1
a Na de laatste ijstijd hadden de jagers in Europa een overlevingsprobleem. Leg uit.
b Hoe was de situatie in het Nabije Oosten?
IJ
c Welke nieuwe levenswijze ontstond in die gebieden?
Het ontstaan van nederzettingen verliep op verschillende manieren. Welke drie nederzettingsvormen kwamen voor?
TG EV
2
ER
d In welke periode ontstonden de eerste nederzettingen in het Nabije Oosten?
domesticatie Dieren domesticeren of fokken (kweken) waar door verbeterde soor ten en huisdieren ont staan. (domus = huis, domicilium = woonplaats) (naar Uerpmann, 1983)
1.
UI
2. 3.
LEVENSWIJZE VAN DE MENS
2,5 milj. - 20 000 jaar geleden
20 000 - 10 000 jaar geleden
Š
D
IL
Tegen het einde van de ijstijd is de levenswijze van de mens grondig veranderd. Rangschik de volgende woorden op de passende wijze in het schema: jager, honkvast, veehoeder, zwerver
IG EN
3
TI A
OPDRACHT 19 Ontleed het begrip domesticatie.
1
Hoe noemen we het proces waardoor (oorspronkelijk) wilde dieren worden afgericht en gekweekt? Leg dit begrip uit in eigen woorden met behulp van de uitleg in de rand.
2
Met welk doel kunnen schapen gedomesticeerd worden?
3
Niet alleen dieren kunnen gedomesticeerd worden. Wat is nog mogelijk?
(naar Uerpmann, 1983) Gewassen veredelen en verbeteren zodat men makkelijker kan zaaien en oogsten, met een hogere opbrengst als gevolg.
prehistorie 1 Prehistorie.indd 71
I
71 3/08/20 20:43
De eerste boeren
Zwarte Zee
Doc 13
De jagers-verzamelaars-veehoeders experimenteerden al in de eerste nederzettingen met wilde gewassen. Eerst verzamelden ze op de berghellingen eetbare zaden van grote wilde grassoorten zoals emer en eenkoren. TTaauurruussg Z Tigris a r Door de beste korrels uit te zaaien, geebb ee r gr os geb verbeterden ze de wilde plant tot een erg te Eufraat echte graansoort. Onbewust waren deze jagers en veehoeders begonnen Middellandse Zee met veredeling of domesticatie van Syrische Woestijn planten. Door de gewassen te wieden, Jordaan Perzische aandacht te schenken aan de velden en Golf ze te beschermen tegen wilde dieren, begonnen de jagers-veehoeders met het beoefenen van de akkerbouw. Systematische en bewust georganiseerverspreiding wilde subtropisch bos Rode de akkerbouw, noemen we landbouw. tarwe en gerst grasland (steppe) Zee Nijl Zo werden graangewassen en dieren verspreiding wilde gemengd bos gedomesticeerd. Die dieren en graange0 500 km geiten en schapen dennenwoud wassen waren aanwezig op de beboste heuvelrand, gaande van de Middellandse Zeekusten, over het Taurusgebergte (in het zuiden van Klein-Azië) naar het Zagrosgebergte (in Noord- en West-Iran). Daar ontstond de akkerbouw en later ook de veeteelt. Door zijn vorm wordt dit gebied ook de Vruchtbare Sikkel of Vruchtbare Halvemaan genoemd.
UI
TG EV
ER
IJ
gt e
Kaspische Zee
D
©
e oppervlakte die een jager-voedselzoeker nodig had om zich te voeden was veel groter dan die van de boer. Op de oppervlakte die 1 jager nodig had, konden 9 mensen leven van veeteelt en 70 van akkerbouw. Met moderne landbouw kunnen zelfs 350 mensen daarvan leven. Met akkerbouw was het nu mogelijk een reservevoorraad aan te leggen voor slechte tijden, want graan kon men lang bewaren. Dieren die getemd waren, konden op elk moment geslacht worden. De mens was nu minder afhankelijk geworden van de grillen van de natuur en hij kon voor langere tijd op een plaats blijven wonen. De voedselvoorraden lieten toe in grotere groepen samen te wonen. Zo ontstonden de eerste boerendorpen. De jager werd boer of de nomade was sedentair geworden. Doc 14
TI A jacht
D
IL
IG EN
Fig. 7.3 Leven van jacht en akkerbouw
veeteelt
akkerbouw
72
I
1 Prehistorie.indd 72
prehistorie
Fig. 7.4 Domesticatie van wilde dieren
3/08/20 20:43
zaaien en oogsten Bij wilde gerst en tarwe vielen de korrels snel uit de aren. Deze soorten zaaiden zichzelf gemak kelijk, maar waren daardoor ook moeilij ker te oogsten. Door bewust zaaien hield men alleen die soorten over waarvan het graan steviger in de aren zat.
OPDRACHT 20 Verken het gebied waar de landbouw ontstond.
1
a Waar ontstond de landbouw in het Nabije Oosten? Doc 13
b Teken het gebied van de Vruchtbare Sikkel op de kaart. c Schrijf de namen op de kaart van zes landen die nu in dit gebied liggen.
ER
IJ
Zwarte Zee
TG EV
Kaspische Zee
TI A
UI
Middellandse Zee
Perzische Golf
IG EN
Rode Zee
Fig. 7.5 Nabije Oosten
Op welke twee manieren losten groepjes jagers het overlevingsprobleem op in het Nabije Oosten?
D
IL
2
VRAAG 15
©
Hoe ontstonden de eerste landbouwnederzettingen? nomade zwervende levens wijze, zonder vaste verblijfplaats sedentair gevestigd bestaan, met vaste verblijfplaats
OPDRACHT 21 Ga na hoe akkerbouw en veeteelt ontstonden.
1
Toen het warmer werd aan het eind van de laatste ijstijd, kenden sommige streken in het Nabije Oosten een overvloedige, wilde plantengroei. Kleine groepjes mensen zwierven niet meer rond en bleven er langere tijd wonen. Ze leerden planten en dieren beter kennen. a De akkerbouw ontstond geleidelijk in het gunstiger geworden klimaat. Uit welke twee stappen bestaat de voedselvoorziening? 1. 2.
prehistorie 1 Prehistorie.indd 73
I
73 3/08/20 20:43
De voorwaarden voor domesticatie van dieren en planten Sommige dieren (kudde- of groepsdieren) laten zich gemakkelijk domesticeren, andere niet (solitaire dieren) omdat ze de mens wel (hond) of niet (kat) als baas erkennen. Veel dieren raken gestrest als ze opgesloten zitten en andere dieren worden rustig. Een dier onder toezicht moet van voedsel voorzien worden. Sommige dieren eten allerlei planten (geiten eten hooi, maar ook bladeren en takken) en andere zijn kieskeurig (rendieren eten alleen korstmossen). Zich willen voorplanten in gevangenschap is noodzakelijk voor domesticatie, omdat dieren daardoor de soort verbeteren. Dat lukt vaak niet als de mens beslist welke dieren zich samen moeten voortplanten.
mil
j.
Enkele tienduizenden jaren geleden
8000 v.Chr.
6000 v.Chr.
4000 v.Chr.
1500 v.Chr.
©
D
IL
IG EN
TI A
Fig. 7.6 Domesticatie van dieren
5000 v.Chr.
UI
-60
- 70
TG EV
ER
IJ
Planten zijn gemakkelijker te domesticeren: een geschikte bodem, een passend klimaat en water zijn voldoende als overwoekering en ziekte uitblijven. Door domesticatie veranderen de eigenschappen van planten en dieren zodanig dat ze meer aangepast raken aan het leven dicht bij en in dienst van de mens.
Fig. 7.7 Woning van een neolithische boer
Fig. 7.9 Handmaalsteen
Fig. 7.8 Sikkel uit hout en ingezette vuursteentjes
74
I
1 Prehistorie.indd 74
prehistorie 3/08/20 20:43
b Domesticatie verandert de eigenschappen van plant en dier. Vul aan: wilde graansoorten, gekweekte graansoorten, wilde dieren, getemde dieren 1. de korrels zitten stevig in de aren bij 2. kleine dieren, meer vlees bij 3. korrels vallen snel uit de aren bij 4. grote dieren, minder vlees bij c De akkerbouw die ontstaat, heeft nog een bijkomend voordeel. Welk voordeel is dit?
IJ
2 a Welke wilde kuddedieren leerden de jagers kennen in de heuvels van de Vruchtbare
ER
Sikkel?
TG EV
b Plaats de kenmerken van tamme en wilde dieren onder de juiste titel. Kies uit: groepsdieren, solitaire dieren, erkennen gezag (van de mens), erkennen geen gezag, kieskeurig in voedsel, gevarieerd menu, stress in gevangenschap, rustig in gevangenschap, gemakkelijke voortplanting, moeilijke voortplanting
tamme dieren
TI A
UI
wilde dieren
IG EN
c Welk voordeel heeft dit voor de voedselvoorziening?
d Wat zal er stilaan ontstaan met het bijhouden en slachten van dieren?
©
D
IL
3 Hoeveel mensen kunnen de jager en de boer voeden op dezelfde oppervlakte? Voeding
jacht
veeteelt
akkerbouw
Doc 14
moderne landbouw
aantal mensen:
4 Juist of fout? Kleur groen of rood.
De landbouw ontstond in de heuvels van het Nabije Oosten. De akkerbouw bestond voor de veeteelt.
De boer leerde eerst zaaien, dan oogsten. Toen de landbouw verscheen, verdwenen jacht, pluk en visvangst. Met de landbouw ontstonden dorpsgemeenschappen. hakbijlen
De eerste getemde dieren stamden af van wilde geiten en schapen. Voor de jager was een dier een prooi. Een boer bekeek dieren niet louter als prooi, hij leerde ze verzorgen.
prehistorie I 75 1 Prehistorie.indd 75
3/08/20 20:43
Ontstaan van de landbouw
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Leestekst
Uit: De Bron, J. Michener, Roman over Israël p. 88-92
©
D
IL
Ur zou waarschijnlijk op dieren en bijen hebben gejaagd en daar ’s avonds rondom het vuur van hebben verteld als hij met een gewone vrouw getrouwd was, maar zijn vrouw was niet uit de grot afkomstig. Jaren geleden, toen Ur net groot genoeg was om de jagers te mogen vergezellen, had zijn vader met de mannen een strooptocht ondernomen naar de streek ten oosten van de Fluisterende Zee en daar waren ze op een vreemd volk gestuit waarmee ze vanzelfsprekend slaags waren geraakt. De grotbewoners hadden de overwinning behaald, maar na de slachting hadden ze ontdekt dat een twaalfjarig meisje het gevecht had overleefd en Urs vader had het mee naar huis genomen. Van het bestaan van grotten wist ze niets; het donker gat in de rots had haar verschrikt en toen men haar binnen had getrokken, had zij gedacht dat men haar wilde doden. Later, toen ze de taal van de grotbewoners had leren spreken, had zij Ur verteld dat in haar land de
76
I
1 Prehistorie.indd 76
mensen niet onder de grond leefden. Maar hij kon zich niet voorstellen hoe ze dan wel woonden, want toen zij hem uitlegde dat de mensen met stenen en houten muren hun eigen grot boven de grond bouwden, kon hij dat niet bevatten. ‘Het is een betere manier van leven’, verzekerde zij hem, maar hij begreep dat niet. Evenmin begreep hij hoe dit vreemde meisje, toen zij eenmaal zijn vrouw was geworden, zich almaar bezighield met het vergaren van wilde tarwe. Zij wist dat men het - wat met rauw vlees niet het geval was - gedurende de winter kon bewaren, en legde vaak grote afstanden af om de plekjes te vinden waar de mooiste tarwe groeide. Eens vond ze in het open veld ten oosten van de grote rots een toevallige opeenhoping van wild koren. Ze troonde Ur mee naar die plek en ze liet hem zien dat het veel gemakkelijker was de tarwe te verzamelen als de halmen dicht bijeen stonden dan wanneer ze her en der waren verspreid. Zij vroeg aan haar man: ‘Waarom
prehistorie 3/08/20 20:43
‘Hoe weet je toch altijd zo zeker dat jouw manier beter is dan de mijne? En Ur stond op het punt een spottend antwoord te geven toen hij haar fris, beweeglijk gezicht zag ... Dus lachte hij niet toen zij haar vraag herhaalde: ‘Waarom denk je dat jouw manier beter is?’ ‘Maar waar zouden we dan moeten wonen ... als we de grot verlaten?’ vroeg hij afwerend. ‘In een huis,’ zei ze. Met een eigen dak en muren.’
ER
IJ
(...) En dus was hij verbaasd toen hij een paar dagen later met zijn mannen op de hertenjacht uittrok en zijn vrouw en zijn zoon aan het werk waren op het vlakke stuk grond naast de bron. ‘Wat doen jullie daar met die rotsblokken?’ vroeg hij. ‘We bouwen een huis,’ antwoordde zijn vrouw en hij zag dat ze de rotsblokken had neergelegd in een kring van viereneenhalve meter middellijn. Hij haalde zijn schouders op over zoveel stijfhoofdigheid en ging met zijn jagers naar het moeras, maar toen hij tegen donker naar de grot terugkeerde, zag hij dat er bij de bron al een hele hoop stenen lagen en dat zich het begin van een stevig bouwwerk begon af te tekenen. Vier dagen later kwam hij terug van een lange tocht en constateerde hij dat zijn zoon bezig was op de stenen muur een palissade van boomstammen op te richten die hij bij de wadi had gekapt.
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
Niettemin verliet Urs vrouw tijdens de eerste vijftien jaar van hun samenleven in alle jaargetijden de grot en trachtte vergeefs de wilde tarwe te temmen, maar ieder jaar ging die teloor door droogte of door overstromingen, doordat het te hard winterde of doordat wilde zwijnen het gewas vertrapten en de grond omwoelden met hun slagtanden. Het kwam Ur voor dat het wilde gras helemaal niet van plan was te gedijen waar zijn stijfhoofdige vrouw het wilde dwingen te groeien. Inmiddels gingen de andere gezinnen uit de grot door met het zoeken van wilde tarwe waar die ook te vinden was, en zij aten behoorlijk. Maar twee jaar geleden had Urs vrouw ergens aan de overkant van de wadi een paar jonge scheuten gevonden van een bijzonder sterk emerkoren en die had ze geplant in de goede grond langs de rand van de grote afhellende rots, zodat in het droge seizoen toch juist voldoende vocht van de rots droop om het graan in leven te houden. En ofschoon de opbrengst aan eetbaar graan niet aan haar verwachtingen beantwoordde, groeide het graan zoals zij had gewild en in de lente verscheen het opnieuw op de juiste plaats. En Urs vrouw zei tot haar gezin: ‘We zullen proberen of we de tarwe langs de randen van de rots kunnen laten groeien want ik geloof dat daar de grond ons helpt.’ En het ging zoals deze wilskrachtige vrouw had voorzien: haar koren groeide voorspoedig.
‘Mannen moeten bij elkaar blijven’, zei hij ‘en ’s avonds rondom het vuur zitten. En verhalen vertellen als de jacht afgelopen is.’
TG EV
zorgen we niet dat het graan groeit waar we het kunnen zien? Want als het dat doet, rijpt het in de herfst op plaatsen die we ons kunnen herinneren.’ Ur wist dat als het graan had willen groeien op bevel van de mens, het dat ook zeker zou hebben gedaan. Hij dreef de spot met het denkbeeld van zijn vrouw en wilde haar niet helpen het gras uit te graven en over te planten naar een plaats die dichter bij de bron lag. Zijn vrouw boog zich over de halmen, keek naar hem op en zei: ‘Mijn vader liet het graan groeien waar hij wilde dat het groeide’, maar Ur geloofde daar niet in: ‘Hij bouwde ook grotten boven de grond!’ En met een ietwat meelijdend lachje wendde hij zich om en ging op jacht.
Toen haar dochter haar elfde levensjaar begon, was Urs vrouw er zeker van dat zij koren kon laten groeien waar zij dat wenste en vond dat nu het ogenblik gekomen was om een ander probleem dat haar al een tijd had beziggehouden aan de orde te stellen. Ze had lang geaarzeld er met haar man over te spreken, maar nu zei ze, zonder enige voorbereiding: ‘We moeten de grot maar verlaten en bij de bron gaan wonen. Daar kunnen we ons graan in de gaten houden.’ De krombenige jager keek haar aan alsof ze een kind was dat trachtte zijn honing te stelen.
‘Wat doe je nu?’ vroeg Ur. En zijn zoon antwoordde met woorden waarin hij zich lijnrecht tegenover zijn vader stelde: ‘Als de bomen ons muren geven, moeten we die gebruiken. En Ur zag dat zijn vrouw biezen en riet uit de wadi aansleepte, waarvan ze een dicht geweven dak zouden vlechten, dat het gezin tegen de zon zou beschutten. En Ur was ontstemd om wat hij zag. (...) Het gezin had nog niet lang in het huis gewoond toen Urs zoon ontdekte dat het opkomen van het graan in de lente een zaak was die niet afhankelijk hoefde te zijn van de toevallige verspreiding van de zaadkorrels in de herfst. Als men een klein gedeelte van het graan achterhield en dat droog bewaarde in een buidel van hertenvel, kon men in de lente de korrels uitzaaien en de tarwe laten opkomen waar en wanneer men wilde, en met deze ontdekking was de familie van Ur het begin van een gemeenschap die geheel in de eigen behoeften kon voorzien, dicht genaderd.
prehistorie I 77 1 Prehistorie.indd 77
3/08/20 20:43
Çatalhöyük, een stad uit de steentijd
Doc 15
TG EV
ER
IJ
Reeds vanaf 9000 v.Chr. werd landbouw bedreven in de hooglanddorpen van Oost-Anatolië in het huidige Turkije. De eenvoudige irrigatielandbouw bracht zo veel voedsel voort dat sommige boeren zich met handel of ambachten konden gaan bezighouden. De huizen in Çatalhöyük stonden op verhoogde grond rond binnenpleinen en waren aan elkaar gebouwd. Daardoor waren er geen straten, ramen of deuren. De bewoners moesten de huizen binnenkomen over platte daken die ze konden bereiken met ladders. Ze waren opgetrokken in zongedroogde kleisteen. De huizen behoorden aan individuele gezinnen, hadden een vrij grote oppervlakte (6x4 m) en vertoonden onderverdelingen. Sommige gebouwen hadden duidelijk een andere functie, want ze waren versierd met runderhoorns en reliëfs van dieren (luipaarden), keramische beeldjes en echte wandschilderingen. Misschien hebben ze als heiligdom gediend. Samen met Jericho is Çatalhöyük een van de oudste steden van de hele wereld. Ze is een duidelijk bewijs dat de mens erin geslaagd is een nieuwe levenswijze op te bouwen, gesteund op primitieve landbouw en veeteelt.
TI A
UI
De hele samenleving verandert
©
D
IL
IG EN
Als mensen langer op dezelfde plek blijven wonen, moeten hun tenten stilaan vervangen worden door lemen of stenen huizen. Voor de akkerbouw ontwikkelen ze plantstokken, puntploegen, sikkels en handmaalstenen om graan tot meel te pletten. Nederzettingen die goede oogsten voortbrengen, kunnen meer monden voeden, maar als de oogst mislukt of dieren sterven, dan dreigt hongersnood. Voedselvoorraden zijn dus nodig en wie veel vee of goede opbrengsten heeft, is rijk. Er ontstaan dan ook sociale verschillen (arm en rijk) in de samenleving. Soms wordt zelfs voor bezit gevochten en ontstaan er conflicten tussen de boerendorpen.
Spinnen en weven Het spinnen en weven groeide misschien uit het vlechten van rieten manden. De nodige draden werden gewonnen uit dierlijke wol of geitenhaar en iets later uit vlas. Het spinnen was aanvankelijk niet veel meer dan het heen en weer rollen van de wol of vezels over de dij waardoor een ruwe draad werd gevormd. De spoelklos schijnt nochtans tegen het einde van het zevende millennium v.Chr. bekend te zijn. Toen ging het draden maken van wol (spinnen) veel vlotter.
Potten bakken
Huizen bouwen
Aardewerk maken is vrij eenvoudig. Klei was gemakkelijk te verkrijgen. Men kan met de hand potten, schalen e.d. vormen. Daarna werden de potten in de zon te drogen gezet tot ze taai en stevig waren als leer. Het eigenlijke bakken gebeurde in een oven met een temperatuur tussen 450 en 700 °C, heet genoeg om het water te verdrijven en de klei te harden.
De bouw vergde vele dagen van intens samenwerken tussen alle volwassen leden van een gezin. Nadat de stenen funderingen gelegd waren, begon men met het werk aan de twee meter hoge muren die opgebouwd werden uit een mengsel van leem en stro. Als de lemen muren de goede hoogte hadden bereikt, overdekte men de ruimte van muur tot muur met dikke takken, daarna met stro en twijgen. Ten slotte werd daarover nog een dikke laag leem aangebracht.
78 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 78
3/08/20 20:43
VRAAG 16
OPDRACHT 22 Ga na hoe de hele samenleving veranderde.
Welke zijn de gevolgen van akkerbouw en veeteelt voor de samenleving?
de juiste keuze en doorstreep wat niet past in de zin. 1 Maak Als voedselvoorraden en voedselvoorziening verzekerd zijn, kunnen grotere / kleinere groepen voor langere / kortere tijd op een vaste / wisselende plaats wonen. Zo ontstonden de eerste boerendorpen / de eerste jagersnederzettingen.
2 De samenleving verandert grondig door de akkerbouw en de veeteelt.
steentijd De prehistorie wordt vaak ingedeeld volgens de grondstoffen en soorten werktuigen.
- Door voedseloverschotten ontstaat arbeidsverdeling of - Specialisatie wil zeggen dat er nieuwe
of ambachten ontstaan.
- Nieuwe beroepsactiviteiten zijn: 1. 4.
IJ
3.
2.
- Boeren gaan planten
in plaats van
- Nieuwe werktuigen in de landbouw zijn:
TG EV
- Door de nieuwe technieken kunnen
aangelegd worden.
- Boeren gaan sommige dieren kweken waardoor er
- Door verschillen in bezit (arm en rijk) ontstaat ook sociale
.
UI
.
.
- Tussen boerendorpen ontstaan soms conflicten die kunnen uitlopen op
.
TI A
- Als er genoeg voedsel is, neemt de bevolking toe en ontstaan er zelfs
3 Combineer de gegevens. 1. spinnen
a. gras en granen oogsten
1
2. aarden potten
b. granen, melk ... bewaren
2
3. domesticeren
c. bevloeiing van akkerland
3
4. weven
d. grond openrijten
4
5. sedentair
e. van wol draden maken
5
6. sikkel
f. wilde graansoort
6
7. maalstenen
g. van draden een kleed maken
7
8. eenkoren
h. granen pletten tot meel
8
9. puntploeg
i. vaste woonplaats
9
j. tam maken van planten en dieren
10
©
D
IL
puntploeg
klos en spoel
ontstaat.
- Door de voedseloverschotten en de arbeidsverdeling ontstaat
IG EN
Technische vooruitgang
zoeken.
ER
De steentijd bestaat uit drie periodes: oude steentijd, (eenvoudige en behou wen steen), middensteentijd (overgangs periode) en nieuwe steentijd (bewerkte, gevarieerde en meer werktuigen uit steen en andere materialen).
10. irrigatie
4 a Noem twee steden uit de steentijd.
Doc 15
b Noem enkele zeer typische kenmerken van Çatalhöyük.
c Met welke materialen werden de huizen opgetrokken en hoe waren ze ingericht? weefgetouw
• bouwmaterialen: • inrichting:
prehistorie I 79 1 Prehistorie.indd 79
3/08/20 20:43
D Maes Howe
3500
4000
e oudste Europese boeren, afkomstig uit het Nabije Oosten, staken omstreeks 6000 v.Chr. de Bosporus over. Via de grote rivierdalen drongen ze Europa binnen. Ze vorderden vermoedelijk 30 km per generatie. Anderen kwamen via de Middellandse Zee in Europa aan. Omstreeks 3500 v.Chr. was het noorden van Schotland bereikt. 3500 weg die de eerste boeren in Europa volgden
4000
vindplaatsen van megalieten
Grimes Graves Avebury
4500
Stonehenge
La Roche aux Fées Carnac
gebied waar de megalieten voorkomen
Rijn Spiennes
5000
Locmariaquer
Michelsberg
IJ
4500
vuursteenmijnen
Vinca
Sélédin
ER
4000
5500
3500
TG EV
Donau
Villa Nova de São Pedro
Bosporus 6000
4500
4750
UI
Sesklo
0
250
500km
Verspreiding van de landbouw
©
D
IL
IG EN
Fig. 8.1 Verspreiding van de landbouw in Europa
TI A
Los Millares
De verspreiding van de neolithische landbouw hing samen met de landbouwmethoden. De boeren kenden maar een paar soorten graan die altijd op dezelfde akkers gezaaid werden. De grond raakte hierdoor volledig uitgeput. Bemesting en afwisseling in het grondgebruik kende men niet. De boeren zochten dus telkens nieuwe landbouwgronden. Daarvoor brandden ze een bos af en in de as zaaiden ze opnieuw. Soms keerden ze ook terug naar oude woonplekken, maar als die ondertussen waren bezet door andere groepen, zat er niets anders op dan verder te trekken. Op die manier bereikten de boeren uit het Nabije Oosten, via het noorden van Griekenland, de Donau en de Rijn, de Lage Landen aan de Noordzee. Overal in Europa bleven jagers- en vissersvolken bestaan. Ze hadden het niet gemakkelijk naast de landbouwers. Dat kwam in de eerste plaats omdat de boeren talrijker en beter georganiseerd waren.
Fig. 8.2 Gerst, één van de oudste graansoorten, en brood gebakken op prehistorische wijze
80
I
1 Prehistorie.indd 80
prehistorie 3/08/20 20:43
8
Boeren in onze streken Vanaf 9000 v.Chr. werd het al warmer in NoordwestEuropa. We bevinden ons dan in de middensteentijd (mesolithicum). Vanaf 5500 v.Chr. spreken we pas van neolithisering.
VRAAG 17
OPDRACHT 23 Onderzoek hoe de landbouw zich verspreidde.
1
a Schrijf de volgende woorden in de tijdbalk: Nabije Oosten, Zuidoost-Europa, Noordwest-Europa b Kleur de balk met een groene tint, van licht naar donker. r.
v.Ch
0 550
r.
v.Ch
0 350
akkerbouw in
2
MIDDENSTEENTIJD mesolithicum
NIEUWE STEENTIJD neolithicum
TG EV
OUDE STEENTIJD paleolithicum
r.
v.Ch
Chr.
IJ
0 900
ER
Hoe verliep de verspreiding van de landbouw?
Maak de omrekening naar onze tijd.
a Hoeveel tijd is er verlopen sinds de aankomst van de eerste boeren in Europa en de eerste boeren in onze streken (West-Europa)?
jaar =
eeuwen
UI
b De afstand in vogelvlucht tussen de Bosporus en onze streken is ca. 3000 km. De snelheid van de verplaatsing van de boeren van Zuidoost-Europa naar Noordwest-Europa bedraagt dan
km per eeuw.
TI A
Deze afstand leggen wij af via de autosnelweg in ca.
uur.
3
Hoe is deze trage verspreiding van de landbouw naar Europa te verklaren?
IL
neolithische landbouw akkerbouw in de nieuwe steentijd
km
IG EN
c Als je weet dat er vier generaties per eeuw zijn, dan vorderden de boeren ca. per generatie.
Naar alle waarschijnlijkheid werd de akkerbouw op meerdere plaatsen bijna gelijktijdig uitgevonden. Schrijf de namen van de gewassen op het werelddeel waar hun wilde voorlopers groeiden. Kies uit: aardappel en maniok, maïs, rijst en gierst, gerst en tarwe
©
D
4
Vruchtbare Sikkel
Mexico
China
Venezuela Andes
Fig. 8.3 Plaatsen waar de akkerbouw ontstond
prehistorie
I
81 0
1 Prehistorie.indd 81
1000
2000 km
3/08/20 20:43
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Doc 16
©
D
IL
Fig. 8.4 De eerste boeren in Zuidoost-Europa ca. 5500 v.Chr.
Fig. 8.5 Reconstructie van een prehistorische boerderij (Amrum in Duitsland)
De eerste boeren in onze streken (ca. 4500 v.Chr.) trokken soms tot 30 m lange boerderijen op. Er waren drie delen: het woonhuis, de stal en een graanopslagplaats. In zo’n dorp woonden ongeveer 150 mensen, wat veel meer was dan in de hutdorpen van de plaatselijke jagers en vissers. Landbouw gaf immers meer voedselzekerheid.
82 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 82
3/08/20 20:43
VRAAG 18
OPDRACHT 24 Onderzoek hoe mensen in onze streken zich in nederzettingen vestigden.
Wat verstaan we onder neolithische revolutie?
wat ‘revolutie’ betekent in het algemeen: 1 Onderstreep ommekeer / grote ommekeer / totale ommekeer / omwenteling
De neolithische revolutie sloeg op de levenswijze van de mens: de jager werd boer en vestigde zich, want hij begon zelf zijn voedsel te produceren.
eerste sedentaire boeren in Centraal- en West-Europa leefden in nederzettingen 2 De aan de Donau en de Rijn. Ze leefden er samen met volkeren die nog steeds rondtrokken als jagers en voedselzoekers en dus nog niet in de neolithisering leefden.
a Wat hebben boeren absoluut nodig om zich te vestigen? Kleur rood of groen. wilde dieren
grondstoffen voor werktuigen (zandsteen, silex)
vruchtbare gronden
rivieren, dalen, bergen
IJ
water, leem, hout
2. oogsten 3. bomen en bos rooien 4. zaaien
TG EV
1. boeren zoeken nieuw akkerland en weiland
ER
b Zet het verloop van de landbouwvestiging in de goede volgorde.
5. afbranden en verwijderen van gras en kreupelhout
UI
6. grond bewerken (hakken, openrijten)
c Waarom moeten de boeren verhuizen na verloop van tijd? Kleur rood of groen.
TI A
te veel boeren voor te weinig grond de grond raakt uitgeput
conflicten met plaatselijke jagers en vissers
IG EN
OPDRACHT 25 Onderzoek wonen, leven en werk van de eerste boeren. Omdat de boeren niet meer steeds verhuizen, maken ze hun woningen duurzamer.
1 a Lees de tekst. Zijn de huizen duurzamer dan de plaatselijke hutdorpen?
©
D
IL
De dorpen bestonden uit grote boerderijen. Vijf rijen zware palen droegen het dak en tussen de buitenste rijen was een wand opgetrokken. Ernaast werden grote kuilen uitgegraven. De leem daaruit werd gebruikt om de vloer op te hogen en de uit takken gevlochten wanden te bepleisteren. Later werden ze als afvalkuilen gebruikt. Door de zware constructie uit eikenstammen gingen de gebouwen ongeveer 25 jaar mee. De huizen waren bijna 5 m hoog, met wanden van 1,5 m dik. De palen stonden wel 1,5 m in de grond. Om de kwetsbare wanden te beschermen stak het zadeldak aan alle kanten uit, zodat er bij stormwind geen regen onder kon komen.
generatie leeftijdscategorie, tijdspanne van de geboorte van een mens tot hij zelf kinderen kan krijgen of een periode van ca. 25 jaar
b Kloppen de cijfers over de bewoners als je ervan uitgaat dat een huishouden bestond uit drie generaties: ouders, kinderen, grootouders? - Hoeveel personen kunnen er dan in één huis gewoond hebben? - Hoe groot was het totaal aantal inwoners van de nederzetting als je weet dat er op een bepaald moment 17 huizen stonden?
prehistorie I 83 1 Prehistorie.indd 83
3/08/20 20:43
ER
IJ
Fig. 8.6 Bandkeramiek
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
Fig. 8.7 Pottenbakkerij
Doc 17 Fig. 8.8 Neolithische landbouwnederzetting in onze streken
84
I
1 Prehistorie.indd 84
prehistorie 3/08/20 20:43
2
bandkeramiek ronde, bolle aarde werkpotten met slinge rende of zigzaggende banden van ingekerfde rechte of gebogen lijnen en punten
Door de vaste woonplaats hebben de boerenvolken meer huisraad. Bij hen ontstond bandkeramiek, voorraadpotten in aardewerk waarop voor het eerst versieringen werden aangebracht, en er komen ook bekers in omloop. a Raadpleeg de rand en beschrijf de versiering van bandkeramiek.
bekerculturen aardewerk met ken merkende vormen en versieringen volgens het gebied waarin deze drink en bewaar potten voorkomen
b Noteer de namen van de verschillende bekertypes (zie rand) onder de juiste afbeelding.
TG EV
ER
IJ
standvoetbeker slank vaatwerk met Sprofiel en uitstaand voetje; touwversie ring of een versie ring in de vorm van visgraatmotieven trechterbeker trechtervormig en versierd, heeft platte bodem klokbeker klokvorm, helemaal versierd of afwisse lend versierde en onversierde zones
De tekening stelt het dagelijks leven van een boerengemeenschap in onze streken voor. a Welke activiteiten worden uitgevoerd door
TI A
1
UI
OPDRACHT 26 Verken de levenswijze van de boeren in onze streken. Boeren uit de dorpen langs de Donau en de Rijn zoeken altijd nieuw akkerland. Zo verspreiden ze zich steeds verder tot bij ons o.a. in Haspengouw, Oost-Brabant en Zuid-Limburg. Doc 17
• mannen:
• vrouwen:
IG EN
VRAAG 19
b Welke werktuigen hebben zij ter beschikking?
IL
Hoe was het dagelijks leven in een landbouwnederzetting in onze streken georganiseerd?
©
D
c Welke grondstoffen en materialen worden gebruikt en waarvoor?
d Welke dieren komen voor op de tekening?
2
Welke verschillen merk je op tussen de levenswijze van de eerste boeren in ZuidoostEuropa Doc 16 en de levenswijze van de eerste boeren in onze streken? Doc 17 •
• • • prehistorie 1 Prehistorie.indd 85
I
85 3/08/20 20:43
De eerste industrie
Toen er meer boerendorpen kwamen, werd de vraag naar grondstoffen voor werktuigen groter. Vooral geslepen bijlen, klingen en houwelen waren gegeerd. Oorspronkelijk verzamelden de boeren de brokken vuursteen daarvoor op bepaalde berghellingen. Door de grote vraag begonnen kenners nu ook echte vuursteenmijnen (silexmijnen) te ontginnen. De vuursteenproductie nam daardoor sterk toe. De vuursteenknollen kwamen door de handel in dorpen terecht. Polijsten of slijpen, waardoor het werktuig zijn definitieve vorm kreeg, gebeurde ter plaatse.
De vuursteenmijn van Spiennes (Bergen)
IG EN
Fig. 8.9 Ontginning van silex
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
De vuursteen werd aan de oppervlakte ontgonnen in putten en kuilen of via verticale mijnschachten van ongeveer 1 m doorsnede en wel 20 m diep tot in de vuursteenlagen. Daarin werden straalsgewijs gangen uitgegraven, terwijl hier en daar pijlers in krijt bleven staan. De vuursteen werd ondergraven met houwelen tot de zoldering naar beneden viel. Alleen de knollen gingen naar boven. De mijn werd heel het 3de millennium uitgebaat.
Stenen monumenten
Doc 18
©
D
IL
Sommige van de groepen jagers, herders en boeren die naar Europa kwamen, waren ook de bouwers en de oprichters van indrukwekkende Fig. 8.10 Dolmen (Wéris, Luxemburg, België) constructies met grote stenen. In een twaalftal landen van Europa komen zeker 50 000 van die ‘stenen monumenten’ voor (6000 in Frankrijk!). De reusachtige blokken natuursteen voor zulke bouwwerken worden megalieten genoemd. Er zijn drie soorten stenen monumenten. De menhirs zijn eenvoudige, rechtopstaande steenblokken die soms alleen, soms in rijen zijn opgesteld, van klein naar groot gerangschikt in de richting van de ondergaande zon zoals in de streek rond Carnac in Bretagne (Fr.).. Als blokken in halve of hele cirkels zijn geplaatst, spreken we van steencirkels of cromlechs.. De bekendste, de grootste, de meest onderzochte, maar ook de meest mysterieuze steencirkel is die van Stonehenge (Wiltshire, Z.-Engeland) die vermoedelijk een soort zonneobservatorium was. Dan zijn er nog de dolmens, gesloten bouwwerken die een grafkamer vormen en die meestal afgedekt waren met opgeworpen aarde. Fig. 8.11 Menhirs (Carnac, Frankrijk) Fig. 8.12 Cromlech (Stonehenge, Engeland)
86
I
1 Prehistorie.indd 86
prehistorie 3/08/20 20:43
3
De boeren vonden voor hun werktuigen een zeer geschikte grondstof: silex of vuursteen die voorkwam in de vorm van knollen of vuursteenbrokken in kalkrijke grondlagen. a Op welke plaatsen kwam vuursteen of silex voor?
b Wat ontstond er op die plaatsen? c Noem een plaats in ons land waar zeer lang een silexmijn werd ontgonnen.
Over ontginning van vuursteen. Doorstreep wat fout is. grote hoeveelheden vuursteen werden ontgonnen in putten of kuilen aan de opper-vlakte / kalklagen op berghellingen / vuursteenmijnen in de vuursteenmijnen werden werktuigen gemaakt / silexknollen opgedolven silexknollen werden aan de oppervlakte / in de dorpen verwerkt tot werktuigen silexsteen werd ook verhandeld als ruwe vuursteen / halfafgewerkt product / afgewerkt werktuig silex werd gebruikt ter plaatse / in ruilhandel / ter plaatse en in ruilhandel
5
Klopt de bewering dat silexontginning een industrie was geworden? Leg uit.
6
Lees de tekst en los de vraagjes op met behulp van Doc 18 en de foto’s. Noem drie soorten stenen monumenten en een vindplaats. Wat betekenen ze?
IG EN a dodencultus:
b zonnecultus:
IL
megalieten grote steenblokken waarmee neolithische boeren allerlei indruk wekkende monumenten oprichtten (Gr. megalos = groot; lithos = steen)
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
4
c
zijn steencirkels, opgesteld als een soort
©
D
menhir rechtopstaande steen, soms alleen, soms in rijen opgesteld bv. in Carnac in Bretagne (Fr.) (Bretoens men = steen; hir = recht) cromlech steencirkel, stenen in kringvorm opgesteld bv. in Stonehenge in Z.Engeland dolmen gesloten stenen con structie met grafkamer (Bretoens men = steen; dol = plat)
Sommige groepjes jagers, herders en boeren die naar Europa waren gekomen, zijn ook de oprichters van vele indrukwek kende formaties en constructies met grote stenen. De betekenis ervan is niet met zekerheid bekend, maar de eerste uitin gen van bouwkunst worden in verband gebracht met de doden en zonnecultus.
Fig. 8.13 De pijl geeft aan waar de zon opkomt op 21 juni. Het is de start van de zomer.
prehistorie 1 Prehistorie.indd 87
I
87 3/08/20 20:43
De komst van het metaal
De periode tussen 5000 en 3000 v.Chr. was buitengewoon vruchtbaar voor de ontwikkeling van nieuwe technieken. Dat geldt in de eerste plaats voor de toepassing van metalen. De oorsprong ligt in het Nabije Oosten. De eerste metalen die door de mens gebruikt werden, waren vermoedelijk koper en goud. Ze komen op sommige plaatsen voor in zuivere vorm. Misschien heeft de prehistorische mens, aangelokt door de glans en de kleur, een dergelijk stuk metaal opgepakt en geprobeerd er een werktuig of een sieraad van te maken. Hij zal snel gemerkt hebben dat de kleurige steen zich anders gedroeg dan andere stenen. Door er op te hameren kon men er iedere gewenste vorm aan geven.
TI A
Fig. 8.14 Laagoven om metaalerts te smelten
UI
TG EV
ER
IJ
Al spoedig ontdekte men dat metaal gesmolten kon worden, waarna men er elke gewenste vorm van kon gieten. Hoe men dit ontdekt heeft, is niet duidelijk, want om het metaal te smelten, is een zeer hoge temperatuur nodig. Misschien kwam hier de technische kennis van de pottenbakker van pas. Nog verbazingwekkender is dat het mengen van verschillende metalen de eigenschappen van het eindproduct sterk kan verbeteren. Door een kleine hoeveelheid tin aan het koper toe te voegen, ontstaat brons, dat veel taaier is en harder dan zuiver koper en ook beter kan gegoten worden. Tin komt niet in zuivere vorm voor in de natuur. Men moet het door een ingewikkeld proces winnen uit erts dat er helemaal niet als metaal uitziet. Hoe de mens deze ontdekking gedaan heeft, is ons onbekend, maar omstreeks 3500 v.Chr. raakte het brons in gebruik in het Nabije Oosten.
Doc 19
Š
D
IL
IG EN
Het vervaardigen van bronzen werktuigen
88
I
1 Prehistorie.indd 88
1. twee helften van een gietvorm in klei, waarin de vorm van een bijl is uitgespaard 2. vloeibaar brons wordt in de holte van de gietvorm gegoten 3. na afkoeling wordt de gietvorm geopend om het werktuig eruit te halen 4. eindresultaat
M
etalen gereedschap biedt natuurlijk vele voordelen in vergelijking met stenen werktuigen. Een bronzen bijl kan geregeld worden bijgeslepen. Als de stenen bijl breekt, is ze verder waardeloos. Een bronzen bijl kan men echter omsmelten en opnieuw gieten. Het is duidelijk dat al deze handelingen door vaklieden moeten worden uitgevoerd. De bronssmid moet een van de eerste gespecialiseerde vaklieden van de prehistorie geweest zijn.
Gouden Keltische armband (torque)
prehistorie 3/08/20 20:43
VRAAG 20
OPDRACHT 27 Onderzoek hoe metaal steen verdrong.
Hoe ontstond de metaaltijd?
Lees Doc 19 De komst van het metaal.
1
a Waar werd metaalerts ontdekt? b Welke waren de eerste metalen die de mens vond? c De naam koper verwijst naar een van de eerste vindplaatsen, nl. op het eiland
natuurlijk kopererts
(cuprum is het Latijnse woord voor koper) Welke twee fasen kunnen we onderscheiden in het gebruik van metalen? Leg uit. Fase 1:
IJ
2
legering vermenging van metalen hier: door 1 deel tin en 9 delen koper samen te smelten ontstond brons, een hard hersmeltbaar metaal dat zeer geschikt was voor werktui gen en wapens
a Welk metaal werd daarna door de mens zelf gemaakt? b Is brons een zuiver metaal? c Hoe wordt brons verkregen?
bronzen houweel
TG EV
3
ER
Fase 2:
UI
d Welke voordelen heeft brons tegenover steen als grondstof voor werktuigen en wapens?
IG EN
TI A
bronzen pijlpunt
tin
koper koper
tin koper
tin
IL D
koper
koper
tin
koper tin
koper
koper
koper
koper
koper
koper koper 250
500km
©
0
koper
Fig. 8.15 Vindplaatsen van koper en tin in Europa
4
a Als de Kelten - krijgersstammen uit Centraal-Europa - onze streken inpalmen, (ca. 8ste-5de eeuw v.Chr.) introduceren ze de bewerking van een nieuw metaal. Welk metaal? b Hoe noemen we de periode in de geschiedenis na de steentijd?
ijzeren zwaard
prehistorie 1 Prehistorie.indd 89
I
89 3/08/20 20:43
OVERZICHT Prehistorie 60 miljoen jaar geleden
PRIMATEN
Australopithecus
IJ
Homo habilis
mensachtigen
TG EV
19 miljoen
ER
Homo erectus
Homo sapiens
Homo sapiens sapiens
IG EN
TI A
UI
15 miljoen
voorlopers van de mens Australopitheci
IL
4,3 miljoen
Š
D
2,5 miljoen 2 miljoen 1,9 miljoen
einde ijstijd
90
I
1 Prehistorie.indd 90
MENS Homo habilis Homo erectus verlaat Afrika
300 000 jaar
Homo sapiens ontstaat in Afrika
150 000 jaar 100 000 jaar 45 000 jaar
Homo sapiens verkent Afrika Homo sapiens verlaat Afrika Homo sapiens sapiens in Europa
10 000 jaar 9000 jaar 6000 jaar 3500 jaar geleden
boeren in het Nabije Oosten boeren in Europa boeren in onze streken
prehistorie 3/08/20 20:43
Jagen, vissen, verzamelen Tienduizend jaar geleden was de ijstijd voorbij. Bizons, mammoeten, wolharige neushoorns en reuzenherten verdwenen. Ons land warmt op en raakt begroeid met bos. De mensen
ken de zwervers met de seizoenen mee en verblijven ze in een soort tenten of tijdelijke kampen. Het kampvuur is ook hun kookplaats die bovendien dieren op afstand houdt, licht en warmte verspreidt. Ze maken ook alles zelf: kleding van dierenhuid, scherpe messen van vuursteen,
een nieuw tijdperk aan wanneer
De boerendorpen werden gro-
de eerste metalen door de mens
ter, want als de akkerbouw en
worden gebruikt. Koper moet in
veeteelt genoeg voedsel op-
het begin als een vreemd soort
levert, kunnen meer monden
gesteente zijn bekeken: het is
gevoed worden.
licht, sterk, vervormbaar door
IJ
jagen en vissen. Daarvoor trek-
Omstreeks 2100 v.Chr. breekt
Boerendorpen in de steentijd
Allerlei nieuwe modellen van
erop te hameren en zomaar in
aardewerk kwamen in omloop
de natuur te vinden. De grote
ER
ten, bessen, noten, wortels en ze
Metaal verdringt steen
bv. als drinkbeker. Vooral de
verrassing kwam toen men ont-
trechterbeker met een rechte
dekte dat het kon smelten en in
bodem en wijduitlopende rand
TG EV
hebben genoeg te eten aan plan-
werpsperen van hout en bot,
was populair.
werktuigen van gewei.
Deze trechterboeren begroeven
elke gewenste vorm kon worden gegoten. Misschien zat de pottenbakker er voor iets tussen?
ook hun doden, soms in een De eerste boeren
individueel graf, soms in een
Ruim 7000 jaar geleden ver-
gemeenschappelijk graf voor
jagers-voedselzoekers lang-
vee: runderen, schapen, geiten,
het dorp, in dolmens of hune-
varkens. De trekkracht van dieren
bedden. Dat ging samen met een
wordt benut, wol en melk maken
heel ritueel, grafgiften, sieraden
het agrarisch bestaan lichter.
en voedsel. Deze grafkamers
TI A
zaamaan. Nieuwkomers brach-
sterk en de boeren houden meer
UI
anderde de leefwijze van de
In die tijd vermindert de jacht
ten een andere manier van
leven mee naar onze streken. Ze konden lange tijd op dezelfde
lende kleuren en motieven zor-
stenen. Ook afzonderlijke stenen
gen voor mooie kleding.
of menhirs werden opgericht, of
Brons is het eerste echte metaal
IG EN
plek wonen, de grond bewerken
Geweven stoffen met verschil-
waren gemaakt van gigantische
grassoorten als emer en eenko-
Om hun werktuigen te verbe-
te mengen met een kleine hoe-
ren kweken en oogsten. Dat lukte
teren waren de boeren steeds
veelheid koper. Het is geen heel
ook met peulvruchten, vlaszaad
op zoek naar de best mogelijke
sterk metaal, maar het is wel
en lijnzaad waar ze draden kon-
grondstof voor hun werktuigen.
geschikt voor sieraden en wapens.
den van maken om te weven.
Met de silexmijnen ontstond de
Het zwaard is een nieuwe uitvin-
Jagen en vissen deden ze ook
eerste industrie die zoveel vuur-
ding, een wapen zonder veel
nog. In bolle, gebakken potten die
steen opleverde dat ze ermee
ander nut, maar wel een status-
ze versierden met mooie motie-
handel konden drijven. Er ont-
symbool voor de drager.
ven, bewaarden ze de voedsel-
stond gespecialiseerde arbeid
Pas na 1000 v.Chr. is het mogelijk
voorraden. Wie zo leeft, is minder
en de samenleving werd steeds
om ijzer uit erts te winnen en
afhankelijk van de natuur.
beter georganiseerd.
te bewerken.
Š
D
IL
rond hun woonplek en eetbare
in rijen of cirkels geplaatst.
r.
v.Ch
. Chr
0 v.
900
. Chr
0 v.
550
einde ijstijd
jacht visvangst pluk
akkerbouw veeteelt spinnen/weven/ bandkeramiek
OUDE OUDE STEENTIJD STEENTIJD paleolithicum paleolithicom
MIDDENSTEENTIJD mesolithicum
NIEUWE STEENTIJD neolithicum
. Chr
0 v.
200
kopertijd
00 10 0
dat de mens zelf maakt door tin
bronstijd
800
r.
v.Ch
r.
.Ch 50 v
ijzertijd
METAALTIJDEN
prehistorie 1 Prehistorie.indd 91
I
91 3/08/20 20:43
©
D
IL
IG EN
Zo'n 13,8 miljard jaar geleden ontstond het heelal uit een enorm heet punt met een bijna oneindig grote dichtheid aan energie. Dat oer atoom spatte uiteen. Dit wordt de oerknal genoemd. De tijd, de ruimte, de natuurwetten ontstonden uit de energie die was vrijgekomen. In de loop van miljarden jaren nadien klonterde materie samen en ontstonden sterrenstelsels met planeten rond elke ster. De aarde werd 4,6 miljard jaar geleden geboren. Nog een miljard jaar later was de aarde voldoende afgekoeld om de eerste eencellige levensvormen in de zeeën te zien verschijnen. Op het land groeiden mossen en varens en rond de planeet ontstond een beschermende atmosfeer. Planten en dieren koloniseerden stilaan de aarde en die werd bewoonbaar. De vreemdste soorten grote landdieren bevolkten nu de aarde, maar sommige soorten zijn alweer uitgestorven. De eerste mensachti-
IJ
Over de oorsprong van de mens bestaan twee visies. Creationisten gaan ervan uit dat het universum en de aarde, even als de mens en alle planten en dieren, zijn geschapen door een God die in één keer alles voortbracht. Er bestaan over de hele wereld scheppingsverhalen over het ontstaan van de mens, zoals het verhaal van Adam en Eva, van joden, christenen en moslims. Duizenden jaren was deze overtui ging de enige verklaring voor de oorsprong van alle leven en het begin van de tijd. De aanhangers van deze scheppingsleer nu zijn vooral fundamentalistische christenen uit de Verenigde Staten.
ER
Het immens grote heelal zoals we dat nu kennen, heeft niet altijd bestaan. Het is bezaaid met minstens honderd miljard melkwegstelsels, en die bevatten elk ruwweg honderd miljard sterren. Het is onduidelijk hoeveel planeten er rond deze sterren draaien, maar op tenminste één ervan - zoveel is zeker - heeft zich leven ontwikkeld.
2 Oorsprong van de mens
Charles Darwin (1809-1882)
Biologisch behoren wij, mensen, tot de familie van de apen, omdat we gemeenschappelijke voorouders hebben. Sommige soorten groeiden uit elkaar door natuurlijke oorzaken en andere stierven uit. De mens kon zich telkens goed aanpassen aan bv. de klimaatschommelingen en is nu de sterkste soort. Volgens de wetenschap verklaart alleen de evolutieleer de oorsprong van de mens, omdat zij zich uitsluitend baseert op feiten die bewezen zijn.
TG EV
1 Het heelal en wij
gen waren er pas enkele miljoenen jaren geleden. De mens zelf deed zijn intrede zowat 2,5 miljoen jaar geleden: hij is een nieuwkomer in de evolutie van het leven op aarde.
UI
In de loop van de voorbije 100 jaar hebben wetenschappers een model ontwikkeld dat een ver klaring geeft voor het ontstaan en de ontwikkeling van het universum. Wij hebben het voorrecht te behoren tot de eerste generatie die kan doordringen tot de oorsprong van alles wat bestaat.
Prehistorie
TI A
Samenhang
De centrale vraag die wij ons stellen, is: Hoe is de mens uiteindelijk de slimste soort geworden?
God schept Adam (Michelangelo, Sixtijnse kapel, Vaticaan, Rome, 1511)
De meeste mensen zijn tegenwoordig aanhangers van de evolutietheorie van Charles Darwin (1809-1882). Deze bioloog uit de 19de eeuw zei dat de mens afstamt van andere, meestal primitievere en uitgestorven diersoorten door natuurlijke selectie.
Over de oorsprong van de soorten (Charles Darwin, 1869)
We weten heel weinig over de prehistorie. Dat komt omdat er weinig bronnen overgebleven zijn.
92 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 92
3/08/20 20:43
3 De voorouders van de allereerste mens
IG EN
Omstreeks 60 miljoen jaar geleden leefden de eerste primaten in Afrika. Dit waren de eerste mensapen en apen waaruit de mensachtigen zijn voortgekomen. De oudste teruggevonden menselijke voorouder is de Australopithecus. In Ethiopië vond men delen van het skelet van een vrouwtje dat ca. 3,2 miljoen jaar geleden leefde. Ze was tussen 1 m en 1 m 20 groot. Ze kreeg de naam Lucy. Deze vroege soort kon al rechtop lopen, maar ook nog goed in bomen klimmen.
D
IL
Wat waren de voordelen van het rechtop lopen?
©
• Verder kunnen kijken en zich verder kunnen verplaatsen • Minder energie verbruiken bij het voortbewegen • Drie keer minder zonnewarmte opnemen • Handen vrij hebben om iets te kunnen dragen en hanteren
omdat hij de eerste verfijnde werktuigen maakte zoals vuistbijlen en klievers uit een tweezijdig behouwen kernsteen. Hij werd groter, sterker en slimmer dan zijn voorganger.
ER
IJ
Savanne
TG EV
• Hij of zij graaft vondsten op uit de bodem. • Hij onderzoekt deze vondsten. • Hij probeert te achterhalen uit welke tijd ze stammen. • Hij gaat na waarvoor ze dienden. • Hij verschaft ons vooral informatie over de geschiedenis van de mens.
Ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste echte mensen: de Homo-soort. De eerste was de Homo habilis wat handige mens (homo = mens, habilis = handig) betekent. Hij was een kleine mensachtige, iets groter dan de Australopitheci, de lijn waar hij uit was voortgekomen, ook al is niet bekend van welke soort. Hij had nog steeds een kleine herseninhoud en kleine kiezen. Hij kon nog goed in de bomen terecht, maar begon meer te lopen dan te klimmen in de open bosomgeving. Daardoor kreeg hij kortere armen en langere benen, de armen nog lang genoeg om te slingeren in de bomen en als steun bij het lopen. Zo werd hij een permanente tweevoeter. Hij leefde nog gelijktijdig met Australopitheci naast vele soorten van het geslacht Homo, waarschijnlijk elk in een eigen niche. De Homo habilis was een alleseter die at wat hij in de natuur kon vinden, vooral planten, knollen, vruchten, noten en grassen. Ze gingen ook op jacht, maar waren vooral aaseters: het vlees dat ze hadden bemachtigd van dieren die door grote roofdieren waren gedood.
UI
Wat doet een archeoloog zoal?
4 De allereerste mens ... slim en handig
TI A
Alles wat we terugvinden, zijn vondsten, overblijfselen zonder tekst en niet-fossiele sporen. Die worden opgegraven of ontdekt door archeologen.
Omdat ze de eerste werktuigen gebruikten, konden ze de botten van de dieren breken en het merg dat erin te vinden was, opeten. Dit merg maakte hen slimmer en sterker. De Homo habilis was al 1,5 m groot, maar nog steeds zwaar behaard. De werktuigen die hij gebruikte, waren eenvoudig en ruw. Het klimaat in Afrika werd droger. De Homo habilis leefde nu in de beboste savanne en uitgestrekte graslanden van Oost-Afrika. Uit die lijn ontwikkelde Homo ergaster, de werkman genoemd
Regenwoud
5 Homo erectus
De opvolger van de Homo habilis was de Homo erectus, wat rechtop lopende mens (erectus = rechtop, opgericht) betekent. Hij kon zich nog beter aanpassen aan het klimaat. De werktuigen waren beter waardoor hij kon jagen op groot wild. De Homo erectus at dus veel vlees en ontwikkelde daardoor nog grotere hersenen. Omdat hij kon jagen in groep, vermoeden wetenschappers dat hij waarschijnlijk al een soort van taal had om te communiceren. De Homo erectus was de eerste die Afrika verliet. Deze soort breidde zich uit tot in Europa en Azië. Hij was de eerste soort bij ons. Hij deed ook een ontdekking die de wereld zou veranderen. Door twee stenen tegen elkaar te slaan, twee stukken hout tegen elkaar te wrijven of met vuursteen op pyriet te slaan (en dat naast een stuk droog gras), kon hij vuur maken. Welke waren de vele voordelen van het vuur? • Je kon vlees roosteren en koken. • Er was verlichting en ook veiligheid.
prehistorie I 93 1 Prehistorie.indd 93
3/08/20 20:43
in kleine groepen. Het was moeilijk voor hen om te overleven. De Homo sapiens was vermoedelijk de eerste soort met kunstzin. Ze droegen kralen, schelpen en maakten reliëf in voorwerpen of graveerden er iets in. Ze maakten ook kleine beeldjes en grotschilderingen.
• Vuur zorgde voor verwarming. • Dankzij vuur konden ze aan drijfjacht doen: dieren in de val lokken door vuur te gebruiken. • Ze konden de punten van hun speren extra hard maken door ze even in het vuur te houden.
Neanderthalers begraven een dode
D
© I
1 Prehistorie.indd 94
prehistorie
Grotschildering in Lascaux
Grotschildering in Altamira
8 Vissen, jagen en voedsel zoeken Tot ongeveer 10 000 v.Chr. (12 000 jaar geleden) was Noord-Europa bedekt met ijs. De hele wereld had een ijskap. Maar dan veranderde het klimaat, de laatste ijstijd liep ten einde. Het ijs smolt en er ontstonden toendra’s. Midden- en Zuid-Europa groeide dicht met grote bossen. Groepjes mensen leefden er als jagers, vissers en voedselzoekers. In de natuur was genoeg voedsel aanwezig om te overleven. Deze zwervende jagers hadden weinig bezit, want ze verbleven in tijdelijke kampeerplaatsen en
Een hut uit beenderen en huid van een mammoet
94
ER
TG EV
IL
IG EN
De neanderthalers waren uitzonderlijk sterk en hadden een goed uithoudingsvermogen. Ze moesten soms dagenlang jagen om een prooi te vinden. Vermoedelijk konden ze dus ook spreken. Waar het mogelijk was, aten de neanderthalers ook vis. Ze leefden in grotten of in grote kampementen die ze maakten uit de botten en de huiden van o.a. gedode mammoeten. Ze waren de eerste soort die hun doden zouden gaan begraven. Ze dachten dus na over het leven na de dood.
De bekendste grotschilderingen zijn teruggevonden in Lascaux in Frankrijk (ca. 17 000 jaar geleden) en in Altamira in het noorden van Spanje (ca. 15 000 jaar geleden).
UI
In Europa werden skeletten van een verder geëvolueerde soort teruggevonden, namelijk in het Neandertal in Duitsland. Deze soort noemde men de neanderthaler. Hij zou tussen 300 000 en 30 000 jaar geleden geleefd hebben. Hij had korte armen en benen, een grote brede neus, een teruggetrokken kin, een grote platte schedel en grote hersenen. Hij was heel slim.
De neanderthaler leefde in Europa samen met de Homo sapiens (de slimme mens), de soort die wij vandaag nog zijn. Deze soort ontstond ook in Afrika tussen ongeveer 300 000 en 150 000 jaar geleden en trok verder naar Azië en Europa, later naar alle andere continenten in de wereld. De eerste Homo sapiens was nog steeds een rondtrekkende jager die leefde in kampen of in grotten. Ze waren heel gelijkaardig aan de neanderthaler, maar toch hebben zij alle klimaatveranderingen nadien doorstaan en de neanderthaler niet. Ze hebben zich dus beter aangepast. Neanderthalers leefden ook
TI A
6 Een speciale soort in Europa
IJ
7 Onze soort
Vooral kleine vrouwenfiguurtjes werden teruggevonden, de zogenaamde venussen. Deze Venus van Willendorf is waarschijnlijk al 30 000 jaar oud.
De Venus van Willendorf (Oostenrijk, 11 cm, kalksteen)
3/08/20 20:43
IG EN
Ook dieren als schapen, geiten, zwijnen en koeien kon men doen leven dicht bij de mens. Zo werden ze tam en was het niet meer nodig dagenlang een dier achterna te zitten in de hoop het te kunnen vangen. Een dier kon men dan op elk moment slachten. Zo ontstond de veeteelt.
Š
D
IL
Als de mensen de planten die ze vroeger moesten zoeken en de dieren waar ze op jaagden, konden domesticeren, dan hoefden ze niet meer rond te trekken en bleven ze langere tijd op dezelfde plek wonen. Zo ontstonden rond 9000 v.Chr. de eerste boerendorpjes. Hoe kwam de landbouw tot bij ons? Heel langzaam werden de akkerbouw en de veehouderij in Europa bekend. Boeren waren afhankelijk van hun grond, maar door altijd dezelfde gewassen op dezelfde
IJ
In Europa zijn nog andere megalitische monumenten te vinden. In Bretagne (Frankrijk) staan menhirs in lange rijen en in Stonehenge (Engeland) zijn ze opgesteld in cirkels. Ze hebben waarschijnlijk allemaal te maken met dodenrituelen en de zon.
ER
Zo verplaatsten de boeren en de landbouw zich in de richting van Europa waar ze ongeveer 6000 jaar v.Chr. aankwamen. Dankzij de vruchtbare leemgronden en via de Donau en de Rijn bereikten ze onze streken, maar het zou opnieuw zeer lang duren eer de jagers en vissers bij ons de nieuwe levenswijze - die veel meer voedselzekerheid gaf ook overnamen. De jagers werden boeren die in steeds grotere nederzettingen woonden, in grote langwerpige boerderijen, dicht bij hun akkers en hun dieren. Nieuwe technieken als spinnen, weven en aardewerkpotten maken om voedselvoorraden te bewaren, waren nu overal bekend. Archeologen hebben verschillende boerenculturen teruggevonden. Zo spreken ze van bandkeramiekers, trechterboeren, klokbeker- en standvoetbekervolken, afhankelijk van de streek en de teruggevonden potten, werktuigen en voorwerpen.
Klokbekervolken
TG EV
In het Nabije Oosten was de situatie anders. Het klimaat was mild, de plantengroei overvloedig en het wild in de bossen op de heuvels bestond vooral uit wilde schapen, geiten, varkens en zelfs koeien. De jagers jaagden op de wilde dieren en verzamelden korrels van wilde grassen, noten en vruchten. Omdat ze de dieren niet moesten volgen op trektochten, leerden ze planten en dieren zeer goed kennen. Ze ontdekten dat wilde granen, mits het nodige water en voorkomen van overwoekering, op elke plek konden groeien, dicht bij hun woonplaats. Zo ontstond de akkerbouw.
UI
9 Een geweldloze revolutie
plaatsen te verbouwen, raakte de grond rondom het dorp uitgeput. Op een nieuwe plek, in de nabijheid van stromend water, werden dan bomen gekapt, struikgewas verbrand en akkers aangelegd. De natuur overwoekerde het oude dorp dat na een aantal jaren verdween. Naast de landbouw verzamelden de boeren vruchten, noten en knollen in het bos. Ook jaagde en viste men nog veel.
TI A
de spullen die ze nodig hadden, maakten ze zelf met materiaal uit de natuur. Nog duizenden jaren zullen zij zo leven.
De boeren van de trechterbekercultuur (3400-2800 v.Chr.) zijn vooral beroemd geworden door de manier waarop ze hun doden begroeven, onder enorme grafheuvels of hunebedden. Vandaar dat ze ook wel hunebedbouwers worden genoemd. Die grote stenen of megalieten waren eigenlijk zwerfkeien die door het ijs in een vorige ijstijd naar zuidelijkere gebieden waren geduwd.
10 Het einde van de steentijd
De laatste boerencultuur van de steentijd was de Klokbekercultuur (2600-2100 v.Chr.). De boeren van deze cultuur brachten koperen en bronzen werktuigen naar onze gebieden vanuit Spanje en Zuid-Frankrijk. Deze boeren dreven immers ook (ruil)handel over grote afstanden. Uit Engeland en de Balkan brachten ze een metaal mee ijzeren bijl waarmee men bijlen, dolken en zwaarden, maar ook sieraden kon maken: koper. De komst van koperen en bronzen voorwerpen betekende het einde van de steentijd. Vanaf 2000 v.Chr. spreken we van de metaaltijd. 11 Een populair metaal In de ijzertijd (800-50 v.Chr.) kwam een nieuw metaal voor iedereen beschikbaar: ijzererts, waarmee de meeste boeren ijzeren werktuigen en wapens konden maken.
prehistorie 1 Prehistorie.indd 95
I
95 3/08/20 20:43
Zelftest Historische vraag 1: Was er altijd leven op de aarde? 1 Duid het juiste antwoord aan. Het leven ontstond toen het heelal ontstond. Het leven ontstond toen de planeet aarde ontstond. Het leven ontstond toen de aarde was afgekoeld en een atmosfeer kreeg. Het leven ontstond toen de eerste mensen ontstonden.
ER
IJ
2 a Situeer op de tijdlijn wanneer de aarde, het leven en de mens ontstonden. Schrijf boven de verticale streepjes de tijd en onder de streepjes ontstaan aarde, ontstaan leven, mens.
TG EV
b Hoe is het heelal ontstaan?
c Welke waren de twee voorwaarden om leven op aarde mogelijk te maken? -
Historische vraag 2: Waar leefden de eerste mensen?
UI
d Hoe kunnen we de mens noemen in de evolutie van het leven op aarde?
IG EN
TI A
1 Duid het juiste antwoord aan. verspreid over de hele wereld in Oost-Afrika, in de omgeving van de Riftvallei (Grote Slenk) in de regenwouden van Afrika in Azië en daarna in Europa
2 a Welke klimaatverandering kent Afrika vanaf 8 miljoen jaar geleden? b Wat ontstond in Oost-Afrika door het scheuren van de Afrikaanse continentale plaat en het uit elkaar schuiven
IL
van twee Afrikaanse aardplaten?
D
c Wie waren de bewoners van het dichte regenwoud? d Wie waren de bewoners van de savanne?
©
e Hoe evolueerden de mensapen in de open vlakten?
3 Wanneer verschijnen daar de eerste mensen? Historische vraag 3: Hoe was het klimaat in Europa tijdens de laatste ijstijd? 1 Kuid het juiste antwoord aan. Het was er koud en vochtig. Het land was helemaal bedekt met een ijskap. Er was een droog tropisch klimaat zoals in Afrika. Er was bosvegetatie met bosdieren.
96 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 96
3/08/20 20:43
2 a Hoe noemen we het tijdperk waarin ijstijden en tussenijstijden elkaar afwisselden? b Wanneer begon deze periode? c Hoe wordt dit tijdperk nog genoemd? Waarom?
d Wij leven nu in een ijstijd/tussenijstijd. e De eerste mensen in Europa leefden in de 1ste / 2de / 3de / 4de / 5de / 6de ijstijd/tussenijstijd. 3 Schrijf bij de tekening op de gepaste plaats: ijstijd – tussenijstijd – toendra – bos – kuddedieren - boswild graden °C
20
10
IJ
hert
15
ER
everzwijn ree
5
rendier
-5
muskusos
-10 -15
-30
UI
-25
muskusos
grasvlakten
ijskap
grasvlakten
naald- en loofbossen
grasvlakten
ijskap
grasvlakten
naald- en loofbossen
afkoeling
IJSTIJD
opwarming
TUSSENIJSTIJD
afkoeling
IJSTIJD
opwarming
TUSSENIJSTIJD
grasvlakten
TI A
-35
rendier
eland
eland
-20
everzwijn
ree
mammoet
TG EV
mammoet
0
hert
Historische vraag 4: Hoe kennen wij ons verste verleden?
IG EN
1 Duid aan wat juist is. door de skeletten van de eerste mensen door de materiële resten die bewaard zijn gebleven in de bodem door wat geschiedkundigen ons daarover leren door het onderzoek van geschreven en ongeschreven bronnenmateriaal
IL
2 Welke wetenschappers onderzoeken vooral het verste verleden van de mens? archeologen / paleontologen / historici
D
3 Schrap wat niet past. Archeologische bronnen zijn: materiële overblijfselen / niet-fossiele sporen / historische bronnen / historische werken
©
4 Wat doet een archeoloog na de opgravingen?
Historische vraag 5: Wie waren de voorouders van de mens? 1 Duid aan wat juist is. primaten, apen en halfapen Australopithecussoorten in Zuid-Afrika aapachtige bosbewoners in Afrika chimpansees en bonobo’s
prehistorie I 97 1 Prehistorie.indd 97
3/08/20 20:43
2 Waarom ontwikkelde de Australopithecus kortere armen en langere benen?
3 Noem drie voordelen van rechtop lopen.
Historische vraag 6: Welke waren de kenmerken van de eerste mensen?
ER
IJ
Duid aan wat juist is. Hij loopt helemaal rechtop. Hij heeft meer hersenen. Hij gebruikt werktuigen. Hij leeft in de bomen. Historische vraag 7: Hoe leefden de eerste mensen?
TG EV
1 Duid aan wat juist is. Hij leeft op de open grasvlakte. Hij verblijft op een vaste plaats. Hij verzamelt voedsel in de natuur. Hij eet aas en jaagt op klein wild.
UI
2 a Welke (wetenschappelijke) naam geven we aan de eerste mensen en wat betekent deze naam?
IG EN
TI A
b Geef drie redenen die aantonen dat hij die naam verdient. Geef telkens een voorbeeld.
c De eerste mensen leven op de vlakte, maar keren nog veel terug naar de bomen. Waarom?
IL
Historische vraag 8: Welke zijn de mijlpalen in de stamboom van de mens?
©
D
1 Duid aan wat juist is. Homo habilis, de handige mens die werktuigen gebruikt Homo erectus, de rechtoplopende mens die zich buiten Afrika waagt Australopitheci, de voorouders van de mens Homo sapiens, de slimme mens die zich overal aanpast en de wereld verovert 2 Wat hebben Australopitheci gemeenschappelijk met de eerste mens en waardoor verschillen ze?
98 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 98
3/08/20 20:43
Historische vraag 9: Hoe verliep de verspreiding van de mens? 1 Duid aan wat juist is. De allereerste mensen verlaten Afrika vanaf 1,8-1,7 miljoen jaar geleden. De voorouders van de neanderthalers vertrekken in Afrika vanaf 700 000 jaar geleden. Homo sapiens verscheen vanaf 120 000 jaar geleden in het Nabije Oosten. De moderne mens vestigt zich in Europa vanaf 100 000 jaar geleden. 2 Hoe komt het Homo sapiens als enige in zijn soort de wereld kon veroveren?
ER
Duid aan wat juist is. Hij schuilt in grotten, woont in tijdelijke kampen en leeft in groepen. Hij is een zwervende jager en heeft goede jachttechnieken. Hij heeft een zware lichaamsbouw. Hij maakt meer soorten en fijnere wapens.
IJ
Historische vraag 10: Welke vaardigheden ontwikkelde de moderne mens in Europa om te overleven?
Historische vraag 11: Welke zijn de belangrijkste keerpunten in de ontwikkeling van de mens?
TG EV
1 Duid aan wat juist is. Betere jachtwerktuigen leveren grotere prooien en meer voedsel op. Met dierlijk voedsel wordt hij omnivoor en kunnen de hersenen groeien. Hij ontwikkelt een sociaal leven, want de jacht is een groepsgebeuren. De mens heeft een vaste woonplaats, want hij woont in grotten.
UI
2 Welke zijn de drie belangrijkste voedselbronnen van de zwervende jager in onze streken?
IG EN
TI A
3 Noem vijf technieken die de zwervende jager beheerst.
Historische vraag 12: Wie waren de eerste kunstenaars?
IL
1 Duid aan wat juist is. vaste grotbewoners in koude streken die hun grotten versierden jagers-verzamelaars die regelmatig voor langere tijd in grotten verbleven jagers met kunstzin omdat ze ook sieraden en kleine, draagbare kunstvoorwerpen maakten mensen die abstract konden denken, een voorstelling van iets konden maken
©
D
2 Welke dieren beeldt de mens bij voorkeur af?
3 Wat beelden de vrouwenbeeldjes uit? Historische vraag 13: Waardoor veranderde de levenswijze van de jagers? 1 Duid aan wat juist is. Grote dieren overleefden het warmere klimaat niet en rendieren trokken naar het noorden. Er ontstaan dennenbossen met herten, oerossen, zwijnen en klein wild. Er ontstaan vlakten, moerassen en meren. Er bleef voldoende voedsel aanwezig in de natuur. 2 Wat was het grootste gevolg van de klimaatverandering in Europa?
prehistorie I 99 1 Prehistorie.indd 99
3/08/20 20:43
Historische vraag 14: Hoe ontstonden de eerste nederzettingen in het oude Nabije Oosten? 1 Duid aan wat juist is. De levenswijze van de jagers veranderde niet in het oude Nabije Oosten. De jagers werden geleidelijk veehoeders. Sommigen trokken mee met de kudden terwijl anderen rondtrokken. Nomaden werden sedentair na verloop van tijd. 2 Wat was het grootste verschil tussen de jagers in Europa en de jagers in het Nabije Oosten?
TG EV
ER
Duid aan wat juist is. door het verzamelen van eetbare korrels van wilde grassen in de Vruchtbare Sikkel door de beste korrels als zaaigoed te gebruiken door de akkers te bewerken en te beschermen door schapen als kuddedieren te hoeden
IJ
Historische vraag 15: Hoe ontstonden de eerste landbouwnederzettingen?
Historische vraag 16: Welke zijn de gevolgen van akkerbouw en veeteelt voor de samenleving?
UI
1 Duid aan wat juist is. De nomade wordt sedentair. Nieuwe technieken ontstaan: spinnen, weven, potten bakken, huizen bouwen. Mensen gaan hun eigen voedsel voortbrengen. Jacht, visvangst en pluk verdwijnen.
TI A
2 Wat was het gevolg van akkerbouw en veeteelt voor de bevolking?
IG EN
Historische vraag 17: Hoe verliep de verspreiding van de landbouw?
IL
Duid aan wat juist is. De boeren staken de Bosporus over vanaf 6000 v.Chr. en drongen Europa binnen. Andere boeren kwamen via de Middellandse Zee naar Europa. De akkerbouw werd bijna gelijktijdig in het Nabije Oosten, China en Midden-Amerika uitgevonden. Akkerbouw verspreidde zich vanuit het oude Nabije Oosten over heel de wereld.
D
Historische vraag 18: Wat verstaan we onder neolithische revolutie?
©
1 Duid aan wat juist is. een plotse ommekeer in de levenswijze van de mensen De levenswijze als nomade werd een sedentaire levenswijze in dorpen en steden. De tijd van de jagers ging over in de tijd van de eerste boeren in het neolithicum. Jagers worden boeren, d.w.z. consumenten worden producenten van voedsel. 2 De verspreiding van de landbouw gebeurde uit noodzaak. Leg uit.
3 Welke routes volgden de boeren om zich te verplaatsten?
100 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 100
3/08/20 20:43
4 a Welke drie functies had een boerderij? b Vergelijk de duurzaamheid van een boerderij en de duur van een verblijf op één plaats.
c De boerenvolken ontwikkelden een nieuwe manier om voedsel te bewaren. Verklaar.
Historische vraag 19: Hoe was het dagelijks leven in een landbouwnederzetting in onze streken georganiseerd?
Historische vraag 20: Hoe ontstond de metaaltijd?
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
Duid aan wat juist is. door de ontdekking van kopererts in het oude Nabije Oosten door de ontdekking dat kopererts kon behamerd worden door de ontdekking dat kopererts kon gesmolten worden door de ontdekking dat met koper en tin brons kon gemaakt worden
ER
IJ
Duid aan wat juist is. veeteelt, akkerbouw, jagen, vissen, pluk, weven, potten bakken, huizen bouwen De boeren gebruiken werktuigen: hak, boog en pijlen, fuik, sikkel, weefgetouw, maalsteen. Jagers sluiten zich aan bij de levenswijze van de boeren. De nederzettingen van de boeren zijn even groot als de nederzettingen van vissers en jagers.
prehistorie I 101 1 Prehistorie.indd 101
3/08/20 20:43
3 2 3 3-4 3
ER
TG EV
31
ONTSTAAN VANVAN HET DE BRONNEN DELEVEN GESCHIEDENIS Uitleggen hoe het heelal is ontstaan en wanneer het leven op aarde begon. Drie soorten historische bronnen kunnen noemen. De plaats van de mens bepalen sinds het ontstaan van het leven op aarde. Het verschil uitleggen tussen de historische bronnen. KLIMAAT, FAUNA EN FLORA IN AFRIKA De landschapsvormende lagen die het landgebruik door de mens weergeven Schetsen welke de klimaatveranderingen zijn in Afrika sinds 8 miljoen jaar geleden. opsommen. Uitleggen welkelandschapselementen de gevolgen waren voor het milieu Afrika. in de juiste landschapsvorWaargenomen benoemen en in sorteren
mende laag. noemen van de klimaatveranderingen voor de dieren en de mens sinds De gevolgen zijn verschijning. Horizontale en verticale relaties in de landschapsvormende lagen onderscheiden en benoemen. De biologische evolutie van de mens kunnen verklaren door het gewijzigde klimaat.
UI
1 1 2 2
IJ
HOE GOED BEHEERS IK DE LEERDOELEN VAN DIT THEMA?
met hulp van leerkracht
opdracht
zonder probleem
In dit thema leerde je de prehistorie kennen. We blikken nu terug om te ontdekken in hoeverre je erin geslaagd bent de leerdoelen te bereiken na deze lessen.
met hulp van boek of klasgenoot
Terugblik
Uitleggen dat welke voorkomen tussen landschapsvormende lagen. Aantonen derelaties mens zijn levenswijze aanpaste aan het veranderde milieu.
6
HET KLIMAATnavigeren IN EUROPA Doelgericht door Geopunt Vlaanderen.
4 6 4
Het klimaat in Europa kunnen beschrijven tijdens de laatste ijstijd. Thematische kaarten selecteren in functie van de landschapsvormende lagen. De kenmerken van een ijstijd en een tussenijstijd opsommen.
IG EN
DE EVOLUTIETHEORIE
TI A
35
Uitleggen hoe wij iets weten over het verste verleden van de mens.
6
Uitleggen wat een archeoloog doet.
7
Uitleggen wie de voorlopers waren van de mens en wat hen kenmerkte.
9
De levenswijze van de eerste mensen beschrijven.
IL
5
10 De mijlpalen in de menselijke evolutie opsommen en verklaren.
D
10 De grondlegger van de evolutietheorie noemen en uitleggen wat hij ontdekte.
©
DE VERSPREIDING VAN DE MENS
12 Uitleggen wanneer en hoe de mens zich verspreidde over de hele wereld. 13 Beschrijven wie de eerste mensen in Europa waren en hoe ze leefden. 15 De kunst bij de eerste mensen in Europa beschrijven. 17 Beschrijven waar en hoe de jagers in Europa sedentair werden. BOEREN IN EUROPA 20 Beschrijven waar en hoe de landbouw ontstond. 21 De oorzaken en gevolgen van de landbouwrevolutie noemen en uitleggen. 23 Aantonen dat de verspreiding van de landbouw gebeurde uit noodzaak. 25 De levenswijze toelichten van de boeren in onze streken. 27 Beschrijven hoe metaal in gebruik kwam. 102 I prehistorie 1 Prehistorie.indd 102
3/08/20 20:43
Mesopotamië
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Oude Nabije Oosten
2a Mesopotamië.indd 103
3/08/20 19:18
Inhoud
Het oude Nabije Oosten
Mesopotamië, de bakermat van de beschaving
Wat ik moet leren Wat ik moet doen
105 127
1 Verkenning van het oude Nabije Oosten Welke zijn de geografische kenmerken van het oude Nabije Oosten? 107 OPDRACHT 1 Verken de geografie van het oude Nabije Oosten. 107
Vraag 2
Waar ontstonden de eerste beschavingen? 107 OPDRACHT 2 Ontdek de locaties van enkele vroege stadstaten in Mesopotamië. 107
IJ
Vraag 1
2 Stromen als magneten
ER
Hoe ontstonden de stroomculturen? 109 OPDRACHT 3 Verklaar het ontstaan van steden langs grote stromen. 109
TG EV
Vraag 3
3 Samenleven in Tweestromenland
Hoe verbeterden boeren hun landbouwopbrengsten in Mesopotamië? 111 OPDRACHT 4 Ontdek hoe irrigatielandbouw werkt. 111
Vraag 5
Hoe ontstonden de eerste steden? 111 OPDRACHT 5 Onderzoek hoe dorpen steden worden. 113
Vraag 6
Hoe ontstond een cultuur? 115 OPDRACHT 6 Onderzoek hoe steden rijken worden. 115
TI A
UI
Vraag 4
4 Schrijven is blijven
Hoe ontstond het eerste schrift? 117 OPDRACHT 7 Ga na waar het eerste schrift ontstond. 117 OPDRACHT 8 Ontdek een nieuwe toepassing van het schrift. 119 OPDRACHT 9 Volg de ontwikkeling van het alfabetisch schrift. 119
IG EN
Vraag 7
©
D
IL
Overzicht 121 Samenhang 122 Zelftest 124 Terugblik 127
104 I Mesopotamië 2a Mesopotamië.indd 104
3/08/20 19:18
Wat ik moet leren 1 Het oude Nabije Oosten kunnen situeren op de plaats waar Europa, Afrika en Azië bij elkaar komen. 2 De namen van aardrijkskundige elementen (zeeën, gebergten, stromen, gebieden) kunnen plaatsen. 3 De twee grote stroomgebieden van het Nabije Oosten kunnen benoemen en situeren. 4 Weten waar en in welk gebied de eerste beschaving ontstond en kunnen situeren op de kaart. 5 Kunnen uitleggen waarom boeren van vruchtbaar heuvelland verhuisden naar overstromingsgebieden. 6 Vier stroomculturen kunnen noemen met de bijhorende stromen. 7 Het verschil kunnen uitleggen tussen regenlandbouw en irrigatielandbouw. 8 Weten hoe irrigatielandbouw voedseloverschotten kan voortbrengen. 9 Het ontstaan van steden langs grote stromen verklaren.
IJ
10 Een naam kunnen geven aan een eenvoudige samenleving en een meer geëvolueerde samenleving. 12 Weten hoe een sociale piramide is opgebouwd in Mesopotamië.
ER
11 De naam kennen van twee soorten geweldloze revoluties die de eerste beschavingen kenmerken.
TG EV
13 De belangrijkste oorzaak noemen van de sociale verschillen in een complexe samenleving. 14 Het verschil uitleggen tussen een stadstaat en een rijk.
15 De verschillende volken kunnen opnoemen die in Mesopotamië leefden en op een tijdlijn plaatsen. 16 Weten hoe en uit welke behoefte het schrift is ontstaan.
17 Drie soorten schrift noemen die achtereenvolgens in het oude Nabije Oosten ontstonden.
IG EN
TI A
UI
18 Kunnen verwoorden welke betekenis schrift heeft voor onze kennis van het verleden.
Wat ik moet doen
BEGRIJPEN
TOEPASSEN
ANALYSEREN
EVALUEREN
CREËREN
©
D
IL
ONTHOUDEN
Herinneren van informatie, feiten en theorie die je nodig hebt om opdrachten uit te voeren.
Feiten en principes kunnen begrijpen en verbanden kunnen leggen.
Kennis gebruiken in een nieuwe en concrete situatie om problemen op te lossen.
Informatie opdelen in verschillende onderdelen, verbanden zien en patronen om een probleem te analyseren.
Beoordelen en een mening of keuze verantwoorden met argumenten.
Met nieuwe kennis en ideeën creatieve oplossingen en producten ontwikkelen.
OPDRACHT 1, 4, 6, 7, 8, 9
OPDRACHT 3, 4, 6, 7, 8, 9
OPDRACHT 2, 3
OPDRACHT 3, 4, 5, 6
OPDRACHT 6, 7
OPDRACHT
Mesopotamië I 105 2a Mesopotamië.indd 105
3/08/20 19:18
Het oude Nabije Oosten
UI
TG EV
ER
IJ
In het Nabije Oosten komen drie werelddelen bij elkaar: Europa, AziĂŤ en Afrika. Toen de vroege mens uitzwermde over Afrika en daarna het continent verliet in verschillende golven, passeerden deze Homosoorten hier hoogstwaarschijnlijk allemaal. In dit gebied bleven groepen achter en vonden belangrijke ontwikkelingen plaats zoals het ontstaan van de landbouw tijdens de neolithische revolutie, dorpen en steden tijdens de stedelijke revolutie en daarna de eerste rijken. De stroomculturen MesopotamiĂŤ en Egypte in dit gebied zijn de bakermat van de beschaving geworden.
IL
IG EN
TI A
D
Fig. 1.1 Geografie van het Nabije Oosten
Nabije Oosten en Midden-Oosten
Š
106
I
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het Nabije Oosten en het Midden-Oosten. Het Nabije Oosten (donkergroen op de kaart) omvat een beperkter aantal landen dan het Midden-Oosten (lichtgroen op de kaart). De benaming Nabije Oosten is een historische benaming waarmee wordt verwezen naar een gebied in het oosten van de Middellandse Zee dat al vroeg een rol heeft gespeeld in de geschiedenis. Toen was er van het Verre Oosten nog geen sprake. De naam Midden-Oosten is een moderne term om een veel groter gebied aan te geven met landen die gesitueerd zijn tussen het Verre Oosten en het Westen. Tot het oude Nabije Oosten wordt ook Egypte gerekend dat na MesopotamiĂŤ de tweede stroomcultuur werd die een belangrijke rol speelde in de westerse geschiedenis.
MesopotamiĂŤ
2a MesopotamieĚˆ.indd 106
3/08/20 19:18
1
Verkenning van het oude Nabije Oosten
In het Nabije Oosten is het landschap zeer verscheiden. We treffen er hooggebergte aan naast heuvelland en waterrijke riviervlakten naast kurkdroge woestijnen. Hier begon de geschiedenis. We verkennen eerst de historische ruimte.
OPDRACHT 1
VRAAG 1
de naam van de zeeën die grenzen aan het oude Nabije Oosten ter plaatse op 2 Noteer de kaart.
ER
bakermat de plaats waar iets is ontstaan
3 Noteer de naam van twee grote gebergten in het gebied.
TG EV
beschaving of cultuur een graad van ontwikkeling van individuen of groepen in een samenleving met een zekere complexiteit
de namen van twee stroomgebieden (in hoofdletters) met de stromen op de 4 Noteer juiste plaats.
Eridu Was een van de oudste steden van Mesopotamië, misschien wel de oudste. Het was een echte stad, meer dan Çatalhöyük en Jericho, en mogelijk de eerste stad op aarde. Het was een centrum van wat een beschaving kan genoemd worden.
IG EN
Waar ontstonden de eerste beschavingen?
Ontdek de locaties van enkele vroege stadstaten in Mesopotamië.
TI A
OPDRACHT 2
UI
5 Noteer de namen van de twee woestijnen op het Arabisch Schiereiland.
VRAAG 2
Uruk Deze stad was de eerste plaats waar de neolithische revolutie zich voltrok. Vanaf 6000 v.Chr. nam het aantal nederzettingen in het gebied gestaag toe, maar Uruk was de grootste. Al vanaf 3500 v.Chr. was de stad een groot stedelijk centrum, het eerste voorbeeld van de stedelijke revolutie en het centrum van de Sumerische cultuur.
©
D
IL
Sumer (of Sumerië) de streek in het zuiden van Mesopotamië waar meerdere dorpen lagen De Sumeriërs vonden de irrigatie uit die landbouw mogelijk maakte. Hun samenleving wordt beschouwd als de eerste beschaving ter wereld.
1 Welke zijn de drie werelddelen die samenkomen in het oude Nabije Oosten?
IJ
Welke zijn de geografische kenmerken van het oude Nabije Oosten?
Verken de geografie van het oude Nabije Oosten.
stroomcultuur landbouwsamenleving langs een grote rivier
Ur Gesticht ca. 4000 v.Chr. op de plaats waar Eufraat en Tigris in de Perzische Golf uitmonden. Eeuwenlang een van de belangrijkste stadstaten van de cultuur in Sumer. Door latere rampzalige overstromingen verdween de stad. Dicht bij Ur lag de plaats Obeid, waar de irrigatielandbouw waarschijnlijk voor het eerst ontwikkeld werd, maar die later door verzanding verdween. Akkad Hoofdstad van het Akkadische Rijk dat Sumer veroverde en de belangrijkste macht was in Mesopotamië aan het eind van het 3de millennium v.Chr. De precieze ligging in het oosten van Mespotamië aan de Tigris is onbekend. De naam wordt wel genoemd in zowat 90 teksten. Babylon Was tweemaal (tussen 1770-1670 en 612-320 v.Chr.) de grootste stad van de wereld en wereldberoemd door haar indrukwekkende architectuur. Hammurabi verenigde het hele Mesopotamische laagland in het Oud-Babylonische Rijk. Voor het bestuur van zijn rijk vaardigde hij de eerste geschreven wetten uit (Wetboek van Hammurabi).
Mesopotamië I 107 2a Mesopotamië.indd 107
3/08/20 19:18
De eerste steden Reeds voor de aanvang van het neolithicum waren er dorpen ontstaan met een gemengde bevolking van jagers, herders en boeren. Sommige daarvan gingen eruitzien als een stad zoals Çatalhöyük in Klein-Azië en Jericho in Syrië dat reeds vroeg echte stadsmuren bezat. Çatalhöyük, een bijzondere stad
IJ
De neolithische stad Çatalhöyük lag op twee heuvels die 20 meter uitsteken boven de vlakte (höyük = heuvel). De oudste bewoningslagen op de oostelijke heuvel dateren van ca. 7400 v.Chr. De westelijke heuvel kende een bloeitijd tussen 6200 en 5200 v.Chr. Door de eeuwen telde de stad gemiddeld tussen 5000 en 8000 inwoners en was het de grootste en meest ontwikkelde stad van die tijd.
UI
Fig. 2.1 Çatalhöyük, voorbeeld van de overgang van dorp naar stedelijke agglomeratie. Beeld door Dan Lewandowski.
TG EV
ER
Hoe is Çatalhöyük zo groot kunnen worden? Het succes van de stad was haar ligging. Ooit bestond het gebied uit een groot meer dat 16 millennia geleden begon uit te drogen. Kleine meren en moerassen schoten over, te midden van zeer vruchtbare vlakten. Op de vlakten waren maar weinig stenen te vinden, zodat huizen zonder veel onderscheid, straatloos tegen elkaar en met toegang via het dak, werden opgetrokken met in de zon gedroogde tegels van modder en klei. Deze stad is een duidelijk bewijs dat de mens erin geslaagd was een nieuwe levenswijze op te bouwen, gesteund op primitieve landbouw en veeteelt.
TI A
IG EN
Fig. 2.2 Opgravingen in Çatalhöyük
Een woonhuis kende vermoedelijk een levensduur van 40 tot 60 jaar. Daarna werden huizen ofwel afgebroken of met zand en gruis volgestort waarna een nieuw huis werd gebouwd. In totaal is men zo aan 18 woonlagen voor de westelijke heuvel gekomen.
Van de heuvels naar de riviervlakten
±3
0v .C h
r.
r. v.C h 23 ±3
hr . 0v .C 30 ±1
60 ±2
MESOPOTAMIË (Tigris en Eufraat) EGYPTE (Nijl)
Fig. 2.3 Stroomculturen
± 2 0 v. 50 Ch 0 v r. .C hr .
De Vruchtbare Sikkel, voorheen een vruchtbaar gebied, ontsnapte niet aan de droogtetrend. De regenlandbouw, gebaseerd op natuurlijke regenval, werd onmogelijk. Weinig regen leidt tot droogte, slechte oogsten en tenslotte volgt hongersnood. De boeren en herders uit de heuvels en de vlakten verhuisden naar de nabijgelegen rivieren.
hr . 0v .C
30 ±3
±3
50
0v .C
hr .
©
D
IL
Rond 6000 v.Chr. droogden hele gebieden op de wereld uit en een gordel van woestijnen ontstond, van Afrika tot in China. In Afrika vestigden mensen zich nu langs de Nijl, in de Vruchtbare Sikkel aan de Tigris en de Eufraat (Mesopotamië), in India aan de Indus en in China aan de Gele Rivier. In de vlakten tussen en langs de grote stromen ontstonden de eerste georganiseerde samenlevingen of stroomculturen.
INDIË (Indus) CHINA (Gele Rivier) 1
108 I Mesopotamië 2a Mesopotamië.indd 108
3/08/20 19:18
2
Stromen als magneten
In gebieden waar voor het eerst aan landbouw werd gedaan, ontstonden ook de eerste goed georganiseerde samenlevingen langs grote stromen.
VRAAG 3
OPDRACHT 3
Hoe ontstonden de stroomculturen?
Verklaar het ontstaan van steden langs grote stromen.
1 a Welke bevolkingsgroepen treffen we aan in het Nabije Oosten voor de aanvang van
het neolithicum? b Hoe weet men met zekerheid dat Çatalhöyük zeer lang heeft bestaan en welvarend
ER
c Wat is er merkwaardig aan de bouwwijze van de stad?
IJ
was?
Çatalhöyük
TG EV
d Om welke twee natuurlijke redenen was deze plaats aantrekkelijk voor mensen? e Voor welke levenswijze was deze plek zeer geschikt? Vanaf wanneer?
Fig. 2.4 Çatalhöyük (Anatolië, Turkije)
UI
f Wanneer kwam er een eind aan de groei van de stad?
IG EN
b Zet oorzaken en gevolgen in de goede volgorde: hongersnood, droogte, slechte oogst, weinig regen >
>
>
c Hoe losten de boeren en herders dit droogteprobleem op?
d Trokken alle boeren in de richting van een stroomgebied?
IL
Mesopotamië de Griekse naam voor de streek tussen Tigris en Eufraat (Tweestromenland) Deze stromen ontspringen in het bergland van Armenië en stromen naar de Perzische Golf. Tigris = 1950 km Eufraat = 2760 km
TI A
2 a Welk probleem ontstond in de landbouwgebieden na 6000 v.Chr.?
©
D
Nijl langste stroom van de wereld (6670 km) waarvan ruim 1000 km in Egypte
woestijn zeer droog gebied, 20% zandzeeën en de rest is steenwoestijn regenlandbouw landbouw die afhankelijk is van regenval (min. 250 mm per jaar)
3 Rond 6000 v.Chr. ontstonden woestijnen in hele gebieden op de wereld. Waar precies? 4 a Bij welke rivieren ontstonden daardoor landbouwsamenlevingen? • Mesopotamië:
• Egypte:
• Indië:
• China:
b Op de vlakten tussen en langs de grote stromen ontstaan landbouwsamenlevingen. Hoe worden deze samenlevingen genoemd? de tijdband van de stroomculturen. (Fig. 2.3) 5 Bekijk In het oude Nabije Oosten bestuderen wij dit jaar: • de oudste stroomcultuur: • de langstdurende stroomcultuur: Mesopotamië I 109
2a Mesopotamië.indd 109
3/08/20 19:18
Samenleven aan grote stromen
Doc 1
UI
TG EV
ER
IJ
Toen zwervers, herders en boeren, door droogte gedwongen, afzakten uit het heuvelland in de Vruchtbare Sikkel naar de waterrijke stroomgebieden, vonden ze geen mooie weiden en akkerlanden. In de meeste gevallen moesten moerassen worden drooggelegd, zoals in Mesopotamië, of papyrusbossen worden gerooid, zoals in Egypte. Smalle stroken kwamen dan beschikbaar voor landbouw langs de oevers van de rivieren.
TI A
Ontstaan van irrigatielandbouw
©
D
IL
IG EN
In Mesopotamië en in Egypte brengen de rivieren water aan uit het gebergte waar ze ontspringen en voeren het af naar hun monding in grote zeeën. Het water brengt ook slib mee: deeltjes van plantenresten en grondsoorten die als een natuurlijke bemesting achterblijven op de oevers. De boeren ontdekten ook dat door het water optimaal te benutten, grotere gebieden vruchtbaar kunnen gemaakt worden. Zo kwam bevloeiing of irrigatie in gebruik. In Egypte gebeurt de irrigatie van de oevers van de Nijl op natuurlijke wijze door jaarlijkse overstromingen. In Mesopotamië zijn de overstromingen onregelmatig zodat de boeren de bevloeiing zelf moesten regelen door het aanleggen van dijken, dammen en sluizen en het uitgraven van kanaaltjes en waterputten. Via beekjes en greppels werd het slibrijke water verder verdeeld over de velden. Vanaf 3500 v.Chr. maakten de boeren in Mesopotamië ook gebruik van potten aan hefbomen (sjadoef) om hoger en verder gelegen dorre gronden vruchtbaar te maken. Nieuwe werktuigen zoals de zaaiploeg vulden graafstok en hak aan. Door een betere grondbewerking was het ook mogelijk de oogst te vergroten en zelfs voedseloverschotten aan te leggen. Irrigatielandbouw bracht tot vijftienmaal meer op dan regenlandbouw.
Fig. 3.1 Irrigatielandbouw door aanleg van kanaaltjes, greppels, dijken en dammen
2a Mesopotamië.indd 110
3/08/20 19:18
3
Samenleven in Tweestromenland
Tweestromenland is de Nederlandse naam voor Mesopotamië. Zonder de stromen was er in dit gebied niets. Samenleven aan Tigris en Eufraat was er dan onmogelijk geweest. OPDRACHT 4
Hoe verbeterden boeren hun landbouwopbrengsten in Mesopotamië?
Ontdek hoe irrigatielandbouw werkt.
1 a Naar waar verhuisden de bewoners van de uitdrogende gebieden om aan voldoende voedsel te geraken? b Wat moesten de boeren eerst doen om zich daar te kunnen vestigen? • in het zuiden van Mesopotamië: • langs de Nijl:
irrigatielandbouw landbouw die afhankelijk is van irrigatie door overstromingen van rivieren en/of het aanleggen van kanalen en dijken
ER
c Hoe leerden de boeren de overstromingen beheersen?
IJ
VRAAG 4
heuvelland ± 8500
± 8000
3
riviervlakten
± 7000
± 6500
± 6000
± 5500
± 5000
± 4500
± 4000
Combineer de begrippen die horen bij irrigatielandbouw. irrigatiekanaal water tegenhouden dammen water tegenhouden/doorlaten sjadoef water opslaan waterput water via grachten of greppels leiden dijk water op de akkers tillen sluizen verhoogde oever a Schrijf de volgende woorden over in het schema van de irrigatielandbouw: 1. zon, water, slib 2. IRRIGATIE 3. (boven) meer gronden, (midden) nieuwe werktuigen, (onder) vruchtbare bodem 4. betere oogsten 5. voedseloverschotten
IG EN
TI A
zaaiploeg zaaien en ploegen tegelijk (2de millennium v.Chr., Mesopotamië)
± 7500
UI
± 9000 v.Chr.
TG EV
Doc 1 en breng bij de gepaste tijdstippen aan op de tijdlijn: irrigatie en neder2 Raadpleeg zettingen (heuvels), irrigatielandbouw en steden (riviervlakten)
4
©
D
IL
sjadoef waterhevel
+
b Maak met de bovenstaande woorden enkele zinnen waarmee je duidelijk maakt hoe irrigatielandbouw verloopt en stroomculturen ontstaan.
Mesopotamië I 111 2a Mesopotamië.indd 111
3/08/20 19:18
Samenwerken uit noodzaak Omstreeks 6500 v.Chr. ontstonden in Sumerië de eerste dorpen. In deze streek viel weinig regen en de rivieren overstroomden er onregelmatig. Toch was de landbouw er succesvol omdat de boeren het water leerden beheersen door irrigatie. Samenwerken en organisatie van het werk was daarbij een noodzaak. Boeren die de leiding namen of grotere oogsten binnenhaalden, kregen meer aanzien. Ze werden de leiders van de nederzetting en de gemeenschappen raakten hierdoor steeds Doc 2 meer georganiseerd.
UI
TG EV
ER
IJ
Fig. 3.2 In een rijk koningsgraf vond de Britse archeoloog Charles Leonard Woolley omstreeks 1925 deze ʻStandaard van Urʼ, een doosje (ca. 22 x 50 cm), met een vredes- en een oorlogstafereel. Het werd gedragen op een stok ter herdenking van de (wel)daden van de vorst.
Nieuwe beroepen
IG EN
TI A
Omdat de irrigatie grote oogsten opleverde, groeide het aantal inwoners. Sommige landbouwnederzettingen gingen eruitzien als een stad waar veel mensen bij elkaar wonen. Niet iedereen moest er zich nog bezighouden met het bewerken van de grond. Er ontstonden gespecialiseerde beroepen of ambachten (ambachtslui): pottenbakkers, leerlooiers, timmerlieden, bouwvakkers, wevers, bakkers, vissers, veetelers ... Ze ruilden gebruiksvoorwerpen, grondstoffen, luxeproducten, werktuigen, goederen en diensten tegen graan, wol, vlees, huiden en melkproducten. Ruilhandel was een nieuw fenomeen. Handelaars trokken ook naar verre streken om zeldzame handelswaar zoals vreemde houtsoorten, verf- en kleurstoffen en harde steensoorten (lapis lazuli, marmer) aan te voeren.
IL
De stedelijke revolutie
©
D
In het midden van het 4de millennium v.Chr. werden de onderlinge verschillen tussen de dorpen steeds duidelijker. Er ontstond een nieuwe gemeenschapsidentiteit. Zeker 30 dorpen groeiden uit tot stadstaten. Aan het hoofd stond een soort vorst of koning. Om toezicht te houden op de oogsten, de handel en het bestuur had hij veel helpers nodig: soldaten voor de bescherming en ambtenaren die betaald werden uit de belastingen in natura. Omdat de mensen beseften dat ze met hun landbouwsamenleving afhankelijk waren van natuurkrachten, vereerden ze allerlei goden die hen moesten beschermen tegen hevige overstromingen en tegelijk om geslaagde oogsten af te smeken. Tempels werden het centrum van de stad onder leiding van priesters die er opslagruimten voor voedsel en zaaigoed beheerden. Zelfs trekdieren, ossen en ezels, werden er ondergebracht. De tempel was het economisch centrum, het grootwarenhuis van de tijd. Vaak was de koning ook de leider van de priesters en dan was hijzelf de priester-koning. Door bezit van goederen kwamen sociale verschillen tot stand. Verwantschap en familiale verbondenheid waren belangrijk om bezit door te geven en sociale status te verwerven.
112
I
Fig. 3.3 Priester-koning, Uruk, ca. 3300 v.Chr. (Louvre)
Mesopotamië
2a Mesopotamië.indd 112
3/08/20 19:18
VRAAG 5
OPDRACHT 5
Onderzoek hoe dorpen steden worden.
1 Welke zijn de economische en sociale gevolgen van irrigatielandbouw?
Hoe ontstonden de eerste steden?
a het belangrijkste economische gevolg:
b de belangrijkste sociale gevolgen:
ruilhandel uitwisseling van goederen
• organisatie van het werk: • bevolkingsaantal:
belastingen in natura bijdrage die de overheid opeist in de vorm van goederen voor herverdeling ten voordele van het algemeen belang
• beroepen:
2 De samenleving evolueerde van een egalitaire naar een complexe samenleving. a Vul de hoofding aan met het type samenleving dat bij de kenmerken hoort.
IJ
samenleving samenleving • landbouwsamenleving • stedelijke samenleving • irrigatielandbouw • beroepsspecialisatie • overlevingsproducten • uitwisseling van goederen en diensten • weinig sociale verschillen • grote sociale verschillen b Deze overgang wordt de neolithische revolutie / stedelijke revolutie genoemd.
TG EV
ER
egalitaire samenleving eenvoudige landbouwsamenleving met weinig verschillen tussen de mensen stadstaat woonkern met aaneengesloten bebouwing, een eigen bestuur en het gebied errond dat tot de stad gerekend wordt, soms met nog wat kleinere nederzettingen erin
vredestafereel op de Standaard van Ur toont verschillende beroepen. 3 Het Plaats de nummers van de beschrijving op de juiste plaats bij Doc 2 .
TI A
UI
1. Boeren brengen zakken graan naar de koning. 2. Veeboeren brengen runderen en geiten naar de koning. 3. Vissers brengen vissen. 4. De koning op zijn troon neemt de goederen in ontvangst. 5. Priesters zitten voor de koning. 6. Een harpspeler en een zanger vrolijken de plechtigheid op.
bevolking van de steden was opgedeeld in sociale klassen, in de vorm van een pira4 De mide. Zoek de namen van de sociale groepen (vetgedrukt) en noteer ze in de piramide.
IG EN
5 Een complexe samenleving is dikwijls ook een gelaagde samenleving. • Wat kenmerkt de middenlaag? • Wat kenmerkt de onderlaag?
©
D
IL
sociale verschillen zijn doorheen de domeinen van de samenleving zichtbaar. 6 De Vul het schema aan met de domeinen van de samenleving.
veel bezit
veel macht
weinig bezit
weinig macht
domein
domein
domein
Mesopotamië I 113 2a Mesopotamië.indd 113
3/08/20 19:18
Steden worden staten
Doc 3
Een snelgroeiende bevolking ging ook op zoek naar nieuwe gebieden om te ontginnen. Grenzen moesten vastgelegd en de eigen bezittingen beschermd worden. De beter boerende stadstaatjes onderwierpen dan buurvolken of andere steden. Soms wilden hun leiders gewoon meer macht verwerven. Veroveringen leverden buit, rijkdom en slaven op. De koning, die vaak de militaire leider was, veroverde met zijn soldaten op de duur een heel rijk, waardoor de veroveraars hun taal, godsdienst en cultuur konden verspreiden en de stad het culturele centrum werd van het rijk.
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
0
©
Fig. 3.4 Reconstructietekening van de Ishtarpoort, de hoofdtoegangspoort tot de stad Babylon
Rond 600 v.Chr. was Babylon uitgegroeid tot het machtigste rijk in het Midden-Oosten. Koning Nebukadnezar II (605-562 v.Chr.) breidde zijn rijk uit en herbouwde Babylon. De binnenstad was ommuurd en had acht monumentale toegangspoorten. De Ishtarpoort, opgetrokken met blauwgeglazuurde tegels, was versierd met draken, stieren en leeuwen, de symbolen voor de goden Marduk, Adad en Ishtar. Een processieweg (voor de jaarlijkse nieuwjaarsprocessie) van bijna een kilometer lang leidde naar de poort. Oude bronnen vertellen ook over bomen, struiken en bloemen die op de muren waren geplant. De weeldigerige Hangende Tuinen ‘hingen’ als het ware boven de oevers van de Eufraat en waren voorzien van een ingenieus irrigatiesysteem. Het meest indrukwekkende bouwwerk was de tempeltoren (ziggurat) met op de top de tempel voor de god Marduk. Hij moet 91 meter hoog geweest zijn, maar is nu erg vervallen. De ziggurat van Ur is beter bewaard gebleven. Hij was minder hoog (30 meter), maar hij geeft een idee hoe de Toren van Babel er moet hebben uitgezien.
114 I Mesopotamië 2a Mesopotamië.indd 114
3/08/20 19:18
VRAAG 6
OPDRACHT 6
Hoe ontstond een cultuur?
Sinds de aankomst van de eerste bewoners veranderde de samenleving meermaals. a Wat hoort bij elkaar? stad
500 km
nederzetting
groepje mensen dat op dezelfde manier samenleeft
dorp
complexe samenleving met hiërarchische structuur
Babylon
•• •
Ur Eridu
Pe rzi s
ch
stadstaat
eG
olf
In Mesopotamië ontstonden de eerste beschavingen ter wereld.
b Rangschik de woonvormen uit de linkerkolom in volgorde van toenemende grootte. >
2
c Wat ontstaat er als een stadstaat het culturele centrum wordt van een rijk?
In het zuiden van Mesopotamië lagen vele stadstaatjes. De streek wordt Sumer genoemd en de bewoners waren de Sumeriërs. Rond 2300 v.Chr. was Babylon een van die stadstaatjes. Noordelijker lagen stadstaatjes waarover de Akkadiërs heersten vanuit hun stadstaatje Akkad. Zij veroverden Sumer. De Amorieten, nomadische herdersstammen uit de woestijn, veroverden Babylon en het hele gebied dat vanaf dan Babylonië heette. Zij maakten van de stad hun machtscentrum. Zo ontstond het eerste rijk, het OudBabylonische Rijk dat de cultuur overnam van de Sumeriërs. Omstreeks 1500 v.Chr. werd Babylon verwoest door de Kassieten, een naburig volk. Daarna was de stad bijna permanent in oorlog met de buren en met andere landen. Pas in de 8ste en 7de eeuw v.Chr. werd Babylon opnieuw een politiek en vooral cultureel centrum.
IG EN
IL
a Welke volkeren speelden achtereenvolgens een rol in de lange geschiedenis van Mesopotamië?
D
1150 • Assyriërs Babylon wordt verwoest
In Tweestromenland ontstonden verschillende rijken. Bestudeer de tekst en de tijdlijn.
TI A
3
1900 • Amorieten veroveren Babylon
1500 • Kassieten veroveren Babylon
>
a Wanneer wordt een stad een stadstaat?
b Wanneer wordt een stadstaat een rijk?
3200 • Akkad overheerst grote delen van Mesopotamië (Sumer + Akkad = Babylonië)
1800 • Oud-Babylonisch Rijk ontstaat
>
IJ
4000 v.Chr. • Sumer • een reeks stadstaten ontstaan in Zuid-Mesopotamië, ieder met een eigen vorst • de leider van de machtigste stadstaat wordt erkend als koning van de regio
kleine, georganiseerde gemeenschap met leiders
ER
Uruk
TG EV
•
Middellandse Zee
stedelijk centrum met het grondgebied eromheen
UI
•
Sumeriërs (3500 - 2350 v.Chr.) Babyloniërs (ca. 750 v.Chr.) Assyriërs (ca. 750 v.Chr.)
Ninive
Nijl
b Bij welk volk ontstond de eerste beschaving en welke stad bouwde die verder uit?
©
0
1
Onderzoek hoe steden rijken worden.
612 • Nieuw-Babylonisch Rijk Babylonië wordt terug onafhankelijk en kent een grote bloei 539 • Perzisch Rijk Babylonië wordt veroverd door de Perzen
4
In een stad zijn de samenlevingsdomeinen zichtbaar aanwezig. a Geef voorbeelden bij de aspecten van de samenlevingsdomeinen in Babylon. Doc 3 • politiek: • economie: • sociaal leven: • cultuur: b De stroomculturen zoals de stadstaten en de rijken die in Mesopotamië hebben bestaan, waren egalitaire / complexe samenlevingen met een hoogstaande cultuur.
Mesopotamië 2a Mesopotamië.indd 115
I
115 3/08/20 19:18
Schrijven begon tijdens het neolithicum toen de eerste dorpen ontstonden aan de Tigris en de Eufraat. De dorpelingen legden moerassen droog en door irrigatie werd landbouw mogelijk. Voedseloverschotten en meer mensen leidden tot zakendoen. In die context ontstonden de eerste vormen van schrift, reeds vanaf minstens 7500 v.Chr.
ER
Fig. 4.1 Telstenen, Susa (Louvre)
TG EV
Boeren wilden hun landbouwproducten, planten, dieren en hun voorraden kunnen tellen. Aanvankelijk gebruikten ze daarvoor steentjes met inkervingen die een aantal voorstelden. Zo’n steentje was waardevol en duurzaam, maar het vroeg tijd om het te vervaardigen. Het was eenvoudiger een klein stuk klei te vormen, lijnen of stippen aan te brengen met een rieten stift en te verfraaien met snippers klei. De vormpjes werden dan gedroogd in de zon of gebakken in een oven. Ze worden tel- of rekenstenen genoemd, maar ze bevatten ook nog aanvullende informatie. De vroegste vormen waren eenvoudig: kegels, bollen en platte schijven stelden hoeveelheden graan voor, eivormen waren potjes olie, cilinders een schaap of een geit. Soms namen ze aantallen samen met een steen van een andere grootte of vorm.
IJ
Tellen wordt schrijven
Kleitabletten
Doc 4
©
D
IL
Fig. 4.2 Een verzegelde bol met de telstenen die erin zaten, 4000-3100 v.Chr. (Louvre)
IG EN
TI A
UI
In het 5de millennium v.Chr. verschenen in de Sumerische steden Uruk en Susa kleistenen balletjes waarin telstenen werden gestopt en verzegeld met een stempel om er iemands eigendom mee aan te duiden en om fraude tegen te gaan. Maar aangezien de meeste bollen gesloten teruggevonden zijn, neemt men aan dat ze zelden opengebroken werden om de inhoud daadwerkelijk te conFig. 4.3 Kleitablet over voedselvoorraad, 3300 v.Chr. (Louvre-Lens) troleren. Na enige tijd werden de telstenen niet langer in een bol gestopt, maar op de buitenkant met informatie bedrukt. De ronde vorm was nu overbodig geworden en de klei werd platgedrukt. Zo zijn de eerste kleitabletten ontstaan.
Van beeldschrift naar spijkerschrift Het aantal soorten telstenen bleef maar stijgen omdat er meer producten kwamen. Een nieuwe en efficiëntere manier van tellen en rekenen moest worden gevonden. Uit die behoefte ontwikkelde zich een beeldschrift met eenvoudige tekeningen van voorwerpen (pictogrammen). Een koeienkop was een ‘koe’, een hoofd met mond was ‘eten’ ... Dit is de oudste vorm van schrift op aarde. Het werd rond 3300 v.Chr. in Sumer bedacht. Maar het tekenen was lastig en niet alles kan getekend worden. De pictogrammen evolueerden. Eerst kregen de afbeeldingen de waarde van een lettergreep, er werden willekeurige tekens toegevoegd en om sneller te kunnen tekenen werden ze vereenvoudigd. Het nadeel was dat ze minder herkenbaar waren. De symbolische tekens en lijntjes waren nu echt spijkerschrift geworden. Dit schrift bleef 4000 jaar lang in gebruik.
Fig. 4.4 Spijkerschrifttablet, Babylonië, 17de eeuw v.Chr. (Kon. Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)
116
I
Mesopotamië
2a Mesopotamië.indd 116
3/08/20 19:18
4
Schrijven is blijven Het schrift werd niet uitgevonden door één persoon of bij één volk. Het ontwikkelde zich spontaan op verschillende plaatsen samen met de domesticatie van planten en dieren, uit de behoefte om dingen te onthouden of te registreren.
VRAAG 7
OPDRACHT 7
Hoe ontstond het eerste schrift?
1 Wat is juist? Schrift is een uitvinding / een ontdekking / een spontane ontwikkeling 2 a Waaraan hadden de boeren vooral behoefte toen de landbouw ontstond?
IJ
schrijven informatie vastleggen met symbolische tekens
Ga na waar het eerste schrift ontstond.
ER
b Met welke voorwerpen konden ze aan deze nood voldoen?
rekenstenen of telstenen steentjes met inkervingen om aantallen te onthouden Ze worden later vervangen door zongedroogde of gebakken kleisteentjes van 1 tot 3 cm groot. Tot dusver zijn ongeveer 8000 telstenen gedateerd tussen 7500 en 3000 v.Chr.
3 Op het kleitablet
TG EV
c Hoe maakten ze het bijhouden van de gegevens gemakkelijker?
Doc 4 staan zowel pictogrammen als getallen.
a Welke pictogrammen herken je zeker? Trek er een cirkeltje rond.
UI
b Welke tekens staan voor getallen of hoeveelheden? Trek er een cirkeltje rond.
4 Een voorbeeld van de evolutie van beeldschrift naar spijkerschrift in Mesopotamië.
a Plaats bij de passende pictogrammen de volgende woorden: vogel, hoofd, lopen
TI A
spijkerschrift schrift op kleitabletten met tekens in de vorm van een spijker
b Schrijf op de lijn onder de pictogrammen: beeldschrift, spijkerschrift 3200 v.Chr.
3000 v.Chr.
2400 v.Chr.
1000 v.Chr.
©
D
IL
IG EN
Evolutie van het spijkerschrift
c Wat stellen de blauwe pijlen voor? d Waarom werden de afbeeldingen een kwart gedraaid rond 3000 v.Chr.?
e Is de figuur nog herkenbaar in 2400 v. Chr.? ja / neen f Rond 1000 v.Chr. is het begrip niet meer herkenbaar. Waarom?
Mesopotamië I 117 2a Mesopotamië.indd 117
3/08/20 19:18
Hammurabi (1792-1750 v.Chr.) was de eerste koning die zijn rijk (Babylonië) bestuurde met (strenge) geschreven wetten die voor iedereen gelijk waren, volgens het principe ‘oog om oog, tand om tand’. Hij liet ze beitelen op wetszuilen die overal werden opgericht. Zo bereikte hij een zekere eenheid binnen zijn rijk. Hier ontvangt hij van de god Marduk de symbolen van zijn macht.
IJ
Uit het wetboek van Hammurabi
TG EV
ER
§ 1 Als een man een andere man beschuldigt van een (zwaar) misdrijf, maar het niet kan bewijzen, dan zal hij, de beschuldiger, ter dood worden gebracht. § 196 Als iemand het oog van een vrij man heeft uitgestoken, zal men hem het oog uitsteken. § 260. Als iemand een sjadoef (gebruikt om water uit de rivier of het kanaal te halen) of een ploeg steelt, moet hij drie sikkels in geld betalen.
UI
Fig. 4.5 Wetszuil van Hammurabi
TI A
§ 282. Als een slaaf tegen zijn meester zegt: “U bent niet mijn meester” en zij hem veroordelen, zal zijn meester zijn oor afsnijden.
IG EN
Van spijkerschrift naar alfabetisch schrift
©
D
IL
Het spijkerschrift stelde geen klanken voor. Een teken stond voor een begrip of een deel ervan. In de Syrische kuststad Ugarit voltrok zich in de 14de eeuw v.Chr. een revolutie in het schrift. Daar schreven ze hun taal nog steeds met een rietstengel in een kleitablet, maar ze ontwikkelden 31 tekens waarmee ze alle klanken van hun taal konden schrijven. Zo ontstond een alfabetisch lettertekenschrift. De Feniciërs, zeevarende handelaars, namen later dit eenvoudige en praktische systeem over met nog 22 tekens en verspreidden het via de handel in het hele Middellandse Zeegebied. Het Fenicische alfabet werd overgenomen door de Grieken (ca. 800 v.Chr.) die er klinkers aan toevoegden. Uit het Griekse alfabet vormde zich het Etruskische schrift (ca. 700 v.Chr.) dat de basis was voor het Latijnse schrift. Fig. 4.6 Detail van een kleitablet in spijkerschrift (Mesopotamië, 2de millennium v.Chr.)
118 I Mesopotamië 2a Mesopotamië.indd 118
3/08/20 19:18
1
ONZE STREKEN
CHINA
INDUSVALEI
EGYPTE
TWEESTROMENLAND
OPDRACHT 8
Ontdek een nieuwe toepassing van het schrift.
a Schrift was op de eerste plaats ontstaan als geheugensteun voor tellen en registreren. Welke nieuwe toepassing kreeg het bij Hammurabi?
b Welk voordeel hebben geschreven wetten?
2000
c Op welk principe steunden deze wetten?
1000 v.Chr.
d Waarom zijn strenge wetten toch een vooruitgang in het bestuur van het rijk?
ER
Op wiens gezag mag de koning die strenge wetten opleggen?
OPDRACHT 9
1
De tijdband geeft aan wanneer het schrift in gebruik kwam in enkele belangrijke gebieden.
TG EV
2
IJ
3000
Volg de ontwikkeling van het alfabetisch schrift.
a Wat is het grote verschil tussen het spijkerschrift en een alfabetisch schrift als het onze?
c Welk volk heeft het alfabetisch letterschrift ontwikkeld en waarom?
IG EN
alfabetisch schrift een verzameling tekens om de klanken van de taal schriftelijk weer te geven De verzameling van de klanksymbolen is het alfabet.
TI A
UI
b Op welke plaats voltrok zich die revolutie in de ontwikkeling van het spijkerschrift?
d Verdween het spijkerschrift na de uitvinding van het alfabet?
Hoe is dit schrift tot bij ons gekomen?
©
D
IL
2
±
0 350
3
a Vul de tijdband aan met: • woord dat het eerste grote scharniermoment van de westerse geschiedenis aangeeft • prehistorie • de naam van de eerste historische periode van de westerse geschiedenis
r.
h v.C
±
800
r.
h v.C
KLASSIEKE OUDHEID
00
±5
MIDDELEEUWEN
450
±1
750 1945 ±
±1
HEDENDAAGSE TIJD MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD
b Met het spijkerschrift eindigt / begint de voorgeschiedenis en eindigt / begint de geschiedenis in Mesopotamië. Mesopotamië 2a Mesopotamië.indd 119
I
119 3/08/20 19:18
IJ ER TG EV
Leestekst
UI
Het 4000 jaar oude verhaal van een Mesopotamische leraar aan het ʻtablettenhuisʼ en zijn leerling
©
D
IL
IG EN
TI A
ʻLeerling, waar ging je vanaf je prille jeugd?ʼ ʻIk ging naar het huis van de tabletten.ʼ ʻWat moest je daar uitrichten?ʼ ʻIk zegde er mijn lessen uit het hoofd op. Ik ontbeet en maakte een nieuwe tablet klaar en schreef ze vol. Daarna kreeg ik een geheugenles op en ʼs middags weer een schrijfoefening. Als het tablettenhuis sloot, ging ik naar huis. Daar zat mijn vader. Hij vroeg me of ik bij het schrijven vorderingen maakte en hij overhoorde mijn les. Mijn vader was blij. Ik vroeg mijn vader mij vroeg te wekken. Ik wilde immers niet te laat in het tablettenhuis komen, anders sloeg de leraar. ʼs Morgens zei ik tot mijn moeder: ʻGeef mijn ontbijt, ik ga naar het tablettenhuis.ʼ Mijn moeder gaf me twee broodjes uit de oven. Ik dronk nog wat en vertrok. In het tablettenhuis vroeg de dienstdoende surveillant: ʻWaarom ben je te laat?ʼ Verschrikt en met kloppend hart kwam ik dan bij mijn leraar en maakte een eerbiedige buiging. Hij wees me een plaats, las mijn tablet en werd boos. Ik kreeg van de stok.
Het was de scholier zijn beste dag niet, want een leraar gaf hem slaag omdat hij van zijn plaats opstond, een andere leraar omdat hij babbelde en nog een andere omdat hij door de grote poort wilde vertrekken. Ten slotte vermaande zijn schrijfleraar
120
I
hem nog: ʻJe haalt een onvoldoende voor schrijven.ʼ Weer volgde slaag. Dit werd te veel voor de jongen. Daarom bedacht hij een list. Hij stelde zijn vader voor de leraar eens uit te nodigen en hem wat geschenken te geven voor zijn goede leiding. Vader vond dat geen slecht idee. Toen de leraar kwam, leidde de leerling hem naar de ereplaats in huis en bediende hem met zorg. Dan toonde hij zijn vader alles wat hij bij de leraar geleerd had. De vader wendde zich opgetogen tot de leraar. ʻU helpt mijn zoon op de weg van de kennis. U leert hem het spijkerschrift, het rekenen en de boekhouding. Geen vraag, hoe moeilijk ook, of hij is ermee weg.ʼ Daarop schonk vader de wijn uit en gaf de leraar een kruik olie, als was het water, en een nieuw kledingstuk. Hij stak een ring aan zijn vinger. De leraar, in zijn nopjes om die gulheid, antwoordde: ʻJongeman, omdat je mijn woorden niet in de wind geslagen en mijn lessen niet verwaarloosd hebt, zul je de toppen van de schrijfkunst bereiken. Je bent een model voor je medeleerlingen. Je wordt een bron van kennis.ʼ De jongen gelooft het blijkbaar zelf: ʻMeester, u bent mijn god. U hebt de ogen van een jonge waakhond geopend en van mij een mens gemaakt.ʼ
Mesopotamië
2a Mesopotamië.indd 120
3/08/20 19:18
OVERZICHT Mesopotamië
VRU
IL i
D
IJ ER
UI
6
0
TI A
2000 1800
RIJ
L ltu D E - cu ft
T sc E hr S
©
• landbouwnederzettingen
met een leider/vorst in SUMER dorpen worden stadstaten UR - ERIDU - URUK - BABYLON
• grotere centra met grondgebied en dorpen
irrigatielandbouw
• meer + betere landbouwgronden • betere oogsten
R di E e r VO en e n pl L a
IG EN
33 0
• sociale piramide • spijkerschrift
• leiders regelen het werk • dorpen worden groot
ITH
handelaars
• Gele Stroom (China)
• voedseloverschotten n
OUDE NABIJE OOSTEN
NEOL
• boeren - ambachtslui -
• Nijl (Egypte) • Indus (Indië)
ISC dom e s HE t icat ie
• beroepsspecialisatie
00
(Mesopotamië)
0 -1 20 00 2 000
6000
complexe samenleving
IE LU T O E V having R E besc K I J ur -
TG EV
• Tigris + Eufraat
Babylonisch Rijk
• BABYLON: Nieuw-Babylonisch Rijk
van heuvelland naar riviervlakten
T
KE veroveri ng va N O n an N T ST de re ste A A de n
• oogsten en zaaien van zaden • akkerbouw • regenlandbouw
• BABYLON:
• ASSUR: Assyrisch Rijk
KL
eerste nederzettingen
ER ND RA V E ordel T g A A stijn I M woe
• AKKAD: Akkadisch Rijk
• jagers - verzamelaars • veehoeders (schapen en geiten)
E TI U en t
ten
N n sta e
CHTBARE SIKKEL
S T A D S T AT E N
Mesopotamië 2a Mesopotamië.indd 121
I
121 3/08/20 19:18
Het Nabije Oosten heeft nooit de ijstijden gekend die Europa gedurende lange periodes met een ijskap bedekten. Het klimaat was er milder, de plantengroei weelderiger en er waren wilde dieren zoals geiten, schapen en gazellen om op te jagen. De jager en voedselzoeker leerde hier de planten en dieren beter kennen dan in het koude Noorden. Hij begon
zaden van grassen te oogsten en later uit te zaaien, deed schapen en geiten in gevangenschap leven en begon ze te hoeden. Zo werd de zwervende jager een nomade met kudden en tenslotte een primitieve boer. De kleine leefgemeenschappen werden dorpen en de eerste neolithische steden Çatalhöyük en het kleinere Jericho ontstonden. Er waren samenlevingen ontstaan met een gemengde bevolking op basis van primitieve landbouw.
IJ
1 Een gunstige woonplek
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
Met het Nabije Oosten wordt een gebied bedoeld waar drie werelddelen bij elkaar komen: Europa, Azië en Afrika. Het is een belangrijk gebied in de geschiedenis, want hier ontstond de eerste echte landbouw in nederzettingen die dorpen werden. Die dorpen groeiden uit tot de eerste steden en later tot staten en grote rijken. De Mesopotamiërs ontwikkelden ook het eerste schrift op aarde.
Mesopotamië
ER
Samenhang
122 I Mesopotamië 2a Mesopotamië.indd 122
3/08/20 19:18
Toen steden groot en goed georganiseerd raakten, werden ze ook machtig en probeerden ze andere stadstaten te onderwerpen en aan hun gebied te hechten. Zo ontstonden de eerste grote rijken. De hoofdsteden waren vaak ook centra van macht. De stadstaat Akkad palmde Sumer in, maar Babylon palmde het Akkadisch Rijk in en zo ontstond het eerste Babylonisch Rijk (Oud-Babylonisch Rijk). Het werd op zijn beurt veroverd door de Assyriërs. Toen Babylon terug onafhankelijk werd, kende het een tweede bloeitijd, het tweede Babylonisch Rijk (Nieuw-Babylonisch Rijk), en werd het opnieuw een politiek en cultureel centrum.
©
D
IL
IG EN
Aan de benedenloop van Tigris en Eufraat was er voldoende water voor akkerbouw, maar de rivieren overstroomden zeer onregelmatig. Door het aanleggen van dijken, dammen, grachten en kanalen ontstond irrigatielandbouw. Daarvoor was samenwerking nodig. De nederzettingen langs de stromen werden dorpen met leiders die alles regelden. Het resultaat van de irrigatielandbouw en de organisatie waren betere oogsten, meer voedsel, landbouwoverschotten, bestaanszekerheid en ten slotte bevolkingsaangroei. De dorpen werden groot, breidden hun grondgebied uit en sommige onder hen werden steden en zelfs kleine stadstaten. 4 Stedelijke revolutie
Niet iedereen was nog nodig in de landbouw. In de steden ontstonden andere beroepen. De samenleving raakte daardoor verdeeld in sociale klassen met een hiërarchische structuur in de vorm van een
Tablet uit 3100 v.Chr. met een schaap en een kruik bier
ER
IJ
dat bestond uit pictogrammen. Om sneller te kunnen noteren, werden ze vereenvoudigd, maar het oorspronkelijke beeld was dan niet altijd nog herkenbaar. De tekens, met een rieten stift in zachte klei gedrukt, leken op spijkers en waren nu symbolen geworden waarmee elk begrip kon worden vastgelegd. Daarmee was een echt schrift, het spijkerschrift, ontstaan. In de Syrische kuststad Ugarit voltrok zich een revolutie toen men met een beperkt aantal tekens de klanken van de taal ging voorstellen. Daardoor ontstond een alfabetisch letterschrift. Met schrift werd het mogelijk alles op te tekenen. Koning Hammurabi gebruikte het voor het eerst om zijn rijk te besturen met geschreven wetten die voor iedereen gelijk waren. Met het ontstaan van schrift eindigde ook de voorgeschiedenis in het oude Nabije Oosten.
TG EV
3 Irrigatielandbouw
5 Grote rijken
UI
Omstreeks 6000 v.Chr. veranderde het klimaat: grote gebieden op aarde droogden uit en er ontstond een woestijngordel van in Afrika, over het Nabije Oosten tot in China. Om te overleven moesten de herders en de boeren uit de heuvels, waar nu te weinig regen viel, verhuizen naar waterrijke, vlakke gebieden. De grote stromen trokken de omwoners aan als magneten. Dat gebeurde in Mesopotamië aan de Tigris en de Eufraat, in Egypte aan de Nijl, in Indië aan de Indus en in China aan de Gele Rivier. Hun levenswijze zou er grondig veranderen.
piramide: aan de top stond een koning die bestuurde namens de goden. Daaronder stonden priesters die offerden aan de goden, voedselvoorraden beheerden en het leven regelden vanuit de tempel. De priesterklasse genoot een hoge sociale status. Ambtenaren zagen toe op de oogst, de orde en de handel. Soldaten beschermden de stad. De grote massa werd gevormd door boeren, ambachtslui en handelaars. Steden waren nu politieke en economische centra geworden met grote sociale verschillen en een typische levenswijze.
TI A
2 Leven aan stromen
6 Wie schrijft die blijft De boeren wilden van in het begin hun vee kunnen tellen en bepalen hoe groot hun voedselopbrengsten, de overschotten en voorraden waren en wat ze daarvan moesten afstaan als belasting. Om dat allemaal te kunnen onthouden, gebruikten ze telstenen. Om steeds meer producten te registreren, kwam een beeldschrift in gebruik
Mesopotamië 2a Mesopotamië.indd 123
I
123 3/08/20 19:18
Zelftest Historische vraag 1: Welke zijn de geografische kenmerken van het oude Nabije Oosten? 1 Noteer op de kaart op de gepaste plaats de naam van alle zeeën, de grote stromen, twee gebergten, twee woestijnen en twee stroomgebieden. 2 Het Nabije Oosten vertoont tegengestelde aardrijkskundige kenmerken. Noem er twee. naast
• landschap:
naast
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
• reliëf:
IL
Historische vraag 2: Waar ontstonden de eerste beschavingen?
D
1 a Hoe noemen we het gebied waar talrijke stadstaten liggen bij het begin van de beschaving? Noteer die naam op de kaart.
©
b Waar en in welk stroomgebied liggen deze stadstaten? c Welk volk bracht de eerste beschaving ter wereld tot stand? 2 Vul de namen aan van enkele vroege locaties in Mesopotamië. •U
•E
•U
•A
•B
•A
•U
Historische vraag 3: Hoe ontstonden de stroomculturen? 1 Duid aan wat juist is. Stroomculturen ontstonden omdat ... boeren en herders te weinig grond hadden. het klimaat veranderde en er een droogteprobleem ontstond. er te weinig natuurlijke neerslag was. de neolithische steden te groot werden.
124
I
Mesopotamië
2a Mesopotamië.indd 124
3/08/20 19:18
2 a Welke bevolkingsgroepen treffen we aan in het oude Nabije Oosten rond 9000 v.Chr. en in welk gebied? b Welk type landbouw konden de primitieve boeren beoefenen? c Welke zijn de natuurlijke voorwaarden voor primitieve landbouw en veeteelt?
3 a Geef een andere naam voor landbouwsamenlevingen langs grote rivieren. 1.
2.
3.
4.
IJ
b Zeg waar deze samenlevingen ontstonden en aan welke stromen.
TG EV
1 Duid aan wat juist is. Betere landbouwopbrengsten zijn mogelijk door ... regenlandbouw irrigatielandbouw nieuwe werktuigen het produceren van voedseloverschotten
ER
Historische vraag 4: Hoe verbeterden boeren hun landbouwopbrengsten in Mesopotamië?
2 a Waarvan is regenlandbouw afhankelijk? b Waarvan is irrigatielandbouw afhankelijk?
UI
3 Zet oorzaken en gevolgen van droogte in de goede volgorde: hongersnood, droogte, slechte oogst, weinig regen 4 a Wat is irrigatielandbouw?
>
>
TI A
>
IG EN
b Wat levert irrigatielandbouw op aan de boer?
c Wat is het resultaat van deze irrigatielandbouw voor de bevolking?
IL
Historische vraag 5: Hoe ontstonden de eerste steden in Mesopotamië?
©
D
1 Duid aan wat juist is. De eerste steden konden ontstaan door ... samenwerking in de landbouw voedseloverschotten ruilhandel bevolkingsaangroei 2 Juist of onjuist juist / onjuist De neolithische revolutie ontstaat door samenwerking in de irrigatielandbouw. juist / onjuist De stedelijke revolutie ontstaat door bevolkingsaangroei en beroepsspecialisatie. juist / onjuist Door nieuwe beroepen ontstaat een egalitaire samenleving. juist / onjuist Een landbouwsamenleving is een egalitaire samenleving. 3 Het bestuur van een stedelijke samenleving heeft een complexe structuur. a Wie staat aan de top in deze samenleving? b Waaruit bestaat de middenklasse of de medewerkers bij het bestuur? c Wie vormt de grootste groep of de basis van de samenleving? Mesopotamië I 125 2a Mesopotamië.indd 125
3/08/20 19:18
4 Hoe wordt de opbouw van de samenleving in de vorm van een piramide genoemd? Historische vraag 6: Hoe ontstond een cultuur? 1 Zet de ontwikkeling van samenlevingsvormen in de juiste volgorde: rijk, stadstaat, dorp, nederzetting, stad >
>
>
>
2 Vul de volken die in Mesopotamië leefden aan op de tijdlijn. 3200
1900 1800
A...............................................
S...............................................
1500
1150
K......................... Oud-...............................................
A........................................... P................. Nieuw-...............................................
ER
A...............................................
612 539
IJ
4000 v.Chr.
Historische vraag7: Hoe ontstond het eerste schrift?
TI A
a Uit welke behoefte ontstond het schrift?
UI
2 Schrift ontstond in een landbouwsamenleving.
TG EV
1 Duid aan wat juist is. Het eerste schrift was ... een uitvinding van één persoon een uitvinding bij een volk een spontane ontwikkeling als gevolg van domesticatie van planten en dieren een noodzaak om met geschreven wetten een stad, staat of rijk te besturen
IG EN
b Hoe gebeurde de registratie aanvankelijk? En daarna?
c Waar gebeurde dit voor het eerst en bij wie? 3 Hoe noemen we de eerste schriften die gebruik maken van de volgende middelen?
• symbolen:
D
• klanken:
IL
• pictogrammen:
©
4 Wat eindigt en wat begint voor een volk met de invoering van het schrift? Waarom?
126
I
Mesopotamië
2a Mesopotamië.indd 126
3/08/20 19:18
ER
VERKENNING VAN HET OUDE NABIJE OOSTEN
IJ
HOE GOED BEHEERS IK DE LEERDOELEN VAN DIT THEMA?
De drie werelddelen noemen die in dit gebied samenkomen en op de kaart plaatsen.
1
De zeeën, stromen, gebergten en gebieden op de kaart situeren.
1
De twee grote stroomgebieden op de juiste plaats op de kaart aanbrengen.
1
De naam van het gebied waar de beschaving ontstond op de kaart situeren.
2
Enkele vroege stadstaten in Mesopotamië noemen.
TG EV
1
STROMEN ALS MAGNETEN
Een verklaring geven waarom boeren en herders naar de stroomgebieden verhuisden.
3
De vier grote stroomculturen en hun stromen opsommen.
TI A
UI
3
SAMENLEVEN IN TWEESTROMENLAND
met hulp van leerkracht
opdracht
zonder probleem
In dit thema maakte je kennis met Mesopotamië, de plek op onze aarde waar beschaving ontstond. We blikken nu terug om te ontdekken in hoeverre je erin geslaagd bent de leerdoelen te bereiken na deze lessen.
met hulp van boek of klasgenoot
Terugblik
Het verschil tussen regenlandbouw en irrigatielandbouw uitleggen.
4
Uitleggen hoe voedseloverschotten ontstaan.
5
De twee geweldloze revoluties noemen die het ontstaan van beschaving in Mesopotamië kenmerken.
5
Een sociale piramide samenstellen volgens de lagen van de bevolking.
5
Uitleggen hoe het komt dat er grote sociale verschillen voorkomen in de stedelijke samen leving.
IL
IG EN
4
STADSTATEN WORDEN RIJKEN Het verschil uitleggen tussen een stadstaat en een rijk.
6
De volken die in Mesopotamië hebben geleefd noemen en op een tijdlijn plaatsen.
D
6
7
©
ONTSTAAN VAN SCHRIFT Weten waar, hoe en waarom schrift is ontstaan.
7
In volgorde van ontstaan drie soorten schrift noemen en het belangrijkste kenmerk ervan geven.
7
Uitleggen wat schrift betekent voor de kennis van het verleden van een volk.
Mesopotamië I 127 2a Mesopotamië.indd 127
3/08/20 19:18
IJ ER TG EV UI TI A IG EN IL D © 2a Mesopotamië.indd 128
3/08/20 19:18
Egypte
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Oude Nabije Oosten
2b Egypte.indd 129
3/08/20 20:51
Inhoud
Het oude Nabije Oosten
Egypte, geschenk van de Nijl
Wat ik moet leren Wat ik moet doen
132 133
1 Egypte, het land aan de Nijl Vraag 1
Waar en wanneer wordt het oude Egypte gesitueerd? 137 OPDRACHT 1 Gebruik je atlas om Egypte te situeren. 137 OPDRACHT 2 Vergelijk de duur van de oude Egyptische geschiedenis met de onze. 137
IJ
2 Farao's aan de top Hoe ontstond het koningschap in het oude Egypte? 139 OPDRACHT 3 Onderzoek hoe de Nijl de Egyptenaren dwong zich te organiseren. 139
Vraag 3
Waar haalde de farao zijn macht? 141 OPDRACHT 4 Onderzoek waarop de macht van de farao berustte. 141
Vraag 4
Welke plichten en rechten had de farao? 141 OPDRACHT 5 Onderzoek de plichten en de rechten van de farao. 141
Vraag 5
Hoe was de Egyptische samenleving geordend? 143 OPDRACHT 6 Ga na wie de medewerkers waren van de farao. 143
Vraag 6
Hoe wordt de geschiedenis van Egypte ingedeeld? 143 OPDRACHT 7 Maak een indeling van de geschiedenis van Egypte. 143
UI
TG EV
ER
Vraag 2
Vraag 7
Welke seizoenen kende Egypte? 145 OPDRACHT 8 Ga na hoe de Nijl de seizoenen bepaalde. 145
Vraag 8
IG EN
TI A
3 De Nijl, een vruchtbaar spoor
Hoe was de economie in Egypte georganiseerd? 149 OPDRACHT 10 Bestudeer hoe de handel georganiseerd was. 149
IL
Vraag 9
Welke werkzaamheden verrichtte de boer in de verschillende seizoenen? 147 OPDRACHT 9 Ga na hoe de Nijl het leven van de boer bepaalde. 147
4 Het dagelijks leven aan de Nijl
©
D
Vraag 10 Hoe zag het dagelijks leven eruit in het oude Egypte? 151 OPDRACHT 11 Bestudeer enkele aspecten van het dagelijks leven. 151
5 Veel goden, voor en na de dood
Vraag 11 In welke goden geloofden de Egyptenaren? 153 OPDRACHT 12 Herken de goden en bepaal hun functie. 153 Vraag 12 Hoe verliep de mummificatie van een lichaam? 155 OPDRACHT 13 Ontleed het mummificatieproces. 155 Vraag 13 Hoe verliep de begrafenis van een rijke Egyptenaar? 157 OPDRACHT 14 Ga na hoe een begrafenis verliep. 157
130 I Egypte 2b Egypte.indd 130
3/08/20 20:51
6 Kunst is vakmanschap Vraag 14 Welke evolutie kenden de Egyptische graven? 159 OPDRACHT 15 Zoek uit hoe duurzame graven ontstonden. 159 OPDRACHT 16 Onderzoek hoe de grafvormen evolueerden in het oude Egypte. 159 OPDRACHT 17 Ga na welke nieuwe grafvorm ontstond na de piramidentijd. 161 OPDRACHT 18 Ontdek de geheimen van het Dal der Koningen. 161 Vraag 15 Hoe zagen de tempels voor de goden eruit? 163 OPDRACHT 19 Maak een onderscheid tussen de tempels. 163
IJ
Vraag 16 Welke zijn de kenmerken van de beeldhouwkunst? 167 OPDRACHT 20 Verzamel de kenmerken van de beeldhouwkunst. 167
7 Wetenschap uit de praktijk
TG EV
ER
Vraag 17 Welke zijn de kenmerken van de schilderkunst? 167 OPDRACHT 21 Verzamel de kenmerken van de schilderkunst. 167
Vraag 18 Welke rol vervulde een schrijver in de Egyptische samenleving? 169 OPDRACHT 22 Ga na hoe een schrijver werd opgeleid. 169 OPDRACHT 23 Ga na hoe belangrijk een schrijver was. 169
TI A
UI
Vraag 19 Welke wetenschappelijke kennis bezaten de Egyptenaren? 171 OPDRACHT 24 Leg uit hoe het schrift evolueerde. 171 OPDRACHT 25 Toon aan dat de Egyptenaren hun kennis konden toepassen.
©
D
IL
IG EN
Overzicht 175 Samenhang 176 Zelftest 180 Terugblik 186
Egypte I 131 2b Egypte.indd 131
3/08/20 20:51
Wat ik moet leren 1 Het oude Egypte situeren met aardrijkskundige elementen (zeeën, rivieren, landschap) op een kaart. 2 Weten in welke periode de geschiedenis van het oude Egypte zich afspeelde en de duur vergelijken met de duur van onze geschiedenis. 3 De rol van de Nijl (oorsprong, verloop, natuurlijke verschijnselen) in de geschiedenis van het oude Egypte toelichten en het belang ervan aantonen voor het ontstaan van een cultuur. 4 Het ontstaan van het land uitleggen en verklaren hoe de Nijl de bewoners dwong tot samenwerking en organisatie. 5 Hoe en wanneer Egypte een land werd onder leiding van een farao. 6 Weten waarop de macht van de farao berustte en de symbolen van de koninklijke macht kunnen noemen. 7 De samenleving in het oude Egypte voorstellen in de vorm van een piramide en de bevolkingsgroepen plaatsen.
IJ
8 Een indeling maken van de Egyptische geschiedenis met bloei- en vervalperioden. 9 Het jaar indelen in seizoenen volgens de oud-Egyptische kalender en het werk van de boer beschrijven.
ER
10 De handel (economie) typeren en kort beschrijven.
TG EV
11 Het dagelijks leven toelichten aan de hand van de woning, kleding, eten en drinken, het uiterlijk voorkomen en het gezin. 12 Het verband kunnen uitleggen tussen natuurverschijnselen en het geloof van de Egyptenaren in de godenwereld. 13 De belangrijkste goden kennen met hun naam, functie, symbolen en voorstelling. 14 Weten wat de Egyptenaren dachten over het voortbestaan na de dood.
15 Hoe in opeenvolgende stappen een mummificatie, een begrafenis en het oordeel in het hiernamaals verliepen.
UI
16 De evolutie van de Egyptische graven benoemen, schetsen en er een naam bij vermelden. 17 De soorten tempels voor goden en doden beschrijven met hun indeling. 18 De kenmerken van de beeldhouwkunst opnoemen.
TI A
19 De vaste regels van de schilderkunst noemen en het toepassingsgebied aangeven (voor wie, wat en waar). 20 Uitleg geven over hoe het Egyptische schrift ontstond, evolueerde en ontcijferd werd. 21 Het belang van een schrijver in de Egyptische samenleving met voorbeelden illustreren.
©
D
IL
IG EN
22 Aantonen met een voorbeeld dat de wetenschappen in Egypte op de praktijk gericht waren.
132 I Egypte 2b Egypte.indd 132
3/08/20 20:51
Wat ik moet doen BEGRIJPEN
TOEPASSEN
ANALYSEREN
EVALUEREN
CREËREN
Herinneren van informatie, feiten en theorie die je nodig hebt om opdrachten uit te voeren.
Feiten en principes kunnen begrijpen en verbanden kunnen leggen.
Kennis gebruiken in een nieuwe en concrete situatie om problemen op te lossen.
Informatie opdelen in verschillende onderdelen, verbanden zien en patronen om een probleem te analyseren.
Beoordelen en een mening of keuze verantwoorden met argumenten.
Met nieuwe kennis en ideeën creatieve oplossingen en producten ontwikkelen.
OPDRACHT 1, 2, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 14
OPDRACHT OPDRACHT 1, 16, 24, 25 1, 3, 4, 5, 7, 9, 10, 14, 15, 17, 18
OPDRACHT 2, 8, 9, 11, 13, 19, 20, 21
OPDRACHT 22, 23
OPDRACHT
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
ONTHOUDEN
Egypte I 133 2b Egypte.indd 133
3/08/20 20:51
MIDDELLANDSE ZEE
DELTA PIRAMIDEN VAN GIZEH EN SFINX
Handelskaravaan (koper en lapis lazuli)
MEMPHIS
Fajoem
Koper- en turkooismijnen
ER
Steengroeve voor de piramiden
IJ
SAKKARA
TG EV
NEDEREGYPTE
HET RODE LAND
HET RODE LAND westelijke woestijn
oostelijke woestijn
IG EN
TI A
UI
Albastmijnen
RODE ZEE Goudmijnen
TEMPEL VAN SETI I (Abydos)
KARNAK
THEBE
LUXOR
Vallei van de Koningen
©
D
IL
TEMPEL VAN HATSJEPSOET
OPPEREGYPTE
TEMPEL VAN HORUS (Edfu)
Diorietmijnen
TEMPEL VAN RAMSES II (Aboe Simbel)
TEMPEL VAN PHILÆ
Goudmijnen
134 I Egypte 2b Egypte.indd 134
3/08/20 20:51
Maak een woordweb met woorden waaraan je denkt als je het woord 'Egypte' hoort.
2. ..............................................................
TG EV
ER
IJ
1. ..............................................................
3. ..............................................................
UI
10. ............................................................
4. ..............................................................
IL
IG EN
9. ..............................................................
TI A
Egypte
5. ..............................................................
©
D
8. ..............................................................
7. ..............................................................
6. ..............................................................
Egypte 2b Egypte.indd 135
I
135 3/08/20 20:51
Het Rode Land en het Zwarte Land
Libanon Syrië
Middellandse Zee
Israël Caïro
Saoedi-Arabië jl
Egypte
Ni Luxor Thebe
Nassermeer
e Rod
IJ ER Karthoem
TG EV
Ethiopië
Zuid-Soedan
Sudd-moerassen
UI TI A IG EN IL
Tanameer
Nijl
D
l
uwe
©
Eritrea
Bla
CentraalAfrikaanse Republiek
Zee
Nijl
Soedan
e Nij Witt
Egypte is een land in het noordoosten van Afrika met natuurlijke grenzen: de Middellandse Zee in het noorden, de Rode Libië Zee in het oosten. De Nijl verdeelt het woestijnlandschap in een westelijke en oostelijke woestijn. Deze dorre en droge uithoek is een deel van de Sahara, de grootste zandwoestijn op aarde. Door zijn opvallende kleur noemden de Egyptenaren dit gebied het Rode Land. De stroom vormt met zijn oevers een donker, vruchtbaar spoor door het landschap, het Zwarte Land. De benedenloop van de Nijl was een delta, een trechtervormige monding zo groot als vier vijfde van Tsjaad België. Het gebied werd in het oude Egypte als een aparte wereld ervaren en kreeg dan ook de naam Neder-Egypte. De vallei was Opper-Egypte. De Nijl, na de Amazone in Zuid-Amerika de langste rivier ter wereld, is bijna 6700 km lang. Het bekendste stuk van de Nijl loopt 1000 km door Egypte en mondt in het noorden wijdvertakt uit in de Middellandse Zee.
Jordanië
Democratische Republiek Congo Rwanda Burundi
Oeganda
Kenia
Victoriameer
Tanzania
D
e oorsprong van de rivier ligt in twee verschillende grote meren. De Kagerarivier in Tanzania wordt als de voedingsbron van de Nijl beschouwd. Deze rivier mondt uit in het Victoriameer. Van hieruit stroomt de Nijl Oeganda binnen en passeert in het zuiden de Sudd, een onmetelijk moerasgebied. Voorbij dit gebied verandert de naam van de stroom definitief in de Witte Nijl. In Khartoem, de hoofdstad van Soedan, vloeien de Witte en de Blauwe Nijl samen. De Blauwe Nijl ontspringt uit het Tanameer in Ethiopië en zorgt, samen met het water van de vertakkingen in het hoogland, voor 85% van het watervolume. Voorbij Khartoem wordt de rivier gewoon de Nijl genoemd. De aanvoer van veel regenwater na de zomerregens zal in Egypte grote jaarlijkse overstromingen veroorzaken. Het water bracht ook vruchtbaar slib mee, waardoor er langs de Nijl een schitterende landbouwsamenleving kon ontstaan.
136 I Egypte 2b Egypte.indd 136
3/08/20 20:51
1
Egypte, het land aan de Nijl
Over het oude Egypte hebben we allemaal al gehoord. De prachtige, oude beschaving van dit land ligt tientallen eeuwen achter ons en nog steeds zijn we er niet over uitgepraat. We maken een reis door het verleden van dit mysterieuze land.
VRAAG 1
Waar en wanneer wordt het oude Egypte gesitueerd?
OPDRACHT 1 Gebruik je atlas om Egypte te situeren. a In welk werelddeel ligt Egypte? Europa - Azië - Afrika - Antarctica - Oceanië - Zuid-Amerika - Noord-Amerika b Welke zijn de drie buurlanden van Egypte? België - Turkije - Israël - Griekenland - Algerije - Libië - Soedan - Marokko
1
delta trechtervormige mon ding van een rivier, riviermonding met vertakkingen in de vorm van de Griekse letter d (hoofdletter ∆)
IJ
c Hoe heet de hoofdstad van Egypte nu? Brussel - Sahara - Alexandrië - Luxor - Caïro - New York - Rabat
ER
d Aan welke zeeën grenst Egypte? Rode Zee - Middellandse Zee - Noordzee - Zwarte Zee - Arabische Zee
TG EV
e Hoe heet de belangrijkste rivier die door Egypte stroomt? Schelde - IJzer - Maas - Jordaan - Rhône - Nijl - Mississippi
Kenmerken van het Egyptische landschap. a Bekijk de illustratie op blz. 134 en kies het juiste antwoord. Grote delen van Egypte bestaan uit woestijn / vruchtbare vlakten. Dit wordt het Rode Land / Zwarte Land genoemd. Het Rode Land / Zwarte Land is vruchtbaar en bestaat uit de woestijn / de Nijlvallei / de delta.
IG EN
2
TI A
UI
f Schrijf de antwoorden van opgave b-e op onderstaand kaartje.
3
Waarom was de Nijl zo belangrijk voor Egypte?
©
D
IL
b Duid met een pijl aan op de satellietfoto op de linkerbladzijde in welke richting het water stroomt.
overstromingen Landen in de Afrikaanse tropenzone kennen een regenseizoen en een droog seizoen. Het regenseizoen in Oeganda valt vroeger dan in Ethiopië waar door de Nijl gedu rende lange tijd veel water aanvoert naar Egypte en daar buiten de oevers treedt.
OPDRACHT 2 Vergelijk de duur van de oude Egyptische geschiedenis met de onze. a De Egyptische geschiedenis duurde van 3100 v.Chr. tot 30 v.Chr.
1
Hoe lang duurde de oude Egyptische geschiedenis? b Onze westerse geschiedenis duurde van 50 v.Chr. tot nu. Bereken de duur van onze geschiedenis.
2
jaar
Formuleer een besluit uit de vergelijking van de duur van beide periodes.
Egypte 2b Egypte.indd 137
I
137 3/08/20 20:51
C
irca 10 000 v.Chr. vestigden mensen zich in Egypte. Het waren mensen die de grote stap zetten van voedsel verzamelen en jagen naar een geregelde, maar nog primitieve landbouw. Die ronddolende jagers en halfnomadische landbouwers hadden zich stilaan gespecialiseerd in het maken van nieuwe werktuigen zoals sikkels voor het verzamelen van zaden en maalstenen voor het maken van meel. Ze bleven op een gegeven moment permanent wonen langs de Nijl. Opperleiders
TG EV
ER
IJ
De stammen en groepen die de oevers van de Nijl ontdekten, kwamen uit de Libische Woestijn en uit de Levant, streken die grensden aan de oostelijke Middellandse Zee. Droogte en woestijnvorming hadden hen naar waterrijk gebied gedreven. Maar zowel de delta als de vallei waren overwoekerd door papyrusbossen en bovendien was de rivier soms zo smal dat de bedding de toevloed aan water op bepaalde tijdstippen niet aankon en oeverloos overstroomde. De Nijl dwong de Egyptenaren zich te organiseren. Om papyrus te rooien, moerassen droog te leggen, kanaaltjes te graven, dijken en dammen te bouwen, was veel organisatietalent nodig. Er dienden zich leiders aan die eerst op plaatselijke schaal en daarna voor meerdere dorpen regelingen troffen, plannen maakten om het water te beheersen en die bovendien de periode van de overstroming konden berekenen. Hieruit kwamen 'opperleiders' naar voren naar wie op een steeds groter niveau geluisterd werd. De dorpsgemeenschappen ontwikkelden in de loop van de tijd tot grote districten of gouwen. Tegen 3100 v.Chr. waren in de Nijlvallei twee rijken ontstaan: een zuidelijk rijk, Opper-Egypte, en een noordelijk rijk, Neder-Egypte. Opper-Egypte telde 22 gouwen en NederEgypte bestond oorspronkelijk uit 16, later uit 20 gouwen, met redelijk vaste grenzen en met een opperleider of een gouwheer als bestuurder. Eenmaking van Egypte
IG EN
TI A
UI
Narmer (soms ook Narmer Menes genoemd) was erin geslaagd geleidelijk alle gouwen van Opper-Egypte onder zijn gezag te brengen. Omstreeks 3100 v.Chr. kon hij ook alle gouwen van Neder-Egypte veroveren. Beide rijken waren nu één rijk, Egypte. Hij wordt beschouwd als de eerste koning of farao van het eengemaakte rijk. Vanaf de vereniging van het gebied, onder het gezag van één farao die zich gevestigd had in Memphis, de nieuwe hoofdstad voor heel het land, begint de 'echte’ geschiedenis van Egypte. Farao's uit dezelfde familie volgden nu elkaar op en vormden koningshuizen of dynastieën die soms eeuwen bestuurden. Fig. 2.1 Farao Narmer, marmeren tablet met voorstelling eenmaking van Egypte ca. 3100 v.Chr.
IL
Kronen van de farao
©
D
Het verhaal van het ontstaan van Egypte weerspiegelt zich in de kronen van de farao.
Fig. 2.2 De vijf kronen van de farao
de witte kroon
de rode kroon
de dubbele kroon
heerser over Opper-Egypte
heerser over Neder-Egypte
(Hadjet)
(Desjret)
138 2b Egypte.indd 138
I
de Atefkroon
heerser over Opperen Neder-Egypte
de blauwe oorlogskroon met gouden rand legeraanvoerder
(Psjent)
(Chepresj)
(Atef)
witte kroon met gouden bol en veren speciale gelegenheden
Egypte 3/08/20 20:51
2
Farao's aan de top De prehistorie van het oude Egypte loopt tot ca. 3100 v.Chr. toen daar het koningschap ontstond. Het land werd verenigd onder één koningshuis, dat van de farao.
VRAAG 2
Hoe ontstond het koningschap in het oude Egypte? papyrus papyrusriet is een moerasplant uit subtropisch Afrika
1
ER
c Waardoor ontstond de halfnomadische levenswijze?
IJ
b Hoe komt het dat er zich reeds vroeg mensen vestigden langs de Nijl?
TG EV
farao De Egyptenaren noemden hun heerser 'koning'. 'Farao' is afge leid van de woorden per aa, wat Groot Huis of paleis betekent. De 'per' was oorspron kelijk het domein rondom de tempel en kon duizenden hectare beslaan. Farao was dus een naam voor 'het paleis' zoals men ook nu het paleis zegt als men de koning en zijn hofhouding bedoelt.
2 a Waar kwamen de vroege bewoners van de Nijloevers vandaan?
TI A
UI
b Wat zochten zij? c Welke problemen moesten zij oplossen op de nieuwe woonplaats?
d Wat was daarvoor nodig?
IG EN
3 a Welk soort mensen kwam daardoor steeds meer op de voorgrond?
b Hoe ontwikkelden de dorpsgemeenschappen en hoe werden de leiders genoemd?
c Hoeveel gouwen kwamen er zo tot stand en waar gebeurde dit?
D
IL
dynastie koningshuis of vorstenhuis Afstammelingen uit dezelfde familie volgen elkaar op als koning.
OPDRACHT 3 Onderzoek hoe de Nijl de Egyptenaren dwong zich te organiseren. a Wie waren de eerste bewoners van Egypte?
©
Low Res
d Opperleiders verenigden de gouwen onder hun gezag. Wat ontstond er?
4 a Welke farao verenigde alle provincies onder zijn gezag en wanneer was dat? b Hoe wordt een koningshuis genoemd waaruit meerdere koningen komen?
Fig. 2.3 Detail keerzijde Narmerpalet
c Wat begint er voor Egypte met de eerste koning van de eerste dynastie?
5 Op de keerzijde van het palet van Narmer (Fig. 2.3) staat de farao afgebeeld met een andere kroon. Welke?
Egypte I 139 2b Egypte.indd 139
3/08/20 20:51
I
IJ
Fig. 2.4 Toet-Anch-Amon
ER
n de Egyptische mythologie is Atoem de schepper van de wereld. Hij werd van in het begin vaak gelijkgesteld met de zonnegod Ra of Re en voorgesteld met de kop van een valk. Deze vogel kon het hoogst vliegen en kwam het dichtst bij de zon. Hij was dus een goed symbool voor de hemelgod. Ra is de machtigste en meest vereerde van alle goden en hij werd beschouwd als de vader en moeder van alle levende dingen. Ooit regeerden de goden zelf de aarde, maar de mensheid kwam in opstand tegen de goden waarop de goden de aarde verlieten en zich terugtrokken in de hemel. De sterren zijn hun zichtbare manifestaties aan het hemelgewelf. De goden beheren de schepping voortaan op afstand. De leiding lieten ze over aan halfgoddelijke koningen en uiteindelijk aan menselijke koningen, de farao's. De laatste van de goddelijke koningen was Horus. Wanneer de farao stierf, ging de rol van Horus over in het lichaam van de volgende farao als koning van de levenden. Na zijn dood heerste hij, in samenspraak met de god van de onderwereld Osiris, over de doden in de onderwereld. De eerste menselijke koning van Opper- en Neder-Egypte is Narmer die aan het begin staat van een lange reeks historische koningen.
TG EV
Doc 1 'Re heeft de koning geplaatst in het land van de levenden voor eeuwig en altijd, om recht te spreken over de mensen en de goden tevreden te stellen, zodat Maät tot stand komt en Isfet vernietigd wordt. Hij geeft tempeloffers aan de goden en dodenoffers aan de geesten van de overledenen.'
Besturen namens de goden
D
IL
Fig. 2.5 Maät met de symbolen van haar macht
IG EN
TI A
UI
Het koningschap was gericht op het in stand houden van de kosmische orde zoals Atoem die in werking had gesteld. Die orde, de stabiliteit in (Tekst op een tempelmuur uit het Nieuwe Rijk) de schepping, is Maät in de gedaante van een godin. Isfet is de goddelijke tegenhanger, de chaos en het geweld die ook aanwezig zijn in de wereld. Maät werd gezien als de zuster van Ra die de goddelijke orde en regelmaat in de schepping in stand houdt. Namens de goden moest de farao hierop toezien. Concreet wordt het leven van de mensen beheerst door de zon - overdag altijd zichtbaar in Egypte - in haar dagelijkse tocht langs de hemel en de jaarlijks weerkerende overstroming van de Nijl. De farao moet de bevloeiing organiseren, voedselvoorraden aanleggen en de mensen beschermen. De goden en de doden moeten geëerd worden.
©
De farao in vol ornaat De farao was de schakel tussen goden en mensen. Uiterlijke tekens symboliseren zijn macht: de kromstaf en de vlegel. Sommigen zien in de vlegel een dorsvlegel, zelfs een gesel. Dit is macht om mensen aan het werk te zetten en belastingen te eisen op hun arbeid. De kromstaf verwijst naar de herdersstaf, de zorg voor het welzijn van de mensen. De twee koningsscepters staan voor de goede, maar strenge leider. Het valse baardje waarmee zowel mannelijke als vrouwelijke farao's getooid worden, verwijst naar goddelijke macht, want ook goden worden dikwijls met een baardje afgebeeld. Op het voorhoofd prijkt de enkele of dubbele uraeus, een opgerichte cobraslang, soms vergezeld van een gierenkop. Dit symbool betekent dat hij heerser is over vruchtbaarheid en welvaart van het land en zijn bewoners.
Fig. 2.6 Koninklijk diadeem met uraeus
140 2b Egypte.indd 140
I
Egypte 3/08/20 20:51
VRAAG 3
OPDRACHT 4
Waar haalt de farao zijn macht? Egyptische mythologie de verzameling ver halen over de goden zoals die in het oude Egypte vereerd werden Veel verhalen stammen uit de tijd van de een making, maar omdat de mythologie over een viertal millennia is ontstaan en niet vastlag, kunnen zelfs de namen van de goden verschil len van stad tot stad.
Onderzoek waarop de macht van de farao berustte.
Bestudeer de tekst uit het Nieuwe Rijk. Doc 1
1 Van wie krijgt de farao zijn macht? 2 Wat moet hij doen met zijn macht? Leg dat uit. 3 Mag de farao met zijn macht doen wat hij wil?
ER
TG EV
5 Wat is de uiteindelijke bedoeling?
IJ
4 Hoe moet hij de goden tevreden stellen? Leg dit uit.
6 Welke taken heeft de farao nog? VRAAG 4
OPDRACHT 5
UI
a Duid de vier machtsattributen van de farao aan met een pijl en benoem ze.
IG EN
b Naar welke machten verwijzen deze symbolen? • kromstaf:
©
D
IL
Maät Maät is geen gewone godin. Zij zegt hoe mensen moeten leven. Zij moeten zich gedra gen volgens 42 regels die na de dood zullen beoordeeld worden en afgewogen met een hemelse maat (de veer op het hoofd van Maät). Ook het anch (het symbool voor leven) dat ze in de hand draagt, verwijst naar eeuwig leven.
1 Uiterlijke tekens of attributen verwijzen naar de goddelijke macht van de farao.
TI A
Welke plichten en rechten heeft de farao?
Onderzoek de plichten en de rechten van de farao.
• vlegel/gesel:
• vals baardje: • uraeus (cobraslang):
2 Welke plichten of taken had de farao als gevolg van zijn macht? Duid aan. bescherming bieden aan zijn volk zorgen voor Maät de bevloeiing organiseren en voedselvoorraden aanleggen de goden en de doden eren het volk onderdrukken tonen hoe rijk en vruchtbaar Egypte is
rechten had de farao om zijn taken uit te voeren? Kies uit en vul de zin aan: 3 Welke belastingen, eigenaar, arbeidskracht Hij is
van Egypte.
Hij mag
vragen.
Hij kan zijn onderdanen inzetten als Egypte I 141 2b Egypte.indd 141
3/08/20 20:51
vizier: rechterhand + plaatsvervanger van de farao - dagelijks bestuur van het rijk - rechtspraak - belastingen innen
farao vizier
priesters: - eredienst en dagelijkse rituelen - administratie tempeleigendommen
priesters - ambtenaren
ambtenaren: vooral familie of vrienden van de farao (edelen) - hoge ambtenaren: toezicht, schrijvers - belangrijke militairen: verdediging van Egypte - gouwvorsten (provincies besturen)
handelaars - ambachtslui - soldaten
ambachtslieden: - handelaars - ambachtslui - soldaten boeren: - land bewerken - meewerken aan bouw tempels en piramiden - mijnbouw
UI
TG EV
ER
IJ
boeren
TI A
slaven
Fig. 2.7 De sociale piramide van de Egyptische samenleving
IG EN
De geschiedenis begint met de eenmaking van de twee Egyptes door farao Narmer ca. 3100 v.Chr. Na hem zal het land drie grote bloeitijden kennen, afgewisseld met periodes van verval, opstanden en vreemde invallen. De eerste bloeitijd was een tijd van rust en voorspoed dankzij farao's die krachtig bestuurden vanuit Memphis. Voor het bestuur van het land deden ze beroep op medewerkers die ze betaalden met stukken grond. Deze plaatselijke bestuurders (gouwheren) wilden hun eigen gebied stilaan zelfstandig besturen waardoor de macht van de farao verminderde en het land uiteenviel in kleine zelfstandige rijkjes. Vanaf 2180 v.Chr. brak een eerste tussentijd aan die duurde tot ongeveer 2040 v.Chr.
IL
OUDE RIJK (ca. 2700-2040 v.Chr.)
In de tweede bloeitijd herstelden farao's uit Thebe de eenheid dankzij een sterk leger en trouwe ambtenaren. Thebe werd (tijdelijk) de hoofdstad. De nieuwe farao's breidden hun gebied zelfs uit naar het zuiden en zorgden voor rijkdom door handel met andere landen. Na ruim 200 jaar grepen plaatselijke bestuurders weer de macht en 135 farao's volgden elkaar in korte tijd op. Van deze chaotische toestand maakten de Hyksos, een vechtlustig naburig nomadenvolk, de kans om zich te vestigen in de delta en een groot deel van Egypte. Daarmee is de tweede tussentijd begonnen.
©
D
MIDDENRIJK (ca. 2040-1790 v.Chr.)
Rond 1550 v.Chr. verdreven sterke farao's de Hyksos en herstelden ze de orde. Deze derde bloeitijd leverde ook de meeste bekende farao's en indrukwekkende bouwwerken op. Met koningin Hatsjepsoet kwam een vrouwelijke farao op de troon. Zij bevorderde de economie door grote handelsexpedities. Van haar is de befaamde dodentempel in Deir-el-Bahari. Na haar gaf Toetmozes III Egypte zijn grootste uitbreiding. Amenhotep IV, beter bekend als Echnaton, voerde het monotheïsme in met de zonnegod Aton als enige god. Ramses II was een groot bouwheer en bekwaam militair. In zijn rotstempel in Aboe Simbel is zijn strijd tegen de Hittieten te zien. Nadien brak de derde tussentijd aan. Door onbekwame leiders en buitenlandse indringers - de Assyriërs (7de eeuw v.Chr.), de Perzen (6de eeuw v.Chr.), de Grieken met Alexander de Grote (4de eeuw v.Chr.) - brokkelde de macht van de farao's verder af. Egypte werd ten slotte een provincie van het Romeinse Rijk in 30 v.Chr. NIEUWE RIJK (ca. 1790-1070 v.Chr.)
142 2b Egypte.indd 142
I
Egypte 3/08/20 20:51
VRAAG 5
OPDRACHT 6
Hoe was de Egyptische samenleving geordend?
1
Ga na wie de medewerkers waren van de farao.
De farao werd bijgestaan in het nationaal bestuur door een reeks van medewerkers. Wie waren deze medewerkers? Wat waren hun taken? a
→
b
→
c
→
d
→
ER
TG EV
Egypte had een gelaagde samenleving met een smalle top en een brede basis. Schrijf de volgende woorden op de juiste plaats in de sociale piramide: slaven, ambtenaren, handelaars, vizier, boeren, ambachtslui, priesters, soldaten, farao
OPDRACHT 7
IL
VRAAG 6
IG EN
TI A
UI
2
IJ
monotheïsme het geloof in het bestaan van één god
©
D
Hoe wordt de geschiedenis van Egypte ingedeeld?
OUDE RIJK
Maak een indeling van de geschiedenis van Egypte.
1
Onderstreep in de tekst wat elke bloeiperiode kenmerkte en noteer dit boven de horizontale lijn.
2
Noteer onder de lijn in de gepaste kolom de verklaring van de instorting van de rijken met deze begrippen: Hyksos, ongehoorzame gouwheren, zelfstandige rijkjes, vreemde bezetters, chaos: 135 farao's MIDDENRIJK
NIEUWE RIJK
Egypte 2b Egypte.indd 143
I
143 3/08/20 20:51
Drie seizoenen
ER
IJ SEIZZAAIOEN
TG EV
OVE SERIZSTROM OEN INGS -
Fig. 3.1 De Nijl bepaalde de seizoenen en het leven van de boer
UI
SEIZOOGST OEN -
au
SEIZZAAIOEN
g se us p t o te us kt m n ob be o e r v d em r e ce b m er b e r
ja
n fe u a b ri m ru a ar ap ar i t r m il e ju i n ju i li
Nijldebiet m3/s
Zwart, kleur van geluk
Ankhet of Overstroming was de naam van het overstromingsseizoen van juni tot oktober. De boeren lieten het zwarte slib van de Nijl bezinken en werkten intussen voor de farao in de mijnen of in bouwprojecten.
Š
D
IL
IG EN
TI A
De Egyptenaren noemden hun land Kemet, het Zwarte Land, naar de vruchtbare zwarte modder die de Nijl achterliet na de overstroming, ideaal voor het kweken van granen zoals tarwe en gerst. Maar ook granaatappelbomen konden er groeien evenals druiven, dadels, vijgen en uien. Vandaar dat de Egyptenaren zwart ook beschouwden als een gelukskleur. De Nijl was zo cruciaal voor de Egyptenaren dat hun kalender erop was gebaseerd. De hondster, Sirius, die de Egyptenaren Sodpet noemden, verscheen elk jaar op dezelfde dag boven de horizon, op 19 juli in onze kalender. Dat viel samen met de jaarlijkse overstroming van de Nijl. De verschijning van Sodpet was telkens het begin van het Egyptische kalenderjaar van 365 dagen, verdeeld naar het gedrag van de Nijl in drie seizoenen van vier maanden. Een korte maand van vijf dagen diende om de kalender terug te doen overeenstemmen met de zonnestand.
Peret of Opkomst was het zaaiseizoen dat duurde van november tot februari. Wanneer het water na de overstroming zakte, was de grond bedekt met een laagje vruchtbaar slib. Dan moesten dijken en kanalen gerepareerd worden, markeringspunten hersteld en de grond voor het zaaien klaargelegd worden. Shemu of Droogte was het oogstseizoen van maart tot mei.
144 2b Egypte.indd 144
I
Egypte 3/08/20 20:51
3
De Nijl, een vruchtbaar spoor
De Egyptische samenleving was niet denkbaar zonder de Nijl. De vruchtbaarheid die hij mee bracht, was zo groot dat daardoor midden in een woestijn een welvarende landbouwsamen leving kon ontstaan. OPDRACHT 8
VRAAG 7
Welke seizoenen kende Egypte?
1
Ga na hoe de Nijl de seizoenen bepaalde.
Het type landbouw in Egypte was hetzelfde als in Mesopotamië. a Hoe noemen we dat landbouwtype? regenlandbouw / irrigatielandbouw
De Egyptenaren kenden drie seizoenen die bepaald werden door de Nijl. a Schrijf boven elke schets de naam van een seizoen in een logische volgorde.
TG EV
2
ER
IJ
b De Egyptenaren gebruikten verschillende middelen om het water op de akkers te krijgen. Verbind de gepaste begrippen met elkaar. dijk waterhevel water opslaan kanaaltje water tegenhouden sjadoef waterbekken water naar akkers leiden
TI A
UI
b Noteer op de onderste lijn de periode van het seizoen.
3
In welke maand was de waterstand het hoogst en in welke maand het laagst?
4
Lees onderstaande tekst en beantwoord de vraagjes. De overstroming van de Nijl verschilde enorm van jaar tot jaar. Wanneer het water te laag stond, zou er een voedseltekort kunnen ontstaan. Te hoog water zou daarentegen een rampzalige verwoesting van de dorpen en de akkers veroorzaken. Het wassende water kwam soms te laat of te vroeg en het trok zich ook wel eens pas terug als de zaaitijd al voorbij was. Een korte overstroming kon betekenen dat het water weer snel verdween, wat het moeilijk maakte genoeg water op de akkers te krijgen voor de zaaitijd. De levensomstandigheden werden erg zwaar wanneer enkele jaren van ‘slechte’ overstromingen elkaar opvolgden. Er waren perioden waarin grote en kleine overstromingen elkaar jaarlijks afwisselden, wat de schema’s voor zaaien en oogsten ernstig verstoorde. (naar: Silverman D.P., Het oude Egypte, blz. 11)
laagste waterstand:
©
D
IL
IG EN
hoogste waterstand:
a Was de overstroming van de Nijl voorspelbaar? b Welke gevolgen had de onregelmatige overstroming? • te veel water: • te weinig water: • te vroeg of te laat: c Wat besluit je hieruit?
Egypte 2b Egypte.indd 145
I
145 3/08/20 20:51
Zaaiseizoen
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Lichtgewicht houten ploegen volstonden om de grond te bewerken. Ploegen werden getrokken door een aantal koeien of mensen, terwijl het zaad voor de ploeg werd uitgestrooid. Soms liet men nog varkens of runderen op het veld rondlopen om de zaadjes dieper in de grond te stampen. Insectenplagen vormden echter een constante bedreiging voor de gewassen. Krokodillen en nijlpaarden die in de rivier leefden in bosjes papyrusriet, dreigden steeds weer de gewassen te vertrappelen. De opbrengst van het land was afhankelijk van de ligging van de velden. Het land dicht bij de Nijl was over het algemeen te nat om er graangewassen te verbouwen. De hoger gelegen gronden, dicht Fig. 3.2 Werkzaamheden van de boer in het zaaiseizoen bij de woestijn, waren vaak erg droog en slechts geschikt voor landbouw in jaren van overvloedige overstroming of met behulp van kunstmatige irrigatie. Het beste land lag in het middendeel. Na de oogst kon het vee in de velden grazen. Boerenbedrijven fokten vooral rundvee, maar ook voor schapen, varkens, antilopen en gazellen was er voldoende voedsel te vinden.
IG EN
Oogstseizoen
©
D
IL
De oogst was een tijd van grote bedrijvigheid. Houten sikkels met vuurstenen tanden werden gebruikt om graangewassen te oogsten. Het graan werd in grote manden naar het dorp vervoerd. Met vorken werden de halmen op de dorsvloer uitgespreid en dan werden er ezels of ossen overheen gestuurd om het graan los te trappelen. Na het wannen werd de opbrengst van de oogst naar een graanschuur gebracht. De hoeveelheden werden door een schrijver opgetekend. Voedselvoorraden werden aangevuld met andere belangrijke gewassen en vruchten zoals peulvruchten, fruitsoorten zoals vijgen, dadels, appels en peren. Vlas werd gebruikt om linnen kledingstukken en touw te maken. De papyrus, die nu zeldzaam is in Egypte, groeide bij bosjes in het moerasland. Van andere rietsoorten en grassen werden matten en manden gemaakt. Het slib van de Nijl diende als klei voor aardewerk en bakstenen. Hout van vijgenbomen en acacia’s werd gebruikt in de scheepsbouw. Fig. 3.3 Werkzaamheden van de boer in het oogstseizoen
146 2b Egypte.indd 146
I
Egypte 3/08/20 20:51
VRAAG 8
OPDRACHT 9
Welke werkzaamheden verrichtte de boer in de verschillende seizoenen?
Ga na hoe de Nijl het leven van de boer bepaalde.
1 Verbind wat bij elkaar hoort.
net na de overstroming
de boeren werken voor de farao
tijdens de overstroming
de boeren ploegen en zaaien graan
2
net voor de overstroming de boeren oogsten het graan a Welk seizoen was in Egypte het eerste seizoen van het jaar (Nederlandse naam) en wanneer begon het volgens onze kalender?
b Met welk seizoen komt Overstroming overeen in ons kalenderjaar?
IJ
c Met welk seizoen bij ons kwam de zaaitijd grotendeels overeen?
3 Noteer de nummers bij de werkzaamheden van de boer in het zaaiseizoen. (Fig. 3.2)
UI
TG EV
ER
1 met een houten ploeg, getrokken door runderen, de grond openrijten 2 water overhevelen met een sjadoef van een kanaaltje naar een waterput 3 graan zaaien in het vers geploegde veld 4 schapen of ezels het graan in de grond doen trappelen 5 het land opmeten onder toezicht van een ambtenaar 6 overwoekerend papyrusriet rooien 7 nijlpaarden verjagen die de akkers kunnen verwoesten 8 vissen en watervogels jagen op de Nijl 9 herstelwerkzaamheden uitvoeren of kanaaltjes aanleggen 10 het vee laten grazen op lager gelegen gronden
de nummers bij de werkzaamheden van de boer voor, tijdens en na de oogst. 4 Noteer (Fig. 3.3)
wannen kaf en graan van elkaar scheiden, hier: door het te zeven tijdens het omhooggooien
IG EN
TI A
1 bomen rooien en grond ontginnen voor de aanleg van bevloeiingskanaaltjes 2 de grond bewerken met de ploeg 3 de aren van het graan worden met sikkels geoogst 4 verzamelen van de aren (de aren lezen) in korven 5 runderen worden rondgestuurd over de dorsvloer 6 het graan dat de boer over de dorsvloer heeft uitgespreid wordt losgetrappeld 7 met de (dors)vlegel de aren bewerken door erop te slaan 8 scheiden van het kaf en het graan (wannen) door het op te gooien 9 verzamelen van graan 10 de hoeveelheid geoogst graan wordt bepaald onder toezicht van een ambtenaar
D
IL
de volgende begrippen in de goede volgorde met wat je leerde in wat 5 Plaats voorafgaat: oogsttijd, Nijl in woestijnomgeving, irrigatie met sjadoef, zaaitijd, overstromingstijd, vruchtbare gronden, kanalen, slib 2.
©
1.
5.
6.
3. 7.
4. 8.
6 a Welke producten bracht de landbouw van Egypte voort? • landbouw: • veeteelt: b Wat leverde de rivier zelf aan voedsel?
7 Verklaar de titel van deze les in je eigen woorden. Egypte I 147 2b Egypte.indd 147
3/08/20 20:51
UI
TG EV
ER
IJ
Doc 2
Ruilhandel
TI A
Fig. 3.4 Omdat er nog geen geld was, werden de meeste producten geruild. De plek om te ruilen was de stad. In de stad woonden mensen met verschillende beroepen. De markt was hun ontmoetingsplaats.
©
D
IL
IG EN
Voor de gewone Egyptenaar (tijdens het Nieuwe Rijk) had alles een waarde die kon uitgedrukt worden in een gewicht van metaal. Voor kleine transacties was dat koper. Niet het metaal zelf, maar de waarde ervan kon worden uitgedrukt in aantallen koperen deben. De deben waren dus een rekeneenheid. De handel met het buitenland was vooral een zaak van de farao. Karavanen en schepen voerden vanuit Azië en Afrika luxegoederen aan die werden geruild voor goud, graan, vlas en papyrus. Enkele importproducten waren timmerhout voor het maken van schepen, brons voor het maken van wapens, ivoor, wierook, mirre, olie en exotische dieren zoals apen. Enkele ingevoerde luxegoederen waren fijne cosmetica en stoffen uit Syrië, slavinnen uit Syrië en Babylon, koper uit Cyprus en edele houtsoorten uit Afrika.
Transport De Nijl leverde een ideale oplossing voor het transport. De handelaars verplaatsten zich vooral met boten van hout of papyrus. De oudste Nijlboot was een eenvoudig vlot, gemaakt van bundels papyrusriet die met touwen waren samengebonden. Het vlot was een korte levensduur beschoren, maar het was gemakkelijk te vervangen. Sommige Egyptenaren, zoals herders, die met hun vee vaak door de krokodillen bevolkte wateren van de delta moesten oversteken, konden niet buiten zo’n vlot. Voor anderen was het echter een middel voor ontspanning, bijvoorbeeld om op vogeljacht te gaan in de moerasbossen.
148 I Egypte 2b Egypte.indd 148
3/08/20 20:51
VRAAG 9
Hoe was de economie in Egypte georganiseerd?
OPDRACHT 10 Bestudeer hoe de handel georganiseerd was. a Welke grondstoffen voor gebruik in het dagelijks leven waren er nog te vinden in Egypte?
1
b Welke duurzame grondstoffen kwamen uit de mijnbouw? (zie kaart blz. 134) • steensoorten: • metalen:
1. Kopen en verkopen gebeurde door (uiteenlopende) goederen met (andere) goederen
2. De plek om te ruilen was bij voorkeur de 3. producten van
of overeenkomstige waarde
van iets kun je van mening verschillen. als rekeneenheid
UI
5. gewicht of hoeveelheid van
TG EV
4. Over de
IJ
te betalen. Dat is
ER
Turkoois, mineraal gesteente vooral voor sieraden
de woordpuzzel aan met de woorden die de volgende zinnen vervolledigen. Het in 2 Vul te vullen woord van de eerste zin is het kernwoord en staat horizontaal in de puzzel.
TI A
Granieten beeld van hoge ambtenaar (derde dynastie, 2543 v.Chr.-rmo.nl)
3 Geef enkele voorbeelden van producten die geruild werden.
IG EN
a Importproducten zijn:
b Luxeproducten zijn: c Waartegen werden importproducten geruild?
©
D
IL
4 Ontleed een marktstraat in de stad.
Doc 2
a Welke producten worden er geruild?
b Welke beroepen kun je herkennen? c Welk instrument speelde een belangrijke rol in de ruilhandel?
5 a Hoe verplaatsten de handelaars zich? b Voor wie en wat was de Nijl nog belangrijk?
de scheepvaart in Egypte waren de overheersende noordzuidwinden belangrijk. 6 Voor Om stroomopwaarts / stroomafwaarts te varen werden de zeilen gehesen. Om stroomopwaarts / stroomafwaarts te varen werden roeiers ingezet.
Egypte I 149 2b Egypte.indd 149
3/08/20 20:51
Huizen
ER
TG EV
Zeer rijke Egyptenaren woonden in een huis omgeven door hoge muren en mooi aangelegde tuinen. De constructie was eenvoudig: een centraal gelegen vertrek met hogere muren dan de rest van het huis. In die woning waren talrijke vertrekken: een hal, een huistempel, een woonruimte, ontvangst- en gastenkamers, slaapen badkamers en toiletten.
IJ
Woningen, zowel van armen als van rijken, waren opgetrokken in een soort tichels, kleisteen vermengd met stro en verhard in de zon. Steen was er enkel voor tempels en piramides. Ambachtslieden en arbeiders woonden in eenvoudige vierhoekige huizen met één woonkamer. Een opening in het dak zorgde voor verluchting en verlichting en leidde met een trap naar het dak dat als een uitbreiding van het huis gezien werd. Boeren hadden normaal aan het huis nog een stal voor hun vee.
Eten en drinken
Fig. 4.2 Wijnbouw ca. 1500 v.Chr., Thebe. Egypte had ca. 1000 v.Chr. 500 wijngaarden in de delta.
IL
Fig. 4.1 Graanmaalster
IG EN
TI A
UI
Arm en rijk aten brood en dronken bier bij elke maaltijd. Voor dit brood werd het graan gemalen tot bloem. De vrouwen deden dit met de hand, met behulp van speciale slijpstenen. Henket was een soort bier met een laag alcoholgehalte dat gemaakt werd van brood en water dat men samen liet gisten. Ook melk en wijn werd gedronken. Voor de wijn werden de druiven eerst geperst door ze met de voeten te vertrappelen. Het sap werd dan in vaten gegoten om te gisten en daarna in aardewerken kruiken bewaard om te rijpen. Naast brood en bier, werd er ook vlees, vis of gevogelte gegeten. Een belangrijk deel van de voeding waren peulvruchten zoals linzen, tuinbonen, erwten en kikkererwten. Op de menukaart van de rijken vinden we ook groenten zoals waterkers, postelein, sla, uien, knoflook en pompoenen. Geliefde fruitsoorten waren druiven, vijgen, dadels, granaatappels en noten.
D
Kleding, haartooi en hygiëne
©
Egyptenaren droegen linnen kleding, geweven van de vezels van de vlasplant. De jonge groene stengels leverden de fijnste stof. Van de oudere en gele stengels werden sterk linnen gemaakt voor alledaagse dingen zoals touw en matten. Mannen droegen enkel een shenti (lendendoek) tot aan de knie, aan de middel vastgemaakt met een riem of een knoop. De vrouwen droegen lange, nauwsluitende hemdjurken (kalasiris). Kinderen droegen geen kledij. Om de eenvoud van hun kleren te compenseren, droegen de Egyptenaren verschillende sieraden zoals hals kragen, gordels, enkelbanden, armbanden, hoofdbanden en ringen. Sieraden hadden ook een religieuze functie. Ze dienden immers als amulet om de eigenaar ervan te beschermen. De bekendste is de scarabee. De oude Egyptenaren besteedden veel aandacht aan hun uiterlijk en aan hygiëne. Meestal werd het haar afgeschoren, zowel bij de vrouwen als bij de mannen om de pruik van hun keuze te dragen. Kinderen droegen hun haar op een enkele, gevlochten lok die opzij van het hoofd neerhing. Met zwarte kohl, vooral rond de ogen en de wenkbrauwen, omlijnden ze hun ogen en maakten ze hun wimpers donkerder. Deze verf beschermde ook tegen de zon en infecties. 150 I Egypte 2b Egypte.indd 150
3/08/20 20:51
4
Het dagelijks leven aan de Nijl
Elke samenleving heeft typische kenmerken, ook nu nog. De oude Egyptenaren waren herken baar aan hun huizen, eten en drinken, hun uiterlijk, hun gezin, het dagelijks leven.
VRAAG 10
Hoe zag het dagelijks leven eruit? amulet klein voorwerp of sieraad waaraan een magische kracht werd toegeschreven om de mummie te bescher men of in het dagelijks leven om de goden bescherming te vragen tegen kwaad of ziektes. Het anch (levensteken) en de scarabee (kever voor eeuwig leven) waren zeer bekend in het oude Egypte.
OPDRACHT 11 Bestudeer enkele aspecten van het dagelijks leven. a Welke verschillen zijn er tussen de twee huizen?
1
• •
Waaruit bestond de voeding in het oude Egypte? • eten en drinken:
TG EV
2
• peulvruchten (armen): • groenten (rijken): • fruit:
De oude Egyptenaren hadden veel aandacht voor hun uiterlijk en hygiëne. Vul aan. • kleding:
TI A
- de man droeg
UI
3
ER
IJ
b Welke waren de bouwmaterialen voor zowel eenvoudige als grote huizen?
- de vrouw droeg
IG EN
• sieraden:
• amuletten:
IL
• haartooi:
D
• opmaak:
©
Raherka en Merensankh Set is tien jaar. Hij speelde vandaag aan de oevers van de rivier. Hij hielp zijn vader met het onderhouden van de akkers. Zijn zus Imona hielp in het huishouden. Volgende maand moet Sets vader weg naar de grote stad. Hij gaat er helpen bij de bouw van een enorm graf voor de farao.
4
Een gezin bestond uit de ouders en de kinderen. a Bekijk het beeldje van Raherka en zijn vrouw Merensankh in de rand. Doorstreep wat fout is. De vrouw staat kleiner / even groot / groter afgebeeld als/dan de man. De man en vrouw zijn afstandelijk / staan dicht bij elkaar.
b Wat kun je hieruit afleiden? c Wat doen de kinderen in het verhaaltje in de rand? • Set (jongen):
• Imona (meisje): d Wat is de taak van vader in dit gezin?
Egypte 2b Egypte.indd 151
I
151 3/08/20 20:51
Polytheïsme
UI
TG EV
ER
IJ
De Egyptenaren leefden dicht bij de natuur en die bepaalde hun leven: de zon die altijd aanwezig was, een hemelgewelf waar 's nachts maan en sterren altijd te zien zijn, een machtige rivier die regelmatig overstroomt, water dat leven geeft, de eindeloze woestijn, de cyclus van leven en dood ... allemaal onveranderlijke natuurverschijnselen, veel groter en machtiger dan de mens. Vertegenwoordigers of symbolen van al deze 'machten' zijn in de godenwereld terug te vinden in de gestalte van een dier, een mens of van beide. Voor elk aspect van het dagelijks leven was er wel een god die symbool kon staan. Toen farao Narmer de nederzettingen van Opper- en Neder-Egypte verenigde, bleven de plaatselijke goden behouden en werden die van andere nederzettingen overgenomen. Natuurlijk kon men niet al deze goden aanbidden. Elke regio had zijn belangrijke goden. Hierdoor bestond er overlapping. Soms werden goden samengesmolten of anders voorgesteld. De Egyptenaren geloofden dat deze goden op aarde hadden geregeerd alvorens de farao’s de fakkel overnamen.
Horus
Isis
TI A
Re(Ra)/Amon Anubis
Maät
Osiris
Seth
Thot
IG EN
• Re (Ra), Amon: zonnegod, oppergod. Re-Atoem was de oorspronkelijke god die uit zichzelf ontstond. Daaruit kwamen de hemel (Noet) en de aarde (Geb) voort. Hij is meestal afgebeeld als een valk met een zonneschijf op het hoofd, met de kop van een ram of met de dubbele verenkroon (struisvogelveren) van de zonnegoden.
IL
• Anubis: god van de doden, voorgesteld met de kop van een jakhals. Omdat dit dier leeft in de woestijn en een aaseter is, wordt hij in verband gebracht met het dodenrijk voorbij de westelijke woestijn. Hij was daarom de begeleider van de doden naar het hiernamaals. Hij vond ook het balsemen van lichamen uit, een techniek die hij voor het eerst toepaste op Osiris. De Egyptenaren lieten zich op precies dezelfde manier balsemen om voort te bestaan zoals Osiris na de dood.
D
• Horus: god van de levenden en het koningschap, herkenbaar aan de dubbele kroon en de valkenkop. In de Osirismythe is hij de zoon van Isis en Osiris. Hij volgde zijn vader op als koning van de levenden.
©
• Isis is een van de vier kinderen (Osiris, Isis, Seth, Nephthys) van de hemelgod Noet en de aardgod Geb en de zus en echtgenote van Osiris. Haar naam betekent 'troon', het symbool waarmee ze werd voorgesteld. Isis en Osiris waren de eerste heersers over de kosmos. • Osiris: god van de dood en het hiernamaals, afgebeeld als mummie met een kromstaf en gesel en met een Atefkroon op het groene hoofd. Als koning van het hiernamaals zit hij het gerechtshof voor waar het oordeel wordt uitgesproken over de dode om toegang te krijgen tot het eeuwig leven. • Maät: godin van gerechtigheid en waarheid. Ze vertegenwoordigt het geordende bestaan en de orde in het heelal zoals die bij de schepping ontstond. Op het hoofd droeg ze een veer, de hemelse maat bij het oordeel over de dode. • Seth: god van chaos en wanorde, zoon van Noet en Geb. Hij vermoordde zijn oudere broer Osiris om koning van Egypte te worden. • Thot: god van schrijfkunst en wijsheid, voorgesteld met een ibiskop. Hij trad op in de onderwereld bij het wegen van het hart en noteerde het oordeel van Maät.
152 2b Egypte.indd 152
I
Egypte 3/08/20 20:51
5
Veel goden, voor en na de dood
Godsdienst was erg belangrijk bij de oude Egyptenaren. Zoals in de meeste oude culturen vereerden zij niet slechts één god. Hun godsdienst was polytheïstisch.
VRAAG 11
OPDRACHT 12 Herken de goden en bepaal hun functie.
1
In welke goden geloofden de Egyptenaren?
Bekijk de stamboom van de goden. a Schrijf op het bovenste lijntje de symbolen of verschijningsvorm van de god. b Schrijf op het onderste lijntje de rol of functie van de god.
ER
IJ
polytheïsme (Gr. poly = veel; theos = god) geloof in vele goden, veelgodendom
oerwater
gezien: Osiris, Isis, Seth en Nephtys. Osiris trouwde met zijn zus Isis. Osiris werd de eerste koning van Egypte, maar zijn jaloerse broer Seth vermoordde hem. Seth sneed Osiris in tientallen stukken en verspreidde ze over heel Egypte. Huilend gingen Isis en Nephtys op zoek naar de lichaamsdelen van Osiris. De tranen van Isis deden de Nijl overstromen. Uiteindelijk vonden ze Osiris grotendeels terug en Isis slaagde er zelfs in om zwanger te geraken van Osiris. Er werd een zoon geboren, Horus die de nieuwe koning van Egypte werd. Zijn vader Osiris leefde verder als heerser van de onderwereld.'
UI
De schepping deed orde ontstaan, Maät genoemd, die steeds weer verdedigd moet worden tegen de machten van chaos. De farao werd nu ook gezien als de afstammeling van de goden en opvolger van Horus.
Atoem
IG EN
TI A
'In het begin heerste er noen (chaos) over de wereld. In deze chaos was al het goede en het slechte van de wereld aanwezig. Uit de chaos werd Atoem (de schepper) geboren. Het eerste wat hij maakte was een oerheuvel om op uit te rusten. Atoem schiep de zonnegod Re (Ra), die licht en warmte bracht. Overdag vaarde hij in een boot langs de hemel, 's nachts verplaatste hij zich in een andere boot door de onderwereld. Atoem schiep ook het eerste godenpaar, Sjoe (lucht) en Tefnoet (water). Zij kregen samen twee kinderen: Geb (aardgod) en Noet (hemelgodin). Op haar beurt baarde Noet vier kinderen, die als de eerste levende wezens worden
TG EV
De lange geschiedenis van Egypte deed vele scheppings- en godenverhalen ontstaan. Een van de bekendste verhalen is de Osirismythe:
Tefnoet
Geb
Noet
©
D
IL
Sjoe
•
Osiris
Isis
• •
•
Seth
•
•
Nephtys
• • •
•
Horus
Egypte 2b Egypte.indd 153
I
153 3/08/20 20:51
Leven en dood, een cyclisch proces
Mummificatie
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
De oude Egyptenaren verwachtten dat ze na hun overlijden eeuwig zouden voortleven. Het geloof in een wederopstanding na de dood ontstond door het waarnemen van allerlei cyclische processen, zoals de opkomst en ondergang van de zon en het jaarlijkse opkomen van de gewassen op de velden langs de Nijl. Het leven na de dood werd voorgesteld als een voortzetting van het leven op aarde, maar dan in het dodenrijk met de god Osiris als heerser. Daarom moest het lichaam bewaard blijven.
©
D
IL
Kort na het overlijden werd het lichaam van de dode naar een waskamer gebracht, waar het werd gewassen. Daarna ging het naar de balsemkamer. Eerst werden de hersenen met een bronzen haak via de neus verwijderd. Daarna sneed men met een scherpe Ethiopische steen (obsidiaan) de linkerzijde open en via die insnijding van 9 cm verwijderden ze alle ingewanden. De ingewanden plaatste men in kleine vazen, canopen genoemd. Canopen hebben een deksel in de vorm van een valkenkop, een jakhalskop, een baviaankop en een mensenhoofd die de vier zonen van de god Horus voorstelden. De valk beschermde de darmen, de jakhals de maag, de baviaan de longen en het mensenhoofd de lever. Bij het verwijderen van de ingewanden bleef het hart in het lichaam, want dat was nog nodig bij het oordeel. Dan werd de buikholte grondig gereinigd, eerst met palmwijn en dan met een extract van fijngestampte kruiden. Men naaide alles terug dicht en het lijk werd dan nog gedurende zeventig dagen in natron (een zoutoplossing) gelegd om het uit te drogen. Daarna werd het gespoeld en in fijne repen linnen gewikkeld, in hars gedrenkt. De balsemers gaven een groot aantal amuletten mee tussen het linnen. Elke amulet gaf de overledene een ander soort bescherming. Ook de mummiekist was belangrijk, zowel fysiek als magisch. Met teksten en beschilderingen kon de mummie in de kist worden beschermd bij de reis naar het hiernamaals. Alleen koninklijke mummies kregen een gouden masker mee. Dat toonde het gelaat van de overledene als geïdealiseerde, vergoddelijkte persoon zonder kenmerken die verwijzen naar leeftijd of persoonlijkheid.
Fig. 5.1 Oesjebti, beeldje dat de overledene meenam om voor hem werk te verrichten in het hiernamaals
154 2b Egypte.indd 154
I
Egypte 3/08/20 20:51
2
Osiris is de god van de onderwereld. Welke elementen in het uiterlijk van Osiris wijzen op zijn rol in het Egyptische geloof? Bekijk de afbeelding en de stamboom van de goden. • • • •
OPDRACHT 13 Ontleed het mummificatieproces. Nummer de 6 stappen van het mummificatieproces in de juiste volgorde. wikkelen van het lijk in linnen repen
Hoe verliep de mummificatie van een lichaam?
IJ
1
ingewanden verwijderen door middel van een insnijding in de linkerzijde
ER
VRAAG 12
onderdompeling van het lijk in natron gedurende 70 dagen plaatsing van de mummie in een sarcofaag
cyclisch proces een weerkerend ver schijnsel, wat zich voortdurend herhaalt
TG EV
hersenen verwijderen via neus
darmen, maag, longen en lever in canopen bewaren
Benoem de onderstaande zes ingewanden en verbind ze met lijnen met de bijhorende canopen. Let op! Twee ingewanden horen niet in deze canopen.
TI A
UI
2
IG EN
Amulet anch, levensteken
©
D
IL
Amulet scarabee, meegegeven op de borst, beschermt het hart
3
Waarom werd het hart niet verwijderd?
4
Maak een lijst van de benodigdheden bij het mummificeren.
Amulet wadjet, het alziend beschermoog van Horus
• werktuigen: • producten: • benodigdheden:
Egypte 2b Egypte.indd 155
I
155 3/08/20 20:51
Doc 3
De begrafenisstoet van een belangrijk persoon komt aan bij het in de rotsen uitgehouwen graf (1) in de ‘dodenstad’, op de westelijke over van de Nijl nabij Thebe. In het oude Egypte hechtte men evenveel belang aan het leven ná de dood als ervoor. Alles wat nodig is om verder te kunnen leven in het hiernamaals ging mee in het graf: voedsel, huisraad, gebruiksvoorwerpen (2) en meubilair (3). In een aparte grote kist (4) werden canopen (5) meegedragen. Dat zijn speciale vazen waarin de ingewanden van de overledene werden bewaard. Achter de lijkbaar in de vorm van de zonneboot van Ra, op een slede bevestigd en getrokken door ossen (6), volgen professionele klaagvrouwen (7). Er is ook voedsel voor het begrafenismaal voorzien (8). De priester met het Anubismasker (9) heeft een speciaal apparaat (10) in de hand om de mond van de mummie te openen, opdat de dode zou kunnen eten en spreken in het andere leven.
3
1
IJ
5
ER
7
6
9
10
IG EN
TI A
UI
2
TG EV
4
©
D
IL
8
11
7
5
10
9
2 8
3 1
12
4
13
6 14
2b Egypte.indd 156
Het oordeel van Osiris Vooraleer een overledene (1) toegang krijgt tot het hiernamaals wordt diens hart (2) gewogen op de door Anubis (3) afgestelde weegschaal (4), waarbovenop de godin Maät voorgesteld wordt met een veer op het hoofd (5). Zij staat voor de waarheid die bepaalt hoe een goede Egyptenaar moet leven. Die veer vinden we ook terug op de rechterschaal (6). Als het hart lichter weegt dan de veer, zal de overledene door Horus (7) voorgesteld worden aan zijn vader Osiris (8) en diens vrouw Isis (9). Nephtys (10), zuster van Isis, is de behoedster van het dodenrijk. Thot (11), de ‘secretaris van de goden’, noteert nauwkeurig alle gegevens. Mocht het hart zwaarder wegen, dan wordt het onmiddellijk opgeslokt door Ammit (12), een dier met de kop van een krokodil, het lichaam van een leeuw en het achterkwartier van een nijlpaard. Zowel het Anchteken in de hand van Horus (13) als de lotusbloemen (14) zijn symbolen voor een eeuwig leven.
3/08/20 20:51
VRAAG 13
Hoe verliep de begrafenis van een rijke Egyptenaar?
OPDRACHT 14 Ga na hoe een begrafenis verliep. Om het hiernamaals te bereiken moest de overledene de nodige voorbereidingen treffen. Hij kreeg dan ook zoveel mogelijk gebruiksvoorwerpen en de mooiste bezittingen mee voor het leven in het hiernamaals. Een dodenboek werd meegegeven om de overledene te begeleiden en toegang te verlenen tot de onderwereld. a Welke voorbereidingen op de begrafenis werden reeds lang voor de dood getroffen?
1
dodenboek een boekrol met spreu ken, zonnehymnen, bezweringsformules tegen vijandelijke mach ten, identificatie met bepaalde goden, recht vaardiging voor het oor deel en allerlei tafere len. De teksten kwamen ook voor op grafwan den en op de binnen wand van lijkkisten.
b Welke voorwerpen worden meegedragen in de begrafenisstoet? Doc 3
ER
De Egyptenaren wisten dat geen enkel leven smetteloos is. Daarom probeerden ze de overledene extra bescherming mee te geven voor dit belangrijke weegmoment. Dat kon met spreuken en teksten die in het dodenboek werden opgenomen. In het dodenboek van Hoenefer vinden we een tafereel van het dodenoordeel. Hij was een schrijver in dienst van farao Seti I in de 13de eeuw v.Chr. Op de afbeelding zien we de verschillende stappen op de weg naar het hiernamaals. a Vervolledig de zinnen met de volgende woorden op de lege plekken. Kies uit: Horus, witte, proef, Thot, hart, Osiris, rechters, zwart, Anubis, veer, Ammit
TG EV
2
IJ
c Wat is de betekenis van klaagvrouwen en een begrafenismaal bij het overlijden?
D
IL
IG EN
TI A
UI
b Plaats de nummers op het oordeelstafereel.
kleding (1) en
haar (2). We zien Hoenefer de negatieve biecht
©
Hoenefer is te herkennen aan zijn
afleggen tegenover 42 (3), voorgezeten door Ra die tegenover Hoenefer te zien is. Tijdens de negatieve biecht moet Hoenefer 42 zonden opnoemen die hij tijdens zijn leven niet heeft begaan. Om te bepalen of hij een goed mens was geweest, wordt het hart gewogen op een weegschaal. Hoenefer wordt door de jakhalskop, naar de weegschaal begeleid waar zijn
(4), de god met
(5) op de weegschaal wordt gelegd tegenover een
(6). Dit tegengewicht is het teken van Maät, de waarheid. Als het hart te zwaar was door de zonden uit het leven, dan bleef de weegschaal niet in evenwicht en werd het opgeslokt door een monsterachtig beest. Gelukkig doorstaat Hoenefer de hart de reis voortzetten.
(8) met de weegschaal en mag hij met een licht
(9) schrijft alles nauwkeurig op. De god
begeleidt hem tot in het hiernamaals.
(7), een god die eruitziet als
(10), de god met de valkenkop,
(11) verwelkomt Hoenefer in zijn rijk en zo kan hij voor eeuwig leven.
Egypte 2b Egypte.indd 157
I
157 3/08/20 20:51
Een huis voor de eeuwigheid De Egyptische bouwkunst was bedoeld om tot in de eeuwigheid te blijven bestaan. Men maakte gebruik van natuursteen omdat het een duurzaam materiaal is. putgraf
mastaba
TI A
UI
TG EV
De eerste farao’s en de ambtenaren werden begraven in mastaba’s. In feite is de mastaba alleen maar de rechthoekige grafheuvel boven een graf. Hij bestaat uit twee delen: de bovengrondse offerruimte en de ondergrondse grafkamer. De bovenbouw bestond uit een offerkapel (1) met een beeld van de Ka (2) en één of meerdere voorraadkamers (3). In de offerkapel werden er voedseloffers gebracht om de Ka te voeden. De onderbouw bestond uit de schacht (5) die toegang gaf tot de grafkamer (4). In de grafkamer lagen er, naast de overledene, ook diverse gebruiksvoorwerpen en sieraden die men dacht nodig te hebben in het hiernamaals. Na de begrafenis werd de grafkamer afgesloten door de schacht op te vullen met puin.
ER
IJ
Arme en gewone Egyptenaren begroeven hun doden in eenvoudige kuilen in de woestijn. De lichamen kwamen in direct contact met het hete woestijnzand en een uiterst droge en steriele omgeving, wat leidde tot een natuurlijke mummificatie. De bewaard gebleven lichamen en de skeletten liggen steeds op de zij in gevouwen houding: zo kwam men op de wereld en verliet men de wereld. Enkele eenvoudige bijgaven - potten met voedsel en drank, wapens, sieraden en toiletgerei - geven aan dat men overtuigd was van een voortbestaan dat in weinig verschilde van het leven op aarde.
piramide
D
IL
IG EN
De eerste Egyptische piramide is ruim 4500 jaar geleden gebouwd als grafmonument voor farao Djoser. Zijn opvolgers volgden hem in deze begraafwijze en zij werden net zoals hun voorganger gemummificeerd en met kostbaarheden en persoonlijke bezittingen in het binnenste van een piramide gelegd. De drie grootste en bekende piramiden zijn die van Cheops, Chefren en Mycerinus op het plateau van Gizeh nabij de toenmalige hoofdstad Memphis.
©
mastaba van Farao Sjepseskaf te Sakkara (ca. 2500 v. Chr.)*
trappenpiramide van Djoser te Sakkara (ca. 2650 v. Chr.)
knikpiramide van Snofroe te Dasjoer (ca. 2600 v. Chr.)
de piramide van Cheops te Gizeh (ca. 2550 v. Chr.)
* Deze mastaba is jonger dan de drie voorbeelden die ernaast afgebeeld staan, omdat Sjepseskaf brak met de traditie van zijn voorgangers die grote piramiden bouwden. De meeste mastaba’s werden gebouwd vóór de periode van de grote piramiden of dienden zelfs als basis voor latere piramiden, zoals die van Djoser.
158 2b Egypte.indd 158
I
Egypte 3/08/20 20:51
6
Kunst is vakmanschap
De Egyptenaren hadden geen woord voor kunst. Wat wij nu Egyptische kunst noemen, was voor de oude Egyptenaren vaak bouwwerken, beelden of religieuze voorwerpen. Het woord dat ze er wel voor gebruikten, is te vertalen als ʻvakmanschapʼ. De anonieme 'kunstenaars' waren architecten, beeldhouwers en tekenaars. Ze werkten uitsluitend in opdracht van farao's, priesters en rijken.
VRAAG 14
OPDRACHT 15 Zoek uit hoe duurzame graven ontstonden.
1
mastaba de naam die de Egypti sche werklieden aan de graven gaven omdat de bovenbouw hen deed denken aan de tichel stenen zitbank (in het Arabisch mastaba) op iedere verzamelplaats in hun dorpen
ER
b De Egyptenaren hechtten meer waarde aan het graf dan aan het bewaren van het
TG EV
lichaam.
c Het graf van een oude Egyptenaar was zijn huis voor de eeuwigheid. d Ze gebruikten tichels voor belangrijke bouwwerken.
Een mastaba was een eerste duurzame grafvorm. a Voor wie werd hij aanvankelijk opgericht?
IG EN
2
TI A
UI
e Het warme woestijnzand zorgde ervoor dat het lichaam van de dode snel verging.
b Waar komt de naam mastaba vandaan?
c Plaats de nummers bij het passende deel op de tekening van de mastaba: • bovengronds: 1 offerkapel 2 beeld van de Ka 3 voorraadkamer(s) • ondergronds: 4 grafkamer 5 schacht
©
D
IL
Ka Voor de Egyptenaren bestond de mens als persoon uit verschil lende elementen, waarvan de Ka en Ba de belangrijkste waren. De Ka is de levenskracht die bij de dood de mens verlaat en verhuist naar de onderwereld, maar blijft leven. De Ba blijft na de dood bij de mummie.
Lees de onderstaande zinnen en bepaal of ze juist of fout zijn. Verbeter indien fout. a De oud-Egyptische bouwkunst was er vooral om de goden en de farao’s te dienen.
IJ
Welke evolutie kenden de Egyptische graven?
Fig. 6.1 Voorstelling van de Ka op het hoofd van de overledene
mastaba
3
Waarom gaven de Egyptenaren voedsel en gebruiksvoorwerpen mee in het graf?
OPDRACHT 16 Onderzoek hoe de grafvormen evolueerden in het oude Egypte. Maak een schets van de volgende piramidesoorten. trappenpiramide
knikpiramide
piramide
Egypte 2b Egypte.indd 159
I
159 3/08/20 20:51
E
en piramide staat niet op zichzelf, maar is een onderdeel van een groter grafcomplex, bestaande uit een aanlegplaats aan de Nijl met een daltempel, een weg die leidt naar een dodentempel, met één zijde aangebouwd tegen de piramide. gewelf en 5 grote stenen platen om enorme druk af te leiden
dodenkamer
grote galerij
luchtschacht
valse dodenkamers waarvan één ondergronds schuin afgewerkte granietsteen
IJ
voorkamer
sarcofaag
TG EV
ER
kalksteen
Chefren
Mycerinus
Cheops
TI A
UI
dodentempels
IG EN
Nijl
koninginnenpiramiden
grote sfinx
daltempel kanaal
transport van blok kalksteen (2,5 ton) op een slede over een aarden dam
IL
Fig. 6.2 Situatieschets van het plateau van Gizeh
©
D
In totaal zijn er meer dan tachtig piramiden bewaard gebleven, gebouwd over een periode van ongeveer duizend jaar. In het Nieuwe Rijk verdween de piramide als grafmonument voor farao's en werden rotsgraven uitgehouwen in het Dal der Koningen nabij de hoofdstad Thebe.
160 2b Egypte.indd 160
I
Egypte 3/08/20 20:51
daltempel aanmeerplaats voor boten en toegang tot de piramide via een overdekte gang of processieweg
OPDRACHT 17 Ga na welke nieuwe grafvorm ontstond na de piramidentijd. a Uit welke onderdelen bestond het grafcomplex van farao Cheops in Gizeh?
1
b Waarop zou de aanwezigheid van meerdere grafkamers kunnen wijzen?
dodentempel herdenkingstempel voor de farao waar dagelijks voedsel offers werden gebracht en zijn beeld werd vereerd
c Met welke steensoort was de buitenlaag van de piramide afgewerkt?
rotsgraf in de rotsen uitge houwen grafvorm (tijdens het Nieuwe Rijk) om beroving te voorkomen
IJ
d Hoe werden de kalksteenblokken ter plaatse gebracht?
ER
2 a Hoe lieten farao's zich begraven na de tijd van de piramiden? Waar?
TG EV
b Het graf werd verstopt in de rotsen en de toegang afgedekt. Waarom? c Wat gebeurde er met de dodentempels?
UI
OPDRACHT 18 Ontdek de geheimen van het Dal der Koningen (DK).
2 Welk nummer draagt het graf van Toet-Anch-Amon? 3 Noteer hieronder wat het meest indruk op je maakt.
©
D
IL
IG EN
Vallei der Koningen
TI A
op Wikipedia onder 'Vallei der Koningen' naar veel meer interessante informatie 1 Zoek over Toet-Anch-Amon en de meer dan 60 rotsgraven die er te vinden zijn.
Fig. 6.3 Howard Carter in het graf van Toet-Anch-Amon In de Vallei (het Dal) der Koningen, vlakbij de stad Thebe (nu Luxor), ontdekte de Britse archeoloog Howard Carter op 4 november 1922 na een jarenlange zoektocht het graf van farao Toet-AnchAmon. Het was het enige koninklijke graf dat nog niet was leeggeroofd. In de voorkamer, de zijkamer, de schatkamer en in de grafkamer trof Carter niet minder dan 5300 kostbare voorwerpen aan die de overledene in het hiernamaals ten dienste moesten zijn: juwelen, amuletten, stoelen, wapens, een strijdwagen, koffers, godenbeelden, sieraden, een troon, boten, bedden en etenswaren.
Egypte I 161 2b Egypte.indd 161
3/08/20 20:52
Tempels voor de goden
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Het klassieke tempelplan bestaat uit vaste delen: een sfinxenlaan, obelisken, beelden van de farao (de bouwheer), pylonen, een voorhof, een zuilenzaal en het heiligdom met het godenbeeld. De sfinxen van de sfinxenlaan zijn de wachters en belichamen de koninklijke macht. Een sfinx had het lichaam van een leeuw en een mensengezicht, het gezicht van de koning. De twee obelisken waren grote granieten naalden, tot dertig meter hoog, met een goudkleurige, afgevlakte top die de zonnestralen breekt en daarmee de verbinding maakt tussen de echte zonnegod en zijn beeld in de tempel. Twee of vier beelden van de farao prijken tegen de gevel die bestaat uit twee monumentale trapeziumvormige pylonen met tussenin een smalle ingang. De pylonen geven de kunstenaars een ruim oppervlak om de heldendaden van hun koningen en goden te verheerlijken met reliëfs, inscripties en vlaggenmasten aan weerszijden van de ingang. Als de mensen het voorhof betreden, verlaten ze de mensenwereld en treden ze binnen in een andere wereld, de wereld van het heilige. Deze grote 7 open koer is omgeven met een zuilengalerij. De zuilenzaal met een opengewerkte muur, omvat een doorgang 6 tussen een groot aantal zware zuilen die een papyrusbos voorstellen, het dak dragen en een halfduistere ruimte scheppen. Het laatste deel is laag en volledig donker. De godenwereld is ver en duister 5 en deze ruimte waar de god het meest nabij en voelbaar is, mag alleen door de 4 farao en de priesters betreden worden. Die staan in voor de offers en het dage4 lijkse ritueel voor de verering van de god. 2 3
2
1
162 2b Egypte.indd 162
I
Fig. 6.4 Indeling van een gewone cultustempel. Naast de tempel het 'heilig meer' voor de priesters die zich moesten reinigen vóór de rituele eredienst. Verder een priesterwoning en graansilo's.
Egypte 3/08/20 20:52
VRAAG 15
Hoe zagen de tempels voor de goden eruit?
OPDRACHT 19 Maak een onderscheid tussen de tempels. De bekendste Egyptische tempels zijn cultustempels, een woonhuis voor de goden op aarde. De plattegrond van deze godenhuizen was telkens ongeveer dezelfde. Dodentempels horen bij een graf. Bij het beeld van de god of de overleden farao werden dagelijks offergaven gebracht.
1 Noem hieronder de delen van een gewone tempel. (zie Fig 6.4 en info) 1 2 3 4
IJ
5 6
ER
voorhof Horustempel in Edfu
TI A
UI
TG EV
7
Fig. 6.6 Interieur tempel van Medinet Habou met architraven en gesloten papyruskapitelen
©
D
IL
IG EN
Fig. 6.5 zuilenzaal Amontempel, Karnak met 134 zuilen van 15 m hoog en open papyruskapitelen
Fig. 6.7 Sfinxenlaan voor de Amontempel in Karnak
Egypte I 163 2b Egypte.indd 163
3/08/20 20:52
Architraafbouw Op de zuilen, bekroond met open of gesloten papyruskapitelen, liggen zware draagbalken (architraven) die de stenen plafondplaten dragen. Zijmuren, zuilen en architraven, m.a.w. alle beschikbare oppervlakken, waren met voorstellingen en teksten bedekt. De plafondplaten waren ongetwijfeld met sterren versierd, de hemel van de tempel als microkosmos.
heiligdom
grote zuilenzaal voorhof met zuilengang toegankelijk voor het gewone volk
voor feesten en plechtigheden
offerzaal
IJ
beeld van de god
TG EV
Een tempel is als een kleine stad. Er zijn ateliers, een school, priesterwoningen, een bibliotheek, graanschuren en magazijnen. De tempel van Amon in Karnak is de grootste met een oppervlakte van 123 ha voor de hoofdtempel en verschillende kleine tempels. Buiten de muren liggen de uitgestrekte akkers. Er werkten veel mensen die door de tempel met zakken graan betaald werden.
enkel toegankelijk voor priesters
ER
Doorsnede en grondplan tempel
opslagruimtes, bibliotheek, kamers voor priesters,…
Cultustempels en dodentempels
ingang
met 2 pylonen
buitenmuur
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
Vanaf de eerste farao's werden in het Oude Rijk en het Middenrijk speciale dodentempels gebouwd, dicht bij de piramides. Vanaf het Nieuwe Rijk werden de koningen begraven in rotsgraven in het Dal der Koningen. De dodentempels werden nu als monumentale stenen bouwwerken, los van het grafcomplex, aan de rand van de woestijn opgetrokken. Rond de cultustempel lagen in kleisteen opgetrokken priesterverblijven, bestuurs gebouwen en graanschuren voor de opslag van enorme hoeveelheden pacht en belasting die voortkwam uit het land dat in het bezit was van de tempel. Graan werd niet alleen gebruikt voor de offers aan de overleden farao, ook zijn bouwactiviteiten werden ermee bekostigd. Naast hun rol in de godsdienst hadden ze dus ook een economische rol.
Fig. 6.8 Rotstempel van Hatsjepsoet in Deir-el-Bahari
164 I Egypte 2b Egypte.indd 164
3/08/20 20:52
2 a Welke twee soorten tempels kwamen in Egypte voor en voor wie werden ze opgericht? •
voor de
•
voor de
b Tempels hadden een dubbele functie of betekenis. Welke?
De rotstempels in Aboe Simbel hebben een in het oog springende gevel met grote beelden (zittend bij Ramses II en staand bij zijn vrouw Nefertari), in de rots uitgehouwen. Achter de gevel hebben de tempels de gewone indeling: zuilenlaan, offerzaal, heiligdom.
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
In de belangrijkste periode van de piramidebouw, het Oude Rijk, waren dodentempels een wezenlijk onderdeel van het piramidecomplex. Ze stonden naar de opkomende zon gericht aan de oostzijde van de piramide. Daar bouwde men hun dodentempels, gescheiden van hun graven die verstopt werden in de rotswand. Tweemaal per jaar valt de zon door de ingang van de tempel en verlicht 60 m diep in de rots de beelden van o.a. Amon en Ramses II.
Fig. 6.9 De rotstempels van Ramses II (l) en zijn vrouw Nefertari (r) in Aboe Simbel
Egypte I 165 2b Egypte.indd 165
3/08/20 20:52
Beeldhouwkunst
ER
IJ
Het overgrote deel van de beelden zijn koningsbeelden. De farao wordt altijd geïdealiseerd en onveranderlijk weergegeven: jong, krachtig, in een perfect gevormd goddelijk lichaam. Voor de beelden werd duurzame natuursteen het meest gewaardeerd. Deze beelden zijn groot, steeds in rust voorgesteld, ofwel zittend op een troon, benen naast elkaar, armen tegen het lichaam gedrukt, gekruist of op de knieën of soms staand en met de linkervoet lichtjes vooruit. Vrouwen en kinderen van de farao en het gewone volk worden kleiner voorgesteld. Een dubbel beeld was gebruikelijk voor een echtpaar of voor een koning en een godheid. Ze moeten frontaal bekeken worden.
TG EV
Fig. 6.10 Farao Rahotep en zijn vrouw Nofrit (ca. 1580-1576 v.Chr.)
D
IL
IG EN
TI A
De schilderkunst is aanwezig op muren van tempels, graven en op sarcofagen. De afgebeelde scènes hebben betrekking op het dagelijks leven, landbouwactiviteiten, ambachtslieden aan het werk, feestelijke banketscènes met muziek en dans.
UI
Schilderkunst
©
Fig. 6.11 beschilderde grafkamer van een rijke ambachtsman (ca. 1250 v.Chr.)
Fig. 6.12 Banketscène uit het graf van Nebamon
166 2b Egypte.indd 166
I
Fig. 6.13 Grafkapel, Nebamon op eendenjacht (ca. 1350 v.Chr.)
In andere taferelen is de overledene afgebeeld in het gezelschap van een godheid die hem zal begeleiden bij het laatste oordeel in de onderwereld. De schilderkunst had tot doel de eigenaar van het graf te dienen. De menselijke figuur werd in samengesteld perspectief weergegeven: het hoofd in zijaanzicht en het oog frontaal, het lichaam in vooraanzicht met de voeten plat op de grond voor elkaar. Deze houding is onmogelijk, maar de kunstenaar tekende niet wat hij zag, wel wat er was. Diepte en belangrijkheid werd weergegeven door iets groter of kleiner te tekenen. Kleur was noodzakelijk, want alles heeft kleur in de werkelijkheid. Mannen hadden een roodbruine huidskleur, vrouwen meer een gelige kleur. Voor goden waren er felle kleuren: goud en geel, groen en zwart (van de Nijlmodder) die vruchtbaarheid en nieuw leven voorstelden.
Egypte 3/08/20 20:52
VRAAG 16
OPDRACHT 20 Verzamel de kenmerken van de beeldhouwkunst.
Welke zijn de kenmerken van de Egyptische beeldhouwkunst?
1
a In de beeldhouwkunst kwamen vooral koningsbeelden / persoonlijke beelden voor, uit hout / natuursteen / klei gemaakt. De voorstelling was geïdealiseerd / realistisch. b Juist of onjuist? Een geïdealiseerd beeld is: juist
onjuist een natuurgetrouwe weergave van een persoon een voorstelling van een persoon in een perfect lichaam een jonge, krachtige, mooie weergave van de menselijke figuur een vrije interpretatie van de beeldhouwer
IJ
c De beelden worden veranderlijk / onveranderlijk weergegeven, d.w.z. in rust / in beweging. Dat blijkt uit de de positie van • de armen:
2
frontaal in vooraanzicht
Vul de zinnen aan. a De beelden zijn gemaakt om
TG EV
farao Chefren, beeld uit één massief blok dioriet
ER
• de benen:
b Afzonderlijke beelden kwamen voor
op een troon of
.
c Dubbele beelden komen voor als
of als een farao en een
.
UI
d Wie sociaal minder belangrijk was, werd
VRAAG 17
bekeken te worden.
voorgesteld.
1
a Op welke plaatsen treffen we vooral schilderwerk aan?
IG EN
Welke zijn de kenmerken van de Egyptische schilderkunst?
TI A
OPDRACHT 21 Verzamel de kenmerken van de schilderkunst.
b Welke taferelen komen het meest voor?
D
IL
c In wiens dienst stond de schilderkunst?
©
mummiekist van Peftjaoeneith, inspecteur van tempeldomeinen, 650 v.Chr. (rmo.nl)
2
a Ook de schilderkunst volgt vaste regels. Beschrijf het meest opvallende kenmerk van de voorstelling van mensen.
b Hoe noemt men deze voorstellingswijze in een onmogelijke houding?
3 Fig. 6.14 • Schaal met vruchten (rechts) • ... en hoe een Egyptenaar ze tekent (links)
Perspectief ontbreekt in een getekende voorstelling. Hoe lost de kunstenaar dat op? Raadpleeg de tekening hiernaast en de documenten op de linkerbladzijde. • • • Egypte
2b Egypte.indd 167
I
167 3/08/20 20:52
L
ER
IJ
eerlingen leren schrijven in een school bij de tempel. De opleiding begon op 4-5 jaar en duurde 10 tot 12 jaar omdat het hiërogliefenschrift met zo'n 700 tekeningen van mensen, planten en dieren zeer moeilijk was. Schrijfoefeningen gebeurden niet op de waardevolle papyrus, maar (met rode en zwarte inkt) op stukken kalksteen of potscherven en in kleermakerszit. De leerlingen werden niet alleen in het hiërogliefenschrift onderwezen, maar ze leerden ook een ander schrift, het hiëratisch. Dit is een sneller, cursief schrift dat veelal voor documenten werd gebruikt. Doc 4
TG EV
Fig. 7.1 Kinderen leren schrijven
Schrijver, een beroep
Doc 5
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
In Egypte kon lang niet iedereen lezen en schrijven. In het Oude Rijk kon op een totale bevolking van 1 tot 1,5 miljoen mensen hooguit 1% lezen en schrijven. Egyptische farao's wisten hoe belangrijk de schrijvers waren. Zonder schrijvers was het land onbestuurbaar en ze behoorden dan ook dikwijls tot de elite. Alle ambtenaren begonnen hun loopbaan als schrijver. De zonen van farao's en zijn familie, die van de hoogste ambtenaren en speciaal getalenteerde jongens kwamen in aanmerking om te worden opgeleid tot schrijver. Hun takenpakket: opmeten van de velden na de jaarlijkse overstroming, innen van de belastingen, toezicht houden op het onderhoud van bevloeiingskanalen en dammen, bijhouden van de lijsten met de offergaven aan de goden. De gewone bevolking kon ook beroep doen op de diensten van een schrijver, bijvoorbeeld om een testament of een contract op te stellen, een overeenkomst af te sluiten of brieven te schrijven. Soms stonden schrijvers zelf in dienst van een hoge ambtenaar. Dit beroep ging vaak over van vader op zoon zoals dat het geval was bij vele ambachten. Naast vakkennis moest de jonge schrijver zich verdiepen in de tradities, m.a.w. in de gebruiken van de samen leving en hij moest ook leren zich rechtvaardig te gedragen tegenover zwakkeren en gehoorzamen aan wie hoger geplaatst was. Schrijvers genoten aanzien bij de bevolking en werden, volgens hun werkzaamheden, goed betaald.
Deir el-Medina, geen gewoon dorp De meeste dorpen leefden van de landbouw. Deir el-Medina was een arbeidersdorp van 68 huizen groot, waar de kunstenaars en de ambachtslui woonden die verantwoordelijk waren voor de rotsgraven van farao's en ambtenaren in de nabijgelegen Vallei der Koningen. Hoewel de opzichter alle beslissingen nam, was het de schrijver die de dagelijkse gebeurtenissen rapporteerde aan de vizier en omgekeerd gaf de schrijver de boodschappen van de regering door. Zijn werk hield in dat hij bijvoorbeeld noteerde welke arbeiders afwezig waren, de prestaties die werden geleverd en welke functionarissen het graf bezochten. De vizier ontving hiervan een uittreksel. De schrijver vervulde soms ook een bemiddelende rol bij conflicten. Als er klachten van de arbeiders waren, verwoordde hij hun problemen en bij stakingen probeerde hij ze weer aan het werk te krijgen. Daarnaast was hij op vrije momenten in het dorp om testamenten op te maken, verkoopaktes op te stellen en eden af te nemen.
168 I Egypte 2b Egypte.indd 168
3/08/20 20:52
7
Wetenschap uit de praktijk Schrift was de basis van wetenschap. Hoe kon men landbouwgronden verdelen, vee tellen, het tijdstip van de overstromingen bepalen, voorraden en de belasting registreren, een lijk mummificeren? Wetenschappelijke kennis kwam voort uit de praktische behoeften.
VRAAG 18
OPDRACHT 22 Ga na hoe een schrijver werd opgeleid.
1 a Wanneer startte de opleiding tot schrijver en hoe lang duurde ze? b Leerde iedereen lezen en schrijven?
IJ
Wat betekende een schrijver in de Egyptische samenleving?
TG EV
c Vergelijk die situatie met lezen en schrijven bij ons.
UI
d Waarom waren de meeste mensen analfabeet in Egypte?
TI A
2 a Over welke hulpmiddelen beschikte een leerling-schrijver?
Doc 4
b Wie was onmisbaar om te leren schrijven?
IG EN
hiëratisch een eenvoudiger, lopend schrift dat met rietpen en inkt werd geschreven en daar door sneller was in het gebruik dan de tijdro vende hiërogliefbeelden die vooral voor inscrip ties werden gebruikt
ER
hiërogliefen (Gr. hieros = heilig; glyphos = tekens) oorspronkelijk tekens op potten en kruiken met verzegeld dek sel van klei die de inhoud aangaven De schrijversgod was Thot van wie de hiërogliefen afkom stig waren volgens de Egyptenaren.
c Waarom was het Egyptisch schrift zo moeilijk?
OPDRACHT 23 Ga na hoe belangrijk een schrijver was. a Zoek in Doc 5 vier situaties waarbij een schrijver onmisbaar was.
©
D
IL
1
• • • •
Egyptische schrijver, stenen beeld, ca. 2500 v.Chr
b Wat werd op school nog meer geleerd dan lezen en schrijven?
c Welke maatschappelijke status had de schrijver?
Egypte I 169 2b Egypte.indd 169
3/08/20 20:52
Papyrus
Doc 6
Papyrus werd gemaakt van de stengels van de papyrusplant. Die stengels werden in de lengte in lange repen gesneden. Een aantal van die repen werden dan naast elkaar gelegd en daarop legde men haaks een tweede laag. Dit werd dan een beetje nat gemaakt en hard op elkaar gedrukt. De sappen in die stengels werden dan een soort lijm waardoor er een papyrusvel ontstond. Nieuw gemaakt waren die vellen mooi wit. Heel langzaam veranderde die kleur naar de geelbruine kleur die de papyri nu hebben.
IJ
(rmo.nl).
ER
Het hiërogliefenschrift …
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
Waarom was het hiërogliefenschrift toch zo moeilijk? Ons schrift is nogal eenvoudig: met de 26 tekens van het alfabet kunnen we duizenden woorden schrijven. Hiërogliefenschrift is een beeldschrift waar elk beeldteken een woord of begrip voorstelde. Alleen is het moeilijk bij elk woord een tekening te bedenken, bv. een 'moeilijk' woord. Daarom ging men al vlug met een beeldteken ook klanken aanduiden, maar dan weet je ook nooit of een teken een klank of een begrip voorstelt. Bovendien schreef men alleen medeklinkers en liet men de klinkers weg (niet bij het spreken), zoals dat nog steeds is in het Arabisch. Ook de leesrichting was een probleem: hiërogliefen kunnen van links naar rechts en van boven naar beneden geschreven zijn. Daarvoor moest men kijken naar de afbeelding: mensen en dieren kijken altijd naar het begin van een woord. Bijkomende verklaringstekens waren nodig, maar werden niet gelezen. En zo groeide het aantal tekens steeds maar aan ... tot meer dan 700!
... ontcijferd
Nadat de oud-Egyptische taal door het Arabisch werd vervangen (definitief vanaf de 4de eeuw), ging de kennis van het hiërogliefenschrift verloren. Al snel deden de wildste speculaties de ronde over het ware karakter van de raadselachtige tekens. Hoewel er in de loop van de tijd af en toe mensen naar Egypte reisden om de hiërogliefenteksten te bestuderen, lukte het geruime tijd niemand om ze daadwerkelijk te lezen. Het hiërogliefenschrift werd uiteindelijk in 1822 ontcijferd door de Fransman Jean-François Champollion met behulp van de zogenaamde Steen van Rosetta. Deze basalten steen, die uit 196 v.Chr. dateert en driemaal dezelfde tekst in een andere schriftsoort bevat, werd in 1799 door een groep soldaten van Napoleon ontdekt tijdens de bouw van een fort in Fig. 7.2 Steen van Rosetta het noorden van Egypte. Door de teksten met elkaar te vergelijken kon Champollion de betekenis van de hiërogliefen achterhalen.
170 2b Egypte.indd 170
I
Egypte 3/08/20 20:52
was een moerasplant die veel voorkwam maar zeer kostbaar was als grondstof. 2 Papyrus Lees de tekst Doc 6 en ga na hoe men er 'papier' van maakte. Nummer de bewerkingen in de goede volgorde.
1
b Hoe kwam de ontcijfering tot stand?
TG EV
c Waarvoor werd het hiërogliefenschrift gebruikt?
IJ
Welke wetenschappelijke kennis hadden de Egyptenaren?
OPDRACHT 24 Leg uit hoe het schrift evolueerde. a Wanneer en door wie werd het hiërogliefenschrift ontcijferd?
ER
VRAAG 19
UI
d Waarom werd het hiëratisch schrift in het leven geroepen?
TI A
e Waarvoor werd het hiëratisch schrift gebruikt?
2 De naam van de farao werd in een kadertje geschreven (een cartouche).
IG EN
a Ontcijfer de naam van de farao in deze cartouche.
©
D
IL
b Waan jezelf ook even farao en schrijf je voornaam in de lege cartouche ernaast.
Fig. 7.3 Hiërogliefenschrift
Fig. 7.4 Hiëratisch schrift
Egypte I 171 2b Egypte.indd 171
3/08/20 20:52
Tellen en meten Zo schreven de Egyptenaren getallen:
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
De Egyptenaren werkten met armen en vingers om metingen 1= 10 = 100 = 1000 = te doen. Ze bedachten een standaardmaat, de koninklijke el, van de vingertop tot de elleboog. Ze legden die maat vast op 52,3 cm. Om velden op te meten werkten de landmeters met een koord waarin 12 knopen lagen. Zo maakten ze driehoeken met een rechte hoek en velden die perfect rechthoekig waren.
Fig. 7.5 Een veetelling onder het toeziend oog van de opzichter, een dienaar die koelte toewaait en een schrijver die noteert
Geneeskunde en sterrenkunde Uit het mummificeren leerden de Egyptenaren de anatomie van het menselijk lichaam kennen en konden ze brueken herstellen. Geneesmiddelen kwamen vooral uit planten. Door te kijken naar de sterren en de maan konden ze een kalender samenstellen met 12 maanden van 30 dagen en vijf dagen extra. Als Sirius verscheen op een bepaalde plaats aan de hemel, dan begon het overstromingsseizoen en het nieuwe jaar.
172 I Egypte 2b Egypte.indd 172
3/08/20 20:52
3 Bekijk hoe de Egyptenaren getallen schreven.
a Welk getal staat er in het vakje?
b De volgorde van de getallen is van groot naar klein / van klein naar groot Schrijf je eigen leeftijd en die van je vader en je moeder in hiërogliefenschrift. mijn leeftijd:
leeftijd vader:
leeftijd moeder:
IJ
OPDRACHT 25 Toon aan dat de Egyptenaren hun kennis konden toepassen.
TG EV
ER
Egyptenaren gebruikten lichaamsmaten om te meten. Welke lengte- of breedtema1 De ten worden nu soms nog gebruikt?
oud-Egyptische landmeter werkte met een koord waarin 12 knopen lagen. Daar2 Een mee kon hij alle velden dezelfde basisvormen geven! Op de onderstaande tekening
UI
liggen drie lengtes tussen de knopen verticaal, vier tussenknooplengtes horizontaal en vijf lengtes schuin.
TI A
a Welke meetkundige figuur bekomt men zo?
IG EN
b Breng nu zelf op de tekening het punt van de rechte hoek over naar de overkant van de schuine zijde. Wat bekom je? koord • • • • • • • • • • • •
12
IL
1
©
D
11 10
2
9 3
8 4
5
6
7
c Tot voor enige tijd werkten landmeters bij ons op een gelijkaardige manier. Waarmee werken ze nu?
Egypte I 173 2b Egypte.indd 173
3/08/20 20:52
Leestekst
Joeti, de kleine Egyptenaar
IJ
ER
UI
Om niet te lopen puffen van de hitte, hadden de mensen zo weinig mogelijk aan. Joetiʼs vader zag er ongeveer zo uit als een man van nu, wanneer hij op een warme vakantiedag met bloot bovenlijf loopt. Hij had een lichtbruine huid en donkere haren en ogen, zoals alle Egyptenaren … Moeder en zijn zuster Sachmet droegen jurken zonder mouwen, als lange hemden. Haja, zijn broer, had bijna niets aan en Joeti helemaal niets …
Sachmet was tien jaar en werd al niet meer als een kind behandeld. Zij moest haar moeder helpen en ze deed het goed. Ze kon het huisje schoonmaken en eten koken, en ze kon kleren wassen in de Nijl … ʻHaja, vergeet je schrijfplank nietʼ, zei moeder. Ze zat op haar hurken bij de hoge stenen oven, waar het vuur onderin zat en het brood bovenin. Ze bewoog een rieten waaier zachtjes heen en weer … Waar had Haja zijn schrijfplank voor het laatst gezien? Het was een met dik papier bespannen plankje, voorzien van een gleufje voor de pen. Hij ging zoeken in de voorkamer, waar vader zijn juk in orde bracht. Licht kwam door de straatdeur, die overdag openstond. In de hoeken en langs de wanden van het kale kamertje zag je gereedschappen, klei, aardewerk en verfpotten … Hij moest nu echt gaan, maar op school zou hij een vreselijke straf krijgen, als hij zonder plankje kwam. Vader ging meezoeken. Ondertussen wierp hij een bezorgde blik naar buiten, want hij moest aan de schaduwen zien hoe laat het was … ʻIk wou wel graag een antiloopje hebbenʼ, zei Joeti. ʻEn hoe zouden we dat te eten moeten geven? De mensen hier hebben gras op hun achterplaats, wij niet.ʼ ʻIk zal wel gras plantenʼ, zei Joeti ijverig. ʻHoe wou je dat dan water geven? Wij wonen te hoog, er groeit niets.ʼ ʻEn het koren dan?ʼ ʻHet korenʼ, legde vader uit, ʻdaar zorgen immers de boeren voor, en de landarbeiders van het grote huis. Ze graven kanalen en waar het water ook niet meer in kanalen wil, halen ze het uit diepe putten. Dat heb je toch wel eens gezien, Joeti, en ook wat een zwaar werk het is, en hoe diep de putten zijn.ʼ ʻO jaʼ, zei Joeti en hij wou net opscheppen dat hij dan wel zoʼn diepe put zou graven, toen hij een gans zag en riep: ʻMaar een gans kunnen we toch wel eens hebben, hé? Die kan zelf eten zoeken in de rivier.ʼ ʻEn haar dan laten weglopen zeker, of haar laten vangen door een ander.ʼ
TG EV
Heel, heel lang geleden leefde in een warm land een knaap die Joeti heette. Het land, dat was Egypte, en Joeti woonde met zijn familie in een dorp aan de grote Egyptische rivier. Ze hadden een klein lemen huis met een plat dak en een trap buiten tegen de zijmuur. Alle huisjes zagen er eender uit. Zoals ze tegen de helling lagen binnen de hoefijzervormige dorpswal, leken ze op een verzameling lichte steenblokken. Geen schone, want door de droge hitte zat alles onder het stof. De hele dag scheen de felle zon en het kon er wel waaien, maar het regende bijna nooit. Joeti, die vijf jaar was, had nog geen regen gezien.
IG EN
TI A
Het burgemeestershuis lag buiten de dorpswal. Het had een groot erf met eigen muren en het was omgeven door akkers, die zich over die hele oever uitstrekten en aan een kant afliepen naar de rivier. Ja, die was er ook nog: de rivier de Nijl. Gelukkig maar, waar hadden de mensen anders water moeten vandaan halen, in dat land zonder regen?
©
D
IL
Achter het dorp, achter de hoogstgelegen velden, lagen de rotsen in woestijnzand. Als je ertussendoor keek, zag je stukjes van de woestijn, waar ʼs morgens de zon opkwam. Wie de zonsopgang helemaal wilde zien, moest op een rots klimmen. Als Joeti en zijn familie ontbeten op het achterplaatsje, hadden ze een wijde roze en oranje lucht boven zich. Zij aten dan gehurkt, rondom een rieten mat op de grond. Moeder gaf elk een schoteltje met hompen oud brood, een beetje vet en wat ui of gedroogde vis. Ze kregen er gerstebier bij in bekers. Het servies had vader zelf gemaakt. Hij was pottenbakker. Hij maakte kruiken, borden en kommen van klei. Die klei moest hij van tijd tot tijd zelf halen bij de rivier … De schoolgaande dorpsjongens bleven ʼs middags over op het burgemeesterserf, waar iemand van de familie hun het maal bracht. Voor Haja deed Sachmet het.
174 2b Egypte.indd 174
I
Naar: Sacha Burger, Joeti, Uitg. Leopold B.V. 1974, blz. 5-11
Egypte 3/08/20 20:52
2b Egypte.indd 175
5. GODEN • veel goden (polytheïsme) met ieder een eigen functie + symbolen • geloof in wederopstanding na de dood - mummificatie van het lichaam - toegang tot het dodenrijk na het oordeel van Osiris (dodenboek)
• eten en drinken: brood en bier, vlees voor rijken, vis voor armen, fruit (dadels, vijgen, druiven), groenten (kikkererwten) • kleding: linnen lendendoek (shenti), hemdjurk (kalasiris), kinderen naakt • school alleen voor zonen van rijken vak van vader op zoon meisjes in het huishouden • man en vrouw zijn gelijkwaardig
WANNEER ? • vanaf 10 000 v.Chr. door jagers/verzamelaars • halfnomadische boeren vestigen zich • de geschiedenis begint omstreeks 3100 v.Chr.
IJ
ER
• bouwkunst: - graven evolueren van putgraf, mastaba, trappenpiramide, knikpiramide, piramide tot rotsgraf - tempels: cultustempels voor de goden dodentempels voor de doden • beeldhouwkunst: geïdealiseerde koningsbeelden • schilderkunst volgens vaste regels: samengesteld perspectief, grootte volgens belangrijkheid, geen diepte, vaste kleuren
• schrift: - hiërogliefen (religieuze teksten) - hiëratisch (op papyrus) voor administratie en documenten • geneeskunde: - kennis van anatomie door mummificatie - geneesmiddelen uit planten • sterrenkunde: kalender • tellen en meten met lichaamsmaten: standaardmaten (koninklijke el)
7. WETENSCHAP
• sociale piramide: farao, vizier, priesters, ambtenaren, ambachtslui, soldaten, boeren, slaven • rijken: grote villa’s met veel kamers, omheining, tuinen • armen: kleine huizen met één kamer, van tichels, hout, riet
3. SAMENLEVING
TG EV
UI
4. DAGELIJKS LEVEN
TI A
• de Nijl bepaalt de seizoenen: - overstroming: juni - oktober - zaaiseizoen: november - februari - oogstseizoen: maart - mei • landbouw: graan, fruit, groenten • veeteelt: runderen, varkens, schapen
6. KUNST
HET LAND AAN DE NIJL
2. SEIZOENEN
IG EN
IL
D
• plaatselijke leiders worden opperleiders • twee rijken ontstaan: Opper- en Neder-Egypte • de farao heeft onbeperkte en goddelijke macht - rechten: eigenaar Egypte, belasting vragen, werken in opdracht - plichten: bescherming, zorgen voor orde, bevloeiing + voorraden aanleggen
1. FARAO’S
©
WAAR ? • noordoosten van Afrika • begrensd door zeeën: - Middellandse Zee, Rode Zee - langs de Nijl
EGYPTE
OVERZICHT Egypte
Egypte
I
175
3/08/20 20:52
Egypte
1 Farao's aan de top
De farao had een aantal plichten. Zo diende hij bescherming te bieden aan zijn volk en moest hij zorgen voor orde en regelmaat (Maät). Zijn belangrijkste taken waren de organisatie van de bevloeiing en de aanleg van voldoende voedselvoorraden. De farao had ook een aantal rechten. Hij was eigenaar van heel Egypte, hoofd van het bestuur en leider van de economie. Maar omdat het voor één persoon onmogelijk is om al deze taken op zich te nemen, werd hij bijgestaan door een hele reeks van medewerkers: de vizier, priesters, de opperbevelhebber en ambtenaren.
©
D
IL
UI
TI A
IG EN
Het oude Egypte werd hoofdzakelijk geregeerd door koningen of faraoʼs. Ze woonden in paleizen en daaraan hebben ze hun naam te danken. Farao betekent immers ‘groot huis’. Zij bestuurden hun rijk met onbeperkte en zelfs goddelijke macht, want de farao werd door zijn onderdanen als een god beschouwd. Zoals de hemelgod Horus zat de farao op de troon om te heersen over de levenden. Na zijn Gouden dodenmasker dood heerste de farao, in van Toet-Anch-Amon samenspraak met Osiris, de god van de onderwereld, over de doden in de onderwereld.
Kromstaf en gesel waren de uiterlijke tekens van zijn gezag:
176 2b Egypte.indd 176
I
van rust en voorspoed. De koningen Cheops, Chefren en Mycerinus bouwden in de woestijn van Gizeh de grote piramides. Onder het Middenrijk (ca. 20401790 v.Chr.) werd het rijk uitgebreid naar het zuiden, maar door chaos en een snelle opvolging van farao’s bezetten de Hyksos, een naburig vechtlustig nomadenvolk, een groot deel van Egypte. Na de overwinning op de Hyksos brak het Nieuwe Rijk aan (ca. 17901070 v.Chr.). Deze periode kende de beroemde farao’s Toetmozes III, Echnaton, Hatsjepsoet en Ramses II en leverde de meest indrukwekkende bouwwerken op. Uiteindelijk bezetten de buitenlandse volkeren zoals de Assyriërs (7de eeuw v.Chr.) en de Perzen (6de eeuw v.Chr.) het land. In 332 v.Chr. veroverde Alexander de Grote Egypte. In 30 v.Chr. eindigde de Egyptische geschiedenis en werd het gebied eeuwenlang een provincie van het Romeinse Rijk.
IJ
ze verleenden hem de macht om te heersen (gesel) en te hoeden (kromstaf). De farao had ook een valse baard als teken van zijn goddelijke status. De farao beschikte over een aantal kronen die hij droeg in verschillende omstandigheden. De witte kroon werd gedragen door de heerser van Opper-Egypte, de rode kroon door de heerser van Neder-Egypte. Narmer droeg de dubbele kroon, een combinatie van de witte en de rode kroon. Men beschouwde deze kroon als kroon van het verenigde Egypte.
TG EV
Ronddolende jagers en nomadische boeren vestigden zich geleidelijk vanaf 10 000 v.Chr. langs de Nijl en in de delta toen de omliggende gebieden begonnen uit te drogen. De Nijl die geregeld overstroomde, dwong hen samen te werken om de oevers bewoonbaar te maken. Plaatselijke leiders kregen steeds meer aanzien en sommigen groeiden uit tot opperleiders. Zo ontstonden 22 districten in de vallei die samen Opper-Egypte werden genoemd en 20 districten in de delta, wat Neder-Egypte was. Narmer, de koning van Opper-Egypte, maakte van beide rijken één land omstreeks 3100 v.Chr.
ER
Samenhang Samenhang
Na Narmer regeerden gedurende dertig eeuwen machtige en zwakke farao’s. De machtigen zorgden voor drie 'rijken', periodes van bloei. De zwakkere farao’s werden geconfronteerd met opstanden en invallen van vreemde volkeren. Onder hun bewind verkeerde Egypte in verval. Deze periodes van verval noemt men de ‘tussentijden’. Tijdens het Oude Rijk (ca. 2700-2040 v.Chr.) beleefde Egypte een tijd
2 Het dagelijks leven in Egypte
De rivier de Nijl vormde Egypte en bood een onuitputtelijke bron van vruchtbaarheid. Het geheim hiervan is het slib dat tijdens de jaarlijkse overstroming door de rivier werd meegevoerd en afgezet op de oevers. Door de regelmatige overstromingen werd de grond zeer vruchtbaar. De Egyptenaren
Egypte 3/08/20 20:52
Vrouw met kalasiris, man met shenti
©
D
IL
IG EN
De oud-Egyptische samenleving kan voorgesteld worden als een piramide met verschillende lagen. Aan de top stond de farao. Hij stond boven alles en iedereen. De vizier was de vertrouwenspersoon van de farao en zijn rechterhand in het dagelijks bestuur. Daarna had je een kleine groep van priesters en ambtenaren. De middelste laag bestond uit handelaars, ambachts lui en soldaten. Daaronder kwam de grootste groep: de boeren. Zij deden zwaar werk op het land. Ze waren onmisbaar maar hun aanzien was laag. Als laatste had men de slaven. Ze hadden hun vrijheid verspeeld door schulden of waren krijgsgevangen genomen na veldtochten. Zij hadden geen rechten en moesten voor de Egyptenaren werken. Hun aantal was eerder klein.
en schoren zich kaal, ook de rijke vrouwen. Zo was het makkelijker om de pruik van hun keuze te dragen.
IJ
In het gezin namen de zonen meestal het beroep van hun vader over. Enkel de zonen van de rijke Egyptenaren gingen naar school. Meisjes hielpen hun moeder bij het huishouden. De Egyptische vrouw had naast de man een gelijkwaardige positie.
ER
3 Veel goden, voor en na de dood Godsdienst was erg belangrijk bij de oude Egyptenaren. Hun godsdienst was polytheïstisch, wat betekent dat zij veel goden vereerden. Goden woonden in de hemel of in de onderwereld en stonden symbool voor vele aspecten uit het dagelijks leven. Ze werden voorgesteld als mens, als dier of een combinatie van beide. De attributen die daarbij pasten, verwezen naar hun rol of functie in de godenwereld. De Egyptenaren kenden meerdere scheppingsverhalen die verschilden van de plaats en de tijd waarin ze waren ontstaan in de loop van hun lange geschiedenis. Vooral de Osirismythe was bekend en de oergoden die er een rol in spelen, waren zeer geliefd of gevreesd. De negen belangrijkste goden en godinnen die hierin voorkomen waren in volgorde: Atoem (de scheppergod), Sjoe (de droge lucht), Tefnoet (de vochtige lucht of water), Geb (Aarde), Noet (Hemel) en hun kinderen Osiris (onderwereld), Isis (zuster en vrouw van Osiris), Seth (rivaal en broer van Osiris), Nephtys (zuster van Osiris). Soms wordt Horus er ook bijgerekend (zoon van Osiris en Isis). Hij was de laatste hemelgod die het land zelf had bestuurd.
TG EV
Ankhet was de naam die de Egyptenaren gaven aan het overstromingsseizoen van juni tot oktober. De boeren lieten het zwarte slib van de Nijl zijn werk doen en werkten voor de farao. Peret was het zaaiseizoen dat duurde van november tot maart. Shemu was de periode van maart tot mei waarin de gewassen werden geoogst. De Egyptenaren kweekten gewassen zoals tarwe, gerst en peulvruchten en fruitsoorten zoals vijgen, dadels, druiven, appels en peren.
Een maaltijd van de Egyptenaren bestond minimaal uit brood en bier. Het bier dat de Egyptenaren dronken, noemde men henket. Ze dronken ook melk en wijn. De rijkere mensen aten meer vlees, terwijl de armen vis uit de Nijl aten. Geliefde fruitsoorten waren druiven, vijgen, dadels en granaatappels.
UI
De Egyptenaren bouwden dijken en groeven kanaaltjes. Zij moesten zich organiseren om het kostbare water zo goed mogelijk te gebruiken. Met een sjadoef hevelden de boeren het Nijlwater over in kanaaltjes en beekjes rond en door de velden. Dit systeem van bevloeiing noemt men irrigatie.
Woningen werden opgetrokken met tichels, hout of riet. De armen woonden in eenvoudige vierhoekige huizen met meestal slechts één kamer. De rijken woonden in villa’s met soms wel twintig kamers. Ze werden omgeven door hoge muren en mooi aangelegde tuinen.
TI A
noemden het vruchtbaar grond het ‘Zwarte Land’, en de woestijn het ‘Rode Land’ omdat deze roodachtig van kleur en dor was.
Mensen droegen het liefst koele en lichte kleding in het warme Egypte, linnen was daar ideaal voor. De mannen droegen een lendendoek en vrouwen een nauwsluitende hemdjurk. Kinderen droegen zelden kleren. Om de eenvoud van hun kleren te compenseren, droegen de Egyptenaren sieraden zoals hals-, enkel- en armbanden. Deze sieraden hadden ook een religieuze functie. Ze dienden immers als amulet om de eigenaar ervan te beschermen. Vrouwen gebruikten kohl om zich mooier te maken en om hun ogen te omlijnen en hun wimpers donkerder te maken. Kohl beschermde de ogen ook tegen de zon en insectenbeten. De Egyptenaren vonden het on hygiënisch om haar te hebben
De Egyptenaren geloofden dat het leven na de dood een herschepping
Egypte I 177 2b Egypte.indd 177
3/08/20 20:52
samen op het plateau van Gizeh bij Caïro (toen Memphis).
Thot
Bouwkunst was er voor de doden (graven voor farao's en rijken) en de goden (tempels). Alle bouwwerken zijn groots en zijn bedoeld om te blijven. Daarom gebruikten de Egyptenaren duurzame materialen en bouwden ze hun graven en andere belangrijke bouwwerken in sterke natuursteen. De Egyptenaren hechtten veel belang aan het graf. Voor armeren was er geen (bouw)kunst. Zij werden in simpele putgraven gelegd in de woestijn, hooguit met wat voedsel en een paar schamele bezittingen. Farao's en rijken zorgden reeds tijdens hun leven voor een graf. Het was immers een huis voor de geest en het lichaam voor de eeuwigheid. De eerste grafvorm was de mastaba, een ondergrondse grafkamer met de sarcofaag. In het Oude Rijk werden de graven steeds groter: door het opeenstapelen van steeds kleinere mastaba's ontstond een trappenpiramide zoals die van farao Djoser in Sakkara. Daarna ontstond een vorm waarbij een punt op een mastaba werd aangebracht. Dat was een knikpiramide zoals die van farao Snofroe in Dasjoer. Dan ontstaan de eerste echte piramiden, ruim 4500 jaar geleden. De grootste was die van farao Cheops. Zijn opvolgers volgden hem in deze begraafwijze en zij werden net als hun voorganger als een mummie in het binnenste van een piramide gelegd. De bekendste piramides zijn die van Cheops, Chefren en Mycerinus. Ze staan
Voor de dagelijkse offers werden vlakbij de piramides dodentempels gebouwd. Vanaf het Nieuwe Rijk lieten de farao's rotsgraven uitkappen in de Vallei der Koningen om ze te beschermen tegen grafrovers.
IJ
Seth
ER
Osiris
Mensen zijn voor alles van de bovennatuurlijke goden afhankelijk. Daarom moet een nietige sterveling hen vereren en verdienden ze volgens de Egyptenaren ook grootse tempels die dienden als hun woningen op aarde. De tempel was de heilige plaats waar priesters offers brengen voor de goden om hen gunstig te stemmen.
D
IL
IG EN
was van de beste momenten uit het aardse leven. Om daar verder te leven, moest het lichaam in goede staat bewaard blijven. Zij geloofden dat de levenskracht van de mens – de Ka – na de dood bleef bestaan in de onderwereld. De Ba – de geest van het aardse voorkomen van de mens – bleef bij het dode lichaam. Daarom gaat men het lijk mummificeren. Vooral de rijken besteedden daaraan de grootste zorg. Bij het verwijderen van de ingewanden bleef het hart in het lichaam. De Egyptenaar moest zich na de dood bij de goden verantwoorden over zijn daden. Hij verschijnt voor 42 rechters en zijn hart wordt gewogen tegen de veer van Maät om toegang te krijgen tot het rijk van Osiris en eeuwig te leven. Daarom werd vanaf het Nieuwe Rijk een dodenboek meegegeven met de overledene in de kist. Het dodenboek bevatte informatie in de vorm van spreuken en teksten die de Egyptenaren nodig hadden om de beproevingen te doorstaan op hun tocht naar de onderwereld.
Maät
TG EV
Isis
UI
Horus
TI A
Re(Ra)-Amon Anubis
©
4 Kunst in het oude Egypte Met 'kunst' wordt in het oude Egypte bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst bedoeld. De kunstenaars waren ambachtslieden: architecten, beeldhouwers en tekenaars. Als vaklui werkten ze uitsluitend in opdracht van farao's, priesters en rijke Egyptenaren en ze volgden daarbij de richtlijnen die hen werden opgelegd.
178 2b Egypte.indd 178
I
Voor de bouw van de tempels pasten de Egyptenaren architraafbouw toe. Hierbij plaatsten ze zware horizontale dwarsbalken (architraven) op stevige verticale steunpunten (zuilen). De tempels werden gebouwd volgens een rechthoekig
Egypte 3/08/20 20:52
Steen van Rosetta met drie soorten schrift
ER
IJ
de stengels van de papyrusplant. Papyrus was ook zeer belangrijk voor het vervaardigen van matten en als bouwmateriaal.
IL
D
©
5 Wetenschap in het oude Egypte In Egypte was wetenschap vooral toegepaste kennis, ontstaan uit de dagelijkse noodzaak bij het opmeten en verdelen van landbouwgronden, het berekenen van de overstromingen, de bouw van piramiden, het vastleggen van prijzen en het bepalen van belastingen en voorra-
Artsen haalden hun kennis van het menselijk lichaam en anatomie uit het mummificeren van lichamen en waarschijnlijk ook uit het versnijden van slachtdieren. Zij waren wel bedreven in het genezen van sommige ziekten met geneesmiddelen die uit planten werden gewonnen. Door te kijken naar de sterren en de maan, konden de Egyptenaren een (zonne)kalender samenstellen. Die bestond uit twaalf maanden die elk dertig dagen duurden en een dertiende maand van slechts vijf dagen. Het nieuwe jaar begon met de overstroming van de Nijl. Bij het kijken naar de sterren hadden ze ontdekt dat een bepaalde ster, namelijk Sirius, vlak voor het begin van de overstroming op een bepaalde plaats aan de hemel stond. Toen ze dat wisten, konden ze zich goed voorbereiden op het overstromingsseizoen.
TG EV
Hiërogliefen, een beeldschrift zonder klinkers
Dit beeldschrift was erg moeilijk en bestond uit meer dan 700 tekens. Daarom werd het vooral gebruikt voor inscripties en religieuze teksten. Voor het dagelijks gebruik kwam een vereenvoudigd snelschrift voor documenten in voege, het hiëratisch. De opleiding van een schrijver duurde 10 tot 12 jaar en was alleen voor de zonen van de elite mogelijk. Schrijvers waren onmisbaar in het bestuur van het land en ze genoten veel aanzien bij de bevolking. Het hiërogliefenschrift werd pas terug leesbaar na de ontcijfering ervan door Jean-François Champollion in 1822, dankzij de vondst van een stuk steen, de Steen van Rosetta, met dezelfde tekst in drie schriften. Het Grieks op deze steen was nog te begrijpen en was de sleutel voor de ontcijfering. In het oude Egypte was er nog geen papier zoals wij dat kennen. In plaats daarvan schreven ze op papyrus dat werd gemaakt van
IG EN
In de schilderkunst waren de afbeeldingen aan strakke regels onderworpen. De mens werd in een fysiek onmogelijke houding weergegeven: het hoofd in zijaanzicht maar het oog frontaal, de romp in vooraanzicht en de benen opnieuw in zijaanzicht. Dit noemt men het samengesteld perspectief. De grootte van de figuren was afhankelijk van hun belang in de maatschappij. Dieptezicht of perspectief was afwezig: men tekende wat er was en niet hoe men iets zag.
De oude Egyptenaren gebruikten hiërogliefen, tekeningen om een woord of een begrip voor te stellen.
UI
Steenhouwers hakten kolossale beelden uit kalksteen, zandsteen of graniet, zoals voor farao Ramses II aan zijn rotstempel en die van zijn vrouw Nefertari. Het overgrote deel van de beelden zijn koningsbeelden. De farao is steeds geïdealiseerd weergegeven, dit wil zeggen dat hij uitsluitend jong en krachtig werd voorgesteld, zittend op een soort troon of rechtopstaand in rusttoestand. Deze beelden zijn het meest indrukwekkend als ze vooraan bekeken worden.
den. De Egyptische wetenschappers waren praktisch ingesteld.
TI A
grondplan, met een sfinxenlaan als toegangsweg. Op de rechteroever van de Nijl, nabij Thebe, liggen de grootste cultustempels, die van de god Amon in Luxor en Karnak. Tijdens het Nieuwe Rijk werden ook indrukwekkende dodentempels gebouwd, uitgehouwen in de rots, zoals die van Ramses II in Aboe Simbel en die van koningin Hatsjepsoet in Deir-el-Bahari.
De Egyptenaren gebruikten maten van lichaamsdelen, gewoonlijk armen en vingers, om te meten. Om de verschillen in de maten van deze lichaamsdelen op te vangen bedachten ze de koninklijke el. Dit was een standaardmaat die in het hele land hetzelfde was. De el was toen 52,3 cm.
Egypte 2b Egypte.indd 179
I
179 3/08/20 20:52
Zelftest Historische vraag 1: Waar en wanneer wordt het oude Egypte gesitueerd? 1 Wie waren de eerste bewoners van Egypte en hoe kwamen ze daar terecht?
2 De Egyptische geschiedenis duurde van
v.Chr. tot
v.Chr.
2 Wie verenigde beide 'landen' en wanneer?
IG EN
TI A
UI
3 Benoem de drie kronen van de farao zo volledig mogelijk.
TG EV
ER
1 Wat ontstond er uit de oorspronkelijke dorpjes onder het gezag van plaatselijke leiders? Vermeld ook de twee delen met hun naam en het gebied.
IJ
Historische vraag 2: Hoe ontstond het koningschap in het oude Egypte?
IL
Historische vraag 3: Waar haalde de farao zijn macht?
©
D
Duid de symbolen aan van de koninklijke macht met de naam en de functie.
• kromstaf: • vlegel (gesel): • baard: • ureaus: 180 2b Egypte.indd 180
I
Egypte 3/08/20 20:52
Historische vraag 4: Welke plichten en rechten had de farao? • Plichten:
• Rechten: Historische vraag 5: Hoe was de Egyptische samenleving geordend? 1 Welke zes lagen kun je onderscheiden in de oud-Egyptische samenleving?
UI
TG EV
ER
IJ
2 Stel deze gelaagde samenleving voor in een driehoek.
TI A
Historische vraag 6: Hoe wordt de geschiedenis van Egypte ingedeeld? 1 De geschiedenis van het oude Egypte is onderverdeeld in drie grote bloeitijden: , het
IG EN
het
2 Tussen de bloeitijden waren er
, het
.
(aantal) periodes van verval. We noemen ze
.
3 In de laatste tussentijd werd Egypte bezet door buitenlandse volkeren: de
(7de eeuw v.Chr.), de
(6de eeuw v.Chr.), de
(4de eeuw v.Chr.). .
IL
Daarna wordt Egypte een provincie van
D
Historische vraag 7: Welke seizoenen kende Egypte?
©
1 a De Nijl was onmisbaar voor de beschaving van het oude Egypte. Wat is het geheim hiervan? b De overstroming heeft ook nadelen. Welke? • te
water =
• te
water =
c Hoe probeerden de Egyptenaren het water te beheersen? • door het aanleggen van • door het gebruik van
Egypte 2b Egypte.indd 181
I
181 3/08/20 20:52
2 Herken de drie seizoenen.
naam: maanden: Historische vraag 8: Welke werkzaamheden verrichtte de boer in de verschillende seizoenen?
IJ
1 Wat deden de boeren: • tijdens de overstromingen:
ER
• In het zaaiseizoen: • In het oogstseizoen:
TG EV
2 Producten van de landbouw zijn: • gewassen: • fruit:
UI
Historische vraag 9: Hoe was de economie in Egypte georganiseerd?
TI A
1 Verklaar het begrip ruilhandel. 2 Geef enkele voorbeelden van importproducten.
IG EN
3 Waartegen werden deze producten geruild?
Historische vraag 10: Hoe zag het dagelijks leven eruit?
IL
1 Welke bouwmatererialen hadden de Egyptenaren? •
D
•
©
2 Typeer de woningen van arme en rijke mensen. • armen: • rijken: 3 Waar woonden Egyptenaren? 4 Noem het belangrijkste kenmerk voor de volgende aspecten van het dagelijks leven: • eten: • kleding man:
• drinken: • kleding vrouw:
• kinderen:
• haartooi: • opmaak:
182 2b Egypte.indd 182
I
Egypte 3/08/20 20:52
Historische vraag 11: In welke goden geloofden de Egyptenaren? 1 Welke goden zitten in de zinnen verscholen? Meerdere goden mogelijk in een zin! a De begrafenis is op zaterdag. b Die lytho toont de kunde van de man. c Hij riep: 'Ho, rustug maar!' d Zij kocht een roos, irissen en tulpen. e Zijn naam ontsnapt mij nu. f Hier is enkel maatkleding te vinden. g Na zo'n set hoorde je roepen: Ha, nu bis! h Je mag raden om welke reden ik hier ben. 2 Welke goden stonden symbool voor deze aspecten van het leven? stond symbool voor nooit aflatende liefde en trouw. stond symbool voor onvruchtbaarheid, de woestijn en het slechte. stond symbool voor de voortzetting van het nieuwe leven, beschermer van de latere farao's.
IJ
stond symbool voor het geloof in de vruchtbaarheid en wederopstanding.
ER
Historische vraag 12: Hoe verliep de mummificatie van een lichaam?
©
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
Welke voorwerpen zie je hier? Verklaar de termen.
Egypte I 183 2b Egypte.indd 183
3/08/20 20:52
Historische vraag 13: Hoe verliep de begrafenis van een rijke Egyptenaar? Noteer de nummers uit de tekst op de juiste plaats in het oordeelstafereel. Noteer er ook de ontbrekende woorden bij.
TG EV
ER
IJ
Om te bepalen of de overledene een goed mens was geweest werd het 1 gewogen op een weegschaal tegenover een 2, het symbool van rechtvaardigheid. Die was verbonden aan de godin Maät. Als het hart zwaarder was, dan werd de overledene verslonden door 3, een monsterachtig beest. Maar als het licht genoeg was, dan mocht hij de reis voortzetten en kwam hij aan in het hiernamaals bij de god 4.
Historische vraag 14: Welke evolutie kenden de Egyptische graven?
UI
1 Vul aan.
b de opdrachtgevers: c opvallende kenmerken:
TI A
a twee soorten grave:
2 De grote graven maakten een opvallende evolutie door. Nummer deze grafvormen in de volgorde van hun ont-
IG EN
staan: _ _ rotsgraf, _ _piramide, _ _ mastaba, _ _knikpiramide, _ _trappenpiramide 3 De bekendste piramiden bevinden zich in Gizeh. Van welke farao's zijn ze, in volgorde van grootte?
IL
Historische vraag 15: Hoe zagen de tempels voor de goden eruit?
D
1 Egypte kende twee soorten tempels. Noem ze en zeg voor wie ze waren bestemd.
•
©
•
2 Noem voor elke soort één tempel met naam en voor wie ze gemaakt werden. • • Historische vraag 16: Welke zijn de kenmerken van de Egyptische beeldhouwkunst? 1 a Welk soort grote beelden kwamen in Egypte vooral voor? b Wat is het belangrijkste kenmerk van deze beelden en leg dat kenmerk uit.
c Hoe moeten deze beelden bij voorkeur bekeken worden? 184 2b Egypte.indd 184
I
Egypte 3/08/20 20:52
2 a Op welke twee manieren worden de figuren altijd voorgesteld? b Wat weet je over de grootte van de voorgestelde figuren?
Historische vraag 17: Welke zijn de kenmerken van de Egyptische schilderkunst? 1 Leg uit met drie kenmerkende eigenschappen: samengesteld perspectief. • • •
IJ
2 Noem de drie belangrijkste algemene kenmerken van de schilderkunst.
ER
• •
TG EV
•
Historische vraag 18: Wat betekende een schrijver in de Egyptische samenleving? Welke positie bekleedde een schrijver in de Egyptische samenleving?
UI
Historische vraag 19: Welke wetenschappelijke kennis hadden de Egyptenaren?
TI A
1 a Hoe wordt het oudste schrift van de Egyptenaren genoemd en welk soort schrift is het?
IG EN
b Wie slaagde erin dit schrift te ontcijferen en dankzij welke vondst?
2 a Hoe wordt het vereenvoudigde soort schrift genoemd dat later ontstond?
IL
b Waarvoor werd het vooral gebuikt? Geef een voorbeeld.
D
3 Welke praktische kennis hadden de Egyptenaren over de volgende wetenschappen? • geneeskunde:
©
• meetkunde:
• sterrenkunde:
Egypte I 185 2b Egypte.indd 185
3/08/20 20:52
ER
EGYPTE, HET LAND AAN DE NIJL
IJ
HOE GOED BEHEERS IK DE LEERDOELEN VAN DIT THEMA?
met hulp van leerkracht
opdracht
zonder probleem
In dit thema maakte je kennis met Egypte, het land aan de Nijl. We blikken nu terug om te ontdekken in hoeverre je erin geslaagd bent de leerdoelen te bereiken na deze lessen.
met hulp van boek of klasgenoot
Terugblik
De naam noemen van de landen en de zeeën die grenzen aan Egypte.
1
De zeeën, de Nijl en de landen die Egypte omgeven situeren op de kaart.
1
Het landschap ten oosten en ten westen van de Nijl benoemen en situeren op de kaart.
2
De begin- en einddatum van de Egyptische geschiedenis geven en de duur ervan berekenen.
3
Uitleggen hoe het komt dat de Nijl zo belangrijk is voor Egypte.
TG EV
1
FARAO'S AAN DE TOP
De bewoning aan de oevers van de Nijl en het ontstaan van het land verklaren.
4
Weten hoe het land onder de leiding van een farao kwam.
4
Een verklaring geven voor de grote macht van de farao.
3
Aangeven wat de betekenis van de kronen van de farao is.
5
De plichten en de rechten van de farao opsommen.
5
De symbolen van de macht van de koning benoemen.
6
Uitleggen met wiens hulp de farao zijn land bestuurt.
6
De samenstelling van de bevolkingsgroepen in de samenleving geven.
7
De bloeitijden van Egypte kunnen noemen en situeren in de tijd.
7
Zeggen welke de oorzaken zijn van het verval van elke bloeitijd en hoe de orde hersteld wordt.
IL
IG EN
TI A
UI
3
D
DE NIJL, EEN VRUCHTBAAR SPOOR Uitleggen hoe de Nijl de seizoenen bepaalde.
9
Het werk van de boer in de verschillende seizoenen toelichten.
©
8
10 Uitleggen hoe en waarmee men handeldrijft. HET DAGELIJKS LEVEN IN HET OUDE EGYPTE 11
Omschrijven hoe het dagelijks leven eruitzag wat betreft woning, kleding, eten en drinken en uiterlijke verzorging.
11
Uitleg geven bij het leven in het gezin: taken van man en vrouw en hun verhouding, een beroep leren, kinderen.
186 I Egypte 2b Egypte.indd 186
3/08/20 20:52
12 De stamboom van de goden uitleggen en de plaats van de goden geven.
met hulp van leerkracht
IJ ER
VEEL GODEN, VOOR EN NA DE DOOD
met hulp van boek of klasgenoot
zonder probleem
opdracht
HOE GOED BEHEERS IK DE LEERDOELEN VAN DIT THEMA?
TG EV
12 De belangrijkste goden noemen, zeggen hoe ze voorgesteld worden en met welke symbolen. 13 Uitleggen waarom de Egyptenaren de doden mummificeren. 13 Het mummificatieproces in de juiste volgorde beschrijven.
14 Het oordeel van Osiris kunnen beschrijven en zeggen wat de bedoeling is.
UI
KUNST IN HET OUDE EGYPTE
15-17 De grote graven in Egypte noemen en hun evolutie schetsen.
TI A
15 Een verklaring geven waarom de Egyptenaren zoveel belang hechten aan hun graf. 18 Een verklaring geven waarom de latere farao's hun graven verstoppen in de Vallei der Koningen.
IG EN
19 De indeling van de cultustempel voor de goden noemen. 20 De kenmerken van de beeldhouwkunst opsommen en toelichten. 21 De manier waarop Egyptische schilders mensen voorstellen beschrijven. 22-23 Uitleggen hoe schrijvers worden opgeleid en hoe belangrijk ze zijn in de samenleving.
IL
24 Soorten schrift noemen bij de Egyptenaren en wat het verschil is daartussen.
©
D
25 Noemen welke wetenschappen men beoefende en de toepassing ervan.
Egypte I 187 2b Egypte.indd 187
3/08/20 20:52
amulet
klein voorwerp of sieraad waaraan een magische kracht werd toegeschreven in het oude Egypte om de mummie te beschermen of in het dagelijks leven om de goden bescherming te vragen tegen kwaad of ziektes. Het anch (levensteken) en de scarabee (kever voor eeuwig leven) waren zeer bekend.
archeoloog
wetenschapper die onderzoekt hoe de mens en zijn levenswijze evolueerden in het verleden, dikwijls aan de hand van opgegraven materiële overblijfselen
Australopithecus
letterlijk: 'zuidelijke mensaap', genoemd naar de eerste fossiele vondsten in het zuiden van Afrika. Heeft dezelfde voorouder als de mens, maar staat dichter bij de mensaap dan bij de mens.
bakermat
de plaats waar iets is ontstaan
bandkeramiek
ronde, bolle aardewerkpotten met slingerende of zigzaggende banden van ingekerfde rechte of gebogen lijnen en punten
bekerculturen
aardewerk met kenmerkende vormen en versieringen volgens het gebied waarin deze drink- en bewaarpotten voorkomen
TG EV
ER
IJ
een verzameling tekens om de klanken van de taal schriftelijk weer te geven. De verzameling van de klanksymbolen is het alfabet.
belastingen in natura bijdrage die de overheid opeist in de vorm van goederen voor herverdeling ten voordele van het algemeen belang
of cultuur; een graad van ontwikkeling van individuen of groepen in een samenleving met een zekere complexiteit
chronologisch
tijdskader, de gebeurtenissen geplaatst in hun tijd
chronologie
of tijdrekenkunde; situering en opeenvolging van gebeurtenissen in de tijd
historicus
geschiedkundige die het verleden samenstelt door bronnenonderzoek
UI
beschaving
D
cromlech
of geschiedkundige bron; alles wat uit het verleden tot ons komt en waarmee de geschiedenis van mensen kan worden samengesteld geloofsovertuiging die aanneemt dat alles wat bestaat, ook de mens, is ontstaan uit een goddelijke scheppingsdaad. Veel volkeren kennen nog een scheppingsverhaal zoals dat van Adam en Eva.
IL
creationisme
IG EN
historische bron
TI A
referentiekader
steencirkel, stenen in kringvorm opgesteld bv. in Stonehenge in Z.-Engeland
cyclisch proces
een weerkerend verschijnsel; iets wat zich voortdurend herhaalt
daltempel
aanmeerplaats voor boten en toegang tot de piramide via een overdekte gang of processieweg
delta
trechtervormige monding van een rivier; riviermonding met vertakkingen in de vorm van de Griekse letter d (hoofdletter Δ)
dodenboek
een boekrol met spreuken, zonnehymnen, bezweringsformules tegen vijandelijke machten, identificatie met bepaalde goden, rechtvaardiging van de levenswandel, oordeelstaferelen. De teksten kwamen ook voor op grafwanden en op de binnenwand van mummiekisten.
dodentempel
herdenkingstempel voor de farao waar dagelijks voedseloffers werden gebracht en zijn beeld werd vereerd
dolmen
(Bretoens men = steen; dol = plat) gesloten stenen constructie met grafkamer
©
BEGRIPPENLIJST
alfabetisch schrift
212 begrippenlijst.indd 212
3/08/20 20:29
(domus = huis, domicilium = woonplaats) Dieren domesticeren of fokken (kweken) waardoor verbeterde soorten en huisdieren ontstaan. Gewassen veredelen en verbeteren zodat men makkelijker kan zaaien en oogsten, met een hogere opbrengst als gevolg.
drijfjacht
klopjacht; jacht waarbij het dier opgejaagd en in het nauw gedreven wordt, naar een valkuil, een ravijn of andere jagers
dynastie
koningshuis of vorstenhuis. Afstammelingen uit dezelfde familie die elkaar opvolgen als koning.
egalitaire samenleving eenvoudige landbouwsamenleving met weinig verschillen tussen de mensen Egyptische mythologie de verzameling verhalen over de goden zoals die in het oude Egypte vereerd wer-
ER
IJ
den. Veel verhalen stammen uit de tijd van de eenmaking, maar omdat de mythologie over een viertal millennia is ontstaan en niet vastlag, kunnen zelfs de namen van de goden verschillen van stad tot stad.
ontwikkeling; verandering in de loop van de tijd
evolutietheorie
leer die zegt dat de mens afstamt door natuurlijke selectie van andere, meestal primitievere en uitgestorven diersoorten
farao
De Egyptenaren noemden hun heerser 'koning'. 'Farao' is afgeleid van de woorden per aa, wat Groot Huis of paleis betekent. De 'per' was oorspronkelijk het domein rondom de tempel en kon duizenden hectare beslaan. Farao was dus een naam voor 'het paleis' zoals men ook het paleis zegt als men de koning en zijn hofhouding bedoelt.
flora
plantenwereld
fossielen
alle resten en sporen van planten en dieren die bewaard zijn gebleven in de aardbodem. Fossiele sporen zijn bv. kruip- en voetsporen, holen en nesten. Ze moeten niet altijd ‘versteend’ zijn om als fossiel beschouwd te worden.
generatie
leeftijdscategorie; tijdspanne van de geboorte van een mens tot hij zelf kinderen kan krijgen of een periode van ca. 25 jaar
IG EN
TI A
UI
TG EV
evolutie
BEGRIPPENLIJST
domesticatie
wandschildering in grotten met kleuren of aardverfstoffen uit natuurlijke pigmenten gemaakt. Kleurpigmenten tot fijn poeder vermalen en vermengd met een bind- en smeermiddelen zoals bloed, eiwit, dierenvet, urine of plantensap.
hiëratisch
een eenvoudig, lopend schrift dat met rietpen en inkt werd geschreven op papyrus en daardoor praktischer was in het gebruik dan het tijdrovende hiërogliefschrift
D
IL
grottekeningen
©
hiërogliefen
(Gr. hieros = heilig; glyphos = tekens) oorspronkelijk tekens op potten en kruiken met verzegeld deksel van klei die de inhoud aangaven. Uit deze tekens ontstond een beeldschrift dat vooral diende voor inscripties en religieuze teksten. De schrijversgod was Thot van wie de hiërogliefen afkomstig waren volgens de Egyptenaren.
historische tijden
een tijdspanne (tijd) in de geschiedenis die een andere naam krijgt telkens als de samenleving helemaal is veranderd. De westerse samenleving kende zeven tijden: prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd, moderne tijd, hedendaagse tijd. Deze laatste is altijd de eigen tijd.
historische werken
studies die de geschreven neerslag zijn van onderzoek van geschiedkundige bronnen en andere werken
irrigatielandbouw
landbouw die afhankelijk is van irrigatie door overstromingen van rivieren en/of het aanleggen van kanalen en dijken
213 begrippenlijst.indd 213
3/08/20 20:29
klokbeker
aardewerkbeker in klokvorm, helemaal versierd of afwisselend versierde en onversierde zones
Kwartair Tijdperk
tijdperk waarin koude perioden (ijstijden) en warme perioden (tussenijstijden) elkaar afwisselen. In het totaal zijn er zo’n zes grote ijstijden geweest gedurende het Kwartair, maar waarschijnlijk zijn er in het totaal ongeveer 20 (kleine en grote) ijstijden geweest.
legering
vermenging van metalen: door 1 deel tin en 9 delen koper samen te smelten ontstaat brons, een hard hersmeltbaar metaal dat zeer geschikt is voor werktuigen en wapens
Maät
Egyptische godin die zegt hoe mensen moeten leven. Zij moeten zich gedragen volgens 42 regels die na de dood zullen beoordeeld worden en afgewogen met een hemelse maat (de veer op het hoofd van Maät). Ook het anch (het symbool voor leven) dat ze in de hand draagt, verwijst naar eeuwig leven.
mastaba
de naam die de Egyptische werklieden aan de graven omdat de bovenbouw hen deed denken aan de tichelstenen zitbank (in het Arabisch mastaba) op iedere verzamelplaats in hun dorpen
megalieten
(Gr. megalos = groot; lithos = steen) grote steenblokken waarmee neolithische boeren allerlei indrukwekkende monumenten oprichtten
Melkweg
een grote verzameling sterren - een sterrenstelsel- waarvan ons zonnestelsel een deel is.
menhir
(Bretoens men = steen; hir = recht) rechtopstaande steen, soms alleen, soms in rijen opgesteld zoals in Carnac in Bretagne (Fr.)
mensaap
aap die behoort tot een van de soorten die evolutionair nauw verwant zijn met de mens zoals chimpansees en bonobo’s toegeschreven kenmerk aan alle soorten Australopitheci die zelf geen mensen zijn, maar wel menselijke kenmerken hebben zoals rechtop lopen. Aapachtige kenmerken zijn kneukelloop, bosbewoner, minder hersenen dan mensachtigen.
IL
mensachtig
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
Voor de Egyptenaren bestond de mens als persoon uit verschillende elementen, waarvan de Ka en Ba de belangrijkste waren. De Ka is de levenskracht die bij de dood de mens verlaat en verhuist naar de onderwereld, maar blijft leven. De Ba blijft na de dood bij de mummie.
D
Mesopotamië
de Griekse naam voor de streek tussen Tigris en Eufraat (Tweestromenland). Deze stromen ontspringen in het bergland van Armenië en stromen naar de Perzische Golf.
monotheïsme
het geloof in het bestaan van één god
Nabije Oosten
een gebied dat de moderne landen Egypte, Israël, Libanon, Syrië, Turkije, Irak, Iran en Saudi-Arabië omvat
©
BEGRIPPENLIJST
Ka
neolithische landbouw akkerbouw in de nieuwe steentijd Nijl
langste stroom van de wereld (6670 km) waarvan ruim 1000 km in Egypte
nomade
zwervende levenswijze, zonder vaste verblijfplaats
overstromingen
Landen in de Afrikaanse tropenzone kennen een regenseizoen en een droog seizoen. Het regenseizoen in Oeganda valt vroeger dan in Ethiopië waardoor de Nijl gedurende lange tijd veel water aanvoert naar Egypte en daar buiten de oevers treedt.
214 begrippenlijst.indd 214
3/08/20 20:29
papyrus
papyrusriet; een moerasplant uit subtropisch Afrika
polytheïsme
(Gr. poly = veel; theos = god) geloof in vele goden, veelgodendom
primaire bron
teksten of overblijfselen uit de tijd van de bron
primaten
ook opperdieren genoemd; een zoogdiersoort waartoe alle apen en halfapen behoren en waaruit de mensachtigen voortkomen
primatenpopulatie
bevolking door primaten die leefde in de bomen van tropische bossen
regenlandbouw
landbouw die afhankelijkis van regenval (min. 250 mm per jaar)
rekenstenen
of telstenen; steentjes met inkervingen om aantallen te onthouden. Ze worden later vervangen door zongedroogde of gebakken kleisteentjes van 1 tot 3 cm groot. Tot dusver zijn ongeveer 8000 telstenen gedateerd tussen 7500 en 3000 v.Chr.
rotsgraf
in de rotsen uitgehouwen grafvorm (tijdens het Nieuwe Rijk) om beroving te voorkomen
ruilhandel
uitwisseling van goederen tegen andere goederen
ruimtelijk
de plaats of de ruimte waar gebeurtenissen zich voordoen. Het is de derde dimensie van het menselijk handelen: mens, tijd, ruimte.
referentiekader
TG EV
ER
IJ
wetenschapper die onderzoekt, vaak met behulp van fossiele resten en sporen, hoe dierlijke en plantaardige organismen op aarde evolueerden
UI
samenlevingsdomein ordening van het menselijk handelen in soorten activiteiten of domeinen. Elk
domein heeft een aantal deelaspecten of 'gezichten' waaraan het te herkennen is.
graslandschap met verspreide bomengroei in tropisch gebied
scarabee
amulet in de vorm van een mestkever. Deze kever legt een eitje in een bolletje mest voordat hij sterft. Na verloop van tijd breekt het mestbolletje open en komt een nieuw kevertje tevoorschijn. De mestkever staat symbool voor nieuw en eeuwig leven.
schrijven
IG EN
TI A
savanne
informatie vastleggen met symbolische tekens werk of studie uit latere tijd dat het resultaat is van onderzoek van de bronnen
sedentair
gevestigd bestaan, met vaste verblijfplaats
D
sjadoef
IL
secundaire bron
BEGRIPPENLIJST
paleontoloog
waterhevel; om water naar hoger gelegen terrein of kanaaltjes te hevelen schrift op kleitabletten met tekens in de vorm van een spijker
stadstaat
woonkern met aaneengesloten bebouwing, een eigen bestuur en het gebied errond dat tot de stad gerekend wordt, soms met nog wat kleinere nederzettingen erin
standvoetbeker
slank vaatwerk met S-profiel en uitstaand voetje; touwversiering of een versiering in de vorm van visgraatmotieven
steentijd
indeling van de prehistorie volgens de grondstoffen en soorten werktuigen. De steentijd bestaat uit drie periodes: oude steentijd, (eenvoudige en behouwen steen), middensteentijd (overgangsperiode) en nieuwe steentijd (bewerkte, gevarieerde en meer werktuigen uit steen en andere materialen).
steppe
graslandschap zonder bomen in gebieden met jaarlijks 8 tot 9 droge maanden
stroomcultuur
landbouwsamenleving langs een grote rivier
©
spijkerschrift
215 begrippenlijst.indd 215
3/08/20 20:29
tijd
een grote geschiedkundige periode
toendra
gebied met grassen en mossen zonder hoge plantengroei, grenzend aan een poolgebied
fauna
dierenwereld
trechterbeker
trechtervormige, versierde beker met platte bodem
universum
synoniem voor heelal, waarin honderden tot duizenden sterrenstelsels voorkomen, verzamelingen van sterren (zoals de zon de ster is van ons zonnestelsel) die samenhangen door de zwaartekracht. Tussen de sterren bevinden zich grote, lege ruimtes.
wannen
kaf en graan van elkaar scheiden door het te zeven tijdens het omhooggooien
woestijn
zeer droog gebied, 20% zandzeeën en de rest is steenwoestijn
zaaiploeg
zaaien en ploegen tegelijk (2de millennium v.Chr., Mesopotamië)
zonnestelsel
het planetenstelsel dat bestaat uit de zon en de hemellichamen die door de zwaartekracht aan de zon gebonden zijn
D
IL
IG EN
TI A
UI
TG EV
ER
IJ
of Sumerië; streek in het zuiden van Mesopotamië waar tientallen dorpen lagen De Sumeriërs vonden de irrigatie uit die landbouw mogelijk maakte. Hun samenleving wordt beschouwd als de eerste beschaving ter wereld.
©
BEGRIPPENLIJST
Sumer
216 begrippenlijst.indd 216
3/08/20 20:29
© TI A
IG EN
IL
D
IJ
ER
TG EV
UI
© TI A
IG EN
IL
D
IJ
ER
TG EV
UI