1 minute read

2.4 Natuurlijke factoren beïnvloeden de temperatuur

D 22

■ Het ‘El Nino’ fenomeen (zie ook blz. 95)

Normaal jaar El Nino jaar

Koud water langs de kust van Peru Warmere winter

Equatoriale winden drijven warm water samen naar het westen

Fig. 2.4.1 oostelijke winden hinderen het warme water in zijn oostelijke beweging

■ Variaties in zonneactiviteit

De zon is de hittemachine die de circulatie in onze atmosfeer bestuurd. Hoewel lang werd aangenomen dat dit een constante energiebron was, gaven nieuwe metingen aan dat deze zonneconstante die uitgestoten wordt kan variëren tot twee tienden van een percentage van de 11 jaren durende zonnecyclus. Tijdelijke dalingen tot een halve procent zijn ook waargenomen. Atmosferische wetenschappers zeggen dat deze variaties aanzienlijk zijn en dat deze het klimaat kunnen veranderen binnen aanzienlijke tijd. De plantengroei toont aan dat dit varieert in de 11 jarige zonnevlekkencyclus en de 22 jaar

Fig. 2.4.2 durende magnetische cyclus van de zon. Tijdens protonenstormen, bereiken veel meer energetische deeltjes de aardse atmosfeer. Daar veroorzaken ze moleculaire ionisatie die chemicaliën aanmaakt die de atmosferische ozon vernietigen en meer schadelijke ultravioletstraling het aardoppervlak bereikt. Een protonenstorm in 1982 zorgde voor een tijdelijke 70% toename in de ozondichtheid.

■ vulkanisme

Vulkaanuitbarstingen en klimaat - bron: KNMI

Vulkanen op tropische breedten kunnen het klimaat beïnvloeden. Dit geldt alleen voor zeer krachtige uitbarstingen waarbij het vulkaanstof tot zeer grote hoogtes in de atmosfeer komt. De gevolgen van de uitbarstingen door vulkanen in tropische landen zijn goed zichtbaar in temperatuurreeksen. Grote uitbarstingen zoals de Pinatubo in 1991 en de Tambora van 1815 zorgden ervoor dat de wereldgemiddelde temperatuur een paar jaar een kwart tot één graad lager lag. De afkoeling komt doordat vulkanisch stof hoog in de atmosfeer zonlicht tegenhoudt. (zie ook fig.2.2.2) Vulkanen stoten behalve vulkaanas ook verschillende gassen uit waaronder zwavelgassen en koolstofdioxide (CO2). Terwijl zwavelgassen de atmosfeer kunnen afkoelen, is CO2 een broeikasgas dat juist zorgt voor een opwarming

El Nino, variaties in de zonneactiviteit en vulkanisme kunnen het klimaat beïnvloeden maar hebben slechts een beperkt aandeel in de schommelingen. De belangrijkste factor in de huidige opwarming van het klimaat is het broeikaseffect en vooral het aandeel van de menselijke activiteit hierbij.

This article is from: