1 minute read
De Wilsoncyclus
De aardwetenschapper John Wilson (1908-1993) stelde vast dat de oceanische korst veel jonger was dan de continentale korst. Dus… de oceanische korst verdween regelmatig terwijl de continentale korst bleef bestaan. Dus… continenten bewegen naar mekaar toe en gaan terug weg van mekaar. Zet de nummers op de juiste plaats op de tekening. 1. Boven een continentaal gloeipunt scheurt de continentale lithosfeer open. Er ontstaat een riftster.
2. De lithosfeer scheurt volledig open en astenosferisch materiaal vormt een nieuwe oceaanvloer. (riftfase) 3. Zo worden de platen verder uit mekaar geduwd en wordt een nieuw oceaan gevormd. (driftfase) 4. Wanneer de druk van de oude, zware oceanische plaat erg groot wordt, breekt ze af en zinkt in de mantel (subductie).(convergentiefase) 5. De subductie zet zich voort en de continenten bewegen dichter naar mekaar. Op de continentale plaat kan zich een gebergte vormen dat vulkanisch actief is. 6. De continenten raken mekaar en een uitgestrekt gebergte wordt gevormd.(collisiefase) Waar de continenten mekaar raken wordt een litteken (sutuur) gevormd. Het is hier dat de nieuwe continentale plaat kwetsbaar is. Daarom zal op deze plaats het opnieuw uiteenscheuren van de continenten gebeuren.
Fig. 6.4.37
Oefening
Gegeven: Wetenschappers van de universiteit van Melbourne hebben aanwijzingen gevonden dat er voor de kust van Portugal een nieuwe subductiezone ontstaat. Leg dit gegeven op de Wilsoncyclus en verklaar wat er staat te gebeuren de volgende 50 miljoen jaar. ………………………………………………………………………………………………………