VAKTIJDSCHRIFT VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY JAARGANG 6 APR-MEI-JUN 2012-N24
DIMENSION ARTAU - Hôtel du Val d’Amblève in Stavelot - © Daylight sprl
architect@home Luc Dutilleux - ARTAU • DEBAT Bio-ecologisch bouwen - Back to the future? • techniek Dekvloeren: Types, toepassingen en onderzoek • DOSSIER Kwaliteitszorg in het architectenbureau • Event Park Hill & Ieder Zijn Huis
Afgiftekantoor 1099 Brussel X - P602602 - Driemaandelijks tijdschrift - Verantwoordelijke uitgever: Filip Cossement - Bld. des Canadiens 118 - B-7711 Dottignies
Street furniture
URBIS - Uitrusting Schréder NV Puursesteenweg 327 2880 Bornem T : +32 (0)3 890 68 50 INFO@URBISONLINE.BE WWW.URBISONLINE.BE
F : +32 (0)3 889 46 71
DIMENSION
VAKTIJDSCHRIFT VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY
HELPDESK
04
ARCHITECT@HOME Luc Dutilleux - ARTAU
06
DEBAT 15
Bio-ecologisch bouwen - Back to the future?
REPORTAGES Decospan: Houtfineer voor een perfecte harmonie 22 Eternit: Leien zorgen voor dialoog tussen oud en nieuw 24 ABB: Flexibel KNX-systeem voor administratief centrum 30 VMZINC: Zink wordt samen met bewoners mooi oud 38 Beltrami: Indische natuursteen brengt gevel in beweging 50 ATAB: Duurzaam en hightech parkeerdak 56
SPECIALIST AAN HET WOORD
27 / 59 / 71
TECHNIEK Dekvloeren: Types, toepassingen en onderzoek
33
DOSSIERS Kwaliteitszorg in het architectenbureau 41 Luchtdicht bouwen: De impact voor de EPB-berekening 46
ACTUA
52
EVENTS Park Hill & Ieder Zijn Huis: Facelift voor sociale huisvestingsprojecten uit de sixties 62 Architecture in Venice 68 Belgian Building Awards 2012 77
BEURs ConTract / Future Floors - Europarket / Interieur Groen licht in Frankfurt: Light+Building 2012
80 82
MEDIA
85
News
89
INHOUD
De architect-verkenner De bouwsector blijft de grootste dienstentak van onze economie. In de schaduw daarvan eist de creatieve sector een steeds belangrijker plaats op. De architect staat niet met één maar met twee benen tegelijkertijd in deze twee sectoren. Hij of zij bekleedt dan ook een sleutelrol in de overgang naar het bouwen en wonen van de toekomst. Dankzij zijn helikopterview heeft de architect een unieke kijk op de conjuncturele, maatschappelijke en technische ontwikkelingen. Dankzij zijn gave om opdrachten en uitdagingen op een creatieve manier te benaderen, weet hij die tendensen te vertalen in innovatieve ideeën en concepten. Om het, in het jaar van diens honderdste verjaardag, in Karl May-termen te formuleren: de architect is de ideale verkenner. Jammer genoeg krijgen architecten niet altijd de ruimte om die talenten van verkenner uit te spelen. In de uitoefening van ons beroep worden wij immers op vele manieren beknot. Door een tsunami aan regels en verantwoordelijkheden. Door een hopeloos verouderde deontologie. Door een voorbijgestreefde wetgeving. Door een gebrek aan respect bij sommige marktspelers. Denk alleen aan het gejongleer met wedstrijden of aan de ondergeschikte rol die men ons soms wil toebedelen in PPSconstructies. Wij mogen ons daardoor niet laten kortwieken. Wij moeten ons bewust zijn van onze capaciteiten en die voluit durven inzetten. Nog te veel architecten zijn daarin te schroomvallig en plooien zich op zichzelf terug. Wij moeten als groep zelfbewust onze rol durven opeisen. In het streven naar betaalbaar bouwen. In DBFM-projecten. In échte duurzaamheid die verder reikt dan zonnepanelen, maar ook kijkt naar ruimtegebruik, inplanting, sociale cohesie, maatschappelijk draagvlak en toekomstig gebruik. Want in de bouw zijn wij de enigen die de sector van de toekomst, te weten de creatieve, vertegenwoordigen. Architect Danny Windmolders Nationaal voorzitter NAV
REPORTAGE
VAKTIJDSCHRIFT VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY
DIMENSION
Helpdesk 01
Periodiciteit Driemaandelijks Redactie Philip Declercq Staf Bellens & Colette Demil FCOmedia - redactie@fcomedia.be - T 056 77 13 10 Reclame - advies FCOmedia - Katja Wijffels Boulevard des Canadiens 118, 7711 Dottignies 0473 86 59 70 - F 056 77 13 11 katja.wijffels@fcomedia.be Vormgeving marieke.veys@fcomedia.be Verantwoordelijk uitgever FCOmedia - Filip Cossement Boulevard des Canadiens 118, 7711 Dottignies In samenwerking met Directeur Bart Verstraete - T 02 238 07 71 de associatie van interieurarchitecten association des architectes d’intérieur
Dimension wordt ook verstuurd naar interieurarchitecten - AINB
Version française sur simple demande de associatie van interieurarchitecten
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
Bij een openbare aanbesteding werden de noodzakelijke documenten met betrekking tot veiligheidscoördinatie niet bij de offerte gevoegd. De en veiligheidscoördinator architect melden het belang hiervan. Kan een bestuur/opdrachtgever het advies van de architect en van de VC, opgesteld in een verslag bij de openbare aanbesteding, naast zich neerleggen en een andere gemotiveerde beslissing nemen? In principe kan het bestuur het advies van de architect en de veiligheidscoördinator naast zich neerleggen. Het is het bestuur, en alleen het bestuur, dat de beslissing neemt om een offerte al dan niet regelmatig te verklaren en om een opdracht te gunnen. In dit geval zal het bestuur wel de nodige aandacht moeten schenken aan de motivering waarom het advies van de veiligheidscoördinator niet wordt gevolgd. Mogelijks kan de beslissing van het bestuur op verzoek van een ontevreden aannemer worden geschorst of vernietigd. In bepaalde gevallen kan tevens een schadevergoeding verschuldigd zijn. Voor de architect is het van belang dat hij in eerste orde signaleert dat niet alle vereiste documenten inzake veiligheid en gezondheid bij de offerte waren gevoegd en dat dit mogelijks een probleem is met betrekking tot de regelmatigheid van de offerte. Gezien de mogelijks verstrekkende gevolgen van het nemen van een beslissing inzake (on)regelmatigheid bestaat het beste advies van de architect dat het bestuur zich juridisch laat bijstaan. Mr. Joris Wouters, GSJ advocaten
02
Wanneer de architect uitvoeringstekeningen van de aannemer goedkeurt, draagt hij dan meteen de verantwoordelijkheid voor de correctheid van de volledige plannen? (bvb. legplannen welfsels waar een verkeerde afmeting op vermeld staat) Het antwoord op de vraag is niet terug te vinden in één of andere wettelijke bepaling doch zal voorwerp uitmaken van een beoordeling in concreto rekening houdend met de stukken van het dossier. Bij de beoordeling van aansprakelijkheden van partijen denk ik dat volgende principes moeten worden gehanteerd:
gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op association des architectesook, d’intérieurzonder voorafgaande schriftelijke toestemming welke wijze
van de uitgever. Voor ondertekende artikels zijn alleen de auteurs
- Voorziet het contract tussen bouwheer en aannemer dan wel het contract tussen bouwheer en architect iets bijzonders?
aansprakelijk. Voor de inhoud van de advertenties zijn enkel de adverteerders aansprakelijk. De uitgever erkent geen enkele verplichting tot opname van aangeboden advertenties.
DIMENSION
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
04
- De aannemer was in dit geval contractueel gehouden om uitvoeringsplannen te maken in overeenstemming met de plannen van de architect. De aannemer die dit niet doet begaat een fout.
»
HELPDESK
- De architect heeft uiteraard de verantwoordelijkheid om de controle te doen op de uitvoering van de werken. Deze controle behelst alleszins nazicht van de uitvoeringsplannen die de aannemer tijdens de uitvoering van de werken heeft opgesteld. Net zoals de aannemer heeft de architect ook een ‘inspanningsverbintenis’. Hij zal de plannen van de aannemer moeten nakijken; indien de fouten voor hem vaststelbaar waren/zijn dan is de architect voor zijn fout verantwoordelijk. Als de aannemer expliciet nazicht vraagt dan moet de architect dit nazicht ook wel doen. Anderzijds is de architect niet de verzekering van de aannemer en draagt de aannemer een eigen aansprakelijkheid voor die taken die hij gehouden is uit te voeren. De vraag is: waarom diende de architect de plannen na te kijken? Indien dit werkelijk de bedoeling was om de afmetingen mee na te kijken en indien de fout voor de architect vaststelbaar moest zijn dan zal de verantwoordelijkheid van de architect groot zijn. De architect zou bij zijn nazicht kunnen vermelden dat hij akkoord gaat voor wat betreft de afmetingen en configuratie en dat het nazicht aangaande stabiliteit en uitvoerbaarheid geen deel uitmaken van zijn controle. Het is evenwel niet zeker dat de architect dan sowieso is vrijgesteld van elke aansprakelijkheid. Wanneer later, in het kader van een geschil, wordt geoordeeld dat de architect een bepaald aspect had moeten opmerken dan kan hij nog steeds aansprakelijk worden gesteld. Mr. Christophe Lenders, GSJ advocaten
03
De bouwheer stelt een kennis aan om de stabiliteitsstudie op zich te nemen. De competentie van deze persoon is onbekend. Vermoedelijk heeft hij geen verzekering om in eigen naam studies uit te voeren. Liggen er verantwoordelijkheden bij de architect? 1. De architect wordt niet geacht de kwaliteiten te hebben om inhoudelijk een studie inzake stabiliteit op te stellen of te controleren. Hij is daarvoor ook niet verantwoordelijk. Dit neemt niet weg dat elke architect die betrokken is in het bouwproces moet informeren en waarschuwen wanneer hij zaken vaststelt of wordt geacht te hebben kunnen vaststellen waarvan hij weet of behoort te weten dat die niet conform zijn, ook met betrekking tot opdrachten en studies die hem niet zijn toegewezen. 2. Onverminderd moet de architect wel informeren en waarschuwen zo de bouwheer een niet kundige persoon zou raadplegen voor het uitvoeren van één of andere studie. Wanneer
de architect twijfels heeft bij de competentie van de door de bouwheer aangestelde persoon dan moet hij minstens de bouwheer informeren een bevoegd iemand aan te stellen. Daarbij dient hij te vermelden dat indien de bouwheer dit niet zou doen de architect niet aansprakelijk kan worden gesteld voor fouten van de aangestelde stabiliteitsingenieur. Dit informeren en waarschuwen dient best schriftelijk te gebeuren waarbij de bouwheer schriftelijk erkent dat de architect daarvoor geen aansprakelijkheid kan dragen. Wanneer de architect weet dat de persoon niet bevoegd is zal de architect hiermee zijn aansprakelijkheid niet kunnen ontlopen. In dat geval weet de architect dat de stabiliteit van het bouwwerk en de veiligheid van personen in het gevaar kan komen, zo wordt verder gewerkt met deze onbekwame persoon. Dan moet de architect dit weigeren bij gebreke waarvan hij zijn opdracht dient te beëindigen.
04
Opdrachtgever wenst heraanbesteding te doen van renovatie woningen omdat juridisch advies omtrent laagste inschrijver niet eenduidig is. Voor zover ik op de hoogte ben, kan je niet zo maar heraanbesteden, en moet het dossier substantieel gewijzigd worden. Hoe zit dit precies? Overeenkomstig artikel 18 van de wet overheidsopdrachten kan een bestuur beslissen om niet te gunnen en tot heraanbesteding over te gaan. Dit recht is niet gekoppeld aan bijzondere voorwaarden; de enige vereiste is dat de beslissing wordt gesteund op wettige motieven. Het moet dus steeds in concreto onderzocht worden of er wel degelijk heraanbesteed kan worden. Wanneer er twijfels zijn omtrent de juridische geldigheid van één en ander en geen extern eenduidig juridisch advies kan worden bekomen zou kunnen aanvaard worden dat niet wordt gegund en tot heraanbesteding wordt overgegaan. Het is daarbij niet noodzakelijk zo dat het bestek moet worden aangepast. Evenwel is één en ander afhankelijk van een concrete beoordeling van het specifieke dossier. (03 & 04) Mr. Christophe Lenders, GSJ advocaten
De NAV helpdesk heeft als doel eerstelijnsvragen van zijn leden op te lossen binnen een redelijke termijn van enkele dagen. NAV doet in dit kader beroep op een netwerk van adviseurs en specialisten: architecten, UNIZO/FVIB, SBB Accountants & Adviseurs en het advocatenkantoor Goossens-Sebreghts-Jacqmain en het adviesbureau VEKMO. NAV en de beantwoorders zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud en interpretatie van de antwoorden. DIMENSION
»
05
@HOME
Luc Dutilleux - ARTAU © Daylight sprl
“Een architectenbureau van enige omvang is een bedrijf als een ander”
DIMENSION
Passie en realisme gaan hand in hand bij onze gesprekspartner. Als kind jongleerde hij al met legoblokjes, schetst hij zijn liefde voor de architectuur. Maar evengoed vindt de realist in hem dat een architectenbureau een bedrijf als elk ander is. Precies vanuit die overtuiging kwam ARTAU tot b²eco. “Als architect word je gemakkelijk verrast door de economische conjunctuur en de markt. Een vijftal jaar geleden zagen wij de ene private investeerder na de andere afhaken, waardoor onze orderportefeuille voor een equivalent van 200 tot 250
06
Architect Luc Dutilleux
© Daylight sprl
Architect Luc Dutilleux, gedelegeerd bestuurder van het architectenbureau ARTAU, ontvangt ons in zijn lichte en luchtige kantoor annex vergaderruimte. Het nieuwe volume verbindt een oude herenwoning in het centrum van Malmédy met een tot architectenbureau gerenoveerd schrijnwerkersatelier. Gezien het materiaalgebruik en de energetische performantie van de renovatie - energieverbruik: 20 kWH/m²/jaar - komt het gesprek vanzelf op het b²eco concept voor ecowijken, waarmee ARTAU een succesverhaal aan het schrijven is. “Het resultaat van een diepgaande reflectie over wonen en van een verregaande samenwerking met externe partners”, aldus Luc Dutilleux.
@HOME
»
Het kantoor van ARTAU is gevestigd in een 19e eeuws herenhuis met bijgebouwen (een voormalig schrijnwerkersatelier). Die laatste werden gerenoveerd tot een open office. Op de mezzanine is ruimte om te ontspannen en om maquettes te vervaardigen. Een nieuw volume in glas met kantoor annex vergaderruimte verbindt het atelier met de aanpalende herenwoning. De wanden van het atelier zijn geïsoleerd met 8 cm resolschuim en 32 cm dikke, geprefabiceerde muurdelen in houtbeton. Dak en vloer zijn thermisch geïsoleerd met 32 cm cellulosevlokken. Verder uitrusting: driedubbele beglazing, een mechanisch ventilatiesysteem met warmterecuperatie, een warmtepomp die convectors met heteluchtverwarming in het valse plafond aanstuurt en een rack voor alle technieken. Energieverbruik: 20 kWh/m²/j.
DIMENSION
Wat het domein wonen betreft, concentreerde ARTAU zich op de vraag hoe je vandaag, rekening houdend met de grondprijzen en de noodzaak van duurzaamheid, een woning kunt bouwen die de gebaande paden achter zich laat. De puzzel viel al snel in elkaar. “Slechts naar een of naar enkele aanpalende woningen kijken is weinig zinvol als je tot een geïntegreerde aanpak wil komen”, aldus Luc Dutilleux. “Je moet nadenken op het niveau van wijken. Tijdens studiereizen naar Fribourg, Petrisberg en andere Culemborgs peilden wij naar de essentie van ecowijken. Een modulaire en geprefabriceerde aanpak is een noodzaak als je wil inspelen op de markt, een woning betaalbaar wil houden, rekening wil houden met de schaarste aan bouwgrond en de duurzame ontwikkeling, en snel en zonder risico wil bouwen. Hout, een goed gekend materiaal in het bureau, is daarvoor weliswaar
© Daylight sprl
Betaalbaar en duurzaam wonen
geschikt maar te duur. Zo belandden wij bij het Luikse bedrijf Prefer dat geprefabriceerde betonelementen vervaardigt, maar ook vertrouwd is met de techniek om prefabelementen met houtbeton (béton-bois, vandaar de b² in b²eco, n.v.d.r.) te maken. Naast Deximmo, een afdeling van het toenmalige Dexia, doken ook andere investeerders op, onder andere de publiek-private maatschappijen SMDI en DOMOVOI die de Waalse Huisvestingsmaatschappij heeft opgezet met private investeerders. Van aannemerszijde stapte Wust mee in het
© Daylight sprl
wooneenheden in het niets oploste. Ik stond voor een fundamentele keuze: verder gaan met minder mensen of investeren in onderzoek en ontwikkeling. Wij zijn voor die laatste optie gegaan, en hebben besloten om ons als expert te profileren in een beperkt aantal domeinen en dat te ondersteunen door een professionele communicatie.”
07
© Daylight sprl
@HOME
Renovatie en uitbreiding van het hôtel du Val d’Amblève in Stavelot. ARTAU voegde een paviljoen met 14 kamers en een wellness center
De architect als pedagoog
DIMENSION
De methodologie van aanpak hangt samen met de rol van de architect, betoogt Luc Dutilleux. “De architect heeft een pedagogische en sociale rol en moet zorgen voor de nodige dynamiek. Wij maken een architectuur die aanzet tot reflectie en die in een context past, rekening houdt met de site, de gebruikers, de materialen. In Engis hebben we die rol helemaal kunnen spelen via een internationaal concours. Wij zijn nagegaan hoe we hier een ecowijk van konden maken. Toen we nadien de wedstrijd wonnen, hebben we veel energie gestoken in overleg en communicatie. Bij de openbare onderzoeken die nodig waren voor de verkavelingsvergunning, zijn we daardoor op geen enkel njet gestoten.”
08
toe waarin hout zowel structureel als voor de binnenafwerking pertinent aanwezig is. Ook het bestaande hotel werd gerenoveerd.
© Daylight sprl
verhaal. De bouw van de eerste echte ecowijk gaat weldra van start in Engis, en zal 153 woningen en een crèche omvatten. De economische, sociale en ecologische balans is zorgvuldig bestudeerd. De ingrediënten: betaalbare woningen in verschillende typologieën van plusminus 1 000 euro per m², collectieve moestuinen en groen, lage-energiebouw met gebruik van hernieuwbare energie, balansventilatie, een bewust omspringen met drink- en regenwater, een sociale en leeftijdsmix van bewoners, zachte mobiliteit, een centrum binnen fietsbereik. Verdere projecten zijn gepland in Aarlen met 240 woningen, Pepinster met 33 woningen en La Calamine met 240 woningen. Maar er zijn nog enkele drempels uit de wereld te helpen. Behalve voor het project in Engis riskeer je namelijk op het nimby fenomeen te stuiten: not in my backyard. Omwonenden denken dat het om sociale huisvesting in de oude pejoratieve betekenis gaat en verzetten zich tijdens de vergunningsprocedure. Er rijzen ook allerlei vragen: collectief groen? Waar de auto laten? Intussen hebben we een methodologie van aanpak ontwikkeld die gebaseerd is op communicatie en overleg. Maar jammer genoeg kan je niet overal terugvallen op een even overtuigde ondersteuning vanwege de politiek en de administratie.”
“Voor ons bureau was de stap naar b²eco ingrijpend. Intern werkt nu een aparte cel aan dergelijke projecten, en onlangs werd een film over het concept gemaakt. Daarvoor hebben wij onze communicatieverantwoordelijke ingeschakeld. Wij kijken nu actief uit naar de opportuniteit voor nieuwe projecten in België, het Groothertogdom Luxemburg en het noorden van Frankrijk. In eigen streek komt er misschien een ecowijk van 300 tot 400 woningen rond het nieuwe CHC-ziekenhuis dat ARTAU, in associatie met de architectenbureaus Assar en Hoet-Mine, ontwikkelt in Glain.”
De as Casablanca-Malmédy De prille zaadjes voor het architectenbureau aan de rand van de Hoge Venen ontkiemden vreemd genoeg in Casablanca. Daar trok Luc Dutilleux begin van de jaren 1980 naartoe om bij het architectenbureau A. Charai zijn alternatieve legerdienst te vervullen. “Na mijn stage bij mijn voormalige professor aan Saint-Luc Luik, E. Moureau, waar ik met kleine »
ecodisplay
Een energiezuinig huis met Niko Home Control Denk aan een elektrische installatie die je leven eenvoudiger maakt. een installatie waarmee je centraal de elektrische toepassingen in je huis bedient. Waarbij je op het ecodisplay je energieverbruik thuis afleest en meteen actief energie bespaart. Je brengt bij het buitengaan met 茅茅n druk op de ecotoets de woning naar een zuinige status. De verlichting en stopcontacten schakelen uit en de verwarming en ventilatie gaan naar een lager niveau. een snelle blik op het scherm leert meteen wat de woning aan energie verbruikt.
www.niko.be/nikohomecontrol 路 tel. 03/778 90 20 路 sales@niko.be
PA-451-01
Live it, love it.
© Daylight sprl
@HOME
Nieuw kantoor voor Ardennes-Etape, een organisatie die toeristische verblijven verhuurt. ARTAU geeft de regionale architectuur een futuristisch tintje door de manier waarop de grote gevelvlakken worden doorbroken. In het ontwerp ging veel aandacht naar een goede daglichttoetreding en ligt de klemtoon op het uitzicht op de vallei van de Amblève. Om een goede thermische inertie te bekomen, werd het gebouw zorgvuldig geïsoleerd. Dat plus de mechanische ventilatie maken dat het gebouw kan voldoen aan de passiefhuisnorm.
Voor de site Wäschbour in Aarlen ontwikkelde ARTAU volgens het b²eco concept een ecowijk met 240 woningen, ingeplant rond een
DIMENSION
centraal plein en met veel groen.
10
projecten bezig was, ging er een heel andere wereld voor mij open. Plots werd ik geconfronteerd met opdrachten voor duizenden woningen en grote kantoorprojecten, en kon ik samenwerken met een kosmopoliet gezelschap van architecten uit alle hoeken van de wereld. Daar heb ik de voordelen van teamwerk leren kennen.” In Marokko werkte Luc Dutilleux voor eigen projecten al geregeld samen met zijn vriend Norbert Nelles. Toen hij in 1984 naar België terugkeerde, werd al snel gesproken over een mogelijke samenwerking. “Die terugkeer was niet vanzelfsprekend. Economisch ging het helemaal niet zo goed en Malmédy was niet meteen het centrum van de wereld. Toch heb ik doorgezet, want Malmédy is een plek met een heel eigen, volkse cultuur en omringd door een schitterende omgeving.” In eerste instantie sloeg hij met vier partners die al een eigen bureau hadden de handen in elkaar. Die feitelijke vereniging mondde in 1990 uit in de multidisciplinaire architectenvennootschap ARTAU. Vanaf de start was het de bedoeling om naar grotere projecten te evolueren. “Wij hebben meteen een eigen architectuur ontwikkeld die helemaal niet te vergelijken was met die van de streekgenoten. In Marokko hadden we de kracht gezien van de lokale materialen en de rijkdom van het historisch patrimonium. Deze elementen hebben we »
© StudioMilo
@HOME
In Engis verrijst momenteel de eerste ecowijk volgens het b²eco concept van ARTAU, in samenwerking met Prefer en Wust. Het project is goed voor 153 woongelegenheden in verschillende typologieën en een crèche met 21 bedden.
Woning Servais
» DIMENSION
De basis van het bouwsysteem in het b²eco concept is houtbeton. Houtafval ondergaat een chemische reactie door onderdompeling in hydraulische kalk en cement. In een bekisting wordt dan een houtstructuur met sectie 10/10 in dit materiaal gedrenkt, met toevoeging van cement en water. Dat levert geprefabriceerde wanden op met een dichtheid van 550 kilo per m³, die thermisch, akoestisch en qua inertie veel beter scoren dan houtskeletbouw. Deze wanden kunnen holle verdiepingsvloeren in beton dragen en staan zo garant voor de stabiliteit, een brandweerstand van 1 tot 2 uur en een perfecte thermische inertie. Met het systeem kunnen drie tot vier verdiepingen worden gerealiseerd. In een geprefabriceerde en gecentraliseerde rack komen alle leidingen en afvoeren voor de ventilatie met warmteterugwinning, de elektrische installatie, de verwarmingsinstallatie en de tellers voor water en elektriciteit. Luc Dutilleux: “De prefabricatie maakt een efficiënte kwaliteitsbewaking mogelijk wat isolatie en luchtdichtheid betreft. De modulaire opbouw maakt dat een woning in twee dagen kan worden gemonteerd, uiteraard zonder afwerking. Dat komt de betaalbaarheid ten goede.”
© B. Streulens
Houtbeton?
11
@HOME
ARTAU? in België weer opgenomen via het gebruik van lokale materialen en een hedendaagse interpretatie van de traditionele architectuur die aanvankelijk regionalistisch en daarna kritisch-regionalistisch werd gedoopt.”
Big is beautiful
© Daylight sprl
“Het beroep van architect kan ingewikkeld zijn. Elk project vreet energie en geregeld loop je ontgoochelingen op. Hoe meer kleine projecten je hebt, hoe groter de kans dat de te leveren prestaties ontsporen. Daarom laten we voortaan eengezinswoningen links liggen en mikken we op grote projecten. Daar voelen we ons momenteel goed bij. Nog groter worden dan onze huidige groep van 25 mensen willen wij niet, dat zou afbreuk kunnen doen aan de prettige, familiale sfeer. Ik geloof wel in samenwerkingsvormen waarin iedereen zijn eigen competenties aan bod kan laten komen. Heel grote projecten kunnen we aan door onze krachten te bundelen met andere bureaus. Voor PPS-projecten hebben we met andere
ARTAU staat voor atelier de recherche en techniques spéciales, architecture et urbanisme. Aanvankelijk waren die specialiteiten allemaal aan boord, maar van de vijf oorspronkelijke vennoten rest vandaag alleen nog Luc Dutilleux. Het bureau legt zich toe op architectuur, en werkt voor stabiliteit, speciale technieken en landschapsarchitectuur samen met derden. Binnen de cvba wordt Luc Dutilleux als gedelegeerd bestuurder bijgestaan door drie architecten-vennoten. Frédéric Servais is verantwoordelijk voor het human resource management en de gezondheidszorgprojecten. Benjamin Robinson heeft alles inzake duurzaamheid onder zijn hoede. Roland Coulon is verantwoordelijk voor alle andere projecten en voor het financieel en administratief beheer. In de raad van bestuur zit ook een niet-architect. ARTAU realiseert een omzet van circa 1,5 miljoen euro, verdeeld over gezondheidszorg, duurzame wijken en diverse projecten.
Waalse bureaus van een vergelijkbare grootte afgesproken dat we alleen nog meedoen als de aannemer ons een minimale vergoeding betaalt. Je moet een uitvoeringsdossier maken voor dergelijke projecten, en dat kost je al snel 10% tot 20% van het ereloon. Economisch is dat zelfmoord als daar geen enkele vergoeding tegenover staat. Voor een aannemer ligt dat anders. Die geeft hooguit 3% uit aan zijn offerte. Zonder vergoeding zijn de risico’s dus niet gelijk verdeeld. Aannemers en architecten zijn dan ook partners, dat is primordiaal voor ons.” www.artau.be
DIMENSION
Tekst: Colette Demil & Staf Bellens
12
Drie systemen, Eén doel
1
A K O E S T I S C H E WA N D E N SOUNDPROTECTION SYSTEMS
DIAMOND BOARD Hard als diamant
2 SOUNDSHIELD Het geluidsschild
3 SILENT BOARD De absolute rust
Geluid en lawaai zijn niet meer weg te cijferen uit onze leefwereld. Dagelijks worden wij met dit toenemend fenomeen geconfronteerd wat niet enkel leidt tot veel ergernis, maar bovendien ook schadelijk is voor de gezondheid. Met de SoundProtection Systems van Knauf kunt u op een vrij eenvoudige wijze een leef- en werkomgeving creëren waar het akoestisch comfort alom tegenwoordig is. En daarvoor zijn de lichte scheidingswanden met gipsplaten, metalen profielen en glaswol bijzonder nuttig om een afdoend scherm op te trekken tegen latente, storende geluiden. Vraag nù via info@knauf.be naar het naslagwerk Akoestische wanden – SoundProtection Systems met alle geluidsisolatieniveaus van de verschillende wandtypes.
www.soundprotectionsystems.be
[ lesaffer.be ]
Bianco Carrara CD
the finest selection of natural stone
Het beste van twee werelden de schoonheid van marmer
de sterkte van keramiek
SHOWROOM Venetiëlaan 22, 8530 Harelbeke, België T ++ 32 56 23 70 00 | F ++ 32 56 23 70 02
www.beltrami.be OPENINGSTIJDEN SHOWROOM
Emperador
ma-vr 9u-17u | zat 9u-13u
DEBAT
Bio-ecologisch bouwen
Back to the future? Van links naar rechts:
Wat houdt bio-ecologisch bouwen in volgens VIBE? Peter Thoelen. “Bio-ecologisch bouwen is dusdanig bouwen dat je de aarde vandaag en voor de toekomstige generaties op een duurzame manier vrijwaart. Als concept betekent het op gebouwniveau een laagenergetisch, passief of op energievlak nog beter scorend gebouw dat waterbesparend is en werd gerealiseerd met gezonde en milieuverantwoorde, natuurlijke materialen uit de bij ons veel gebruikte minerale grondstoffen zoals klei, leem, kalk en gips, of uit nagroeibare grondstoffen zoals hout, hennep, vlas, papiervlokken, lijnolie et cetera. Cruciaal is dat die materialen ook goed moeten scoren op het vlak van gezondheid voor mens en milieu. Natuurlijke materialen met een slechte score op milieuvlak of inzake menselijke gezondheid vallen buiten onze definitie. Ik denk dat wij de eersten waren met een geïntegreerde visie op duurzaam bouwen, waarin energie, water, grondstoffen en ecologische ruimtelijke ordening vervat waren. Gelukkig wordt alvast dat steeds meer gemeengoed.” André De Herde: “Twee opmerkingen bij deze definitie die voor mij overigens eerder op het begrip duurzame architectuur slaat. Vooreerst denk ik dat we niet langer op de schaal van een gebouw moeten denken, maar van grotere gehelen
Gastheer André De Herde is professor aan de UCL in Louvain-la-Neuve en decaan van de faculteit architectuur, ingenieur-architect en stedenbouw. Hij staat tevens aan het hoofd van de onderzoekscel Architecture & Climat, waar 27 medewerkers zich buigen over bioklimatologische architectuur, energie en duurzaamheid. In 2011 organiseerden zij het jaarlijkse internationale PLEA congres (passive and low energy architecture). Petri Ven is senior adviseur bij Federplast.be, de associatie van kunststof- en rubberverwerkers, een koepelstructuur van essenscia en Agoria, en bij essenscia, de koepelorganisatie van chemie en life sciences. Peter Thoelen is directeur van het Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen VIBE. Hij is lid van de raad van bestuur van Natureplus, een internationaal label voor ecologische bouwmaterialen, en neemt met VIBE deel aan het Europese project CAP’EM (Cycle Assessment Procedure for Eco-Materials). Jan Stranger studeerde in 2000 af als architect en startte meteen een zelfstandige praktijk. Aanvankelijk legde zich toe op ecologische architectuur. Momenteel is hij gespecialiseerd in passiefwoningen, meer bepaald massiefpassiefbouw, voor hem de meest duurzame bouwoplossing.
zoals een wijk of een stad. Daarmee rijst de vraag welk programma je op welke plek gaat bouwen. Als een architect ergens bouwt, moet hij zich inschrijven in die plek en er iets aan toevoegen, anders riskeert hij dat de inplanting van bijvoorbeeld een school, crèche, kantoor of project van sociaal wonen niet wordt aanvaard. Is dat een pleidooi voor regionale architectuur? Ja, als regionaal betekent dat de architectuur
» DIMENSION
Bio-ecologisch bouwen heeft het odium van de alternatieve sector afgeschud en spreekt vandaag en bredere groep van architecten en bouwers aan. Toch zijn er nog heel wat vragen en twijfels en verloopt de discussie met andere stakeholders uit de bouwsector soms op het scherp van de snee. DIMENSION bracht enkele mensen rond de tafel voor een open gesprek.
15
DEBAT
past bij de regio. Je moet proberen voordeel te halen uit de positieve elementen van de regio waarin je bouwt. Je moet je beschermen tegen de negatieve aspecten ervan. En je moet er iets aan toevoegen. Een internationale, wereldwijde identieke architectuur houdt in deze visie geen steek. Vandaar dat materialen ook bij voorkeur uit de omgeving komen.” “Mijn tweede bemerking is dat de definitie niets zegt over bouwafval, terwijl dat toch 40% van alle afval vormt. Na pakweg dertig jaar wordt een gebouw sowieso gerenoveerd.” Petri Ven: “De impact van materialen kan enkel zinvol verrekend worden op gebouwniveau, wijkniveau of hoger. Als we ons uitsluitend concentreren op bouwmaterialen en materialen enkel rechtstreeks met elkaar gaan vergelijken, remmen we de snelheid van de transitie naar een meer duurzame manier van denken af. Tevens zijn niet alleen de bouwfase maar ook de gebruiksfase en de eindelevensfase belangrijk, een reden om het woord bouwen te vervangen door wonen. Wij moeten nieuwbouw durven afwegen tegen renovatie. Nieuwbouw heeft een vernieuwingsimpact van ongeveer 1% op ons woningpark. Daarmee halen we de 2020 doelstellingen niet. Wij moeten er ons bewust van worden dat we allemaal moeten bijdragen tot duurzaamheid. Volgens een studie van professor De Herde heeft een passiefwoning van 190 m² vloeroppervlakte dezelfde vervuilende effecten als een dagelijkse verplaatsing van 13 kilometer met de wagen. Als iedereen naar de eigen gewoonten kijkt, wegen onze verplaatsingen waarschijnlijk zwaarder door op het milieu dan onze manier van wonen.” “Inzake wonen ijveren wij voor het implementeren van de CEN TC 350 methodologie. Die normen worden door heel Europa erkend en laten toe om aan de hand van ruim be-
DIMENSION
Jan Stranger
16
schikbare LCA-analyses de impact van bouwmaterialen af te leiden, die wordt gerapporteerd in EPD’s, environmental product declarations. Die EPD’s dienen als database voor berekeningsmodellen die de duurzaamheid van een gebouw bepalen. Het opstellen van EPD’s gebeurt ons inziens het best door materialen te beschouwen doorheen hun volledige levenscyclus. In een cradle-to-cradle benadering pleiten wij ervoor dat recyclagematerialen eveneens als hernieuwbare materialen worden aanvaard. Volledig in lijn met de trias ecologica gedachte trachten we vooraf de vraag zoveel mogelijk te verminderen door te kijken naar de toepassingsgeschiktheid en technische performantie van het product. Op die wijze realiseren we meer met minder.” “Maar we mogen ons niet beperken tot duurzaam bouwen en wonen. Er is een veel bredere benadering nodig om te komen tot een duurzame samenleving die de in het verleden aangerichte schade herstelt en de toekomstige generaties vrijwaart. Het rapport Brundlandt stelde al in 1987 dat daarvoor drie pijlers in evenwicht moeten zijn: een ecologische, een economische en een sociale. De kunststofsector is een exportsector bij uitstek die economische waarde creëert en via internationale projecten bijdraagt tot de sociale pijler.”
Architect vol vragen Peter Thoelen neemt de hem toegeworpen handschoen op: “Eind jaren 1970 concentreerden de pioniers van het bio-ecologisch bouwen zich nog vooral op de materialen, maar daar kwamen al snel dikker isoleren en de toepassing van zonnepanelen bij en de eerste studiedagen over passiefhuizen in Vlaanderen werden door VIBE georganiseerd. Ook daarin liep de bio-ecologische sector dus voorop. Fundamenteel in ons concept is bovendien ecologische stedenbouw. Net als professor De Herde vragen we ons in de eerste instantie af: moet je bouwen of verbouwen en ga je in de stads- of dorpskern of in het buitengebied wonen? In ons project Ecopolis-Vlaanderen gaan we heel ver met onze vragen en voorbeelden van goede praktijken. Moet hier een nieuwe wijk komen? Wat is de toegevoegde waarde voor de omgeving? Maakt de ontwerper gebruik van de bestaande mogelijkheden van het terrein of dringt hij de omgeving iets op? Ook de sociale dimensie is in onze visie aanwezig. Als bijvoorbeeld grondstoffen in verre landen op een mensonvriendelijke manier worden ontgonnen en hier op een milieuverantwoorde manier verwerkt worden, mogen die voor ons niet duurzaam worden genoemd. Dat we geen materialen moeten vergelijken, maar enkel moeten kijken naar de impact op gebouwniveau, is niet onze visie, want zo kom je al snel tot de conclusie dat de verschillen tussen materialen erg klein zijn. Terwijl je op het niveau van de productie misschien wel bezig bent met gevaarlijke stoffen, die niet meer zichtbaar zijn in de berekening op gebouwniveau.
DEBAT
tie onvolledig of te algemeen, en niet toepasbaar op woningbouw. Dat maakt onze taak er niet eenvoudiger op. Wij hadden ooit waterinfiltratie op een betonplaat die 50 cm diep zit. Het WTCB heeft richtlijnen daarvoor, maar alleen voor betonplaten tot 5 cm diepte. Passiefbouw in hout kampt met vergelijkbare problemen van niet gewaarborgde uitvoeringswijzen. Om maar te zwijgen van bouwen met stro. Als er in dat laatste geval problemen rijzen, kan ik als architect op geen enkele richtlijn terugvallen en kan mij dus per definitie een beroepsfout aangewreven worden. Bovendien zit je ook daar met stedenbouwkundige beperkingen en wantrouwige bouwheren. Terecht misschien, want zijn bio-ecologische materialen die behandeld zijn met brandvertragers en andere additieven echt gezonder en duurzamer? Als je een PUR-plaat gebruikt, weet je tenminste dat die na 70 jaar nog altijd een PUR-plaat zal zijn.”
Bovendien: hoe energiezuiniger wij bouwen, hoe groter verhoudingsgewijs de milieu-impact van de bouwmaterialen gedurende de levensduur van het gebouw zal zijn.” “Aan afval hebben we inderdaad niet veel aandacht besteed, omdat wij eigenlijk al dertig jaar vertellen wat nu populair geworden is onder de term cradle to cradle. Natuurlijke materialen zijn composteerbaar en vormen onze eerste, biologische kringloop. Voor kunststoffen heb je binnen de C2C-theorie een tweede technische kringloop. Maar die kringlopen zijn pas écht gesloten als je alles op moleculeniveau kan recycleren. Daar wringt dikwijls het schoentje, omdat je producten veelal gaat downcyclen tot een nieuw product met een mindere kwaliteit. Een volledig gesloten cyclus met producten die minstens op hetzelfde niveau blijven, ook in de chemische sector, zou voor ons zeker zinvol zijn. Ik heb wel een probleem met het C2C-label dat beschikbaar is in verschillende niveaus en dat producten labelt die helemaal niet in een gesloten kringloop eindigen en de C2C-theorie ondermijnen.” Jan Stranger: “De architect zit dikwijls erg oncomfortabel gewrongen in heel het verhaal van bio-ecologisch of breder gezegd duurzaam bouwen. Wat de inplanting van projecten betreft, zit je met de wensen van de bouwheer die niet altijd voor een ecologisch betere centrumlocatie kiest. Je kan dan hoogstens de woning zo ecologisch mogelijk maken. Verder zit je in het keurslijf van de stedenbouwkundige spelregels die soms meer op de ecologische dimensie mochten inspelen. In sommige gemeenten heb je zelfs al problemen als je een passiefwoning wil bouwen.” “Wat de materialen betreft, zijn architecten vragende partij voor een eenduidige indicatie waarin met alle aspecten rekening wordt gehouden, dus ook met de levensduur. Er zijn inderdaad veel LCA-fiches, maar dikwijls is de informa-
Gezonder of niet? Professor André De Herde gooit de discussie over een andere boeg. “Ik denk dat wij het over de essentie eens zijn: wij kunnen niet doorgaan op de manier waarop wij vandaag bezig zijn. De vraag is: waarom evolueert de transitie naar meer duurzaamheid zo traag, ondanks de inspanningen van heel wat groeperingen, bedrijven en architecten? Hoe kunnen we het tij keren? Er zijn natuurlijk positieve signalen. De wetgeving dringt eindelijk aan op lage-energiebouw of passiefbouw, maar het valt nog af te wachten hoe de controle zal zijn, en alles blijft voorlopig geconcentreerd op primaire energie. Sommige nieuwe bouwelementen of producten veroveren de markt zonder dat er veel reclame rond wordt gemaakt. Denk maar aan superisolerend dubbel glas. Onlangs bezocht ik een fabriek van Knauf in Frankrijk waar alleen nog isolatiematten van 20 cm worden gemaakt. De consument wordt zo vanzelf in de richting van meer isolatie geduwd. Dat zijn positieve attitudes, maar fabrikanten spelen nog te weinig in op de Europese richtlijn. De bouwsector blijft een heel traditionele sector met bedrijven van heel verschillende omvang en een veelvoud aan vakgebieden. Hoewel het de grootste industrie ter wereld is, boeken nieuwe technologieën er maar amper vooruitgang. Hetzelfde geldt voor de aanpak. Hoewel er de komende tien jaar geen behoefte is aan nieuwe verkavelingen of bouwterreinen, blijven we lustig verder verkavelen op de traditionele manier.” Peter Thoelen: “Het brede publiek sensibiliseren is belangrijk, maar wat het bedrijfsleven doet kan inderdaad een veel krachtiger motor vormen. Kijk maar naar de passiefhuizen van Bostoen. De bedrijfscommunicatie die daarrond wordt gevoerd, is vaak zichtbaarder dan de communicatie die de collega’s van het Passiefhuisplatform of de overheid kunnen voeren.”
» DIMENSION
André De Herde
17
DEBAT
Jan Stranger: “Eigenlijk zou de industrie moeten voorlopen en de informatie doorgeven. Tijdens mijn studie heb ik zelf bijvoorbeeld niets vernomen over luchtdichtheid. Wij hebben de aannemers die voor ons werken ook zelf moeten opleiden. Hoe plaats je isolatie? Hoe tape je alles correct af? Niet alle aannemers staan daarvoor open. Kunststof isolatie is dan nog vrij gemakkelijk te plaatsen, maar voor bio-ecologische materialen moet je een beroep doen op gespecialiseerd vaklui die gepeperde prijzen aanrekenen, bijvoorbeeld voor het inblazen van papiervezels. En zoals ik al zei blijft dan nog altijd de vraag of die producten nu gezonder zijn of niet. De bestaande labels kunnen je daarbij niet helpen, want je weet niet welke stoffen in een bepaald product zitten. Zo hoor ik dat er in bepaalde lijmen asbestvezels aanwezig zijn.” André De Herde: “De gezondheidseffecten vormen inderdaad een blinde vlek. We hebben zopas een onderzoeksproject ingediend om de emissies van bepaalde concepten van muuropbouw te meten. Maar daarmee word je niet veel wijzer over de gezondheidseffecten. Kijk maar naar meel, dat bioafbreekbaar is maar een bakker toch gezondheidsproblemen kan bezorgen. Jan heeft trouwens gelijk wat die asbestvezels in lijmen betreft. Als je daarmee vloerbekleding aanbrengt en die nadien weer afschraapt, loop je serieuze risico’s. Het WTCB biedt ons daarin niet veel ondersteuning. Een buitenmuur langs de binnenkant isoleren werd daar jarenlang verketterd, tot wij op vraag van de Waalse overheid nagingen onder welke voorwaarden het wel mogelijk was.” Peter Thoelen: “Over bio-ecologische materialen bestaan nog heel wat misverstanden. Het is voor een stuk aan ons om daar correcte technische en milieu-informatie bij te leveren. Vandaar de kracht van het label Natureplus. Daarin is de combinatie van techniek, milieu en gezondheid wel gemaakt, want naast een LCA-analyse en een fabriekscontrole, gebeuren er ook emissiemetingen op stalen in een laboratorium. De milieu- en gezondheidsdata worden getoetst aan de strengste criteria. Daarmee is het label uniek.”
Unisono?
DIMENSION
Petri Ven: “Ik heb een probleem met Type I labels zoals Natureplus. Om de transitie te doen vooruitgaan, zijn er twee zaken nodig. Een: je moet mensen blijven sensibiliseren door telkens weer de essentie te herhalen en niet te verdwalen in details. Twee: wij moeten tot een consensus komen op basis van een zo wetenschappelijk mogelijk debat, en die consensus dan unisono uitdragen. Die harmonisatie heeft tijd gevraagd, vooral omdat cross-sectoraal moet worden gekeken hoe je samen tot meer performante bouwelementen kon komen. Dat werk is geleverd en resulteerde in enkele mooie beschikbare technologieën zoals het massief
18
Petri Ven
passiefhuis, Isofinish en het Soudal Window System. In juni 2013 wordt de Construction Products Directive van kracht. Met deze Europese verordening beschikken we over een boodschap die we unisono kunnen brengen. Natureplus maakt het dan alleen maar ingewikkeld voor iedereen in de bouwsector. De rol van de bio-ecologische voorstanders die met gemeenschapsgeld worden gefinancierd is om opnieuw vooruit te durven kijken en nieuwe horizonten te verkennen zodat zij tijdig kunnen aangeven welke richting de samenleving over 20 jaar uit moet.” Peter Thoelen: “Die Europese richtlijnen, LCA-getallen en EPD’s zijn zeker nuttig om op gebouwniveau te rekenen. Maar de modale consument of architect is daarmee geen stap verder. Die moet hier en nu weten welk materiaal hij kan toepassen. Een onafhankelijk type-I-label als natureplus geeft een onmiddellijk antwoord op de vraag: is dit gezond en milieuverantwoord? Waarom geen 1000 bloemen laten bloeien? Dat is ook de kracht van de transitiearena’s, waarin iedereen zijn eigen ding doen en achteraf gekeken wordt wat wij samen kunnen halen. De boodschap moet misschien voor een deel unisono, maar ook voldoende scherp zijn. Ik vind ook niet dat we onze rol moeten reduceren tot die van verkenner, wij moeten onze kennis ook uitbreiden. Vandaar het CAP’EM project en verschillende wetenschappelijke studies die we uitvoeren. Je kan trouwens niet alles oplossen met alleen maar wetenschap. Voor ons is de praktijkervaring minstens even relevant. Technisch is overal een mouw aan te passen, maar als je bijvoorbeeld op Sicilië een huis bouwt met lokale steen en de luiken bij hoge zomertemperaturen overdag sluit, is het daarin nooit te warm. Airco is dan overbodig. Maar veel van die evidente oude kennis gaat in sneltempo verloren, omdat we voor elk probleem wel een technische oplossing
»
ANALYSE PRODUCT De 4 hoekstenen KLEUR van Sikkens’ GARANTIE gevelbescherming OUTSIDE + PROTECT
Sikkens Outside Protect+ staat voor
een
totaalaanpak
van
gevelbescherming en bestaat uit een grondige analyse, een orgineel kleurenpallet, het unieke Sikkens Outside Protect+ Basic en Premium garantiesysteen en het uitgebreid assortiment gevelverven. Absolute topper daarin is de Alpha DuraClean: een duurzame gevelverf met zelfreinigende eigenschappen. www.sikkens.be
DEBAT
bedacht hebben of gaan bedenken. Zouden we niet beter de problemen vermijden in plaats van probleemgebouwen op te trekken en daar dan technische remedies proberen voor te verzinnen?”
De duurzame architect Professor André De Herde pikt een uitspraak van Jan Stranger over de stedenbouwkundige spelregels op. “Een cruciale rol is weggelegd voor de gemeentelijke architect. Die heeft over alles zijn zeg: openbaar vervoer, infrastructuur, industrieterreinen, bouwgronden, bouwvergunningen, vrijstaand of aanpalend bouwen, gemeentelijk patrimonium en bouwprogramma et cetera.” Jan Stranger: “Ook de politicus moet mee. Je hebt wetten en voorschriften nodig. Maar dikwijls ontbreekt de politieke wil. Het is ook een moeilijke evenwichtsoefening: waar trek je de grens zonder een herverkiezing in het gedrang te brengen? Soms vraag je je af of men wel vooruit wil. Kijk maar naar het ontbreken van passiefbouw in sociale woningen.” Petri Ven: “Tijdens een debat over innovatief aanbesteden voor bijna energieneutrale gebouwen kwam op tafel dat de sociale woningbouw energetische winsten onmogelijk kan doorrekenen aan de huurder.”
Peter Thoelen
André De Herde: “Je kan een huurder inderdaad niet meer aanrekenen dan hij verbruikt aan energie. Vandaar dat het systeem van de derdebetaler voor energiezuinige investeringen niet werkt in de sociale woningbouw. Intussen is er nog nooit zoveel energiearmoede geweest en ligt de huur van een sociale woning soms lager dan het maandelijkse energieverbruik. Gelukkig zijn er ook goede voorbeelden. In Doornik koopt de sociale huisvestingsmaatschappij leegstaande herenhuizen in de stad op die ze dan energiezuinig renoveert tot appartementen. De huurders zijn blij met hun mooie en energiezuinige woning, ze wonen ecologisch in het centrum en je krijgt vanzelf een sociale mix dankzij de kleinschaligheid.” Petri Ven: “België scoort uitstekend inzake kennis en opleiding. Architecten kunnen het verschil maken als ze hier een goede opleiding volgen en hun kennis van best practices in de praktijk brengen in gebieden die op het punt staan om zich te ontwikkelen. Daar valt heel veel winst inzake duurzaamheid te realiseren.” Peter Thoelen: “Ik denk dat er in de architectenopleiding nog altijd onvoldoende aandacht voor duurzaamheid is. Architecten worden in de eerste plaats opgeleid tot kunstenaars en designers, wat mijns inziens maar één aspect van het architectenberoep is. Hoewel er in een aantal opleidingen zeker verbetering zichtbaar is. Enkele jaren geleden sprak ik in Casablanca met plaatselijke jonge architecten die in Parijs hun opleiding hadden gevolgd en nadien kennis opbouwden over de inheemse materialen. De toekomst is aan die mensen. Ook inzake stedenbouw staan ze verrassend ver. Via ecologische stedenbouwkundige oplossingen pakken ze bewust het fenomeen van de vervallende voorsteden aan, omdat die brandhaarden voor fundamentalisme kunnen zijn. Niet alleen landen als China, India en Brazilië nemen stilaan een stuk van de leiding van de wereld over, ook intellectueel, maar de vlakbij gelegen NoordAfrikaanse en de kleinere Latijns-Amerikaanse landen hebben intussen een enorm kapitaal aan kennis, economisch en ecologisch vooruitstrevende inzichten en snel ontwikkelende economieën opgebouwd. Alleen valt dat minder op.”
Ander eigendomsparadigma?
DIMENSION
Jan Stranger: “De opleiding is een zaak, wat je ermee doet een andere. Sommige collega’s staan stomverbaasd als ik zeg dat ik een passiefwoning realiseer voor - afhankelijk van de typologie - 1200 tot 1400 euro per m², alles inbegrepen. Zij bouwen duurdere huizen die amper de epb-normen halen. Dat zijn de probleemcases van morgen. Door het gebrek aan koudebrugoplossingen en aandacht voor een correcte plaatsing van de isolatie, en het onzichtbaar weggestopte, goedkope ventilatiesysteem dat niet naar behoren werkt, leidt de betere luchtdichtheid gegarandeerd tot condensatieproblemen.”
20
Maak het verschil met
SmartZone!
• Ventileren waar de bewoner zich bevindt dankzij het revolutionaire SmartZone-principe • Intelligente vocht- en CO 2-gestuurde afvoer van vervuilde lucht
tot
-24 E-punten!
E VO I I
• Automatische inregeling van het systeem, foutloos in gemiddeld 12 minuten
Wenst u meer informatie ? www.renson.be
dimension_HDC_NL_0312_205x132.indd 1
Petri Ven: “Onze Belgische eigendomssituatie is dan ook tamelijk uitzonderlijk in Europa. Ook daarvoor is een change of mind noodzakelijk. Wij bestuderen bijvoorbeeld de mogelijkheid om dakbedekkingsmaterialen terug te nemen, maar dan willen wij wel onze eigen materialen krijgen, waarvan we weten welke ingrediënten zij bevatten. Om dat mogelijk te maken, kan bijvoorbeeld een leasingformule geschikt zijn. Wij verkopen dan geen materialen maar een waterdichting gedurende een bepaalde periode.”
Peter Thoelen: “Als je dat idee op grote schaal en ook voor consumptieproducten kunt doortrekken en de fabrikant/ leverancier neemt z’n oude product automatisch terug voor verwerking in een nieuw product, zit je in een economie die automatisch naar C2C gaat.” Tijd om af te sluiten. Jan Stranger leidt met een laatste opmerking het gesprek terug naar de bio-ecologische materialen: “Ik vrees dat bij bio-ecologische materialen de belasting en inbeslagname van de bodem nog te veel uit het oog wordt verloren.” Peter Thoelen: “Wij verliezen dat zeker niet uit het oog. De discussie moet zeker gevoerd worden of de keuze voor bioecologische materialen geen nadelige gevolgen heeft voor de voedselvoorziening wereldwijd. De concurrentie met bio-energie is nog een ander heikel punt. Wij claimen niet dat iedereen morgen bio-ecologisch moet bouwen, daar zijn inderdaad niet genoeg grondstoffen voor. Maar wij evolueren sowieso naar een mix van grondstoffen met meer nagroeibare materialen en ook in de synthetische sector meer biomaterialen. Want bio-ecologisch bouwen betekent geen terugkeer naar het verleden, maar een weg naar de toekomst.” Foto’s: Studio Dann Tekst: Staf Bellens DIMENSION
André De Herde: “Bij ons is duurzaamheid sterk aanwezig in de opleiding, maar achteraf moet een architect natuurlijk zijn brood verdienen en telt vooral wat de cliënt wil. Een gezin met drie kinderen kiest vandaag automatisch voor een badkamer én een perfect afgewerkte doucheruimte, maar energie en duurzaamheid worden beschouwd als een meerkost. De enige goede aanpak luidt: wat is het budget, en wat is daarmee mogelijk inzake duurzaamheid en energie? Natuurlijk heeft die cliënt het ook niet gemakkelijk. Voor een echt doorgedreven energetische renovatie heeft hij veelal het budget niet, gezien de hoge vastgoedprijzen. Voor nieuwbouw gooien de grondprijzen roet in het eten. In Waals-Brabant moet je 180 000 tot 200 000 euro neertellen voor een terrein van 15 are. De huidige generatie kan nog rekenen op financiële steun van hun ouders, maar voor de volgende lukt dat niet meer. Dan kan alleen een systeem van erfpacht bouwen nog mogelijk maken, denk ik.”
14/03/12 16:10
21
REPORTAGE
Decospan
Houtfineer voor een perfecte harmonie gecombineerd, bekomt men unieke patronen en doorlopende oppervlakken zonder optische onderbreking. De techniek maakt bovendien optimaal gebruik van hout als natuurlijk materiaal en hernieuwbare grondstof. De collectie bestaat uit 16 verschillende kleuren die in samenwerking met Axel Ent-hoven ontwikkeld werden en garant staan voor een moderne en tijdloze uitstraling. De ultramatte PU-afwerking “gloss 10” zorgt voor een naturelle look en bewaart de structuur van het hout. De platen zijn volledig afgewerkt en vragen geen verdere nabehandeling.”
Warme en tijdloze grijstint
In een residentiële woning in Kalken realiseerde AR+ uit Lokeren enkele geslaagde Shinnoki applicaties in het leefgedeelte. De grijsgetinte Shinnoki Granite Walnut uitvoering geeft keuken, eet- en zithoek een warm en tijdloos karakter.
Mixen en matchen
DIMENSION
Naast de projectmarkt is ook de particuliere woningmarkt een voorname afnemer van het Shinnoki-productassortiment van fabrikant van hoogwaardig gefineerd plaatmateriaal Decospan. Wouter Polfliet, verkoopverantwoordelijke van Shinnoki België: “De particuliere klant is vragende partij voor een persoonlijke touch in zijn interieur. Dressings bijvoorbeeld worden steeds vaker op maat gemaakt. De consument verwacht een warme en luxueuze uitstraling. Het Shinnoki-concept combineert de warmte en natuurlijke uitstraling van echt hout met het gebruiksgemak van melamine platen. De kanten-klare platen in fineerhout zijn reeds gebeitst en afgelakt en daardoor met hetzelfde gemak te verwerken als melamine platen. Door middel van de mixmatch techniek wordt fineerhout gemixt en gematcht qua kleur en structuur. Door het aanwenden van deze techniek, waarbij fineerhout van verschillende bomen en met wisselende snijlijnen wordt
22
Voor de inrichting van de ruime eengezinswoning in Kalken werd - in nauw overleg met AR+, gespecialiseerd in architectuur- en interieurprojecten - geopteerd voor de Shinnokiproducten van Decospan. De klant had reeds gekozen voor een vergrijsd Z-parket en een grijze tegel in de keuken. Aangezien het interieur een tijdloze maar warme sfeer moest uitstralen, werd er beslist om in de keuken en in de eethoek eenzelfde houtfineersoort te gebruiken voor alle onderkasten en voor de eettafel. Het fineerhout van de Shinnoki collectie wordt gekleurd in tinten die naadloos aansluiten bij de hedendaagse tendensen in design en binnenhuisinrichting. De uiteindelijke keuze viel op de grijstint Shinnoki Granite Walnut, vermits dit perfect in harmonie is met het parket en de tegels die eveneens in grijstinten zijn uitgevoerd. Ook in de zithoek werden enkele interieurelementen in dezelfde Shinnoki Granite Walnut uitvoering afgewerkt. Zo kregen de sokkel voor de open haard en de zwevende legger achter de zetel dezelfde grijze kleurtint mee. De afmetingen van een Shinnoki plaat zijn 2790x1240x19mm. Er zijn twee uitvoeringen beschikbaar: enkelzijdig gefineerd met achterzijde in lichte of antracietgrijze melamine of dubbelzijdig gefineerd. De 16 Shinnoki designs zijn ook beschikbaar in losse vellen - 3 ply. www.decospan.com www.shinnoki.com www.arplus.be
CONCEPTHOUSE by DE COENE
CONCEPTHOUSE by DE COENE
BRUGGE KRIJGT INTERIEUR Het Concepthouse De Coene biedt innovatieve interieurideeën en –toepassingen voor de professional in de binnenhuisinrichting. Kwalitatieve materialen, opmerkelijk vormgegeven én perfect afgewerkt. U kan ze bekijken in de verschillende kamers van ons Concepthouse, nieuw in Brugge vanaf 26 mei. Kom langs en laat u inspireren…
WWW.CONCEPTHOUSEDECOENE.BE CONCEPTHOUSE DE COENE / KOMVEST 58 / 8000 BRUGGE / T 056 22 15 15
REPORTAGE
Carte blanche Deze voormalige boerderij - een historisch gebouw waarvan de kelders teruggaan tot de zestiende eeuw - werd in 2003 aangekocht door de huidige eigenaar. De bedoeling was om de hele constructie te renoveren om het gebouw beter in huurappartementen te kunnen onderverdelen. Architect Hubert Sauvage, die afstudeerde aan de Luikse Hogeschool Lambert-Lombard en sinds enkele jaren deel uitmaakt van de coöperatieve vennootschap ‘Architecture et Nature’ uit Temploux - een architectenbureau met 4 vennoten -, kreeg zo goed als carte blanche van de bouwheer: “De draagstructuur was bestaand metselwerk maar het gebouw was in zeer slechte staat. Er was scheurvorming en er waren grondverzakkingen op meerdere plaatsen. In een eerste fase werd de structuur van het gebouw in de mate van het mogelijke hersteld. Binnenmuren en puntgevels werden opnieuw op-
Eternit
Leien zorgen voor dialoog tussen oud en nieuw
DIMENSION
Vlakbij de Citadel van Namen werd een voormalige boerderij omgebouwd tot moderne appartementen met bijbehorende faciliteiten. In combinatie met de oude natuurstenen muren contrasteren de kunstleimodules van Eternit prachtig met de dakpannen van de lage bijgebouwen.
24
REPORTAGE
getrokken. Daarna kreeg het project in de loop der jaren een eigen vorm en werd het geboetseerd naar de wensen van de bouwheer.”
Daklijn hertekend Oorspronkelijke bedoeling van de bouwheer was om er 5 appartementen en een extra appartement op de zolderverdieping - met een mooi uitzicht over de stad Namen - in onder te brengen. Dit laatste appartement moest daarbij op de dakverdieping komen en dat kon alleen door deze te vergroten. Omwille van zowel technische als esthetische redenen diende men daarbij voor een lichte structuur te opteren. Uiteindelijk viel de keuze op een geraamte in ruw larikshout. Deze kleine doosvormige constructie bovenaan fungeert als woonkamer voor het toegevoegde appartement. Terwijl de overige architecturale tussenkomsten het bestaande bouwvolume wel respecteren, werd deze uitbreiding in hout specifiek opgevat als een hertekening van de daklijn.
Evolutief concept Het concept evolueerde sterk in de loop der tijd. In de kelders is inmiddels een wellness ruimte ondergebracht. Sauvage: “Inmiddels loopt dit project 10 jaar en werden voor de diverse ontwikkelingen al 3 bouwvergunningen aangevraagd. De eigenaar wou er in tweede instantie een ‘flatgebouw/ hotel’ van maken. Dat wil zeggen: een plaats die alle comfort van een appartement biedt, gecombineerd met alle diensten van een hotel. Alle ruimten werden daarbij afgestemd op de behoeften van de huurders. Op het gelijkvloers werd daarom een klein bouwwerk in ruw larikshout toegevoegd. Dit is bedoeld als een gemeenschappelijk gebouw voor alle huurders. De zaal kan dienst doen als thuisbioscoop, maar ook als vergader- of projectieruimte. Aan de oude boerderij werden inmiddels heel wat hedendaagse elementen toegevoegd.”
een deel was in een dusdanig slechte staat dat het integraal diende vernieuwd te worden. Als dakbedekking werd er geopteerd voor leien in vezelcement van Eternit om de dialoog tussen het oude en het nieuwe tot stand te brengen. Ook om het dak niet te zwaar te belasten werd de voorkeur gegeven aan leien in plaats van dakpannen. De dialoog tussen deze leien en de natuurstenen van de muur resulteert in een prachtig effect dat contrasteert met de gerecupereerde dakpannen van de oude en lage bijgebouwen.
Bewuste keuze Hubert Sauvage: “Enerzijds is de ecologische voetafdruk van de Eternit-lei behoorlijk positief. Het betreft een Belgisch product dat de mensen uit de buurt werk bezorgt en weinig transport vergt. Anderzijds werd de keuze voor deze leien echter ook ingegeven door de karakteristieken van het dak. Omwille van de grote oppervlakte en de hoogte van dit dak werd er geopteerd voor het gebruik van kunstleimodules van Eternit. Deze hebben een groter formaat - 45 x 30 - dan de natuurlijke leimodules, wat het leggen ervan vereenvoudigde en tevens de kosten drukte. Bovendien gaf de keuze voor de Eternit-leien ook een architecturaal surplus. Vanuit esthetisch oogpunt komen de snijpunten van leien namelijk veel subtieler over dan deze van dakpannen.”
Reliëf zorgt voor naturel De New Stonit leien van Eternit die in dubbele dekking werden aangebracht, weerspiegelen door hun reliëf een zekere rijpheid. Dit reliëf zorgt er ook voor dat eventuele, kleine onvolmaaktheden bij het leggen van de leien niet opvallen en het geheel een zekere naturel meegeven. Als kleur voor de kunstleien werd er geopteerd voor leisteengrijs. Een kleur die makkelijk meegaat met de natuurlijke kleuren van de gevelstenen en de dakpannen van de lage bijgebouwen, zodat het geheel met de tijd mooi samen kan verkleuren.
Dialoog tussen oud en nieuw www.eternit.be
foto’s: Marcel Van Coile
DIMENSION
Het dakgebinte kon voor het grootste stuk worden behouden,
25
Ik zoek ‌
een milieuvriendelijke warmtepomp lucht/water die zelfstandig werkt of in combinatie met een condensatieketel
het systeem Genia HYBRID lijkt me de ideale keuze
Meer informatie
Warmtepompen Bulex De nieuwe reeks intelligente warmtepompen met innoverende technologie van Bulex. De vermogens van 8, 12 en 15 kW bieden de mogelijkheid om autonoom te werken of aangevuld met een Bulex ketel of gelijk welke type warmtebron. De Genia AIR is de warmtepomp oplossing voor elk type woning en verwarmingsinstallatie.
Tel. 02 555 13 13 www.bulex.be
EfficiĂŤnte oplossingen. Verwarming. Warm Water.
SPECIALIST
Hoe lang blijft een aannemer aansprakelijk voor zijn werk?
Teneinde de aansprakelijkheid te beoordelen moet vooreerst kort worden stilgestaan bij een belangrijk moment in het bouwproces, te weten de aanvaarding van de werken door de bouwheer. Vóór de aanvaarding kan de bouwheer immers eisen dat al de gebreken en tekortkomingen aan het te leveren bouwwerk worden hersteld door de aannemer. Indien dit niet gebeurt, zal de bouwheer niet tot aanvaarding overgaan en blijft het risico van de werken bij aannemer liggen. Belangrijk is derhalve dat de zichtbare gebreken die vaststelbaar zijn op een ogenblik dat er nog niet tot aanvaarding is overgegaan, worden gemeld aan de aannemer met het verzoek om daaraan te verhelpen. Na aanvaarding van de werken daarentegen kan de bouwheer niet meer terugkomen op gebreken die zichtbaar waren op het ogenblik van aanvaarding en waarover hij geen opmerking heeft gemaakt. Wat gebeurt er wanneer er na aanvaarding bepaalde gebreken aan het licht komen? Is de aannemer daarvoor nog aansprakelijk en is hij derhalve gehouden om, desgevallend jaren nadien, bepaalde gebreken te komen herstellen? Het antwoord hierop is genuanceerd. Inzake aansprakelijkheid dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de zogenaamde tienjarige aansprakelijkheid voor ernstige gebreken die de stevigheid van gebouw aantasten enerzijds en de aansprakelijkheid voor (licht) verborgen gebreken anderzijds. De zogenaamde tienjarige aansprakelijkheid (artikel 1792 en 2270 Burgerlijk Wetboek) is van openbare orde. Dit be-
tekent dat partijen er in hun overeenkomst niet kunnen van afwijken en dat derhalve de aannemer (en ook de architect) sowieso gedurende tien jaar aansprakelijk blijven voor het gebouw dat is opgericht. De tienjarige aansprakelijkheid geldt evenwel niet voor elk gebrek. Er dient sprake te zijn van een gebouw of een groot werk en een gebrek dat een bedreiging vormt voor de stevigheid van het gebouw of een belangrijk onderdeel ervan. De tienjarige aansprakelijkheid lijkt derhalve niet te kunnen worden aangewend voor bijvoorbeeld een plaatselijk lek of een barst in de bezetting. Wel zal doorgaans een beroep kunnen worden gedaan op de tienjarige aansprakelijkheid wanneer er sprake is van stabiliteitsproblemen of de ganse dakbedekking die loskomt. Ingevolge deze tienjarige aansprakelijkheid kan de aannemer gedurende een periode van 10 jaar worden aangesproken na aanvaarding van de werken. In principe is dit na definitieve oplevering. Evenwel is het mogelijk contractueel te bepalen om de termijn van 10 jaar te laten starten na voorlopige oplevering. Binnen de termijn van 10 jaar dient een vordering tegen de aannemer te worden gesteld. Dit gebeurt via dagvaarding. Het louter aanschrijven van de aannemer is niet voldoende. Ook voor de zogenaamde (licht) verborgen gebreken, kan de aannemer na aanvaarding nog worden aangesproken. In principe bedraagt de termijn gedurende dewelke de aannemer aansprakelijk is, eveneens tien jaar te rekenen vanaf de aanvaarding van de werken. Een belangrijk verschil met de hierboven genoemde tienjarige aansprakelijkheid is dat de aansprakelijkheid voor (licht) verborgen gebreken niet van openbare orde is. Het gevolg hiervan is dat partijen andere contractuele afspraken kunnen maken en dat de aansprakelijkheid voor (licht) verborgen gebreken beperkt wordt in tijd, te weten minder dan tien jaar (bijvoorbeeld tot één jaar na definitieve oplevering). Uiteraard is dit een belangrijk aandachtspunt bij het contracteren met een aannemer. Let op voor bepalingen ter zake die zijn opgenomen in de algemene voorwaarden en die gevoegd zijn bij de offerte van de aannemer. Indien deze offerte met inbegrip van de algemene
»
DIMENSION
De bouwheer die werken laat uitvoeren door een aannemer wenst uiteraard dat deze werken zonder gebreken worden voltooid en dat hij later niet geconfronteerd wordt met problemen. Uit de praktijk blijkt evenwel dat er alsnog gebreken opduiken nadat de aannemer vertrokken is. De vraag stelt zich dan of en in hoeverre de aannemer hiervoor nog kan worden aangesproken.
27
SPECIALIST
»
voorwaarden wordt goedgekeurd, gelden tussen partijen derhalve ook de afspraken omtrent de beperking van de aansprakelijkheidstermijn. Bijkomend kan voor de (licht) verborgen gebreken contractueel worden vastgelegd binnen welke termijn vanaf de ontdekking van het gebrek, de bouwheer gerechtelijke actie moet ondernemen in verband met de vastgestelde gebreken. In veel aannemingsovereenkomsten is dan ook bepaald dat de aannemer slechts kan worden aangesproken binnen een termijn van bv. 6 maanden na ontdekking van het gebrek. De bouwheer die dan te lang wacht, verliest zijn vordering ten aanzien van de aannemer. Ook wanneer hierover niets is opgenomen in de aannemingsovereenkomst is het aangewezen dat de bouwheer niet te lang wacht om de aannemer aan te spreken nadat hij een gebrek heeft ontdekt. Doet hij dit wel dan kan dit uitgelegd worden als een aanvaarding van dit gebrek zodat hij geen verhaal meer heeft op de aannemer.
Behoudens het geval van de tienjarige aansprakelijkheid voor ernstige gebreken, hebben partijen een grote vrijheid om de termijn waarin zij aansprakelijk zijn te beperken. De bouwheer die zijn aanspraken op de aannemer niet te snel wil verliezen, doet er goed aan hiervoor aandacht te hebben bij het afsluiten van de aannemingsovereenkomst. Wanneer er zich na aanvaarding daadwerkelijk een gebrek manifesteert, kan de bouwheer dit niet te lang laten aanslepen en dient hij met de nodige spoed te handelen. Wanneer er tien jaar zijn verstreken, verliest de bouwheer elk verhaal op de aannemer. Joris Wouters, GSJ advocaten
TECH
Wood Building Solutions
Stand H4-H6
6,7,8 juni 2012
Structurele bouwplaten • Durélis® Vapourblock®: luchtdicht - dampremmend • RWH: luchtdicht - dampopen Isolerende houtvezelplaten • Onderdak • Bepleisterbare gevelisolatie • Akoestische ondervloeren Flexibele houtvezelisolatie • Diktes van 40 tot 240mm • Lambda waarde λD = 0.037 W/(m.K)
Materialen en advies voor energiebewust bouwen met hout. Wenst u meer informatie, advies of stalen? Tel.: +32 (0)56 66 70 21 • mail: sales@spanotech.be
Structurele balken en I-Joists • I - Joists • LVL • LSL PEFC/07-31-21 Promoting sustainable forest management www.pefc.org
www.spanotech.be
Sunstyl -
De oplossing voor zonwering
ArcelorMittal Construction Belgium Systems, Solutions and Components for creative Architecture Arval by ArcelorMittal stelt u een nieuwe oplossing voor zonwering voor. Beeld u in dat architectuur elk uur van de dag verandert. Vrij om zelf de kleur en vorm te bepalen om zo een spel te creĂŤren tussen licht en schaduw. ArcelorMittal Construction Belgium NV Industrieterrein Geel West - Z4 - Lammerdries 8 B-2440 Geel. Tel.: 0032 14 56 39 43
Ons uitgebreid productgamma is beschikbaar in verschillende perforatietypes, openingen en vormen. Contacteer nu onze commercieel verantwoordelijke voor de mogelijkheden en prijzen.
> www.arcelormittal.com/arval_belux
transforming tomorrow
REPORTAGE
ABB
Flexibel KNX-systeem voor administratief centrum Gemeentelijke overheden zijn goed geplaatst om het goede voorbeeld te geven op het vlak van duurzaam bouwen en rationeel energieverbruik. Het nieuwe administratief centrum van de gemeente Putte maakt hiervoor gebruik van het ABB i-busÂŽ KNX-systeem. Sterk ritme van open- en geslotenheid
DIMENSION
Het nieuwe administratief centrum in Putte, bij Mechelen, omvat de administratieve diensten van de gemeente en het OCMW, de openbare bibliotheek en de wijkpolitie. Deze functionele nieuwbouw kadert binnen een groter geheel, waarbij de gemeente Putte klantgerichte dienstverlening centraal stelt. Het administratief centrum mag een modelvoorbeeld van rationeel energiegebruik en duurzaam bouwen genoemd worden. Zo worden onder meer nachtkoeling, betonkernactivering en zonnewerende luifels toegepast. Houten zonnewerende panelen zorgen ervoor dat de gevel een sterk ritme van open- en geslotenheid vertoont. In de kelder van het gebouw is er een geconditioneerde archiefruimte voorzien voor de diverse gemeentelijke diensten. Er is eveneens een ondergrondse parking die plaats biedt aan 80 voertuigen. Voor de studie technieken en stabiliteit van dit project stond de TV ARCADIS Gedas - ARCHILLES in die nauw samenwerkte met de architecten van ArchitectenkoĂśperatief uit Mechelen.
30
REPORTAGE
Systeem koppelt besparende elementen
wordt. Vanuit een centrale visualisatiesoftware kan het ganse gebouw gesuperviseerd worden en kunnen instellingen eenvoudig aangepast worden door de eindgebruiker.”
Discreet geïntegreerd Hygiënische ventilatie van het gebouw maakt deel uit van het gebouwbeheerssysteem. Zelfregelende raamroosters kunnen in functie van CO2-metingen automatisch worden geopend en gesloten. Dit zorgt voor een aanzienlijke verbetering van de luchtkwaliteit. De ABB i-bus® KNX-technologie is evenwel weinig zichtbaar, ze werd op verschillende plaatsen in het gebouw discreet geïntegreerd. www.abb.com/knx
DIMENSION
Niet enkel de gevelarchitectuur is modern. Ook in het gebouw zelf is heel wat gesofistikeerde technologie geïntegreerd, zoals onder meer een KNX-systeem, het enige Europees gestandaardiseerde en gecertificeerde systeem voor gebouwautomatisering. Om in te spelen op de toekomstige vereisten op het vlak van energie-efficiëntie werd geopteerd voor het ABB i-bus® KNX-systeem dat tegemoet komt aan de strenge overheidsvereisten ter zake en flexibel aanpasbaar is naar nog strengere normen in de toekomst. In de duurzame visie van het Putse gemeentebestuur op dit gebouw neemt een uitgebreid centraal gebouwbeheerssysteem met ABB i-bus componenten - waarbij de diverse besparende elementen met elkaar verbonden worden - een voorname plaats in. Wouter Van Rysselberghe, Sales Manager LP & KNX Projecten ABB België, verduidelijkt: “Het ABB i-bus® KNX-systeem is een modern intelligent gebouwbeheerssysteem waarmee verlichting, zonwering, verwarming, natuurlijke nachtkoeling, ventilatie en toegangscontrole samen worden geïntegreerd. De verlichting wordt geregeld in functie van de aanwezigheid van personen en het invallende daglicht. Door middel van aanwezigheidssensoren met geïntegreerde lichtsensoren is steeds eenzelfde lichtintensiteit - luxwaarde - in de kantoren aanwezig. Dit zorgt voor een aangename en productieve werkomgeving en een aanzienlijke energiebesparing. Via geautomatiseerde kantelramen wordt het gebouw ‘s nachts afgekoeld zodat een energieverslindende airco overbodig
31
SILVER
SILVER
Gyproc verlucht je woning
Gyproc, gecertificeerd oneindig duurzaam SAINT-GOBAIN CONSTRUCTION PRODUCTS BELGIUM NV/SA Divisie Gyproc - Sint-Jansweg 9 - Haven 1602 - B-9130 Kallo Tel.: +32 (0)3 360 22 11 - Fax: +32 (0)3 360 23 80 info@gyproc.be - www.gyproc.be
SoundBlock
Optimale geluidsisolatie
TECHNIEK
• Cement Cementgebonden dekvloeren bestaan uit een mengsel van zand, cement, water en eventueel hulpstoffen. De consistentie van een cementgebonden dekvloer is die van vochtige aarde. De gerealiseerde dekvloer is een weinig vochtgevoelige laag en verdraagt bijna alle types afwerkingen. De uitvoering is arbeidsintensief. Om een voldoende hoge mechanische sterkte te verkrijgen, is het noodzakelijk cementgebonden dekvloeren goed te verdichten. Traditionele handgesmeerde cementgebonden dekvloeren drogen in gecontroleerde omstandigheden uit aan een snelheid van ongeveer 1 week per cm dikte. Een belangrijk aandachtspunt bij de uitvoering is het maximale restvochtgehalte van de dekvloeren bij het plaatsen van de afwerkingslaag [1]. Cementgebonden gietvloeren zijn ook te vinden op de Belgische markt, maar voorlopig blijft hun toepassing eerder beperkt.
Dekvloeren
Types, toepassingen en onderzoek Bij de constructie van gebouwen vormt de opbouw van het vloercomplex een belangrijk aspect. Deze publicatie verduidelijkt het gebruik van dekvloeren, meer bepaald de verschillende types en hun toepassingen. De huidige stand van zaken op gebied van referentiedocumenten en onderzoek vervolledigen het artikel.
• Calciumsulfaat Calciumsulfaatgebonden dekvloeren bestaan uit zand en water met calciumsulfaat als bindmiddel. Van dit type dekvloeren wordt hoofdzakelijk de gietvloer toegepast. Een belangrijk voordeel van dit type dekvloer is de minder arbeidsintensieve uitvoering. Anhydrietgietvloeren vertonen een hoge mechanische sterkte en zijn - in tegenstelling tot cementgebonden gietvloeren - weinig krimpgevoelig. Echter, lengteveranderingen door thermische gradiënten zijn niet uitgesloten. Tevens zijn ze gevoelig voor langdurige bevochtiging en zijn ze enkel compatibel met specifieke cementgebonden tegellijmen en correcte uitvoering van een primer. Ook hier dient het restvochtgehalte bij plaatsing van de afwerklaag tot een maximale waarde te worden beperkt [1].
Types en toepassingen Dekvloeren zijn bouwelementen samengesteld uit een bindmiddel, vulstoffen, water,..., en worden op de bouwplaats aangebracht op een draagvloer. Tussen de draagvloer en de dekvloer kan zich een scheidings- en/of een isolatielaag bevinden. Dekvloeren kunnen ingedeeld worden op basis van hun bindmiddel en hun opbouw.
• Kunsthars Kunstharsgebonden vloeren worden vervaardigd op basis van epoxy, polyurethaan, polymethylacrylaat of polyesterharsen. Daar waar ze oorspronkelijk werden uitgevoerd als bedrijfsvloeren, worden ze de laatste jaren steeds vaker gebruikt in de o.a. particuliere woningbouw, hospitalen, scholen en winkelruimtes. Dit type vloer wordt uitvoerig beschreven in TV 216 ‘Harsgebonden bedrijfsvloeren’ [2].
Bindmiddel • Magnesiet Dit type vloeren zijn gietvloeren op basis van het gesteente magnesiet en zand, zaagsel, houtvezels of kleurstoffen. Ze zijn relatief vochtgevoelig en worden in België zelden toegepast. • Gietasfalt Dekvloeren uit gietasfalt worden vervaardigd met een bitumineuze mortel die warm wordt aangebracht op een dragende ondergrond. Ze zijn nagenoeg waterdicht en worden zelden afgewerkt met een vloerafwerking.
» DIMENSION
Er wordt ingedeeld naar dekvloeren op basis van cement, calciumsulfaat (ook wel anhydriet genoemd), magnesiet, asfalt of kunsthars. De indeling op basis van bindmiddel is bovendien de indeling die wordt gebruikt in de productnorm over dekvloeren NBN EN 13813 (2002): Dekvloermortel en dekvloeren: Eigenschappen en eisen. De term dekvloeren uit de norm omvat alle types dekvloeren, zowel de lagen die bedekt worden met een vloerafwerking, als de vloerlagen die onbedekt blijven. De norm geeft geen informatie over de eisen waaraan de dekvloer in situ moet voldoen.
33
TECHNIEK
Opbouw Een andere indeling voor dekvloeren is de classificatie naar opbouw, waarbij wordt gesproken over hechtende, niet-hechtende en zwevende dekvloeren [1]. • Hechtende dekvloeren Per definitie is een hechtende dekvloer een dekvloer die door zijn samenstelling en uitvoering aan de draagvloer hecht (en blijft hechten). Dit type dekvloer vereist de kleinste beschikbare dikte en kan uitgevoerd worden indien er geen specifieke akoestische of thermische isolatie eisen gesteld zijn. Vochttransport uit de ondergrond moet vermeden worden om schade door vocht aan dekvloer en/of vloerafwerking te voorkomen. Bij de uitvoering van dit type dekvloer dient een duurzame hechting uitgevoerd en verzekerd te worden. Hiervoor wordt de ondergrond stofvrij gemaakt en wordt indien nodig een aanbrandlaag aangebracht. Indien een goede hechting niet kan worden gewaarborgd, wordt aangeraden te kiezen voor een niet-hechtende dekvloer. Hechtende dekvloeren vereisen geen veralgemeende wapening. Ter hoogte van dikteverminderingen is een wapeningsnet echter wel noodzakelijk, om de plaatselijke spanning door het dikteverschil op te nemen. Bij dikke dekvloeren kan een veralgemeende wapening aangewezen zijn om de krimpspanningen te verdelen. In dit laatste geval wordt de wapening in de bovenste helft van de dekvloer geplaatst.
1.Draagvloer 2. hechtingslaag 3. dekvloer
Gangbare diktes liggen tussen 30 à 50 mm voor cementgebonden dekvloeren, wat een correcte uitvoering en verdichting mogelijk maakt. Indien er leidingen op de draagvloer liggen, moet de dikte eventueel groter zijn, zodat de dikte boven de leidingen minimaal 30 mm bedraagt. Anhydrietgietvloeren kunnen afhankelijk van hun samenstelling uitgevoerd worden tot 70 mm. Door de hechting van de dekvloer aan de ondergrond zijn uitzetvoegen overbodig en in bepaalde gevallen zelfs nadelig. Omtrekvoegen zijn niet strikt noodzakelijk, maar om differentiële bewegingen tussen vloer en wanden op te vangen worden ze vaak wel voorzien.
• Niet-hechtende dekvloeren Niet-hechtende dekvloeren zijn dekvloeren die van de draagvloer gescheiden zijn door middel van een scheidingslaag. Op geen enkele plaats hecht hij aan de ondergrond. Dit type dekvloeren kan worden toegepast indien er een risico bestaat op opstijgend vocht, indien de vloerbedekking en/of haar plaatsingstechniek vochtgevoelig zijn, bij een weinig cohesieve ondergrond of indien vervormingen van de ondergrond te verwachten zijn. Om een correcte uitvoering mogelijk te maken, dient de ondergrond vlak te zijn. Indien nodig, kan een uitvullaag worden aangebracht. Leidingen en kokers worden bij voorkeur in zulke uitvullagen ingewerkt. Voldoende verdichting, wapening en bewegingsvoegen zijn noodzakelijke aandachtspunten bij de uitvoering.
1.Draagvloer 2. Scheidingslaag 3. dekvloer 4. Wapening
Een algemene wapening wordt voorzien op halve hoogte van de dekvloer, om een goede verdeling van thermische en hydraulische krimp te realiseren en scheurvorming te beperken. De minimale dikte bedraagt 50 mm voor cementgebonden dekvloeren en 40 mm voor anhydrietgebonden dekvloeren. Om elk contact tussen de dekvloer en de vaste bouwdelen te vermijden, voorziet men omtrekvoegen en uitzetvoegen ter hoogte van deuropeningen en bij grote oppervlakken (groter dan 40 m² voor verwarmde vloeren en groter dan 50 m² voor niet-verwarmde vloeren) of grote lengten (langer dan 8 m). • Zwevende dekvloeren Indien de dekvloer wordt geplaatst op een min of meer samendrukbare isolatielaag (akoestisch en/of thermisch), bij voorkeur met tussenplaatsing van een scheidingslaag, spreekt men van zwevende dekvloeren. Dit type dekvloeren wordt veel gebruikt bij appartementsbouw.
1.Draagvloer 2. Scheidingslaag 3. Isolatielaag 4. Scheidingslaag 5. Wapeningsnet
DIMENSION
6. Dekvloer
34
»
The Unexpected of linoleum
Nature
SILVER
De buitengewone kleuren en opvallende patronen van deze nieuwe speciale linoleumeditie zijn origineel en verrassend, waardoor ze perfect zijn om inspirerende vloeren te creĂŤren die qua kleuren veel verder gaan dat wat je normaal bij linoleum verwacht. Surf naar onze website voor meer informatie. www.forbo-flooring.be
TECHNIEK
Vóór de plaatsing van de zwevende dekvloer moet er op worden toegezien dat de isolatielaag vlak is en vrij van uitstekende randen die de bewegingen van de dekvloer op de scheidingsfolie boven de isolatie kunnen verhinderen. Men dient de onderste helft van de zwevende dekvloer (tussen het onderste derde en de helft van de dikte) te voorzien van een wapeningsnet. Hoewel het onderste gedeelte van de dekvloer niet altijd even goed verdicht kan worden, zal de wapening toch een deel van de buigbelastingen opvangen. Voor niet-verwarmde zwevende dekvloeren geldt een minimale dikte van 50 mm voor cementgebonden dekvloeren en 45 mm voor anhydrietgebonden dekvloeren. Voor verwarmde zwevende dekvloeren bedraagt dit 55 mm indien de dekvloer ingewerkte elektrische weerstandsdraden bevat en 75 mm indien de dekvloer verwarmingsbuizen bevat die niet verzonken zijn in de isolatie. De dikte van de dekvloer boven leidingen of kokers bedraagt minimum 50 mm. Bij zwevende dekvloeren dient elk contact met de vaste bouwdelen vermeden te worden door het aanbrengen van soepele randvoegen. Het gebruikte voegmateriaal moet voldoende hoog reiken, d.w.z. tot boven het afwerkniveau van de vloerbedekking. Tijdens de afwerking van de vloerbedekking wordt het voegmateriaal op de juiste hoogte afgesneden. Omtrekvoegen moeten doorgetrokken worden ter hoogte van deuropeningen, aan deurdorpels, haarden en andere hindernissen. Bij grote oppervlakken (groter dan 40 m² voor verwarmde vloeren en groter dan 50 m² voor niet-verwarmde vloeren) of grote lengten (langer dan 8 m) worden bewegingsvoegen voorzien.
Referentiedocumenten
DIMENSION
Samen met de productnorm voor dekvloeren NBN EN 13813 en de gerelateerde proefnormen (reeks NBN EN 13892) voor de bepaling van de verschillende karakteristieken van dekvloeren (zoals buig- en druksterkte, slijtweerstand, oppervlaktehardheid en hechtsterkte), vormen STS 44, de Technische Voorlichtingen 189 en 193, de brochure Cementgebonden gietvloeren (WTCB, SBR, NeMO) [5] en Het Handboek
36
van de Tegelzetter [6] het geheel van naslagwerken over dekvloeren. Daar waar de normen (2002) en het handboek (2011) relatief recent zijn, dateren de STS uit 1973 en de Technische Voorlichtingen uit 1993 en 1994. Eind 2012 wordt bij WTCB gestart met een werkgroep die als doel heeft de informatie uit deze documenten bij te werken. Resultaten uit onderzoeken over dekvloeren die de laatste jaren liepen aan de verschillende onderzoeksinstellingen (KHBO, UGent, HoGent en WTCB) zullen een dankbare bron van informatie vormen voor het updaten van de Technische Voorlichtingen. Het Handboek van de tegelzetter, een uitgave van FVBFFC, vormt het meest actuele didactische materiaal voor de verschillende bouwopleidingen voor aannemer-vloerders.
Onderzoek Op gebied van onderzoek naar dekvloeren zijn er de laatste jaren verschillende onderzoeken op te tekenen. Een kort overzicht van de meest recente Belgische onderzoeken: • Momenteel wordt door Hogeschool Gent, Universiteit Gent en WTCB gezocht naar het ideale plaatsingstijdstip van afwerklagen op cementgebonden dekvloeren. Vanuit de praktijk wordt gevraagd naar een wetenschappelijk onderbouwde methode die toelaat het optimale afwerkingstijdstip van een vloer te bepalen. Daarom wordt tijdens dit project getracht een praktijkmodel op te stellen dat het hygrothermisch en mechanisch gedrag van een vloer in een reële situatie kan voorspellen. Dat de sector reikhalzend uitkijkt naar de besluiten van dit onderzoek, bleek duidelijk aan de talrijke opkomst tijdens de studiemomenten die hieromtrent werden georganiseerd. Zo was er een eerste studieavond in Gent waarbij 250 aanwezigen konden werden geteld. Een minstens even grote opkomst was er voor de lezing tijdens de beurs Stone-Expo in Gent, georganiseerd door de architectenvereniging NAV. Het signaal van de sector werd duidelijk gehoord door de projectuitvoerders: de noden van de sector werden beschreven in een vervolgstudie. • De alsmaar strikter wordende bouwkalenders leiden niet zelden tot een inperking van de uitvoeringstermijnen voor de
www.aco.be
REPORTAGE
De afwateringsbijbel online!
Ga snel naar het gewenste product via de 3D tekeningen! Productinfo, lastenboekteksten, technische tekeningen en inbouwvoorschriften van al onze producten worden overzichtelijk weergegeven in 3 domeinen: Woning, terras en oprit Industrie-, utiliteitsbouw en openbare gebouwen Buitenomgeving, wegenbouw en publieke parkings
ACO Passavant n.v., Preenakker 8, 1785 Merchtem, Tel. 052 38 17 70, Fax. 052 38 17 71, www.aco.be, info@aco.be
• Een prenormatief onderzoek over gietvloeren (uitvoerder WTCB) trachtte onder andere het vloei- en drogingsgedrag van dit type dekvloeren in kaart te brengen en bestudeerde ook de compatibiliteit met plaatsingsproducten. • Omdat in de sector van de dekvloeren zeer veel kleine KMO’s werkzaam zijn die de economische invloed van een tekort aan bouwzand sterk zullen voelen, werd in het onderzoek Recyscreed (uitvoerder KHBO, wetenschappelijke peter WTCB) gekozen voor het bestuderen van een mogelijke toepassing waarin de natuurlijke granulaten deels vervangen worden door secundaire grondstoffen. • Het project Recyflowscreed (uitvoerder KHBO, wetenschappelijke peter WTCB) richtte zich op het ontwikkelen van een cementgebonden gietdekvloer om een antwoord te bieden op: de technische zwakkere prestaties van traditionele handge-
smeerde zand-cementdekvloeren, de zware fysieke belasting van de traditionele uitvoering en de problemen verbonden met anhydrietgietdekvloeren. • De studie Chap-Yt (uitvoerder KHBO) beoogde het gebruik van gerecycleerd cellenbeton in dekvloeren waarbij de uitloging geen rol speelt en waarbij de intrinsieke eigenschappen van het materiaal kunnen gevaloriseerd worden. De resultaten en de verkregen ervaring in het kader van deze onderzoeken zullen een nuttige input betekenen voor de kennisverspreiding naar de dekvloer- en afwerkingssector.
REFERENTIES [1] Technische Voorlichting 189 Dekvloeren, 1993, WTCB [2] Technische Voorlichting 216 Harsgebonden bedrijfsvloeren, 2000, WTCB [3] NBN EN 13813 (2002): Dekvloermortel en dekvloeren: Eigenschappen en eisen [4] Technische Voorlichting 193 Dekvloeren Deel 2 Uitvoering, 1994, WTCB [5] Cementgebonden gietvloeren, 2005, WTCB-SBR-NeMO [6] Het Handboek van de tegelzetter, 2011, FVB-FFC Auteurs: Tanja Gryspeert, Veerle Boel, Peter De Pauw, Tinne Vangheel, Peter Goegebeur DIMENSION
afwerkingen en bijgevolg ook van de droogtijd voor de dekvloeren (en voor beton in het algemeen). Een te grote hoeveelheid restwater in de dekvloer kan echter aanleiding geven tot schade aan de afwerkingsmaterialen (bv. soepele vloerbekledingen, parket, harsgebonden bedekkingen,...). In het kader van een prenormatief onderzoek Vocht in beton (uitvoerder WTCB) werden er verschillende vochtmetingstechnieken onderzocht en vergeleken.
37
REPORTAGE
VMZINC
Zink wordt samen met bewoners mooi oud In Genk kon architect Jochen Kerkhofs de gemeenschappelijke droom van 2 zussen en 1 broer in vervulling doen gaan. Hij ontwierp een moderne, functionele woning die samen met hen oud kon worden en aan al hun behoeften - nu en in de toekomst - kon voldoen. Zink bleek - niet toevallig - het uitgelezen materiaal om dit niet alledaagse woonproject vorm te geven.
3 horizontale volumes De zussen en broer Wevers uit Genk hebben elk hun eigen levensverhaal maar hadden tevens een gemeenschappelijke droom. Ze wilden een huis bouwen waar ze samen oud konden worden, maar dat ook samen met hen zou kunnen meegroeien, een woning perfect afgestemd op hun wensen en noden, nu en in de toekomst. Architect Jochen Kerkhofs van het Genkse architectenbureau PCP mocht dit duurzame project onder zijn vleugels nemen. “Zowel de primaire woonfuncties zoals woonkamer, keuken en slaapkamers, als de secundaire woonfuncties - denk aan toilet en bureau - werden op het gelijkvloers voorzien, om eventuele toekomstige hulpbehoevendheid te kunnen opvangen. Het huis is dan ook niet in de hoogte gebouwd maar bestaat voornamelijk uit 3 grote horizontale volumes: een daggedeelte, met onder meer keuken, leefruimte en bergingen, en een nachtgedeelte met slaapkamers, badkamers, wasruimte, en een inkom met erbovenop een extra aparte woonkamer of ontspanningsruimte. Deze volumes werden ingeplant rond een ruime binnenkoer met een vijver om deze ruimtes optimaal tot hun recht te laten komen. Alle volumes werden volledig afgewerkt met grote raampartijen zodat de zon er de hele dag vrij spel heeft. Om de ramen en deuren mooi op de horizontale belijning te laten aansluiten moesten de ruwbouw openingen zeer nauwkeurig berekend en uitgevoerd worden.”
Zink en thermowood beuk ‘matchen’ DIMENSION
De broer en zusters Wevers besloten pas op latere leeftijd om samen een duurzame woning te bouwen. Dat het een rijpe en
38
wel overwogen keuze betreft, blijkt ook uit het architecturale concept, de vormgeving en de keuze van de materialen.De volumes links en rechts, het nacht- en daggedeelte, werden daadwerkelijk als grote, afzonderlijke delen gepercipieërd, waardoor het gebruik van zink in beeld kwam. Dit materiaal kan zowel op het dak als de gevel geplaatst worden en zo 2 grote, gelijke delen vormen. Het derde, verbindende gedeelte - namelijk de inkom annex logeerkamer - werd bekleed met thermowoodbeuk, om een speciaal effect te creëren. De typisch bruine kleur van beuk werkt verzachtend in combinatie met de zinken bekleding. De hele constructie straalt rust en sereniteit uit, een uitdrukkelijke wens van de bewoners.
Zink straalt kracht uit Voor architect Jochen Kerkhofs was dit een uitgelezen kans om zink te integreren in een groot project. “Heel even werd een traditionele uitvoering in gevelsteen overwogen. Maar de bouwheren hebben het voorgestelde zinkconcept vrij snel gevolgd. Samen met hen werden enkele met zink uitgevoerde projecten bezocht. Door éénzelfde materiaal te gebruiken in gevel én dak straalt het project duidelijk meer kracht uit. Binnen ons kantoor werd in het verleden reeds een woning uitgevoerd met een dak in zink. Met een zinken gevelbekleding hadden we nog geen ervaring. Samen met de studiedienst van VMZINC werden alle details van knooppunten aan sluitingen vooraf doorgenomen. Op de werf zelf werden deze - in overleg met de uitvoerder - nog verder verfijnd. Zink is een natuurlijk bouwmateriaal dat bijna geen onderhoud nodig heeft en zich goed leent tot een zeer fijne af-
REPORTAGE
Een spel van lijnen en kleuren Er zijn heel wat mogelijkheden om een gevel of dak in zink te bekleden. Enerzijds kan men kiezen uit 6 verschillende tinten. Natuurlijk VMZINC is glanzend en evolueert naar halfmat grijs. Daarnaast zijn er QUARTZ-ZINC, geprepatineerd fluweelgrijs, ANTHRA-ZINC, donkergrijs, en 3 PIGMENTOkleuren, rood, groen en blauw. Men kan opteren voor verschillende systemen, naargelang de gevel modern, uitdagend of gedurfd, industrieel of traditioneel moet ogen. Bij dit project werd gekozen voor VMZ Staande naad - met QUARTZ-ZINC geprepatineerde fluweelgrijze tint - dat door zinkspecialist Karel Van Vlierbergen vakkundig werd aangebracht. Hiermee kunnen zowel gevel als dak - vlak of gebogen - bekleed worden om zo een strak esthetisch geheel te bekomen. Met VMZ Staande naad zijn zowel horizontale als verticale plaat-
sing mogelijk. Men kan dankzij verschillende baanbreedtes en de keuze uit alle 6 tinten een spel van lijnen en kleuren creëren. VMZ Staande naad kan zowel bij nieuwbouw als bij renovatie worden toegepast.
Identieke look & feel voor dak en gevel Architect Jochen Kerkhofs: “VMZ Staande naad was een logische keuze om dezelfde look en feel te kunnen doortrekken van het dak naar de gevel. De VMZ Staande naad worden horizontaal geplaatst om de beoogde langgerekte volumes nog eens extra te accentueren. Alle knooppunten - ingebouwde goten, scherpe nok van het dak, afwerking rond ramen en deuren plus het samenkomen van hout en zink op bepaalde plaatsen - werden vakkundig uitgevoerd.” www.vmzinc.be www.pcp-architects.be foto’s: P. Kozlowski - VMZINC - PcP architecten
DIMENSION
werking bij zowel dak als gevel. Zink bouwt een natuurlijke beschermende patina op als het in contact komt met de buitenlucht. Het zink wordt samen met de bewoners mooi oud.”
39
Ontwerp woning: architect F. Hautekeete
Sectionale poorten voor fijnproevers
BELGIAN CHOCOLATE AMBASSADOR
L-DOOR focust zich op de creatie van uw sectionale poort, waarbij u zelf de ingrediĂŤnten mag kiezen naar uw smaak. L-DOOR werkt Ă la carte, maar stelt u ook graag de specialiteiten van het huis voor. Dit kwaliteitsproduct wordt net als Belgische chocolade gesmaakt tot buiten de landsgrenzen. Kom ons gevarieerd menu proeven in onze showroom of laat nu al uw zintuigen prikkelen op www.l-door.be.
L-DOOR GROUP Denderstraat 29 B-1770 Liedekerke T 0032 (0)53 66 73 76 F 0032 (0)53 66 94 02 E info@l-door.be www.l-door.be
15
Wees gerust veeleisend
DOSSIER
Hulp of hype?
Kwaliteitszorg in het architectenbureau
Orde en structuur zijn een must voor een architectenbureau dat geen tijd wil verliezen met zoeken, minder fouten wil maken en zich meer wil toeleggen op de kerntaken. Maar om uw organisatie te kunnen structureren, moet u ze eerst duidelijk definiëren. Wat is uw missie: wat doet u, voor wie doet u dat, welke kernwaarden hanteert u daarbij? Wat is uw visie: op welke toekomstige positie in de markt mikt u? Wat is uw strategie: hoe wil u bereiken waar u naar streeft? Als u deze zaken op een rij hebt, kunt u nagaan of de structuur en de processen die u hiervoor in werking stelt en de manier waarop u die aanstuurt, optimaal zijn. Het gaat dan zowel om de aanpak van projecten, de administratieve en financiële processen als het eigenlijke bureaumanagement. Zijn de taken en verantwoordelijkheden in het bureau duidelijk toegewezen? Zijn de medewerkers goed geselecteerd en opgeleid? Hoe worden alle documentatie, informatie en documenten behandeld en gearchiveerd? Hoe gebeuren de aankoop en het onderhoud van de bureau-infrastructuur? Hoe wordt een opdracht voorbereid? Hoe wordt een project
uitgevoerd? Peilt u naar de tevredenheid van de klant? Brengt u al deze en nog veel meer vragen in kaart en beschikt u over een manier om waar nodig verbeteringen aan te brengen?
Garantie voor continuïteit Een kwaliteitszorgsysteem kan u bij die oefening ondersteunen en u helpen om uw processen continu te verbeteren en zo te komen tot betere communicatiestructuren, meer klantentevredenheid, gemotiveerde medewerkers en standaard werkprocedures, zowel intern voor het bureaumanagement als extern voor het beheer van projecten. Het gaat dus om de kwaliteit van het proces, met als achterliggende gedachte dat een betere aanpak resulteert in een beter eindresultaat. Als u het systeem bovendien laat certificeren door een derde partij, kunt u het eventueel uitspelen als marketing- en promotieinstrument tegenover derden en als benchmarktool voor uw eigen bureaubeheer. Moeten we nu met z’n allen kwaliteitszorgsystemen introduceren in onze praktijk? Dat u aandacht besteed aan kwaliteitszorg, is een evidentie. Een bureau waarin kennis (administratief, financieel, technisch, juridisch, ontwerpmatig, …) op een gestructureerde manier beschikbaar is voor wie ze nodig heeft, is meteen een garantie voor de continuïteit van dat bureau. Maar of u een dergelijke structurering moet aanpakken met behulp van een formeel systeem, moet u zelf uitmaken. Elke organisatie is anders en heeft haar eigen noden en mogelijkheden. Daardoor ook is elk kwaliteitszorgsysteem in principe uniek. Wel zijn er zaken die telkens terugkeren. Vandaar dat er bepaalde standaarden werden ontwikkeld.
» DIMENSION
Een aantal jaar geleden was er veel te doen rond kwaliteitszorg in het architectenbureau. Het thema leek sindsdien wat weg te deemsteren, maar wint vandaag opnieuw aan belangstelling. Terecht, want hoewel kwaliteitszorg draait rond het begrip klantentevredenheid, is het vooral een middel om de dagelijkse werking van een architectenbureau te optimaliseren. En dat hoeft echt niet gepaard te gaan met een administratieve Mont Blanc.
41
DOSSIER
ISO 9001 en andere De bekendste standaard voor kwaliteitszorg is ISO 9001, dat aanvankelijk bedoeld was voor een industriële omgeving. ISO 9001 vraagt dat een organisatie de tevredenheid van haar klanten meet, interne audits uitvoert, haar processen monitort en meet en op basis van al die gegevens corrigerende en preventieve maatregelen neemt om afwijkingen in de dienstverlening weg te gommen of te voorkomen. Minder afwijkingen leiden tot lagere kosten, een hogere productiviteit en een beter voldoen aan de uitgesproken en impliciete wensen van de klant. Volgens velen is ISO 9001 niet meteen op maat van het doorsnee architectenbureau gesneden, maar vormt het eerder een breed en abstract kader met een certificering die een administratief zware procedure vergt. Een kwaliteitshandboek, duidelijk omschreven pocedures, meetbare doelstellingen, een kwaliteitsplan per project: het aantal documenten loopt al snel op. Daarom werden er als alternatief diverse
Enkele buitenlandse initiatieven GROOT-BRITTANNIË. Kwaliteitszorgsystemen zijn in de Angelsaksische landen altijd warm gekoesterd. Bij de beroepsorganisatie RIBA (Royal Institute of British Architects) kunnen architectenbureaus een Chartered Practice accreditatie aanvragen. Die vormt voor cliënten en de bouwsector in het algemeen een kwaliteitsgarantie inzake ontwerp en dienstverlening. Bureaus die deze accreditatie hebben, moeten onder andere een systeem van kwaliteitszorg introduceren. Voor kleine bureaus tot 10 medewerkers is er een systeem per project. Medium bureaus moeten een op het internet beschikbare quality management toolkit of een equivalent daarvan gebruiken voor de organisatie van hun projecten en van het bureaubeheer. Grote bureaus met meer dan 50 medewerkers moeten gecertificeerd zijn voor ISO 9001. Info: www.architecture.com/UseAnArchitect/WhyUseAnArchitect/ RIBACharteredPractices.aspx.
DIMENSION
IERLAND. Het RIAI (Royal Institute of the Architects of Ireland) biedt zijn leden een Good Practice Guide aan, afgeleid van de gekende kwaliteitszorgsystemen. De gids is bedoeld als een algemene handleiding voor het bureau- en projectbeheer, waarvan architectenbureaus kunnen afwijken, afhankelijk van hun profiel, soort opdrachten en specifieke omstandigheden (bv. tijdsdruk). De leidraad is ingedeeld volgens drie soorten processen: projectgebonden, administratief & financieel, management. Info: http://gpg.riai.ie.
42
lichtere systemen voor architectenbureaus ontwikkeld. In een begeleidend kaderstuk sommen we enkele van deze initiatieven op. Maar ook die light versies kunnen niet alle architecten verleiden. Non-believers beroepen zich op het feit dat een kwaliteitsmanagementsysteem niets zegt over de kwaliteit van het ontwerp, en dus onmogelijk toe te passen valt op een creatieve activiteit. Anderzijds beschikken heel wat architectenbureaus over een ISO 9001-certificering en tonen ze zich meestal erg positief over het kwaliteitszorgsysteem. Welke ervaringen hebben architecten met kwaliteitsmanagement? We vroegen het aan enkele collega’s.
ASK Architectenbureau bvba - Knokke-Heist Architect Stefan Kips (ASK Architecten) runt een bureau met een zestal medewerkers in Knokke-Heist. Eind 1996 volgde hij een cursusreeks over integrale kwaliteitszorg, georganiseerd door de provincie West-Vlaanderen en het Centrum voor Kwaliteitszorg. Dat leidde tot de introductie van een af-
NEDERLAND. De beroepsvereniging voor architecten BNA had vroeger een leidraad Kwaliteitszorg voor architecten met een structuur en een stappenplan voor implementaties (MKA - model kwaliteitsssysteem architectenbureaus). Die is intussen verouderd en een opvolger is er voorlopig niet. Er bestaan wel doelgroepgerichte initiatieven, onder andere voor restauratie- en integraal werkende architecten. De vereniging van Integraal Werkende Architecten (IWA) groepeert architecten die het hele bouwproces op zich kunnen nemen: initiatief, ontwerp, bouwvoorbereiding, bouwbegeleiding, beheer. Om de kwaliteit van hun dienstverlening te garanderen, laten zij zich certificeren door Hobeon. De certificering is gebaseerd op onder meer een heleboel basisprincipes van de integrale kwaliteitszorg, maar dan expliciet bekeken vanuit het aspect dienstverlening. Hobeon certificeert ook de GEAR, de gezamenlijke erkenningsregeling voor architecten werkzaam in de restauratie, waarin zaken als bedrijfsvoering, kwaliteitszorg en personeelsbeleid worden getoetst. Info: www.spekkink.nl/ site/referenties/kwaliteitsmanagement.html (met een downloadbare pdf van de oudere leidraad ‘Kwaliteitszorg voor architecten’); www.bna.nl/Over-BNA/Netwerken/Netwerkpagina/12/Integraal-Werkende-Architectenbureaus-IWA; www. vawr.nl/erkenningsregeling_gear. FRANKRIJK. In Frankrijk bestond tot voor kort een specifiek referentieel voor architectenbureaus, het MPRO (management des processus de réalisation opérationnels). Intussen wordt het niet langer aangeboden door CertiVéA, de certifica-
DOSSIER
geslankt ISO-kwaliteitsmanagementsysteem met certificering. “De cursus leerde ons hoe wij de systematiek en de afspraken die in het bureau al bestonden schriftelijk konden vastleggen, beter structureren en verder uitwerken. Het resultaat was een kwaliteitshandboek met procedures om de foutenlast te beperken en de klanttevredenheid te verhogen, en een kwaliteitscertificaat. Om de continuïteit van het bureau te verzekeren, kwamen er intussen geleidelijk vaste en zelfstandige medewerkers. Om alles in goede banen te leiden, deden wij voor de kwaliteitszorg een beroep op een externe begeleider met wie wij elke zes weken samen zaten om het systeem verder te verfijnen en te doen evolueren. In 2001 beschikten we daardoor over een publiek handboek dat we aan bepaalde klanten kunnen bezorgen en dat intussen aan de zesde editie toe is.” “Het basisprincipe luidt: zeg wat je doet en doe wat je zegt. Elke taak is vastgelegd volgens eenzelfde stramien: situering, wie, wat, werkwijze, plaats waar de informatie te vinden is, … Stefan Kips
DUITSLAND. De Architektenkammer Hessen biedt haar leden de mogelijkheid om, al dan niet onder begeleiding, zelf een systeem van kwaliteitszorg op te zetten. Daarnaast bestaat er een specifiek voor architecten- en ingenieursbureaus ontwikkelde kwaliteitsstandaard Planer am Bau, opgezet in samenwerking met de certificatie-instelling TÜV Rheinland. Apart hierin is de groepscertificatie. Wie kiest voor een systeem van zelfevaluatie, komt in een groep terecht waarvan de leden slechts een keer per drie jaar een nieuwe audit moeten ondergaan om hun certificatie te vernieuwen. Info: www.akh.de/akademie/managementberatung/ en www.planer-am-bau.de. ORGANISATIES. De Belgische Orde van Architecten stelde in 2001 een gids samen voor de introductie van een kwaliteitszorgsysteem in het architectenbureau die u kunt downloaden op http://didyi.free.fr/atrierr/Manuel_ Qualite_architecte.pdf. De Architects’ Council of Europe ACE-CAE heeft een basisdocument opgesteld waarin de problematiek van het kwaliteitsmanagement in de architectenpraktijk wordt geanalyseerd. Het document bevat ook een goed overzicht van de verschillende processen die in een systeem van kwaliteitszorg betrokken kunnen worden. De laatste versie dateert alweer van 2003. Info: www.ace-cae.eu/public/contents/index/category_id/206.
Dat biedt heel wat voordelen. Nieuwe medewerkers raken vlot wegwijs. Iedereen werkt volgens hetzelfde stramien, zodat de anderen altijd de meest recente informatie kunnen terugvinden als iemand afwezig is. Medewerkers beschikken over een kapstok waaraan ze hun ideeën kunnen ophangen. De archivering is transparant. Het kwaliteitsboek voor de klant maakt in onderhandelingen soms het verschil.” Welke zijn de aandachtspunten? “Een kwaliteitszorgsysteem vergt de nodige tijd. Bij ons kwam dat maandelijks neer op maximaal twee dagen: vergaderingen met de externe begeleider voorbereiden, vergaderen, nieuwe proeven instellen, gebreken opheffen en bijsturen. Als externe begeleider trad mijn vader op die ervaring had als kwaliteitsverantwoordelijke in een drukkerij. Het interessante is dat hij met een frisse blik naar onze manier van werken keek en zaken die wij evident vonden in vraag stelde, wat heel leerrijk was. Maar intussen is hij om leeftijdsredenen gestopt en viel ook de ondersteuning van de provincie bij de certificering weg. Een andere certificeringsinstelling vinden is niet eenvoudig, omdat we zo klein zijn. We zouden een nieuwe stimulans kunnen gebruiken.” “Je moet opletten dat je niet meer tijd aan het kwaliteitszorgsysteem besteedt dan nodig. De verleiding is groot om het systeem sterk uit te bouwen, maar dan riskeer je dat de structuur en werking zo zwaar worden dat het rendement er niet langer tegen opweegt. En zoals ik al zei, heb je een voortdurende stimulans nodig, want het blijft een constante opdracht. Misschien is daar een taak weggelegd voor de beroepsvereniging?”
» DIMENSION
tie-instelling van het CSTB (Centre Scientifique et Technique du Bâtiment).
43
DOSSIER
Architectuurbureau A.3 cvba - Aarlen Het architectuurbureau A.3 uit Aarlen telt 12 medewerkers en beschikt sinds 2004 over een ISO 9001 certificering die intussen al drie keer werd vernieuwd en nu beantwoordt aan de ISO 9001: 2008 standaard. Architect-vennoot Joël Collard: “Wij hebben om drie redenen voor ISO 9001 gekozen. Een: ons bureau is in 2001 opgericht door drie partners die elk hun manier van werken hadden, zodat wij nood hadden aan een uniforme werkwijze. Twee: wij doen veel openbare opdrachten, wat een goed gestructureerde aanpak vergt. Drie: in die periode was een ISO-certificering geregeld vereist om te kunnen inschrijven op een aanbesteding. Waarschijnlijk wilden opdrachtgevers bij het openstellen van de grenzen voor buitenlandse dienstverleners voorkomen dat ze met minder betrouwbare partners in zee zouden gaan. Intussen is die eis jammer genoeg nagenoeg compleet weggevallen.” ISO zou duur, administratief zwaar en niet op maat van het architectenbureau zijn: klopt dat? Joël Collard: “De introductie en certificering van een ISOkwaliteitssysteem kosten inderdaad tijd en geld. ISO kan je als volgt samenvatten: eerst schrijf je op wat je doet en dan doe je wat je hebt opgeschreven. Een lange en veeleisende methode, maar ze stelt je in staat het hele werkproces langs alle kanten te bekijken en bij alles vragen te stellen. Tussen de prille start en de certificering verliepen bij ons minder dan 18 maanden, wat weinig is. Intern heeft dat ongeveer 1 000 werkuren gekost. Als je daarbij de kosten voor consultancy en certificering telt, kom je op een totaalprijs van 50 000 euro. Voor de financiering daarvan hebben we aangeklopt bij de
Joël Collard
DIMENSION
Mogelijke bouwstenen voor een kwaliteitszorgsysteem
44
Projectbeheer
Administratief en financieel beheer
Bureaumanagement
• Aanstelling en ereloon • Programma • Project- en communicatieplanning • Ontwerp • Planning & ontwikkeling • Wetgeving, normen, andere vereisten • Gezondheid & veiligheid: taken ontwerper • Directie van de werf • Toegankelijkheid • Milieu • Offerteaanvraag + voorbereiding private/publieke contracten • Werfactiviteiten + voltooiing • Omgaan met liquidatie en faillissement
• Inkomende/uitgaande correspondentie en projectdocumenten • Klasseersysteem op papier en elektronisch • Tekenproductie • Informatiebronnen • Virusprotectie - malware • Computerbeheer • Back-up & herstel • Controle uitrusting • Financiële planning & controle • Inkoop
• Bureaubeheer & aanwijzing verantwoordelijkheden • Selectie & opleiding personeel • Veiligheid en gezondheid in het bureau • Audit, correcties en preventieve acties • Documentcontrole - bureauprocedures • Evaluatie project & feedback klanten • Evaluatie door het management
DOSSIER
bank, die ons probleemloos een lening heeft toegekend omdat ze het als een zinvolle investering beschouwde. Achteraf moet je rekening houden met een gemiddelde jaarlijkse kost van 2 000 euro voor de jaarlijkse toezichtaudit en de hercertificering na drie jaar. In het begin hebben we zowel voor de consultancy als voor de externe audit offertes gevraagd en onderhandeld over de kostprijs, met als argument onze relatief kleine organisatie. Een terugkerende investering in tijd is tenslotte de jaarlijkse evaluatie van het systeem door het management.” “Maar dat alles wordt ruimschoots gecompenseerd. Het belangrijkste voordeel is dat je dankzij de uniforme manier van werken veel tijd wint. Je maakt minder fouten en moet zaken dus geen twee keer doen. Alle inkomende en uitgaande documenten worden gecontroleerd en zaken die niet conform zijn worden gesignaleerd. Per project wordt de klantentevredenheid gemeten. Door de gebruikelijke taken op een standaardmanier te verrichten, kunnen wij meer tijd besteden aan onze core business: het ontwerp. Nieuwe medewerkers moeten uiteraard eerst vertrouwd raken met de procedures, maar een keer zover werken zij veel efficiënter dan in hun vorige werkomgeving. Dossiers lopen bij ons dikwijls over meerdere
jaren, waardoor er geregeld meerdere mensen aan werken. Dankzij het kwaliteitszorgsysteem vinden die altijd probleemloos de meest recente informatie op de juiste plaats terug. Maar ISO wordt pas een succes als iedereen er 100% achter staat. Gelukkig beschikten wij in ons team over een heel actieve kwaliteitscoördinatrice die zowel de directie als de medewerkers geregeld herinnerde aan het engagement dat wij ten aanzien van de ISO-certificering aangegaan waren.” “ISO wordt wel eens te zwaar genoemd, maar dat is niet zo. Je past het toe zoals je zelf wil en je stopt in het systeem alleen de zaken die je nodig hebt. Zo vermijd je een onnodige papierberg. Met ISO 9001 beschik je meteen over een instrument om nieuwe actieterreinen te introduceren, bijvoorbeeld duurzaamheid. Je legt vast wat je wil bereiken en in welke middelen je daarvoor wil voorzien. Dat alles maakt je organisatie veel performanter. Je doet meer met minder. ISO 9001 heeft het ons mogelijk gemaakt om uit te groeien tot het derde grootste architectenbureau van Wallonië volgens de Trends Top Bouw.” Tekst: Colette Demil & Staf Bellens
023
Bereik lagere U-waardes • Uitstekende thermische prestaties • Perfect aansluitend tand & groef systeem aan de 4 zijden • Prefab hoekpanelen voor nog betere detaillering • Stevig en vormvast
®
Hoog rendement PIR isolatie voor muur, dak en vloer
DIMENSION
• Specifieke producten per toepassing
www.xtratherm.be 45
DOSSIER
01
Luchtdicht bouwen
De impact voor de EPB-berekening
DIMENSION
Elke architect weet dat via openingen en kieren heel wat warmte verloren gaat. Aangepaste materialen en een goede uitvoering kunnen het energieverlies aanzienlijk terugdringen. Er waren zo’n 600 architecten voor de NAV-infosessies rond luchtdicht bouwen en de impact hiervan op de EPB-berekening.
46
01 Xella: Ytong en Hebel basis voor luchtdicht bouwen Luchtdicht bouwen begint met een juiste keuze van het ruwbouwmateriaal. Bij massieve bouw met Ytong of Hebel is er een geringe kans op luchtlekken. De volle materialen worden gelijmd, wat resulteert in luchtdichte voegen en het ontbreken van holle ruimtes. Er circuleert dus geen lucht in de muren zelf en er is geen risico op het creĂŤren van luchtlekken bij het plaatsen van bijvoorbeeld stopcontacten. Ook voor het dak is Hebel cellenbeton een betrouwbare oplossing. www.xella.be
DOSSIER
“Een goede luchtdichtheid verbetert het thermisch comfort en heeft een directe impact op de netto-energiebehoefte voor verwarming en koeling. Deze bouwkwaliteit vertaalt zich direct in de energieprestatie van het gebouw”, leidde architect Luc Dedeyne in.
slaagde test mag de windsnelheid niet meer bedragen dan 6m/s - 3 Beaufort. Er mag niemand op de werf - bij een Btest - of in de woning - bij een A-test - aanwezig zijn. Aan de hand van de lektest kan worden nagegaan hoeveel volume er moet zijn om 50 Pa te bereiken. Het lekdebiet en het verschil in luchtdruk dienen dus gemeten te worden. Men voert de test bij voorkeur uit op een vensterdeur, in tweede instantie op een deur met afdichting onderaan of op een deur zonder afdichting. Er dient altijd zowel een overdruk- als een onderdrukmeting uitgevoerd te worden.”
B-test niet enkel voor passiefhuizen Energiecoördinator Peter Meert gaf tekst en uitleg bij het interpreteren van de resultaten van een luchtdichtheidstest en thermografie: “Voor woningen is een blower door test aangewezen, voor grote gebouwen kan dit aan de hand van een ventilator op een aanhangwagen. Eén fan kan tot 13.592 m³/h verplaatsen bij 50 Pa. Een blower door test op een woning uit de jaren ’80 resulteerde in een n50 van 7,2 (1/h), dit zijn 7,2 luchtwisselingen op één uur tijd. Ter vergelijking, bij een passiefhuis bedraagt de n50 maximaal 0,6 (1/h). Men kan lekken opsporen aan de hand van rookstaafjes, een fogger of een IRcamera. Met deze laatste kan ook in- of exfiltratie van lucht worden opgespoord. Een dergelijke camera ‘ziet’ geen koude of warme lucht, maar kan wel zien waar de koude of warme lucht een materiaal afkoelt of opwarmt. Een A-test wordt gebruikt als definitieve test op afgewerkte woningen, een B-test is ideaal voor passiefhuizen, maar kan ook gebruikt worden als tussentest bij nog niet-afgewerkte woningen. Voor een ge-
03
02 Testo: thermische camera partner bij Blowerdoor Met de Blowerdoor kan men meten of er een probleem is met de luchtdichtheid van een gebouw, en daarna de oorzaak ontdekken. Een thermische camera laat toe om efficiënt lekken op te sporen. Een geschikt toestel hiervoor is de testo 881 met een thermische gevoeligheid van < 50 mK en - dankzij de SuperResolution-technologie - een scherpe beeldkwaliteit. Hierdoor worden zelfs de kleinste temperatuurverschillen zichtbaar en beschikt de energie-adviseur over beelden in hoge resolutie. www.testo.be
Architect Benny Craenhals, adviseur NAV, besprak een aantal aandachtspunten en bouwtechnische oplossingen bij luchtdicht bouwen: “Transmissieverliezen worden extra versterkt door lekverliezen. Net daarom is het behoud van een luchtdichte gebouwenschil belangrijk. Winddichting (om stromingen van buiten naar binnen uit te sluiten) en luchtdichting (om stromingen in omgekeerde richting te vermijden) gaan hand in hand. Een aandachtspunt is zeker het afdichten van kabelen buisdoorvoeringen door de luchtdichte gebouwenschil. Wat de luchtdichtheid van daken betreft, geldt het onderdak - bij hellende daken - niet als luchtscherm, hoogstens als windscherm. En isoleren is nog niet hetzelfde als een wind-
04
»
05
06
03 Helia: ECON® QUADRA & ECON® HOLLE WAND De luchtdichte inbouwsystemen voor installatie in metselwerk en holle wanden van HELIA verminderen de energieverliezen die kunnen ontstaan door een luchtdoorlatende elektrische installatie. De elasticiteit van het HELIA dichtingsmembraan zorgt bij de doorvoering voor een perfecte afsluiting van de kabel of buis. Ongecontroleerde luchtstromingen zijn uitgesloten, warmteverliezen en gebouwenschade door condensvorming kunnen worden voorkomen. De luchtdichte en verwerkingsvriendelijke ECON-techniek garandeert een intelligente elektro-installatie. www.helia-elektro.be DIMENSION
02
Nood aan normalisatie luchtdichte materialen
47
DOSSIER
scherm aanbrengen. Bij lekkages gaat er waterdamp door een bouwdeel op basis van diffusie en convectie. Een opening van slechts 1 mm over een lengte van 1 meter resulteert reeds in een doorstroming van 360 g water/dag per m² en kan dus tot ernstige beschadiging leiden. Bij het niet luchtdicht afsluiten van leidingen en buisdoorvoeringen kunnen luchtdichte manchetten een oplossing bieden. Ook de luchtdichtheid van wanden - zeker bij houtskeletbouw - en van raam- en deuraansluitingen kan voor problemen zorgen. Hier is het belangrijk dat thermografie en blower door als complementaire technieken aangewend worden. Een voornaam punt is ook dat men compatibele materialen - van dezelfde fabrikant - gebruikt. De meeste nichefabrikanten bieden nu totaaloplossingen op maat aan. Welke materialen best geschikt zijn
als luchtscherm, is afhankelijk van de bouwwijze en de wijze waarop constructies op elkaar aansluiten. Afhankelijk van de situatie kan gekozen worden voor starre platen, soepele folies, tapes en pasta’s. Ook traditioneel pleisterwerk kan goede resultaten opleveren mits aandacht voor aansluitingen en doorvoeren. Bij de keuze voor OSB platen blijken er grote verschillen te zijn tussen verschillende platen maar ook tussen diverse fabrikanten. In een studie rond de luchtdichtheid van OSB-platen werden 8 merken getest. Er blijkt ook een grote spreiding te zijn van de resultaten per fabrikant. Er is dus dringend nood aan normalisatie wat betreft de luchtdichtheid van materialen. ” Ir.-arch. Koen Willem sloot af met een toelichting van de praktijkoplossingen van de diverse partners-fabrikanten.
04 VELUX: dieper in het dak
DIMENSION
Het nieuwe VELUX-gootstuk voor verzonken inbouw (EDJ 2000) in gegolfde dakmaterialen ligt 4 cm lager en is dus beter geïntegreerd in het dakvlak. Het aluminium gootstuk zorgt voor de perfecte waterdichting rondom het dakvenster en is aanpasbaar aan het profiel van het dakmateriaal. Het bevat het isolerend BDX-kader wat, in combinatie met een manueel uitzetbaar dakvenster in wit polyurethaan met drievoudige beglazing, resulteert in een performante isolatiewaarde van het geheel van U = 0,82 Wm²/K. www.velux.be
48
07
08
05 Reynaers Aluminium: REYNACONNECT
07 Dörken: DELTA®-LIQUIXX
Wie aan een energie-efficiënte woning denkt, denkt zeker aan luchtdicht bouwen. Dit vormt de hoeksteen van energievriendelijk bouwen en bepaalt mee het E-peil van een gebouw. Daarom ontwikkelde Reynaers het REYNACONNECT systeem dat voor een luchtdichte plaatsing van het schrijnwerk zorgt. Samen met de hoog isolerende raam- en deurprofielen van Reynaers Aluminium vormt REYNACONNECT de tandem om een energievriendelijk project te realiseren. www.reynaers.be
Met haar DELTA®-LIQUIXX luchtdichtheidsproduct heeft Dörken de “Batimat de Bronze 2011“ gewonnen. Het betreft een pasta-achtige coating met een hoge structurele viscositeit voor de luchtdichte afwerking van aansluitingen. Met dit materiaal kunnen DELTA®-Luchtschermen aan wanden, doorvoeren, kabels en moeilijk bereikbare plaatsen worden aangesloten. Deze gebruiksklare pasta wordt verwerkt samen met systeemcomponent DELTA-LIQUIXX GT 15 geotextiel. www.doerken.be
06 ISOVER: Vario-gamma
08 SPANOTECH: Durélis Vapourblock
Een luchtdichte constructie zorgt ervoor dat warme lucht binnen, en koude lucht buiten, blijft. Met het Vario-systeem biedt ISOVER totaaloplossingen in luchtdicht bouwen. Het brede Vario-gamma biedt voor elk scenario waarbij lucht kan ontsnappen, een oplossing. Denk aan aansluitingen tussen materialen of bouwdelen, doorvoeren van technische leidingen door luchtdichting. De vochtregulerende folie Vario KM duplex en de bijhorende, op elkaar afgestemde, accessoires dichten alle kieren. www.isover.be
SPANOTECH biedt oplossingen voor luchtdichte beplating van wand-, vloer- of dakconstructies in lage energie en passieve gebouwen. De Durélis Vapourblock is een constructieve en vochtwerende bouwplaat (P5) met TopFinish oppervlak en Vapourblock coating die zorgen voor een gegarandeerde luchtdichtheid met dampscherm. Beschikbaar in grote afmetingen - wat het aantal naden beperkt - en ook in laag formaldehyde ‘Naturspan’ en brandvertragende kwaliteit ‘Hidroflam’. www.spanotech.be
Techniek in zijn mooiste vorm
Batibouw 2011 Stand 12-100
Batibouw 2012 Stand 12-411 MSZ-EF UNITS
www.mitsubishi-electric.be
REPORTAGE
In hartje Londen, dichtbij St James’s Park, Buckingham Palace en Westminster, staat het indrukwekkende Wellington House. Dit historische gebouw met zijn unieke ligging dateert van 1930 en was aan een grondige renovatie toe. Loveld UK Ltd - dat inmiddels gevelarchitectuur projecten realiseerde van hartje Londen tot in Schotland -, opteerde voor Agra Red van Beltrami, een Indische zandsteen met een opvallende, roodbruine achtergrond.
Beltrami
Indische natuursteen brengt gevel in beweging Belgische bijdrage Een dergelijk renovatieproject vraagt vakmensen met ervaring, kennis en een gezonde portie creativiteit. Bouwheer Land Securities, één van de grootste spelers op de Londense vastgoedmarkt van commerciële projecten, heeft de nodige expertise en kennis in huis voor grote bouwprojecten. Met de renovatie van het Wellington House waagde de bouwheer zich echter op onbekend terrein, want het betrof het eerste grote, residentiële project van Land Securities. De aanstelling van Wates Construction Ltd als hoofdaannemer en van HLM Architects als architectenbureau was een eerste belangrijke stap in de ontwikkeling van dit renovatieproject. Naast de inbreng van deze gereputeerde partners uit het UK was ook de Belgische bijdrage tot deze projectrealisatie niet gering. Deze kwam uit Vlaamse hoek, meer bepaald van de firma Loveld uit Aalter en van natuursteenspecialist Beltrami uit Harelbeke.
‘Continu bewegende gevel’
DIMENSION
Loveld is gespecialiseerd in gevelarchitectuur en verwerkt zowel beton als natuursteen in prefabelementen. Dit aannemersbedrijf, opgericht in 1985, heeft een stevige reputatie opgebouwd in het Verenigd Koninkrijk, waar het met ‘Loveld UK Ltd’ sinds 1990 een eigen dochterfirma heeft. Inmiddels werden er projecten gerealiseerd van hartje Londen tot in Schotland. Loveld haalde het gevelproject voor Wellington House dus binnen en opteerde voor Beltrami als natuursteenleverancier. Andre Vanhulle van Loveld: “We hebben inmiddels ruime ervaring met buitenlandse projecten. Zeker in UK en in Schotland hebben we de laatste jaren een aantal mooie projecten gerealiseerd: onder meer het Mint Hotel en het Grange St. Paul’s Hotel in Londen en de Universiteit van Edinburgh. Eens het bewijs van vakmanschap en ervaring geleverd is in deze gespecialiseerde nichemarkt wordt men sneller gecontacteerd voor dergelijke opdrachten.“ De architecten wilden de gevel van Wellington House een
50
continu bewegend effect meegeven, verwijzend naar de drukte van de Londense metropool. Een kunstenaar creëerde hiervoor een speciaal motief.
Indische zandsteen Het vertalen van dit architecturale concept in de gevel was geen sinecure. De zoektocht naar de juiste natuursteen die deze visie perfect kon belichamen, bleek niet evident. In samenspraak met de architecten werd er geopteerd voor Agra Red, een Indische zandsteen met een opvallende, roodbruine achtergrond. Het kiezen van de natuursteen was een delicate opdracht. Herwig Callewier, zaakvoerder van Beltrami, bezocht persoonlijk de Indische natuursteengroeve. Hij voerde ter plaatse de nauwgezette materiaalselectie uit en kon op die manier een grondige kwaliteitscontrole uitvoeren en een kwaliteitsgarantie verzekeren.
Elke steen heeft specifieke vorm en dikte Geert Verleysen van Loveld stond in voor de werfopvolging: “De voorbereiding van een dergelijk project dient zeer minutieus te gebeuren, elk natuursteenelement in Agra Red werd individueel uitgetekend. De samenwerking tussen de verschillende partners verliep voorbeeldig, er was voldoende ruimte voor overleg en discussie tussen alle betrokkenen. Als je de gevel van dichtbij bekijkt, zie je dat elke steen een heel specifieke vorm en dikte heeft. Het lijken precies allemaal kleine kunstwerkjes. Voor elke natuursteen werd op voorhand een afzonderlijke plaat gemaakt waaruit vervolgens het motief werd gelaserd. We leverden in totaal zo’n 2.200 m² natuursteenelementen, zowel rechte als gebogen stukken, en dit in verschillende diktes.“
Vlotte montage De gevel van Wellington House trekt inmiddels hoge ogen, elke voorbijganger probeert zich een beeld te vormen van de ingewikkelde constructie.
Geert Verleysen over de plaatsing van de Agra Red natuursteenelementen van Beltrami: “Het eigenaardige is dat de bevestiging van de gevelstukken helemaal niet zo complex was dan aanvankelijk werd gedacht. We konden gebruik maken van standaard ophangsystemen. Een Engelse montageploeg plaatste de volledige gevel onder de leiding van één van onze medewerkers. Per dag werden gemiddeld 8 gevelstukken bevestigd.“ Het resultaat van dit specialistenwerk mag gezien worden. Wellington House is een waar kunstwerk geworden, en meteen een eerste stap in de opwaardering van deze Londense regio op residentieel gebied. www.beltrami.be
een solide bescherming EEN SOLIDE voor een BESCHERMING stevig beroep VOOR EEN
STEVIG BEROEP
Ainb wordt ondersteund door:
AiNB wordt ondersteund www.argentalu.be door:
www.giroflex.be
www.dedon.be
www.desso.be www.glazz.eu
www.silestone.com
www.vescom.be
www.vola.be
www.bosspaints.be
www.gira.be
www.interfaceflor.be www.aquaconcept.be
www.lambrechts.eu www.aro.be
www.sigma.be
the future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com
www.deltalight.be
www.formica.be
www.abet.be
www.sv.be www.giorgetti.eu
Showroom werkinstrument voor architect In de showroom van Beltrami aan de Venetiëlaan in Harelbeke werden - benevens natuursteen - zo weinig mogelijk andere materialen aangewend. Enkele beschilderde binnenmuren laten het contrast met de natuursteen nog beter uit de verf komen. De vier Beltrami-collecties - Beltralinea, Beltraline, Marmocer en Trafficstone - zijn harmonieus uitgewerkt. De showroom is tevens bedoeld als werkinstrument voor de architect, alle faciliteiten zijn aanwezig. In de toonzaal worden reeds heel wat representatieve natuursteen vlakken getoond. Samen met de Beltrami-specialist kunnen architect en bouwheer ook in het platendepot en het tegelmagazijn terecht om een eigen stukje natuursteen uit te kiezen, bijvoorbeeld om voor tegels uit een lichtere dan wel een eerder donkere partij natuursteen te opteren. Er is keuze uit meer dan 150 materialen en afwerkingen. De showroom bevat eveneens een afgesloten werkruimte voor architecten en een koffiehoekje waar architect en bouwheer rustig kunnen overleggen en stalen vergelijken.
www.ainb.be
ACTUA
03
02 250 deelnemers voor NAV 01 seminarie: ‘De juiste dekvloer voorschrijven’ Een ‘chape’ voorschrijven is niet meer zo simpel. Er bestaan heel wat verschillende soorten dekvloeren en niet alle dekvloeren zijn steeds van toepassing. Als ontwerper is het echter van groot belang de juiste dekvloer te kiezen. NAV organiseerde daarom, in samenwerking met Isolatiechape-royaux.be, een seminarie dat deze thematiek onder de loep neemt. Ruim 250 (interieur-) architecten namen deel aan dit seminarie. Dit ging door op 23 januari, tijdens de beurs Stone Expo (Flanders Expo Gent).
02
Projectbezoek OostCampus, bekroond met zilveren Holcim Award for Europe
DIMENSION
Op 15 september 2011 werden in Milaan voor de derde keer de Holcim Awards for Europe uitgereikt. Dit is een internationale wedstrijd die duurzame ontwikkeling, toekomstgerichte concepten en innovatieve projecten in de verf zet. De Spaanse architect Carlos Arroyo won met het ontwerp Bestuurs- en Dienstencentrum OostCampus de zilveren medaille op die prestigieuze Holcim Awards for Sustainable Construction. Architect Carlos Arroyo realiseerde het project samen met het Antwerpse architectenbureau ELD partnership. De gemeente Oostkamp kocht de vroegere site van Coca-Cola om er de dienstverlening (zowel administratie als uitvoeringsdiensten) te centraliseren. Via de Open Oproep van de Vlaams Bouwmeester zocht de gemeente een architect met een innovatief concept. De volledige site (oppervlakte 4 hectare) wordt getransformeerd naar een nieuw Bestuurs- en Dienstencentrum voor de gemeente en het OCMW van Oostkamp. Beide besturen wilden van meet af aan een duurzaam gebouw realiseren voor een relatief beperkt budget. Voor de architecten betekende dit een extra grote uitdaging. Het ontwerp van Carlos Arroyo recycleert waar mogelijk de bestaande ruimte en infrastructuur van de voormalige loods. Hoofdaannemer CEI - De Meyer staat in voor de uitvoering van het project. Via NAV konden 100 architecten samen met de ontwerpende architect dit vooruitstrevende project bezoeken op 16 februari 2012.
52
04 NAV had een exclusief gesprek met architect Carlos Arroyo. Het interview vind je terug in NAV News en op www.nav.be - rubriek interviews.
03
NAV infosessies ‘Bouwknopen: details in de praktijk’ groot succes De energieprestatie-eisen worden almaar strenger. Ook de bouwdetaillering is van essentieel belang. Daarom organiseerde NAV, samen met Wienerberger, een reeks infosessies over de bouwknopen. Tijdens deze infosessie werden de regelgeving en bouwdetailleringen onder de loep genomen. Deelnemers kregen tips en vuistregels om ontwerpmatig de bouwknopen te detailleren. Wienerberger stelde op deze avonden hun bouwknopenatlas voor, als hulp bij het voorontwerp, de uitvoering en de EPB-verslaggeving. Na afloop van de presentaties konden de deelnemers, bij een hapje en een drankje, meer uitleg en simulaties van de bouwknopenatlas verkrijgen. Na de volzette eerste reeks sessies begin dit jaar, werden er 3 extra’s ingelast. In totaal vonden 7 sessies Bouwknopen plaats in verschillende Vlaamse provincies. Meer dan 1100 architecten lieten zich hier informeren.
04
NAV infosessies over de oplevering: ook voor de ontwerper een cruciaal moment De oplevering van een project is een cruciaal moment voor de architect. Hier mag niet licht over gegaan worden. Dikwijls is er echter een gebrek aan voldoende kennis over het belang en de gevolgen van de oplevering. NAV organiseerde daarom rond dit thema infoavonden, op 21, 23 en 28 februari 2012. Gastspreker Christophe Lenders (GSJ advocaten) gaf de aanwezigen op twee uur tijd een boeiend en duidelijk overzicht. Nadien was er nog de mogelijkheid om vragen te stellen. Tijdens de afsluitende drink konden de aanwezigen nog wat napraten en de grote brok aan informatie doorspoelen met een drankje. Er leven duidelijk veel vragen en onduidelijkheden rond de oplevering.
»
Een totale benadering van uw visie
nav partners 2012:
Kleidakpannen
The future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com
The future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com The future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com
www.ar-co.be
www.ar-co.be www.ar-co.be
Bouwverzekeringen: onze ervaring, uw zekerheid www.protect.be Bouwverzekeringen:
www.xella.be
www.rockwool.be The future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com www.rockwool.be
www.rockwool.be www.xella.be www.xella.be
www.rockwool.be
www.renson.be Innovation is a tradition www.renson.be www.comap.be www.renson.be
www.c3a.be
www.c3a.be www.colorcoat-online.com www.c3a.be
onzeBouwverzekeringen: ervaring, uw zekerheid www.xella.be www.protect.be onze ervaring, uw zekerheid www.protect.be
www.velux.be
www.velux.be www.c3a.be www.velux.be
Bulex … ik kick op warmte !
Bulex … ik kick op warmte Bulex ! …www.bulex.be Bulex … ik www.sika.be kick op warmte ! ik kick op warmte ! www.sika.be www.bulex.be www.bulex.be www.sika.be www.bulex.be
www.reynaers.be
www.sika.be www.reynaers.be www.reynaers.be
www.cbr.be
www.atab.be www.cbr.be www.cbr.be
Kleidakpannen
www.derbigum.be Bouwverzekeringen: onze ervaring, uw zekerheid www.protect.be www.derbigum.be www.derbigum.be
www.gira.com
www.gira.com www.velux.be www.gira.com
www.henrad.com
www.cbr.be www.henrad.com www.henrad.com
Kleidakpannen
Kleidakpannen
www.koramic.com
www.inter-ceram.be www.koramic.com www.koramic.com
www.masser.be
www.masser.be www.eurosunkeukens.be www.masser.be
www.koramic.com
www.masser.be
www.nav.be www.silestone.com www.nav.b www.nav.be www.nav.be
www.nav.be
ACTUA
05
06
05 Dit was te merken aan het grote aantal geïnteresseerde architecten. In een mum van tijd waren de drie locaties (Wijnegem (Desco), Waregem (Buro Modern) en Hasselt (Lambrechts)) volzet. In totaal namen 320 (interieur-)architecten deel aan deze infoavonden.
05
Vitruvius cursus Houtskeletbouw: opbouw, technische mogelijkheden en innovaties
Met klemtoon op de opbouw, technische mogelijkheden en innovaties in houtskelet constructies vormde deze cursus een leidraad voor de ervaren en minder ervaren architect. Ze werd opgesteld samen met Fedustria, de Belgische federatie van de textiel-, hout-, en meubelindustrie. De cursus vond plaats in maart, bestond uit 2 namiddagsessies en kon in Gent of Antwerpen gevolgd worden. Opbouw van een houtskeletconstructie kwam als eerste aan bod, samen met voorbeelden van typische bouwdetails. Met bouwfysische en akoestische opvattingen werd de 1e cursusnamiddag afgesloten. In deel 2 werd het standaardbestek voor houtskelet (Vmsw) nader bekeken en stelde het Technisch centrum van de houtnijverheid een aantal innovaties en mogelijkheden om te werken met grote overspanningen. Praktische cases, gebracht door diverse architecten, volgden op het einde. Dit met een korte getuigenis van het bouw- en ontwerpproces en een indicatie van kostprijzen. De 320 deelnemers illustreerden de belangstelling bij architecten voor deze bouwmethode.
06
NAV geeft architecten inzicht in het bureaumanagement
In de context van het continuïteitsproject ‘inGroeien in een Ontwerpomgeving’ merkte NAV dat er bij architecten vaak nog een gebrek aan management skills en -kennis is. Dit is voor mogelijke intreders een grote drempel om de stap tot zaakvoerder te zetten. Voor huidige zaakvoerders belemmert dit vaak de groei of een efficiënte werking.
DIMENSION
In 5 sessies worden de deelnemers bijgeschoold op het vlak van strategie, financieel beleid, HRM, leiderschap skills en timemanagement. Hierbij wordt telkens de theorie aangevuld
54
met verhalen uit de praktijk. Deze sessies konden op grote interesse rekenen. In enkele dagen tijd waren reeds 78 architecten ingeschreven en waren de drie locaties (Gent, Leuven en Antwerpen) volzet. In maart ging deze opleiding van start. De deelnemers konden reeds heel wat opsteken van de eerste twee sessies. Na een korte pauze in de paasvakantie werd de opleiding in april en mei verdergezet.
07
Infosessie ‘Voorschrijven van elektrische installaties’
Weinig architecten kregen een stevige basis elektriciteit mee tijdens hun opleiding. Wat weet u hierover en hoe schrijf je dit voor? De 180 inschrijvingen voor de infosessie ‘Voorschrijven van elektrische installaties op 14 maart bevestigde de nood aan goede informatie. Geert Latré (VTI Roeselare) overliep de belangrijkste basiskennis van elektriciteit. Al snel werd overgegaan naar praktische aandachtspunten. Wat zijn de vereisten voor elektriciteit in de badkamer? Welke fouten worden veel gemaakt bij het plaatsen van de aarding? Ook de eisen voor hoogspanningscabines kwamen aan bod. Na de pauze werd ingegaan op domotica. In het kader van het IWT-project ‘Ontwerpgids geïntegreerde leef- en woonautomatisering’ werden de mogelijkheden en tips getoond om de gewenste installatie te bekomen. In een panelgesprek stelden de partners Stagobel Elektro, CCI en Casalingo hun expertise en oplossingen voor op dit gebied. Aansluitend werd de ontwerpgids voorgesteld. Guy Kasier (E&D systems) ging in op het voorschrijven van domotica-installaties. De middelen voor een klassieke elektrische installatie volstaan niet om woonautomatisering te definiëren. Dankzij het domoticadossier kan u vergelijkbare offertes opvragen en wordt de oplevering eenvoudiger.
De aanwezigen kregen na afloop een exemplaar van de ‘ontwerpgids geïntegreerde leef- en woonautomatisering’ mee naar huis. Wie deze gids wil bestellen kan dit nog steeds via de webshop op www.nav.be. NAV-leden vinden ook de syllabus van deze infosessie terug op de NAV-website.
ACTUA
07
08
09
06
08
09
Op deze vier avonden werden het principe en de basisregels van luchdicht bouwen toegelicht. Architect Luc Dedeyne onderstreepte hoe belangrijk een goede luchtdichtheid is voor een goed werkend ventilatiesysteem en voor de energetische prestaties van een gebouw. Energiecoördinator Peter Meert gaf tekst en uitleg bij het interpreteren van een luchtdichtheidstest en een thermografische studie. Architect Benny Craenhals ging dieper in op details, aandachtspunten en bouwtechnische oplossingen bij luchtdicht bouwen. De praktijkoplossingen van de partners Dörken, Helia, Isover, Reynaers Aluminium, Testo, Spanotech, Velux en Xella werden toegelicht door ir.arch. Koen Willem. Na het seminarie konden de aanwezigen zich verder informeren op de standen van de partners.
Bio-ecologisch, mens- en milieuvriendelijk bouwen winnen aan belang. Om dit in praktijk te realiseren is een andere benadering en uiteraard de juiste kennis van alternatieve materialen en technieken nodig. Samen met VIBE, Vlaams instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen, ging Vitruvius Academy op zoek naar een antwoord op volgende vragen: Bestaan er evenwaardige alternatieven voor traditioneel bouwen? Hoe pak je dergelijk project aan als architect? Wat is het verschil tussen ‘duurzaam’ bouwen en ‘bio-ecologisch’ bouwen met een hoger ambitieniveau? De cursus gelde als een inleiding en bood inzicht in bioecologische bouwmethodes, vuistregels, aandachtspunten voor ontwerp en mogelijkheden en limieten van materialen. 120 cursisten namen hier aan deel.
Meer dan 600 architecten aanwezig op de infosessies ‘luchtdicht bouwen’
Cursus Bio-ecologisch bouwen: visie, bouwmethodes, materialen en aanpak
delicious-catering.be
Maak elk feest Delicious! Als professionele cateraar haalt Delicious alles uit de kast om van elk evenement of privéfeest een festijn te maken. We gaan voor een onvergetelijke belevenis en toveren telkens een origineel bouquet van subtiele aroma’s en onweerstaanbare creaties op het bord. Een spontaan onthaal en een stijlvolle bediening zijn natuurlijk inbegrepen. We zijn pas tevreden als u na afloop volmondig en voldaan zegt: “It’s Delicious!”
DIMENSION
Antwerpen - Brugge - Brussel info@delicious-catering.be - www.delicious-catering.be
113603 DELICIOUS ADVERT SABATO 230x142.indd 1
29/03/12 17:10
55
REPORTAGE
Als ontwikkelaar en bouwer is het Nederlandse Bouwbedrijf Pennings sinds augustus 2009 betrokken bij de renovatie en uitbreiding van het winkelcomplex ‘Meubelplein Ekkersrijt’, vlak bij Eindhoven. Het parkeerdak, Dakdeel B, werd afgewerkt met een toplaag van 2400 m² Polygum Carrara bitumen dakmembraan van ATAB, een luchtzuiverende en CO2 reducerende dakrol.
ATAB
Duurzaam en hightech parkeerdak Grootschalige renovatie en nieuwbouw In opdracht van bouwheer Altera Vastgoed werd, gelijktijdig met de ontwikkeling van de nieuwbouw, een groot deel van het bestaande complex grootschalig gerenoveerd. Het project - naar een ontwerp van VVKH architecten uit Leiden - omvat 3 onderdelen. Projectdeel A heeft betrekking op het hoofdgebouw - met een parkeerdak van 19.000 m², voor 500 auto’s - waarvan inmiddels het eerste kwart van het prefab betonnen skelet klaar is. Van projectdeel B - dat slaat op het midden gebouw, ‘Het Hart’ genaamd, met een oppervlakte van 5.000 m² - is de staalconstructie dakvloer afgewerkt. Projectdeel C betreft de inmiddels volledig afgeronde renovatie van de bestaande gebouwen. Het gaat over geheel vernieuwde winkelunits, met een totale vloeroppervlakte van ongeveer 21.000 m². Deze werden reeds medio 2011 opgeleverd. Na deze renovatie, de sloop van een deel van het bestaande complex en het bouwrijp maken van het terrein, werd in september 2011 gestart met de realisatie van de spectaculaire nieuwbouw ter grootte van 24.000 vierkante meter. Samen met het gerenoveerde deel moet het Meubelplein met 45.000 vierkante meter één van de grootste winkelconcentraties in Zuid-Nederland worden.
Mix van open en overdekte winkelpromenades
DIMENSION
Het vernieuwde complex zal niet alleen opvallen door de omvang, maar ook door het concept. VVKH architecten uit Leiden ontwierp een mengeling van open en overdekte winkelpromenades die met elkaar verbonden worden door een innovatief stelsel van (rol)trappen en liften. Twee hellingbanen, die zijn geïntegreerd in de voorgevel, leiden naar een parkeerdek met plaats voor vijfhonderd auto’s. Een andere eyecatcher is een bolvormig gebouw van drie bouwlagen midden
56
in het complex. Door vorm en verlichting zal dit ‘Hart van Ekkersrijt’ vanuit alle hoeken goed zichtbaar zijn. Het project wordt in het voorjaar van 2013 opgeleverd. Naast de bestaande huurders komt er een groot aantal nieuwe winkels op het gebied van wonen en elektronica.
Witte reflecterende ECO bitumen dakbaan Via haar recent gelanceerde luchtzuiverende en CO2 reducerende witte Polygum Carrara dakbaan is ook ATAB nauw bij dit Nederlandse renovatie- en uitbreidingsproject betrokken. De afgelopen jaren introduceerde ATAB al een aantal duurzame producten, waaronder witte reflecterende dakbanen voor o.a. solar-toepassingen, vloeibare waterdichtingssystemen voor daken en systemen voor groendaken. “Het verminderen van de ecologische voetafdruk en het ontwikkelen van producten en systemen volgens de cradle-tocradle principes zijn voor ATAB een strategische uitdaging”, aldus Eric Pelsers, Project Manager Polygum-Nederland: “Polygum Carrara, een witte reflecterende ECO bitumen dakbaan, is het nieuwste resultaat van onze research inspanningen. Carrara doet denken aan het Italiaanse marmer en symboliseert de strijd tegen de natuurelementen, het puurste wit en de duurzaamheid ervan. Polygum Carrara staat voor een ECO dakbaan waarvan de bitumen coating is samengesteld uit een substantieel aandeel gerecycleerde grondstoffen. Deze laatste bestaan hoofdzakelijk uit geregenereerd bitumen van oude dakbedekking en productierestanten, gerecycleerde polyesters en polimeren.”
Een gedeelte van het parkeerdak boven het hoofdgebouw B van Meubelplein Ekkersrijt draagt een duidelijke ATAB-stempel. Terwijl de dragende constructie bestaat uit een geprofileerd staaldak, bestaat de verdere technische onderbouw integraal uit een aantal complementaire ATAB-oplossingen. Op het staaldak werd eerst een PE folie als dampscherm aangebracht. Er werd geïsoleerd door middel van PIR hardschuimplaten. De onderlaag bestaat uit Tecnorock APP, en de toplaag uit 2400 m² Polygum Carrara bitumen dakmembraan. De werkzaamheden aan het parkeerdak werden uitgevoerd door de firma A. v. Diessen Dakbedekkingen BV uit Valkenswaard, een onderneming gespecialiseerd in het waterdicht maken van platte daken. Het bedrijf - sinds 2000 Polygum erkenninghouder - is gerechtigd om de 10 jaar All-in garantie af te geven aan zijn opdrachtgevers.
Hittereflecterend en koelend “Dit nieuwe witte reflecterende ECO bitumen dakmembraan heeft een te verwachten levensduur van meer dan 35 jaar en is voorzien van de nieuwste technologieën”, aldus Eric Pelsers. “Het dakmembraan reduceert aanzienlijk de CO2 uitstoot en de ecologische voetafdruk, waardoor het dakvlak
als het ware een luchtzuiverende functie krijgt. De bovenzijde ervan is afgewerkt met een witte hoogreflecterende en natuurlijke minerale afwerking, met een Solar Reflectance Index van 64 en een emissiviteit van 90%, wat resulteert in een oppervlakte temperatuurdaling van de dakbedekking van meer dan 30°C. Het dakmembraan voldoet bovendien aan de 4 Europese brandnormen.”
Luchtzuiverend Het witte reflecterende mineraal aan de bovenzijde is voorzien van de “Air Care Technology” die luchtzuiverend werkt door de broeikasbevorderende stoffen NOx en SOx om te zetten in onschadelijke milieu-neutrale stoffen. Marc Poppe, marketing manager ATAB nv: “De minerale Carrara-afwerking is namelijk gecoat met anataas Titaniumdioxide (TiO2) dat onder invloed van UV-licht werkt als een katalysator die stikstofoxiden en zwaveloxiden - stoffen die de verzuring van het milieu in de hand werken en het broeikaseffect mee veroorzaken - omzetten in onschadelijke en milieu-neutrale stoffen. Dit draagt bij tot de reductie van secundair fijn stof in de lucht.” www.atab.be www.polygum-nederland.nl DIMENSION
Toplaag in Polygum Carrara
57
Geef kleur aan akoestiek
Rockfon lanceert
34 nieuwe exclusieve kleuren voor akoestische plafondoplos-
singen. Rockfon Color-all™ is dé manier om de looks, dynamiek en perspectieven van plafonds te versterken.
6 inspirerende thema’s voor praktische kleurtips, een visuele impact en een optimaal comfort voor ogen en oren.
www.rockfon.be
TO
NES
SPECIALIST
Waardering van de architectenvennootschap
De waarde is een objectief gegeven. Meestal vormt het de basis voor de prijsbepaling van de aandelen. Er is derhalve een duidelijk verschil tussen ‘waarde’ en ‘prijs’. Bij de bepaling van de prijs worden subjectieve elementen toegevoegd aan de waarde, waardoor de prijs kan verschillen van de waarde. Benaderingen Een geïnteresseerde overnemer of toetreder zal voornamelijk oog hebben voor de toekomstperspectieven. Het vermogen van de vennootschap heeft immers enkel enige waarde in de mate dat de verkrijger er toekomstig voordeel uit kan halen. Bij de waardebepaling van een vennootschap worden alle componenten van de onderneming gewaardeerd, zowel de materiële (zoals hard- en software, bureelmateriaal, gebouw,…) als de immateriële componenten (zoals goodwill). Deze benadering is vermogensgericht en is uiterst geschikt in bijvoorbeeld opvolgingsproblematieken. De opvolger moet immers niet betalen voor het toekomstig rendement. De netto-substantiële waardemethode sluit naadloos aan bij deze benadering. De waarderingsbenadering kan ook inkomensgericht zijn. Bij deze benadering berekent men welk toekomstig inkomen uit het vermogen van de onderneming de aandeelhouders kunnen verwachten. Dit inkomen kan worden uitgedrukt in cashflow, winst of dividenduitkering. De overnemer of toetreder is bereid tot overname of toetreding omdat hij overtuigd is, dat door deze actie hij zich een toekomstig inkomen garandeert dat hem toelaat een bepaalde levensstandaard te voeren. Anderzijds wil de overnemer of toetreder de garantie dat hij niet steeds verplicht zal zijn bijkomende privé middelen in de vennootschap te ‘pompen’. Dit impliceert dat de vennootschap in staat is zelf voldoende positieve kasstromen te genereren. De
rendementswaardemethode baseert zich op de winst, terwijl de cash flowmethode de kasstromen als uitgangspunt neemt. 1. Netto-substantiële waarde Het actief van de balans geeft een overzicht van de middelen waarover de vennootschap kan beschikken. Vooreerst dient men na te gaan of al deze middelen strikt noodzakelijk zijn voor de uitbating. Is dit niet het geval, dan moet dit middel gewaardeerd worden tegen de verkoopswaarde. De waarde van deze middelen op de balans wordt bepaald door de waarderingsregels zoals ze door de boekhoudwetgeving worden opgelegd. Vandaar kan het dat deze boekwaarde niet overeenstemt met de bedrijfseconomische waarde. In dat geval dringen waardecorrecties zich op. Deze verrekent men op het eigen vermogen van de vennootschap. Na het uitvoeren van alle correcties is het eigen vermogen de emanatie van de bedrijfseconomische waarde van alle middelen van de vennootschap minus de schulden. Dit is echter nog niet de waarde van de vennootschap. Wil men deze kennen dan moet men aan de netto-substantie waarde de waarde van de immateriële middelen toevoegen. De mogelijkheid om omzet te draaien wordt niet enkel gerealiseerd door de inzet van materiële middelen. Ook de naam en de faam van het architectenbureau is een belangrijk (zo niet het cruciale)aspect. Hierdoor kan het dat het rendement hoger is dan men normaal zou mogen verwachten, rekeninghoudend met de ingezette middelen. In dat geval is er sprake van goodwill. Het begrip ‘goodwill’ is dus ruimer dan ‘cliënteel’. De waarde van de vennootschap is derhalve de som van de waarde van de netto-substantie, aangevuld met de waarde van de eventuele goodwill. 2. Rendementswaarde Een overnemer of toetreder zal maar interesse vertonen als de vennootschap in staat is een acceptabel inkomen te
»
DIMENSION
Bij de overlating van een architectenvennootschap of de toetreding van een vennoot in een architectenvennootschap stelt zich de vraag naar de waarde van de aandelen van deze vennootschap.
59
SPECIALIST
»
garanderen. Dit is maar mogelijk als er voldoende winst wordt gegenereerd. Met andere woorden, als de opbrengsten hoger zijn dan de kosten. De basis vormt het gecorrigeerd resultaat. ‘Gecorrigeerd’ moet in deze context gelezen worden als het ‘bedrijfseconomisch’ resultaat. Daar de overnemer of toetreder enkel geïnteresseerd is in de toekomst (vanaf het moment waarop hij zich geëngageerd heeft) zal men er naar streven om het toekomstig resultaat te bepalen. Dit is niet altijd evident, of zelfs mogelijk, vandaar dat men noodgedwongen vaak het verleden als norm voor de toekomst zal hanteren. Daarbij zal men nagaan of er de laatste jaren al dan niet een (stijgende of dalende) trend waarneembaar is. Is dit het geval dan zal men hiermee rekening houden. Natuurlijk zal men dienen te onderzoeken in welke mate het verleden als referentie voor de toekomst kan worden gebruikt. 3. Cash flowwaarde De cash flowwaarde baseert zich op de kasstromen binnen de vennootschap. Kasstromen zijn de ontvangsten en uitgaven. Bij de cash flowwaarde is het uitgangspunt of de onderneming in staat is haar werking te financieren zonder steeds beroep te moeten doen op nieuwe financieringsbronnen. Met andere woorden: heeft men de zekerheid dat men na de ‘inkoop’ niet constant nieuwe financiële injecties zal moeten doen om de onderneming draaiende te houden. Ook nu zal de overnemer of toetreder enkel interesse hebben voor de toekomstige kasstromen. Indien men niet kan terugvallen op een gedetailleerde planning van de toekomstige kasstromen, is opnieuw het verleden de vertrekbasis. In hoeverre zijn deze kasstromen relevant voor de toekomst? Vertonen ze een (stijgende of dalende) trend? Mag men aannemen dat de gedetecteerde trend zich ook in de toekomst zal manifesteren?
DIMENSION
Gewogen waarde De drie benaderingen (netto-substantiële waarde, rendementswaarde en cash flowwaarde) zijn relevant. Wil men derhalve tot een objectieve waardering van de vennootschap komen dan moet men met alle drie de methodes rekening houden. Met andere woorden men zal aan elk van de drie benaderingen, op basis van de concrete gegevens en omstandigheden, een verantwoord gewicht moeten toekennen. Op die manier bekomt men de gewogen gemiddelde waarde van de vennootschap.
60
Voorbereiding Als men weet met welke elementen er rekening gehouden wordt bij een waardering kan men deze voorbereiden. Zo heeft men er bijvoorbeeld alle belang bij ‘dode massa’ uit de vennootschap te halen. Stel, een vennootschap heeft een groot bedrag aan liquide middelen of aan middelen die niet echt bijdragen tot de exploitatie. Laat men deze middelen in de vennootschap, dan zal hierdoor de waarde van de nettosubstantie toenemen. Doch daar deze middelen niet echt bijdragen tot het rendement van de exploitatie heeft dit tevens invloed op de rendementswaarde en de goodwill. Due diligence Denkt men er aan een vennootschap over te nemen of als vennoot toe te treden, dan kan een due diligence meerwaarde bieden. Bij een due diligence gaat men alle aspecten van de vennootschap ten gronde auditen. Zowel de boekhouding, het risicoprofiel van de vennootschap, de fiscale situatie, de lopende contracten en verzekeringen, de milieuaspecten,… worden onderzocht. In die zin verschaft een due diligence relevante bijkomende informatie. Tevens kunnen hierbij elementen aan het licht komen die invloed kunnen hebben op de waardebepaling. Conclusie Bij de overname van een vennootschap of als men als aandeelhouder toetreedt mag men niet over één nacht ijs gaan. Het is belangrijk dat men de zaak ten gronde onderzoekt zodat men terdege geïnformeerd is. Op basis hiervan kan dan een objectieve waardering worden opgemaakt. Gewapend met deze info kan men de prijsonderhandelingen aanvatten. Eénmaal men een akkoord bereikt, is het belangrijk dat alles in een sluitende overeenkomst wordt gegoten. De waardering is derhalve maar één luik in het overnameproces, doch een belangrijk luik.
Stefaan Tuytten Senior consultant social profit. SBB Accountants & Adviseurs www.sbb.be
©: Daniel Hopkinson
EVENTS
Schets van de gevels van ‘Park Hill’
Van 8 juni tot en met 30 september zoomt het Brusselse CIVA, het Centre International pour la Ville, l’Architecture et le Paysage, in op enkele sociale huisvestingsprojecten uit de jaren 1950 en 1960. In de expo ‘1000 chambres avec vue. Le futur des grands ensembles immobiliers’ staan twee projecten centraal: het modernistisch wooncomplex ‘Ieder Zijn Huis’ in Evere van architect Willy Van Der Meeren, en ‘Park Hill’ in Sheffield (UK) van de architecten Ivor Smith en Jack Lynn.
DIMENSION
De expo belicht het ontstaan, de levensloop en de renovatieplannen van beide projecten. Met welke elementen hielden de architecten rekening bij het ontwerp, de materiaalkeuze en de bouw van de sociale huisvestingsprojecten? Hoe leefden de bewoners een halve eeuw geleden in een grootschalig woningencomplex? Hoe leven ze er vandaag? Welke behoeften zijn hetzelfde gebleven, welke zijn veranderd? Hoe is het gesteld met de isolatie, de veiligheid en het comfort in de verouderde woonblokken? Is renovatie zinvol? Hebben dergelijke projecten nog een toekomst? Wat zijn de implicaties van de renovatie op sociaal, economisch en cultureel vlak? Stellen dat heel wat sociale huisvestingsprojecten uit de late jaren 1950 dringend aan renovatie toe zijn, is een open deur intrappen. Ook de twee voorbeeldprojecten ‘Park Hill’ en
62
Park Hill & Ieder Zijn Huis
Facelift voor sociale huisvestingsprojecten uit de sixties ‘Ieder Zijn Huis’ liggen er al lang verloederd en uitgeleefd bij. En dat is niet het enige gemeenschappelijk kenmerk. Beide sociale huisvestingsprojecten dateren uit dezelfde periode, vertonen de invloed van Le Corbusier en zijn dus modernistisch van architectuur. Beide hebben een betonskelet en appartementen die toegankelijk zijn via straten in de lucht. Beide raakten in verval vanaf de jaren 1980. Intussen wordt het gebouwencomplex in Sheffield, goed voor 995 appartementen en tevens het grootste beschermde sociale woningbouwproject in Europa, volop gerenoveerd door projectontwikkelaar Urban Splash in samenwerking met Sheffield City Council, Great Places Housing Group, English Heritage en Communities Agency met de architecten Hawkins\Brown, Studio Egret West en landschapsarchitecten Grant Associates. Een mondvol, maar het project is dan ook beschermd, omvat een grondoppervlakte van 12 000 m² en is ingeplant op een site van 13 hectaren. Eind 2012 moeten de eerste 78 appartementen uit fase 1 bewoonbaar zijn. Bij ‘Ieder Zijn Huis’, een van de belangrijkste projecten van architect en meubelontwerper Willy Van Der Meeren (1923-2002), staat de renovatie, door bouwheer Beliris toegewezen aan het Brusselse architectenbureau Origin, in de startblokken.
EVENTS
Ieder zijn huis
een sociaal huisvestingscomplex met 105 appartementen in Evere. Toch verliep ook die opdracht niet van een leien dakje. In de aanloop naar de Wereldtentoonstelling van 1958 waren de bouwprijzen enorm gestegen. Daarom besloot de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen het project nog enkele jaren uit te stellen. Bovendien had de sociale huisvestingsmaatschappij moeite met de nieuwe bouwtechnieken. Uiteindelijk zou het tot 1962 duren vooraleer ‘Ieder Zijn Huis’, het gebouw op poten zoals het vaak werd genoemd, opgeleverd kon worden.
Sociaal wonen met meerwaarde(n) Ook voor ‘Ieder Zijn Huis’ weigerde Van Der Meeren de plat getreden paden te bewandelen. De architectuur en het concept van het sociale woningbouwcomplex sloten aan bij het ideeëngoed van het Congrès International d’Architecture Moderne (CIAM), een reeks congressen tussen 1928 en 1959 georganiseerd op diverse locaties. Als overlegorgaan voor modernistische architecten onder wie Le Corbusier en Mies van der Rohe, promootte CIAM de ‘nieuwe architectuur’. De modernistische architectuur, de geprefabriceerde modules, de betonnen gevelpanelen, de zonneterrassen op de hoogste verdiepingen, het wisselend kleurgebruik per etage, de open plan indeling van Le Corbusier, de doordachte interne organisatie en de gangen in de vorm van straten verleenden ‘Ieder Zijn Huis’ een sterke identiteit. Omdat Van Der Meeren
»
©: Daniel Hopkinson
‘Ieder Zijn Huis’, daar was het de sociaal bewogen Willy Van Der Meeren al om te doen toen hij als jong architect achter de tekentafel ging zitten. Na de Tweede Wereldoorlog was er een groot tekort aan betaalbare, comfortabele en gezonde arbeiderswoningen. Vanuit zijn interesse voor nieuwe materialen, bouwtechnieken en creatieve experimenten zocht Van Der Meeren naar oplossingen voor betaalbare huisvesting. Samen met architect Léon Palm bedacht hij een prefabwoning in metaal, die uitgerust was met een ingerichte keuken en badkamer en verwarmd kon worden met één kolenkachel. Door het gebruik van staal en kolen hoopten de architecten subsidies te kunnen vangen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal: vandaar de benaming EGKS-huis. Dankzij de prefabricatie en de daaruit voortvloeiende besparing op de handenarbeid, kostte de woning amper 150 000 Belgische frank, de toenmalige prijs van een Ford. Het concept, de snelle bouwtijd van amper drie weken en de lage kostprijs maakten het project tevens interessant voor sociale woningbouw. Maar de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen twijfelde aan de stevigheid van het stalen portiek, waarrond de constructie van de woning was opgebouwd, en weigerde haar fiat te geven. Verder dan een prototype van de EGKS-woning, dat overigens veel succes oogstte, en enkele afgeleiden met een portiek in metselwerk, kwam het niet. Maar dankzij het concept had de architect bekendheid gekregen en al snel volgde de opdracht voor ‘Ieder Zijn Huis’,
DIMENSION
Waar vroeger metselwerk zat, doorbreken nu aluminiumpanelen in diverse kleuren de gerenoveerde gevel.
63
Arch. Bruno Delva Š N. Bourgeois
Realiseer je dromen met grensverleggende oplossingen.
Beton is natuurlijk en tijdloos, en biedt oneindig veel mogelijkheden om uw verbeelding de vrije loop te laten. Alle kleuren en texturen zijn mogelijk voor vloeren en muren, zowel binnen als buiten. Vanwege zijn vele positieve eigenschappen is beton uitermate geschikt voor wie graag duurzaam bouwt. Breng uw creativiteit tot uiting met de producten van Holcim. Voor meer informatie, documentatie of een afspraak: www.holcim.be
Kracht. Prestatie. Passie.
EVENTS
brandveiligheid, energiegebruik en comfort. ‘Ieder Zijn Huis’ behoudt ook na renovatie de sociale woonfunctie. Dit in tegenstelling tot ‘Park Hill’ dat de kaart trekt van het klavertje vier ‘apartments - office - retail - leisure’ en voor de woonfunctie mikt op een gemengd publiek van eigenaars en huurders. Een bewuste keuze om gettovorming te voorkomen en het businessmodel haalbaar te maken.
Park Hill with a view ‘Park Hill’, sinds midden 1980 een uitgeleefd en verkrot sociale woningbouwcomplex en zelfs ooit uitgeroepen tot het lelijkste gebouw van Europa, ondergaat momenteel een metamorfose. Met de renovatie en restauratie van de 995 appartementen tellende gebouwenlus is Urban Splash niet aan zijn proefstuk toe. De jongste jaren heeft de projectontwikkelaar een mooi portfolio opgebouwd met de herbestemming van problematische sites in onder andere Birmingham, Manchester, Plymouth, Morecambe en Liverpool. Kenmerkend voor alle projecten is een toekomstvisie op lange termijn, doorspekt met aandacht voor architectuur, design, erfgoed, duurzaamheid en leefkwaliteit. Die aanpak bleek telkens succesvol en leverde Urban Splash 304 awards op, waarvan 47 RIBA awards, het hoogste aantal ooit gewonnen door een projectontwikkelaar. De verwachtingen voor ‘Park Hill’ zijn dan ook hooggespannen.
»
‘Park Hill’ voor en na de werken.
DIMENSION
vond dat de publieke ruimte van iedereen was en dus niet bebouwd mocht worden, plaatste hij het gebouw op palen. Van Der Meeren besteedde veel aandacht aan de opbouw van het ‘huizenblok’ en aan de circulatie. Het aantal gangen dat toegang verschafte tot de appartementen werd beperkt tot vier. Een ingenieus netwerk van binnentrappen leidde naar de kleinere woonentiteiten op de gelijkvloerse verdieping en de grotere appartementen op de hogere verdiepingen. Die circulatie zorgde voor meer volk in de gangen, een stimulans voor meer contact tussen de bewoners. Het project moest immers meer bieden dan elementair comfort en een dak boven het hoofd, vond hij. Lange gaanderijen, ruimtes voor collectief gebruik en winkeltjes moesten het onderling contact bevorderen. Voor de herkenbaarheid kreeg elke gang in de trappenhal en elke deur een kleur. Deurklinken waren zo ontworpen en bevestigd dat de kinderen er gemakkelijk bij konden. De duplexappartementen waren licht en luchtig en opgevat als een grote open ruimte, zonder duidelijk onderscheid tussen nacht- en daggedeelte. Voor vele van Van Der Meerens ideeën is de houdbaarheidsdatum nog lang niet overschreden. Integendeel, de meeste zijn verrassend actueel. Anders, beter en goedkoper wonen, is ook vandaag meer dan ooit de uitdaging.Vijftig jaar na datum moet een doorgedreven renovatie ‘Ieder Zijn Huis’ nieuw leven inblazen en ervoor zorgen dat het voldoet aan de nieuwe normen met betrekking tot isolatie,
65
Via een sterke marketing- en imagocampagne met onder andere vier modelappartementen en ‘Park Hill’ sightseeing tours, hoopt Urban Splash een gediversifieerde bewoners- en huurdersgroep van eigenaars, retailers en zakenmensen naar Sheffield te lokken en de site om te vormen tot the place to be. Ruim een halve eeuw geleden was ‘Park Hill’ ook al eens the place to be. Het bijna 1 000 flats tellende sociale woningbouwcomplex, ingeplant op een 32 hectaren groot terrein waarvan nu 13 ha mee onder handen worden genomen, was in het naoorlogse Groot-Brittannië een van de eerste en meest ambitieuze experimenten voor de volkshuisvesting. Ongezien was de dominante en ruwe architectuur die Ivor Smith and Jack Lynn met het complex introduceerden in Sheffield. Het ontwerp leunde aan bij het brutalisme, een architectuurstijl die vooral ingang vond in de jaren 1960 en zich kenmerkte door geometrische bouwvormen, een expressieve en meerlagige gevelopbouw en het gebruik van onafgewerkte ruwe bouwmaterialen zoals zichtbaar gelaten bekist beton. Constructief werd meestal gewerkt met een betonskelet waarvan de vakken opgevuld werden met baksteen. Heel wat inwoners haatten ‘Park Hill’ omdat het door zijn architectuur, zijn schaalgrootte en zijn inplanting op de heuvels van Sheffield, altijd zichtbaar was en volgens hen de omgeving bezoedelde. In tegenstelling tot de inwoners van Sheffield hadden de meeste ‘Park Hill-bewoners’ niets dan lof voor de ruime woonvertrekken, het comfort, de stadsverwarming, het sociaal contact in de brede gaanderijen en
Zo moet de oostgevel van ‘Ieder Zijn Huis’ er na de werken uitzien.
©: CIVA
EVENTS
het panorama over de omgeving. ‘Park Hill’ was een goede plek om te wonen, tot in de jaren 1980 de werkloosheid hard toesloeg in de regio. Niet minder dan 53 000 banen gingen verloren door de sluiting van staalfabrieken en mijnen. De economische crisis ontaardde in een sociale ramp die haar sporen naliet in ‘Park Hill’. Leegstand, verkrotting, armoede, criminaliteit en de ruwheid van een moeilijk bestaan waren afleesbaar van het gebouw. Des te sterker het verval toen toesloeg, des te mooier is vandaag de herleving van ‘Park Hill’. Het gebouw, waarvan de eerste fase klaar is, verrijst als een feniks uit zijn as.
A. Het oorspronkelijke complex, goed voor 995 appartementen, vormde een dorp op zich. B. De noordoostgevel voor de werken. Omdat de publieke ruimte van ieder-
Meer kleur voor Sheffield
C. Het dak van ‘Ieder Zijn Huis’ fungeerde als zonneterras en als plek om
Aan de vernieuwde geveldelen te zien gaat ‘Park Hill’ een kleurrijke toekomst tegemoet. In plaats van slopen opteerde
DIMENSION
A.
66
© Bill Toomey
de was te drogen.
B.
©: CIVA
een is, plaatste Willy Van Der Meeren het gebouw op palen.
C.
©: Peter Bennett
EVENTS
In het eerste gerenoveerde gedeelte werden 4 modelappartementen ingericht.
Rondleiding in de projecten van Willy Van Der Meeren
©: CIVA
Tot oktober organiseert Korei vzw in samenwerking met de Foundation Willy Van Der Meeren de rondleidingenreeks ‘Willy Van Der Meeren en tijdgenoten’. Wat betreft het werk van Van Der Meeren omvat het programma een bezoek aan het Vierwindenbinnenhof 7 in Tervuren (26 augustus, 30 september en 21 oktober). Dit besloten woonerf met 8 woningen ligt verscholen in het groen, met op nummer 6 de eigen EGKS-woning van Van Der Meeren. Het dateert van 1955 maar het concept is ook vandaag nog verrassend actueel. www.docomomo.be
tinten die het oorspronkelijke metselwerk vervangen. Het opvallende kleurenpalet ademt vernieuwing en optimisme en brengt de voorheen grauwe omgeving rond de heuvels van Sheffield weer tot leven. En dat is waar de inwoners van Sheffield al lang op wachten. Even belangrijk als de facelift van het gebouw worden de gemengde invulling ervan en de aanleg van de omgeving, een aspect waar indertijd geen geld en aandacht voor waren. Een mix van appartementen, kantoren, winkels, restaurantjes, cafés en de warme bakker om de hoek. Een mix van dienstverlening, crèches, scholen, openbaar vervoer. Een mix van zithoeken, parken, pleinen, speeltuinen, sportinfrastructuur, evenemententerreinen, recreatiemogelijkheden in de groene omgeving. Een mix van oud en jong. Een mix van rijk en arm. Een mix van culturen. Een mix van eigenaars en huurders. Een mix van goedkope en duurdere appartementen. Alleen die mix creëert volgens Urban Splash en het architectenteam met Hawkins/Brown, Studio Egret West en landschapsarchitecten Grant Associates, de basis voor een duurzaam gebruik van de gebouwen en de omgeving. Toen de oorspronkelijke co-architect Ivor Smith onlangs het gerenoveerde deel van het project bezocht, was hij onder de indruk van de nieuwe vitaliteit en merkte hij glunderend op: ‘Het wordt een geweldige plek om te wonen’. De tentoonstelling ‘1000 chambres avec vue. Le futur des grands ensembles immobiliers’ toont foto’s, films, tekeningen en maquettes. Ze is van 8 juni tot 30 september te bekijken in het Civa, Kluisstraat 55, 1050 Brussel. Voor info en openingsuren kunt u terecht op www.civa.be. Meer info over ‘Park ‘Hill’ vindt u op de website. www.urbansplash.co.uk Tekst: Colette Demil & Staf Bellens DIMENSION
Urban Splash voor renovatie en restauratie omdat de structuur nog in goede staat is. Alleen wat slecht is, wordt gesloopt. Alle 974 appartementen beschikken over meer leefruimte en over een terras, waarvan de oorspronkelijke betonnen balustrade wordt vervangen door een elegantere oplossing. De leefruimten zijn op het zuiden en het westen georiënteerd, de nachtzone op het noorden en het oosten. Grotere raampartijen laten meer natuurlijk licht binnen dan voorheen en zorgen voor een mooi uitzicht op de omgeving. Omwille van het panorama kwam in de westgevel een externe glazen liftkoker. Een aantal appartementen kijkt uit op de toegangsstraten, een bewuste ingreep om de sociale controle en de veiligheid te verhogen. De gevels van ‘Park Hill’ lijken een patchwork van kleuren door de geanodiseerde aluminium panelen in verschillende
67
EVENTS
The Ambition of the Territory bekijkt het Vlaamse territorium binnen Euro-
Architecture in Venice
pa als een laboratorium voor de transitie naar een metropolitaan Europa.
Van 29 augustus tot 25 november vindt de 13e Internationale Architectuurbiënnale Venetië 2012 plaats. De invulling van het Belgische landenpaviljoen gebeurt afwisselend door de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. Dit jaar is Vlaanderen aan de beurt. Thema van het tentoonstellingsconcept is ViA Ruimte, de ruimtelijke interpretatie van Vlaanderen in Actie, het initiatief van de Vlaamse regering om tegen 2020 tot de top vijf regio’s in Europa te behoren.
de transitie naar het metropolitane Europa presenteren. Het project wil laten zien hoe de economische en de culturele dynamiek in Vlaanderen en Europa een invloed hebben op ruimtelijke ontwikkelingen. The Ambition of the Territory koppelt onderzoek aan een tentoonstelling. Het onderzoek speurt naar scenario’s en oplossingen die een antwoord kunnen bieden op tal van maatschappelijke uitdagingen en problemen, gelieerd aan demografie, ecologie en economie. Voorwaar een ambitieus opzet. Curator van de Architectuurbiënnale 2012 is David Chipperfield die als centraal thema Common ground koos en daarover het volgende zegt: “I want this Biennale to celebrate a vital, interconnected architectural culture and pose questions about the intellectual and physical territories that it shares. In the methods of selection of participants, my Biennale will encourage the collaboration and dialogue that I believe is at the heart of architecture and the title will also serve as a metaphor for architecture’s field of activity”.
DIMENSION
Voor de presentaties in het Belgisch paviljoen staat AWJGGRAUaDVVAT in, een conglomeraat rond Architecture Workroom Brussels AWB dat in 2006 werd opgericht als een werkplaats voor innovatie binnen de architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ontwikkeling. Met het oog op de multidisciplinaire aanpak werd AWB voor dit project uitgebreid met grafisch ontwerper Joost Grootens, het stedenbouwkundig bureau GRAU, architecten De Vylder Vinck Taillieu en kunstenaar Ante Timmermans. Zet alle beginletters op een rij en meteen is duidelijk waar AWJGGRAUaDVVAT voor staat. Het multidisciplinaire team focust in Venetië op de stad en het verstedelijkte Europa. AWJGGRAUaDVVTAT trekt namelijk naar Venetië met het project The Ambition of the Territory waarin ze het Vlaamse territorium als een laboratorium voor
68
aDVVT De jongste jaren kent het succes van architecten De Vylder Vinck Taillieu geen grenzen met retrospectieves, lezingen, opdrachten en publicaties alom. Nog tot 7 juli presenteert het architectenbureau maquettes, tekeningen en foto’s in het Voralberger Architektur Institut in Oostenrijk. Eerder al werd
nano en R2 nano recent werk gebundeld in een tentoonstelling in deSingel. Bij de uitreiking van de Belgian Building Awards werd een woningontwerp van het architectenteam bekroond tot residentieel gebouw van het jaar. En nu tekent het architectenbureau dus mee voor de invulling van de 13e Internationale Architectuurbiënnale Venetië. Wie doet beter? Het bureau aDVVT vormde zich vooral rond Jan De Vylder die net als de twee andere partners, Inge Vinck en Jo Taillieu, aan de slag was bij Stéphane Beel. In 2008 gingen Jan De Vylder en Inge Vinck samen in zee, een jaar later vervolledigde Jo Taillieu het team. Alom wordt hun intuïtieve aanpak van het ontwerp geprezen, waarin oekazes en paradigma’s worden ingeruild voor ruimte voor verrassing. Dat het architectenbureau deel zou uitmaken van het conglomeraat voor de komende architectuurbiënnale in Venetië lag bijna voor de hand. Die biënnale is immers vertrouwd terrein. In 2010 selecteerde de Japanse curator Kazuyo Sejima (Sanaa) het trio al voor de 12e Architectuurbiënnale van Venetië via hun deelname aan het project Ordos 100 van Ai Weiwei en Herzog & de Meuron. Vaar dat initiatief werden 100 architecten uit 27 landen uitgenodigd om een villa van 1000 m² te ontwerpen die moest passen in een masterplan van Ai Weiwei voor Ordos, een nieuwe gemeenschap in BinnenMongolië. Dit jaar verzorgt De Vylder Vinck Taillieu dus de scenografie van de tentoonstelling in het Belgisch paviljoen. Gezien hun internationale vlucht lijkt het wel alsof een van hun vroegste projecten, de verbouwing tot woning van café De Reisduif, een voorspellende kracht had.
DE IDEALE OPLOSSING BIJ KOUDEBRUGGEN!
ting connections insula
Nog betere λ -waarde*, hoge druksterkte en waterdicht Marmox THERMOBLOCK® biedt een uitstekende thermische isolatie, een hoge mechanische weerstand en een optimale waterwerendheid bij koudebruggen (bv. een funderingsaanzet of aansluiting van een plat dak met een buitenmuur). • Warmtegeleidbaarheid λ insulating part = 0,030 W/mK* ==> Warmteweerstand Rvert = 1,67 m²K/W bij 5 cm dikte ==> Warmteweerstand Rvert = 2 m²K/W bij 6 cm dikte • Gedeclareerde gemiddelde druksterkte = 6 N/mm² • Waterdichte onderlinge koppeling dankzij overlap aan de langsuiteinden Voor de scenografie van de tentoonstelling tekenen de architecten De
*Volgens Bijlage VIII – Optie B – Basisregel 2
Vylder Vinck Taillieu. Zij vormen het Belgisch paviljoen om tot een labyrint vol kleine hoekjes, waarin de resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd als in een Wunderkammer.
polymeer cementmortel glasvezelnet
Meer informatie over de projecten van de 41 deelnemende landen aan de Architectuurbiënnale vindt u op http://www. labiennale.org/en/architecture
(nano)polymeerbeton geëxtrudeerd polystyreenschuim glasvezelnet polymeer cementmortel
Tekst: Colette Demil & Staf Bellens
www.albintra.be www.marmoxthermoblock.be
Van lucht naar warm water. Een koud kunstje
SPECIALIST
Studentenarbeid in 2012
Wie kan tewerkgesteld worden als student met een studentenovereenkomst? Kunnen studentenarbeid verrichten: - alle studenten die niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht, dit zijn alle personen van 18 jaar en ouder die verder studeren; - de minderjarigen van tenminste 15 jaar die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en die onderwijs volgen met volledig leerplan; - de minderjarigen van tenminste 15 jaar die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en die enkel deeltijds onderwijs volgen of een deeltijdse vorming genieten zonder te genieten van een overbruggingsuitkering; - studenten die een examen middenjury voorbereiden en geen ander statuut hebben. Kunnen geen studentenarbeid verrichten, de studenten die: - hun voltijdse leerplicht niet beëindigd hebben en dus jonger zijn dan 16 (of 15) jaar; - na hun voltijdse leerplicht deeltijds onderwijs of een deeltijdse vorming volgen én overbruggingsuitkeringen genieten of naast hun deeltijds onderwijs nog verbonden zijn door: ° een deeltijdse stageovereenkomst;
° een deeltijdse arbeidsovereenkomst; ° een industriële leerlingenovereenkomst; ° een middenstandsovereenkomst; - minstens sedert een periode van 12 maanden werken uit deze bepaling vloeit voort dat een student maximum 12 maanden minus 1 dag na elkaar bij dezelfde werkgever als student tewerkgesteld mag worden; - ingeschreven zijn in een avondschool of onderwijs met beperkt leerplan (= minder dan 17 uur/week) volgen; - als stage onbezoldigde arbeid verrichten die deel uitmaakt van hun studieprogramma; - reeds ingeschreven zijn als student en waarvan de studie pas later aanvangt. De leerplicht beloopt 12 jaar, begint met het schooljaar van het kalenderjaar waarin het kind 6 jaar wordt en eindigt bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd (uitzonderlijk op 17jarige leeftijd, met name op 30/6 van het jaar van de 18de verjaardag, indien op dat moment reeds 12 jaar lager en secundair onderwijs doorlopen zijn). Voltijds leerplichtig is een jongere slechts tot de leeftijd van 16 jaar, of tot 15 jaar als de betrokkene op die leeftijd al de eerste twee jaar secundair onderwijs gevolgd heeft. Na deze leeftijd en tot aan de leeftijd van 18 jaar is de jongere deeltijds leerplichtig. Studentenovereenkomst De studenten worden in België speciaal beschermd. Naast de algemene regels die van toepas¬sing zijn op alle werknemers, heeft de wetgever voorzien in specifieke bepalingen voor de studenten te-werkgesteld met een studentenovereenkomst. Het studentencontract is een contract voor bepaalde duur van maximum 12 maanden minus 1 dag dat voor elke student afzonderlijk en steeds schriftelijk moet worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip waarop de student in dienst treedt. Dit contract moet een aantal specifieke vermeldingen bevatten. Een dergelijke overeenkomst mag een proefperiode voorzien die minimaal 7 en maximaal 14 dagen bedraagt.
»
DIMENSION
De zomer is niet zo veraf meer. Bij vele jongeren begint het waarschijnlijk al te kriebelen om een cent te verdienen zodat zij alle leuke zomerplannen zelf kunnen financieren. Ook als werkgever kan het nuttig zijn om een student te werk te stellen die bijvoorbeeld de “grote zomeropkuis” kan verzorgen in de vorm van het archiveren van uw dossiers. Vanaf 2012 heeft de regeling m.b.t. studentenarbeid op een aantal vlakken een wijziging ondergaan. In bijgaande bijdrage vindt u in een notendop een actueel overzicht van de belangrijkste zaken waarvoor werkgever (en student) oog moeten hebben.
71
SPECIALIST
»
Hoewel het om een contract voor bepaalde tijd gaat dat afloopt op een bepaalde datum, beschikken zowel werkgever als student over de mogelijkheid om de overeenkomst vervroegd te beëindigen mits ze na de proeftijd een opzeggingstermijn van respectievelijk 3 of 1 dag(en) naleven. De duur van deze opzeggingstermijn wordt opgetrokken tot respectievelijk 7 en 3 dagen wanneer het studentencontract meer dan 1 maand beslaat. De werkgever is er eveneens toe verplicht de studentenovereenkomsten gedurende 5 jaar te bewaren op de plaats waar deze studenten tewerkgesteld worden.
Deze melding moet gebeuren uiterlijk bij de indiensttreding en vooraleer de arbeid wordt aangevat en moet de volgende gegevens bevatten: - de vermelding dat het om een student gaat, - datum van in- en uitdiensttreding, - het aantal dagen van tewerkstelling, - het INSZ-nummer van de student (terug te vinden in de rechterbovenhoek van de SIS-kaart van betrokkene), - de (eerste) plaats van tewerkstelling. Werkgevers die deze verplichting niet respecteren, riskeren aanzienlijke geldboetes.
Arbeidsvoorwaarden - Loon Een student moet als tegenprestatie voor zijn arbeid in principe minimaal het loon ontvangen dat, voor het werk dat hij doet, bepaald is binnen de sector. In het paritair comité 336 voor de vrije beroepen is er niet in een aparte loonschaal voor studentenarbeid voorzien zodat de gewone loonschalen toegepast moeten worden. De student ontvangt naast het loon ook nog een tussenkomst in het woonwerkverkeer van zijn werkgever. - Arbeidsreglement De student moet vanaf de eerste dag van zijn tewerkstelling een exemplaar van het arbeidsreglement krijgen. Hij moet tekenen voor ontvangst ervan. - Arbeidsduur De studentenovereenkomst en het arbeidsreglement moeten de arbeidsduur vermelden. Behoudens enkele uitzonderingen (waaronder de studenten waarvan het loon onderworpen is aan de solidariteitsbijdrage (zie hieronder)), mag de wekelijkse arbeidsduur niet beneden 1/3 van de arbeidsduur toepasselijk in de sector liggen. Bovendien mag elke arbeidsperiode in de regel niet minder dan 3 uur bedragen. Voor jeugdige werknemers, dit zijn de jongeren van minder dan 18 jaar, gelden bovendien specifieke regels m.b.t. de arbeidsduur, bijvoorbeeld met betrekking tot de nachtarbeid en zondagarbeid. Sociale zekerheid Onmiddellijke aangifte van Tewerkstelling (DIMONA) Sinds 1/1/03 moet elke werkgever de in- en uitdiensttreding van zijn personeel melden aan de RSZ.
DIMENSION
Deze verplichting bestaat eveneens bij tewerkstelling van studenten. U kunt als klant van Sociaal Bureau uw DIMONA via onze website doorgeven. Beschikt u nog niet over een userID, schrijf u dan in via www.sociaalbureau.be/registreren.
72
RSZ bijdrageplicht In principe moeten de student en de werkgever sociale bijdragen betalen. Indien de werkgever nog niet voor andere werknemers ingeschreven is bij de RSZ, moet hij zich speciaal aansluiten bij deze instantie. Voor de daaropvolgende jaren is geen nieuwe inschrijving meer vandoen. Voor studenten bestaat er, zij het onder strikte voorwaarden, slechts een minimale bijdrageplicht: deze solidariteitsbijdrage bestaat uit een werkgeversbijdrage van 5,43% (die dus bovenop het loon komt) en uit een werknemersbijdrage van 2,71%. Beide bedragen worden berekend op het brutoloon aan 100%. Het RSZ-vriendelijk statuut van de solidariteitsbijdrage wordt toegepast voor zover: - de student wordt tewerkgesteld met een studentenovereenkomst, - de studententewerkstelling bij alle werkgevers samen de 50 arbeidsdagen per kalenderjaar niet overschrijdt, waarbij voor de telling van het aantal dagen het ogenblik van dimona determinerend is, - er enkel wordt gepresteerd tijdens de niet-verplichte aanwezigheidsperioden in de onderwijsinstelling. De student kan zijn “potje” van dagen studentenarbeid spreiden over het ganse kalenderjaar. Zo kan hij in de zomervakantie bijvoorbeeld een studentenjob doen in de horecasector én daarnaast tijdens het schooljaar als student ervaring opdoen in de sector van de vrije beroepen. Het aantal gewerkte dagen in het kader van studentenarbeid kan door de student geconsulteerd worden op de website www.studentatwork.be. De student kan een attest vanop deze website downloaden en aan zijn werkgever overhandigen. Aan de hand van de code vermeld op het attest is ook de werkgever in de mogelijkheid om het actuele saldo aan studentendagen na te gaan.
»
Upgrade in plaats van update. De TRILUX Aurista LED. Nieuw Licht maakt iets los.
Met de TRILUX Aurista hebben onze productontwikkelaars meer dan alleen een nieuwe inbouwarmatuur gecreĂŤerd. De combinatie van innovatieve reflectortechniek, lichtgeleidende elementen en zichtbare LEDâ&#x20AC;&#x2DC;s resulteert in een uniek designobject dat in iedere ruimte een meerwaarde betekent. De Aurista schept niet alleen een aangename werksfeer, maar zorgt ook voor een unieke lichtwerking dankzij de door TRILUX ontwikkelde LCL (LowContrast-Light)--technologie. Aangezien de armatuur een energiebesparing van wel 56 % kan opleveren, is de TRILUX Aurista een duurzame upgrade voor conventionele roosterinbouwarmaturen. www.trilux.be/aurista
SPECIALIST
Âť
Fiscale implicaties van studentenarbeid - Bedrijfsvoorheffing Voor de niet inhouding van bedrijfsvoorheffing op het loon van de jobstudent, gelden dezelfde voorwaarden als voor de gedeeltelijke vrijstelling van RSZ bijdragen (zie hoger). - Is de jobstudent nog ten laste van zijn ouders? Om nog fiscaal ten laste van zijn ouders te kunnen zijn, mag de student die met een studentenovereenkomst tewerkgesteld wordt op jaarbasis maximaal volgende bedragen (aanslagjaar 2013, inkomsten 2012) verdienen: Algemeen: - wanneer op hun loon volledige RSZ (13,07%) ingehouden wordt: als bediende: 7.163,81 EUR bruto als arbeider: 7.251,02 EUR bruto - wanneer op hun loon beperkte RSZ (2,71%) ingehouden wordt: 6.400,97 EUR bruto - wanneer op hun loon geen RSZ ingehouden wordt: 6.227,50 EUR (= bruto bestaansmiddelen) - netto-belastbaar: 4.982,00 EUR Als student met alleenstaande vader of moeder: - wanneer op hun loon volledige RSZ (13,07%) ingehouden wordt: als bediende: 9.076,27 EUR bruto als arbeider: 9.186,77 EUR bruto - wanneer op hun loon beperkte RSZ (2,71%) ingehouden wordt: 8.109,77 EUR bruto - wanneer op hun loon geen RSZ ingehouden wordt: 7.890,00 EUR (= bruto bestaansmiddelen) - netto-belastbaar: 6.312,00 EUR Als gehandicapte student met alleenstaande vader of moeder: - wanneer op hun loon volledige RSZ (13,07%) ingehouden wordt: als bediende: 10.744,28 EUR bruto als arbeider: 10.875,08 EUR bruto - wanneer op hun loon beperkte RSZ (2,71%) ingehouden wordt: 9.600,16 EUR bruto - wanneer op hun loon geen RSZ ingehouden wordt: 9.340,00 EUR (= bruto bestaansmiddelen) - netto-belastbaar: 7.472,00 EUR
DIMENSION
Let wel: - bij de bedragen met volledige RSZ werd noodgedwongen geen rekening gehouden met de RSZ-werkbonus (waardoor de opgegeven bedragen in bepaalde omstandigheden te hoog liggen);
74
- als de student alimentatiegeld krijgt, moet 80% van het ontvangen bedrag meegeteld worden in de berekening voor het al dan niet fiscaal ten laste blijven. Ter compensatie wordt de hierboven vermelde maximumgrens van de bruto bestaansmiddelen verhoogd met 2.890,00 EUR; - voor de inkomsten die niet op basis van een studentencontract verworven zijn, worden de grenzen verlaagd met 2.410,00 EUR. Recht op kinderbijslag T.e.m. 31/08 van het jaar waarin iemand 18 jaar wordt, is er geen enkel probleem: er is onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag, ook in geval van tewerkstelling (werknemer) of andere winstgevende activiteit (zelfstandige of statutair). Vanaf september van het jaar waarop de student 18 jaar wordt behoudt de student die werkt in twee gevallen zijn recht op kinderbijslag: - tijdens het 3e kwartaal (juli, augustus en september) gelden geen beperkingen, ongeacht het statuut van de student (werknemer of zelfstandige) en ongeacht het type arbeidsovereenkomst; - tijdens het 1e, 2e en 4e kwartaal mag de student maximaal 240 uren per kwartaal werken, ongeacht zijn statuut (werknemer of zelfstandige) en ongeacht het type arbeidsovereenkomst. De beperking geldt dus ook voor jongeren tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten. Bij een overschrijding verliest met de kinderbijslagen voor het betreffende kwartaal. Arbeidsongevallen Wanneer de werkgever reeds verzekeringsplichtig personeel in dienst heeft, hoeft er in principe geen uitbreiding van de arbeidsongevallenverzekering te gebeuren (toch beter nachecken bij uw verzekeraar). Werkt de werkgever daarentegen enkel met jobstudenten, dan moet er speciaal hiertoe een arbeidsongevallenverzekering gesloten worden.
Lies Denolf, Juridisch Adviseur ADMB-Studiedienst
BRICKS & BRICK SOLUTIONS
MONOLITISCHE UITSTRALING, TRADITIONEEL METSELWERK
Niemand weerstaat aan Zero®. U, als architect, realiseert er de modernste projecten mee. Uw aannemer metselt deze unieke steen op zijn vertrouwde manier: met truweel en mortelspecie. En de bouwheer? Hij is in de wolken met zijn prachtige bakstenen gevel met voegloos uitzicht. Eenvoud op z’n mooist.
Meer weten of uw gratis stalenpakket ontvangen? Bel +32 (0)89 51 01 40 Mail naar info@vandersanden.be Wij komen u graag persoonlijk informeren. www.zerobrick.be
N EW
VELUX platdakvensters houden uw beloftes.
Bent u geïnspireerd? Beveel dan het VELUX platdakvenster aan. • Dubbele veiligheidsbeglazing met een beschermingsafdekschelp U-waarde
= 0,72 W/m²K (EN 1873)
• Uitstekende thermische en akoestische isolatie • Hedendaags design • Electrisch geventileerde versie
Meer info op velux.be PERFECTE ISOLATIE
©2011 VELUX GROUP ®VELUX, HET VELUX LOGO, CABRIO, INTEGRA, io-homecontrol EN Pick&Click! ZIJN GEREGISTREERDE HANDELSMERKEN GEBRUIKT ONDER LICENTIE DOOR DE VELUX GROEP.
Licht en isolatie liggen in uw handen.
© Filip Dujardin
EVENTS
Belgian Building Awards
Residentieel gebouw van het jaar De jury nomineerde voor deze categorie de volgende zes projecten: • woning Bern Heim Beuk door architecten De Vylder Vinck Taillieu, • woning G-S door Graux & Baeyens Architecten, • woning H door Stéphane Beel Architecten, • La Savonnerie Heymans door MDW Architecture, • Le Lorrain door MDW Architecture, • woning BM door architecten De Vylder Vinck Taillieu. De jury koos als winnaar voor Woning BM door architecten De Vylder Vinck Taillieu. Juryvoorzitter en professor emeritus in de architectuur Jan Bruggemans prees de manier waarop het project illustreert dat opvallende architectuur niet moet opvallen. Deze woning in de Gentse rand maakt op een organische manier deel uit van de beboste omgeving.
Niet-residentieel gebouw van het jaar In de categorie niet-residentieel selecteerde de jury de volgende zes projecten: • Machiels Building Solutions door Holistic Architecture, • politiekantoor Schoten door Bovenbouw Architecten,
Deze woning in glas en beton van de architecten De Vylder Vinck Taillieu werd uitgeroepen tot residentieel project van het jaar. De inplanting in het bos met respect voor de natuur vormde het uitgangspunt van het ontwerp.
• KOP loods met kantoor van URA Y Malisse K Verbeeck, • Dexia Office door Dierendoncklancke Architecten, • museum M van Stéphane Beel Architecten, • deSingel door Stéphane Beel Architects. Winnend project werd de nieuwe vleugel van deSingel. De jury smaakte vooral de manier waarop Stéphane Beel het oude gebouw, een ontwerp van Léon Stynen, naadloos laat aansluiten op het nieuwe gedeelte.
Prijs Cultureel Erfgoed De Prijs Cultureel Erfgoed werd toegekend aan ingenieurarchitect Guy Mouton van Studieburo Mouton. De jury bekroonde Guy Mouton voor zijn hedendaagse benadering van ons erfgoed en omdat hij met zijn technische kennis de architectuur naar een hoger niveau heeft gestuwd. Heel wat bekende Belgische en internationale architecten onder wie Zaha Hadid doen geregeld een beroep op zijn vakkennis.
Innovation Award De Innovatie Award, uitgereikt door de Confederatie Bouw, beloont het bedrijf met het meest innoverende product of concept in de bouwsector van het afgelopen jaar. De jury nomineerde de volgende bedrijven: • Scheldimmo (geothermische passiefbouw), • CPE-Tectum Group (openluchtlaboratorium voor groendaken),
» DIMENSION
Belgian Building Awards 2012, een evenement georganiseerd door Batibouw in samenwerking met de Confederatie Bouw, Bouwkroniek, de Orde van Architecten, de AiNB en Trends Top Bouw, lauwert de realisaties van architecten, bouwheren, studiebureaus en aannemingsbedrijven. Een overzicht van de laureaten.
77
© Marc Detiffe
© Marc Detiffe
EVENTS
Voor de coördinatie en de opvolging van de werken op de site van Media-
Ron Arad kreeg de International Award mee naar huis voor Mediacité,
cité in Luik ging Arad een vennootschap aan met het Belgische bureau M.
een gigantisch winkel- en vrijetijdscomplex in Luik waarin drie materialen
& J.M. Jaspers/J. Eyers & Partners. Het situatieplan van de wijk werd op
overheersen: ethyleen, glas en staal. Een overkapping met een netwerk
punt gesteld door twee architectenbureaus met een internationale reputa-
van stalen balken van verschillende lengte leidt bezoekers naar het win-
tie, het Amerikaanse RTKL en het Londense Chapman Taylor.
kelcentrum.
• Van De Walle Bouwgroep (compacte warmtekrachtkoppelinginstallatie). Winnaar Van De Walle Bouwgroep ontwierp samen met installateur De Jaeger en hun studiebureau Watts-ON een zeer compacte warmtekrachtkoppelinginstallatie, waarbij de overtollig vrijgekomen warmte wordt opgeslagen in paraffine in plaats van zoals gebruikelijk in water. Paraffine heeft een warmteopslagcapaciteit die vier keer groter is dan die van water, waardoor men heel wat minder ruimte nodig heeft.
gekend. In de categorie algemene bouwbedrijven ging de prijs naar Hyboma, in de categorie grondverzet en wegen- en waterbouw naar Denys.
Keien van de Bouwkroniek
Voor de International Award komen enerzijds buitenlandse ontwerpers en bedrijven in aanmerking die bij ons interessante gebouwen hebben gerealiseerd, en anderzijds Belgische bouwbedrijven en architecten die in het buitenland opmerkelijke realisaties hebben neergezet. De International Award werd toegekend aan de Israëlische designer, kunstenaar en architect Ron Arad voor het project Mediacité in Luik. Ron Arad studeerde aan de kunstacademie in Jeruzalem en aansluitend aan de Architectural Association in Londen. Als designer ontwerpt hij meubelen en objecten voor onder andere Magis, Bonaldo, Vitra, Alessi, Moroso, Cassina, Flos en Artemide. Ron Arads werken maken deel uit van de permanente collectie van musea over de hele wereld, zoals het Metropolitan Museum of Art in New York, Centre Georges Pompidou in Parijs, het Victoria & Albert Museum in Londen en het Vitra Design Museum in Weil am Rhein. Bekende architectuur- en interieurprojecten zijn het Design Museum in Holon (Israël), de lobby van de Opera in Tel Aviv, de inrichting van de 7e verdieping van het Hotel Puerta America in Madrid, de Maserati showroom in Modena (Italië), en uiteraard het spectaculaire winkel- en vrijetijdscomplex Mediacité in Luik.
De Bouwkroniek kent de “Keien” toe aan de Belgische bouwbedrijven die de afgelopen vijf jaar de grootste groei hebben
Tekst: Colette Demil & Staf Bellens
Design Award
DIMENSION
De Design Award bekroont het bedrijf dat op de beurs de nieuwigheid met het meest vooruitstrevende design op de markt heeft gebracht. De jury, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Orde van Architecten en AiNB (Associatie van Interieurarchitecten), selecteerde dit jaar: • panoramisch schuifsysteem Panoramic Desin ASS 77 van Schüco, • modulaire Mozaik-cassettes van VMZinc, • Monolith wastafelelement van Geberit. Winnaar werd Geberit met het Monolith wastafelelement. De jury prees de functionaliteit, de soberheid en de strakke materiaalkeuze van glas en aluminium. De wastafel is verkrijgbaar in 3 kleuren.
78
De International Award
*HEHULW�0RQROLWK
(HQ�NXQVW�� ZHUN�
*HEHULW�0RQROLWK�FRPELQHHUW�EHSURHIGH�NZDOLWHLW�PHW�]XLYHU�GHVLJQ��'H�JODVSODDW�YHUKXOW�JHUD�QHHUG�KHW� VSRHOUHVHUYRLU�HQ�ELHGW�HHQ�YRRUQDPH��JHVWURRPOLMQGH�HQ�DDQWUHNNHOLMNH�DDQEOLN��.LHV�XLW�KHW�UXLPH�DDQERG�DDQ� ZF�SRWWHQ�KHW�PRGHO�GDW�QDDU�MRXZ�VPDDN�KHW�EHVW�SDVW�ELM�GH�LQQRYDWLHYH�*HEHULW�0RQROLWK��'H�*HEHULW�0RQROLWK� YDOW�RS�GRRU�]LMQ�VWUDNNH�YRUPJHYLQJ�GLH�UHHGV�PHW�SUHVWLJLHX]H�RQGHUVFKHLGLQJHQ�EHNURRQG�ZHUG�� 0HHU�LQIRUPDWLH�RYHU�*HEHULW�0RQROLWK��ZZZ�JHEHULW�EH
BEURS
ContRact
Op woensdag 13 en donderdag 14 juni wordt de tweede editie van ContRact georganiseerd, het B2B event voor de totale interieurinrichting van projecten. ContRact, een gezamenlijk initiatief van de Meubelbeurs Brussel en Textirama, biedt de professionele contractmarkt een eigen platform, met een sterke synergie van meubel en interieurtextiel, gefocust op de totale interieurinrichting van projecten. De exposanten van ContRact zijn fabrikanten en verdelers van meubelen, zitmeubelen, slaapcomfort, kantoormeubilair, gespecialiseerd projectmeubilair en maatwerk, outdoormeubelen en -objecten, interieur- en meubelstoffen, raamdecoratie en -systemen, vloer- en wandbekleding, woontextiel, interieuraccessoires, decoratieve verlichting. De meubelcollecties voor de contractsector tonen eveneens een selectie van de nieuwigheden, gepresenteerd op de recente Meubelbeurs in Milaan. ContRact richt zich tot project- en totaalinrichters, interieurarchitecten en architecten, projectontwikkelaars, studiebureaus, kantoorinrichters, facility managers en alle voorschrijvers actief in de sectoren hospitality en horeca, healthcare, office & corporate en publieke gebouwen. Meer specifiek presenteren de internationale exposanten hun interieurcollecties voor
© ContRact
Professionele beurs voor de interieurinrichting van projecten
hotels, bars, restaurants en lounges; woon- en zorgcentra, ziekenhuizen, revalidatieinstellingen; kantoren en bedrijven; openbare gebouwen, scholen, cultuur- en sportcentra. ContRact is op 13 en 14 juni toegankelijk van 13 tot 20 uur. De beurs is ondergebracht in sheds 3&4 van Tour&Taxis in Brussel. De site is vlot bereikbaar, parking en toegang zijn gratis. Gratis drank en hapjes moeten de netwerkmomenten aangenamer maken. Registreren voor de gratis toegangsbadge kan op de website. www.contract-contact.be Tekst: Colette Demil & Staf Bellens
Future Floors - Europarket
Nieuw internationaal event voor de vloerenbranche - revolutionair concept Future Floors - Europarket, het event voor de totale vloerenbranche met een focus op innovatie, vindt plaats op 23, 24 en 25 september 2012 (elke dag van 13u tot 20u) en wordt gepresenteerd in een aangepast concept. Het revolutionaire standenconcept werd ontwikkeld door Creative Fo(u)r, hetzelfde team dat ook tekende voor de lay-out van het succesvolle Architect@Work. Speciaal voor de lancering werd een proefopstelling uitgewerkt die er voor moet zorgen dat er in een aangepaste lay-out een uniek ‘huwelijk’ ontstaat tussen de vertrouwde houten vloeren, laminaat en kurkvloeren en de uitbreiding met onder meer tapijt en alle andere soorten zachte en harde vloerbedekkingen. Het ontwerp sluit perfect aan bij een aanpak die bij de regio hoort waar het draait om creatie en design. De organisatie biedt met dit all-in concept met focus op het product de geknipte oplossing voor het event van de toekomst!
DIMENSION
www.futurefloors.eu
80
BEURS
Interieur 2012
Van 20 tot 28 oktober loopt in Kortrijk Xpo de Design Biënnale Interieur 2012. Deze 23e editie pakt uit met een aangescherpt programma. Hoogtepunten zijn o.m. het feestelijke openingsweekend, gevolgd door een tweedaags, intensief vakprogramma voor professionelen dat wordt ondersteund door een symposium. Tal van culturele manifestaties, waarop avant-garde en gerenommeerde gasten het publiek zullen prikkelen met ruimtelijke installaties en een design parcours doorheen de stad, vervolledigen het negen dagen durende programma. Lowie Vermeersch, curator van de 23e editie, zet in op kwaliteit. Naast de sterke selectie wordt ook de kwaliteit van het culturele programma aangescherpt. Interieur 2012 wordt een plek voor vragen, dialoog, statements, ruwe diamanten en moedige acties. De inschrijvingen zijn nu open voor nationale en internationale exposanten. Inschrijvingsformulieren via interieur@interieur.be.
www.interieur.be
© Nathalie Dewez
pakt uit met innovatief programma
DESIGN BIËNNALE INTERIE PAKT UIT MET INNOVATIEF Veelzijdig in hout
Een feestelijk openingsweekend, twee met een symposium en een Producent vanuitgebreid massieve plankenvloeren zorgen zonder ervoor dat de Design Biënnal twijfelen. Eenniet greep uit assortiment: het teonsmissen creatief event French American white Oak, INTERIEUR 20 van deOak, Design Biënnale American Black Walnut, Hard Maple, programma.
Ash, Jatoba, Ipé, Sucupira, Iroko, Doussie,uit etc. het uitgebreide pr Hoogtepunten
openingsweekend dat wordt gevolgd Vraag onze mogelijkheden vakprogramma voor professionelen niet te missen symposium. Tal van avant-garde en gerenommeerde gasten ruimtelijke installaties en een desi loopt, vervolledigen het negen dagen
Inzetten op een nieuw programma ver te werk te gaan en de uitstekende k 15 - Wie B-9150wil Kruibeke teKasteleinsstraat plaatsen. deelnemen aan Timmers +32(0)3 252worden 02 90 - F +32(0)3 253 07 09 geselecteerd aangezien www.rudydekeyser.com Vermeersch, aangesteld tot curator va zet in op kwaliteit. Want naast de st ondersteuning, wordt ook de kwalit aangescherpt. De Design Biënnale Int
BEURS
Groen licht in Frankfurt
Light+Building 2012
XAL
Met 9 procent meer exposanten dan bij de vorige editie blijft Light+Building dé trendsetter als het op verlichting, elektrotechniek en gebouwenautomatisering aan komt. In Frankfurt stonden het digitaliseren van licht en gebouwen en gebouwen als groene stroom fabriekjes centraal. In de informatie- en communicatietechnologie hebben nieuwe digitale applicaties hun nut reeds bewezen. Het digitaliseren van licht en gebouwen resulteert in meer comfort, innovatieve oplossingen voor creatief design en veiligheid in gebouwen, gekoppeld aan energiebesparing. Een gebouw wordt een groenestroomfabriekje waar LED technologie, fotovoltaïsche oplossingen, elektromobiliteit en het intelligent gebruik van elektriciteit -door middel van smart grids- voor meer comfort zorgen. De toename aan exposanten op deze L+B-editie was - niet verwonderlijk - vooral toe te schrijven aan nieuwe bedrijven, actief in de productsegmenten LED en OLED. De LED technologie lijkt verder gerijpt en is niet langer een verhaal van enkel energiezuinigheid. De technologie heeft zich bij de meeste fabrikanten verder doorontwikkeld op het vlak van lichtkwaliteit, lichtkleur en vormgeving. Opvallend is ook dat de grens tussen binnen- en buitenoplossingen verder vervaagt.
IPhone design trend
DIMENSION
Verrassend was de aanwezigheid van het nieuwe Wever & Ducré op L+B. Het bedrijf - nog steeds gevestigd in Roeselare, zij het op een andere locatie - maakt sinds oktober 2011 deel uit van de Oostenrijkse XAL groep, gespecialiseerd in LED-technologie. Het vroegere Wever & Ducré nv was reeds invoerder van de producten van XAL. Nathalie Lagae, sales director Wever & Ducré bvba: “XAL is zeer sterk in technische verlichting die zeker ook architecturaal mag genoemd
82
worden. We genieten mee van hun technische knowhow maar zijn iets meer gestandaardiseerd ten opzichte van hun maatwerkmogelijkheden. Onze gamma’s living en buitenverlichting zijn zeer uitgebreid. Op onze stand is de iPhone design trend - zeer dunne en afgeronde vormgeving - onmiskenbaar aanwezig.” Heel wat nieuwkomers in de downlight- en spotfamilies bij Modular. Wie de Stove armatuur van onderen uit bekijkt, ziet de contouren van een kachel voor het lichaam van de lamp, met de asymmetrische voet als kachelpijp. Deze opbouwarmatuur voor wand of plafond heeft een witte of een zwarte structuur. De inbouwarmatuur Chapeau is beschikbaar in 2 varianten: één voor inbouw met een rand, voor een contrast op het plafond, en één voor volledige inbouw. Ook in bestaande families zoals Flat Moon Square en SL Nano waren er nieuwkomers.
Design Plus Delta Light verraste met een 60-tal innovatieve product designs, onder meer genaamd Tweeter, Boxter, Mohow, Kodo en Headliner. Blikvanger was de nieuwe versie van de Metronome, een armatuur - met of zonder bovenstuk - in wit, zwart, oranje of kurkkleur. Deze werd eind vorig jaar gelanceerd in samenwerking met de Antwerpse modeontwerper Tim Van Steenbergen die carte blanche kreeg voor het redesignen van deze armatuur. Brick In The Wall sleepte opnieuw 2 nieuwe design awards in de wacht. Met Italic, onderdeel van de collectie verlichtingsarmaturen, won het Waregemse bedrijf de reddot Design Award 2012. Italic combineert complexe geometrieën in een atypisch organisch design. Op L+B werd de Button range bekroond met de 2012 ‘Design Plus Award’. Zoals alle andere Brick In The Wall series is deze vervaardigd uit overschilderbaar Calcyt® gips, waardoor het integreerbaar is in om het even welke interieurafwerking. Button, het wandLEDlicht dat zijdelings de muur oplicht, kan
BEURS
Elke leefwereld zijn verlichting Eyecatcher bij TRILUX was de symbolische ‘eeuwarmatuur’ boven de beursstand, een 12 x 12 meter grote armatuur, samen-
Wever & Ducré
Delta Light
gesteld uit 100 afzonderlijke lichtbollen. In 8 leefwerelden liet TRILUX zien hoe verlichtingsoplossingen ons dagelijks leven beroeren.Als expert inzake winkelverlichting stelde Oktalite bijvoorbeeld nieuwe LED-spots voor esthetische warenpresentatie voor. TRILUX Medical pakte uit met gespecialiseerde oplossingen voor de medische sector. RSL fabriceert speciaal op maat ontwikkelde armaturen voor veeleisende architectuurprojecten. Er waren ook toepassingsgerichte TRILUX-oplossingen in onderwijs, outdoor, administratie en industrie. Schréder had innovaties voor straat- en wegverlichting in petto. De Teceo armaturen zijn uitgerust met de LensoFlex2® fotometrische modules. Deze zijn IP 66 om de LEDs te beschermen en de prestaties te handhaven. Vermits april 2015 de Europese deadline is voor het gebruik van kwiklampen stelt Schréder met de HapiLED reeds een alternatief voor. De combinatie van LED technologie, een driver met constante lichtstroom en een dimmingssysteem maken een energiebesparing tot 80% - in vergelijking met een opaal armatuur met kwik lamp - mogelijk. HapiLED heeft 2 types
LED modules: LensoFlex2® en Optic-F. Het gamma beheersystemen IntelliFlex van Schréder zorgt dan weer voor een intelligent verlichtingsschema.
Geen draden of batterijen Met Asano lanceerde Basalte een volledig nieuw KNX meerkamer geluidssysteem. Het systeem werd speciaal ontworpen voor KNX, zonder interface, en voorziet in hoge geluidskwaliteit via Ethernet verbinding. Het betreft het eerste meerkamer audio systeem, enkel op basis van KNX, zonder interface of poort. GE Energy pakte uit met innovatieve, energie-efficiënte technologie voor de Europese markt, zoals de HabiTEQTM batterij- en draadloze componenten voor slimme gebouwbeheersystemen. Deze bieden onder meer mogelijkheden voor locaties waar het onpraktisch is om met toestellen met bat-
Occhio
terijen of bedrading te werken. Zo kunnen sensoren en ultradunne schakelaars op glaspanelen of in historische gebouwen geplaatst worden. Ook de innovatieve GradiluxTM dimmer-stabilisator die de energieconsumptie en de bijhorende kosten van publieke en industriële verlichtingsinstallaties vermindert, werd door GE voorgesteld. Na het KBSTi kabelgootsysteem lanceert Vergokan nu een nieuw kabelladdersysteem met uniforme vormgeving dat zich leent tot maatoplossingen. De geperforeerde S-vormige langsliggers zijn voorzien van één doorlopende zijwandperforatie, om kabels aan de zijkant vast te maken. De kabelladders, vervaardigd uit minder staal, zijn licht in gewicht en toch sterk door de specifieke S-vorm van de langsliggers. Afgeronde hoeken en sporten, geïntegreerd in de langsliggers, zorgen voor een veilige montage. De 4 nieuwe types kabelladders - lichte, middelzware, zware en voor grote overspanning - kunnen gebruikt worden bij een brede waaier van elektriciteitsinstallaties. www.light+building.com DIMENSION
men op verschillende wandhoogtes installeren. Het zorgt ervoor dat oriëntatieverlichting niet langer enkel geassocieerd wordt met een strakke opstelling. Kreon werkt verder aan zijn internationale uitbouw. Nieuwe verlichtingsoplossingen op de L+B stand waren onder meer de nieuwe Down range, Rei, Nuit en de Up in-Line en Up Outdoor collecties. Bij Technical Architectural Lighting stond de Halosphere® in de kijker. Deze verandert de kleurtemperatuur van de LED van warm naar extra warm, zoals bij een halogeen lamp. Bij volle capaciteit heeft de LED 3000 K als kleurtemperatuur, volledig gedimd verlaagt deze naar 2000 K.
83
De weber.floor-oplossingen zitten als gegoten ! Ontdek nu het weber.floor gamma met ondermeer een volledig assortiment designvloeren (cementgebonden of epoxy). Voor alle technische informatie, bestekteksten of professionele uitvoerders, contacteer ons op 02 254 78 54, designfloor@weber-belgium.be of surf naar www.weber-belgium.be
www.weber-belgium.be
MEDIA
Dat we in de nabije toekomst op een andere manier zullen (moeten) bouwen en wonen, beseft intussen iedereen. Compact, energiezuinig en aanpasbaar (ver)bouwen; nieuwe woonvormen ontwikkelen; streven naar een kwaliteitsvolle verdichting; de leefbaarheid van steden verbeteren: het zijn slechts enkele van de belangrijke opdrachten op de ‘to do’ lijst, wereldwijd. Ook bij ons beginnen de geesten te rijpen voor nieuwe woonmodellen. Elders in dit blad leest u bijvoorbeeld meer over de Waalse ecoquartiers, duurzame wijken waar verdichting, energieneutraliteit, ecologie, betaalbaarheid en een verhoging van de levens- en woonkwaliteit hand in hand gaan. Op het aspect verdichting, zowel horizontaal als verticaal, focust het boek Housing Density. Onder leiding van 14 gerenommeerde Oostenrijkse architectenbureaus gingen 400 studenten van de Vienna University of Technology op zoek naar innovatieve samenwoonconcepten. Zij onderzochten of het mogelijk is de kwaliteiten van de traditionele een-
Form Follows nature Doorheen de geschiedenis was de natuur altijd een belangrijke inspiratiebron voor filosofen, wetenschappers, kunstenaars en andere creatieve geesten. Ook ontwerpers, architecten en ingenieurs blijven geïntrigeerd door de eindeloze variatie aan vormen, verborgen mathematische modellen, wetmatigheden, karakteristieken en krachten die verscholen liggen in die natuur. Zij volgt bijvoorbeeld duidelijke regels en wetten, want efficiëntie is een noodzaak om er te overleven. Het verregaande aanpassings- en recuperatievermogen maakt dan weer dat de natuur, zelfs na ingrijpende gebeurtenissen en evoluties, overleeft of muteert. Hoe sterk dat aanpassingsvermogen is, staat vandaag door de klimaatopwarming en de vraag rond de invloed daarvan op onder an-
gezinswoning, de droom van de meeste mensen, te integreren in een meerwoningencomplex en dus te behouden in een verdichte woonomgeving. De denkoefening zorgt voor een boeiende oogst en een interessante confrontatie doordat telkens een realisatie van het sturend architectenbureau naast een ontwerp van de studenten wordt geplaatst. De 14 nieuwe woonconcepten zijn stuk voor stuk ontworpen voor inplanting op een specifieke plek. Elk ontwerp, of het nu om geschakelde woningen of om stapelbouw gaat, probeert alternatieve oplossingen aan te reiken om de private binnenruimte te optimaliseren en de gemeenschappelijke buitenruimte maximaal te exploiteren. Daarbij zoeken de ontwerpers naar een evenwicht tussen de individuele woonwensen en de behoeften en rechten van de gemeenschap en de omgeving. Variatie is troef in de concepten en het materiaalgebruik: passiefwoningbouwprojecten, modulaire concepten, containerunits, metaalbouw, houtbouw, groendaken, … Alle projecten worden overzichtelijk beschreven en geïllustreerd
dere de biodiversiteit, meer dan ooit ter discussie. In Form Follows Nature. A history of nature as model for design in engineering, architecture and art belichten de auteurs de geschiedenis van het menselijk onderzoek naar de natuur. Tevens gaan ze dieper in op alle facetten die op een of andere wijze gelieerd zijn aan de natuur en als model dienen voor de ingenieurswetenschappen, architectuur en kunst. Materialen, vormen en patronen, ontleend aan de natuur, beïnvloeden nog altijd rijkelijk ontwerpen en structuren. Denk maar aan de organische architectuur van Frank Lloyd Wright en tal van anderen. Of aan de slakkenhuizen, rotswoningen, boomhutten, houtbouwconstructies, honingraatmotieven, cellenstructuren, luchtbellen, sponsvormen, schelpenisolatie, strowanden, natuursteen, fossielenprints, ‘touwbruggen’, grasdaken,...
met foto’s, renderings, tekeningen, grond- en detailplannen. Housing Density inspireert, nodigt uit tot discussie en refereert aan deze kerngedachte: ‘Wat we nodig hebben is geen nieuwe manier van bouwen maar een nieuwe manier van leven’. ‘Housing Density’ - Department for Building Construction and Design - HB2 Vienna University of Technology - 182 pagina’s - Engels - Uitgeverij SpringerISBN 978-3-7091-0358-6.
‘Form Follows Nature - A history of nature as model for design in engineering, architecture and art‘ - 512 pagina’s - Uitgeverij Springer - Engels /Duits ISBN 978-3-7091-0855-0. DIMENSION
Housing Density
85
Possibilities
VOLA studio I Tour & Taxis I Havenlaan 86C I 1000-Bruxelles I Tel.: 03 440 46 19 I sales@vola.be I www.vola.be
MEDIA
Belgian Architecture beyond Belgium Een Belgisch architectenbureau dat in het buitenland aan de slag wil, moet in eerste instantie zelf aan de weg timmeren en opportuniteiten zoeken. Dat blijkt uit Belgian Architecture beyond Belgium, een publicatie die een beeld tracht te schetsen van de export van de Belgische architectuur. Als staalkaart van buitenlands werk presenteert het boek een selectie uit de internationale projecten van 25 architectenbureaus, waaronder 51N4E, Art & Build, Bruno Albert, Buro II, Bureau Greisch, Dethier Architectures, JDS Architects, Ney & Partners, Office KGDVS, Plusofficearchitects, Robbrecht en Daem Architecten, Sum Research, Charles Vandenhove architectes associés, Stéphane Beel Architecten, V+ Bureau vers plus de Bien-être en XDGA. Elk project wordt voorgesteld aan de hand van interviews, foto’s en plannen. De projecten illustreren dat onze architecten op de meest diverse en soms onverwachte terreinen actief zijn. Denk maar aan de internationaal gelauwerde skischans in Oslo, een ontwerp van Julien de Smedt Architects. Voor Binst en AWG (Bob Van Reeth) is de woningbouw in Nederland dan weer belangrijk. Wijlen Jo Crepain was trouwens al in de
jaren 1980 volop actief bij onze noorderburen. Buro II heeft projecten lopen in tal van landen waaronder China, waar het in Guangzhou een gigantisch congrescentrum realiseerde. Het Albanese Tirana is een van de werkplekken van 51N4E, het architectenbureau van Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen. Een recent project van Robbrecht & Daem Architecten is hun wijnmakerij in de Pomerolstreek, bij Bordeaux. Het ingenieursbureau Greisch uit Luik is betrokken bij tal van grote infrastructuurprojecten, waaronder het viaduct van Millau, een ontwerp van Norman Foster. Indrukwekkend is het sculpturale houten uitkijkpunt in Koblenz, een ontwerp van Dethier Architectures met voor de stabiliteitsstudie de signatuur van Ney & Partners. Onze architecten zijn gewend te werken in een complex land met een overvloed aan regelneverij en administratieve ballast en een grote vraag naar flexibiliteit. Misschien is die expertise wel een troef in het buitenland. De toekomst oogt bovendien veelbelovend. De nieuwe generatie architecten is opgegroeid met de denkbeelden van globalisering en internationalisering en zal wellicht nog sneller andere horizonten
verkennen. Daarbij opteren jonge architecten meestal voor tijdelijke verenigingen met partners van ter plekke. Dergelijke eenvoudige structuren vergemakkelijken het bundelen van de krachten en de taakverdeling en maken het mogelijk snel in te spelen op nieuwe opdrachten buiten de landsgrenzen. ‘Belgian Architecture beyond Belgium’ - 208 pagina’s - Engels - A+ Editions ISBN 9789490814014.
Buitengewoon Belgisch Bouwen technische fiche en indelingsplannen. Af en toe geven architecten praktische tips of zoomen ze in op een karakteristiek aspect van hun realisatie. Voor kandidaat-bouwheren is Buitengewoon Belgisch Bouwen, tevens buitengewoon in omvang en formaat, ongetwijfeld een inspirerend boekwerk. ‘Buitengewoon Belgisch Bouwen - Puur Architectuur’ - 468 pagina’s - Nederlands - Uitgeverij 2voor5 - ISBN 9 789079 870271.
Tekst: Colette Demil & Staf Bellens DIMENSION
Buitengewoon Belgisch Bouwen - Puur Architectuur bundelt 50 hedendaagse eengezinswoningen, zowel nieuwbouw als renovatie, met een rijke variatie aan concepten, materialen en bouwmethoden. Meestal gaat het om riante vrijstaande totaalprojecten waarin heel wat aandacht werd besteed aan het interieur en de aanleg van de buitenruimte en de tuin. Daardoor horen tal van woningen uiteraard thuis in de duurdere prijsklasse. Vergeet dus even de noodzaak aan verdicht en budgetvriendelijk bouwen en verbouwen. Elk project wordt uitgebreid in beeld gebracht en toegelicht via een interview met de architect, een beknopte
87
Warmtepomp
Het Warmtepomp Symposium is geen vakbeurs maar een kwalitatief congres met interessante netwerk momenten. Het Symposium beoogt één van de hoofdtaken van het Warmtepomp Platform, namelijk informatieverspreiding naar de verschillende doelgroepen die in contact komen met warmtepompen. Men richt zich enkel tot professionelen, met name de architecten, projectontwikkelaars, installateurs, studiebureaus, duurzaamheidscoördinatoren, leveranciers, producenten, kenniscentra en de overheid. Het Warmtepomp Symposium wordt georganiseerd door het Warmtepomp Platform en Climatechno en de gewaardeerde steun van partners actief in de sector.
Symposium Powered by
Climatechno
dé netwerkdag over warmtepompen 11 september 2012 Congrescentrum Lamot Mechelen
Inschrijven kan via de website www.warmtepompsymposium.be
Organisatie van WPP & Climatechno
wpp warmtepomp platform
Met steun van de beroepsfederaties
Officiële partners
Klimatisatie
Air Conditioning
wpac Warmtepompen
Pompes à chaleur
NEWS
ITHO DAALDEROP Exclusieve uitnodiging architecten
COSENTINO Campana-broers ontwerpen keukeneiland Het Braziliaanse designduo Humberto en Fernando Campana werkte aan een nieuw en innovatief keukeneiland met de materialen Silestone® by Cosentino (oppervlak met 90% kwarts) en Eco® by Cosentino (oppervlak met 75% gerecycleerde materialen). Het multifunctionele eiland werd opgebouwd uit afzonderlijke en verschillende oppervlakken, met heldere kleuren en lichte of transparante wanden. Met deze samenwerking wil Cosentino het unieke karakter van zijn materialen op een originele manier onderstrepen. Het resultaat werd onthuld tijdens de Milaan Design Week (17-22 april 2012). De Cosentino Group is een wereldwijd toonaangevend bedrijf in de productie en distributie van kwartsoppervlakken, natuursteen en gerecycleerde materialen. www.cosentinogroup.net
Architecten kunnen exclusief, concreet en live de voordelen van de Itho Daalderop HP Cool Cube beleven in de Lofts Ter Bachte in BachteMaria-Leerne. Inschrijven kan voor volgende data: 14/06, 21/06 en 28/06: VIP onthaal, presentatie en walking diner. Wees snel want de plaatsen zijn beperkt. De Lofts Ter Bachte zijn een voorbeeld van eigentijdse architectuur en beantwoorden op alle vlakken aan de actuele vraag naar wonen. De HP Cool Cube speelt hier passend op in. De HP Cool Cube bestaat uit een warmtepompdeel en een cvdeel. Het warmtepompdeel onttrekt en transporteert warmte uit de buiten en eventueel ventilatielucht naar de woning. De cv-ketel zorgt zowel voor warm water en verwarmt bij wanneer nodig. Een revolutionair systeem dat uw klanten aanzienlijk laat besparen op energiekosten en garant staat voor maximaal comfort. Inschrijven voor deze gratis demonstratie of meer info: c.engels@ithodaalderop.be of 03/780 30 90 www.ithodaalderop.be
trilux • 3 LED-verlichtingsoplossingen Op Light + Building 2012 stelde lichtexpert TRILUX 3 LEDverlichtingsoplossingen voor. De Aurista, met een lichtrendement van 80 lm/W en reflectoren uit kunststof en metaal met stervormige lichtuitstraling creërt een bijzondere lichtesthetiek, die in elke ruimte een meerwaarde betekent. Dankzij uitgekiend thermisch beheer en robuuste constructie is de waterdichte armatuur Nextrema bestand tegen extreme temperaturen, hoge luchtvochtigheid en sterke stof- en vuilconcentratie. Met een lengte van slechts 1 meter bereikt de armatuur dezelfde lichtwerking als normale 1,5m lange armaturen. Bijzonder universeel inzetbaar en flexibel is ook het lichtsysteem Coriflex. Deze ‘all-in-one‘ (draagprofielen, apparatendragers en reflectoren) oplossing overtuigt door een uitstekend lichtrendement (90 lm/W) en biedt een nooit vertoond montagegemak.
DIMENSION
www.trilux.com/be
89
NEWS
CASSECROUTE Gaat voor aluminium De balken zijn gemaakt uit 95% gerecycleerde aluminium en dit maakt de cassecroute collectie 100% cradle to cradle. De balken worden nadien gecoat in de vier basis kleuren die Wim Segers en Ronald Mattelé geselecteerd hebben. De levensduur van de cassecroute collectie blijft 3 à 4 generaties en is nadien 100% herbruikbaar. De onderstellen worden nog altijd uit gemetalliseerd staal gemaakt en nadien gepoeder coat in verschillende kleuren. De 4 standaard kleuren zijn: Zuiverwit, Wit Alumetallic, Grijs Alumetallic, 7036 Platina Grijs. Voor elke cassecroute tafel die uit aluminium gemaakt wordt, hakken we geen enkele boom om. De aluminium cassecroute tafel kan tot 6m lang gemaakt worden met maar twee onderstellen. Tot 26 personen aan één tafel... wie kan dat zeggen? www.cassecroute.be
Design Express Vectorworks Gebruikersdagen groot succes! Meer dan 600 Vectorworksgebruikers namen vorige maand deel aan de Vectorworks Gebruikersdagen. Dit was de eerste editie van dit evenement en de grote opkomst bevestigde het succes van de formule. De combinatie van fulltime support met gespecialiseerde workshops en praktijkpresentaties door Vectorworksgebruikers viel duidelijk in de smaak. Kers op de taart was een sneak preview van de nieuwe Vectorworks Cloud Services door Sean Flaherty, CEO van Nemetschek Vectorworks. Met deze cloud-oplossingen voor handheld devices versterkt Vectorworks zijn leiderspositie in de CAD-wereld. www.designexpress.eu
ACO • Afvoergoten met designroosters in de kleur van het buitenschrijnwerk De tuin groeide uit tot een idyllische omgeving, liefst met zo weinig mogelijk onderhoud. Daarom werden afvoergoten een begrip bij de aanleg van de buitenverharding. Aanvankelijk werd de vraag beantwoord met geulen met een klassiek sleufrooster. Ondertussen is er een breed aanbod. Naast roosters met een antraciete luxe-coating, die perfect in balans ligt met de donkere accenten van kleiklinkers en natuursteen, biedt ACO nu de Euroline Harmony afvoergoten aan. De kwaliteitsvol gepoederlakte designroosters integreren zich harmonieus in de buitenverharding en gaan hand in hand met de kleur van het buitenschrijnwerk.
DIMENSION
www.aco.be
90
NEWS
grundfos De MAGNA3 komt eraan Grundfos introduceert de nieuwe serie circulatiepompen MAGNA3, gebaseerd op de beproefde en geteste MAGNAtechnologie. De pomp behoort tot de Grundfos Blueflux®familie. Met een energie-efficiëntie-index onder het EuP-benchmarkniveau kan men energiebesparingen tot 75% -in vergelijking met een doorsnee circulatiepomp- en een korte terugverdientijd bereiken. De AUTOADAPT-functie zorgt voor een optimaal evenwicht tussen comfort en energie-efficiëntie. Dit wordt aangevuld met de nieuwe FLOWADAPT-regelmodus en FLOWLIMIT-functie, waardoor inregelafsluiters meestal overbodig worden. Het MAGNA3-assortiment, met een maximale opvoerhoogte van 18 m en een maximaal debiet van 70 m3/h, bestaat uit meer dan 150 enkel- en dubbelpompen,wat het eenvoudiger maakt om de pomp juist te dimensioneren. De MAGNA3 is geschikt voor zowel verwarmings- als koeltoepassingen als circulatiesystemen van huishoudelijk warm water, en kan vloeistoffen tot -10 °C behandelen, waardoor ze geschikt is voor zware industriële toepassingen én geothermische warmtepompsystemen. De Grundfos GO-bedieningssoftware zorgt voor volledige controle over de pompprestaties. Het MAGNA3-assortiment is verkrijgbaar vanaf de zomer van 2012. www.moderncomfort.grundfos.com www.thinkingbuildings.com
hunter douglas • voegt 200C toe aan zijn gesloten plafondgamma Gesloten lineaire plafonds bieden optimale ontwerpvrijheid. Hunter Douglas introduceert het gesloten plafondtype 200C, een flexible oplossing voor de meest gangbare bouwmodules in de hedendaagse architectuur. HunterDouglas® 200C is een nieuw 200 mm breed plafondelement, beschikbaar in een brandstabiele stalen uitvoering en in aluminium. In geperforeerde uitvoering - al dan niet voorzien van een ingekleefd akoestisch vlies - zorgt 200C voor een betere akoestiek. Voor het 200C paneel is een specifieke drager ontwikkeld waarop het paneel eenvoudig kan worden ge(de) monteerd. Deze universele drager is tevens geschikt voor de types 75C, 150C en 225C zodat verschillende breedtes toepasbaar zijn op dezelfde drager. Het lineaire HunterDouglas® 200C paneel combineert functionaliteit en comfort zonder afbreuk te doen aan het esthetische aspect. Deze module biedt een grotere flexibiliteit met behoud van een strak en gesloten plafondoppervlak. Door uitbreiding van het 200C plafondpaneel in het huidige gesloten gamma, biedt Hunter Douglas dé oplossing voor de meest gangbare bouwmodules. www.hunterdouglas.be
Vaillant • Nieuwe gamma regelaars De nieuwe Vaillant-regelaars zijn ontworpen voor intuïtief gebruik dankzij een nieuw, eenvoudig bedieningsconcept en een nieuw design. Ze waken erover dat het verwarmingssysteem optimaal werkt zodat het rendement en de eruit voortvloeiende energiebesparing hoog blijven. Het volledige gamma omvat verschillende types regelaars, allemaal uitgerust met de eBUS-technologie. Dat betekent dat er sprake is van tweerichtingscommunicatie tussen de regelaar en de ketel. De consument kan kiezen tussen de weersafhankelijke regelaars met buitenvoeler type calorMATIC VRC die de verwarmingsketel op basis van de buitentemperatuur sturen of de kamerthermostaten type calorMATIC VRT die de ketel op basis van de kamertemperatuur sturen.
DIMENSION
www.vaillant.be
91
NEWS
Schréder • lanceert Teceo, HapiLed en Piano Mini Met de Teceo wil Schréder een zo goed mogelijk beheer van de kosten realiseren. Zijn performanties zijn geoptimaliseerd dankzij de led engines LensoFlex2®. Het verlichtingstoestel integreert flexibele ledmodules, biedt een keuze uit diverse stroom- en intensiteitmogelijkheden, en is FutureProof. Het verlichtingstoestel is geschikt voor steden die het verlichtingsniveau willen verbeteren en hun ecologische voetafdruk verminderen. Het Hapiled verlichtingstoestel, ontworpen door Michel Tortel, creëert een aangename sfeer, zowel overdag als ’s nachts. Het is geschikt voor het verlichten van parken, pleinen en residentiële wijken. Het gamma is uitgerust met de nieuwe led engine LensoFlex2® - met 16, 24 of 32 leds. Het toestel is beschikbaar in verschillende configuraties (onder meer keuze van led engine, voeding en lichtstroom) en realiseert een energiebesparing tot 80% in vergelijking met een klassieke oplossing. De Piano Mini, het kleinste model uit het Piano-gamma, is uitgerust met een led engine LensoFlex2® met hoge fotometrische performanties, en zorgt voor sfeercreatie en een veiligheidsgevoel. Het toestel kan uitgerust worden met dim- en telemananagement systemen om energie te besparen en is geschikt voor de verlichting van straten, parken en fietspaden.
Tijdens Fensterbau/ Frontale in Nürnberg werd de Fixscreen® ® door de jury van de „Innovationspreis 150EVO van Renson Architektur + Fenster Tür Fassade“ onderscheiden. De onderscheiding in de categorie 2 - Producten met een hoge architecturale kwaliteit - ging naar Renson® voor de Fixscreen® 150EVO, de nieuwe windvaste verticale doekzonwering voor glaspartijen tot 22 m². De jury van architecten hield rekening met de functionele aspecten, het design, de echtheid van de gebruikte materialen en de toepassingsmogelijkheden. De Fixscreen® 150EVO is uitgerust met een geleidingssysteem met Fixscreen®-technologie. Daardoor zit het doek strak en windvast in elke positie. Een gepatenteerde waterdichte elektrische connectie, de Connect & Go technologie, garandeert de eenvoudige (de)montage van de doekrol en dito vervanging van motor en doek. Een kanaal in de zijgeleiders laat toe om de elektrische kabel weg te steken. De kast van deze screen bestaat in het afgeronde Softline- en het strakke Square-design.
www.schreder.com
www.renson.eu
NIKO • biedt ook ledoplossingen op maat Voor elk project waar standaard ledproducten niet toereikend zijn, creëert Niko een passende oplossing. Niko’s portfolio bevat zowel verlichtingsprojecten voor de residentiële, openbare en tertiaire sector als integratie van leds in armaturen. Enkele voorbeelden. Een interieurarchitecte was voor haar klant op zoek naar geïntegreerde ledverlichting in het plafond. De bouwheer wou een mooie egale lichtlijn, dimbaar en naadloos ingewerkt, mét een waarheidsgetrouwe weergave van de kleuren. De lichthoeveelheid en -kwaliteit kan zo worden ingesteld dat voor elke gelegenheid de optimale lichtkleur wordt bereikt. Voor de verlichting van het Van Beuningen-plein in Amsterdam ontwikkelde Niko ledstrips die in de ijzeren constructies rond de paviljoenen ingebouwd werden. Deze indirecte lichtlijnen zorgen voor sfeer, de geïntegreerde kalenderfunctie zorgt ervoor dat de kleur verandert naargelang de seizoenen of bij speciale evenementen. Voor lichtfabrikant TAL combineerde Niko zijn kennis van sensoren en leds en ontwikkelde een interactieve vloer: de Smartfader.
DIMENSION
www.niko.eu
92
renson® • wint met Fixscreen® 150 EVO
NEWS
riello • In Condens Solar
Luxlight lanceerde op Batibouw 2012 een nieuwe generatie platdakramen. Het bedrijf nam deel aan het ‘Innovatieparcours’ en was genomineerd voor de Innovatie Award. De platdakramen zijn ontwikkeld om de grootst mogelijke hoeveelheid daglicht naar binnen te halen. Met deze grote afmeting onderscheidt Luxlight zich van alternatieve producten zoals lichtkoepels, daglichtbuizen en dure veranda’s. De platdakramen zijn gemaakt van zonwerend HR++ glas en fraai afgewerkt aluminium, met slanke detailleringen. Het glas zorgt voor een natuurlijke lichtinval met een onvervormd doorzicht. Bij hagel en regen wordt het geluid tot een minimum gereduceerd. Alle Luxlight platdakramen zijn nagenoeg onderhoudsvrij en inbraakwerend volgens de Europese norm EN1627. Het assortiment platdakramen bestaat uit een aantal standaardmodellen - Luxlight Basic - en platdakramen op maat - Luxlight Pro. De basis modellen zijn het lessenaarsdak tegen muur, het vrijstaand lessenaarsdak en het zadeldak. Op alle platdakramen is er 10 jaar garantie.
In Condens Solar is een innovatief Rielloproduct: een condenserende gasvloerunit gecombineerd met een zonne-energieboiler voor productie van verwarming en sanitair warmwater. Het systeem heeft een diepte van 34 cm en is vooral ontwikkeld om te worden ingebouwd in een wand en zo sterk plaatsbesparend te zijn. De combinatie bestaat uit een 150 l zonneboiler gecombineerd met een condenserende gaswandeenheid, sanitair expansievat, hydraulische zonne-energiegroep en een regeleenheid met verschillende regelopties: zonne-energiekring aangevuld met ofwel 1 directe verwarmingszone, 1 directe + 1 mengzone voor verwarming of 1 directe + 2 mengzones voor verwarming. De verwarmingskringen kunnen uiteraard weersafhankelijk functioneren. Er kan een keuze gemaakt worden uit een unit voorzien van een zonneboiler met dubbele warmtewisselaar of een zonneboiler met een enkele warmtewisselaar. Deze laatste wordt dan gecombineerd met een platenwisselaar voor onmiddellijke warmwaterproductie. Het regelsysteem zorgt dan voor een optimale tussenkomst van de gasketel om de juiste sanitaire temperatuur te produceren.
www.luxlight.eu
www.riello.be
Luxlight • nieuwe generatie platdakramen
B inspired • de nieuwe Concept Store van Legrand Group De Concept Store aan de Brusselse Steenkoolkaai was ruim 7 jaar hét uithangbord van het merk BTicino. Legrand Group gooit het nu over een andere boeg. De Concept Store “b Inspired” - naar een ontwerp van architect Vittorio Simoni - is het allereerste multimerk ervaringsplatform van de Legrand Group wereldwijd. De vestiging in België kreeg de eer dit pilootproject te realiseren. Naast ruimte voor de eigen merken BTicino, Legrand en Vantage, is ook de creatieve kruisbestuiving met diverse partners goed voor 300 m² inspiratie en beleving. Partners van het eerste uur, aanwezig in de Concept Store, zijn Delta Light met architecturale verlichting, Osram met LED-technologie, Sharp met High end video, Bowers & Wilkins met High end audio, Vitra met designmeubilair en All-Vac met centrale stofzuigsystemen en ventilatie. Architecten, interieurarchitecten en eindgebruikers kunnen er de Home Automation-oplossingen van Legrand Group en de bijhorende collecties schakelmaterialen zoals Céliane, LivingLight en Axolute ontdekken door het volgen van een heus belevingsparcours, afgestemd op hun dagdagelijkse woonomgeving. De Concept Store is open van maandag tot en met zaterdag.
DIMENSION
www.conceptstore.be
93
General kaapte opnieuw een belangrijke design award weg voor zijn Design AircoHeater. Na de Good Design Award 2011, uitgereikt in Japan, en de Duitse IF Product Design Award 2012, werd de Design AircoHeater nu ook gelauwerd met de prestigieuze Red Dot Award. Al deze prijzen worden toegekend o.b.v. gebruiksvriendelijkheid, concept, technologische vernieuwing en design. “Een oogstrelend comfort”, dat is met recht en reden de slogan die General voor de Design AircoHeater gebruikt. Deze lucht/lucht warmtepompen zijn zuinig, efficiënt, vrijwel geruisloos en bovenal een streling voor het oog. Elegant en strak tegelijk. General loopt al jaren in de kijker met zijn gamma AircoHeaters, lucht/lucht warmtepompen van de allernieuwste generatie. Ze verwarmen in de winter en koelen in de zomer. AircoHeaters doen dat met een zeer hoog rendement, want General warmtepompen leveren tot vier maal zoveel warmte-energie als de primaire energie die ze verbruiken. Zelfs als het kwik buiten onder -10°C duikt, dan nog garanderen AircoHeaters een aangenaam warmtecomfort in huis.
VAKBLAD VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY / REVUE PROFESSIONNELLE POUR ARCHITECTES & CONSULTANTS
GENERAL • Design aircoheater
DIMENSION
NEWS
more
www. dimension.be
button news
De nieuwe Design AircoHeater is verkrijgbaar in verschillende vermogens en in 2 kleuren: wit en aluminium. Het witte model is bovendien beschikbaar in combinatie met de multi-split systemen van General.
• GAVRA www.generalbenelux.com
Nieuwe CER-Collection
• RVB rvb®kranen in Hotel La Réserve te Knokke
GYPROC • Een compleet systeem Het assortiment SoundBlock-elementen maakt het mogelijk om lichte scheidingswanden, voorzetwanden en plafonds samen te stellen. Deze oplossingen leveren in vergelijking met de standaard Gyprocsystemen een nog betere geluidsisolatie op. Gyproc SoundBlock-platen zijn herkenbaar aan hun blauwe karton en de SoundBlock-opdruk, soms afgekort tot dB. Dankzij hun specifieke samenstelling geven zij de allerhoogste geluidsisolatie. De Gyproc SoundBlock plaat zal vanaf maart 2012 ook verkrijgbaar zijn in een breedte van 600 mm. Zo zullen SoundBlock toepassingen beter kunnen ingezet worden in de doe-het-zelf en renovatiemarkt. Metal Stud SoundBlock-profielen zorgen in combinatie met de SoundBlockplaten voor een extreem hoge geluidsisolatie. Metal Stud dB Int- en Metal Stud Ext- hoekprofielen maken het zeer eenvoudig binnen- of buitenhoeken van 90° te realiseren; de geluidsisolatie kan dan bovendien doorlopen.
DIMENSION
www.gyproc.be
94
• QUICK_STEP Exquisa laminaattegels
• MHB Innovatieve vensters bieden nieuwe toekomst aan Bauhaus-Erfgoed in Dessau
Architect: ZAmpone architectuur
U I T L I E F DE VOO R J E OM G E V I NG Er gebeurt wat als je huis wordt bekleed met Eternit. Daken en gevels die het oog strelen en het milieu koesteren, lokken heel wat kijklustigen. En Eternit maakt de mooiste oplossingen niet duurder, maar duurzaam. Ook de vakman is er weg van, dus die plaatst ze met de grootste liefde. Breng een bezoekje aan onze site en ga gerust uit uw dak. Doet u het niet voor uw omgeving, doe het dan tenminste voor uzelf.
www.eternit.be
dak- en gevelbekleding