VAKTIJDSCHRIFT VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY JAARGANG 7 OKT-NOV-DEC 2012-N26
DIMENSION © Iwan Baan -- Sou Fujimoto
architect@home Serge Lefevere - Boeckx architecture & engineering • DEBAT De beroepsverenigingen en de hervorming van de Orde • INTERVIEW Sou Fujimoto: Witte schaduwen • Architectuurwedstrijden: Love it or hate it? • DOSSIER AG VESPA: “Wij mogen spelen in de Champions League van de architectuur” • techniek Luchtschermen, dampschermen, dampremmen ...
Afgiftekantoor 1099 Brussel X - P602602 - Driemaandelijks tijdschrift - Verantwoordelijke uitgever: Filip Cossement - Bld. des Canadiens 118 - B-7711 Dottignies
IntellIgente verlIchtIng voor de stad
Design: Michel Tortel
verlIchtIng
4 FOTOMETRISCHE LICHTVERDELINGEN VARIABELE LICHTSTERKTE EN FLEXIBELE PROGRAMMERING LAAG ENERGIEGEBRUIK DUURZAME PRESTATIES
Schréder, licht in de stad Uitrusting Schréder n.v. Puursesteenweg 327 | 2880 Bornem Tel. : +32 3 890 66 66 Fax : +32 3 889 46 71 E-mail : info-bornem@schreder.be Website: www.schreder.com
DIMENSION HELPDESK
04
ARCHITECT@HOME Serge Lefevere - Boeckx architecture & engineering
08
DEBAT De beroepsverenigingen en de hervorming van de Orde 14
INTERVIEW 20 32
Sou Fujimoto: Witte schaduwen Architectuurwedstrijden: Love it or hate it?
DOSSIER PROF 3.0: Private care Room of the Future: Architect Steven Decloedt, AG VESPA: “Wij mogen spelen in de Champions League van de architectuur” Woonvormen en bouwformules voor morgen
24 37 46
REPORTAGES Software scant complexe ruimtelijke puzzel 28 De Conincklijke Passage: zuurstof voor de stad 30 Leien in dambordpatroon voor inbreidingsproject 42 Ans wordt de kleine Lichtstad 44 Massief passief omhulsel voor basisschool Sterbos 52 Halfedelstenen sturen sfeerbeleving in bar en restaurant 56 Energiezuinig comfort 58 Doorstart met innovatieve leds 60 Ledlightpipes verlichten elk ondergronds bouwwerk 62 Duurzaam kleurenpalet voor nieuwe VMM-vestiging 64 Nieuwe modulaire lichtstraten creëren nieuwe markten 66
SPECIALIST AAN HET WOORD
26 / 54
TECHNIEK Luchtschermen, dampschermen, dampremmen...
69
ACTUA
74
BEURS & MEDIA News
73 & 76 79
INHOUD
Het knellende harnas van de architect De architect staat steeds meer onder druk in de verschillende sectoren van de bouwnijverheid. Neem nu de woningbouw. Of we het graag horen of niet, het gros van de individuele bouwheren klopt aan bij een sleutelklarewoningbouwer. De architect komt nog even in the picture om de behoeften en wensen van de opdrachtgever om te zetten in een ontwerp, en verdwijnt daarna veel te dikwijls naar de achtergrond. Geen probleem zolang alles van een leien dakje loopt. Maar o wee als er een kink in de kabel komt. Waar zit toch die architect? Hij houdt toch toezicht op de werf? Hij verdedigt toch de belangen van de bouwheer? Of neem de overheid. Die geeft steeds meer de voorkeur aan letterwoorden die een niet altijd even fraaie werkelijkheid opleuken: D&B, DBFM, DBFMO, PPS … Die overheid wil immers weten hoe haar budget er vandaag, morgen en overmorgen zal uitzien. Daarom legt zij maar al te graag de risico’s dat het fout loopt met uitvoeringstermijnen, bouw- en onderhoudskosten en financiering, bij een andere partner. Het gevolg? Architecten worden meegezogen in een spiraal van resultaatsverbintenissen, die niet te rijmen valt met hun wettelijke en deontologische verplichtingen. Zij verliezen hun greep op het project. Zelfs met de beste wil ter wereld zijn zij niet langer onafhankelijk te noemen. Hoe gaan wij daar als architect mee om? Niet door ons op te sluiten in ons individuele harnas, want dat knelt steeds onaangenamer en dreigt ons stilaan te verstikken. We moeten met open vizier kijken waar wij naartoe willen. Out of the box denken, is daarbij de boodschap. En taboes mogen er niet zijn. Nadenken over de wet van 1939 staat niet per definitie gelijk met vloeken in de kerk. Discussiëren over de invulling van het monopolie betekent niet per definitie dat we bij de duivel te biechten gaan. Commercieel denken en handelen is echt wel toegestaan in het architectenbureau. We moeten alleen duidelijke krijtlijnen trekken: tot daar en niet verder. En we moeten ophouden elkaar als in een middeleeuws steekspel te bekampen met nog lagere erelonen. De architect is geen baron von Münchhausen die er in slaagde zichzelf aan zijn haar uit het moeras te trekken. Wij geraken alleen uit dat moeras als we samen een visie en een strategie ontwikkelen, en ons en bloc met de andere bouwpartners rond de tafel scharen voor overleg. Niet om ons hoofd op het slachtblok te leggen. Wel om de toekomstige rol en de levenskansen van de architecten als beroepsgroep veilig te stellen. Architect Danny Windmolders, Nationaal voorzitter NAV
DIMENSION
VAKTIJDSCHRIFT VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY
Helpdesk 01
Redactie Philip Declercq Staf Bellens & Colette Demil FCOmedia - redactie@fcomedia.be - T 056 77 13 10 Reclame - advies FCOmedia - Katja Wijffels Boulevard des Canadiens 118, 7711 Dottignies 0473 86 59 70 - F 056 77 13 11 katja.wijffels@fcomedia.be Vormgeving marieke.veys@fcomedia.be Verantwoordelijk uitgever FCOmedia - Filip Cossement Boulevard des Canadiens 118, 7711 Dottignies In samenwerking met Directeur Bart Verstraete - T 02 238 07 71
de associatie van interieurarchitecten association des architectes d’intérieur
We gaan ervan uit dat u doelt op een vrijwillige stopzetting van het bedrijf en niet op een faillissement.
Periodiciteit Driemaandelijks
Wat als de aannemer vrijwillig besluit om binnen enkele jaren met zijn bedrijf te stoppen? Hoe zit het met de tienjarige aansprakelijkheid?
Dimension wordt ook verstuurd naar interieurarchitecten - AINB
Version française sur simple demande de associatie van interieurarchitecten
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op association des architectesook, d’intérieurzonder voorafgaande schriftelijke toestemming welke wijze
Het is voor een vennootschap mogelijk om deze stop te zetten. Concreet gebeurt dit door een vereffening van de vennootschap welke wordt gedaan door de vereffenaar. Deze laatste kan evenwel niet zomaar de gehele vennootschap vereffenen zonder rekening te houden met gebeurlijke aanspraken tegen de vennootschap. De tienjarige aansprakelijkheid is van openbare orde. Het lijkt dan ook niet op te gaan dat men zich als aannemer daaraan onttrekt door de aannemingsvennootschap te laten vereffenen. In die optiek is de vereffenaar er toe gehouden om de nodige provisies te voorzien en de vereffening van de vennootschap pas af te sluiten wanneer de termijn van de tienjarige aansprakelijkheid voorbij is. Doet de vereffenaar dit niet en sluit hij de vereffening toch af, dan is hij persoonlijk aansprakelijk en kan hij in gebeurlijk geval nog worden aangesproken door een opdrachtgever die zich beroept op de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemer. Om als opdrachtgever meer zekerheid te hebben om de aannemer nog te kunnen aanspreken voor wat betreft zijn tienjarige aansprakelijkheid, kan overwogen worden om in het aannemingscontract te bedingen dat de aannemer een verzekering moet aangaan voor zijn tienjarige aansprakelijkheid. In die optiek kan de opdrachtgever de verzekeraar achteraf nog aanspreken. Evenwel moet er op gewezen worden dat een tienjarige aansprakelijkheidsverzekering voor de aannemer niet gebruikelijk is. Joris Wouters, GSJ advocaten
02
Moeten afbraakwerken aan een woning ouder dan 15 jaar aan 6% of 21% btw gerekend worden? Wat met de materiaalkosten (bvb. containers) als de bouwheer bepaalde zaken zelf afbreekt? Kan dit ook aan 6%?
van de uitgever. Voor ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. Voor de inhoud van de advertenties zijn enkel de adverteerders aansprakelijk. De uitgever erkent geen enkele verplichting tot opname van aangeboden advertenties.
DIMENSION
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
04
De afbraak van een uit zijn aard onroerend goed wordt voor btw-doeleinden beschouwd als “werk in onroerende staat”. In dat geval kan het 6% btw-tarief van toepassing zijn, wanneer is voldaan aan de volgende voorwaarden:
»
HELPDESK
- De handelingen moeten betrekking hebben op een woning die na de verbouwingswerken hoofdzakelijk of volledig als privéwoning wordt beschouwd; - De woning moet minstens 5 jaar in gebruik zijn genomen wanneer de btw opeisbaar wordt (dit is wanneer dienst is voltooid of vroeger indien eerder een factuur wordt uitgereikt of een bedrag wordt geïncasseerd); - De handeling moet worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker (d.w.z. eigenaar of huurder van de woning). - De factuur moet duidelijk melding maken van de elementen die het verlaagd tarief rechtvaardigen. Hierbij moet de afnemer ook een ondertekend attest aan de aannemer verstrekken.
moeten worden bijbetaald. Deze regels gelden zodra één consument toegang heeft tot de onderneming.
Indien de klant een container laat komen om zelf de afbraakwerken te doen, dan wordt dit gekwalificeerd als de verhuur van een roerend goed, dat in principe aan het algemeen btwtarief van 21% is onderworpen.
De aannemer maakte tijdens de werken offerte voor meerwerken. De private bouwheer keurde dit enkel mondeling goed. Na uitvoering protesteert de bouwheer deze goedkeuring. Hoe sterk staat de bouwheer bij het weigeren van deze facturen? Wat zijn eventuele rechten en plichten van de aannemer?
Indien u de werken in regie laat uitvoeren (dit wil zeggen: niet tegen een vaste prijs), dan maakt dit in praktijk geen verschil indien de verhuur van de container duidelijk samenhangt met de afbraakwerken uitgevoerd door de aannemer. Je kan dan zeggen dat “bijzaak de hoofdzaak volgt” aangezien het verhuur van de container gebeurt in het kader van werk in onroerende staat. Het is dan wel aan te raden dat er duidelijk in de offerte staat dat het gaat om verhuur van de container in het kader van de afbraakwerken. In dit geval kan dus een tarief van 6% toegepast worden. Leslie Rottiers, SBB
03
Een aannemer maakt een offerte voor mijn particuliere klant. Na goedkeuring van de offerte en uitvoering van de werken ontstaat er discussie. De aannemer beweert dat het bedrag op de offerte exclusief BTW was. Dit stond echter niet expliciet aangegeven. Hoe zit dit? In het geval van een particuliere klant is de Wet Marktpraktijken van toepassing. Deze Wet vermeldt uitdrukkelijk in artikel 6 dat “de aangeduide prijs de door de consument te betalen totale prijs moet zijn.” De totale prijs omvat naast de btw en alle andere taksen, ook de kosten van de diensten die door de consument verplicht
Tussen professionelen (de relatie tussen de aannemer en zijn niet – particuliere klanten) kan een prijsaanduiding excl btw wel, doch enkel indien dit duidelijk aangegeven is (best naast de prijs inclusief btw) en er dus niet de minste verwarring over kan bestaan. Bij verwarring lijkt het niet zo eenvoudig om aan te tonen dat de prijs bedoeld is exclusief btw. Christophe Lenders, GSJ advocaten
04
De vraag heeft betrekking op een bewijsproblematiek. Ik begrijp dat er meerwerken moesten uitgevoerd worden waarvoor een offerte is opgesteld die (mondeling) werd goedgekeurd. Na uitvoering van de meerwerken tracht de bouwheer aan betaling te ontsnappen door te argumenteren dat er geen goedkeuring was. Wanneer de opdrachtgever een particulier is (geen handelaar) dienen rechtshandelingen waarvan de waarde het bedrag van 375,00 EUR te boven gaat, in principe bewezen te worden met een geschrift. Strikt genomen kan de aannemer derhalve niet bewijzen dat er een overeenkomst bestond over de uit te voeren meerwerken. Evenwel is het mogelijk dat er een zogenaamd ‘begin van bewijs van geschrift’ voorhanden is. Zulke begin van bewijs van geschrift is een geschrift uitgaande van de persoon (of diens vertegenwoordiger) aan het wie het geschrift en beweerde rechtsfeit worden tegengeworpen en waardoor het beweerde feit waarschijnlijk wordt gemaakt. Mogelijks is er in casu een vraag geweest tot het opstellen van een offerte voor meerwerken, uitgaande van de bouwheer. Wanneer er een begin van bewijs van geschrift aanwezig is, kan de overeenkomst verder bewezen worden met getuigen en vermoedens. Nu er een offerte is opgesteld voor meerwerken, impliceert dit dat er een ‘basisopdracht’ was die de aannemer diende uit te voeren. Er kan verder moeilijk betwist worden dat er ten opzichte van deze ‘basis-
» DIMENSION
»
05
HELPDESK
»
opdracht’ daadwerkelijk meerwerken zijn uitgevoerd. Het feit dat er een vraag tot het opmaken van een offerte is geweest en dat, na deze offerte, de werken effectief zijn uitgevoerd kan de rechter doen besluiten dat er een akkoord was tussen partijen over de uit te voeren meerwerken. Uiteraard zal de rechter geval per geval en afhankelijk van de concrete omstandigheden een uitspraak doen.
blijkt uit zijn gedragingen dan wel uit bepaalde documenten. Dat het model van document is voorbereid door de aannemer of door welke andere derde dan ook doet volgens mij geen enkele afbreuk aan de geldigheid van een proces-verbaal uiteraard en slechts in zoverre de opdrachtgever dit document daadwerkelijk heeft ondertekend en heeft aanvaard. Christophe Lenders, GSJ advocaten
Wanneer de opdrachtgever een handelaar is, is het bewijs vrij. De aannemer kan dan trachten om met alle middelen van recht (getuigen en vermoedens inbegrepen) om aannemelijk te maken dat er een akkoord bestond over de uit te voeren meerwerken. De rechter zal dit in concreto beoordelen. De aannemer doet er derhalve goed aan om steeds het schriftelijk akkoord te bekomen alvorens meerwerken uit te voeren. De houding van de opdrachtgever is in deze bekritiseerbaar daar hij blijkbaar wetens en willens bepaalde meerwerken (mondeling) goedkeurde op deze achteraf te betwisten. Joris Wouters, GSJ advocaten
05
Een aannemer heeft samen met de bouwheer een rondgang georganiseerd en een verslag van oplevering opgemaakt. Dit verslag is door beiden ondertekend, maar ik was als architect niet betrokken. Kan dit? Moet dit geen proces-verbaal van oplevering zijn?
06
Wanneer ik akkoord ga met een minprijs voor gebrekkige werken, vervalt dan ook de garantie op het totale werk? Is er risico dat de aannemer het nieuwe akkoord aanhaalt om bvb. waterinfiltratie als ‘aanvaard’ te beschouwen? Wanneer werken worden aanvaard dan geldt deze aanvaarding voor de toestand zoals die men die kan vaststellen (of behoort te kunnen vaststellen). Anders gesteld; de gebreken die men niet kan zien, niet kan weten en op het ogenblik van de aanvaarding “verborgen” zijn, worden in principe niet aanvaard. Het hangt af van hoe de dading is geformuleerd maar wanneer de aannemer akkoord gaat met een minprijs omwille van gebrek X en daarover wordt een dading gesloten, betekent dit in principe niet dat wanneer gebrek Y wordt ontdekt dat de bouwheer geen nieuwe vordering zou kunnen stellen. Christophe Lenders, GSJ advocaten
1.De aanvaarding oplevering van de werken is een eenzijdige rechtshandeling die moet geschieden door de opdrachtgever. Het feit dat de bouwheer verkiest dit te doen zonder architect doet geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van een gebeurlijke aanvaarding van de oplevering. Wél is in principe de architect gehouden, in het kader van zijn controletaak, erop toe te zien dat hij wordt uitgenodigd en bijstand verleent aan de bouwheer. Verzuimt de bouwheer aan deze aangeboden bijstand, dan kan de architect mijn inziens niets verweten worden. Het is inderdaad aan te bevelen dat de architect een brief stuurt met melding dat de berichtgeving hem verbaast nu hij bvb. nochtans had gevraagd aanwezig te mogen zijn...
DIMENSION
2. Een proces-verbaal van oplevering is niet vereist. De oplevering is vormvrij. Het enige wat telt is dat de wil van de opdrachtgever om de werken te aanvaarden voldoende duidelijk
06
De NAV helpdesk heeft als doel eerstelijnsvragen van zijn leden op te lossen binnen een redelijke termijn van enkele dagen. NAV doet in dit kader beroep op een netwerk van adviseurs en specialisten: architecten, UNIZO/FVIB, SBB Accountants & Adviseurs en het advocatenkantoor Goossens-Sebreghts-Jacqmain en het adviesbureau VEKMO. NAV en de beantwoorders zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud en interpretatie van de antwoorden.
REPORTAGE
Een totale benadering van uw visie
nav partners 2012:
Kleidakpannen
The future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com The future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com
www.ar-co.be
www.xella.be
www.rockwool.be
www.ar-co.be www.ar-co.be
The future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com www.rockwool.be
www.rockwool.be www.xella.be www.xella.be
www.rockwool.be
www.renson.be Innovation is a tradition www.renson.be www.comap.be www.renson.be
www.c3a.be
www.c3a.be www.colorcoat-online.com www.c3a.be
onzeBouwverzekeringen: ervaring, uw zekerheid www.xella.be www.protect.be onze ervaring, uw zekerheid www.protect.be
www.velux.be
www.velux.be www.c3a.be www.velux.be
Bulex … ik kick op warmte !
Bulex … ik kick op warmte Bulex ! …www.bulex.be Bulex … ik www.sika.be kick op warmte ! ik kick op warmte ! www.sika.be www.bulex.be www.bulex.be www.sika.be www.bulex.be
www.reynaers.be
www.sika.be www.reynaers.be www.reynaers.be
www.cbr.be
www.atab.be www.cbr.be www.cbr.be
Kleidakpannen
www.derbigum.be Bouwverzekeringen: onze ervaring, uw zekerheid www.protect.be www.derbigum.be www.derbigum.be
www.gira.be
www.gira.be www.velux.be www.gira.be
www.henrad.com
www.cbr.be www.henrad.com www.henrad.com
Kleidakpannen
Kleidakpannen
www.koramic.com
www.inter-ceram.be www.koramic.com www.koramic.com
www.masser.be
www.masser.be www.eurosunkeukens.be www.masser.be
www.koramic.com
www.masser.be
www.nav.be www.silestone.com www.nav.b www.nav.be www.nav.be
www.nav.be
DIMENSION
The future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com
Bouwverzekeringen: onze ervaring, uw zekerheid www.protect.be Bouwverzekeringen:
07
@HOME
Serge Lefevere - Boeckx architecture & engineering
DIMENSION
© ©Studio StudioDann Dann
“Zorgarchitectuur vergt een wetenschappelijke basis” 08
@HOME
Serge Lefevere ontvangt ons in de nieuwe kantoren die Boeckx architecture & engineering vorig jaar betrok in het centrum van Oostende. Het voormalige kantoorgebouw met woonloft werd gestript tot op het betonskelet en opnieuw ingevuld. Het materiaalgebruik is uitgesproken hedendaags, met een gevelbekleding in hagelwitte solid surface, een vloerbekleding van diepzwarte linoleum, zichtbare ruwbouw- en technische elementen op het gelijkvloers en veel glas en warme accenten op de directieverdieping. “Wij hebben gezamenlijk de grote lijnen vastgelegd en dan alles in handen van onze interieurarchitecten gegeven.” Met een jaaromzet van 8,5 miljoen euro, bijna 50 medewerkers in vast dienstverband en een staat van dienst die teruggaat tot 1979, is Boeckx een naam die klinkt als een klok in de sector van de zorgarchitectuur. Oprichter Norbert Boeckx legde zich van in de prille start op deze sector toe. Serge Lefevere (°1961) vervoegde het bureau in 1989, na zijn studies aan Sint-Lucas Gent, zijn stage, zijn legerdienst en een korte periode op het Oostendse architectenatelier Maes-Debusschere. “Ik wist na mijn studies dat ik geen zelfstandige solopraktijk wou, waar ik tegelijk typist, tekenaar en ontwerper zou zijn en zou moeten beknibbelen op mijn ereloon om de collega’s opdrachten af te snoepen. Bij Maes-Debusschere ontdekte ik mijn voorliefde voor grote projecten. Boeckx was dan ook een evidente keuze. Wie toen rondom zich keek, wist dat zorgarchitectuur een mooie toekomst beschoren was. Aantrekkelijk was en is ook dat de bouwheer de investeringskost moet beheren maar niet uit eigen zak moet opdiepen, zodat onderhandelingen nooit verzanden in een discussie over centen. Je moet natuurlijk de bouwheer blijvend overtuigen, maar als dat lukt, beschik je als architect over meer ruimte voor een eigen inbreng. Zo konden wij bijvoorbeeld in de derde fase van het project Gasthuisberg in Leuven verschillende ideeën aanbrengen die daar voor de eerste keer zijn gerealiseerd. Dat levert een mooie referentie op, vermits het gaat om het grootste universitair ziekenhuis van Vlaanderen.”
peld met het oog op zijn pensionering twaalf jaar later. Revolutionair voor die periode, denk ik. Gezien de lange doorloopperiode van ziekenhuizen, die van idee tot oplevering tien tot twaalf jaar in beslag neemt, wou hij continuïteit creëren. Wij kregen de kans om gedurende die periode in te groeien, wat de aandelenovername betaalbaar maakte en Norbert de kans bood om ons te evalueren. Eind 2004 is hij zoals gepland met pensioen gegaan en zetten wij met drie het bureau verder.” Omstreeks 2009 werd de oude stek een te krappe jas, gezien de jaarlijkse groei. “Wij overwogen om een nieuw gebouw in het Oostendse industrieterrein te ontwerpen, maar daar waren de medewerkers niet voor te vinden. Zij vinden het heerlijk om tijdens de middagpauze een frisse neus te halen op de Zeedijk of hun boodschappen te doen. Ook de slechte verbinding met het industrieterrein was velen een doorn in het oog. Omdat we prima medewerkers hebben die we graag willen behouden, was de knoop snel doorgehakt. Het gebouw kwam net op het juiste moment te koop. Oostende is geen kantorenstad, en de prijzen van de appartementen liggen te hoog om een appartementsgebouw te kopen en om te vormen tot werkruimtes. Hier beschikken we over een ondergrondse parkeergelegenheid, een mooie etalage die we als galerij willen gebruiken en, zoals al gezegd, een centrale ligging.”
Een naam als een manifest Samen met de zoektocht naar een nieuwe thuishaven besloten de drie vennoten om ook het bureau een grondige facelift te geven. In samenwerking met een communicatiebureau werden een nieuwe visie en huisstijl ontwikkeld en werd gezocht naar een andere benaming. Tal van alternatieven passeerden de revue, maar toen puntje bij paaltje kwam, viel de keuze op Boeckx architecture & engineering. “Boeckx is in de markt van de zorgarchitectuur uitgegroeid tot een sterk merk. Waarom zouden we daar afstand van doen?”
»
Continuïteit avant la lettre
ASZ Aalst DIMENSION
In 1992 zette Serge Lefevere samen met zijn huidige vennoten Johan Cogge en Albaan Tas de stap naar een nauwere samenwerking met Norbert Boeckx, wat leidde tot de geboorte van Boeckx & Partners nv. “Norbert had een ingroeipad uitgestip-
09
@HOME
Jan Yperman ziekenhuis, Ieper
De nieuwe naam is meteen een manifest, dat aangeeft dat bouwheren voor een totaalpakket kunnen aankloppen bij het Oostendse bureau. “Het luik engineering geven wij uit aan studiebureaus voor technieken en stabiliteit, die we kiezen op basis van welbepaalde criteria zoals het project, de locatie en de opdrachtgever en met wie wij een ontwerpteam vormen. De rest doen we zelf, dus ook het interieur, de landschapsarchitectuur, de infrastructuur en de stedenbouw. Al die disciplines worden gebundeld in het ontwerpteam.” Stuk voor stuk zaken die bij het ontwerp van een ziekenhuis of een groot woonzorgcentrum erg belangrijk zijn. Daarmee zitten we meteen bij het kernthema van ons gesprek. Een ziekenhuis is een complexe puzzel, beaamt Serge Lefevere onze voorzet. “Het moet functioneel zijn, aangenaam zijn om in te werken voor het personeel, aantrekkelijk zijn voor de patiënt en goed scoren inzake totale life cycle cost. Gezien de krappe budgettaire situatie kan geen enkele ziekenhuisdirectie het zich veroorloven om meer mensen op een dienst tewerk te stellen dan strikt noodzakelijk is. Loopafstanden, organisatie, compactheid en onderlinge situering van de verschillende diensten die met elkaar gerelateerd zijn, zijn dus essentieel. Verpleegkundigen vormen een knelberoep. Je moet ze als directie weten aan te trekken en te houden via een aangename werkomgeving. Patiënten kiezen hun ziekenhuis, en kijken daarbij naar de kamer, de sfeer, het eten, de dienstverlening. Ten slotte is er de terugverdienbaarheid van de investering, die mee wordt bepaald door de keuze van technieken en materialen en door de duurzaamheid van het volledige concept.”
Evidence based design
DIMENSION
Hoe vertaal je al die criteria naar de praktijk? Zorgarchitectuur moet geënt zijn op evidence based design, aldus onze gesprekspartner. “Evidence based betekent dat je zaken moet kunnen aantonen met cijfermateriaal. Neem nu de patiënttevredenheid. Bepaalde zaken kun je meten. Hoeveel tijd brengt een patiënt door in een wachtzaal als hij een bepaald onderzoek moet ondergaan? Kan hij zelf vanuit het bed de
10
zonwering bedienen als de zon te fel schijnt? Hetzelfde geldt voor de verzorging. Je kan verpleegkundigen filmen tijdens hun meest courante bezigheden, hen een stappenteller geven en ga zo maar door. Zo kom je soms tot verrassende resultaten. Architecten hebben bijvoorbeeld de neiging om kamers te spiegelen omwille van de technische kokers. In hotels vormt dat geen probleem, maar in een ziekenhuis maakt dit dat verpleegkundigen in de helft van de gevallen om een bed heen moeten lopen omdat de badkamer aan de foute zijde zit. Als je dat alles meet en de verschillen tussen het ene ziekenhuis en het andere kunt verklaren, kun je er ook op ingrijpen.
“Voor onze bouwheren zijn wij strategische partners die meedenken over het beleid op lange termijn.” Over al die zaken bestaan tal van overwegend universitaire studies, zeker in de Verenigde Staten. Het komt er dus op aan die te lezen en ze te vertalen naar onze specifieke situatie. Uiteraard valt er, gezien de complexiteit, nog een hele weg af te leggen. Dat maakt ook dat er soms assumpties worden gemaakt die niet of onvoldoende op harde feiten en cijfers berusten. Niet alles wat in het kader van het zogenaamde healing environment wordt geclaimd, is even goed gefundeerd.” “Al de opgesomde criteria gelden evenzeer voor een woonzorgcentrum. Wat zie je vandaag? Mensen gaan pas de laatste twee jaar van hun leven naar een WZC, voordien trachten ze in hun eigen woning te blijven of zoeken ze tussenoplossingen zoals aanleunwoningen. Door die evolutie weegt het aspect zorg in een WZC zwaarder door dan het aspect wonen. We kunnen ons vandaag misschien bepaalde ideeën vormen over hoe we op ons negentigste willen wonen, maar de harde realiteit is dan dikwijls dat het wonen zich afspeelt tussen bed, toilet en het uitzicht doorheen het raam. Daarom sta ik een beetje huiverachtig tegenover een te grote nadruk op het
»
IRYSA -
De kameleon onder de gevelbekleding
ArcelorMittal Construction Belgium Systems, Solutions and Components for creative Architecture Voor esthetisch mooie gevels, bieden wij u gevelbekleding in Irysa aan. Deze unieke afwerking geeft een nieuwe dimensie aan uw gevel. Afhankelijk van de lichtinval of de kijkhoek verandert de kleur van de gevel. De sterke UV resistentie en krasbestendigheid van Irysa zorgen ervoor dat uw gevelbekleding langer zijn unieke eigenschappen zal behouden.
Beschikbaar in verschillende spectaculaire en intense kleuren: Butterfly, Cameleon, Scarabea of Octopus. Contacteer onze commercieel vertegenwoordigers om een vrijblijvende offerte aan te vragen of om een staal te bekomen om zo zelf het effect van Irysa te ervaren. > www.arcelormittal.com/construction/belux
ArcelorMittal Construction Belgium - Lammerdries 8 - 2440 Geel Tel.: 014 563 943 Fax: 014 592 710 Mail: info.arvalbelux@arcelormittal.com
transforming tomorrow
@HOME
“Wie proeft van werken in vast dienstverband, geraakt al snel verlost van de obsessie met het vrije beroep, die vele architecten nog altijd hebben.” beeld in de ontwikkeling van nieuwe WZC’s. Je moet ook daar voldoende rekening houden met de functionaliteit en de operationele geschiktheid, anders riskeer je gebouwen te creëren die onwerkbaar en onbetaalbaar inzake uitbating worden. Ook die huisvesting moet aangepast zijn aan de mensen die zorg nodig hebben en aan de mensen die hen die zorg verstrekken. Dat vergt knowhow, die architecten zich eigen moeten willen maken, maar ook de juiste klemtonen. Heb je daar allemaal kamers van 50 m² nodig, bijvoorbeeld?”
Groeien is een must Maakt hij zich nooit zorgen over de toch beperkte markt waarin Boeckx architecture & engineering actief is? “Van de pakweg 70 algemene ziekenhuizen in Vlaanderen is een derde al langere tijd klant bij ons. Omstreeks de omvorming naar Boeckx & Partners in het begin van de jaren 1990 hebben we even een verbreding van de activiteiten nagestreefd en enkele projecten gerealiseerd voor de provincie, de stad, de post, de brandweer en dergelijke. Maar de zorgsector staat voor vervolgopdrachten, zodat je daar alle tijd moet aan besteden. Je wordt een strategische partner die mee op lange termijn bekijkt waar een ziekenhuisdirectie naartoe wil. Het traject naar een verbreding hebben we dan ook weer verlaten.” “Momenteel kijken we naar het zuiden van het land, waar we een eerste ziekenhuis gaan realiseren. Als die opdrachtenportefeuille groter wordt, liggen daar zeker nog kansen in de vorm van een tweede vestiging of een acquisitie. Maar groeien
DIMENSION
WZC De Motten, Tongeren.
12
is geen doel op zich. Wij groeien vanuit een zekere noodzaak. Er komen projecten binnen en bouwheren verlangen meer in een kortere tijdsspanne, want een aanvraag tot subsidiëring moet tijdig binnen, ook als het daarna soms jaren duurt voor er een beslissing wordt getroffen. Maar als je meer moet doen in minder tijd, heb je natuurlijk meer mensen nodig. Groeien vergt dus investeringen.” De omvang van het bureau maakt dat de drie partners de managementtaken onder elkaar hebben verdeeld. “Gelukkig zijn wij heel uiteenlopend, zodat die verdeling bijna vanzelfsprekend is. Albaan houdt zich bezig met human resources, boekhouding en facturatie. Johan is verantwoordelijk voor de projecten. Ik sta in voor de kandidatuurstellingen en wedstrijden, de public relations en de marktontwikkeling. Recent hebben we vijf medewerkers junior-vennoot gemaakt, met uitzicht op 25% van de aandelen. Zo bieden we hen doorgroeimogelijkheden, binden we belangrijke krachten aan het bureau en werken we aan de continuïteit.”
Wedstrijden verbranden soms veel geld Hoe worden opdrachten eigenlijk toegewezen? Zijn wedstrijden daarin belangrijk? “Dat is momenteel voer voor discussie. OCMW-ziekenhuizen, die een minderheid uitmaken, moeten een ontwerper aanduiden via een openbare procedure. Europese regelgeving legt dat op voor alle ziekenhuizen, maar deze regels zijn tot nader order niet in Belgische wetgeving vastgelegd. Daardoor zitten we in een grijze zone. De ene advocaat is van oordeel dat een contract zonder openbare procedure ongeldig is, de andere beweert het tegendeel.” “Wij nemen geregeld deel aan wedstrijden. Zo kregen we in een tijdelijke vereniging met BURO II & ARCHI+I en met AAPROG de opdracht voor het nieuwe ziekenhuis van Knokke toegewezen, een uniek project waarvoor de werken eind
@HOME
2012 van start gaan. Het attractieve van dit project is dat de gemeente niet alleen koos voor een greenfieldproject, maar bovendien de lat heel hoog legt wat de architectuur betreft, en de nodige middelen en een gepaste locatie ter beschikking stelt. Dergelijke projecten zijn zeldzaam.” “Het probleem met wedstrijden waar het ontwerp bepalend is voor de keuze en dus ver uitgewerkt moet zijn, is dat je er al snel 150 000 tot 200 000 euro in moet investeren. Daarom werken we voor dergelijke dossiers altijd met een tijdelijke vereniging, zodat het risico gespreid wordt. Als je alleen aan wedstrijden deelneemt en twee keer nul op het rekest krijgt, is je jaarwinst compleet weggesmolten. Als het daarentegen louter om een papieren dossier gaat met referenties en dergelijke, schrijven wij altijd alleen in.” Hoever staat het met de nieuwe aanbestedingsvormen voor zorgarchitectuur? “Het Ziekenhuisnetwerk Antwerpen heeft momenteel een DBFM-proefproject, en de wetgeving is aangepast. Het staat allemaal nog in de kinderschoenen, maar dat zal in de toekomst ongetwijfeld toenemen.”
WZC OLV van Lourdes, Erps-Kwerps. Opmaak van een masterplan voor het bouwen van een rusthuis, serviceflats en toebehoren.
Vast dienstverband versus vrij beroep Opmerkelijk is dat Boeckx architecture & engineering uitsluitend met vaste medewerkers werkt. “Een bewuste keuze. We tellen momenteel slechts een zelfstandige medewerker, die naast zijn vier vijfde opdracht nog een beperkte zelfstandige praktijk heeft. Onze opdrachten vallen niet te verzoenen met medewerkers die hier slechts twee dagen per week invallen. Wij bieden mensen de keuze: zelfstandig of in vast dienstverband. Wie van het laatste proeft, is al snel overtuigd van de voordelen. Maar gezien onze excentrische ligging vinden wij niet gemakkelijk architecten, hoewel iedereen gewaagt van een overaanbod en velen het volgens de berichten moeilijk hebben. In het algemeen zie je dat de architect blijft zweren bij het statuut van vrije beroeper. Een moeilijk gegeven, vind ik, want elders binnen het vrije beroep zie je de associaties en specialisatie almaar toenemen, bijvoorbeeld bij advocaten en notarissen. Ook architecten ontsnappen daar niet aan. Wat niet wil zeggen dat je hiërarchische structuren moet creëren. Ik ben overtuigd van het nut van partnerships, waarin enkele mensen de verantwoordelijkheid dragen, en anderen die een dergelijke last liever niet op hun schouders nemen, meewerken in dienstverband in ruil voor een degelijk loon. Je moet ook specialiseren. Wij hebben voor alle taken gepaste mensen: een sterk ontwerpteam, geschikte medewerkers voor de werfopvolging, CAD-operatoren, interieurmensen, mensen voor infrastructuur, landschap en stedenbouw, administratieve medewerkers. Vergelijk het met een ziekenhuis, waar verpleegkundigen ook niet alle taken op zich kunnen nemen, anders werk je niet langer efficiënt.”
Laboratorium AZ Sint-Jan, Brugge.
www.boeckx.be Zorgcampus WZC Ter Eyke, Edegem. DIMENSION
Tekst: Colette Demil & Staf Bellens
13
DEBAT
Philémon Wachtelaer
De beroepsverenigingen en de hervorming van de Orde
DIMENSION
Philémon Wachtelaer geeft de aftrap. “Iedereen heeft al jaren de mond vol over een hervorming van de Orde. Maar de huidige aanpak lijkt mij de foute benadering. Voor we ons buigen over een hervorming of wijziging, dringt er zich eerst een brede denkoefening op over de rol van de architect in de maatschappij vandaag. Wat omvat die rol in het algemeen? Welke professionele verplichtingen neemt de architect op zich? Hoe wordt hij geacht zich daarbij te gedragen? In het zog daarvan rijzen er vanzelf een heleboel aanvullende vragen. Moeten we de wet van 1939 in vraag stellen? Wat met het monopolie? Wat met de deontologie? Pas als al die zaken uitgeklaard zijn, kun je bepalen wat er nodig is om de gewenste resultaten te realiseren. Heb je daarvoor een Orde nodig? Zo ja, hoe ga je die dan structureren?” “Het jammerlijke is dat de discussie over de hervorming van de Orde verzand is in een politiek steekspel. Alles wordt gereduceerd tot een taalkwestie, terwijl het moet gaan over architectuur en de rol van de architect. Ik heb geen boodschap aan taalperikelen. Op ons bureau in Brussel werken architecten met dertien verschillende nationaliteiten en wordt een mengelmoes van talen gesproken. Wat die mensen bindt, is de liefde voor de architectuur en voor het beroep. Over die
14
Bijna 50 jaar geleden stonden de beroepsverenigingen van architecten aan de wieg van de Orde. Vandaag kijken ze met lede ogen aan tegen diezelfde Orde. Blijkbaar hebben ze, net als Frankenstein, een monster gecreëerd dat een eigen leven is gaan leiden. DIMENSION nodigde de partijen uit voor een rondetafelgesprek. Aanwezig waren Philémon Wachtelaer, voorzitter van ARIB; Sylvie Bruyninckx, voorzitter van BVA; Philip Adam, adviseur van NAV voor alle items die de Orde betreffen. thema’s moeten architecten eerst tot een consensus komen, voor ze de discussie aangaan over een structuur en een eventuele hervorming.”
Alleen bestaat dé architect niet, maar zijn er diverse soorten van architecten. Om het bijna karikaturaal te stellen: je hebt zowel de individuele architect die onder de kerktoren bouwt, als het kmo-bedrijf dat internationale projecten realiseert. Hoe krijg je al die neuzen in eenzelfde richting? Sylvie Bruyninckx: “Het beroep heeft inderdaad een ingrijpende evolutie gekend. Alleen is dat blijkbaar nog niet doorgedrongen tot de Orde. Daar lijkt het alsof architecten nog
DEBAT
Mexicaans leger Is de taakverdeling tussen de beroepsverenigingen en de Orde vandaag duidelijk? Philémon Wachtelaer: “De taken en doelstellingen van de Orde staan duidelijk omschreven in de wet van 1963. Ik denk dat veel mandatarissen die wet er nog eens moeten op naslaan. Sommige mandatarissen beschouwen de Orde als een beroepsvereniging of gebruiken haar althans in die zin. Daar ligt volgens mij het grootste probleem van de Orde. Het resultaat is verwarring bij alle confraters. In Vlaanderen zijn de zaken wat duidelijker afgebakend, omdat BVA en NAV vrij actief zijn. Maar aan Waalse zijde zit je historisch met een versnippering over diverse beroepsverenigingen, wat de situatie verergert. Pas recent is daar wat meer structuur zichtbaar in de vorm van de UWA. Maar een echt uithangbord heb je daar nog niet, zodat de architect die in zijn dagelijkse praktijk op een heleboel vragen en problemen stuit, dikwijls nog de Orde als zijn reddingsplank beschouwt.” Sylvie Bruyninckx: “In plaats van zich te beperken tot de toegang tot het beroep, de inschrijving op het tableau, de stage en de deontologie, speelt de Orde inderdaad dikwijls op het veld van de beroepsverenigingen. Moet de Orde op beurzen aanwezig zijn? Moet de Orde allerlei evenementen sponsoren?” Philémon Wachtelaer: “Dat mensen van de Orde op een beurs de bouwheer meer uitleg geven over het beroep, stoort
mij niet, zolang het op een neutrale manier gebeurt en het gaat om informatie, niet om promotie. Maar dat iemand van de Cfg-OA (de Frans- en Duitstalige tegenhanger van de Vlaamse Raad binnen de Nationale Raad, n.v.d.r.), samen met een beursorganisator een brief ondertekent die architecten aanspoort om die beurs te bezoeken, is volgens mij een brug te ver en leidt alleen maar tot verwarring. Om maar te zwijgen van een Raad die op zoek gaat naar privésponsoring voor haar initiatieven. Wat zou je ervan zeggen als het gerecht zich morgen laat sponsoren door de in juridische publicaties gespecialiseerde uitgeverij Larcier?” Philip Adam: “Back to basics is onze boodschap. De Orde hoeft zich niet bezig te houden met zaken als de energieprestatieregelgeving of het as-builtattest, tenzij het schoentje daar deontologisch zou knellen. De Orde is de vakbond van de architecten niet, maar verdedigt de belangen van de consument. Jammer genoeg denken niet alleen architecten ten onrechte dat het anders zit. Soms vraagt de overheid het advies van de Orde, in de veronderstelling dat zij daarmee het advies van de sector krijgt. Dat is dus pertinent niet het geval.” “Wat de beurzen betreft: gezien het riante budget waarover de Orde beschikt dankzij de verplichte aansluiting van alle actieve architecten, mag zij van mij gerust de rol van de architect aan het brede publiek gaan toelichten. Maar sponsors wegkapen om publicaties te maken, is inderdaad meer dan een brug te veel.” Philémon Wachtelaer: “Met het jaarlijks lidgeld van 480 euro plus 160 euro voor de architectenvennootschap beschikt de Orde over een jaarbudget van pakweg 6,5 miljoen euro. Los van de plaatsvervangers tellen de 10 provinciale raden elk 7 mandatarissen, of zelfs meer als je ziet dat plaatsvervangende mandatarissen worden ingezet voor onder meer stagecontroles. Stel je voor dat je over een bureau beschikt met dat budget en aantal medewerkers, welke productie zou je daarmee op jaarbasis niet kunnen realiseren? Of om het in bedrijfstermen te vertalen: de raad van beheer is wel heel uitgebreid … Ik stel het nu iets te scherp, maar dat we te maken hebben met een Mexicaans leger, kan toch niemand ontkennen?” Sylvie Bruyninckx: “Ter vergelijking: voor amper 58 euro schrijf je je in Nederland in het Architectenregister in.”
»
Philémon Wachtelaer: “Ik heb geen boodschap aan taalperikelen. Op ons bureau in Brussel werken architecten met dertien verschillende nationaliteiten en wordt een mengelmoes van talen gesproken.” DIMENSION
altijd uitsluitend onder de kerktoren opereren. Wat meteen de vraag oproept of de visie van de Orde op het architectenberoep nog de werkelijkheid representeert.” Philip Adam: “De Orde slaagt er inderdaad niet in om een visie te formuleren over de toekomst van het beroep. Nochtans heeft zij de autoriteit daartoe. Naar haar zal geluisterd worden.” Philémon Wachtelaer: “Ik vind niet dat de Orde zich die vraag moet stellen. Het korps moet dat doen via hun vertegenwoordigers, de beroepsorganisaties.” Philip Adam: “Het korps denkt er zelf ook zo over. Op het eerste Architectencongres was 64% van de aanwezigen van mening dat het aan de NAV was om de wet van 1939 te actualiseren, terwijl slechts 27% dat een taak voor de Orde vond.” Philémon Wachtelaer: “Je kunt ook niet aan een organisatie vragen dat ze essentiële zijnsvragen stelt over haar eigen bestaan.” Philip Adam: “Maar in principe vertegenwoordigt de Orde toch alle architecten?” Philémon Wachtelaer: “Daar ben ik het niet mee eens. Ik betaal mijn belastingen aan de fiscale administratie, maar ik vind niet dat die mij vertegenwoordigt.”
15
OP EEN GEZONDE BUSINESS
SIKKENS’ VISIE OP DUURZAAMHEID STEUNT OP 3 PIJLERS: Producten & services Sikkens streeft ernaar de ecologische footprint te reduceren door voortdurende verbetering en innovatie van producten en diensten. Leefgemeenschap Een actief engagement om onze medewerkers en klanten te betrekken bij het herwaarderen en vitaliseren van onze leefgemeenschap. Opleiding en certificatie Opleiden, gedrag beïnvloeden in het voordeel van ons milieu, onze maatschappij en het schildersberoep. WWW.SIKKENS.BE
DEBAT
Deontologie: voordeel of nadeel? Daarmee komen we bij de voor de hand liggende vraag: is de Orde wel nodig?
Sylvie Bruyninckx
Philémon Wachtelaer: “Daar dringt zich inderdaad duidelijkheid op.” Philip Adam: “Het behoud van een deontologie betekent niet dat er een Orde nodig is. Je kan ook werken met een register, zoals in Nederland of de Scandinavische landen. In Nederland en Engeland is er daarnaast telkens een grote beroepsorganisatie met een eigen deontologie, de BNA en het RIBA. Het lidmaatschap daarvan vormt een soort kwaliteitslabel voor de architect, en als die zich niet aan de interne regels houdt, wordt hij geroyeerd als lid, maar kan hij nog wel zijn beroep uitoefenen.”
Tuchtzaken: gebrek aan gelijkvormigheid Deontologie betekent ook tuchtspraak. Maar die blijkt absoluut niet eenvormig en soms ronduit subjectief. Philémon Wachtelaer: “Provinciaal zijn er inderdaad grote verschillen. Uit mijn ervaring met de beroepskamer in Luik weet ik dat het ook anders kan. Daar oordelen drie magistraten, ondersteund door drie architecten die commentaar leveren vanuit hun professionele kennis. De architect die moet verschijnen, wordt ook niet geconfronteerd met confraters die hij kent. Alles gebeurt op een redelijk objectieve wijze. Niet voor niets worden heel wat tuchtuitspraken in beroep herzien.” Philip Adam: “Er blijven inderdaad verschillen in behandeling, die gelukkig dikwijls worden rechtgetrokken door de
» DIMENSION
Philip Adam: “Een terechte opmerking. Als je naar de wettelijke taken kijkt, kun je je bijvoorbeeld afvragen of de stage niet beter ingebed wordt in het onderwijs. De toegang tot het beroep kan geregeld worden via een register zoals in Nederland of Engeland. Ook de deontologie blijkt geregeld een vergiftigd geschenk. Het Hof van Cassatie oordeelde onlangs dat een architect in zijn contract niet mocht opnemen dat de keuze van de aannemer tot de verantwoordelijkheid van de bouwheer behoort. Cassatie verwees daarbij expliciet naar het reglement van beroepsplichten. Blijkbaar zijn niet alleen het ontwerp en de controle op de uitvoering, maar ook de bijstand aan de bouwheer van openbare orde, en mag je er dus contractueel niet van afwijken. Dit betekent dat de loodzware aansprakelijkheid van de architect nog verder wordt verzwaard.” Philémon Wachtelaer: “Los van de discussie over het bestaansrecht van de Orde ben ik voorstander van een strikte deontologie. Daarmee beklemtonen we onze maatschappelijke rol en onderscheiden we ons van de diverse beroepen die rondom ons ontstaan in de bouw. De architect is bijvoorbeeld geen projectmanager, maar iemand die zijn verantwoordelijkheid opneemt. Dat hij daarbij met veel te veel reglementering te maken krijgt, is een andere kwestie.” Philip Adam: “Maar in tegenstelling tot andere vrije beroepers, die louter een relatie met hun cliënt hebben, moeten wij wel samenwerken met een derde partij. Een partij die steeds meer de touwtjes in handen heeft, zoals in sleutelklaar bouwen, projectontwikkeling, PPS en design & buildformules.” Philémon Wachtelaer: “Dat klopt, maar dan moet je als architect maar haar op je tanden hebben. Gemakkelijk is dat niet altijd. Ik heb al stevige discussie gevoerd met promotoren en afgehaakt omdat mijn beroep de gevraagde zaken niet toeliet. Maar het probleem is natuurlijk dat 20% van de architecten leeft van de architectuur, en de andere 80% ervan overleeft. Als het water je aan de lippen staat, ben je sneller geneigd om braaf het gevraagde plannetje te tekenen en met alle eisen van een promotor in te stemmen.” Philip Adam: “Maar de deontologie mag geen strop om je nek worden. Ik pleit ervoor dat de architect meer mogelijkheden krijgt om terug de leidende positie in het bouwgebeuren op te nemen. We zien overigens dikwijls pogingen om aan de deontologie te ontsnappen, zoals een sleutelklarebouwbedrijf met als vennoten een leverancier van bouwmaterialen, de echtgenote van een advocaat en de echtgenote van een architect. Als daar maar geen huwelijksperikelen roet in het eten komen strooien …”
17
DEBAT
raad van beroep. Alleen worden de uitspraken in beroep niet gepubliceerd, zodat architecten niet weten wat wel en niet mag. Wat dat betreft, pleit NAV voor een openbaarheid van bestuur, zoals trouwens wettelijk is vastgelegd. Een positief gegeven is dat in alle wetsvoorstellen over de hervorming van de Orde er tot nu toe een constante terugkeert: de schrapping van de provinciale structuren. Die schrapping zal tot een gecentraliseerde tuchtspraak in eerste aanleg en hopelijk tot een grotere gelijkvormigheid leiden.” Sylvie Bruyninckx: “Ook ARIB en BVA pleiten voor een grondige aanpak van die provinciale werking. Maar intussen rijzen er stemmen om toch een provinciale infrastructuur en een secretariaat te behouden. Een slechte zaak, vrees ik.” Philip Adam: “We moeten ook eens nadenken over de tuchtmaatregelen. Als een architect vandaag voor een of twee maanden wordt geschorst, deelt vooral de bouwheer in de klappen. Die moet immers voor die periode op zoek naar een andere architect. Misschien vormen voorwaardelijke tuchtsancties een oplossing?” Het gesprek zoomt even in op de stage. Philémon Wachtelaer wijst er op dat jonge architecten die naar het buitenland trekken en zich daar laten inschrijven bij een Raad, nadien ook zonder stage een inschrijving op het tableau kunnen claimen. Met name in Duitsland, waar stages ingebed zitten in de studieperiode, kun je zo als pas afgestudeerde uit België meteen volwaardig aan de slag. Philip Adam haalt het probleem van de Poolse architecten aan, die drie jaar stage moeten doen. Wat als die zich na twee jaar stage in België laten inschrijven? Geldt dan de Poolse verplichting, of volstaan de Belgische eisen van twee jaar stage? Voor Philémon Wachtelaer is het duidelijk: dergelijke zaken moet je op Europees niveau bekijken.
Hervormen en hervormen = drie? In hoeverre zijn de beroepsverenigingen het eens over de hervorming van de Orde?
DIMENSION
Philémon Wachtelaer: “Over de grote lijnen zijn we het eens, maar we leggen soms andere nuances. Essentieel is dat je niet hervormt om te hervormen, maar dat je eerst bepaalt waar je naartoe wil en pas achteraf een geschikte structuur daarvoor zoekt. Vergelijk het met een bedrijf dat ook een vast stramien doorloopt. Waar is het mee bezig? Welke activiteiten beoefent het? Wat zegt de SWOT-analyse? Pas op basis daarvan gaat het bedrijf op zoek naar de geschikte structuur om te bereiken waar het naar streeft.” Philip Adam: “Er zijn nog twee strijdpunten, denk ik: de noodzaak en reikwijdte van een nationale koepel, en de ge-
18
westelijke structuur.” Philémon Wachtelaer: “Dat tweede vormt geen probleem als we de taken van de Orde tot de essentie beperken, want dan hebben we geen gewestelijke structuur nodig, vermits dat wordt ingevuld door de beroepsverenigingen. Persoonlijk pleit ik wel voor een federale structuur die als verbindend element optreedt tussen twee communautaire ordes en die drietalig Frans-Nederlands-Engels is, zodat hij ook open staat voor buitenlandse architecten. Die structuur kan meteen optreden op Europees en internationaal niveau, en erover waken dat de deontologie uniform blijft. Verder denk ik dat de tuchtprocedure taalgebonden is.” Philip Adam: “Wij willen vooral vermijden dat die federale structuur leidt tot blokkeringen. Daarom zijn we als de dood voor een Nationale Raad bis, al dan niet in afgeslankte versie. Nu is de situatie zo dat één tegenstem binnen een taalvleugel volstaat om een voorstel, dat door de rest van die taalvleugel wordt gedragen, compleet lam te leggen als de andere taalvleugel niet mee wil. Wij willen dat dergelijke voorstellen kunnen doorstromen tot bij de minister die uiteindelijk de knoop doorhakt, eventueel met een negatief advies van de andere taalvleugel. Maar in sommige voorstellen zie ik dat de federale structuur meer bevoegdheden krijgt dan vandaag het geval is voor de Nationale Raad, en bijvoorbeeld de lijst mag bijhouden.” Philémon Wachtelaer: “Zowel ARIB als BVA pleiten daar inderdaad voor. Voor alle duidelijkheid: het gaat om de lijst van alle architecten die verzekerd zijn en dus hun beroep mogen uitoefenen, niet om de tableau. Die lijst op een centraal punt beheren en beschikbaar stellen, is gewoon eenvoudiger en levert meer coherentie op. Het gaat uiteindelijk slechts om een tool. Maar ik ben het er wel mee eens dat de minister in laatste instantie beslist en dat een blokkering vermeden moet worden. Maar compromissen zijn sowieso onvermijdelijk, ook binnen eenzelfde taalgroep.”
De meerwaarde van de architect Om af te ronden nemen de gesprekspartners de rol en de positie van de architect in het vizier. Philémon Wachtelaer: “Economisch heeft de architect-generalist volgens mij niet veel mogelijkheden. Of je werkt met een middelgrote structuur op gewestelijk niveau. Of je associeert je met een internationale partner en gaat voor Europese en internationale opdrachten. Of je kiest voor een niche als je alleen tracht te overleven. Al de rest dreigt onherroepelijk uit de wielen te worden gereden.” Philip Adam: “Misschien moeten architecten hun monopolie beperken tot het ontwerp, en de controle op de uitvoering niet langer claimen. Daar gaat het immers dikwijls fout. Bij
DEBAT
Philip Adam: “De Orde is de vakbond van de architecten niet, maar verdedigt de belangen van de consument. Toch vraagt de overheid soms het advies van de Orde, in de veronderstelling dat zij daarmee het advies van de sector krijgt. Dat is dus pertinent niet het geval.”
Philip Adam
context heb ik helemaal geen monopolie, maar kloppen opdrachtgevers bij ons aan omwille van onze kennis en ervaring. Wel, ik kan je vertellen dat onze erelonen daar een stuk hoger liggen. Waarom doen bouwheren een beroep op ons? Omdat de architect blijkbaar niet capabel is om een goede kostenraming te maken en de kosten blijvend te controleren.” Philip Adam: “Je biedt daar een pakket aan dat inspeelt op een vraag van de markt. Maar wat zie je op die markt als het om residentiële projecten gaat? Dat het gros van de bouwheren voor sleutelklaar bouwen kiest omwille van de garanties inzake budget en termijn, waarborgen die de architect niet kan bieden. In de publieke sector gebeurt hetzelfde met PPS en design & buildformules.” Philémon Wachtelaer: “Architecten kunnen zich ook niet verkopen. Ik heb in Brussel ooit een discussie gevoerd met een publieke opdrachtgever over de keuze tussen een PPS en de klassieke formule. In die laatste formule krijg ik sowieso een budgetoverschrijding van 20%, luidde zijn argument pro PPS. Maar als je appelen met appelen vergelijkt, zie je dat het budget in PPS weliswaar niet wordt overschreden, maar vanaf de start wel een stuk hoger ligt dan de kostprijs in een klassieke aanneming, overschrijding inbegrepen. Het draait allemaal om perceptie. Uiteraard spelen er nog andere zaken mee. Niet elke publieke instantie heeft de mensen en middelen in huis om dergelijke projecten intern op te volgen en te controleren. Ook zijn die instanties soms blij dat ze de verantwoordelijkheid op de schouders van een aannemer of ontwikkelaar kunnen afwentelen.” Tekst: Staf Bellens, Foto’s: Studio Dann Met dank aan Kinnarps – www.kinnarps.be voor de locatie. DIMENSION
een probleem op de werf wordt de architect immers altijd mee het bad in getrokken, omdat hij als enige partij verplicht verzekerd is. Een opdrachtgever is ook niet bereid om een correcte vergoeding te betalen voor een degelijke controle op de uitvoering. Om maar te zwijgen van de toenemende complexiteit, de technische evolutie, de snelheid van uitvoering, de nieuwe uitdagingen zoals luchtdichtheid en noem maar op. De bouwheer kan indien gewenst nog altijd een beroep doen op de architect voor de controle op de uitvoering van de werken. In dat geval kan de verantwoordelijkheid contractueel beperkt worden en kan de architect niet voor alles en nog wat aansprakelijk gesteld worden, zoals nu jammer genoeg wel het geval is met een wettelijk monopolie.” Sylvie Bruyninckx: “In andere landen beperkt de rol zich inderdaad tot het ontwerp en esthetische controle van de uitvoering. Dikwijls zie je daar dat goede en functionele ontwerpen gerealiseerd worden, maar dat tijdens de uitvoering gekozen wordt voor goedkopere en esthetisch minderwaardige oplossingen. De rol en betrokkenheid van de architect tijdens de uitvoering is toch primordiaal om de kwaliteit van de uiteindelijke realisatie te garanderen.” Philémon Wachtelaer: “Wat dat betreft sta ik dichter bij de Germaanse dan bij de Latijnse school. De Latijnse school zegt: wij maken het ontwerp en de rest is voor de aannemer. Je zorgt er hoogstens nog voor dat je ontwerp beeldmatig wordt gerespecteerd. De Germaanse school daarentegen stelt dat je je verantwoordelijkheden moet opnemen en alles van a tot z onder controle houden. In de jaren 1980 heb ik als een van de eersten de verantwoordelijkheden van de ingenieurs geïntegreerd in mijn architectencontract. Dat deed ik vanuit de overtuiging dat wij, als wij onze sleutelrol willen behouden, de synthese moeten maken van alle tussenkomende partijen. Daar ligt onze toegevoegde waarde als architect. Wij zijn uiteindelijk generalisten, geen specialisten. We moeten ons omringen met specialisten en hun kennis bundelen tot een synthese en een 3D vertaling. Hoe meer we alles aan anderen overlaten, hoe sneller we degraderen tot tekenaars van een mooi prentje.” “Architecten klagen altijd over de te lage erelonen, maar zijn daar zelf schuldig aan. Ik heb een tweede bedrijf dat optreedt als quantity surveyor, bouwkostencontroleur zeg maar. In die
19
INTERVIEW
Sou Fujimoto is een rijzende ster in de internationale architectuurwereld. Deze zomer liep er een schitterende tentoonstelling in Bielefeld en op de Biënnale van Venetië won hij met het Japanse team onder de vleugels van Toyo Ito de Gouden Leeuw. Ook in Vlaanderen groeit zijn bekendheid, getuige zijn drie uitverkochte lezingen in het voorjaar. Binnenkort is er ook een installatie van hem te zien op Interieur in Kortrijk.
Sou Fujimoto, Sketchbook, Lars Müller Publishers, 2012. “Schets van het Taiwan Tower Project op de rechterpagina. Taiwan Tower wordt een 300m hoge observatietoren. Het stelt een nieuwe typologie van een toren voor. Niet een object maar een gebied. Niet een naaldachtige toren, maar een transparante en subtiele aanwezigheid.”
Interview met Sou Fujimoto
Witte schaduwen
Het bureau is aan een schaalvergroting bezig. Onze eerste afspraak op zijn bureau in Tokio valt in het water omdat Fujimoto in allerijl naar Taiwan moet om te onderhandelen over wat zijn meest opvallende project tot nu toe moet worden, een toren met een hoogte van 300 meter. Het is een project dat op het eerste zicht afsteekt tegen het werk waarmee hij bekend geworden is, voornamelijk woningen waar hij de grenzen tussen binnen en buiten doet vervagen of het strikte onderscheid tussen verdiepingen opheft. Maar bij nader inzien is deze toren evengoed een voorbeeld van zijn zoektocht naar nieuwe typologieën. Het is een transparante, brede toren opgebouwd uit fijne kolommen in plaats van een massieve toren met een spits.
Natuur
Tokio. Het leven in dit huis speelt zich af op kleine vlakken gelijkaardig
DIMENSION
aan de ruimtes in een boom.
20
Fujimoto groeide op in een landelijk gebied op Hokkaido, het noordelijke eiland van Japan en ging in Tokio architectuur studeren. Uit de eigenheid van beide plekken groeide zijn theorie met een sterke link tussen architectuur en natuur. “Mijn eerste architectuurervaringen waren in Tokio. De drukke stad met zijn smalle wegen voelde heel comfortabel aan. Je bent er omhuld en beschermd door de omgeving. De grenzen tussen binnen en buiten vervagen er dankzij het milde klimaat, in tegenstelling tot Hokkaido waar je zoals in Europa een scherpere scheiding hebt. Mijn ideeën over architectuur waren dus gebaseerd op de situatie in Tokio,
»
PROJECT KANAAL - VERVOORDT © BOGDAN & VAN BROECK ARCHITECTS
evolve with better BIM
BIM en creativiteit, het lijken tegenstrijdige begrippen. Maar niet voor Vectorworks 2013. Met Vectorworks bepaal je zelf hoeveel BIM je in je projecten wilt gebruiken. En dankzij krachtige technologieën als Parasolid en CineRender ben je zeker dat je jouw vooruitstrevende concept kan omvormen tot een intelligent gebouwmodel. Laat je ontwerpvrijheid niet aan banden leggen en kies voor BIM met Vectorworks.
meer informatie: www.vectorworks.be | info@vectorworks.be | 015 71 96 00 Ontdek de nieuwe Vectorworks 2013 op het Vectorworks BIM camp, laatste week november 2012, bimcamp.vectorworks.be
INTERVIEW
Nadine De Ripainsel en Sou Fujimoto
De Vlaamse architecte Nadine De Ripainsel werkt sinds april 2010 bij Sou Fujimoto in Tokio. Hoe ben je hier terecht gekomen? Ik kende het werk van Sou Fujimoto en hij gaf een lezing in Delft, waar ik studeerde. Een half jaar na mijn studies heb ik mijn portfolio verstuurd, waarop ik werd uitgenodigd. Japanse architectenbureaus laten redelijk gemakkelijk mensen komen voor een proefperiode van twee of zelfs drie maanden om te zien hoe je leven en werken in deze andere wereld aankan en natuurlijk ook hoe je functioneert binnen het bureau. Je doorloopt in die periode alle stappen van het maken van maquettes tot het meewerken aan internationale wedstrijden. Op het einde volgt dan een evaluatiegesprek. Je moet het wel overtuigd zijn want de twee eerste maanden zijn onbetaald en moet je zelf zien te financieren.
Vormt de taal een belemmering? Mijn Japans is nog steeds niet zo goed. In principe kan ik niet meewerken aan een project in Japan want dan heb je rechtstreeks contact met klanten en aannemers. Maar slechts de helft van de projecten is in Japan. We hebben veel buitenlandse projecten en wedstrijden, waarvoor je geen Japans nodig hebt.
En de legendarische werkdruk?
DIMENSION
We werken vijf, vaak zes dagen per week, van tien uur ’s ochtends tot elf, twaalf uur ’s avonds. Rond twaalf uur rijdt de laatste metro, dus dat is het einde van de werkdag, anders moet je op kantoor blijven slapen. We nemen wel een uur pauze telkens voor de lunch en het avondeten. Bij ons wordt erop gelet om het leefbaar te houden, er zijn zeker andere bureaus in Japan waar er bijna de klok rond wordt gewerkt.
22
Maquette van huis NA op de tentoonstelling in Bielefeld.
maar later realiseerde ik mij de gelijkenis met het kleine bos van mijn geboortestad dat ook beschermend en open is. Deze harmonie tussen openheid en geslotenheid of binnen en buiten fascineert me erg. Tokio en het bos zijn dus verrassend genoeg heel gelijkaardig ondanks dat ze heel verschillend lijken. Uit het idee van het bos komt het beeld van de boom voort. Een boom is in zekere zin een vorm van kleine architectuur. Een boom heeft welbeschouwd een structuur en verschillende ruimtes op de takken. Elke ruimte heeft een relatie ten opzichte van een andere. Deze wederzijdse relaties inspireren mij voor het ontwerpen van vormen van leven of beleven. Ik verwijs dan ook naar bomen, niet wegens hun vorm of structuur, maar omwille van de beleving in de bomen. Bomen zijn ook harmonieuze bestaansvormen. Ze produceren energie, er leven dieren op.”
Japanse architectuur “De architectuur van het bureau is gelinkt aan de Japanse cultuur. Enerzijds is er de traditionele architectuur en cultuur. De engawa (de traditionele Japanse veranda) is een inspiratie als cultuur van de “tussenruimte”, van de gevoelens tussenin, van de ambiguïteit. Ik wil de traditionele cultuur vertalen naar ons hedendaags leven. Het werken met gradaties is mijn poging om deze tradities te herinterpreteren. Ook de Japanse traditionele tuinen zijn heel inspirerend. Ambiguïteit en de relatie met de natuur komen hieruit voort. Anderzijds zijn er ook eigentijdse invloeden, van oudere generaties als Toyo Ito en Kazuo Sejima, SANAA tot onze generatie. Onderling zijn er overeenkomsten en verschillen. We zijn persoonlijk heel goede vrienden maar de oudere generatie verwacht niet dat we hen volgen maar ons eigen pad uitstippelen. Je kan wel overeenkomsten zien in een soort lichtheid, een behandeling van materiaal of de transparantie. Dat komt misschien doordat Ito en Sejima ook proberen om iets te definiëren tussen de Japanse en westerse culturen in, een zoektocht binnen de Japanse architectuur sinds Kenzo Tange. Je ziet ook dezelfde materialen opduiken, eerst het beton dan staal en glas. Uit de verschillende generaties sijpelt er iets door.” “Wij hebben geen herkenbare architectuurstijl zoals het beton van Tadao Ando of de witte gebouwen van SANAA. Onze ontwerpen bestaan de ene keer uit massieve houten blokken en de andere keer uit dunne stalen kolommen. De rode draad in ons oeuvre is niet de stijl maar hetgeen dat eronder schuilt. Het creëren van een rijke relatie tussen architectuur en mensen of mensen onderling of een boeiende ervaring of de spanning binnen en buiten.”
INTERVIEW
Bibliotheek van de Musashino Art University, Tokio. Een doorlopende spiraal van boekenkasten omarmt de gebruikers van de bibliotheek.
ze niet vals voor ons. Het is niet omdat ze dan gelijkt op een gepleisterde muur – het is moeilijk onder woorden te brengen – maar toch is ze niet vals. Als we de stalen kolommen zoals in huis NA wit schilderen is dit niet onecht. Het is een subtiele gevoeligheid waarin we proberen om valse afwerkingen te vermijden. Maar wit alleen is niet genoeg voor mij, ik wil graag meerdere manieren vinden om op een echt Japanse manier materialen aan te wenden.”
Schetsen en maquettes Bij een architect die de traditionele Japanse architectuur wil vertalen, rijst de vraag of er nog iets terug te vinden is van de schaduwen zoals beschreven in Jun’ichiro Tanizaki’s In Praise of Shadows. Tanizaki beschouwt de oude Japanse architectuur met haar donkere ruimtes met diepe schaduwen als essentieel voor de Japanse cultuur. In het boek laakt de auteur het langzaamaan oplossen van dit aspect van de oude wereld, ook door de intrede van het kunstlicht. Japanse architectuur blinkt vandaag juist uit in een soort witheid en lichtheid die in schril contrast staan met hetgeen Tanizaki verkoos. “De echte schaduw is aan het verdwijnen, omdat ook Japanners vandaag meer heldere ruimtes verkiezen. Maar ook met wit kan je delicate gradaties bekomen of verschillende vormen van witheid. Dat is zoals met schaduwen waarin je verschillende soorten zwart hebt. Dat is de geest van Tanizaki. Japanners zeggen, dit zwart en dit zwart zijn zo verschillend door hun diepte. Of een gouden kleur is anders dan goud in een schaduwrijke omgeving waar het oplicht. Over witheid kunnen we hetzelfde zeggen. Wit is niet gewoon wit. We kunnen het natuurlijk licht op zulke subtiele manieren beheersen dat we een gelijkaardige rijkheid in de witheid kunnen bereiken als Tanizaki’s duisternis. Dus dit soort van delicate verschillen of gradaties leeft nog steeds erg in de Japanse cultuur.”
Witheid “Wit is zowel de gemakkelijkste als de moeilijkste kleur om te gebruiken. Soms is wit noodzakelijk, zoals voor huis N dat uit drie in elkaar geplaatste dozen bestaat. De reflecties van het licht in de tussenruimtes creëert een rijke schakering aan verschillende witten. Maar soms is de witte kleur niet belangrijk en wordt ze toegepast om het gebouw er als “architectuur” te laten uitzien.” “Er is wel een verband met Japanse materialen. Japan heeft geen cultuur van (bak-)stenen zoals in Europa. We hebben plaaster, papier en dergelijke. Maar we houden niet van valse materialen. In de moderne architectuur, had je hier in de vroege dagen van Tange het beton en ook Ando gebruikte dit en dat was een echt materiaal. Maar de volgende generaties gingen op zoek naar andere mogelijkheden en gebruikten wit. Als we een betonnen wand maken en die wit schilderen is
Bij Lars Müller Publishers verscheen net “Sou Fujimoto, Sketchbook”. Dit schitterende kleinood, een facsimile van een van zijn eigen schetsboeken geeft aan hoe Fujimoto al tekenend onderzoekt. Alle schetsen zijn met dezelfde rode balpen getekend. Het is een kluwen waaruit projecten gedestilleerd werden. Je krijgt een inzicht in de genese van ontwerpen. Eenzelfde project wordt her en daar opnieuw opgenomen. Sommige schetsen zijn heel herkenbaar, andere zijn eerder droedels. Dit schetsboek zal zijn geheimen pas echt prijs geven, wanneer de projecten die hierin vorm kregen ook uitgevoerd zijn. Een quote van Fujimoto siert de band rond het boek: “From the infinite dialogues of the brain, eyes, hand, paper, and space, new architecture is born.” Deze stelling gaat ook op voor zijn maquettes. In Bielefeld was de volledige tentoonstelling opgebouwd als een woud van maquettes waarin de bezoeker kon ronddolen om de soms poëtische ideeën van Fujimoto te vatten. Ook in het kantoor staan opvallend veel schaalmodellen, in tegenstelling tot wat je in sommige hedendaagse architectuurbureaus aantreft. “Omdat we recentelijk meer complexe vormen maken, vertrouwen we vaker op 3D-simulaties om over deze projecten na te denken en te realiseren. Maar we gebruiken nog steeds de fysieke schaalmodellen. In de conceptuele fase heeft het fysieke model meer verschillende betekenissen. Het goede aan maquettes is dat we ze kunnen veranderen met de hand. Je kan uiteraard een computermodel maken en dan een 3D printing en mooie fysieke modellen bekomen, maar dan kan je er niets aan veranderen. Maar met werkmaquettes, kan je denken met de handen, denken met de ogen, op een andere manier. We kunnen onze bedenkingen gemakkelijk delen. Ik zou graag een combinatie van beide vinden.”
Verpakkingen Als we bij het afscheid nog een klein geschenkje geven en ons verontschuldigen voor de wat klungelige verpakking in vergelijking met de Japanse kunst van het inpakken verwijst Fujimoto naar Roland Barthes’ L’Empire des Signes. “Daarin spreekt Barthes over de Japanners die cadeautjes laag na laag na laag inpakken, maar uiteindelijk zit er niets in. Dat is typisch Japans. Het inspireerde mij voor huis N, een doos in een doos in een doos en uiteindelijk is er geen huis binnenin. De lagen worden belangrijker dan de inhoud.” DIMENSION
Schaduwen
23
DOSSIER
PROF 3.0
Private care Room of the Future Met de private care room of the future of de gepersonaliseerde rusthuiskamer van de toekomst breit PRoF een vervolg aan de ontwikkeling van innovatieve woon- en zorgconcepten. Met dit nieuwe protoype wil PRoF aantonen dat een zorgkamer er best huiselijk en gezellig kan uitzien. Maar laat u niet misleiden, achter de gezellige aankleding schuilen ingenieuze ingrepen en technologieën die de verzorging van de zorgbehoevende bewoner vergemakkelijken.
DIMENSION
In 2010 introduceerde PRoF de patient room of the future of ziekenhuiskamer van de toekomst. Vorig jaar volgde de personalized residence of the future, een concept voor leeftijdbestendig wonen. Anno 2012 staat de private care room of the future in de belangstelling. Stuwende kracht achter de prototypes is PRoF, een consortium en denktank van ruim zestig gebruikers, onderwijs- en kennisinstellingen, ICT-bedrijven, fabrikanten en beroepsorganisaties. Die denktank zoekt telkens een oplossing voor de invulling van een aan zorg of leeftijd gerelateerde behoefte. Op maatschappelijk en sociaal vlak zorgen de veroudering van de bevolking, de toename van het aantal zorgbehoevende ouderen, hoogbejaarden en alleenstaande senioren voor heel wat nieuwe behoeften. Neem daarbij de onvoldoende groei van de zorgverlening, het tekort aan woon(zorg)centra, het bestand vol onaangepaste woningen, de kortere opnameduur in de verzorgingsinstellingen,
24
In de rusthuiskamer van de toekomst wordt de klinische sfeer van een ziekenhuiskamer gebannen. Comfort, huiselijkheid, veiligheid, privacy en esthetische oplossingen voor hulpmiddelen primeren.
de beperkte financiële middelen van de overheid, en het is duidelijk dat het de hoogste tijd is voor de ontwikkeling van op korte termijn toepasbare en integreerbare oplossingen. Woon- en zorgoplossingen waarbij de klemtoon telkens op andere accenten komt te liggen. Door de exponentiele toename van het aantal ouderen ontstaat er immers een sterk gediversifieerde groep, waarin sommigen tot op late leeftijd zelfstandig kunnen wonen en anderen al snel aangewezen zijn op weinig tot heel veel ondersteuning. Heterogene woonoplossingen en zorg op maat zullen de stelregel worden, en daar is het open innovatieplatform zich maar al te zeer van bewust.
De kracht van synergie Een belangrijke troef van PRoF is het multidisciplinaire onderzoek en de samenwerking van bedrijven uit totaal uiteenlopende sectoren. Via een traject van behoefteanalyse, brainstorming, sleutelwoorden, samenwerking en synergie tussen fabrikanten worden nieuwe concepten, technologieën, diensten en prototypes ontwikkeld die een antwoord bieden op concrete noden. De interactie tussen architectuur, diensten en technologie resulteert telkens in een project op maat. Als architectenbureaus maken Boeckx Architecture & Engineering en BURO II & ARCHI+I deel uit van het onderzoeksplatform. Met de private care room of the future reikt PRoF een concept aan dat ouderen meer autonomie, privacy en woonkwaliteit kan bieden. In de rusthuiskamer van de toekomst staan comfort, huiselijkheid, veiligheid en privacy centraal, terwijl de uitrusting en technische hulpmiddelen de verzorging moeten vergemakkelijken. De architecten namen een beschikbare oppervlakte van 25 tot 28 m² als uitgangspunt, maar gooiden de indeling van de klassieke rusthuiskamer overboord, waardoor ze meer natuurlijk licht, ruimte, openheid en uitzicht
Schouwrenovatie met de innovatieve Cube One cv-ketel
De badkamer wordt niet meer in de inkomzone ondergebracht, maar wel tegen de buitenschil waardoor er natuurlijk licht binnenvalt.
konden integreren. Door de badkamer tegen de buitenschil te plaatsen, valt er natuurlijk licht binnen en oogt de sanitaire plek ruimer en aangenamer. Het bed staat op een rechte aslijn tegenover het grote raam zodat de bewoner op een comfortabele manier naar buiten kan kijken. Dankzij de gezellige keuken-, eet- en zithoek, haard, televisie en sfeerverlichting primeert de woonsfeer. Naadloze wand- en vloerafwerkingen verhogen het onderhoudscomfort. Specifieke aanpassingen voor de doelgroep vallen niet op. Zo verdwijnt de tillift na gebruik in een kast. In een handomdraai wordt de woonkamer via een opklapbaar bed getransformeerd tot slaapkamer en vice versa. Een uitgekiend ventilatiesysteem voorkomt dat er een vervelende rusthuisgeur binnendringt. Complementair sleutelde PRoF aan specifieke hulpmiddelen, bijvoorbeeld voor de toenemende groep dementerenden. In plaats van de dementerende bewoner voortdurend van alles te verbieden, werd een codeersysteem ontwikkeld dat bijna op een onopvallende manier aangeeft wat wel en niet kan. Zo is in de vloer een detectiesysteem ingebouwd dat de zones waar de dementerende niet mag komen, automatisch afsluit. Tal van elementen uit de zorgkamer voor de toekomst zijn perfect toepasbaar in een woning of appartement. Het concept van de private care room of the future wordt voortdurend bijgestuurd. Aanvullend start PRoF met themadagen rond architectuur en zorg, diensten en zorg, technologie en zorg. Info: www.prof-projects.com. Architecten en interieurarchitecten kunnen samen met hun opdrachtgevers het project bezoeken na afspraak. Email: jan.van.hecke@prof-projects. com. www.prof-projects.com
Schouwrenovatie toepassing tot 10 bouwlagen met een combinatie van twee flexibels ( 130 mm) + ĂŠĂŠn dakdoorvoer. Voordelen - Slechts 1 flexibel ( 10 of 13 cm) - Het systeem past in een kleine schacht - Eenvoudige installatie - Beperkt hak- en breekwerk Kostenbeparing - Goede prijs-kwaliteitverhouding (50% besparing t.o.v. concentrisch systeem) - Mogelijkheid tot plaatsen van condensatie ketels waardoor de energiekosten dalen Waardeverhoging appartement Geen open ketels meer: - Luchtdicht renoveren - Energiebesparing - Waardestijging - Geen risico meer op CO-intoxicatie
Tekst: Colette Demil & Staf Bellens
www.ithodaalderop.be
We worden steeds meer geconfronteerd met een groot aantal technische toestellen op het dak: buitenunits van airco of warmtepomp of zonnesystemen op het dak, PV- of thermische installaties. De recente beslissing van de Vlaamse Regering om vanaf 2014 hernieuwbare energie verplicht te maken voor elke nieuwbouwwoning, zal deze trend vermoedelijk alleen maar bevestigen.
Specialist aan het woord
Wat krijgt u nu op uw dak? Deze systemen worden doorgaans op een drietal verschillende manieren op of aan het dak bevestigd. Eerst en vooral zijn er de systemen die rechtstreeks met het dak worden geïntegreerd. We hebben het dan over dunne-film zonnecellen in platte of hellende daken. Daarnaast worden sommige systemen rechtstreeks aan de draagstructuur verankerd, terwijl een derde soort bevestiging bestaat uit een losstaande plaatsing op het dak, met ballast. De rechtstreekse verankering komt soms voor bij platte daken en zeer vaak bij hellende daken. Het ballasten is quasi uitsluitend van toepassing bij platte daken.
De derde toepassing, de losse plaatsing met ballast, komt vaak voor bij platte daken. Deze techniek biedt het grote voordeel geen doorboringen van waterdichting, dampdichting en isolatie te veroorzaken, maar gaat steeds gepaard met grotere belastingen. Doordat de wind op dergelijke constructies immers een vrij belangrijke onderdruk kan realiseren, kan het gewicht aan ballast een veelvoud zijn van dat van de eigenlijke constructie, zeker bij de relatief lichte PV panelen. De plaatsing van deze installaties op het dak heeft belangrijke gevolgen.
De eerste toepassing, geïntegreerde montage, is in principe uitsluitend van toepassing bij PV panelen. De extra belasting op de structuur is zeer beperkt, de bifunctionele dakdichting (plat of hellend) dient zowel voor energie, als voor waterdichting en dient de nodige windlasten op te nemen.
Voor platte daken is het aangewezen bij de geïntegreerde systemen een helling van minimaal 3% te garanderen, om stagnatie van water te vermijden. Bij de andere systemen kan 2% helling volstaan, maar steeds dient men stagnatie van water achter de installaties te vermijden. Dergelijke technische daken dienen bovendien een verhoogde toegankelijkheid te hebben om onderhoudsredenen. Daarbij dient men te vermijden om bij geïntegreerde systemen op de PV-cellen te stappen, terwijl bij de bovenop geplaatste systemen op platte daken vaak extra looppaden dienen te worden voorzien. Deze looppaden zullen behoren tot een belastingsklasse P3 en hier worden dus hogere eisen gesteld aan de indrukkingsweerstand van de isolatie.
DIMENSION
De tweede toepassing, de rechtstreekse bevestiging aan de dakstructuur, zorgt voor een vrij beperkte extra belasting (geen ballast), en een goede overdracht van krachten op de structuur. Anderzijds zijn er doorboringen van het dakschild, wat gevolgen kan hebben voor de waterdichtheid, de dampdichtheid (bij plat dak vnl.) en de isolatie (puntkoudebruggen…ook vooral bij plat dak)
26
Architect: BXL-architecten © Foto: Eternit - Marcel Van Coile
SPECIALIST
SPECIALIST
Bij het beschouwen van de extra belastingen op het dak, dient men niet alleen rekening te houden met de netto belasting (eigengewicht) van de installaties. Vaak zal een extra windbelasting in rekening dienen te worden gebracht, zal rekening moeten worden gehouden met extra sneeuwlast indien ophoping mogelijk is achter het toestel, en zal ook de ballast (bepaald in functie van de windlast) mee in rekening moeten worden gebracht. Let op, deze belastingen kunnen sterk oplopen - een studie is aangewezen.
Cfr TV 215 dient men een dak minimaal twee maal per jaar te betreden voor onderhoud. Bij daken met technische installaties zal deze frequentie in basis steeds hoger liggen, dat moet veilig en comfortabel kunnen door borstweringen voldoende hoog te voorzien, balustrades te plaatsen waar nodig… Het is ook steeds aangewezen om de installaties voldoende ver van de dakrand te plaatsen, zodat men veilig rond de installatie kan bewegen. Minimaal 80 cm vrije ruimte tussen installaties en dakrand lijkt een minimum.
Bij plaatsing van installaties op een frame, met ballast is het noodzakelijk om een glijdingslaag tussen frame en dakdichting te voorzien. De thermische uitzetting van een dergelijk frame is immers niet verwaarloosbaar en het risico bestaat dat het daarbij in de dichting gaat prikken. Als scheidingslaag worden vaak rubbermatten of bitumineuze stroken gebruikt – belangrijk is dat deze compatibel zijn met de ondergrond. Bij ballast dient rekening te worden gehouden met het risico op micro-organismen, die op hun beurt dan weer een versnelde weekmakermigratie kunnen veroorzaken bij vb PVC dakdichtingen. Bij industriedaken wordt het frame bij voorkeur niet evenwijdig met de cannelurerichting geplaatst, om de spreiding van de belasting optimaal te houden.
Bij hellende daken komen vooral de geïntegreerde plaatsing en de plaatsing bovenop het dak door. De geïntegreerde montage geniet doorgaans esthetisch de voorkeur, maar voor PV panelen kan dit een (beperkt) rendementsverlies betekenen door een mindere ventilatie (+/- 5%). Bij zonneboilersystemen is een geïntegreerde plaatsing door het mindere warmteverlies dan weer een voordeel.
Leidingen naar de installaties kunnen zowel onder de dakdichting als daarboven worden geplaatst. Bij plaatsing onder de dichting zijn zij weliswaar beschermd, maar moeilijker toegankelijk. Bij plaatsing boven de dichting, dienen zij afdoende te worden beschermd tegen beschadiging. Leidingen naar thermische zonnepanelen zullen ook afdoende worden geïsoleerd. Deze isolatie moet weerstaan aan hoge temperaturen, UV, vogels en mechanische schade door het betreden van het dak. De schouwdoorvoeren dienen verzorgd te gebeuren.
Ir-arch. Dominiek Depoortere Bronnen: WTCB dossier 4/2010: aandachtspunten bij het plaatsen van zonnesystemen op het platte dak - WTCB contact 34 (2/2012): montagetechnieken voor zonnepanelen op hellende daken. DIMENSION
Bij installaties met rechtstreekse verankering in de draagstructuur, moeten we rekening houden met de doorboringen. In een plat dak wordt de dakdichting rond deze doorboringen best minimaal 15cm opgetrokken. Bij plaatsing is het uiterst belangrijk om het gewicht van de installaties te verdelen en niet op 1 plaats te centraliseren. Onder paletten kan best een verdeelplaat worden aangebracht.
Bij de mechanische bevestiging van panelen op een dak, wordt meestal gebruik gemaakt van alu rails om meer vrijheid te bekomen bij de bevestiging. Bij golfplaten worden deze vrij eenvoudig met deuvels bevestigd thv de schroefgaten, bij pannen en leien gebeurt dit met haken. De plaatsing van deze haken is vrij arbeidsintensief en dient met de grootste zorg en aangepast materiaal te gebeuren. Enerzijds moet worden gezorgd dat op de structuur kan worden bevestigd (en niet op de panlatten). Bij een stijf onderdak is het niet altijd evident dit te positioneren. Daar verdient het dus aanbeveling om mbv een dwarslat of een profiel de belasting over meerdere kepers te verdelen. Bij de doorgang van de haken door de pannen moet worden opgepast dat de onderliggende pan niet wordt belast, en dient de sluiting vaak lokaal te worden ingeslepen (of erger). Bij leien zal de dakbedekking steeds moeten worden aangepast, omdat deze te dun zijn om een haak te laten passeren. De oplossingen zijn beschikbaar, maar vragen de nodige aandacht naar afwerking.
27
REPORTAGE
Design Express
Software scant complexe ruimtelijke puzzel
Momenteel is het eigenzinnige Kanaal project van Axel Vervoordt in Wijnegem in volle ontwikkeling. Een uitgestrekt geheel van gedeeltelijk leegstaand, maar zeer waardevol, industrieel erfgoed wordt omgevormd tot een mixed use project van meer dan 50.000m². Aan de hand van Vectorworks toetst Bogdan & Van Broeck Architects, één van de betrokken architectenbureaus, een deel van deze complexe ruimtelijke puzzel af. Levend en leefbaar stadsweefsel De Kanaalsite – een zeer grote, oude mouterij en een industriële jeneverstokerij met silo’s en pakhuizen – groeit stilaan uit tot een volwaardig stuk levend en leefbaar stadsweefsel in de Antwerpse rand. Het grootste deel van de site wordt herbestemd tot woonfunctie - appartementen, lofts en duplexen -, aangevuld met ondersteunende en complementaire functies. Drie architectenbureaus - Bogdan & Van Broeck Architects, Stéphane Beel Architecten en Coussée & Goris Architecten - nemen elk het architecturale concept van een bepaalde zone van dit totaal project voor hun rekening. Michel Desvigne staat in voor de landschapsarchitectuur.
Ecologisch perspectief
DIMENSION
Typerend voor de projecten van het architectenbureau Bogdan & Van Broeck Architects is het fundamenteel ecologisch perspectief. Het werk van deze Brusselse architecten focust op verdichting, stadsontwikkeling, het herbestemmen van brownfields en urban voids, en het beperken van de ecologische voetafdruk van de gebouwde omgeving. Het deelproject in ‘Kanaal’, ontworpen door Bogdan & Van Broeck Architects, beslaat circa 11.000 m². Naast ondergrondse parkings omvat het onder meer de ateliers van Axel Vervoordt, 8.000 m² woonunits en 2.000 m² industriële gebouwen die worden verbouwd tot een privaat museum, waarin de Vervoordt Foundation zal worden ondergebracht. Daarnaast voorziet het concept ook onder meer in een wellness ruimte en een brasserie. Op niveau van het masterplan is deze zone gestructureerd als een continue sequens van buitenkamers
28
REPORTAGE
Vervoordt Foundation Reeds in het jaar 2000 gaf Axel Vervoordt de oude mouterij en de stokerij in Wijnegem een nieuw hart met de installatie van een kunstwerk van Anish Kapoor, genaamd “At the Edge of the World”. De Vervoordt Foundation engageert zich inmiddels steeds verder in het zoeken naar de universele dimensie in kunst. Dit zowel door het ontdekken van de eigentijdse kwaliteit van het verleden als door het zoeken naar hedendaagse objecten met een tijdloze kwaliteit. De Vervoordt Foundation beheert een belangrijke kunstverzameling antiquiteiten en een reeks waardevolle, hedendaagse kunstwerken. De stichting oefent wereldwijd functies uit als curator en organiseert tevens onderwijsactiviteiten. Opererend vanuit Kanaal zal de stichting straks gehuisvest worden in haar eigen museum, eveneens naar een ontwerp van Bogdan & Van Broeck Architects.
- ‘rooms with a view’ - die op een geaccentueerd plateau samensmelten tot een collectieve ruimte. Deze ruimte fungeert als een landschappelijk raakvlak met het aan de site grenzende Albertkanaal.
Cubes De woonunits zijn ondergebracht in een viertal cubusvormige volumes (‘Cubes’) die het resultaat zijn van een complexe set van randvoorwaarden. In plaats van een klassieke, repetitieve stapeling van identieke appartementen werd gekozen voor een complexe, maar goed doordachte, ruimtelijke morfologie. Geen twee woonunits mochten dezelfde zijn. Alle units bestaan uit twee bouwlagen en twee of drie gevels. Daarnaast werden voor alle gevelvlakken de zones bepaald die genieten van bezonning, uitzicht op groen en een goed uitzicht op het Albertkanaal. Hierbij werden ook factoren als akoestische belasting en het respecteren van de privacy in rekening gebracht.
zijn in een rationele draagstructuur en een efficiënt systeem van leidingkokers. Elke woonunit is tevens voorzien van een grote dubbelhoge, inpandige loggia met een zeer groot harmonica-vouwraam. Deze ruimte houdt het midden tussen een veranda en een inpandig terras, en zorgt voor een sterke, en tegelijk goed doseerbare, relatie tussen de woonunit en de buitenruimte.
Woontypologie afgetoetst Voor het ontwerpen en testen van deze nieuwe, uitzonderlijke woontypologie tekenden Bogdan & Vanbroeck Architects, aan de hand van het softwarepakket Vectorworks, het volledige ontwerp uit in 3D. Het bleek voor de Brusselse architecten de geschikte tool om te controleren of de beoogde, complexe ruimtelijke puzzel ook daadwerkelijk klopte. Dankzij het matchen van de complexe, geschakelde en gestapelde, woonvormen combineert het Kanaal project een hoge dichtheid met woonkwaliteit en met een unieke herkenbaarheid van elke woning.
Driedimensionaal tetris spel Voor de materialiteit van het geheel werd gekozen voor duurzame materialen zoals gekaleid metselwerk, bronskleurig schrijnwerk en donker gesinterd hout. Deze verouderen op een mooie, gelijkmatige manier en ontwikkelen door de tijd heen een steeds mooiere patina. www.kanaal.be - www.bvbarchitects.com DIMENSION
Net als in een driedimensionaal tetris spel werd op basis van deze matrix een complexe stapeling van woonunits uitgewerkt. Om de verschillende layouts van plannen en schikkingen van dag- en nachtzones mogelijk te maken moesten de woonunits daarenboven ook nog volledig flexibel zijn. Dit om de vrije keuze van inrichting door de eigenaar te vrijwaren. De units moesten tevens op een logische manier ingebed
29
REPORTAGE
Vandersanden Group
De Conincklijke Passage: zuurstof voor de stad
Pal in het Roeselaarse centrum geeft het nieuwe stadsblok ‘De Conincklijke Passage’ – een ontwerp van Studio Plus Architecten - de aanzet voor een verdere ontsluiting van de binnenstad. Ten zuiden van het De Coninckplein hebben het voormalige KBC-gebouw en het achterliggende bouwblok plaats gemaakt voor een stadsvernieuwingsproject van Algemene Ondernemingen Chris Vuylsteke. ‘De Conincklijke Passage’ - genaamd naar Pieter De Coninck wiens standbeeld het plein siert - bevindt zich op de vierhoekige site gevormd door de Hendrik Consciencestraat, de Torenstraat, De Garenstraat en de Jan Mahieustraat. Het complex bestaat uit vier appartementsblokken - 35 appartementen en 4 handelszaken - die uitkijken op een open binnenplein waar groen en sfeervolle verlichting worden voorzien. Het stadsblok ligt op een verbindingsas tussen het winkelcentrum en de ‘kleine bassin’, één van de waterpartijen die destijds de Roeselaarse weverijen bevoorraadde, en waar nu onder meer een houten fiets- en wandelpad met groenvoorziening werd aangelegd.
Discreet integreren, klasse en openheid uitstralen
DIMENSION
‘De Conincklijke Passage’ werd ontworpen door het Roeselaarse architectenbureau Studio Plus Architecten dat binnenkort zelf zijn intrek neemt in een gloednieuw kantoorgebouw langs de Brugsesteenweg. “In een stedelijke omgeving moeten woon- en kantoorgebouwen zich discreet integreren en toch klasse en openheid uitstralen”, aldus de ingenieurarchitecten. “‘De Conincklijke Passage’ - met een gemengde woon-/handelsfunctie - heeft een identieke insteek. Het is geen volledig dichtgebouwde commerciële plint geworden.
30
Naast het uitnodigend binnenplein werden een aantal strategisch gekozen doorsteken voorzien. Het open binnenplein liet ons ook toe kwalitatief met de bouwhoogte van de diverse woonblokken om te gaan. Aan de zijde van het De Coninckplein bijvoorbeeld zijn er 5 bouwlagen en een teruggetrokken verdieping, terwijl één van de andere woonblokken slechts 3 bouwlagen telt. Er werd geopteerd voor een klassieke typologie. Door de gebouwen op een sokkel te plaatsen en in de gevels bepaalde accenten te leggen wordt het stadsblok leesbaar gemaakt. De appartementen zelf hebben net iets meer vrije hoogte - 316 cm - dan gebruikelijk waardoor een maximale daglichtinval ontstaat. Door de brede overspanningen en invulwanden behoudt de woonblokken hun flexibiliteit en recycleerbaarheid.”
Brons-bruine gevelsteen Voor de gevelbekleding koos Studio Plus Architecten in overleg met de bouwheer voor een rijkere gevelsteen die kon bijdragen tot de duurzaamheid van het gebouw. Binnen dit genuanceerde pallet ging men op zoek naar een kleurenvariant tussen bruin en bruin-rood. Uiteindelijk kwam de brons-bruine Sao Paulo gevelsteen -met lichte en donkere nuances- van Vandersanden Group uit de bus. De dunbedverwerking zorgt voor een extra dimensie. Bij deze oplossing - die het midden houdt tussen het klassieke vermetsen en het verlijmen - varieert de voeglaag tussen 4 en 6 mm. Dit resulteert in een basaal uitzicht van de gevels, waarin het kleurenpallet van de Sao Paulo mooi tot zijn recht komt. Van uitbloeiing - bij grotere geveloppervlaktes vaak een probleem - is er geen sprake. Voor de binnenmuren werd geopteerd voor de uniforme, licht metaalgrijze ‘Quartis’ stenen van Vandersanden Group. www.vandersandengroup.com - www.studio-plus.be
Touchscreen
Niko Home Control, de nieuwe elektrische installatie Niko Home Control is de eerste elektrische installatie waarmee gezinnen actief energie kunnen besparen. Zo geeft een ecodisplay op elk moment aan hoeveel energie verbruikt wordt en hebben de componenten slechts een minimum aan energie nodig. Tegelijkertijd bedienen bewoners de installatie centraal en wonen ze veiliger en comfortabeler. Dankzij de inzet van Niko op innovatie oplossingen krijgen zowel installateurs als bewoners een installatie met een maximale gebruiksvriendelijkheid en flexibiliteit. Nu zuinig omgaan met energie zo belangrijk is, zowel voor budget als milieu, is deze installatie uniek. Interesse? Schrijf je via onze website snel in voor een opleiding. Daarna ondersteunt ons ervaren team
www.niko.be/nikohomecontrol 路 tel. 03 778 90 20 路 sales@niko.be
PA-565-01
van medewerkers je graag bij de uitwerking van je project.
INTERVIEW
Architectuurwedstrijden
Love it or hate it? Luc Binst
Zo eenvoudig als de titel suggereert, ligt het niet met architectuurwedstrijden. Hate it? Ja, want er zijn heel wat misbruiken en ontsporingen. Love it? Ja, want wedstrijden creëren kansen en projecten die er anders nooit waren gekomen. DIMENSION sprak met twee stakeholders over het thema: architect Luc Binst en Paul De Ceuster, directeur Operationele diensten bij de Regie der Gebouwen.
Luc Binst – Crepain Binst Architecture
DIMENSION
Luc Binst somt voor de vuist weg een vijftal voordelen van deze selectieformule op. “Bijzonder positief vind ik de kracht van het competitieve. Wedstrijden onder confraters halen het beste naar boven, omdat je met verschillende partijen een antwoord op eenzelfde vraagstuk zoekt. Daardoor moet iedereen zijn grenzen verkennen en wordt een creatief vermogen aangeboord dat in andere omstandigheden moeilijk toegankelijk blijft.” “Crepain Binst Architecture heeft altijd aan wedstrijden deelgenomen. Onze mooiste referenties zijn wedstrijdontwerpen. Wedstrijden stellen je in staat om een methodiek op te bouwen en zo letter na letter een nieuw architectuuralfabet te creëren. Voor mij moet de architectuur van onze wedstrijden onze toekomstige architectuurstandaard worden.” “Wedstrijden zijn een belangrijke bron van potentiële op-
32
drachten. Waar twee derde van onze opdrachten bestaan uit groepswoningbouwprojecten, werden onze wedstrijdopdrachten de voorbije tien jaar voor vier vijfde ingevuld met utiliteitsopdrachten: scholen, kantoren, een ziekenhuis, een brandweerkazerne, … Opdrachten die anders heel moeilijk binnen te halen zijn.” “Wedstrijden zijn dikwijls zeer rendabele opdrachten. Jaarlijks nemen wij deel aan een twintigtal wedstrijden. Daarvan winnen we er 20% tot 25%. Als we winnen, volgt de opdrachtgever in drie gevallen op vier het wedstrijdontwerp. Daardoor kunnen wij heel snel 40% van ons ereloon factureren. Wij moeten immers alleen nog het wedstrijdontwerp finetunen tot een definitief ontwerp en de bouwaanvraag indienen. Bij een directe opdracht verlies je mogelijk meer tijd.” “Wedstrijden zijn tot slot belangrijk voor onze public relations en uitstraling. Onze wedstrijdbundels zijn tot in de puntjes afgewerkt, met kwaliteitsrenderings, mooie schema’s en noem maar op. De helft van onze portfolio bestaat uit dergelijke dossiers die, ook als ze niet als winnaar uit de bus kwamen, achteraf dikwijls tot directe opdrachten leiden. Want een goed ontwerp levert tools op die niet projectgebonden zijn en die je dus elders kunt gebruiken.”
De keerzijde van de medaille Maar de medaille heeft een onvermijdelijke keerzijde. Luc Binst knikt instemmend als we hem de gebruikelijke kritiek op architectuurwedstrijden voorleggen. Opdrachtgevers hebben op voorhand al een lijst met potentiële kandidaten opgesteld maar zetten toch nog een internationale wedstrijd op. Jury’s laten het subjectieve primeren boven het objectieve, dikwijls bij gebrek aan professionalisme. De puntentoekenning wordt soms handig gebruikt om de uitslag te manipuleren. Politieke
INTERVIEW
- Welke maatregelen dringen zich op om met dat alles komaf te maken? Luc Binst: “Een overkoepelend wedstrijdreglement lijkt mij de meest aangewezen weg. Daarin kan je een onderscheid maken tussen een aantal categorieën, zeg maar van small over medium tot large of voor DBFM-formules extra large. Door rekening te houden met parameters als schaal, complexiteit en timing, kom je tot een matrix waarvan elk veld overeenstemt met bepaalde procedures, spelregels en een vergoeding voor de deelnemende bureaus. Belangrijk vind ik dat er, weer eens afhankelijk van de opdracht, rekening wordt gehouden met de professionaliteit en maturiteit van een bureau. Dat moet over voldoende competenties en maturiteit beschikken om niet alleen de A van architectuur, maar ook de B van bouwtechniek en de C van coördinatie op een professionele manier in te vullen. Jonge architecten verdienen kansen, maar moeten ook de kans krijgen om te groeien. Ik vind verder dat je als bureau je visie moet kunnen verdedigen ten overstaan van de opdrachtgever. Als dat niet kan, riskeer je dat appelen met peren worden vergeleken. De matrix die je zo verkrijgt, kan je dan jaarlijks indexeren, evalueren en waar nodig updaten. De private markt kan je zo’n reglement natuurlijk niet opleggen. Daar is het aan de architectenbureaus om die matrix voor te leggen en te verdedigen.” - Veel ligt in handen van de architecten zelf? Luc Binst: “Uiteraard. In plaats van het ego de vrije loop te laten, moeten we ons meer verenigen, samenwerken en aan reflectie doen. Waar zijn wij mee bezig? Waar willen wij naartoe? Hoe kunnen we ons wapenen tegen het huidige overaanbod aan architecten, zowel in Vlaanderen zelf als via de instroom uit andere Europese landen, vooral dan Nederland maar ook Spanje en Portugal? Dat overaanbod maakt dat architecten onder elkaar zich erg agressief opstellen als het om lobbying en erelonen gaat. Gevolg: de erelonen zijn sterk afgekalfd en zitten vandaag voor projectontwikkeling nog amper boven het niveau van sociale woningbouw. Daardoor schrijven ook meer lokale en internationale bureaus zich in voor wedstrijden, waar 100 tot 150 gegadigden vandaag eerder de regel dan de uitzondering zijn. Niet voor niets denkt het Team Vlaams Bouwmeester er blijkbaar over na om het aandeel aan internationale bureaus wat te doen dalen. Wij zijn bezig onze eigen creativiteit de nek om te wringen. Terwijl onze architecturale creativiteit net een sterk exportmiddel zou kunnen zijn waarmee wij ons een plaats kunnen veroveren op de nieuwe markten, met Azië voorop. Als we
lijdzaam blijven afwachten, zouden we wel eens sneller dan gedacht in een scenario kunnen belanden zoals Nederland de voorbije jaren heeft gekend, met een fikse reductie van het aantal architecten. In dat opzicht zijn architectuurwedstrijden een symptoom van een onderliggende kwaal.”
Architect Paul De Ceuster, directeurgeneraal Operationele diensten bij de Regie der Gebouwen “Wij hebben geen echte traditie in en dus ook weinig ervaring met zuivere architectuurwedstrijden, op een aantal grote projecten na. Ik denk dan aan de justitiepaleizen van Antwerpen, Gent en recent Namen en Dinant. In 2011 hebben we voor het justitiepaleis van Brussel ook een ‘ideeënwedstrijd’ gelanceerd, maar dit gebeurde niet echt met de bedoeling om een opdracht toe te wijzen aan een welbepaald bureau. Wel resulteerde dit in een aantal erg interessante ideeën.” “In het verleden werden die enkele wedstrijden meestal met een zuiver interne jury van architecten en ingenieurs van de Regie der Gebouwen georganiseerd. Vandaag hebben onze wedstrijden overwegend betrekking op DBFM-projecten en op promotieopdrachten volgens een PPS-formule. Als overheid willen wij immers weten wat een project ons finaal zal kosten. Wij betrekken nu ook externe mensen bij de jury.” “Wat geven wij de inschrijvende equipes van aannemer, ontwerpers en financier mee? Een compleet programma met een gedetailleerde omschrijving van de behoeften, het aantal m², de vereiste functionaliteit … De input daarvoor vragen we aan onze klanten, de federale overheidsinstanties waarvoor wij werken als studiebureau, en schrijven we neer in onze lastenboeken. Om onze klanten te bevragen, hebben we een specifieke methodiek ontwikkeld die we nog aan het verfijnen zijn. Dikwijls moeten wij immers onze klanten de nodige kennis bijbrengen omtrent hoe zij hun behoeften moeten formuleren.”
Strikte plicht tot motiveren “Voor de eerste selectie vragen wij van de inschrijvende teams plannen en een goede raming van het investeringsbedrag, zonder voor dat laatste al in details te treden over de maandelijkse of jaarlijkse terugbetaling. De eerste selectie gebeurt dan door een jury waarin interne en externe mensen zetelen. Die externen kunnen mensen uit andere administraties zijn, afgevaardigden van de Brusselse of Vlaamse Bouwmeester, van het hoofd van de regionale stedenbouw in Wallonië. Wij streven naar de aanwezigheid van een bekende architect of naam. Zo werkten wij bijvoorbeeld al samen met bOb Van Reeth en Marc Dubois. In ieder geval maken de directeurs-
» DIMENSION
inmenging komt roet in het eten strooien. Spelregels worden en cours de route veranderd. Intussen zien architecten zich gedwongen om gratis kostbare uren en andere werkmiddelen in een dossier te investeren.
33
INTERVIEW
generaal van de Regie en onze administrateur-generaal geen deel uit van de jury, maar regionale medewerkers-architecten, betrokken bij het project, uiteraard wel. Wij maken de jury ook nooit bekend om te vermijden dat er beïnvloeding mogelijk is.” “Voor de selectie kijkt de jury naar de samenstelling van het team. Hebben de ontwerpers en de aannemer ervaring met soortgelijke projecten. Hoe zit het met hun solvabiliteit? Is de uitvoeringstermijn haalbaar met die partijen? Zijn de financieringsmogelijkheden realistisch? Grosso modo wordt 50% van de punten toegekend op basis van de prijs. De rest gaat naar wat wij de architectuur noemen, die wordt opgesplitst in diverse delen: de eigenlijke architectuur, de stedenbouwkundige integratie, de functionaliteit, de duurzaamheid in de meest ruime betekenis met integratie van de exploitatie. De klant bekijkt bijvoorbeeld de functionaliteit, onze eigen experts de duurzaamheid, de externe juryleden de architectuur, de erfgoedinvalshoek, de stedenbouwkundige integratie en noem maar op. Op die manier trachten wij te voorkomen dat slechts een partij – de architect, de ingenieur, de klant - een doorslaggevende rol speelt in het project. Die deelaspecten
DIMENSION
Paul De Ceuster
34
worden opgesplitst over verschillende juryleden die los van elkaar punten toekennen. Zo proberen we de objectiviteit van de evaluatie te garanderen. Maar met deze aanpak komen we vrij snel tot een goede selectie. Wij hebben trouwens een strikte motivatieplicht. Beslissingen van de jury worden dan ook juridisch onderbouwd door eminente, in bepaalde disciplines gespecialiseerde advocaten.”
Hardware + software “Het resultaat is dat enkele equipes worden weerhouden voor een tweede fase. Van hen vragen we een compleet dossier waarmee we eventueel meteen de bouwaanvraag kunnen indienen. Zeker in de finale fase, de BaFO, is dat een must, omdat wij geen tijd willen verliezen met de vergunning. Afhankelijk van de gevolgde procedure kunnen de equipes onderweg de kans krijgen om bepaalde zaken te herwerken, bijvoorbeeld als geen van de partijen een voldoende scoort op duurzaamheid. Voor de weerhouden partijen is een vergoeding gereserveerd in de vorm van een forfaitair bedrag. De hoogte hangt af van de grootte van het project en de tijd die het in beslag neemt. Uiteraard vormt dat geregeld voer voor
discussie: is het nu wel of niet voldoende?” “Ik denk dat onze aanpak resultaten oplevert. Aannemers zijn er hoe langer hoe meer van overtuigd dat zij beter samenwerken met goede architecten, vermits de overheid het aspect architectuur als een sterke wegingsfactor incalculeert. Voor architecten lijkt het mij onvermijdelijk dat zij studiebureaus in huis halen of althans een nauw samenwerkingsverband opzetten. Zij hebben er ook alle belang bij goede aannemers en financiers te kiezen, want zij dragen samen met de andere teampartners een grote gezamenlijke verantwoordelijkheid en gaan serieuze resultaatsverbintenissen aan. Maar het is ook mooi om te zien dat eminente architecten wel degelijk een samenwerking kunnen aangaan met de hardware van de bouw, de aannemer, die in de eerste plaats mikt op winst, en dat ze samen prachtige projecten kunnen realiseren.”
Convenant voor architectuurwedstrijden Ontwerpwedstrijden hebben zeker hun nut, maar spelregels zijn noodzakelijk. NAV – de Vlaamse Architectenorganisatie roept, samen met de Bond Vlaamse Architecten, Architecten-Bouwers en de Orde van Architecten - Vlaamse Raad, de organisatoren op om duidelijke randvoorwaarden te formuleren. Samengevat komen die neer op volgende zeven punten. 1). De opdrachtgever maakt op voorhand een goede projectdefinitie die door alle deelnemers aan de wedstrijd moet worden gerespecteerd. 2). Wedstrijden gebeuren in fases, met eerst een open kandidatuurstelling en vervolgens een beperkte selectie van architectenbureaus die een wedstrijdontwerp voorbereiden. 3). De verwachtingen voor elke fase worden duidelijk omschreven, bijvoorbeeld via maximale formaten/ schalen en eisen die bindend zijn. 4). Het ereloon van de opdracht geldt niet als belangrijk gunningscriterium. 5). De bouwheer voorziet in een redelijk prijzengeld dat in verhouding is met de omvang en grootte van het project, de verwachtingen van het wedstrijddossier en het aantal geselecteerde kandidaten. 6). Bij de bekendmaking van de wedstrijd wordt ook de samenstelling van de jury openbaar gemaakt. Die samenstelling gebeurt op basis van neutraliteit, vakbekwaamheid en objectiviteit. 7). Het juryverslag wordt gerespecteerd en bekendgemaakt.
Optimale thermische isolatie Continu regelbare ventilatie Oplossingen om meer licht te creëren Uitgebreid gamma aan accessoires Inbraakvertragende kwaliteiten Conform nieuwe norm NBN S 23-002 Comfortabel gebruik met handgreep onderaan Hoogwaardige afwerking en houtkwaliteit Ook in PVC verkrijgbaar 20 jaar garantie op glas
www.convenant.be
www.fakro.be
www.albintra.be
Gyptone ACTIV air, het meest duurzame akoestische plafond Gyptone ACTIV air akoestische plafonds zijn de referentie op het gebied van akoestisch comfort in scholen, instellingen, hospitalen, burelen en woningen. De Gyptone ACTIV air akoestische plafonds verminderen de nagalmtijden* en waarborgen een betere spraakverstaanbaarheid. Het vernieuwde assortiment Gyptone ACTIV air is leverbaar in demonteerbare inlegtegels en in panelen die na plaatsing een naadloos oppervlak vormen. De ACTIV air technologie die verwerkt zit in deze Gyptone producten neutraliseert de grootste groep binnen de VOS (vluchtige organische stoffen) en combineert akoestisch comfort met een beter leef- en werkcomfort. Gyptone ACTIV air plafondtegels en -platen verkregen de beste score qua ecologische voetafdruk** door de volledige recycleerbaarheid, het lage water- en energieverbruik en de lage CO2 uitstoot bij productie.
Wilt u hierover meer weten, consulteer dan www.gyproc.be. * het geluid dat heen en weer kaatst tussen twee wanden waardoor er snel opeenvolgende echo’s veroorzaakt worden. ** gebaseerd op een vergelijk met gepubliceerde EPD’s voor verschillende plafondtypes op hoofdparameters: energieverbruik, waterverbruik en CO2 uitstoot.
SAINT-GOBAIN CONSTRUCTION PRODUCTS BELGIUM
NV
- Sint-Jansweg 9 - Haven 1602 - 9130 Kallo - Tel. +32 3 360 22 11 - www.gyproc.be
© AG VESPA - Bart Gosselin
DOSSIER
Architect Steven Decloedt, directeur Bouw AG VESPA
“Wij mogen spelen in de Champions League van de architectuur”
Van de restauratie van een erfgoedprieeltje van 4 m², waarin nu een kapper met één stoel is gevestigd, tot de bouw van het MAS met zijn 15 000 m² vloeroppervlakte. Van historische iconen als Het Steen over Renaat Braems Oudaan politietoren tot state-of-the-art gebouwen als de nieuwe topsporthogeschool in Wilrijk. Van eengezinswoningen over cohousing tot brandweerkazernes, kinderdagverblijven, passiefscholen, musea, politiebureaus, commerciële en gemixte projecten. Van bouwen en renoveren over kopen, verkopen, huren, verhuren en onderhouden tot gebiedsgerichte ontwikkeling en begeleiding van de vastgoedontwikkeling op het Eilandje en op Blue Gate Antwerp, de locatie voor innovatieve bedrijven. Van eigen opdrachten tot projecten voor andere stedelijke diensten. AG VESPA, een 100% dochter van de stad Antwerpen, is een spreekwoordelijke duizendpoot. “Wij werken inderdaad heel breed, wat het ook heel boeiend maakt”, beaamt Steven Decloedt. “Onze architecten-projectleiders spelen in de Champions League van de architectuur, zoals onze
collega’s in Zürich het onlangs formuleerden toen wij hen een werkbezoek brachten.” Wat VESPA niet doet, is ontwerpen. “Wij zijn bouwheer en trachten ons tot die rol te beperken. Wel gebruiken wij onze ontwerp- en andere kennis om tot een beter ontwerp te komen. Wij toetsen via haalbaarheidsstudies of een bepaald programma op een specifieke plek of in een specifiek gebouw mogelijk is. Wij geven externe architecten alle informatie die ze nodig hebben om tot een goed project te komen. Wij bakenen duidelijk onze ambitie af, waardoor wij hen uitdagen om een stap verder te zetten. Want hoe beter je je vraag formuleert, hoe waardevoller de antwoorden die je krijgt.”
Vissen in de pool De samenwerking met architecten gebeurt via een poolsysteem. Voor projecten die niet meteen gepaard gaan met meerdere mogelijke stedenbouwkundige oplossingen, wordt een kleine pool van tien bureaus samengesteld. Iedereen kan zich hiervoor inschrijven en de kandidaturen worden beoordeeld door een jury van interne en externe specialisten, onder wie de stadsbouwmeester. De voorkeur gaat naar relatief jonge bureaus die wel enige gezamenlijke ervaring moeten aantonen, zodat VESPA een zekere garantie heeft inzake de duurzaamheid van hun samenwerking. Uit deze pool wordt per project een bureau aangeduid, met de garantie dat iedereen aan de beurt komt en met een billijke spreiding van het soort projecten: nieuwbouw, renovatie, klein, groot. De pool wordt elke vier jaar vernieuwd. Voor de andere projecten wordt eveneens gewerkt met een pool, maar aangevuld met een wedstrijd. De pool bestaat sinds kort uit 20 bureaus, blijft vier jaar dezelfde en kan voortaan ook worden ingeschakeld voor projecten van andere diensten van de groep Stad, zoals het OCMW, het Patrimoniumonderhoud of het Zorgbedrijf. De oproepen voor beide pools worden breed gecommuniceerd zodat wie het wil
» DIMENSION
Het autonoom gemeentebedrijf VESPA staat in voor vastgoed- en stadsprojecten voor de stad Antwerpen, in uitvoering van het stedelijk beleid. Met 200 gebouwen in eigendom, 120 projecten in ontwerp of uitvoering voor een waarde van in totaal 500 miljoen euro, en een personeelsbestand van bijna 100 medewerkers onder wie 33 projectleiders die bouwprojecten opvolgen, is VESPA het grootste autonoom gemeentebedrijf van België op het gebied van bouw, vastgoed en stadsprojecten.
37
DOSSIER
“Wij gaan nooit uit van: kijk eens wat wij durven. Maar wij hebben wel een voorbeeldfunctie. Wij werken met publieke middelen en moeten daar dus het maximale uithalen.” weten, het ook daadwerkelijk kan vernemen. Welke formule voor een specifiek project wordt gehanteerd, wordt in samenspraak met de stadsbouwmeester bekeken. In bepaalde gevallen wordt samengewerkt met het Team Vlaams Bouwmeester voor een Open Oproep, maar meestal wordt voor de tweede pool gewerkt met een wedstrijd. Daarvoor worden drie bureaus geselecteerd die dan een voorstel mogen maken. Steven Decloedt geeft toe dat de formule wat moet bijgespijkerd worden. “Wij geven de bureaus veel informatie: een opmetingsplan met pasverschillen, een grondsondering, vooronderzoeken als het om een bestaand gebouw gaat, eventueel een bouwhistorisch onderzoek. Zo vermijden we dat zij alle drie nog eens diezelfde oefening moeten maken. In ruil vragen we tot nog toe een voorontwerp, een elementenraming, opmetingsfiches en een nota over technieken. Ondanks de forfaitaire vergoeding blijkt dat dit voor architect veel werk met zich meebrengt. Wij bekijken nu hoe we dat lichter kunnen maken, zonder het risico inzake haalbaarheid en betaalbaarheid voor ons als bouwheer te vergroten.”
Hoe expertise valideren?
DIMENSION
De realisaties zijn vormelijk heel uiteenlopend. “Daarin spelen tal van zaken een rol: locatie, impact, budget … Sommige sites vragen om een aandachtstrekker, andere om een ingetogen invulling. Ook in de keuze van ontwerper houden wij daar rekening mee, opnieuw in samenspraak met de stadsbouwmeester. Wij zullen nooit uitgaan van: kijk eens wat wij durven. Maar wij hebben wel een voorbeeldfunctie. Wij werken met publieke middelen en moeten daar dus het maximale uithalen. In al die jaren hebben we bijvoorbeeld veel expertise verworven over hoe je in de smalle straten van de 19e eeuwse gordel de overgang van publiek naar privé kunt aanpakken. In sommige situaties breng je de keuken en de leefruimte beter niet op het gelijkvloers onder, bijvoorbeeld. Dergelijke oplossingen en typologieën geven wij de ontwerpers mee, en tegelijk prikkelen wij ze om nog verder te gaan.” Vanuit dezelfde filosofie wordt met materialen omgesprongen: geen experimenten om te experimenteren, wel een materiaalgebruik dat past op de plek en in het concept. Soms wordt gekeken naar de opportuniteit van samenwerking met sociale huisvestingsmaatschappijen. Zo kocht VESPA op Luchtbal een reeks hoekpanden waarvan de verbouwing te duur uitviel over van de sociale huisvestingsmaatschappij, en werden die gerenoveerd of gesloopt en heropgebouwd tot betaalbare kopwoningen. Een ambitieus project dat nu in de
38
In een binnengebied in Antwerpen-Noord bouwt AG VESPA momenteel een kinderdagverblijf voor 112 kinderen onder een enorm sheddak, met aan de straatzijde een woning en vier appartementen. Het gebouw is stevig geïsoleerd en uitgerust met een zonneboiler, fotovoltaïsche panelen, een balansventilatie met warmterecuperatie en een groendak. Het ontwerp is van Cuypers en Q architecten. © AG VESPA - Bart Gosselin.
DOSSIER
steigers staat is de renovatie van het zogenaamde Fierensblok, een woningblok met sociale appartementen van architect Fierens in de Nationalestraat, dat al jaren staat te verkommeren. Om de renovatie van dit authentieke voorbeeld van socialehuisvestingsarchitectuur uit de jaren 1930 op een belangrijke locatie in de stad financieel betaalbaar te maken,
neemt VESPA de helft van de gebouwen aan de commerciële as over en fungeert het autonoom gemeentebedrijf als bouwheer voor het volledige project. Daarin komen sociale huurwoningen van de sociale huisvestingsmaatschappij, eigen betaalbare huurwoningen van VESPA, commerciële projecten op het gelijkvloers niveau en een parking onder het maaiveld.
»
Binnen het stedenbouwkundige plan voor het bouwblok Falconplein - Zeemanshuis, opgemaakt door het bureau Rapp & Rapp, tekende Meta architectuurbureau een concept met zeven woningen en twee lofts. De woningen grenzen achteraan aan een van de vier grote binnenhoven die gepland zijn en die deels als publieke ruimte worden ingericht. Alle woningen hebben een eigen koer, terras of patio. Een ondergrondse parkeergarage voorkomt dat de parkeerdruk in de
DIMENSION
buurt nog meer toeneemt. © AG VESPA- Bart Gosselin.
39
DOSSIER
Vlakbij de Turnhoutsepoort werd een aantal zwaar verkrotte woningen vervangen door drie grondgebonden woningen met stadstuin die het bouwblok afsluiten met een levendige en volwaardige kopgevel. De woningen zijn opgebouwd met split-levels, wat het ruimtegevoel vergroot. Omwille van de hoog aangrenzende scheimuren werden de tuinen opgehoogd, zodat zij meer zon krijgen. Twee woningen hebben ook een dakterras en een garage. Ontwerp: architectenbureau De Smet-Vermeulen. © AG VESPA - Bart Gosselin.
De buitenschil en de hoogtes van de vloerplaat blijven intact. Als dit nummer van DIMENSION verschijnt, is de oproep tot een beperkte offerteaanvraag normaal al gelanceerd.
Eén aanspreekpunt
DIMENSION
VESPA sluit met de architect en zijn studieteam één contract, ongeacht of alle teamleden deel uitmaken van het bureau of externe partners zijn. Ook met de aannemer wordt een contract aangegaan. Tot nog toe werden aannemers aangesteld via een openbare aanbesteding, maar de selectie op basis van prijs biedt VESPA onvoldoende garanties inzake kwaliteit en uitvoeringstermijn, zodat momenteel een andere formule wordt gezocht. Ook wil de directie Bouw onderzoeken hoe aannemers vroeger in het proces kunnen worden betrokken, zeg maar in een soort bouwteamformule. “Voor betaalbaar wonen is er wellicht een schaalvergroting nodig. Logisch dat we dan ook de knowhow van de aannemer in een zo vroeg stadium mee willen inschakelen.” Voor de rest werkt VESPA met raamcontracten. Zodoende kan het autonoom gemeentebedrijf terugvallen op studiebureaus voor een vooronderzoek, een second opinion of een dringende interventie, en op aannemers voor kleine onderhoudswerken. Voor VESPA moet elk project scoren op drie vlakken: financieel rendement, maatschappelijke relevantie en kwaliteit. Waar het accent precies ligt, verschilt van project tot project. “Wij hebben een zogenaamd financieel patrimonium dat geld genereert voor de stad en voor onze werking. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een horecagebouw dat zal verrijzen op het nieuw aangelegde Muntplein in het historische centrum, of aan het voorbeeldproject wonen boven winkels dat we gaan realiseren in het verlengde van De Keyzerlei, een van de duurste winkellocaties van België. Maar ook dan streven we altijd naar een kwaliteitsvol project met een meerwaarde voor het stedenbouwkundig geheel. Als wij daarentegen punctueel
40
proberen in te grijpen in verloederde buurten, kost ons dat geld. Voor die projecten vallen we dan ook terug op subsidies via bovenlokale fondsen. Die gelden proberen we om te vormen tot een rollend fonds: we realiseren gebouwen, verkopen die en gebruiken het verkoopbedrag voor nieuwe projecten. Zo bouw je de garantie op dat je een voldoende groot pakket woningen kunt realiseren en dat je op langere termijn kunt werken, zonder discontinuïteit.”
Een eigen plaats op de markt Begeeft VESPA zich zo niet op het terrein van de privéontwikkelaars? “Die discussie steekt wel eens de kop op. Maar zonder subsidies kun je in die oude wijken geen projecten realiseren. Ook is het aantal woningen dat wij jaarlijks opleveren erg beperkt, vergeleken met de impact van de privéontwikkeling. Dit jaar zitten we aan 100 wooneenheden, maar de vorige jaren waren er dat jaarlijks slechts 50. Ten slotte zijn wij geen aannemer, maar creëren wij voor die bedrijven werk en dus meerwaarde.” Vanuit een compleet andere hoek rijst soms de kritiek dat de interventies van VESPA in moeilijke buurten leiden tot een gentrificatie: de oorspronkelijke bewoners moeten verkassen omdat zij niet kunnen opboksen tegen de stijgende woningprijzen, betaald door de hipsters. “Ondanks ons beperkte aantal woningen trekken wij waarschijnlijk inderdaad een nieuw publiek aan, dat valt voor de look & feel van onze projecten. Maar de achterliggende visie is gestoeld op een beleidsvisie, die wij alleen maar uitvoeren. Wij realiseren woningen in aandachtsbuurten, die we dan verkopen of verhuren tegen marktconforme prijzen. Als de politiek morgen overgaat tot een ander beleid, zullen wij dat moeten volgen. Als autonoom gemeentebedrijf hebben wij een raad van bestuur die is samengesteld uit leden van de gemeenteraad.”
secret slide
Fabrikant van innovatieve deuroplossingen Brems maakt deurencollecties die oplossingen aanreiken in verschillende stijlen en afwerkingsniveau’s. Bovendien is deze belgische fabrikant gespecialiseerd in het ‘custom’-werk. Ontdek alle mogelijkheden op www.brems.be of vraag uw documentatiepakket aan via info@brems.be Showroom Antwerpen : Londenstraat 39 Showroom Halen : Hagelandstraat 30 tel 013 460 280 - info@brems.be - www.brems.be
plafondhoog detaillering
REPORTAGE
Eternit
Leien in dambordpatroon voor inbreidingsproject Onlangs werd in het Kortrijkse stadscentrum een opmerkelijk inbreidingsproject gerealiseerd naar een ontwerp van Lieven Dejaeghere Architecten. De in dambordpatroon aangebrachte ruitleien van Eternit zorgen mee voor de opwaardering van de Minister Tacklaan.
van bestaande gebouwen in het stadscentrum, die al meerdere jaren leegstaan. Dit project betekent een opwaardering van de Minister Tacklaan, die te kampen heeft met vergane glorie door heel wat leegstaande en verwaarloosde panden. Het kleinschalig project kadert binnen de huidige politiek van sociale mix: het integreren van kleinere sociale woningbouwprojecten, naast de realisatie van grote sociale woonwijken.
Doorwaadbaarheid en sociale controle Onlangs kochten de SHM Goedkope Woning en het sociale fietsbedrijf Mobiel samen de gewezen drukkerij Vandenbulcke in de Minister Tacklaan in Kortrijk. Het ging om een geheel van drie appartementen, een woonhuis, een toonzaal en een magazijn met een totale oppervlakte van bijna 9 are. Goedkope Woning renoveerde de appartementen en het woonhuis, voor sociale verhuur. Mobiel nam de toonzaal en het magazijn in eigendom voor de uitbreiding van zijn activiteiten. De aangekochte gebouwen zijn gelegen aan de achteringang van het Kortrijkse station. Door de verwerving van het pand beschikt het sociale fietsbedrijf nu over een extra atelier en een ontvangstruimte van 500 m². De aankoop van het gebouw resulteert in een betere ontvangst, meer bewaakte stalling, een toeristisch ‘inrijpunt’ voor fietsers en extra bureauruimte voor het personeel.
Inbreidingsproject
DIMENSION
Voor de werking van Mobiel was de verwerving van de woongelegenheden niet noodzakelijk. Vandaar de samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappij Goedkope Woning. Na renovatie en nieuwbouw, kan Goedkope Woning nu zeven extra woongelegenheden in het centrum van Kortrijk verhuren. Het gaat om een inbreidingsproject: de renovatie
42
De rijwoning werd gesloopt en vervangen door een nieuwbouw van 2 duplexappartementen op de verdiepingen. Deze ingreep maakte het mogelijk de begane grond vrij te houden als gemeenschappelijke – overdekte – toegang. Architect Lieven Dejaeghere van het gelijknamige architectenbureau uit Izegem: “Het bouwprogramma was vrij eenvoudig. Door de afbraak van het woonhuis werd het mogelijk een ruime onderdoorgang te voorzien naar een klein binnenplein, dat zichtbaar is van op straat. In het verlengde van de voormalige burgerwoning werd de achterbouw behouden. Het stapelhuis werd herbestemd tot 2 duplexappartementen. De 3 appartementen boven Mobiel - eenzijdig noord gericht naar het station - werden verbouwd met planwijziging. Ze werden verbouwd tot drie ‘doorzonappartementen’ met drie slaapkamers. Elke verticale circulatie en alle toegangen tot de 7 woongelegenheden vertrekken nu vanuit het centrale binnenplein. Daar zijn de trappen gelegen die leiden naar de verschillende appartementen.”
Isolatie- en afwerkingsconcept Initieel werd er gekozen voor een buitengevelisolatie afgewerkt met een houten gevelbekleding; omwille van brandweervoorschriften werd hier uiteindelijk van afgezien. Voor
REPORTAGE
‘Ruitjespapier’ Het idee om leien volgens een dambordpatroon te plaatsen werd voor de eerste maal toegepast door het Lokerse architectenbureau BLAF Architecten. Voor de realisatie van een passiefhuis en een volledig geïsoleerde bouwschil diende dit bureau de isolatie extra te laten beschermen tegen alle weersomstandigheden. De bouwschil diende prijsgunstig, duurzaam, licht maar tevens flexibel te zijn en een moderne look hebben. Het idee was dan ook om donkergrijze, ruitvormige leien aan te wenden maar deze op een andere manier te
leggen. In overleg met de technische dienst van Eternit werd een oplossing uitgewerkt waarbij men donkergrijze Alterna leien 40/40/10 met een grotere afstand tussen de latten, namelijk 233,3 mm plaatst - terwijl de afstand bij de klassieke legmanier slechts 192 mm bedraagt. De referentie met ruitjespapier is niet ver weg. Door het dambordpatroon komen de doorlopende lijnen van de leien mooi tot hun recht. Op de klassieke manier worden deze lijnen namelijk onderbroken.
Kostenbesparing Bij het ontwerp van het Kortrijkse renovatieproject waren ook architect Lieven Dejaeghere en zijn bouwheer al snel gewonnen voor het plaatsen van de leien volgens het dambordpatroon. Lieven Dejaeghere: “Een ander niet te verwaarlozen pluspunt van deze keuze is dat men op deze manier minder leien gebruikt, en dus een aanzienlijke kost uitspaart. De enige beperking van het dambordpatroon is dat – door de ‘geringere’ bedekking van de Alterna leien – de plaatsingsmethode enkel kan toegepast worden voor geveltoepassingen. Op de klassieke manier kunnen de ruitvormige leien namelijk zowel op daken als op gevels aangebracht worden.” www.eternit.be - www.lievendejaeghere.be
ROOFMATE LG-X ROOFMATE LG-X ROOFMATE LG-X ››› ››› ››› ›››
ROOFMATE™ LG is een unieke combinatie van ROOFMATE™ LG is een unieke combinatie van van ROOFMATE™ is een unieke combinatie thermische isolatie enLGballast. ROOFMATE™ LG-X is een unieke combinatie van thermische isolatie en één ballast. thermische isolatie en ballast. De isolatieplaat is aan zijde voorzien thermische isolatie en ballast. De isolatieplaat is aan één zijde voorzien isolatieplaat is aan één zijde voorzien van een De laag gemodificeerd en vezelgewapend De isolatieplaat is aan één zijde voorzien van een laag gemodificeerd en vezelgewapend van een laag gemodificeerd en millimeter. vezelgewapend beton met een dikte van minimaal 10 van een laag gemodificeerd en vezelgewapend beton een dikte vanen minimaal 10 millimeter. beton met eenmet dikte van minimaal 10 millimeter. Het totale gewicht van isolatie ballast bedraagt beton met een dikte van minimaal 10 millimeter. Het totale isolatie bedraagt Het gewicht van 2isolatie en2ballast bedraagt (25van kg/m ). enenballast niet totale meer dan 250gewicht N/m Het totale gewicht van ballast bedraagt 2 isolatie 2 2 kg/m2). niet meer dan 250 N/m (25 ). niet meer dan 250 N/m (25 kg/m niet meer dan 250 N/m2 (25 kg/m2). ROOFMATE LG is een ideale oplossing voor ROOFMATE LGideale is eenoplossing ideale oplossing voor ROOFMATE LG isdie een voor dakconstructies niet zijnoplossing op een voor ROOFMATE LG-Xberekend is een ideale dakconstructies die niet berekend zijn dakconstructies die niet berekend zijn locaties op eenop een zware ofdakconstructies additionele ballast. Ookberekend voor die niet zijn op een of additionele ballast. Ook voor locaties zware ofzware additionele ballast. Ook voor waar het moeilijk of zelfs onmogelijk islocaties omvoor grind zware of additionele ballast. Ook locaties waar het moeilijk of zelfs onmogelijk is om grind waar het moeilijk of zelfs onmogelijk is om grind op het dak te het brengen, biedt ROOFMATE LG een waar moeilijk of zelfs onmogelijk is om grind op het dak te brengen, biedt ROOFMATE LG een op het dak te brengen, biedt ROOFMATE LG een geschikte opoplossing. het dak te brengen, biedt ROOFMATE LG-X een geschikte oplossing. geschikte oplossing. geschikte oplossing.
voor lichtgewicht omkeerdak voor het lichtgewicht omkeerdak ›››het voor het lichtgewicht omkeerdak voor voor dakrand-opstanden ›››dakrand-opstanden voor dakrand-opstanden
®™ Handelsmerk van The Dow Chemical (“Dow”) of van een tot de behorende vennootschap. ®™ Handelsmerk van TheCompany Dow Chemical Company (“Dow”) of Dow-groep van een tot de Dow-groep behorende vennootschap. ®™ Handelsmerk van The Dow Chemical Company (“Dow”) of van een tot de Dow-groep behorende vennootschap.
RAVAGORAVAGO PLASTICS N.V. PLASTICS N.V. Moerenstraat 89, 2370 Arendonk RAVAGO PLASTICS N.V. Moerenstraat 89, 2370 Arendonk Tél : (014) Tél 67 :20 Moerenstraat 89,012370 Arendonk (014) 67 20 01 Fax (014)Fax 6720 22 67 21 22 Tél ::(014) 67 01 :21 (014) E-mail : finprod@ravago.com E-mail finprod@ravago.com Fax : (014) 67 21:22 E-mail : finprod@ravago.com
DIMENSION
de isolatie van de gevel- en dakafwerking opteerde architect Lieven Dejaeghere voor het isolatie- en afwerkingsconcept Isofinish® - buitengevelisolatie met geventileerde spouw. Op die manier wordt een duurzaam, efficiënt en doorlopend isolatieschild rondom het gebouw opgetrokken dat garant staat voor een lager energieverbruik. Architect Lieven Dejaeghere: “Verder werden alle gevels met dezelfde donkergrijze Alterna kunstleien van Eternit afgewerkt. De afwerking met een kleinschalige “korrel” maakt het volledige project tot één mooi architecturaal geheel met grafische kwaliteiten, vooral door het plaatsen van de leien volgens het zogenaamde dambordpatroon.
www.styrofoam.be www.styrofoam.be www.styrofoam.be
43
REPORTAGE
toortsen met witte leds werden ook 4 conventionele Nemo oplossingen en 4 Bollard Nemo oplossingen op basis van gasontlading van Schréder voorzien. Over de volledige lengte van het licht hellende plein werd een straatgoot - uitgerust met een doorlopende led-rail - aangelegd om het regenwater op te vangen. Het geheel van deze nieuwe voorzieningen zorgt ervoor dat de Place Brignoul ‘s nachts in een sfeervol licht baadt.
Venetiaanse lantaarns
Schréder
Ans wordt de kleine Lichtstad Met haar stadsrenovatieplan wil de gemeente Ans een aangename sfeer creëren voor bewoners en bezoekers en tevens het energieverbruik reduceren. Onlangs werden de Place Brignoul, de Rue Montfort en Rue du Cimetière uitgerust met geavanceerde verlichtingsoplossingen van Schréder-signatuur. Ans is gelegen in de Luikse periferie. Met haar sterk industrieel verleden telt de Waalse gemeente nogal wat kleine arbeiderswoningen. Enkele jaren geleden werd met de heraanleg van de Place Nicolaï en de Rue Walthère Jamar een stadsvernieuwingsproject opgestart. Onlangs kregen ook de kleinere Place Brignoul, de Rue Montfort en Rue du Cimetière - 3 niet aaneensluitende locaties in het centrum van Ans - een complete facelift. Het lokale architectenbureau Atelier XV zorgde voor de ontwerpen. Ook in de nabije toekomst staan er nog ambitieuze renovatieprojecten op stapel.
Sfeervolle led-lichtlijn
DIMENSION
De Place Brignoul, voorheen een quasi ellipsvormig parkeerplein, kreeg een volledig nieuwe bestemming. De auto’s werden geweerd. Er werd voorzien in bredere voetpaden en een grote – deels houten - esplanade met enkele zitbanken. Naast een fontein met 7 waterstralen worden ook 2 glazen panelen van 3 op 10 meter geplaatst, waarop filosofische citaten van inwoners van Ans zullen worden aangebracht. Uiteraard werd ook de openbare verlichting vernieuwd. Naast 8 Nemo
44
In de Rue du Cimetière voorzag de herinrichting onder meer in de aanleg van enkele kleine ruimtes. Langs deze kronkelende straat - die uitgeeft op de Place Nicolaï – voorzien 47 ISLA led armaturen van Schréder in openbare verlichting. Vooral de verlichting van een historische muur en een eeuwenoude boom met 14 Terra inbouwschijnwerpers, op wat men de Place du Cimetière pleegt te noemen, trekt de aandacht. Een andere eyecatcher zijn ongetwijfeld de 14 Boreal verlichtingsarmaturen in de vorm van Venetiaanse lantaarns van Schréder-makelij, waarvoor de gerenommeerde Franse verlichtingsontwerper Laurent Fachard tekende. Deze Boreal armaturen werden op 7 verlichtingspalen bevestigd. Deze speciale Schréder applicatie heeft als grootste referentie ongetwijfeld Les Quais de la Garonne in Bordeaux.
Sfeer en feestelijk lichteffect Zowel in de Rue Montfort als op de aanpalende parkings werden 64 INOA led armaturen geïnstalleerd. Deze zorgen voor een fotometrisch niveau conform de normen, terwijl ze het elektriciteitsverbruik tot een minimum beperken. Door hun gedurfde, moderne vorm geven ze deze straat een bijzonder cachet. De 40 BORA led mini-armaturen zorgen voor een ‘speels’ veiligheidselement tussen de straat en het nabije voetgangers- en fietserspad. Zowel in de Rue Montfort als in de Rue du Cimetière werden de ISLA led en INOA led oplossingen van Schréder voorzien van een dimsysteem dat operationeel is vanaf middernacht. www.schreder.com - www.atelierXV.be
Maak het verschil met
SmartZone!
• Ventileren waar de bewoner zich bevindt dankzij het revolutionaire SmartZone-principe • Intelligente vocht- en CO 2-gestuurde afvoer van vervuilde lucht • Automatische inregeling van het systeem, foutloos in gemiddeld 12 minuten
tot
-24 E-punten!
E VO I I
Wenst u meer informatie ? www.renson.be
Paleis 4 stand 216
dimension_HDC_NL_0912_205x132.indd 1
30/08/12 12:39
TECH
Wood Building Solutions
Structurele bouwplaten • Durélis® Vapourblock®: luchtdicht - dampremmend • RWH: luchtdicht - dampopen Isolerende houtvezelplaten • Onderdak • Bepleisterbare gevelisolatie • Akoestische ondervloeren • Flexibele isolatie (diktes 40 - 240 mm) Cellulose isolatie • isofloc L • Lambda waarde λD = 0.039 W/(m.K)
Materialen en advies voor energiebewust bouwen met hout.
Structurele balken en I-Joists • I - Joists • LVL • LSL
Wenst u meer informatie, advies of stalen? Tel.: +32 (0)56 66 70 21 • mail: sales@spanotech.be
www.spanotech.be
DOSSIER
Woonvormen en bouwformules voor morgen © BURO II + ARCHI+I
Wat en hoe bouwen architecten morgen? Tijdens een aantal recente events werd die vraag bekeken vanuit verschillende invalshoeken. Het Kenniscentrum Woonzorg Brussel nam de woonvormen voor senioren onder de loep. Roularta Seminars nodigde in Knokke het puikje van de Belgische immobiliënwereld uit voor het seminarie ‘Trends in real estate. Toekomstige woonvormen voor jong en oud’. AR-CO vierde zijn 50-jarig bestaan met een conferentie over de rol van de architect, bekeken vanuit de publiek-private samenwerking.
DIMENSION
Wonen voor ouderen is overal een hot item, maar de vergrijzing slaat in Vlaanderen net iets harder toe dan in Wallonië. Het was dan ook even schrikken toen Vlaams minister van wonen Freya Van den Bossche onlangs, naar aanleiding van het woonbeleidsplan dat zij momenteel uitdoktert, de boodschap de wereld instuurde dat ouderen het best tijdig hun te grote woning inruilen voor een kleinere woning of eventueel een assistentiewoning (serviceflat). De minister legde daarmee de vinger op een gevoelige zenuw, want met alleen maar woonzorgcentra lossen we de woon/zorgproblematiek voor senioren inderdaad niet op. Ouderen blijven immers veel langer actief en zelfredzaam en belanden pas in hun allerlaatste levensjaren of bij zware gezondheidsproblemen in een woon-
46
BURO II + ARCHI+I breidt het WZC Sint-Jozef in Evere uit met 17 aanleunwoningen, een woonzorgcentrum voor 30 dementerenden en een nieuw lokaal dienstencentrum.
zorgcentrum. Maar welke alternatieven zijn er voor het zover is maar er toch zorg nodig is? Een recente studie ‘Wonen zonder zorg[en]. 10 woonvormen om over na te denken / Besoins et désirs en matière d’habitat. 10 formes d’habitat comme pistes de réflexion’ van het Kenniscentrum Woonzorg Brussel in samenwerking met BURO II & ARCHI+I en de dienst senioren van de stad Brussel buigt zich over de problematiek van de combinatie wonen
DOSSIER
en zorg. U kunt deze tweetalige studie downloaden via www. b2ai.com en www.woonzorgbrussel.be. In de publicatie worden tien woonvormen voor ouderen onder de loep genomen, gerangschikt volgens de mate van het samenwonen. Aan het ene uiteinde staat het individueel wonen: de eigen woning, de kangoeroe- of duplexwoning, de assistentiewoning (ook aanleunwoning of serviceflat). In een aantal andere woonvormen wordt gebruik gemaakt van gemeenschappelijke voorzieningen: sociale woning, centraal wonen rond een gemeenschappelijke tuin of binnenplein, cohousing (waarover verder meer), gestippeld wonen (een aantal mensen die in eenzelfde flatgebouw elk hun eigen appartement en één gemeenschappelijk ingericht appartement hebben). Vormen van intensief gemeenschapswonen zijn de woongroepen en de leefgemeenschappen van religieuzen. Helemaal aan het andere uiteinde is er ten slotte het woonzorgcentrum.
staande woning gaat, luidt de aanbeveling dat aanpassingen aan een afnemende mobiliteit of aan specifieke behoeften tijdig moeten worden beslist. Wie zijn woning wil aanpassen, moet dat als relatief jonge senior doen, anders komt het er gewoon niet meer van. Voor architecten die sterk actief zijn in de residentiële markt van eengezinswoningen, biedt dat eventueel mogelijkheden. Houd de leeftijdpiramide in de omgeving in de gaten, zet op uw website (niemand is daar zo actief als senioren!) aanbevelingen voor woningaanpassingen met de vermelding dat u daarin bent gespecialiseerd, en doe eventueel aan gerichte prospectie. Maar levenslang wonen is natuurlijk geen mirakeloplossing. Woningen worden bijvoorbeeld te groot. Op dat ogenblik kan een kangoeroewoning of duplexwoning uitkomst bieden. Ook hier liggen voor architecten mogelijkheden. Een latere opdeling kan van in de ontwerpfase worden geïntegreerd. Ook via een – meestal – ingrijpende renovatie is veel mogelijk. Bovendien kan een dergelijke ingreep de betaalbaarheid van wonen bevorderen. Het aandeel van de grond in de kostprijs is normaal lager en de bestaande structuur kan geheel of gedeeltelijk worden hergebruikt. Stedenbouwkundig vergt de omvorming van een woning tot kangoeroewoning normaal altijd een vergunning, maar in Vlaanderen geldt onder bepaalde voorwaarden (zorgwonen) een vrijstelling of volstaat een meldingsplicht.
Cohousing: geen commune
Levenslang of kangoeroe Via gesprekken met gebruikers werd gepeild naar de mate waarin vier belangrijke kenmerken scoren in elke woonvorm: zorg, sociale en familiale relaties, veiligheid en comfort, privacy. De auteurs geven ook enkele aanbevelingen mee. Wat kunnen architecten daaruit distilleren? Om te beginnen kunnen we niet genoeg de nadruk leggen op het belang van levensbestendig wonen. Universele toegankelijkheid, flexibiliteit in het omvormen van ruimtes en functies en aanpasbaarheid naar twee wooneenheden zijn stuk voor stuk cruciaal bij het ontwerp van een nieuwe of de renovatie van een bestaande individuele woning. Als het om een be-
» DIMENSION
© BURO II + ARCHI+I
Architecten moeten zeker ook de ogen open houden voor nieuwe woonvormen. Cohousing mag dan tot nader order een buitenbeentje zijn met amper twee kant-en-klare projecten (Clabecq en Vinderhoutte), het aantal initiatieven dat in de pijplijn zit, is niet langer op de vingers van twee handen te tellen. Voor architecten ligt in dergelijke projecten wel degelijk een opportuniteit. De ruimtelijke ordening is voor een cohousing project immers meer dan ooit belangrijk, en dat is toch het speelveld van de architect. Garages of carports bevinden zich aan de toegang van het perceel, zodat het binnengebied grotendeels autovrij is. Speelzones zijn gemeenschappelijk. Een private buitenruimte wordt gecombineerd met veel gezamenlijk groen. In een gemeenschappelijk gebouw worden bepaalde voorzieningen opgenomen: keuken, eventueel living, wasruimte, logeerruimte, andere. Extra mogelijkheden om ook senioren hierbij te betrekken zijn de integratie van senioren in de groep of van huurwoningen voor senioren. Goed om te weten: cohousing heeft niets te maken met communes. De samenstelling van groepen gebeurt op een natuurlijke manier. Consensus is het ordewoord bij het treffen van beslissingen. Wie weg wil of zijn woning wil verhuren, kan dat doen zonder toestemming van de rest van de groep. Een zekere omvang is noodzakelijk. De theorie wil dat er minstens 8 en
47
Geberit Monolith
De kunst van het sanitair.
Wie aan renovatie denkt, heeft zelden gebrek aan ideeën. Dankzij zijn modulaire structuur kan deze sanitaire module worden geïnstalleerd zonder bouwkundige aanpassingen. Er wordt een compacte sculptuur tussen de muur en het porselein gecreëerd. Geberit Monolith biedt een oplossing om je toiletruimte of badkamer te verrijken met een fascinerend kunstwerk. Hedendaagse kunst! Makkelijk te plaatsen in bijna alle bouwsituaties. Meer informatie over Geberit Monolith: → www.geberit.be
DOSSIER
maximum 34 deelnemende wooneenheden moeten zijn. Het minimumaantal vermijdt dat er sociale spanningen ontstaan en maakt de investering in gemeenschappelijke voorzieningen haalbaar. Het maximumaantal zorgt ervoor dat de schaal redelijk blijft. Wat de betaalbaarheid betreft, is cohousing niet meteen goedkoper dan bouwen in een traditionele verkaveling. Intussen bestaat er een cvba die cohousingprojecten begeleidt. De coöperatieve geeft groepen advies, fungeert als go between tussen projectontwikkelaars en cohousinggroepen, en zoekt mee naar coöperatieve financieringsvormen voor de aankoop van geschikte gronden. Meer informatie vindt u op de website http://cohousingprojects.be/, die tot nader order alleen in het Nederlands beschikbaar is.
Architecten Stefan Van Moll en Frank De Groeve staan in voor de reconversie van delen in twee vleugels van het voormalige Sint-Joris college in
Wonen op kantoor
Brussel. Er komen 10 sociale appartementen, waarvan 7 rolstoeltoegan-
Welke nieuwe woonoplossingen dienen zich morgen wellicht aan? Dat was de vraag op het seminarie ‘Trends in real estate’. Een boeiende piste is de omvorming van leegstaande kantoorgebouwen tot woningen. Het Brussels Gewest deed
kelijk. Ook de traphal wordt vernieuwd en een nieuwe, rolstoeltoegankelijke lift verbindt de 2 grootste voormalige schoolvleugels. De speelplaats wordt omgebouwd tot een semipublieke binnentuin, waaraan privétuinen grenzen, en een ‘stille ruimte’, voor de wijkbewoners. Gemeenschappelijke functies (keuken, eetruimte, creatieve ateliers, exporuimte, waslokalen, sanitair) op het gelijkvloers voor de bewoners van de 10 appartementen maken een vorm van ‘samen-huizen’ mogelijk. Op dezelfde site met gebou-
Individueel wonen:
wen met een zeer divers karakter, aan een zijde omzoomd door de middeleeuwse stadsomwalling, bevinden zich een opvangtehuis voor slachtoffers van mensenhandel en een basisschool.
Woongemeenschap:
Woonzorgcentrum:
Voor de studie ‘Wonen zonder zorg[en]. 10 woonvormen om over na te denken van het Kenniscentrum Woonzorg Brussel maakte BURO II & ARCHI+I een simulatie van de
© BURO II + ARCHI+I Privaat Gemeenschappelijk Semi-publiek
verdeling tussen private, publieke en semipublieke ruimte voor de verschillende woonvormen, uitgaande van eenzelfde oppervlakte.
vorig jaar een oproep voor projecten, met een mogelijkheid tot financiële ondersteuning. Uit de inschrijvingen werden 8 gebouwen weerhouden, goed voor 450 potentiële woonentiteiten. In samenwerking met Art & Build werd een tool uitgewerkt om de gebouwen te screenen op hun haalbaarheid. Een van de criteria is bijvoorbeeld de bouwdiepte, die niet meer mag bedragen dan pakweg 15 tot 18 meter om overal voldoende licht en lucht te behouden. Intussen is er een stedenbouwkundige vergunning uitgereikt voor een gebouw van Cofinimmo in de Brusselse Livingstonelaan, en waren er bij het ter perse gaan van dit nummer twee andere vergunningen zo goed als rond. Maar de belemmeringen zijn niet mals, aldus staatssecretaris voor huisvesting Christos Doulkeridis. De bestemmingswijziging, die door de stedenbouwkundige vergunning een feit is, betekent meteen dat de boekwaarde van het gebouw op nul wordt gezet. Ook het prijsaspect vormt een obstakel. Uiteindelijk blijft de grondwaarde erg groot en is de kost voor de omvorming bijna even hoog als die voor nieuwbouwwoningen. In ieder geval mikt het Brussels Gewest op een tweede projectoproep, deze keer met de bedoeling woningen met een meer sociale inslag te creëren. Dat niet alleen Brussel aan kantorenreconversie doet, bewees de presentatie van a33 architecten op ‘Trends in real estate’. Via renovatie en gedeeltelijke sloop en herbouw vormden zij een voormalig kantoorgebouw van KBC in Leuven om tot een woningcomplex met binnentuin.
» DIMENSION
Wonen in groep:
49
DOSSIER
© Xella/Ytong
Luc Deleuze van Art & Build gaf ook nog enkele andere denkpistes mee. Zo moeten we nieuwe parkeergarages volgens hem per definitie zo concipiëren dat ze later gemakkelijk een andere functie toebedeeld kunnen krijgen. Het staat immers als een paal boven water dat de auto in de toekomst steeds minder aanwezig zal zijn in onze dagelijkse omgeving.
De toekomstige rol van de architect
DIMENSION
Tot slot was er de namiddag over ‘Overheids- en privéarchitectuuropdrachten’ die AR-CO in Brussel organiseerde naar aanleiding van het 50-jarig bestaan. Meester Jean-Pierre Vergauwe zette in zijn slottoespraak de situatie scherp uiteen. De architect heeft in de praktijk zijn monopolie noodgedwongen moeten inruilen voor een plaats tussen velen. Zijn onafhankelijkheid staat onder druk, want de bouwheer laat, gezien de financiële druk, zijn zeggingskracht steeds meer over aan nieuwe decision makers via DBFM en PPS-projecten. Daardoor dreigt ook de architectuur op het tweede plan verzeild te geraken. De wetgeving woekert, zit overal verspreid en wordt tegengesproken door de praktijk van design & build, die de waterdichte schotten tussen aannemer en architect aan diggelen slaat. Voordien waren deze zaken aan bod gekomen via concrete voorbeelden en discussies. Ingenieur Rémy Vieillard van het Franse Groupe-6 stelde vragen bij de PPS-formule voor complexe opdrachten gezien de zware juridische en financiële structuur, de eeuwige deadlines die amper tijd gunnen voor studie, de druk tot voortdurend hertekenen, het verlies van grip op de uitvoeringsdetails met alle problemen van dien bij de oplevering, en de lange procedure die niet te rijmen valt met de betalingsmomenten. Piet Van Cauwenberghe (ABSCIS architecten) beaamde dit voor het fameuze Scholen voor Morgen project, maar zag wel een evolutie om het aspect architectuur te integreren. Toch blijft volgens hem de rol van de architect in DBFM formules precair en wordt die al snel herleid tot die van projectmanager, bij voorkeur met
50
© Xella/Ytong
Architect Tom Steyls breidde de woning van zijn ouders uit tot een kangoeroewoning.
een resultaatsverbintenis. Als absolute non-believer verwees architect Denis Dessus naar de abominabele Britse en Franse ervaringen met veel te dure en dikwijls op het randje van het failliet zwevende projecten die alleen maar ontevreden gebruikers, een middelmatige architectuur en een met schulden overladen overheid opleveren. Die laatste verliest bovendien elke voeling met het opdrachtgeverschap. Volgens hem is PPS vooral een wonderformule om in Frankrijk altijd dezelfde drie grote bouwgroepen aan de bak te laten komen. Alleen voor relatief eenvoudige opdrachten komt de formule in aanmerking, besloot hij, en hij verwees en passant naar de Ierse aanpak waar met twee architecten wordt gewerkt, een voor de uitwerking van de PPS-opdracht en een die de opdrachtgever daarna verder begeleidt. De voorstanders van PPS vonden dan weer dat de negatieve voorbeelden toch wel iets te veel werden uitvergroot, dat een goed voortraject een absolute noodzaak is om tot een geslaagd PPS-project te komen, dat PPS daadwerkelijk nog opportuniteiten kan creëren gezien de nijpende budgetperikelen, en dat de rol van de architect naar waarde moet worden ingevuld. Uit de zaal kwam een pertinente vraag naar wat er moet gebeuren als het lastenboek krukkig is opgesteld, en als er te veel druk op de ketel zit, bijvoorbeeld omdat er lokale verkiezingen gepland zijn. Waar u dan morgen staat als architect? De glazen bol toont voorlopig alleen sneeuw, en de magische Sint-Bernard valt nergens te bekennen. U zult het zelf moeten zien te rooien. Een tip: doe het vooral niet in verspreide slagorde. In de nasleep van het eerste architectencongres dat dit jaar in Vlaanderen werd georganiseerd, worden hierover trouwens initiatieven voorbereid. Wij houden u op de hoogte. Tekst: Colette Demil & Staf Bellens
Isover G3, de nieuwe generatie isolatie
G3 staat voor een nieuwe generatie minerale wol met 3 Garanties. Het resultaat van 70 jaar ervaring en innovatie.
1. Prestaties 2. Milieu 3. Gezondheid
www.isoverg3.be
REPORTAGE
De nieuwbouw van de Vrije Basisschool Sterbos in Wuustwezel wordt straks één van de 25 passiefscholen in Vlaanderen. Deze massief passiefbouw - naar een ontwerp van ArchitectuurGroep Oosthoven - werd volledig geïsoleerd met oplossingen van Recticel Insulation.
Recticel Insulation
Massief passief omhulsel voor basisschool Sterbos De nieuwe Massief Passiefschool in Wuustwezel voorziet in 10 klaslokalen, kleinere lokalen voor onder meer een taakklas, computerhoeken en sanitaire voorzieningen. Voor dit project is Vanhout.pro uit Turnhout hoofdaannemer voor ruwbouw én technieken. De inplanting van de nieuwbouw situeert zich in een totaalconcept dat op termijn ook voorziet in projecten voor het renoveren van de kleuterschool en de oude turnzaal. In dit laatste gebouw zullen administratie en directie worden ondergebracht.
Overzichtelijk, compact en veilig De inrichtende macht zal op termijn het smalle perceel, met het oude inkomgebouw, langs de drukke Nieuwmoersesteenweg als bouwgrond verkopen. Dit laat toe een groter perceel langs de zijliggende straat Molenheide te verwerven en daar een nieuwe centrale inkom te voorzien. In een volgende fase zal het gebouw van de kleuterschool weer tot zijn essentie worden herleid en met een verdieping worden verhoogd. Via een open platform zal een verbinding tussen dit gerenoveerde gebouw en de nieuwe massief passiefbouw worden gerealiseerd. Deze herschikking van gebouwen staat volledig in het teken van een overzichtelijke, compacte en veilige schoolsite.
Enkel een omhulsel
DIMENSION
Het ontwerp van ArchitectuurGroep Oosthoven uit OudTurnhout houdt rekening met passieve en actieve (zon)energie, doorgedreven isolatie van Recticel Insulation en duurzame materiaalkeuze. Architect Fred Vrebos: “Het is een vrij compact gebouw geworden dat constructietechnisch niet te complex mocht worden. Vormelijk werden vrij strakke lijnen gehanteerd. We bieden de leerlingen en leerkrachten als het ware enkel een omhulsel aan dat door hen verder kan worden ingevuld. De binneninrichting werd zo flexibel mogelijk gehouden. Zo werd in de gangen extra ruimte voorzien voor computerlessen of voor klasdoorbrekende opdrachten. Scholenbouw is één van onze stokpaardjes maar zowel voor de aannemer als voor ons is dit het eerste passiefbouw project. De bouw van een passiefschool verschilt vooral door de sterke link tussen ontwerp en technieken. EPB-berekening en PHPP-berekening - door studiebureau Greesa, in overleg met
52
het studiebureau technieken DWE en de architecten - zijn een continu proces. Vooral de detaillering van de uitvoering vraagt veel aandacht.”
Bouwschil 45 cm dik De massief passiefschool werd gerealiseerd volgens de traditionele bouwmethodes. Bij de constructie van de ruwbouwbinnenkuip werden cradle-to-cradle snelbouwstenen en Porotherm Thermobrick 15 290x140x190 mm als gewoon metselwerk verwerkt. De bouwschil is 45 cm dik. De PU-isolatieplaten zorgen voor een zeer efficiënte isolatie. Voor de muren, de vloeren en de platte daken werd geopteerd voor Recticel Insulation-oplossingen. De wanden werden geïsoleerd met Eurowall® spouwisolatie platen van 2 x 100 mm. Deze zijn aan de vier zijden voorzien van een tand- en groef kliksysteem dat een goede aansluiting van de platen garandeert. Voor een optimale luchtdichtheid wordt gebruik gemaakt van de isolatietape Rectitape®, een enkelzijdige, grijze polyethyleen kleefband van Recticel Insulation. De vloeren zijn geïsoleerd met Eurofloor® isolatieplaten van 2 x 80 mm, met een lage lambdawaarde (0,023 W/mK). Voor de platte daken werd er geopteerd voor Eurothane® Bi-3 isolatieplaten van 2 x 120 mm, aan beide zijden bekleed met een gebitumineerd glasvlies. www.recticelinsulation.be www.ago-architectuur.be
N EW
VELUX platdakvensters houden uw beloftes.
Bent u geïnspireerd? Beveel dan het VELUX platdakvenster aan. • Dubbele veiligheidsbeglazing met een beschermingsafdekschelp U-waarde
= 0,72 W/m²K (EN 1873)
• Uitstekende thermische en akoestische isolatie • Hedendaags design • Electrisch geventileerde versie
Meer info op velux.be PERFECTE ISOLATIE
©2011 VELUX GROUP ®VELUX, HET VELUX LOGO, CABRIO, INTEGRA, io-homecontrol EN Pick&Click! ZIJN GEREGISTREERDE HANDELSMERKEN GEBRUIKT ONDER LICENTIE DOOR DE VELUX GROEP.
Licht en isolatie liggen in uw handen.
SPECIALIST
Bij een verbouwing stelt u vast dat de oude gemene tuinmuur zijn beste tijd gehad heeft. Meer nog, de muur is bouwvallig en moet hersteld worden. U maakt de bouwheer hier attent op en op zijn beurt maakt hij een overeenkomst met de buren om de tuinmuur te vernieuwen. Maar enkele maanden later, weliswaar vooraleer de vernieuwing is uitgevoerd, verkopen de buren hun huis en komen er nieuwe buren. Deze nieuwe buren zijn niet akkoord om bij te dragen in de kosten voor de vernieuwing. Hoe zit het nu met de gemaakte afspraken?
Specialist aan het woord
Nabuurschap: wat met gemaakte afspraken wanneer mijn buur zijn pand verkoopt? Een overeenkomst komt steeds tot stand tussen twee of meer personen, in dit geval tussen de bouwheer en de oorspronkelijke buren, en heeft als doel dat partijen zich ten opzichte van elkaar verbinden om een welbepaalde prestatie te leveren. Eens de overeenkomst is gesloten, geldt deze tussen de partijen als ‘wet’. Belangrijk is wel dat deze ‘wet’ in principe de rechten en plichten van derden, in dit geval van de nieuwe buren, ongemoeid laat. Men spreekt ook wel van de relativiteit van de overeenkomsten.
zoals hiervoor besproken, is dat de vestiging van erfdienstbaarheden bij wijze van overeenkomst wel tegenstelbaar is aan derden, dus ook aan de nieuwe buren, op voorwaarde dat aan de bekendmakingsregels is voldaan. Dergelijke overeenkomsten worden niet gesloten ten behoeve van de partijen maar wel ten behoeve van het perceel van deze partijen en de erfdienstbaarheid wordt opgenomen in de verkoopakte. In dit geval van het vernieuwen van een gemene tuinmuur is er evenwel geen sprake van de vestiging van een erfdienstbaarheid.
Een overeenkomst ten behoeve van partijen Dit betekent dat de bouwheer - die met de oorspronkelijke buren is overeengekomen dat hij de tuinmuur zou (laten) vernieuwen en dat de buren op hun beurt zouden bijdragen in een welbepaald deel van de kosten - de uitvoering van deze overeenkomst enkel kan afdwingen van zijn oorspronkelijke buren en niet van de nieuwe buren, die geen partij waren bij deze overeenkomst.
Een overeenkomst ten behoeve van het perceel?
DIMENSION
Niet alle overeenkomsten hebben evenwel een relatief karakter. Behoudens het sluiten van overeenkomsten tot het leveren van prestaties zoals in dit geval het vernieuwen van een gemene tuinmuur, kunnen de bouwheer en de oorspronkelijke buren ook bij overeenkomst één of meerdere ‘erfdienstbaarheden’ hebben gevestigd tussen hun beider percelen. Dit betekent dat deze partijen bij overeenkomst hebben bedongen dat een bepaalde last een van hun beider percelen bezwaart tot gebruik en tot nut van het andere perceel, bijvoorbeeld een recht van overgang. Het verschil met de overeenkomst
54
Stopt de overeenkomst bij verkoop? Tenzij de overeenkomst tussen de bouwheer en de oorspronkelijke buren tot het vernieuwen van de gemene tuinmuur uitdrukkelijk bepaalt dat de overeenkomst wordt beëindigd in geval één van de partijen zijn perceel verkoopt, kunnen de oorspronkelijke buren niet aan de uitvoering van de overeenkomst ontsnappen onder het voorwendsel dat zij hun perceel hebben verkocht. De oorspronkelijke buren zullen de afgesproken bijdrage moeten betalen. Indien de bouwheer wel met de oorspronkelijke buren zou zijn overeengekomen dat de overeenkomst bij verkoop van het perceel wordt beëindigd, kan de bouwheer in bepaalde gevallen toch nog een vergoeding vorderen van de oorspronkelijke buren. Dit zal het geval zijn wanneer het bouwvallig karakter van de gemene tuinmuur veroorzaakt is door toedoen van de oorspronkelijke buren, bijvoorbeeld ten gevolge van een
SPECIALIST
terreinophoging die deze laatsten destijds zelfs lang voor de verkoop op hun perceel hebben uitgevoerd. Wanneer de bouwheer kan aantonen dat de foutieve ophoging van het terrein aan de oorzaak ligt van het bouwvallig karakter van de gemene tuinmuur en de daaraan gekoppelde noodzakelijke herstellingswerken, zal de bouwheer de volledige herstellingskost kunnen vorderen van deze oorspronkelijke buren ongeacht of deze hun perceel ondertussen hebben verkocht aan de nieuwe buren en dus niet langer eigenaar zijn van de gemene muur (artikel 1382 Burgerlijk Wetboek). Zelfs wanneer de bouwheer niet kan aantonen dat de ophoging foutief is gebeurd maar wel dat deze aan de oorzaak ligt van de noodzaak tot herstelling van de gemene tuinmuur, kan de bouwheer vorderen dat de oorspronkelijke buren, die de ophoging hebben uitgevoerd bijdragen in de kosten van herstelling. De bouwheer kan de oorspronkelijke buren desgevallend aanspreken op grond van de figuur van burenhinder (artikel 544 Burgerlijk Wetboek). Er is sprake van burenhinder wanneer er ernstige hinder ontstaat, die de normale ongemakken van het nabuurschap overschrijdt. De ophoging van het ene perceel ligt immers aan de oorzaak van het bouwvallig karakter van de gemene tuinmuur wat het evenwicht
PRONESTOR DISPLAY
tussen de beide percelen verstoort. De oorspronkelijke buren, die hinder hebben veroorzaakt, zullen in een compensatie dienen te voorzien voor de schadelijdende bouwheer die de bovenmatige hinder terugbrengt tot binnen de aanvaardbare grenzen. Wat een rechtmatige en passende compensatie inhoudt en dus welk precies aandeel van de herstellingskost de oorspronkelijke buren zullen moeten dragen, zal eventueel door de rechtbank soeverein worden ingevuld.
De nieuwe buren verplichten? Het is uiteraard ook mogelijk dat de noodzakelijke herstellingswerken aan de gemene tuinmuur enkel en alleen hun oorzaak vinden in ouderdom van de gemene muur of in toeval. In dat geval kan de bouwheer de nieuwe buren aanspreken overeenkomstig artikel 655 van het Burgerlijk Wetboek dat zegt dat de kosten van herstel en wederopbouw van een gemene muur gedragen moeten worden door allen die op de muur recht hebben en dit in verhouding tot ieders recht. Aangezien de oorspronkelijke buren geen recht meer hebben op de gemene tuinmuur kunnen zij niet op basis van voornoemd artikel worden aangesproken door de bouwheer. Cindy Meynendonckx, GSJ advocaten
PRONESTOR DISPLAY is een complete en flexibele oplossing. • Optimaal gebruik van meeting-mogelijkheden • Professioneel overzicht en voorstelling van meeting-activiteiten • Flexibel design - Ondersteuning voor corporate branding en personalisatie met uw huisstijl • Interactief - Spaar tijd en boek/publiceer uw meetings rechtstreeks op het scherm • Goedkope en gebruiksvriendelijke oplossing • Hardware onafhankelijke oplossing - Gebruik Ipads, Windows- en Android-tablets en andere monitoren • Eenvoudige centrale administratie en configuratie - Spaar tijd en raadpleeg alle schermen vanaf één pc • Gebruik online (cloud computing) of installeer op uw eigen server • Eenvoudige installatie
Vijfhoekstraat 38 1800 Peutie-Vilvoorde Tel: 02 252 29 00 • Fax: 02 253 41 11 info@dialog.be
www.dialog.be
REPORTAGE
Cosentino®
Halfedelstenen sturen sfeerbeleving in bar en restaurant Vorig jaar opende het Sandton Reylof Grand Hotel de deuren in het historische stadscentrum van Gent. In dit exclusieve hotel – dat 156 kamers en suites telt – werden de barmeubels in het restaurant en de cocktailbar bekleed met Prexury by Cosentino® plaatmateriaal oplossingen. De ene barmodule is de andere niet Naar een ontwerp van het Gentse architectenbureau Studiegroep G + D Bontinck werd een oud historisch pand in de Gentse Hoogstraat gerenoveerd en samen met een nieuwbouw op een aanpalend perceel – waar zich voorheen de polikliniek ‘Rerum Novarum’ bevond – omgevormd tot een stijlvol, hedendaags hotel. De kamers hebben ramen tot aan de vloer en grote balkons. Het geklasseerde koetshuis – waar de welness ruimte werd ondergebracht - geeft de hotelsite een bijzondere sfeer mee. Bouwgroep Van de Walle was niet enkel verantwoordelijk voor de uitbouw van het hotel, maar ook voor het ontwerp van de verschillende barmodules, één barmeubel in het grote restaurant Lof en een kleiner exemplaar in de cocktailbar Njoy.
Puzzel van halfedelstenen
DIMENSION
Met het oog op een exclusieve uitstraling van beide barmodules werd geopteerd voor het materiaal Prexury by Cosentino®. Prexury is een exclusief materiaal dat geproduceerd wordt door Cosentino® en bestaat uit nauwkeurig geselecteerde halfedelstenen. Deze worden als een puzzel in elkaar gepast en verlijmd. Dit bijzonder materiaal dat 3 cm dik is werd verwerkt door Potier Stone. Deze onderneming van de Aalterse Bouwgroep Van de Walle is gespecialiseerd in allerlei interieurtoepassingen voor keuken en badkamer. Johan Lobelle van Potier Stone: “Het feit dat we dit materiaal zelf nog nooit verwerkt hadden, was een uitdaging op zich. Aan de hand van technische informatie naar verwerking en mogelijkheden van het product zijn we het materiaal gaan uittesten. De uittestfase was zeer belangrijk omdat Prexury bijzonder omzichtig moet behandeld worden. Het betreft een zeer hard
56
materiaal dat bij het verzagen kan beschadigd worden. Ook het aspect tijdsdruk speelde mee. Maar het resultaat mag gezien worden.”
Combinatie van leds en steen verrast Het grote barmeubel werd bekleed met Classic Quartz, een materiaal gelijkend op bergkristal, het kleine barmeubel met Amethyst, een paarsgetinte halfedelsteen. De transparantie van de steen hangt af van het type. De bekleding met Amethyst laat minder licht door dan deze met Classic Quarz. Dit resulteert in een andere sfeerbeleving in het restaurant dan in de cocktailbar. 33.000 leds zorgen voor een mooi en warm lichteffect. De combinatie van leds en steen geeft een bijzonder effect. Bij de montage werd de afstand tussen de lichtjes en de achterzijde van de plaat precies afgemeten. Om een mooi egaal beeld te bekomen mocht de plaat geen donkere lijnen, strepen of heldere vlakken vertonen. Philippe Criel van Cosentino Group: “Voor ons was het de eerste maal dat we in België een project op een dergelijke grote schaal konden realiseren. Onze naambekendheid hebben we vooral te danken aan de Silestone® kwartsoppervlakken. Deze bestaan voor meer dan 90 procent uit natuurlijk kwarts, vermengd met kristal, glas en polyesterhars. Hoe meer kwarts van hoge kwaliteit, hoe beter, harder en duurzamer het oppervlak.”
Hard, multifunctioneel materiaal Dit project is het beste bewijs dat we – naast Silestone® – ook exclusieve materialen – Prexury in dit geval – kunnen aanbieden. Prexury is een serie van materialen, vervaardigd uit halfedelstenen en andere natuurlijke materialen. In deze collectie verwerkt Cosentino® onder meer kwarts, amethyst, agaat en jaspis, materialen die door juweliers gebruikt worden. De reeks bestaat uit 12 kleuren en afwerkingstypes. De hardheid en bestendigheid van het materiaal maken het niet enkel geschikt voor badkamers, keukens, salons en slaapkamers, maar ook als bekledingsmateriaal. www.cosentinogroup.net
023
Bereik lagere U-waardes • Uitstekende thermische prestaties • Perfect aansluitend tand & groef systeem aan de 4 zijden • Prefab hoekpanelen voor nog betere detaillering • Stevig en vormvast • Specifieke producten per toepassing
®
Hoog rendement PIR isolatie voor muur, dak en vloer
www.xtratherm.be
REPORTAGE
Mitsubishi Electric
Energiezuinig comfort Wat is een A-merk? Vier woorden waarmee je een tijdje zoet bent. Afhankelijk van je gesprekspartner zal je wellicht een volledig ander antwoord krijgen. Logisch, want zoveel echte A-merken zijn er niet. Een A-merk doet immers veel meer dan louter kwaliteitsvolle producten op de markt zetten. Een A-merk trekt de HVAC-markt, zet zwaar in op O&O en heeft daardoor altijd voorsprong op de concurrentie. Een A-merk wacht niet tot de overheid verplichtingen oplegt om zijn gamma aan te passen, maar biedt al lang voordien oplossingen aan. Een A-merk biedt ook meerwaarde naast zijn toestellen, door o.a. training, projectbegeleiding, logistieke en technische ondersteuning, commerciële begeleiding, noem maar op. Tel je al deze factoren op, dan wordt het groepje Amerken al heel klein! Maar wie hier wel aan voldoet en door vriend én vijand wordt erkend als één van de meest betrouwbare merken op de markt, is Mitsubishi Electric. Tijd voor een goed gesprek met Chris Jonckheere, general manager Living Environment Systems bij Mitsubishi Electric Europe BV. Onze economie trekt terug aan, en dat vertaalt zich meteen in de bouw. Nieuwbouwprojecten die ‘on hold’ stonden, krijgen nu toch groen licht. Maar de voorbije jaren – en afgaande op de leeftijd van de gemiddelde Belgische woning zal deze trend zich de komende jaren ongetwijfeld nog doorzetten - heeft de renovatiemarkt een sterke groei gekend. Oude huizen krijgen een grondige facelift, en een constante hierbij is de verwarmingsinstallatie. Belgen willen niet meer afhankelijk zijn van de dure fossiele brandstoffen en zoeken alternatieven. Warmtepompen komen hierbij uitdrukkelijk in beeld. Veel fabrikanten en importeurs stellen dan een bivalent systeem voor, waarbij de bestaande verwarmingsinstallatie – meestal op stookolie – blijft behouden en de warmtepomp aanvult indien de buitentemperatuur al te laag wordt.
DIMENSION
Bij Mitsubishi Electric hoor je een andere oplossing. “De warmtepomp als enig verwarmingssysteem”, klinkt Chris Jonckheere overtuigd. “Het is toch niet logisch om een nieuwe
58
Zubadan
warmtepomp te integreren in een verwarmingsinstallatie, en dit naast een stookolieketel die al 20 jaar of meer draait en op zijn laatste benen loopt? Maar uiteraard is er hier een verklaring voor. Het rendement van de lucht/water-warmtepompen van die andere merken halen een bijzonder laag niveau van zodra de buitentemperatuur al te veel onder het vriespunt zakt. De bestaande verwarmingsinstallatie moet hier soelaas bieden en de oplossing brengen. Onze Zubadan lucht/waterwarmtepompen blijven zelfs bij een buitentemperatuur van -15°C hun volle verwarmingscapaciteit houden. Bij ons is het dus niet nodig om een beroep te doen op de bestaande installatie of elektrische weerstand. Maar voor het geval dat de eindgebruiker om welke reden dan ook overtuigd is van een bivalent systeem, zelfs dan kan Mitsubishi Electric nog het verschil maken met de andere merken. Hoe? Door een intelligente regeling van de installatie. Veel systemen worden aangestuurd door de buitentemperatuur. Daalt de temperatuur onder een vooraf ingesteld punt, dan wordt de back-up geactiveerd. Bij Mitsubishi Electric zit er toch wel wat meer intelligentie in de regeling. Chris Jonckheere: “De regeling wordt aangestuurd door wat het uiteindelijk de eindgebruiker kost. Op basis van de tarieven voor elektriciteit, stookolie, gas,… berekent de regeling hoeveel het kost om een bepaald systeem te laten werken. Dit gecombineerd met de buitentemperatuur, zal de regeling bijvoorbeeld zelf bepalen wanneer het opportuun is om de lucht/water- warmtepomp niet langer alleen voor de verwarming te laten zorgen. Deze regeling levert een veel grotere kostenbesparing op dan uitsluitend op basis van de buitentemperatuur.”
REPORTAGE
De architect én installateur moeten de eindklant voor een duidelijke keuze stellen: wil je investeren in een lucht/water-warmtepomp waarmee je voor vele jaren verwarming en sanitair warm water wil combineren met energie-efficiëntie, duurzaamheid en lage bedrijfskosten, kies dan voor een warmtepomp die dit alleen aankan!”
De jongste maanden heeft Mitsubishi Electric talloze verbeteringen en aanvullingen aan het bestaande gamma aangebracht, een korte bloemlezing: • In de nieuwe luchtbehandelingskasten (luchtdebiet 5.000 tot 15.000 m³/h) is de technologie van de Lossnay WTW-units geïntegreerd. Hierdoor zijn deze plug & play-toestellen te koppelen met de regeling van de airconditioners van Mitsubishi Electric. Door de koppeling kan het energieverbruik van een klimaatinstallatie met buitenluchtaansluiting met 20% worden verminderd. • De energiebesparende en comfortverhogende I-see sensor detecteert niet alleen de temperatuur, maar ook de aanwezigheid. De sensor detecteert in de koelstand de warmste plek in een ruimte en richt op basis van zijn bevindingen de luchtstroom automatisch op deze plek. In de verwarmingsstand werkt de sensor precies andersom. Daarnaast beheerst de sensor ook de luchtstroom en de vochtigheidsgraad, waardoor een onaangename koude luchtstroom of te droge lucht wordt voorkomen. Naast temperatuuraansturing komt daar
nu ook de aanwezigheidsdetectie bij. Maar niet om gewoon het klimaatsysteem aan of uit te schakelen, maar om aan te sturen in functie van de activiteit van de bewoner. Want aanwezigheid is niet altijd hetzelfde! Iemand die een boek leest, heeft het toch graag enkele graadjes warmer dan als hij moet stofzuigen. Aanwezigheid detecteren betekent bij Mitsubishi Electric dus ook de activiteit detecteren! • De verwarmingssystemen maken gebruik van twee verwarmingskringen. Geen overbodige calorieën produceren dus! De watertemperatuur voor de vloerverwarming (35°C) en voor de ventiloconvectoren (45°C) is niet gelijk, dus moeten deze kringen worden gescheiden. Ook handig bij een zelfstandige praktijk, waar het private gedeelte een afzonderlijke kring krijgt dan het publieke gedeelte met o.a. zijn spreekruimte en wachtzaal. • Uitbreiding van het Ecodan-gamma met units van 5kW tot maximaal 16x45kW, waardoor deze toestellen nu naast de residentiële markt ook kunnen toegepast worden in de commerciële markt. “Al onze ontwikkelingen streven uiteindelijk hetzelfde doel na”, besluit Chris Jonckheere, “namelijk een optimale combinatie van comfort met energie-efficiëntie. Eindgebruikers willen niet graag inboeten op comfort, maar ze willen wel hun energiefactuur zien dalen. Daar kan Mitsubishi Electric bij helpen!” www.mitsubishi-electric.be DIMENSION
Bijna alle installateurs erkennen de kwaliteit van Mitsubishi Electric, maar wat met de prijs? “Je moet appels met appels vergelijken, en niet appels met peren. Vooreerst zijn twee warmtepompen niet gelijk. Naast het vermogen bij -10°C, moet je ook rekening houden met het installatiegemak, de combinatiemogelijkheden met andere toestellen waardoor er maar één regeling nodig is, de projectbegeleiding, ons voorraadbeheer met 24h levering vanuit onze Europese magazijnen, trainingen op vraag van het installatiebedrijf. In onze prijzen zit alle ondersteuning inbegrepen. Bij ons betekent dit ook de inbedrijfstelling op de werf! Hoeveel merken komen niet met een goedkoper bestek af, maar rekenen achteraf tot 400 euro als er een technieker moet langsgaan om een warmtepomp af te stellen? Bij ons geen addertjes onder het gras: Mitsubishi Electric levert kwaliteit all-in!”
59
REPORTAGE
Wever & Ducré bvba
Doorstart met innovatieve leds Met opgemerkte deelnames aan Light+Building en Interieur staat het vernieuwde Wever & Ducré op scherp. Binnenkort opent ook de nieuwe look & feel showroom in Roeselare de deuren. Complementair partnership Vorig jaar nam de Oostenrijkse groep XAL de eigendomsrechten voor de productie van armaturen over van het vroegere Wever & Ducré. Onder de vleugels van XAL werkt het vernieuwde Wever & Ducré verder aan nieuwe toestellen. De R&D-afdeling van XAL telt een 60-tal medewerkers in haar hightech Competence Center. Dankzij state of the art technologie is het mogelijk om zowel led armaturen in corian als bijvoorbeeld design tuinmeubilair te vervaardigen, en dit alles met éénzelfde machinepark. Nathalie Lagae, sales director van Wever & Ducré bvba, dat een 15-tal medewerkers telt: “Al onze led armaturen worden getest in Graz. Voorheen verdeelden we reeds XAL. Het Oostenrijkse familiebedrijf, opgericht in ’89 door Andreas Hierzer, staat vooral bekend omwille van zijn geavanceerde led verlichting. Door dit partnership zijn we er in geslaagd op L+B 400 nieuwe producten te tonen en onze internationale aanwezigheid op de markt te bestendigen. XAL - zeer sterk in technische verlichting die ook architecturaal mag worden genoemd – is vooral actief op de markt van retail, office projecten en publieke ruimtes. Wij genieten mee van hun technische knowhow maar zijn iets meer gestandaardiseerd ten opzichte van hun maatwerkmogelijkheden. Ons gamma residentiële verlichting is dan weer zeer uitgebreid.” Naast de eigen sales filialen in onder meer Duitsland, Frankrijk en het Midden-Oosten kan Wever & Ducré ook terugvallen op het verkoopsnetwerk van XAL in een 70-tal landen, waaronder Zuid-Afrika en Rusland.
Kruisbestuiving
DIMENSION
Nathalie Lagae geeft een voorbeeld van de kruisbestuiving tussen XAL en Wever & Ducré. “Voor de A111 halogeen lamp – een model dat momenteel zeer goed in de markt ligt - bleek het aanvankelijk moeilijk om een led-equivalent te ontwikkelen. Nu is men er toch in geslaagd om een led – met 38° bundel – en een bijbehorende reflector te ontwikkelen. Deze
60
sorteert een identiek afgebakend lichteffect als de halogeenversie. Deze module - door XAL ontwikkeld - wordt ook geïntegreerd in de Wever & Ducré-armaturen“, aldus Lagae.
Nieuwe producten en ontwikkelingen Op Interieur toonde Wever & Ducré zich vooral aan (interieur)architecten, studiebureaus en verdelers. “Bij architecten is ons inhaalmanoeuvre op het vlak van led zeker niet onopgemerkt gebleven. Ik denk dan o.m. aan de rendementen en de lumen outputs van onze leds en de lichtkwaliteit. Net als in Frankfurt stond op onze stand de minimalistische - fijne, strakke en afgeronde - vormgeving centraal. Met de zwevende gigant armaturen - waarbij leds ‘overvloeien’ van de ene in de andere armatuur -, konden we reeds winkel- en kantoorprojecten realiseren.” In Kortrijk introduceerde Wever & Ducré ook een eigen app, een handige tool die architecten en installateurs gratis kunnen downloaden. Met deze software kan een foto van de ruimte bij de klant worden genomen waarop simulaties met diverse armaturen - pendel, inbouw en opbouw - en productmodellen kunnen worden getoond. Kers op de Interieur-taart waren de 3 site-events voor architecten - met als thema ‘Party with a view’ - in de Kortrijkse binnenstad.
Look & feel in nieuwe showroom Recent werd de nieuwe Wever & Ducré-cataloog, een compilatie van bestaande bestsellers en L+B 2012 nieuwigheden, gelanceerd. En momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een showroom, aanpalend aan de kantoren langs de E403 in Roeselare. Alle ingrediënten van een moderne showroom zijn aanwezig: een inkom met een profielenwand van klein naar groot, een uitgekiend assortiment buitenverlichting, themagebonden boxen met centraal een lounge, en een vergaderzaal/opleidingsruimte. Lagae: “Bedoeling is architecten en bouwheren via look & feel kennis te laten maken met de producten. Via een soort ladensysteem kan men alle led spots integraal bekijken. Alle installatietechnische aspecten - type veren, trekontlasting… - kunnen worden geverifieerd. Ook het lichteffect van één bepaald toestel kan perfect worden nagegaan.” www.wever-ducre.com
www.aco.be
De afwateringsbijbel online!
Ga snel naar het gewenste product via de 3D tekeningen! Productinfo, lastenboekteksten, technische tekeningen en inbouwvoorschriften van al onze producten worden overzichtelijk weergegeven in 3 domeinen: Woning, terras en oprit Industrie-, utiliteitsbouw en openbare gebouwen Buitenomgeving, wegenbouw en publieke parkings
ACO Passavant n.v., Preenakker 8, 1785 Merchtem, Tel. 052 38 17 70, Fax. 052 38 17 71, www.aco.be, info@aco.be
REPORTAGE
Techno Specials
Met de BB ledlightpipes leverde Techno Specials uit Gent een knap staaltje ledknowhow bij de herinrichting van de verkeerstunnel op de Luikse Quai Mativa. Meteen de eerste tunnel in ons land met led-verlichting. ”Maar in feite lenen alle ondergrondse bouwwerken zich tot deze led-oplossing”, aldus Managing Director Frank Bobbaerts. De Luikse verkeerstunnel werd 32 jaar geleden in gebruik genomen. Deze afleidingstunnel bevindt zich onder een zijarm van de Maas en heeft twee ingangen, ‘Mativa’ en ‘Poincaré’, met respectievelijk één en twee rijstroken, dit over een lengte van 265 meter. Deze voegen zich daarna samen tot 2 rijstroken over een bijkomende lengte van 100 meter. Ing. Rudi Noël, premier Attaché van het département du Réseau de Liège van de SPW: “Het betreft de zesde verkeerstunnel in Luik die de laatste jaren onder handen werd genomen door de Service Public de Wallonie (SPW). Het volledige renovatieproject werd eind augustus opgeleverd. De werkzaamheden werden uitgevoerd door de tijdelijke vereniging Yvan PaqueVSE.”
Eén vierde minder energieverbruik
DIMENSION
Aan de uitvoering van het verlichtingstechnische gedeelte van het tunnelproject ging een grondige studie vooraf. Francis Callut, Projectverantwoordelijke en Senior Project Manager van VSE: “Voor de basisverlichting voorzag het lastenboek in led-verlichting volgens 2 criteria: 6 candela/ m² gedurende de dag en 2 candela/ m² gedurende de nacht. Om het verlichtingsniveau en het visueel comfort van de autobestuurders bij het binnenrijden van de tunnel te verbeteren, werd er ook in versterkingsverlichting voorzien. Er zijn vier verlichtingsniveaus die zich automatisch aanpassen aan de lichtsterkte buiten de tunnel. Een luminantie-meter visualiseert de ingang van de tunnel en kiest in functie van de zichtbaarheid op dat moment één van de vier mogelijkheden. De nieuwe led-installatie laat
62
Energiezuinige ledlightpipes verlichten elk ondergronds bouwwerk toe het benodigde vermogen voor het verlichten van de tunnel met één vierde te verminderen.”
133 lumen/watt De lichtstudie werd uitgevoerd binnen TKH Group, de Nederlandse groep, waartoe connectiviteitssspecialist Techno Specials uit Gent behoort. De fabrikant van deze BB ledlightpipes is gevestigd in het Nederlandse Doetinchem. Ing. Bennie Elfrink, Manager R&D, en Chiel Bekker, inmiddels Managing Director, startten hun research-activiteiten reeds in 2004. “Tot in 2008 lag de lumen/watt verhouding van led nog onder deze van een T5 of een T8 armatuur. Maar inmiddels is de led-technologie aanzienlijk doorontwikkeld. In deze verkeerstunnel bijvoorbeeld worden leds toegepast met een verhouding 133 lumen/watt. Hiermee worden de prestaties van fluorescerende lampen al snel met 30 procent verbeterd. In het kader van onderhoudswerken kan de werking van de volledige led-installatie in de tunnel snel gecontroleerd worden. Een aanpassing kan vanop afstand softwarematig worden doorgevoerd.”
Cradle to cradle binnen led-segment Door deze hightech oplossing kan het daglichtniveau in de tunnel automatisch worden ingeregeld. “Uitzonderlijk aan de BB ledlightpipes is dat het de eerste producten binnen het led-segment betreft die volledig cradle to cradle vervaardigd zijn, met andere woorden op hetzelfde productniveau volledig recycleerbaar. Ze bevatten geen batterijen. Bovendien zijn ze IK10+ (slagvast), IP66 (waterbestendig) en vandalismebestendig. Verder kenmerken de BB ledlightpipes zich door hun halogeenvrije bedrading en hun hoge lichtuniformiteit. Ze hebben een lage verblindingsgraad en zijn traploos dimbaar tot 10%, waardoor een maximale energiebesparing kan worden gerealiseerd. Verder is de oplossing DALI geïntegreerd; elk armatuur heeft een uniek adres en is daardoor individueel instelbaar. Zelfs bij gedimd licht kunnen nog hoogkwalitatieve CCTV-opnames gemaakt worden. De levensduur van de BB
REPORTAGE
ledlightpipes bedraagt meer dan 100.000 uren. Ze zijn makkelijk te installeren en bovendien onderhoudsvrij”, aldus Bennie Elfrink.
dan 70. Voor zeer speciale projecten – denk bijvoorbeeld aan een speciaal verlichtingsproject voor een kunstenacademie zijn er zelfs leds met een RA-waarde hoger dan 90.
Kleurtemperatuur en RA-waarde
Van parkeergarages tot winkelcentra
De draagprofielen van de BB ledlightpipes hebben standaardafmetingen van 4 en 6 meter. Maar ook andere afmetingen behoren tot de mogelijkheden. In het systeem van de BB ledlightpipes is de volledige bekabeling geïntegreerd. De kleurtemperatuur van de led-verlichting en de RA-waardes kunnen per project verschillen. Bij dit project is de RA-waarde groter
Chiel Bekker: “Naast tunnels vormen alle mogelijke ondergrondse bouwwerken voor ons potentiële markten: naast voetgangers- en verkeerstunnels, ook parkeergarages, treinen metrostations, … Voor alle plaatsen waar 24 uur per dag licht noodzakelijk is – waar er een grote nood is aan continuïteit en zekerheid aan licht - is onze led-verlichting zeer geschikt.” De BB ledlightpipes zijn reeds goed geïntroduceerd op de Nederlandse en de Skandinavische markt. Momenteel lopen projecten over gans Europa. De oplossing wordt inmiddels toegepast door de Zweedse woonwarenhuisketen IKEA in parkeergarages in vestigingen in het Nederlandse Hengelo en in Spanje. “Vaak verschillen de materialenvereisten wel van land tot land. Maar de BB ledlightpipes zijn inzetbaar in vele toepassingen van gebouwentechniek en bovendien snel te installeren”, aldus Bekker. www.technospecials.be
Twee mogelijke uitvoeringen Frank Bobbaerts van Techno Specials: “Er zijn 2 mogelijke uitvoeringen van de BB ledlightpipes, afhankelijk van de toepassing. Er is vooreerst het “systeemconcept” waarbij alle componenten aan mekaar geschakeld zijn en ook de voeding in de armatuur verwerkt zit – zoals bij het tunnelproject. Een tweede mogelijkheid is het ‘stand alone concept’ dat in geval van renovatiewerkzaamheden wordt toegepast. Dan worden de bestaande verlichtingsarmaturen weggehaald en komen de BB-Light stand alone pipes in de plaats.”
Tunnel met speciale S-vorm
DIMENSION
Hugo Merckx van VSE leidde de tunnelwerf in goede banen. “Bij dit project installeerden we voor de eerste maal led-verlichting in een tunnel. De lengte van de BB ledlightpipes - 4 of 6 meter - zorgt ervoor dat de montage sneller verloopt dan bij het installeren van TL-lampen van 1,5 meter, waarbij men telkens moet bekabelen, contactdozen aansluiten… Met het BB ledlightpipes systeem kon heel wat tijd uitgespaard worden. Een bijkomende moeilijkheid was wel de speciale S-vorm van de tunnel. Hierdoor zagen we ons verplicht lamp per lamp precies af te tekenen op de tunnelplafonds. Enkel op die manier kon de verlichtingsas mooi de middenlijn van het rijvak volgen.”
63
REPORTAGE
Sikkens
Duurzaam kleurenpalet voor nieuwe VMM-vestiging Op The Loop in Gent huist sinds kort de buitendienst Oost-Vlaanderen en het fysico-chemisch laboratorium van de Vlaamse Milieumaatschappij in een functionele en duurzame nieuwbouw. Het gebouw werd in de VMM-huisstijl in de verf gezet met een duurzaam muurverfsysteem van Sikkens. In het kader van het strategisch huisvestingsplan zocht de Vlaamse Milieumaatschappij in de provincie Oost-Vlaanderen een centraal gelegen en vlot met het openbaar vervoer bereikbare locatie. In dat opzicht was een inplanting op The Loop ideaal. Bouwheer voor dit project is Banimmo, architectenbureau is Arch&Teco uit Gent. Het L-vormig gebouw telt bovendeks 4 verdiepingen met laboratoria en 5 verdiepingen met kantoren. Het biedt plaats aan 114 medewerkers die vroeger verspreid zaten over 4 gebouwen in de Gentse regio. Voor het bepalen van de kantoorzones werd uitgegaan van het ‘anders werken-principe’ en de basisnorm 23 m² bruto kantoorbehoeften per VTE, de oppervlakte van de diverse laboratoria werd berekend in functie van de specifieke noden. De moderne labo-structuur voorziet telkens in een opdeling in een voorbereidings-, een toestellen- en een administratieve zone.
E-peil 63 in labo-omgeving
DIMENSION
Ir. arch. Sébastien Cools van Arch&Teco: “In termen van duurzaamheid moest dit VMM-project een drie sterren gebouw worden. Duurzaamheid geldt hier zowel op het vlak van energieverbruik, waterhuishouding, materialen- als ruimtegebruik. Alle gevels zijn voorzien van extra zonwerende beglazing en er is buitenzonwering op de zuidgevels. Op het vlak van technieken werd er gewerkt met warmtepompen en een BEO-veld. Het gebouw heeft een E-peil van 63 en een K-peil van 32. Het E-peil van 63 lijkt nu niet meer zo uitzonderlijk, maar gezien het hier een labo-omgeving betreft, is
64
dit niet evident. Het gebouw moest zeer compact en overzichtelijk zijn. Wat de binneninrichting betreft, zijn er landschapskantoren die kolomvrij en vlot aanpasbaar zijn. Naast duurzaamheid en een kwalitatief architecturaal concept was ook functionaliteit een belangrijk criterium. Zo moesten de laboratoria volledig afgescheiden zijn van de kantoren. Ook werden er duidelijke laad- en loszones voorzien voor de terreinwerkers.”
Volgens de huisstijl Bij de VMM hanteert men zowel voor nieuwbouw als renovatie van gebouwen een vast kleurenpalet. Het betreft een combinatie van basiswit en enkele accentkleuren – fris groen, blauw, oranje en paars. Bij de nieuwbouw in Gent werd elk element afgewogen tegen strikte milieu- en gezondheidsnormen. Cools: “Het Handboek Waardering van Kantoorgebouwen van de Vlaamse Overheid legt het gebruik van solventvrije verven op. Maar het feit dat de eindgebruiker van het gebouw – de VMM – hier zelf over uitgebreide labo-faciliteiten beschikt, was ook voor ons een interessante praktijkervaring.” Guy Ardijns, Project Account Manager Akzo Nobel: “Hierbij werden verschillende muurverfsystemen getest en vergeleken met een benchmark. Daarbij wist Sikkens Alpha-cryl Pure Semi-satin zich te onderscheiden door zijn lage emissiewaarden - zeer lage solventconcentratie - en hoge kwaliteit. Het is een afwasbare, fluweelachtige, spanningsarme en isolerende muurverf op basis van een acrylaatdispersie. In een labo-omgeving is het bovendien belangrijk dat het binnenklimaat niet wordt aangetast, zodat de testresultaten niet worden beïnvloed. In de landschapskantoren – waar er zeer veel beglazing is - werd per verdieping voor een andere accentkleur gekozen. Houten en metalen oppervlaktes, denk aan trapleuningen en balustrades, werden voorbehandeld met Rubbol BL Primer, en afgewerkt met Rubbol BL Satura van Sikkens.” www.sikkens.be www.arch-teco-ap.eu www.vmm.be
NIEUWE GENERATIE ECODAN SYSTEMEN
Optimale prestaties, zelfs bij minimumtemperaturen.
De gepatenteerde Zubadan-technologie staat garant voor het volledige verwarmingsvermogen tot -15 °C. U kunt deze technologie combineren met de nieuwe boiler van 200 liter of met de nieuwe Hydrobox met geïntegreerde koelfunctie.
De nieuwe Ecodan warmtepompen van Mitsubishi Electric zijn de perfecte oplossing voor verwarming en productie van sanitair warm water. Dankzij de maximale energie-efficiëntie van deze toestellen kunt u tot 50 % van de verwarmingskosten sparen, in vergelijking met conventionele verwarming op gas of stookolie. Met de intelligente regeling van de vloerverwarming en/ of conventionele verwarmingselementen creëert u een aangename warmte in het hele huis. U kunt nu ook probleemloos profiteren van twee verwarmingskringen. Een comfortabel opstartprogramma voor vloerverwarming en een volwaardige warmtepompregelaar maken het plaatje van de nieuwe Ecodan-systemen af. Voor grotere applicaties kunnen er tot zes Zubadanwarmtepompen in cascade worden geschakeld.
www.mitsubishi-electric.be
REPORTAGE
Met de lancering van haar modulaire lichtstraten vindt VELUX het concept van de lichtstraat opnieuw uit. Deze performante oplossing - een combinatie van een volledig geprefabriceerd concept, een innoverend materiaal, een elegant design en goede energieprestaties - kwam tot stand in cocreatie met het gerenommeerde Foster + Partners.
Velux
Nieuwe modulaire lichtstraten creëren nieuwe markten “Foster + Partners was voor ons een perfecte partner omdat daglicht een essentieel onderdeel is van de activiteiten van beide groepen. Hun ervaring in design en architectuur vormt ook een perfecte aanvulling van onze technische knowhow”, aldus Jorgen Tang-Jensen, CEO van de VELUX Groep. Het basismateriaal van de nieuwe VELUX modulaire lichtstraten bestaat uit een gepultrudeerd composiet van glasvezel en polyurethaan. Dit resulteert in sterke profielen met een zeer hoge isolatie performantie. In combinatie met lage energie ramen worden zeer lage U-waardes bereikt: 1.4 W/m²K voor een standaard dubbellagig raam en slechts 1.0 W/m²K voor drielagig glas. Temperatuur en daglicht worden gestuurd door natuurlijke ventilatie en speciaal ontworpen rolgordijnen. “LCA-analyses hebben uitgewezen dat de ecologische voetafdruk van de VELUX modulaire lichtstraten beter is dan deze van traditionele aluminium lichtstraten, door het feit dat de profielen beter geschikt zijn om koudebrugvorming te reduceren”, aldus Brent Moller, VELUX architect. Met deze oplossing beschikt de Deense fabrikant voor de eerste keer over een product, speciaal ontworpen voor commerciële en openbare gebouwen.
Minimalistisch design
DIMENSION
Met het oog op een maximale lichttransmissie zijn de profielen van de modulaire lichtstraat zo slank mogelijk en tegelijk voldoende sterk om het raam in alle weersomstandigheden te ondersteunen. Door dit sterke profielsysteem zien de vaste en de ventilerende lichtstraten er identiek uit. Het minimalistisch design steunt op nieuwe concepten zoals een geïntegreerde actuator die verborgen zit achter het bodemprofiel en bijna geruisloos ventileert. Aan de binnenzijde van de lichtstraat zorgen volledig geïntegreerde, draadgeweven rolgordijnen voor licht en lichtcontrole. Aan de buitenzijde zorgt een subtiel gekleurde aluminium bekleding voor een discrete design afwerking.
66
Daglicht à la carte VELUX stelt 3 oplossingen voor die beantwoorden aan verschillende vereisten in verband met afmetingen, installatie en functionaliteit. Lessenaarsdaken voorzien zowel grote ruimtes als gangen van aantrekkelijk licht. De voorgefabriceerde beugels en klemmen passen in een profiel of plaat uit staal in de onderconstructie en garanderen een snelle en veilige installatie. Het design van de flashing is geschikt voor configuraties met een hoek van 5 en 25°. Zadeldaken daarentegen zijn geschikt voor een grote verscheidenheid aan passageruimtes, winkelgalerijen en kleine binnenplaatsen. Met zijn discrete, dwarsliggende horizontale steunbalken creëert het zadeldak de illusie van een klein dakvenster. Atrium dakbeglazing bestaat uit meerdere rijen lessenaars- of zadeldaken, enkel ondersteund door boven- en bodembalken. Dit resulteert in grote beglaasde ruimtes met identiek lijkende ventilerende en vaste units. De configuratie kan ook in kleinere kantoren of andere overdag verlichte ruimtes worden toegepast.
Hoogperformant Architect Hendrik Vermoortel van BURO II & ARCHI+I spreekt van een zeer performante oplossing: “Met het profielconcept dat aan de basis van deze modulaire lichtstraat ligt, kan in principe een volledig gebouw neergezet worden. Een gebouw heeft sowieso een zekere mate van brutalisme in zich en zal altijd minder performant zijn dan pakweg een wagen. Maar het totaalconcept dat VELUX en Foster+Partners hier samen ontwikkeld hebben, biedt perspectieven voor beter afgewerkte en dus performantere gebouwen in de toekomst. Er gaat geen kwaliteit meer verloren door handling op de werf. Andere pluspunten zijn de geïntegreerde technieken, de goede energieprestaties en het elegante design.” www.velux.be
Ik zoek een verwarmingssysteem dat economisch en ecologisch is.
Kies dan de Genia Hybrid van Bulex. Dat is de lucht/waterwarmtepomp van de toekomst.
Meer informatie
Warmtepompen van Bulex De warmtepompen van de toekomst… zijn nu al verkrijgbaar! Ontdek het nieuwe gamma waterpompen Genia Air van Bulex, een nieuwe reeks innoverende waterpompen met een intelligente regeling, die op elk moment bepaalt welke de meest zuinige warmtebron is: de warmtepomp of de condensatieketel. Ze werken zelfstandig of in combinatie met een Bulex verwarmingsketel of een andere warmtebron en zijn dé ideale oplossing voor elke verwarmingsinstallatie. De Genia Air warmtepompen, met een vermogen van 8, 12 of 15 kW, zijn makkelijk te installeren en werken in gesloten circuit.
Tel. 02 555 13 13 www.bulex.be
Efficiënte oplossingen. Verwarming. Warm Water.
ISOTEC® LINEA is een speciaal ontworpen paneel dat dienst doet als geïsoleerde draagstructuur voor metalen bekledingen op gevel en dak. Uniek aan ISOTEC® LINEA is de geïntegreerde metalen lat met speciale schroefuitsparing waardoor de panelen zonder voorboren kunnen worden vastgeschroefd. De metalen bekleding kan vervolgens meteen op het isolatiepaneel worden aangebracht. ISOTEC® LINEA maakt zo de isolatie van gevels en daken efficiënter en goedkoper.
TECHNIEK
Luchtschermen, dampschermen, dampremmen ...
Fig. 1: maximale dampdruk i.f.v. temperatuur. 8000 RV=100% 7000
DAMPDRUK (N/m2)
6000
5000 4000
RV=50%
Psat
3000 2000 1000
dauwpunt 0 0
10
20
30
TEMPERATUUR (°C)
40
50
Aangezien de absolute dampdruk (in pascal - Pa - uitgedrukt) in een gebouw door de vochtproductie zo goed als steeds veel hoger is dan in de buitenomgeving, zal vocht de neiging hebben om door de constructie naar buiten te dringen. Dit gebeurt enerzijds door diffusie van watermoleculen, maar ook door rechtstreeks binnendringen van vochtige lucht (convectie, spoeling) in de constructie door onvolkomenheden in de wand. Beide fenomenen dienen dan ook in voldoende mate beperkt te worden. Immers, bij afkoeling doorheen de wand, bestaat het risico dat het dauwpunt bereikt wordt, zodat condensatie optreedt. [Fig. 1] Het grootste temperatuurverschil treedt op in de isolatie, en natte isolatie kan bezwaarlijk nog isolatie genoemd worden.
Dampdiffusie Gezien het voorspelbare karakter is dampdiffusie in statische omstandigheden(*) relatief gemakkelijk grafisch te bepalen of analytisch te berekenen. Daarentegen is de stroming zelf van vochtige lucht doorheen de constructie moeilijker te voorspellen omdat deze bepaald wordt door ongewenste openingen en kieren in de laag die voor de luchtdichtheid instaat. Simulaties van damptransport doorheen constructies die de realiteit benaderen dienen rekening te houden met veranderende omstandigheden. Dit kan alleen maar met aangepaste software. De studie vergt een verregaande specialisatie en gaat gepaard met vele aannamen. De bepalende grootheid bij dampdiffusie is de dampdiffusieweerstand (µd of ‘mu-d’) van een element dat deel uitmaakt van de constructie. De grootheid is het product van de dikte van het materiaal met het dampdiffusieweerstandsgetal µ. De µ-waarde is een materiaalconstante en bijgevolg productafhankelijk. Het getal geeft aan in welke mate de dampdiffusie weerstand ondervindt en drukt dit uit ten opzichte damptransport via stilstaande lucht. Bij dampschermen is de µ-waarde dermate hoog zodat, vermenigvuldigd met een kleine d (de dikte in meter) het product µd groot is ten opzichte van die van de andere componenten in de wand. [Fig. 2] Doel is om de dampspanning in het isolatiemateriaal zo laag mogelijk te krijgen, zodat het risico op inwendige condensatie is weggenomen. Duidelijk is dat het dampscherm daarom aan de binnenzijde (warme zijde) van de isolatie dient te worden aangebracht. De buitenzijde (windscherm, onderdakfolie of -plaat) dient dan vergeleken met het dampscherm net sterk dampopen te
» DIMENSION
Sinds 2006 is, door de energieprestatieregelgeving, de aandacht voor luchtdichtheid steeds maar toegenomen. In vele gevallen wordt deze verzorgd door de bepleistering van de wanden, maar dit geldt alvast niet voor hellende daken. De laatste jaren zijn enorm veel producten op de markt gekomen die de luchtdichtheid helpen te verzekeren. De regelgeving behandelt echter niet de vochthuishouding, ofschoon deze in orde moet zijn om tot een goede prestatie van het gebouw te komen. Nu blijkt echter dat beide thema’s hand in hand gaan: luchtschermen fungeren tegelijkertijd ook als dampscherm of als damprem... Daarnaast worden steeds meer bestaande woningen, gelukkig, goed geïsoleerd. Daardoor spelen ook in het kader van renovatie luchtschermen een steeds belangrijkere rol.
© Isover
69
TECHNIEK
zijn (kleine µd-waarde) om een uitdroging van de constructie naar buiten mogelijk te houden.
Rekenmethoden Klassiek is de statische grafische methode van Glaser. [Fig. 3] Deze gaat uit van een bepaalde binnentemperatuur, bv. 20 °C, met een bijbehorende dampdruk, en een bepaalde buitentemperatuur, bv. 0 °C, eveneens met een bijbehorende dampdruk. De dampdruk binnen wordt vastgelegd afhankelijk van de bestemming van het gebouw en de gebruikte klimaatklasse. [Fig. 4] De verzadigingsdampdruk psat wordt bepaald door het temperatuur-verloop in de wand. De grootste wijziging van psat vinden we in de isolatiecomponent, omdat hier ook de temperatuur het sterkst wijzigt. Het voorbeeld geeft een wand met binnenisolatie weer. In de figuur is geen dampscherm voorzien. We zien dat de dampdruk de verzadigingsdampdruk overschrijdt aan het grensgebied tussen de isolatie en de bakstenen muur, zodat daar zeker condensatie zal optreden. We dienen dan ook een dampscherm toe te voegen. Op die manier verleggen we de dampspanningslijn en wordt inwendige condensatie vermeden. Een deskundig aangebracht dampscherm zal ook de luchtdichtheid verbeteren. Op die manier wordt vermeden dat vochtige lucht in de constructie dringt via kieren en spleten. Voordeel van de methode van Glaser is dat de opbouw van een wand snel kan worden geëvalueerd. Helaas wordt hiermee alleen de diffusie onderzocht bij constante temperaturen, terwijl de omstandigheden in de loop van het jaar sterk veranderlijk zijn. De methode houdt ook geen rekening met de capaciteit van bepaalde materialen om een beperkte hoeFig. 2: klassen van dampschermen
Fig. 3: Voorbeeld van de methode van Glaser [ingevoerd] Een wand met binnenisolatie, weergegeven met de methode van Glaser. Deze beeldt de betrokken wand af als een som van diffusieweerstanden µd. Het verloop van de dampdruk wordt dan lineair, voor zover de maximale dampdruk psat niet wordt overschreden. Indien dit gebeurt, dan vertoont het verloop een knik, en op die plaats treedt condensatie op.
veelheid vocht te bevatten en ook een mogelijke uitdroging van de constructie door veranderende omstandigheden in de tijd is niet te simuleren met deze methode. Meer en meer gebeurt de studie van het damptransport doorheen bouwconstructies daarom via een onderzoek dat rekening houdt met dynamische situaties. Een dynamisch onderzoek kan in de praktijk alleen met software worden uitgevoerd. Voorbeelden zijn dergelijke computerprogramma’s zijn WUFI en GLASTA. Dynamische simulaties bieden onmiskenbaar een aantal voordelen: De beoordeling is correcter omdat randomstandigheden zoals slagregen, capillair gedrag, e.d. kunnen ingerekend worden. Daarnaast kan het absolute vochtgehalte in de constructie beoordeeld worden en kan er rekening gehouden worden met o.m. vorst- / dooicylci.
Klasse + (µd)eq (*)
Materiaal
Opmerking
E1 (≥ 2 tot < 5m)
PE-folie (dikte=0,2mm) met overlappingen van min. 100mm. Ook bruikbaar: alle materialen van de klassen 2, 3 en 4.
Een kleeflaag, zelfs op een doorlopende ondergrond, mag niet als een volwaardig dampscherm beschouwd worden
E2 (≥ 5 tot < 25m)
- Folies van PE (dikte ≥ 0,2mm) en aluminiumlaminaten. - Bitumengasvlies V50/16 - Bitumen-polyestervlies P150/16. Ook bruikbaar: alle materialen van de klassen 3 en 4.
Voegen in overlapping moeten steeds onderling en tegen andere bouwdelen gekleefd of gelast worden.
E3 (≥ 25 tot < 200m)
- Gewapend bitumen V3, V4, P3 of P4. - Polymeerbitumen APP of SBS (minimale dikte = 3mm), glasvlies of PES gewapend. Ook bruikbaar: alle materialen van klasse 4.
Voegen in ovelapping moeten steeds onderlin en tegen andere bouwdelen gekleefd of gelast worden.
E4 (≥ 200)
- Gewapende bitumina met metaalfolies (ALU 3). - Meerlaagse dampschermen van polymeerbitumen (≥ 8mm).
Voegen in ovelapping moeten steeds onderlin en tegen andere bouwdelen gekleefd of gelast worden. Dampschermklasse E4 vereist een uitvoering op een doorlopende drager. Perforaties (bv. door de schroeven van de mechanische bevestigingen) zijn niet toegelaten.
DIMENSION
(*) (µd)eq is de equivalente dampdiffusiedikte en bepaalt de dampremmende eigenschap van een (dampscherm)laag. ((µd)eq=1m) komt overeen met een laag stilstaande lucht van 1m dikte. (µd)eq > 200m: “absoluut” dampscherm.
70
Dergelijke studies vragen echter ook heel wat input (juiste opbouw, materiaaleigenschappen) en heel wat rekenwerk (bv. slagregenbelasting). Het gebruik blijft voorlopig eerder beperkt en gebeurt meestal in het kader van wetenschappelijk onderzoek voor het opbouwen van kennis en het afleiden van praktijkrichtlijnen,...
een solide bescherming EEN SOLIDE voor een BESCHERMING stevig beroep VOOR EEN
Platte daken Een aparte problematiek zijn de platte daken die afgedicht zijn met bitumineuze of andere dampdichte materialen. Hier is de koude zijde zo goed als dampdicht. In gevallen met een hoge vochtbelasting (klimaatklasse E3 of E4) zijn strikt genomen alleen bitumineuze dampschermen geschikt omdat alleen deze een voldoende hoge µd waarde hebben.
STEVIG BEROEP
Ainb wordt ondersteund door:
Sinds enkele jaren zijn er echter ook vochtregulerende dampremmen op de markt gekomen. Bij relatief lage luchtvochtigheid (in winterse omstandigheden) zal de µd-waarde voldoende groot zijn om als dampscherm te fungeren, maar in zomerse omstandigheden waarbij de luchtvochtigheid relatief hoog is, en de temperatuur aan de buitenzijde voldoende hoog, is de µd-waarde klein genoeg om uitdroging van de constructie toe te laten naar de binnenzijde. Het risico van opstapeling van vocht in de constructie blijft evenwel bestaande, omdat een constructie in werkelijkheid ook nooit theoretisch ideaal is.
AiNB wordt ondersteund www.argentalu.be door:
Bovendien zijn vele bouwstoffen en ook bepaalde isolatiematerialen hygroscopisch: ze kunnen een bepaalde hoeveelheid vocht opnemen zonder hun functie te verliezen. Van deze eigenschap wordt gebruik gemaakt om vocht dat in de loop van een jaar toch via lekken de constructie binnendringt op te slaan, voor zover dat dit vocht tijdens de zomer ook kan uitdrogen. We houden er toch rekening mee dat de hoeveelheid opgeslagen vocht 150 tot 250 g/m2 kan bedragen. We spreken hier van dampremmen omdat de µd-waarde beduidend kleiner is dan bij klassieke dampschermen. [Fig. 5] Belangrijk is hier op te merken dat vochtregulerende dampremmen ook alleen maar uitdroging naar binnen kunnen toelaten op voorwaarde dat ook de binnenafwerking voldoende vochtregulerend of dampopen is. Een vochtregulerend dampscherm achter een dampdicht geschilderde afwerking heeft weinig zin en zal eerder schade bevorderen dan ze op te lossen.
www.dedon.be
www.desso.be www.glazz.eu
www.silestone.com
www.vescom.be
www.vola.be
www.bosspaints.be
www.gira.be
www.interfaceflor.be www.aquaconcept.be
www.lambrechts.eu www.aro.be
www.sigma.be
the future of Glass since 1665 www.saint-gobain-glass.com
www.deltalight.be
www.formica.be
www.abet.be
www.sv.be www.giorgetti.eu
Soorten dampschermen De meeste dampschermen zijn folies die polyethyleen bevatten. Mits correct aangebracht en luchtdicht aangesloten zijn ze toereikend in de meeste toepassingen. [Fig. 2] Ze worden afzonderlijk aangeboden van de isolatie. Er bestaan ook flensdekens met gealumineerd papier als dampscherm.
www.giroflex.be
»
www.ainb.be
TECHNIEK
Binnenklimaatklassen
Voorbeelden
Jaargemiddelde dampdrukken binnen pi (Pa)
Gemiddelde dampdrukverschillen gedurende vier weken (pi-pe)(Pa)
I. Gebouwen met weinig tot geen permanente vochtproductie
-Stapelplaatsen voor droge goederen - kerken, toonzalen, garages, werkplaatsen
1100 ≤ pi < 1165
< 159-10 . Ɵe (**)
II. Gebouwen met beperkte vochtproductie per m3 en goede ventilatie
- grote woningen - scholen - winkels - niet-geklimatiseerde kantoren - sportzalen en polyvalente hallen
1165 ≤ pi < 1370
< 436 - 22 . Ɵe
III. Gebouwen met een belangrijkere vochtproductie per m3 en matige tot voldoende ventilatie
- (kleine) woningen, flats - ziekenhuizen, verzorgingstehuizen - verbruikszalen, restaurants, feestzalen, theaters - laaggeklimatiseerde gebouwen (RV ≤ 60%)
1370 ≤ pi < 1500
< 713 - 22 . Ɵe
IV. Gebouwen met hoge vochtproductie
- hooggeklimatiseerde gebouwen (RV > 60%) - hydroteherapieruimten - zwembaden (overdekt) - vochtige industriële ruimten zoals: wasserijen, drukkerijen, brouwerijen, papierfabrieken
pi ≥ 1500, voor deze TV beperkt tot 3000 Pa
< 713 - 22 . Ɵe
Opmerking: gebouwen in overdruk, gebouwen met een sterk wisselend vochtgehalte (bv. dancings) of daken met een geïsoleerd verlaagd plafond vergen een speciale bouwfysische studie. (**) Ɵe = de buitentemperatuur.
Fig. 4: klimaatklassen van gebouwen
Bitumineuze dampschermen dienen te worden gebruikt bij sterk vochtbelaste gebouwen, zoals zwembaden, sauna’s, … En ten slotte hebben we ook de hierboven besproken vochtregulerende dampremmen. Daarnaast bestaan ook bouwplaten zoals OSB-3 en gecoate houtvezelplaten die zijn gespecificeerd als damprem. Ook hier vereist het aftapen van de naden bijzondere aandacht.
Aandachtspunten Er is recent een een grote evolutie opgetreden in het aanbod van dampschermen, -remmen en toebehoren. Het is dan ook aanbevolen deze als “systeem” te gebruiken en de instructies van de fabrikant nauwgezet op te volgen. Ook al kan de constructie een be-
Het volstaat niet om deze op de kepers of spanten te nieten. De naden moeten steeds met tape worden afgekleefd, om de luchtdichtheid te verzekeren. Dit leidt dan ook naar alle toebehoren die worden aangeboden bij dampschermen, bestemd om het dampscherm luchtdicht aan te sluiten aan andere delen van de wand. Dit moet in elk geval zeer nauwgezet gebeuren.
14
Fig. 6: hoe het niet moet
DA DB+ INTELLO
12
µd-waarde (m)
10 8 6 4 2 0 0
18
28
45
65
75
gemiddelde omgevingsvochtigheid (%)
DIMENSION
Fig. 5: µd bij een vochtregulerende damprem
72
85
100
paalde hoeveelheid vocht opnemen, toch mogen we er niet op speculeren dat deze constructie in staat is om overtollig vocht uit te binnenruimte af te voeren. Hiervoor dient immers degelijk ontworpen (en uitgevoerd!) ventilatiesysteem. Het mag duidelijk zijn dat de architect, aannemer, installateur en werfleider zeer streng toezicht moeten houden op de correcte uitvoering van het luchtscherm en de aansluiting op de andere bouwdelen. Een correcte uitvoering bepaalt nog meer dan de materiaalkeuze zelf de goede prestatie van het geplaatste systeem. Benny Craenhals, Energieconsulent NAV
Textile passion meets contract business Heimtextil 2013 brengt thema’s & trends
Van 9 tot 12 januari 2013 brengt Heimtextil, de internationale vakbeurs voor woning- en projecttextiel, de topspelers van de branche bijeen in Frankfurt/Main. Er worden ca 2.600 exposanten verwacht: het behangsegment en het aantal aanbieders van meubel- en decoratiestoffen groeien, Duitse en internationale topspelers in zonwering tekenen present. Op Heimtextil is de complete portfolio voor het textiele interieurdesign en de gebouwinrichting te zien: van producten voor ramen, kussens, vloeren, wanden en zonwering tot en met bed-, badkamer- en tafeltextiel. Woningtextiel breidt zich uit over de hallen 3 t/m 6. Huishoudtextiel is te vinden in hal 8 t/m 11. Het designplatform in hal 4.2 - voortaan ‘Design live’ - vormt met ongeveer 150 exposanten ’s werelds grootste podium voor textieldesign. Voor het seizoen 2013/14 werkte een team van zes internationale designbureaus uit de diverse trendstromingen de Heimtextil-thema’s uit. De resultaten van de werkstukken zijn te zien op www.heimtextiltrends.com, in het trendboek ‘Being’ en in de trendshow in Forum 0. Dit jaar mocht Stijlinstituut Amsterdam het Heimtextil trendboek ‘Being’ presenteren. Hierin wordt de woonkamer als onderdeel van de persoonlijkheid belicht. De vier nieuwe trendthema’s – karakters zeg maar – zijn een afspiegeling van actuele stromingen: the historian, the eccentric, the inventor en the geologist. Met Contract Creations presenteert de Heimtextil een productaanbod en een kaderprogramma voor architecten, planologen en interieurinrichters. Let’s talk about… organiseert - in samenwerking met het architectuurtijdschrift AIT – lezingenreeksen. Staan onder andere op het programma: Luxury & Urban Living, Future Hotel en groene producten. De “Coupon Business Finder” groepeert exposanten die zich richten op woninginrichters en detailhandelaren. Onder de nieuwe en terugkerende Belgische exposanten: De Poortere Frères, Tissatdeslee en Aquanova. Messe Frankfurt geeft 10 tickets weg. Een mailtje met vermelding ‘Dimension – gratis Heimtextil ticket’ naar katrien. galle@messefrankfurt.be volstaat.
Het ultieme forum voor de projectsector op wereldschaal. Het ideale platform om innovaties te ontdekken en projectpartners te vinden. En de perfecte basis voor succes. Ga voor meer informatie en tickets tegen voorverkooptarief naar www.contact-contract.com info@messefrankfurt.be Tel. +32 (0) 2 880 95 88
9 t/m 12. 1. 2013
DIMENSION
www.heimtextil.messefrankfurt.com www.heimtextil-trends.com
73
ACTUA
02
01
01
Infosessie: Het ABC van EPB voor startende architecten
Startende architecten worden al zeer snel geconfronteerd met ‘energiezuinig bouwen’. De rol van de architect als ontwerper en raadgever is hier cruciaal. Niet alle technieken en regelgeving in verband met EPB worden tijdens de opleiding uitgediept. Via een éénmalige en gratis infosessie informeerde NAV de startende architecten. Deze vond plaats op 4 oktober in de gebouwen van Eandis Sint-Niklaas. Starters-architecten moeten immers, meer dan ooit, op de hoogte zijn van de complexe en steeds strenger wordende energieregelgeving. Ze heeft een groeiende impact op projecten, en dit vanaf de ontwerpfase. De infosessie zette de belangrijkste EPB-eisen op een rijtje. Verschillende begrippen binnen het EPB-verhaal werden verduidelijkt en enkele aandachtspunten in de praktijk bekeken. Als afsluiter voor de start van de receptie, werden de energiepremies van Eandis kort toegelicht.
DIMENSION
03
Extra reeks Vervolmakingscursus energieprestatie regelgeving bij Vitruvius Academy EPB-verslaggeving is een specialiteit op zich. Maar de energieprestatieregelgeving raakt onvermijdelijk verweven met de architectenpraktijk. Een basiskennis van deze regelgeving is een must voor elke architect, zeker voor wie streeft naar energetisch verantwoorde projecten. Dit was duidelijk aan de grote interesse voor deze cursus. Na de volzette reeks in Mechelen dit voorjaar, werd een extra cursus gestart begin september, op een nieuwe locatie in Gent. De opzet, tien sessies van theorielessen en praktijkgerichte inoefening op pc, blijkt een goede mix om de energieprestatieregelgeving onder de knie te krijgen. In totaal konden 50 personen deelnemen aan deze workshops.
04
02
Meerderheid van pas afgestudeerde architecten aanwezig op Kick Off Days for Architects.
Steeds vaker wordt de architect gevraagd om ondergronds te bouwen en dat stelt hem voor een hoop vragen. De bouwput, beschoeiing, grondverzet en bemaling hebben een grote impact op het ontwerp en de bouwkosten. NAV organiseerde daarom een reeks infoavonden over “De bouwput: aandachtspunten en technieken”. Dit kon op heel wat interesse rekenen. De drie locaties, Gent, Antwerpen en Leuven, waren in een mum van tijd volzet. Zo’n 400 architecten schreven zich voor deze avonden in. Op deze infosessie werd dieper ingezoomd op het grondonderzoek, de taak van de architect, specifieke uitvoeringstechnieken en hun impact en op het gebruik van bronbemaling. Afsluitend werden een aantal casestudies besproken met een kostprijsindicatie van de toegepaste technieken. Na afloop van de presentaties konden de aanwezigen, bij een hapje en een drankje, nog wat na praten met de sprekers en een bezoek brengen aan de infostanden van de partners: De Waal Palen, SGS, Franki Foundations Belgium, Tjaden en Grondwijzer vzw.
Dit jaar studeerden ca. 400 nieuwe architecten of ingenieurarchitecten af. Velen van hen starten hun stage in september. NAV organiseerde voor hen ook dit jaar opnieuw de Kick Off Days for Architects. Dit met de steun van de Orde van Architecten – Vlaamse raad. 220 pas afgestudeerde architecten kwamen zich informeren op deze avonden vol gouden tips van experten en getuigenissen van collega’s. Het architectuuronderwijs in Vlaanderen telde in dit jaar net iets meer dan 400 laatstejaars. Meer dan de helft hiervan nam deel aan de Kick Off sessies. Bij jonge starters roept vooral de twee jaar durende stage heel wat vragen op over het sociaal statuut, de regeling via de Orde, buitenlandse stages,… Niet al deze info wordt meegegeven tijdens de opleiding. Tijdens het dynamische panelgesprek werden vele onduide lijkheden en aandachtspunten aangekaart door juristen, accountants,… doorspekt met getuigenissen van collegaarchitecten. Na afloop konden de aanwezigen, bij een hapje en een drankje, napraten met de sprekers, enkele infostan-
400 geïnteresseerden op NAV infoavonden over bouwputten
74
04
04
ACTUA
05
07
06
05
Bezoek aan Beaufort04: Hedendaagse Kunst aan Zee
Dit jaar vonden de Vlaamse kust en de hedendaagse kunst elkaar opnieuw in “Beaufort04”, de Triënnale voor Hedendaagse Kunst aan Zee. Een niet te missen event voor elke cultuur minnende (interieur-) architect! Een expositie van mooie en sterke werken, ofte BEAU - FORT! Op 7 september organiseerden NAV en AiNB een bezoek aan “Beaufort04”. Zo’n 85 (interieur-) architecten nam deel aan dit boeiende parcours en genoten van de zonovergoten Westkust. De deelnemers werden ontvangen met een verfrissende ontvangstdrink in de showroom van DUCO. Met twee bussen vertrok de groep, onder begeleiding van de gidsen, naar de Westkust. Na afloop van de zonovergoten dag zorgde DUCO voor een mooie afsluiter met een uitgebreid walking dinner. Bekijk enkele foto’s van het boeiende en zonnige bezoek op www.navfoto.be/album/32
06
Vitruvius cursus: Akoestische basisprincipes voor de architect
De akoestiek in een gebouw is van belang voor het geluidscomfort om te wonen, werken en ontspannen. Persoonlijke beleving van geluid, maar ook externe parameters zoals omgevingslawaai, aanpalende constructies, geluidsweerkaatsing en –absorptie van materialen,… zullen de nodige akoestische ingrepen bepalen. Los hiervan zijn er ook een aantal basisprincipes en minimumnormen die de akoestiek in een bouw-
werk maken of kraken. In oktober werd deze cursus akoestiek in Gent en Leuven gebracht door arch. & dr. ir. Marcelo Blasco. Hij zorgde voor een grondige opfrissing van de basisprincipes op maat van de architect. Verder spitste hij zich toe op frequente problemen en werden veel voorkomende misvattingen weerlegd. Dit gespreid over 2 namiddagen. Op het einde van de sessies volgde een bezoek aan een akoestisch labo (Gent) of een uitgebreide behandeling van cases (Leuven).
Terugblik op de NAV 07 filmavond ‘Een avond vol premières’, op het Filmfestival Gent Op woensdag 10 oktober rolde NAV opnieuw de rode loper uit voor filmfanaten, op het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen Gent. De leden waren massaal aanwezig. Maar liefst 550 genodigden namen plaats in de filmzetels van Kinepolis Gent. Met de verwelkoming door NAV voorzitter Danny Windmolders, met een duidelijke boodschap “less is more”, werd het startschot gegeven voor een sfeervolle avond. De partners VELUX, Electrabel GDF SUEZ, AGC Glass Unlimited en Wienerberger trakteerden de aanwezigen op leuke en interessante filmpresentaties. Het geheel werd aaneengepraat door de warme stem van Ghislaine Nuytten. Na de professionele inleiding door Peter Van Camp, filmrecensent VTM, volgde een gesprek met regisseur James Marsh die de aanwezigen vertelde over de achtergrond van zijn film: ‘Shadow Dancer’. Een briljante thriller die zich afspeelt in het woelige Belfast van 1993, tegen de achtergrond van het Noord-Ierse conflict. De spanning kon achteraf weggespoeld worden met een hapje en een drankje op de receptie. Op www.navfoto.be vindt u enkele sfeerbeelden van deze zeer gesmaakte avond.
Voor alle actuele NAV initiatieven, bekijk de kalender op www.nav.be Voor Vitruvius cursussen kun je terecht op www.vitruviusacademy.be DIMENSION
den van fabrikanten bezoeken of collega’s ontmoeten. De infosessies vonden plaats begin september op drie inspirerende locaties: Lambrechts (Hasselt), Desco (Gent) of Bulo (Mechelen). En werden ondersteund door volgende Kick Off Partners: AR-CO, Bercu, Bulex, C3A, Derbigum, Electrabel (GDF-SUEZ), Eternit, Febe, Febelcem, ING, Promat, Protect, Recticel Insulation, Reynaers Aluminium, SBB, Sika, Velux, Zenito. Zie ook www.navfoto.be voor een terugblik en fotoreeks van de Kick Off Days 2012.
07
75
MEDIA
Living for the Elderly – A design manual Levenslang wonen en creatieve woonoplossingen voor ouderen stonden als thema’s midden jaren 1980 al volop in de belangstelling. Tal van studies waarschuwden toen voor de gevolgen - op korte termijn - van een demografische piramide met een overmacht aan krasse grijze rakkers, maar ook veel zorgbehoevende ouderen. Politici beloofden de nodige initiatieven te nemen. Ruim 25 jaar later is het eindelijk zo ver. Er is, blijkt nu, een dringende behoefte aan meer woonzorgcentra en woonoplossingen voor ouderen. Die bewustwording komt niets te vroeg. In 2000 waren er wereldwijd 600 miljoen zestigplussers, in 2025 zullen dat er meer dan 1,2 biljoen zijn. Dat de problematiek rond de grijze tornado ook in andere landen een hot item is, blijkt uit de talrijke publicaties waaronder het informatieve en inspirerende Living for the Elderly – a design manual. De publicatie wordt aangekaart als een
ontwerpatlas voor wonen op leeftijd. De auteurs selecteerden projecten in onder meer Duitsland, Nederland, Frankrijk, Oostenrijk, Finland, Zweden, Denemarken, Noorwegen, Spanje, Japan en de Verenigde Staten. Ze behandelen het ontwerp, de architectuur, de bouw, de inrichting, de landschapsarchitectuur en de stedenbouwkundige aspecten van een palet woonoplossingen voor ouderen. Ook het energiebeheer en de duurzaamheid komen aan bod. Veertig projecten, geordend volgens hun typologie, tonen oplossingen voor begeleid wonen, gebouwen voor een mix aan generaties, woonvormen voor dementerenden, verzorgingstehuizen, woon(zorg)centra voor bejaarden, varianten op de serviceflat, integratieve woonoplossingen. Ontwerpen en concepten worden getoetst aan hun haalbaarheid. Schetsen en plannen zorgen voor inzicht in de opbouw, organisatie en inplanting. Het
Les missions de l’ingénieur
vele terreinen. Verder kijkt het ingenieursbureau bij een vraag altijd verder dan de opdracht. Zo houdt het studiebureau ook rekening met de structuur, organisatie en mogelijkheden van de ondernemingen waarmee het samenwerkt. Tal van architecten en ingenieurs hebben intussen samengewerkt met het studiebureau Greisch. De lijst vermeldt onder meer Jean Nouvel, Frank Gehry, Santiago Calatrava, Crepain Binst Architecture, Pierre Hebbelinck, Christine Conix, AWG architecten, Art & Build. Les Missions de l’ingénieur presenteert een uitgebreid overzicht van interessante projecten, waaronder het viaduct van Millau in Frankrijk, de restauratie van de Boekentoren in Gent, de brug van Wandre in luik, het Belgisch paviljoen op de wereldtentoonstelling in Hannover, het Musée du Centenaire in Mons, de restauratie van de pier in Blankenberge, het station van Luik-Guillemins, het nieuwe ziekenhuis in Charleroi, Telindus in Heverlee, de campus Kantien-
DIMENSION
Het Luikse ingenieursbureau Greisch, in 1959 opgericht door ingenieur-architect René Greisch, is een begrip. Tal van complexe opdrachten bezorgden het bureau een ijzersterke reputatie. Les Missions de l’ingénieur schetst een beeld van het ontstaan, de groei, de aanpak en de realisaties van het studiebureau. Primordiaal voor het studiebureau, dat intussen ruim honderd medewerkers telt, is de permanente aandacht voor studie, onderzoek en innovatie. Vandaar de nauwe samenwerking met de universiteit van Luik. Enkele ingenieurs van het bureau behoren trouwens tot het professorenkorps van de universiteit. Intern geeft het studiebureau jonge ingenieurs de kans om nieuwe onderzoeksterreinen aan te boren. Spitsonderzoek is noodzakelijk om te komen tot innovatieve oplossingen en toepassingen, en net die zijn onontbeerlijk voor een ingenieursbureau dat actief is op
76
aantal echt vernieuwende projecten is beperkt, maar de analyse van de realisaties is leerrijk. ‘Living for the Elderly - a design manual’ - Eckhard Feddersen en Insa Lüdtke - 248 pagina’s - uitgeverij Birkhäuser Engels - ISBN 978-3-7643-8871-3.
berg van de Arteveldeschool in Gent, het stadion in Rijsel, het stadhuis van Montpellier, de Europese school in Brussel. ‘Les missions de l’ingénieur. Le bureau Greisch’ - Pierre Loze en Jean-Luc Deru - 384 pagina’s - Frans - uitgeverij Prisme Editions & Mardaga - ISBN 9782930451-10-7.
MEDIA
In de Praktijk
Ontwerp | inrichting | uitrusting
In de praktijk
Architecten die vroeger een woning met praktijk ontwierpen, kregen van hun opdrachtgever steevast te horen dat de praktijk niet te groot moest zijn en niet te veel mocht kosten. Soms werd de woning gerenoveerd, maar hoefde de praktijk niet onder handen genomen te worden. De kleine muffe wachtkamer was goed genoeg voor patiënten of cliënten. Die houding evolueert pijlsnel. Steeds meer dokters, tandartsen, advocaten, notarissen, kinesitherapeuten en andere vrije beroepers beseffen dat een goede praktijk onmisbaar is voor wie vandaag het verschil wil maken. Architecten en interieurarchitecten die een huisarts, tandarts, notaris, dierenarts of andere vrije beroeper over de vloer krijgen met de vraag een (groeps)praktijk te ontwerpen en in te richten, moeten afhankelijk van het vakgebied een antwoord kunnen bieden op totaal uiteenlopende eisen en behoeften. Denk onder andere
aan architectuur, toegankelijkheid, organisatie, uitrusting, hygiëne, akoestiek, verlichting, energie, binnenklimaat, beveiliging, privacy van de bezoekers. In de praktijk behandelt al deze aspecten. Het boek is opgebouwd uit drie delen. Het eerste en meteen ook meest lijvige deel toont inspirerende realisaties, ontworpen door architecten en interieurarchitecten. Nieuwbouw, renovatie, uitbreiding. Solopraktijken en groepspraktijken. Alle projecten worden uitgebreid in beeld gebracht. Aanvullend wordt ingegaan op de specifieke eisen voor een praktijk van bijvoorbeeld een huisarts, een tandarts, een oogarts, een dierenarts, een notaris … Het tweede deel bundelt informatie over een aantal wettelijke verplichtingen inzake toegankelijkheid en beveiligingsmaatregelen, en een reeks checklists voor onder andere akoestiek en energie. In het derde deel worden een aantal interessante materialen, technieken en concrete oplossingen voorgesteld.
In de
praktijk De werkruimte van zelfstandigen en vrije beroepers
AANBEVOLEN DOOR
Colette Demil - Staf Bellens
‘In de Praktijk - Ontwerp, inrichting en uitrusting van de werkruimte van zelfstandigen en vrije beroepers’ - Colette Demil & Staf Bellens - 160 pagina’s - Nederlands - Minerva - ISBN 978-9491463-03-7.
Architectuurboek Vlaanderen 2012. Radicale gemeenplaatsen - Europese architectuur uit Vlaanderen perspectief en geportretteerd in een andere fotografietaal, belichten de architectuurproductie in heel uiteenlopende domeinen: woningen, kantoren, musea, stedenbouwkundige projecten … Essays plaatsen het geheel in een ruimer kader. De auteurs vertrekken daarbij vanuit verschillende invalshoeken waaronder stadsvernieuwing, materiaalgebruik, culturele identiteit, nieuwe woonconcepten, de herinrichting en ontwikkeling van historische stadscentra … Het jaarboek graaft en analyseert, probeert een antwoord te vinden op de vraag of er wel zoiets bestaat als een Vlaamse architectuur. Een architectuur die geworteld is in deze regio, evolueert en richting geeft aan een queeste naar identiteit. Als u het boek bestelt, kunt u kiezen tussen verschillende covers. Het Architectuurboek is ook verkrijgbaar in het Engels.
‘Architectuurboek Vlaanderen N° 10 Radicale gemeenplaatsen - Europese architectuur uit Vlaanderen’ - Vlaams Architectuurinstituut - 304 pagina’s Nederlands of Engels. Foto - Cover 2: Cultuurcentrum C-Mine te Genk - ISBN 9789081326360. Tekst: Colette Demil & Staf Bellens DIMENSION
Heel wat landen benijden ons onze architectuurproductie. Steeds meer architecten worden gevraagd voor opdrachten in het buitenland. Daarnaast exporteren we onze architectuur via tentoonstellingen, publicaties, evenementen, voordrachten. Vlaanderen is een soort laboratorium voor andere regio’s en dat beseffen we te weinig. Maar dat imago heeft ook een keerzijde. Vlaanderen is een van de dichtst bevolkte regio’s in Europa. Via de architectuur een toegevoegde waarde bieden aan de leefbaarheid wordt almaar moeilijker. Die oefening vormt een uitdaging, maar impliceert ook een verantwoordelijkheid. Het architectuurboek Vlaanderen 2012 schetst een beeld van de evolutie van de recente architectuur in Vlaanderen en nodigt uit tot reflectie, los van regio en taal. Fotoreportages van zestien projecten, telkens vanuit een ander
77
REPORTAGE NEWS
ACO cover • kwaliteitsdeksels Producten zoals olie-afscheiders en vetafscheiders worden ingebouwd in de grond, en blijven toegankelijk voor inspectie en onderhoud via schachtafdekkingen. Daarom ontwikkelde ACO een assortiment deksels, ontworpen voor specifieke toepassingen in en rondom particuliere woningen, winkelcentra, marktpleinen, parkings, industriële oppervlakten... De ACO ALUCOVER tegeldekselfamilie bijvoorbeeld is geassembleerd middels een krimpverbinding. Een technologie die de producten een verhoogde structurele sterkte geeft, de productietoleranties tot een minimum herleidt en leidt tot een beter esthetisch afwerkingsniveau. Een geplaatst ACO TOPTEK PAVING klinkerdeksel garandeert - zonder betonvulling en wapening - de opgegeven belastingsklasse. Alle door Aco geproduceerde deksels zijn conform de geldende normen. Aan de hand van de toepassing kiest men een deksel conform de gevraagde belastingsklasse. ACO produceert putdeksels in aluminium, inox, verzinkt staal en gietijzer, en ondersteunt zowel de architect als de eindgebruiker, volgens het Train - Design - Support - Care principe. Brochure ACO Cover online: http://www.aco.be/nl/ aco-cover-innovation-you-can-trust.html. www.aco.be
ABB • lanceert ABB-Welcome In een eengezinswoning, appartementsgebouw of handelspand met maximaal 15 wooneenheden biedt ABBWelcome oplossingen op maat inzake audio- en videocommunicatie. Dit systeem van ABB haalt een hoge technische performantie en gebruiksvriendelijkheid. Het betreft een optimale oplossing – met hoogwaardig design en intuïtieve bediening - voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. ABB Welcome beschikt over een modern 2-draads bussysteem, ingebouwde beschermingen tegen vandalisme, en kan eenvoudig en snel geïnstalleerd worden. Het kan perfect geïntegreerd worden in de Busch-Jaeger schakelaarprogramma’s. Andere kenmerken van ABB-Welcome zijn een kleurencamera met grote opnamehoek, een videocamera met automatische dag- en nachtomschakeling, automatische snapshot-functie en geluidskwaliteit zonder echo door full duplexbedrijf en ruisonderdrukking. Het ABBWelcomePanel heeft een groot 17,8 cm (7“) TFT-touchdisplay. Meer info via tech.lp@be.abb.com. www.abb.be
Gyproc • Gyptone INSTANT Onmiddellijk, eenvoudig en snel Saint-Gobain introduceert Gyptone INSTANT, een akoestisch wandpaneel dat onmiddellijk een akoestische verbetering oplevert. Gyptone INSTANT wordt eenvoudig gemonteerd en snel geplaatst; in niet meer dan 20 minuten wordt aan het geluidsprobleem tegemoet gekomen. Dit paneel zorgt voor een betere spraakverstaanbaarheid en kortere nagalmtijden. Gyptone INSTANT is eenvoudig te bevestigen en is ideaal om te gebruiken in bestaande ruimtes zoals klaslokalen, kindercrèches, kantoorruimtes. Dankzij de complete kit met alle benodigde onderdelen is dit in een mum van tijd gemonteerd.
DIMENSION
www.gyptone.com - www.gyproc.be
78
RIELLO DIMENSION
NEWS
Riello S.A./N.V. - Waverstraat 15 - 9310 Moorsel - T: 053/769.030 - F: 053/789.440 - info@riello.be - www.riello.be
79
REPORTAGE NEWS
itho daalderop MultiFlex - Het schouwrenovatiesysteem voor de gestapelde bouw
De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken werkt aan een wetsvoorstel dat de basisnormen voor de preventie van brand oplegt waaraan nieuwe gebouwen binnenkort zullen moeten voldoen. Het wetsvoorstel voorziet onder meer in een strengere normering voor de brandclassificatie van vloerafwerking. In de ontwerptekst speelt de bijdrage van de vloerafwerking tot de brandvoortplanting en de rookproductie een belangrijke rol. Om ook in de toekomst aan die strengste normen te voldoen, ontwikkelde Forbo Marmoleum FR. Dit innovatieve linoleum valt binnen de Bfl-klasse en is dus niet alleen geschikt voor gangen en vluchtwegen, maar ook voor tal van andere toepassingen. Marmoleum FR behoudt verder alle basiseigenschappen van de andere Marmoleum-collecties. Het betreft niet alleen een brandvertragend, maar ook een duurzaam, comfortabel en stijlvol natuurproduct.
U wordt er als architect waarschijnlijk vaak mee geconfronteerd… Een appartementsblok ondergaat een gedegen renovatie, zowel esthetisch als energetisch is het gebouw aan een update toe. Het is niet altijd mogelijk om condenserende ketels toe te passen op de oude schachten en u wordt verplicht bij het oude ketelsysteem te blijven. De bestaande schacht is te klein om te hergebruiken of u moet langs de buitengevel opzichtige schouwsystemen voorzien. Met alle gevolgen van dien! Itho Daalderop heeft hiervoor de oplossing. Met het MultiFlex systeem kan u op korte tijd en met beperkt budget bestaande schachten gaan tuberen met een flexibel. Samen met de compacte Cube one 24/35, een unieke CV ketel die werkt zonder platenwisselaar en driewegkraan, heeft u het ideale duo voor de renovatie van appartementsgebouwen
www.forbo-flooring.be
www.ithodaalderop.be
forbo • lanceert brandvertragend Marmoleum FR
ROCKWOOL • Architecten lopen warm voor Rockwool Fora Onlangs organiseerde Rockwool – samen met een aantal partner-fabrikanten – twee druk bijgewoonde Rockwool Fora voor architecten, ditmaal in Gent en in Asse. Op het Forum in Gent was het thema ‘Platte daken en duurzaamheid’, in Asse was dit ‘Brandveiligheid in de praktijk’. Op dit laatste Rockwool Forum had Stijn Vandersanden, Manager Technical Sales Benelux, het over onbrandbare isolatie en de invloed op Brandreactie, Brandweerstand en Brandbelasting: “Achterliggende isolatielagen kunnen invloed hebben op de brandreactieklasse van een bekledingsmateriaal. De permanente brandlast kan van invloed zijn op de bepaling van de maatgevende brandbelasting en de daaraan gekoppelde klassen. Een gebouwschil met een brandlast van 100 MJ/m² vereist speciale voorzorgen wat betreft beheersbaarheid van de brand en brandweer interventie. Rotswol dakisolatie op geprofileerde staalplaten geldt als een brandwerende afscherming van bitumineuze dakafdichting.” Pascal Van den Heuvel, Technical Sales Consultant bij Rockwool HVAC/FP, besprak de thematiek van muurdoorvoering met leidingen en schiep klaarheid in het kluwen van testnorm, wetgeving en omzendbrief.
DIMENSION
www.rockwool.be
80
REPORTAGE NEWS
ALBINTRA • lanceert de Marmox THERMOBLOCK® R2 nano/100 Marmox THERMOBLOCK® R2 nano/100 - het eerste isolerend deel met R = 2m²K/W én druksterkte = 10 N/mm² - is de ideale oplossing om warmteverliezen aan de muurvoet van een gevel te vermijden. Deze gepatenteerde isolerende bouwblok bestaat uit XPS-isolatie met dragende cilinders uit (nano)polymeerbeton, en is bekleed onder en boven met cementmortel, gewapend met een dubbel glasvezelnet. Het heeft een uitstekende thermische isolatie met λ = 0,047 W/mK en is met zijn druksterkte fb = 10 N/mm² veruit de sterkste isolerende bouwblok op de markt. Verder is het waterdicht en voldoet het, bij gebruik in de muurvoet in Optie B - Basisregel 2, steeds aan én de λ-waarde eis, én de R-waarde eis, én de Contactlengte-eis. www.marmoxthermoblock.be
LG-HI-macs® • Het materiaal van de toekomst, voor de gevels van vandaag HI-MACS® is niet alleen ideaal voor het interieur. Het is ook uitstekend als gevelbekleding. Dankzij de resistentie tegen weersinvloeden en uv-straling is HI-MACS® ook perfect voor gebruik buitenshuis geschikt. Een kunstwerk in aanbouw doet dezer dagen hoofden draaien op de Kortrijksesteenweg, vlakbij de Carrefour in Sint-Denijs-Westrem. Een gebouw bedacht door Frank Vancauwenberghe (bouwheer en projectontwikkelaar), en ontworpen in samenwerking met Designer en beeldend-kunstenaar Piet Van. Voor de realisatie van dit gevelproject wordt er beroep gedaan op SAAM en specifiek op ing. Guy Rombout, die instaat voor de verwerking van HI-MACS® en de firma SOUDAL, die een speciale lijm ontwikkelde voor de verlijming van de HI-MACS® gevelelementen. www.himacs.be
renson® architects een website met informatie voor de architect
Hout is al eeuwenlang een bron van inspiratie in de architectuur. Naast de gekende metalen plafonds, brengt Hunter Douglas een massief houten plafondsysteem op de markt. HunterDouglas® Houten plafonds creëren een natuurlijke en unieke sfeer voor zowel binnen- als buitentoepassingen. HunterDouglas® Houten plafonds bestaan uit houten panelen die bevestigd worden aan metalen onderconstructie en beschikbaar zijn in een lineair open, gesloten of roostersysteem in verschillende modulematen en paneelbreedtes. Standaard beschikt Hunter Douglas over meer dan 15 houtsoorten. De panelen kunnen gelakt worden of afgewerkt met een transparante vernislaag in een kleur naar keuze. Bovendien zijn ze demonteerbaar en kunnen ze brandvertragend behandeld worden.
Architecten, medewerkers van studiebureaus en EPBverslaggevers kunnen zich registreren op www.renson. be en zo toegang krijgen tot Renson® Architects.
www.hunterdouglas.be
www.renson.be
Renson® stelt een nieuw medium voor: RENSON Architects. Via deze ‘persoonlijke’ website krijgen architecten, studiebureaus en EPB-verslaggevers snel en eenvoudig toegang tot alle technische documentatie: technische tekeningen (pdf, dwg, dxf), bestekteksten, referentieprojecten, de EPB-waardentabel en alle calculatiesoftware. Zo vinden ze steeds de meest recente technische details van de Renson® oplossingen in een handomdraai.
DIMENSION
HUNTERDOUGLAS® Houten Plafonds, een natuurlijk alternatief
81
ARCHITECT@WORK in Ahoy Rotterdam lokte 12% meer bezoekers - 4.934 over beide dagen - en 28% meer standhouders ten opzichte van de editie 2010. Het concept blijkt zijn professionele doelgroep - die vooral uit architecten en interieurarchitecten bestaat - op de juiste manier te bedienen. De uniforme stands en de gemoedelijke sfeer blijken een geslaagde combinatie, die nog wordt versterkt omdat ze aangevuld wordt met een omkadering die de doelgroep aanspreekt: seminars, expo’s en een centraal thema op maat van de bezoeker. De getoonde innovaties zijn geselecteerd door een onafhankelijk comité van architecten en interieurarchitecten, zodat alleen de meest vernieuwende producenten worden toegelaten. De reacties van standhouders, exposities en bezoekers waren bijna unaniem positief. De organisatie ziet uit naar de komende edities in onder andere Lyon, Parijs, Stuttgart, London en Zurich.. www.architectatwork.nl
VAKBLAD VOOR ARCHITECTEN & CONSULTANCY / REVUE PROFESSIONNELLE POUR ARCHITECTES & CONSULTANTS
ARCHITECT@WORK Rotterdam netwerken in uitstekende sfeer
DIMENSION
NEWS
more
www. dimension.be
button news • KNAUF INSULATION Supafil inblaaswol
• SVK Nieuw gamma Argilo Verdo gevelstenen
• vink Introduceert modulaire polycarbonaat systemen
Vaillant • ecoTEC plus In oktober werden de condensatiewandketels ecoTEC plus van Vaillant vervangen door een vernieuwd gamma dat nog zuiniger geworden is. De nieuwe ecoTEC plus is voorzien van een hoog rendement pomp van klasse A, waardoor heel wat bespaard kan worden op het elektriciteitsverbruik van de pomp zelf. In vergelijking met een ketel met een standaardpomp kan die besparing oplopen tot zo’n € 75 per jaar. Dankzij een herziene elektronica, kan ook het energieverlies in stand-by stand verminderd worden tot minder dan 2 Watt. De brander van de nieuwe ecoTEC plus is uitgerust met een elektronische gas/luchtregeling i.p.v. een pneumatische regeling. Deze maakt een diepere modulatie en een efficiëntere condensatiereactie mogelijk. De ketel produceert minder emissies, is milieuvriendelijker en zuiniger.
DIMENSION
www.vaillant.be
82
• BTICINO Radio ZigBee® in LivingLight-design
VOLA bvba I Aveue du Port 86c I 1000 - Bruxelles sales@vola.be I www.vola.be
Architect: ZAmpone architectuur
U I T L I E F DE VOO R J E OM G E V I NG Er gebeurt wat als je huis wordt bekleed met Eternit. Daken en gevels die het oog strelen en het milieu koesteren, lokken heel wat kijklustigen. En Eternit maakt de mooiste oplossingen niet duurder, maar duurzaam. Ook de vakman is er weg van, dus die plaatst ze met de grootste liefde. Breng een bezoekje aan onze site en ga gerust uit uw dak. Doet u het niet voor uw omgeving, doe het dan tenminste voor uzelf.
www.eternit.be
dak- en gevelbekleding