Alles over innovatie in ICT
Jaargang 8, nr. 5 / 2017
Strategie
Zes eisen die we aan moderne ‘remote infrastructure’ moeten stellen Energie
‘Waarom helpen we de buren niet met warmte?’ Review
Data Analyses bij Resource Planning En verder IT thuis en op het werk: waarom is er nog een verschil? | Kansen zien door kennisoverdracht | Nieuwe opleiding voor talent in de hostingbranche | Security kan niet zonder realtime inzicht in het netwerkverkeer | Wereldwijd tekort aan gekwalificeerd datacenterpersoneel | www.cloudworks.nu In samenwerking met
Cloud talk
R E G I ST REER NU VOO GRATISR TOEGAN G
1 & 2 NOV 2017 JAARBEURS UTRECHT
WWW.INFOSECURITY.NL WWW.DNCEXPO.NL THEMA: Digital Driven Transformation
In samenwerking met:
Hoofdmediapartner:
Klimaatstresstest voor dc’s Het zij u vergeven als u het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie even heeft gemist. Het is een plan dat tot doel heeft om Nederland goed voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Een belangrijk punt hierin is het idee om alle gemeenten een zogeheten ‘klimaatstresstest’ te laten ondergaan. Nu zijn we sinds de financiële crisis van 2008 vooral bekend met het fenomeen stresstest voor banken. Daarin wordt - snel gezegd - bekeken in hoeverre een bank in staat is om bepaalde ontwikkelingen op de financiële markt op te vangen. Maar we kunnen natuurlijk ook een test ontwikkelen die beoordeelt in hoeverre gemeenten kunnen omgaan met klimatologische veranderingen. Bijvoorbeeld: extreem veel regenval. Kunnen rioleringen, sloten en andere reguliere afvoerkanalen dan de hoeveelheden die vallen nog wel aan? Zo niet, waar gaat dat water dan naar toe? Lopen dan parkeergarages vol? Of kelders van woningen en bedrijven? Wat staat er eigenlijk in die kelders? Kunnen we die ruimtes waterdicht maken? Of dienen de spullen die daar staan op een andere plek te worden neergezet? Een van de probleemgebieden die de Deltacommissaris in kaart heeft gebracht, zijn ziekenhuizen. Veel van deze instellingen blijken uitgerekend hun noodstroomvoorzieningen te hebben geplaatst in de kelders van hun gebouw. Op zich logisch gezien de set aan problemen waar we voorheen mee te maken hadden. Maar nu klimaatverandering aan die verzameling uitdagingen is toegevoegd, is de kelder ineens niet meer zo’n slimme keuze. Zeker niet als uit een klimaatstresstest blijkt dat de omgeving
waarin het ziekenhuis staat de te verwachten hoeveelheid neerslag niet aan kan en regenwater dus richting die kelders gaat stromen. Iets vergelijkbaars kunnen we ons natuurlijk ook heel goed voorstellen voor datacenters en andere IT-voorzieningen. Want drie maal raden waar veelal UPS’en staan opgesteld. Die hebben een fors gewicht, dus zetten we die noodstroominstallaties veelal op de begane grond of in een kelder. Precies daar waar regenwater heen zal stromen. Tenminste: als dit blijkt uit de klimaatstresstest van de gemeente waar het datacenter is gevestigd. Het is dus tijd voor maatregelen. De afgelopen zomer hebben we goed kunnen merken wat het betekent als we in ons land met meer dan de gebruikelijke hoeveelheid regenval te maken krijgen. Zeker als er in korte tijd zeer veel water naar beneden komt. IT-managers, risk managers maar zeker ook datacenter managers doen er dus goed aan om de ontwikkeling van deze klimaatstresstests voor gemeenten heel goed in de gaten te houden. Sterker nog, het lijkt mij dat hier een taak is weggelegd voor brancheverenigingen als DINL en DDA. Als Nederland met een formele ‘klimaatstresstest voor datacenters en IT-infrastructuren’ zou komen, stellen we daarmee bovendien niet alleen de beschikbaarheid van onze digitale infrastructuur zeker. Het zou zomaar kunnen dat we daarmee ook nog eens een extra pluspunt toevoegen aan de aantrekkelijkheid van ons land als vestigingsplaats voor grote commerciële datacenters. Robbert Hoeffnagel, hoofdredacteur CloudWorks
Colofon In CloudWorks staat innovatie centraal. Met traditionele ICT-omgevingen is het steeds moeilijker om de business goed te ondersteunen. Innovatieve oplossingen op het gebied van bijvoorbeeld cloud computing, mobility, Big Data, software defined datacenters en open source kunnen echter helpen om de IT-omgeving ingrijpend te moderniseren en klaar te maken voor de toekomst. Vragen over abonnementen: abonnementen@fenceworks.nl. Uitgever Jos Raaphorst 06 - 34 73 54 24 jos@fenceworks.nl Twitter: https://twitter.com/RaaphorstJos LinkedIn: nl.linkedin.com/pub/dir/Jos/Raaphorst
Hoofdredacteur Robbert Hoeffnagel 06 - 51 28 20 40 robbert@fenceworks.nl Twitter: https://twitter.com/rhoeffnagel LinkedIn: nl.linkedin.com/in/robberthoeffnagel Facebook: https://www.facebook.com/ robbert.hoeffnagel Advertentie-exploitatie Jos Raaphorst 06 - 34 73 54 24 jos@fenceworks.nl Eindredactie/traffic Ab Muilwijk
Vormgeving Studio Kees-Jan Smit BNO Druk CHAPO nv Kennnispartners BTG, CAA, Cloud Community Europe, Data Centre Alliance, FHI, Green IT Amsterdam, ISPConnect, NEN, SaaS4Channel ©2017. CloudWorks is een uitgave van FenceWorks BV. www.fenceworks.nl
CloudWorks - nr. 5 / 2017
3
8 16
Verduurzaming warmtevoorziening Totaalbeeld
Bio-energie Lucht/Water Zonnewarmte
De uitdaging voor elk datacenter is om de warmte van de servers zo efficiënt mogelijk weg te koelen. Normaliter verdwijnt deze warmte grotendeels ongebruikt in de buitenlucht. Steeds meer datacenters zoeken echter naar manieren om de geproduceerde restwarmte te benutten. Vanuit Scandinavië zijn er verschillende voorbeelden bekend, maar ook bij Nederlandse datacenters is er inmiddels sprake van een aantal mooie praktijkcases; een aantal voorbeelden van restwarmtebenutting uitgelicht.
Data Analyses bij Resource Planning
26 4
‘ Waarom helpen we de buren niet met warmte?’
Tijdens het planningsproces bij toekomstige storage uitbreidingen analyseert IT-beheer meestal de historisch verkregen data op basis waarvan men beslissingen maakt. Soms is de interpretatie van de beschikbare data en het bepalen van de te nemen beslissingen lastig. Doorgaans maakt men op basis van de huidige capaciteit van een storage systeem met behulp van extrapolatie een inschatting van de in de toekomst benodigde storage capaciteit. Maar in veel gevallen levert dit geen betrouwbare voorspelling omdat het traditionele statische datacenter is veranderd in een in hoge mate dynamische virtuele omgeving.
Security kan niet zonder realtime inzicht in het netwerkverkeer Cyberaanvallen blijven in aantal, complexiteit en intensiteit toenemen, waardoor securityverantwoordelijken dagelijks voor de uitdaging staan verdacht netwerkverkeer zo snel mogelijk te detecteren en tegen te houden. Daarvoor is realtime inzicht in al het netwerkverkeer onontbeerlijk. Volgens Frank Dupker, VP Sales EMEA bij Flowmon Networks wordt netwerkmonitoring steeds vaker als een managed service gebruikt.
Alles over innovatie in ICT
Bodemenergie Aardwarmte
Industriële omgeving
Agrarische omgeving
Gebouwde omgeving
30
Zes eisen die we aan moderne ‘remote infrastructure’ moeten stellen IT heeft gegevensverwerking op externe locaties op afstand altijd ondersteund. Maar het belang van nieuwe bedrijfskritische activiteiten op afgelegen locaties als Internet of Things en real-time analytics neemt zo snel toe, dat IT-afdelingen goed moeten nadenken hoe deze zogeheten ‘remote infrastructure’ het beste kan worden ingericht. Doen zij dat niet, dan is de kans groot dat de kosten voor het faciliteren van dit soort toepassingen op onverantwoorde wijze toenemen. Sterker nog: grote kans dat de organisatie er dan niet in slaagt om van deze zo belangrijke digitale transformatie een succes te maken.
En verder 6 Legal Look 7 Cloud Research 12 IT thuis en op het werk: waarom is er nog een verschil? 15 Blog ISPConnect 20 Zuivelfabrikant vernieuwt ICT-infrastructuur 23 Nieuwe opleiding voor talent in de hostingbranche 24 Kansen zien door kennisoverdracht 28 Blog Donate-IT 34 Equinix en Beveco optimaliseren Datacenter Management Systemen 36 Stolt-Nielsen kiest voor SD-WAN 38 Onderzoekers sporen groeifactoren van bedrijven op met big data 39 Wereldwijd tekort aan gekwalificeerd datacenterpersoneel 40 De vijf fasen van ieder IoT-project 41 NEN start consultatie over wenselijkheid van AI-standaarden 42 Blog BTG
www.cloudworks.nu CloudWorks - nr. 5 / 2017
5
Legal Look
Cloud Research
Onzorgvuldige berichtgeving en complexiteit AVG verwarren
Groot is weer helemaal terug
Vriend en vijand hebben de mond vol over de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Terecht. De AVG betreft immers sleutelwetgeving voor de informatiemaatschappij, die de huidige privacyregels aanzienlijk aanscherpt en uitbreidt. Bovendien is het recht er niet voor juristen, maar voor dat deel van de samenleving, wat het tracht te regelen. In het geval van normering voor de omgang met persoonsgegevens is de doelgroep nogal breed. De AVG als algemene privacywet is vanaf 25 mei 2018 van toepassing op in beginsel alle bedrijven en overheidsorganisaties, de non-profit sector incluis. Helaas doen indianenverhalen de ronde. Zo meldt een Internetbedrijf: ‘Organisaties die persoonlijke gegevens van meer dan 5000 data-personen per jaar verwerken moeten een Data Protection Officer (DPO) of functionaris voor de gegevensbescherming (FG) aanstellen.’ Onzin. De AVG hanteert geen getalsmatig criterium voor de aanwijzing van een FG. Weer andere berichtgeving houdt in dit perspectief halsstarrig vast aan het aantal 250 of beweert dat de grootschalige verwerking van persoonsgegevens als criterium geldt. Opnieuw onjuist. Let overigens op het jargon: ‘persoonlijke gegevens’ bestaan in dit kader niet; wel persoonsgegevens. Verder is ‘data-personen’ juridisch bezien een fantasiebegrip. Hoe het wel zit? Er geldt op grond van artikel 37 AVG een aanwijzingsverplichting voor een functionaris voor gegevensbescherming voor (i) iedere overheidsinstantie en publieke organisatie, (ii) organisaties die op grote schaal bijzondere persoonsgegevens verwerken en dit een kernactiviteit betreft, en (iii) organisaties die individuen op grote schaal ‘volgen’ en dit een kernactiviteit betreft. Daarmee zijn we er niet. De EU-lidstaten hebben de bevoegdheid om desgewenst ook andere situaties te bepalen, waarin een FG verplicht is (artikel 37 lid 4 AVG). Het is nog niet bekend of dit in Nederland gaat gebeuren. Ondertussen heeft de Artikel 29-werkgroep van de verzamelde Europese privacytoezichthouders op 5 april 2017 de definitieve Guidelines on Data Protection Officers gepubliceerd, die meer uitleg geven over de FG. Huiswerk dus. Echter ook zonder wettelijk voorschrift kan aanwijzing van een functionaris voor gegevensbescherming plaatsvinden en goede
6
Alles over innovatie in ICT
diensten bewijzen. Het gaat om een persoon, die zowel over privacymaatregelen en de uitvoering ervan adviseert, als waakt. Let op - verplicht of vrijwillig - in beide gevallen geldt dat de FG zijn brede takenpakket op onafhankelijke wijze dient uit te voeren. Goed beschouwd is dit het meest onderbelichte aspect. Vanuit zijn onafhankelijke rol opereert de FG namelijk als interne toezichthouder. Dat zal voor mening bestuurskamer wennen zijn. Wanneer deze persoon in loondienst werkt (dat hoeft nadrukkelijk niet), heeft hij recht op ontslagbescherming. Ondertussen heeft dezelfde bestuurskamer waarschijnlijk te weinig begrip van het juridische uitgangspunt van de nieuwe privacywet. Die luidt - evenals de huidige Wet bescherming persoonsgegevens - verrassend simpel. Persoonsgegevens mogen uitsluitend onder voorwaarden worden verwerkt. Daarbij moeten de algemene beginselen voor de gegevensverwerking in acht worden genomen: rechtmatigheid, behoorlijkheid en transparantie, doelbinding, dataminimalisatie, datakwaliteit, beveiliging en integriteit, en vertrouwelijkheid. De condities waaronder zijn in de AVG echter wel aanzienlijk aangescherpt en uitgebreid. De aanleiding hiervoor vormt vooral het veranderde technologische vertrekpunt. Client/server heeft plaatsgemaakt voor Internet en online-diensten, grotendeels op basis van cloud computing, die plaats- en tijdonafhankelijk handelen (besturen, werken, zakendoen, consumeren, zorg verlenen en wat dies meer zij) mogelijk maakt. De initiële eenvoud van de omgang met persoonsgegevens wordt in de AVG helaas uitvoerig, detaillistisch en complex uitgewerkt. Dat maakt het tot een lastig stuk wetgeving. De eerder genoemde Artikel 29-werkgroep haast zich niet voor niets met nadere uitleg in de vorm van guidelines. Tenslotte gaat het om een Europees wetgevingsinstrument, met eigen karakteristieken. Centraal staat de rechtstreekse werking van de materiële bepalingen, maar desalniettemin vereist de AVG op een aantal punten een nadere regeling bij nationale wetgeving of maakt die mogelijk. Dat gebeurt in Nederland via de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG). Helder? Mr.V.A. de Pous is sinds 1983 strategisch-juridisch adviseur voor digitale technologie, gegevensverwerking en de informatiemaatschappij (www.newsware.nl).
De afgelopen jaren is de aandacht voor start-ups enorm toegenomen. In iedere sector gingen we rondkijken of er een ‘Uber’ opstond die de status quo onderuit zou schoppen. En omdat goedkoop geld de laatste jaren ruim voorhanden was, worden enorme bedragen in start-ups en scale-ups geïnvesteerd. De aandacht voor start-ups die we ook in Nederland zeer sterk zien, heeft ongetwijfeld een positief effect op innovatie, maar echte disruptie zien we maar op een enkele plek plaatsvinden. Natuurlijk, we hebben Uber en we hebben Airbnb als lichtende voorbeelden, maar de glans is daar toch duidelijk vanaf. Nog altijd zijn er veel stemmen uit de techwereld die roepen dat wetgeving te beperkend is en dat Uber en Airbnb meer ruimte zouden moeten hebben. Maar we zien ook steeds sterker dat er grote negatieve sociale neveneffecten zijn die regulering en inperking lijken te vereisen. Delen van de Amsterdamse binnenstad dreigen onbewoonbaar te worden door Airbnb, terwijl Uber vooral een negatieve druk oplevert op de inkomsten van individuele chauffeurs. En we zien de laatste paar jaar ook niet echt een nieuwe partij opkomen die zich voegt bij dit korte rijtje van grote disruptors. In plaats daarvan zien we dat het gevaar van grote bedrijven komt. En die kunnen we in drie groepen opdelen. De eerste groep zijn de drie Amerikaanse tech-reuzen Facebook, Alphabet (Google) en Amazon. Vooral de laatste twee maken steeds vaker een crossover naar de fysieke wereld, met als meest opvallende zet de overname van Whole Foods. Dat leidde tot scherpe dalingen op de beurs bij andere supermarktketens die vrezen dat de innovatiekracht van Amazon in ieder geval de Amerikaanse supermarktwereld op zijn kop gaat zetten. De Amerikaanse tech-reuzen lijken vooralsnog weinig te vrezen te hebben van concurrenten uit de fysieke wereld. Wel is de vraag of en wanneer de Chinese tech-reuzen, de tweede groep in ons rijtje met Alibaba, Tencent en Baidu, de Amerikaanse tech-reuzen buiten Azië gaan overvleugelen. We merken er hier nog niet heel veel van, maar we kunnen inmiddels stellen dat ze qua innovatief vermogen de Amerikanen in veel opzichten al ver achter zich hebben gelaten.
{
‘ Natuurlijk, we hebben Uber en we hebben Airbnb als lichtende voorbeelden, maar de glans is daar toch duidelijk vanaf’
vooral door oude finance spelers zelf. Een recent onderzoek liet zien dat Alphabet pas de tiende plaats inneemt als we kijken naar de hoeveelheid investeringen in zelfrijdende auto’s. Autofabrikanten en toeleveranciers investeren in veel gevallen veel meer. In vrijwel elke sector zien we organisaties die er in slagen om zichzelf te ontwrichten doordat ze hun bedrijfscultuur weten te kantelen, kannibalisatie durven in te bedden en innovatie de vrijheid weten te geven. Start-ups spelen niet langer de hoofdrol. De hoge waarderingen hebben meer te maken met de beschikbaarheid van goedkoop geld dan met een realistische omzetbelofte. Toch spelen start-ups een belangrijke rol. Ze zorgen voor sectorinnovatie. Niet door het zelf te doen, maar door oude multinationals in staat te stellen zelf voor de disruptie te kunnen zorgen. Tech-reuzen hebben zich een leidende plaats in die wereld weten te veroveren. Maar nu veel van de kaarten weer zijn geschud, lijkt de uitzonderlijke status voor start-ups zijn langste tijd te hebben gehad. Peter Vermeulen is Principal Analyst en Directeur bij Pb7 Research
En tenslotte zien we een derde groep, die bestaat uit aloude multinationals. Fintech heeft de finance wereld veranderd, maar CloudWorks - nr. 5 / 2017
7
Energie Kansen om restwarmte datacenters te benutten
‘ Waarom helpen we de buren niet met warmte?’ Verduurzaming warmtevoorziening Totaalbeeld
Bio-energie Lucht/Water Zonnewarmte
Aardwarmte
Industriële omgeving
Agrarische omgeving
Gebouwde omgeving
Alles over innovatie in ICT
Restwarmtebenutting bij datacenters ligt geheel in lijn met de Meerjarenafspraken energie-efficiëntie die met de ICT-sector zijn gemaakt, benadrukt Jeroen van der Tang, manager Duurzaamheid en Milieu van branchevereniging Nederland ICT. “De ICT-sector is al jaren zeer actief aan de slag met de reductie van het energieverbruik. De gemaakte afspraken in het MJA3-convenant - een jaarlijkse verbetering van de energie-efficiency met 2% - worden ruimschoots gehaald.”
Twee vliegen in één klap Een van de manieren om een grotere energie-efficiency te bereiken, is het benutten van de restwarmte die een datacenter produceert. Van der Tang: “Computers in datacenters genereren een grote hoeveelheid warmte en het kost vervolgens veel energie om dat weer weg te koelen. De uitdaging is om de warmte die een datacenter nu zo efficiënt mogelijk wegkoelt - lees weggooit - nuttig te gebruiken om er bijvoorbeeld elders gebouwen mee te verwarmen. Het is mooi te zien dat dit inmiddels bij verschillende Nederlandse datacenters al in praktijk is gebracht. Dat spaart een heleboel fossiele energie uit andere bronnen uit: twee vliegen in één klap.”
Bodemenergie
8
De uitdaging voor elk datacenter is om de warmte van de servers zo efficiënt mogelijk weg te koelen. Normaliter verdwijnt deze warmte grotendeels ongebruikt in de buitenlucht. Steeds meer datacenters zoeken echter naar manieren om de geproduceerde restwarmte te benutten. Vanuit Scandinavië zijn er verschillende voorbeelden bekend, maar ook bij Nederlandse datacenters is er inmiddels sprake van een aantal mooie praktijkcases; een aantal voorbeelden van restwarmtebenutting uitgelicht.
Energieverbruik koeling drastisch verminderd, nu volgende stap “Overigens”, zegt Van der Tang, “hebben datacenters de afgelopen jaren al heel erg veel bereikt op het gebied van efficiënt koelen. Bedrijven zijn continu bezig met het zoeken van mogelijkheden om energie te besparen en duurzamer te worden. De energierekening is een significant deel van de operationele kosten, dus is er vanuit de industrie altijd een sterke drive om het energieverbruik te verminderen en concurrerend te blijven. Dat zie je ook terug binnen het MJA-traject. Zo is er de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in koelmethodes die veel minder energie vragen. We komen uit een situatie waarin koeling bijna net zoveel energie vroeg als het draaien van de servers. Dat is de afgelopen jaren drastisch verminderd. De volgende stap is om te kijken of je in het datacenter, of in de omgeving ervan nog iets nuttigs kunt doen met de geproduceerde restwarmte. Die stap wordt nu gezet; de eerste mooie voorbeelden van het benutten van restwarmte liggen er. Vanuit Nederland ICT vragen we aan de tafel van het SER EnergieAkkoord en bij de uitwerking van de EnergieAgenda extra aandacht voor deze interessante bron van restwarmte.”
{
‘ De ICT-sector is al jaren zeer actief aan de slag met de reductie van het energieverbruik’
Verschillende vormen van benutting Voor het benutten van restwarmte staan verschillende wegen open. Zo kan de restwarmte via een aansluiting op een lokale ring worden uitgewisseld met bedrijven in de omgeving. Maar een datacenter kan de geproduceerde restwarmte ook direct uitwisselen met één of meerdere afnemers in de directe omgeving. Een variant op deze directe uitwisseling is het interne gebruik van de restwarmte, bijvoorbeeld in eigen, naastgelegen kantoorpanden. Ten slotte is het mogelijk restwarmte uit te wisselen via een bodemenergiesysteem met warmte- koudeopslag (WKO) waar meerdere partijen op zijn aangesloten.
Lauwwaterring Een voorbeeld van uitwisseling van restwarmte via een aansluiting op een warmte-koudering is het datacenter van NLDC - een aparte BV onder KPN - op de High Tech Campus (HTC) in Eindhoven. Technisch productmanager datacenters Ronald van Veen van NLDC: “Tussen een groot deel van de gebouwen op de HTC ligt een zogeheten lauwwaterring. De meeste gebruikers onttrekken warmte aan de ring en werken deze met behulp van warmtepompen op om hun gebouwen te verwarmen. Wij nemen geen warmte af, maar voeren juist warmte in en onttrekken koude. We houden de ring op een temperatuur tussen 10 en 18˚Celsius. Voor ons is dat koud genoeg om mee te koelen. Op het moment dat de ring warmer wordt dan 18˚Celsius, slaan we onze warmte op in daarvoor aanwezige bronnen van het aan de ring gekoppelde WKO-systeem. De omgekeerde situatie - wanneer de warmtevraag groter is dan de warmteproductie - komt vaker voor. Dan wordt de warmte die in de bronnen is opgeslagen gebruikt om de ring op de gewenste temperatuur te brengen. Wanneer de warmtevraag met de warmteproductie in balans is, is er eigenlijk sprake van directe uitwisseling. De bronnen gebruiken we dus om de pieken eruit te halen.”
Ervaring opdoen en bijdragen aan verduurzaming Bij de bouw van het datacenter van NLDC op de HTC is direct gekozen voor een aansluiting op de lauwwaterring. Van Veen: “Uitgangspunt was dat we een nuttige bestemming voor onze warmte wilden vinden. Toevallig was die ring in Eindhoven aanwezig. Bovendien was er op die ring sprake van een warmte-tekort. Voor ons was het daarom heel logisch daar bij het ontwerp van het CloudWorks - nr. 5 / 2017
9
Energie datacenter op in te spelen. Voorop stond dat we ervaring op wilden doen en wilden bijdragen aan verduurzaming. We waren niet op zoek naar het financiële ei van Columbus; het is geen financieelgedreven oplossing. We rekenen ook niet af op joules; we betalen een fee voor de aansluiting op de ring. Dat is ongeveer gelijk aan wat we anders aan elektriciteit voor koeling kwijt zouden zijn.”
wel veranderen. We zijn ook met andere partijen in het gebied in gesprek. Dit project kunnen we redelijk kosteneffectief realiseren. Maar bovenal is ook dit project vanuit maatschappelijk oogpunt zeer zinvol: de gemeente wil van het gas af en dat kan op deze manier.”
Gebruik restwarmte voor verwarming kantoorpand Met restwarmte van het gas af Ook in Aalsmeer werkt NLDC aan het benutten van restwarmte. Van Veen: “Daar is de gemeente bezig met de herontwikkeling van een gebied dat ze heel graag CO2-neutraal willen maken. Onze restwarmte kan daar een rol in spelen. Het idee is om via een zogeheten open loop vanaf ons datacenter water met een temperatuur van 20 – 25˚Celsius te transporteren naar een bestaand zwembad, een nieuwe sporthal, een te bouwen scholencomplex, een tuinder en op termijn wat woningen. Met een warmtepomp kunnen die afnemers de warmte vervolgens opwerken naar hogere temperaturen. Alle warmte die de omgeving kan gebruiken, gaan we leveren. Maar omdat ons aanbod groter is dan de vraag, ‘gooien’ we nog steeds warmte weg. Dat kan overigens op termijn
Van directe uitwisseling van warmte voor intern gebruik is sprake bij het datacenter van Previder in Hengelo. Marco Alink, datacenterengineer van Previder: “Tijdens het koelproces onttrekken we warmte aan het datacenter. Water is daarbij het transportmedium. Als het water raakt opgewarmd, halen we daar via een warmtewisselaar energie - warmte - uit. Vervolgens werken we die warmte met behulp van een gaswarmtepomp op naar een hogere temperatuur. Het nabijgelegen kantoorpand van Odin - waar Previder onderdeel van is - profiteert daarvan. In het pand met twaalf verdiepingen is verder geen extra verwarming meer nodig om in de warmtebehoefte te voorzien. De warmtepomp draait overigens nu op ongeveer driekwart van zijn vermogen. Pas wanneer er meer servers moeten worden gekoeld, schalen we
{
‘ In het pand met twaalf verdiepingen is verder geen extra verwarming meer nodig’
die pomp wat hoger op. De koude die dat oplevert, hebben we nu nog niet nodig.”
BREEAM Excellent De oplossing die Previder koos, heeft er in belangrijke mate aan bijgedragen dat het datacenter in Hengelo het predicaat BREEAM Excellent mag dragen. “Het is een heel groene oplossing, die ook nog eens toekomstvast is”, zegt Alink. “We zijn gehuisvest op een businesspark, waar zich ook andere kantoren kunnen vestigen. Het systeem is zodanig ontworpen dat ook zij gebruik kunnen maken van de restwarmte van het datacenter, wanneer we dat uitbreiden. Daarnaast is het niet alleen vanuit energetisch oogpunt een goede oplossing, het is ook een stuk goedkoper om de warmte met een warmtepomp te onttrekken, in plaats van koelen met een compressor.”
Uitwisseling restwarmte via bodemenergiesysteem Het zwaartepunt van de activiteiten van Equinix - met in totaal tien datacenters - ligt met acht datacenters in en om Amsterdam. Bij een ervan (AM3 dat gelegen is op het Science Park in Amsterdam) vindt uitwisseling van restwarmte plaats met de Universiteit van Amsterdam (UvA). “Er is geen sprake van directe uitwisseling, maar van uitwisseling via het warmte-koudeopslagsysteem in de bodem”, vertelt Hans Schelvis, principal engineer mechanical van Equinix. “Onze warme bronnen en de warme bronnen van de UvA zijn van elkaar gescheiden, maar zijn geboord in dezelfde geohydrologische strook. In feite is dat een grondwaterbel op zo’n 70 tot 180 meter diepte. Wij injecteren daar water in dat met de restwarmte uit het datacenter is verwarmd en de Universiteit haalt de warmte uit die bel juist naar boven om de gebouwen te verwarmen. Andersom halen wij ten behoeve van het koelen van het datacenter de koude naar boven uit een koude grondwaterbel die circa 150 meter verderop ligt. Die koude slaan wij gedurende de winterperiode op in de koude bronnen.”
Verkennen andere afzetmogelijkheden Naast het AM3 wordt momenteel de bouw van een nieuw datacenter (AM4) afgerond. Ook restwarmte die dit datacenter produceert komt via het bodemenergiesysteem beschikbaar. “Dat is samen met de warmte uit AM3 meer dan de UvA ooit nodig heeft. We zoeken daarom ook naar andere afzetmogelijkheden voor de restwarmte. Zo zijn er verkenningen gaande naar restwarmtelevering aan woonwijken. Daarvoor moet dan wel een heel distributienet worden gerealiseerd. En de woningen moeten overstappen naar een warmtenet. We kijken dus heel nadrukkelijk ook naar andere oplossingen. Maar welke oplossingsrichting je ook kiest, je bent altijd erg afhankelijk van lokale omstandigheden. Benutting van
10
Alles over innovatie in ICT
restwarmte heeft alleen maar kans van slagen als je vraag en aanbod bij elkaar kunt brengen. Daarbij geldt bovendien dat grote transportafstanden funest zijn voor warmtedistributie.”
Ook geologische randvoorwaarden De keuze voor een bepaald type oplossing wordt overigens niet alleen bepaald door de aanwezigheid van buren die warmte willen afnemen. Het is ook om andere redenen maatwerk, maakt Alink duidelijk. “Op sommige plekken kun je warmte de grond in pompen om het er later weer uit te halen. Dat is een erg energetische oplossing. Maar de mogelijkheid om via een bodemenergiesysteem iets met onze restwarmte te doen, hebben we vanwege de geologie van de ondergrond in het oosten van het land niet. Dan zouden we heel erg diep de grond in moeten gaan. De kosten daarvan zijn veel te hoog en de terugverdientijd te lang. Voor ons is daarom het werken met een warmtepomp een goede gulden middenweg.”
Gewend raken aan nieuwe afhankelijkheidsrelaties De grootste uitdaging bij het realiseren van een oplossing voor het benutten van restwarmte is wellicht niet eens technisch van aard, zegt Van Veen. “Die uitdaging ligt veel meer op het vlak van het aangaan van nieuwe samenwerkingsvormen. Wanneer je zo’n oplossing kiest, word je afhankelijk van elkaar. Je bent warmte en koude aan het ruilen en investeert daar samen in. Maar wat als er iemand uitstapt terwijl de investering nog niet is terugverdiend? Dan valt er een gat. Elkaar vertrouwen en gewend raken aan nieuwe afhankelijkheidsrelaties, zonder dat je elkaar met allerlei contracten en verplichtingen vastlegt; dat is de grootste uitdaging.”
MJA3 – Afgesproken energiebesparing voor 2020 al in 2015 gehaald Sinds 1992 maakt de overheid met een groot aantal sectoren, waaronder de ICT-sector, meerjarenafspraken voor de verbetering van de energie-efficiëntie. Met het MJA3-convenant draagt het ministerie van Economische Zaken bij aan het behalen van 20% CO2-reductie in 2020. Voor de MJA3 geldt een energieefficiency verbetering van 2% per jaar. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert het convenant in opdracht van het ministerie van EZ uit, adviseert betrokken branches, laat onderzoeken uitvoeren en beoordeelt en monitort de 4-jaarlijkse Energie-EfficiëntiePlannen (EEP’s). In 2012 is in de routekaart ICT 2030 - behorend bij het MJA3convenant - het benutten van restwarmte al geïdentificeerd als een van de maatregelen om datacenters energie-efficiënter te maken. Vanuit de MJA3 zijn afgelopen jaren diverse onderzoeken en projecten ondersteund op het gebied van restwarmtebenutting door datacenters. De ICT-sector heeft de afgesproken energiebesparing voor 2020 al in 2015 gerealiseerd. Over het jaar 2015 is 886 PJ (5,1%) aan energiebesparende maatregelen gerapporteerd. Daarnaast is het aandeel ingekochte duurzame energie sterk gestegen van 71% naar 83% van het totale energieverbruik. Hiermee presteert de ICT-sector ruim boven de afgesproken jaarlijkse efficiencyverbetering van 2% per jaar. CloudWorks - nr. 5 / 2017
11
Strategie Hoe kunnen we op de werkvloer net zo werken met IT als aan de keukentafel?
IT thuis en op het werk: waarom is er nog een verschil? voorsprong als ze in staat zijn om ver van tevoren te voorspellen welke hoeveelheden van producten ze aan de supermarkten moeten leveren. “Dit kun je alleen voorspellen als je kassa-aanslagen, voorraadbeheer en omzetcijfers met elkaar weet te combineren.”
Olaf van Veen
Bedrijven vinden het vanzelfsprekend om hun webshops continu te verbeteren en te optimaliseren. Ze doen er alles aan om het bezoekers zo aangenaam mogelijk te maken en de conversie te bevorderen. Het is jammer dat niet altijd evenveel aandacht wordt besteed aan de werkplekken van medewerkers. Je zou toch verwachten dat bedrijven er alles aan doen om de productiviteit van hun medewerkers te bevorderen en ze in staat te stellen om overal en altijd veilig en efficiënt met een apparaat naar keuze te werken. Maar in de praktijk wordt er nog vaak traditionele IT gebruikt die niet slim op elkaar is afgestemd, stelt Olaf van Veen, hoofd business development bij True. “Het is heel raar dat de IT die medewerkers thuis als consument gebruiken, veel prettiger en intuïtiever werkt dan de IT op kantoor. Dat verschil aan beleving is iets waar de industrie aan zou moeten werken.”
12
Alles over innovatie in ICT
Consument van zakelijke IT Vooral voor de jonge generatie werknemers is het onbegrijpelijk dat ze op het werk met minder moderne en hippe IT moeten werken dan ze in hun privéleven gewend zijn, vindt Van Veen: “Een werkplek moet eigenlijk net zo werken als een webshop of webapplicatie. Je moet je medewerkers dezelfde beleving geven. Het moet allemaal makkelijk, snel en intuïtief werken.” Maar hoe krijg je die ideale werkplek? Via interactie met je gebruikers. “Bij een webshop verwerk je continu feedback van
je gebruikers. Je let heel goed op wat ze allemaal op je website doen. Door continu te meten en verbeteringen in de webshop aan te brengen, laat je deze steeds beter functioneren.” Daarom vindt Van Veen dat je je medewerkers moet zien als consument van jouw zakelijke IT. “Als je ook continu feedback van je gebruikers verzamelt en verwerkt, kun je de zakelijke werkplek laten groeien en evolueren tot hij uiteindelijk vlekkeloos functioneert en precies aansluit op de behoeften van de medewerkers”, stelt hij. “Hiermee gaat hun productiviteit enorm omhoog.”
Systemen koppelen De organisatie zou dus op dezelfde manier moeten omgaan met werkplekken als met bezoekers op de website. Alleen staan die werkplekken niet op zichzelf. Ook het
achterliggende systeem moet daar naadloos op aansluiten, zo benadrukt Van Veen. “Om te overleven en de concurrentie voor te blijven, moet je als organisatie goed naar je businessmodel kijken. Hoe kun je sneller reageren op de wensen van je klanten en bezoekers? Dat doorlopend optimaliseren geldt ook voor de manier waarop je je medewerkers in staat stelt processen doorlopend te verbeteren en te innoveren. Daar komt altijd een digitale transitie bij kijken.” Van Veen wijst op de grote bekende webwinkels, die enorm succesvol zijn geworden vanwege hun voorspellende vermogen. “Ze weten nu al hoeveel mensen er volgende week in een bepaald postcodegebied een bepaald product gaan bestellen. En als je vandaag bestelt, wordt het steeds vaker dezelfde avond al geleverd.
Dat kunnen ze alleen doen omdat ze alle data en systemen aan elkaar hebben gekoppeld. Met andere woorden, ze hebben de webshop perfect gekoppeld aan de interne systemen en de logistieke processen.”
Complicatie daarbij is dat deze data in verschillende applicaties zit. “Dat kun je oplossen door er op technisch vlak één applicatielandschap van te maken, zodat alles naadloos samenwerkt en met elkaar verbonden is.” Zo verander je volgens Van Veen een bedrijf in een voorspellend bedrijf. “Je moet wel de kennis en ervaring in huis hebben om verschillende technologieën aan elkaar te koppelen. Want stel dat een Business Intelligence tool voor kassa-aanslagen beter draait op Linux, maar de andere software onder Windows draait: in dat geval moet je er niet voor terugdeinzen om deze technologieën te combineren omdat je eigenlijk liever standaardiseert op één technologiesmaakje. Juist een combinatie van technologieën en daar honderden verbindingen voor maken is vaak de sleutel om tot de ideale mix aan functionaliteit te komen.”
Word een voorspellend bedrijf Om net zo succesvol te worden als de grote webwinkels, is het nodig om de voorkant, ofwel het web, naadloos aan te sluiten op de achterkant, oftewel de zakelijke IT en de werkplekken van je medewerkers. Van Veen: “Op die manier word je een slimme organisatie en dan pas kun je sneller acteren op de wensen van je gebruikers en klanten, waardoor je je kunt onderscheiden van de concurrentie.” Bedrijven die aan grote supermarkten leveren, hebben bijvoorbeeld een enorme
Hybride omgeving De meeste bedrijven gebruiken inderdaad veel verschillende systemen en dat kunnen ze niet van de ene op de andere dag veranderen. Maar dat wil niet zeggen dat die verschillende systemen niet goed op elkaar aangesloten kunnen worden. “Om ze alsnog één integrale IT-omgeving te laten vormen, kun je er een hybride omgeving van maken”, legt Van Veen uit. “Applicaties die cloudready zijn kunnen bijvoorbeeld in onze cloud draaien. De overige applicaties kunnen gewoon CloudWorks - nr. 5 / 2017
13
Strategie
Blog ISPConnect
on premise blijven en koppelen wij aan onze cloud.” Een reden om een applicatie lokaal te houden kan bijvoorbeeld zijn dat de huidige versie niet geschikt is om op een virtualisatieplatform en dus in de cloud te draaien. Verder kan een applicatie eventueel ook nog in een public cloud worden geplaatst. “Op die manier maken we er één groot netwerk van, waarmee je grip krijgt op je totale IT-omgeving.” Pas zodra al je applicaties op de plek staan waar je ze hebben wilt, dus in de cloud of on premise, kun je gaan kijken welke stappen er nodig zijn om jouw gebruikers er efficiënter mee te laten werken en de werkplek optimaal in te richten. “Door de werkplekken te virtualiseren en gebruik te maken van de schaalbaarheid en beveiligingsmogelijkheden van de cloud, kunnen medewerkers altijd en overal bij hun applicaties.”
Regie vanuit centraal punt Voor het beheer zijn allerlei regiemiddelen beschikbaar. “Bij bedrijfsapplicaties heb je bijvoorbeeld altijd met een gebruikers-
database te maken”, vertelt Van Veen. “Bij Microsoft is dat de Active Directory.” Hierin staan de medewerkers, hun rechten en de applicaties die ze mogen gebruiken geregistreerd. “Wij hebben een eigen user provisioning tool ontwikkeld, waarmee je op eenvoudige wijze inregelt wat jouw gebruikers mogen doen.” Zoals welke applicaties en mappen ze mogen gebruiken. “Komen er nieuwe medewerkers in dienst, dan kan HR direct nieuwe gebruikers uitrollen over het volledige IT-landschap. Ze kunnen dus meteen aan de slag, terwijl je tegelijkertijd zeker weet dat je compliant blijft.” Op dezelfde manier maak je nieuwe applicaties beschikbaar voor medewerkers of voer je gebruikers af die uit dienst gaan. “Nu gebeurt dat nog vaak allemaal handmatig. Per systeem en soms zelfs per applicatie.” Het uitrollen moet volgens Van Veen ook meteen naar alle apparaten kunnen waar een medewerker graag mee werkt. Dat kan dus een laptop zijn, maar ook een tablet of een smartphone. Van Veen:
“En daarbij moet je privé en zakelijk ook volledig gescheiden kunnen houden door er aparte omgevingen voor in te richten op de apparaten. Dat is erg belangrijk, want de grenzen tussen privé en werk vervagen steeds meer. Alles loopt steeds meer door elkaar heen.” Zo houd je als IT-manager grip op de zakelijke omgeving, terwijl je gebruiker erg blij is omdat de apparaten zowel privé als zakelijk te gebruiken zijn. Een echte win-win dus. True is specialist op het gebied van managed hosting en digitale werkomgevingen. Sinds 2000 helpt True het digitale landschap van organisaties efficiënter in te richten en te beheren. Met de digitale werkomgeving van True zijn organisaties in staat om medewerkers altijd, overal en op ieder device met de juiste applicaties te laten werken. IT-afdelingen kunnen middels identity & access tools wijzigingen doorvoeren en veilig regie over gebruikers, devices, applicatie en data doorvoeren. Meer true.nl/managedworkspace
Werkwijze Gebruik De gebruikersdatabase (AD) wordt door True gehost en beheerd. U kunt zelf gebruikers aanmaken en beheren met onze tooling. Devices kunnen worden beheerd.
Functionaliteit
Sleutelfactoren
Grip houden op data en applicaties. True zorgt voor de juiste locatie,de technische werking en de koppeling van applicaties en data. Zo blijven medewerkers optimaal productief.
Veiligheid, schaalbaarheid en compliancy. Sleutelfactoren die het uitgangspunt zijn bij iedere wijziging die we binnen de digitale werkomgeving doorvoeren. Zo weet u zeker dat de randvoorwaarden maximaal zijn ingedekt.
Toegang Infrastructuur wordt per type applicatie op maat ingericht en in beheer genomen. Medewerkers krijgen op maat toegang tot de digitale werkomgeving.
true.nl/managed-workspace
14
Alles over innovatie in ICT
Duaal opleiden gestart! Ik kom op het onderwerp terug omdat de kans helemaal niet zo klein is dat dit traject ook voor u en uw bedrijf interessant kan zijn. Daarom wil ik nog even uitleggen wat er allemaal is afgesproken en hoe het werkt. Er zijn ook wel een paar dingen veranderd in de opzet sinds het voorjaar.
Grote behoefte aan SNC Engineers Vanuit het bedrijfsleven is er een schreeuwende behoefte aan goed opgeleide Hbo ICT technici met een gedegen kennis van Cloud technologie: de System Network & Cloud Engineer (SNC-Engineer). De SNC-Engineer ontwerpt én beheert complexe Cloud Systemen en Cloud Infrastructuren ten behoeve van Cloud Applicaties en Cloud Diensten. De SNC-Engineer neemt daarbij een centrale rol in binnen de ICT-vakgebieden inclusief Development en Operations (DevOps).
Maximale grip op de digitale werkomgeving True helpt bij het zo slim mogelijk inrichten en orkestreren van de digitale werkplek. Maar True gaat verder: specialisten kijken continu naar mogelijkheden om de digitale werkomgeving te optimaliseren.
We zijn van start gegaan met het duaal opleiden programma! Onlangs hebben we bij True in Amsterdam het programma officieel ten doop gehouden en de eerste bedrijven aangesloten. In mei heb ik vanaf deze plek al het een en ander verteld over de plannen die de samenwerkende brancheorganisaties in de digitale sector hadden met betrekking tot duaal opleiden. Welnu. Het is oktober en het begint allemaal te bestaan, en u kunt zich er ook bij aansluiten indien u dit wilt.
Wat hebben wij te bieden? Om aan die behoefte te voldoen hebben bedrijven uit de cloud en hostingindustrie de handen ineengeslagen en de stichting Cloud IT Academy (CITA) opgericht. De stichting gaat in samenwerking met de Hogeschool Utrecht vanaf het volgend schooljaar een nieuwe bacheloropleiding System Network and Cloud Engineering aanbieden. Deze opleiding opent de mogelijkheid voor tal van (nieuwe) beroepen, zeker niet in de laatste plaats als vervolgstap in een ICT-carrière. Denk daarbij aan beroepen als: Cloud Architect, Cloud Systeemen Netwerkbeheerder; Cloud Netwerkspecialist; Cloud (Systeem) integratiespecialist; Cloud Applicatie- en Serviceintegratiespecialist; Cloud DevOps specialist; Cloud Deliveryspecialist; Cloud Systeem- en Infrastructuurarchitect en Cloud Securityspecialist. Het curriculum van de SNCE opleiding wordt samen met de bij de stichting aangesloten bedrijven door de HU ontwikkeld. Maar misschien nog wel belangrijker is dat de bedrijven de studenten voor het grootste deel in de eigen organisatie gaan opleiden. In de praktijk betekent dit dat de jonge Hbo’er bij een IT-bedrijf aan de slag gaat via een leer-werkplek en een salaris krijgt. Tijdens
deze duale opleiding werkt hij 3 of 4 dagen bij het bedrijf en gaat 1 à 2 dagen per week naar school. Hij haalt studiepunten voor het uitvoeren van projectopdrachten die hij tijdens het werk uitvoert en is tegelijkertijd productief voor het bedrijf. Cloud IT Academy zorgt ervoor dat de student/werknemer gedurende de opleiding intensief begeleid wordt en een professioneel trainingsprogramma persoonlijke ontwikkeling volgt. Ook ondersteunt de stichting de bedrijven met zogenoemde expertmeetings om de studenten zo optimaal mogelijk in de praktijk van de bedrijven op te leiden. Desgewenst helpt het studenten naar een ander bedrijf indien blijkt dat er onvoldoende match is tussen bedrijf en student. De afgelopen maanden is gebleken dat er zeer veel interesse bij studenten is om deze praktijkgerichte duale SNCE opleiding te gaan volgen. Voor de student is het immers een mooie kans om een Hbo-opleiding te halen, tegelijkertijd echte praktijkervaring op te doen en een salaris te verdienen. De Cloud IT Academy wil met deze unieke duale opleiding jong IT-talent naar de bedrijven trekken en opleiden. De werkgever biedt het een unieke kans om jonge IT’ers 4 jaar lang de tijd te geven om zich binnen het bedrijf te ontplooien. Na 4 jaar (soms 5) heeft de student zijn Hbo-papieren, ervaring met nieuwe technologieën en methodes die hij niet op school zou kunnen leren. Als u een IT bedrijf heeft, een cloud services bedrijf of een hosting bedrijf, heeft u waarschijnlijk ook uitdagingen met het vinden van voldoende geschoold personeel. Dan is dit programma mogelijk ook voor u interessant. Neem contact met ons op. Dan kunnen we samen kijken of u ook via de stichting Cloud IT Academy een leer-werkplek ter beschikking kunt stellen. Het is niet alleen voor de grotere bedrijven interessant, maar juist ook voor de kleinere. Mail naar marcel@clouditacademy.nl voor meer informatie. Simon Besteman is directeur van ISPConnect CloudWorks - nr. 5 / 2017
15
Review Elasticsearch Service Elasticsearch is een open-source full text zoek en analyse engine. Daarmee zijn grote data volumes op te slaan en in ‘near real-time’ op te zoeken en analyseren. Het wordt in het algemeen gebruikt als onderliggende engine/technologie voor applicaties die van complexe zoekfuncties gebruik willen maken. De door Tintri Analytics gebruikte Amazon Elasticsearch Service is een implementatie van Elasticsearch. Het wordt toegepast voor het analyseren van logbestanden, full text search, applicatie monitoring, en meer. De Elasticsearch Service is een volledig beheerservice op basis van eenvoudig toepasbare APIs. De Service biedt real-time eigenschappen voor productie workloads op basis van beschikbaarheid, schaalbaarheid en beveiliging De Service biedt ingebouwde integraties met onder meer AWS-services.
Tintri Analytics, Data Protection en Recovery
Data Analyses bij Resource Planning
Tijdens het planningsproces bij toekomstige storage uitbreidingen analyseert IT-beheer meestal de historisch verkregen data op basis waarvan men beslissingen maakt. Soms is de interpretatie van de beschikbare data en het bepalen van de te nemen beslissingen lastig. Doorgaans maakt men op basis van de huidige capaciteit van een storage systeem met behulp van extrapolatie een inschatting van de in de toekomst benodigde storage capaciteit. Maar in veel gevallen levert dit geen betrouwbare voorspelling omdat het traditionele statische datacenter is veranderd in een in hoge mate dynamische virtuele omgeving. Als planner wil je in staat zijn om te voorspellen welke invloed een verandering heeft, bijvoorbeeld de verdubbeling van het aantal instances van een bepaalde applicatie, virtual machines of gebruikers. In de planning moet daarom niet alleen rekening worden gehouden met de capaciteit maar ook met de storage prestaties. Tintri Analytics tools bieden voor hun storage systemen een mogelijke oplossing voor resource planning proces.
De Tintri Analytics benadering Om een tweetal redenen bieden de meeste planning tools te weinig ondersteuning. Ten eerste, veel storage analytische tools zijn hoofdzakelijk ontwikkeld om hardware fouten te voorspellen en worden daarom gebruikt voor support doeleinden. Ten tweede, de meeste leveranciers verzamelen data op storage LUN- of volumeniveau. Dergelijke tools bieden alleen inzicht in wat er zich binnen het storage systeem afspeelt maar zijn niet in staat om ten aanzien van prestaties verbanden te leggen tussen Virtual Machines (VMs) en applicaties. Om een beter inzicht te bieden in het gebruik en de prestaties van de door VMs gebruikte storage heeft de firma Tintri de ‘Tintri Analytics’ tool ontwikkeld. Storage vormt het meeste gecompliceerde element van het IT resource planning proces. Tintri Analytics ondersteunt dit proces op een tweetal manieren waarmee het zich onderscheidt van de andere analytische tools. Ten eerste, de ‘VM-aware’ data faciliteert resource planning. Volgens Tintri bieden andere storage analytics tools en planning
16
Alles over innovatie in ICT
Figuur 1: Tintri Analytics Dashboard
tools op applicatie-niveau geen correlatie tussen storage en applicatie. Dat doet Tintri Analytics wel, het laat zien wat een applicatie aan storage nodig heeft. Het heeft als voordeel dat planning van applicaties downward is gericht, in plaats van de infrastructuur upward. Ten tweede, Tintri Analytics draait als een service op de host en is gebaseerd op Elasticsearch (zie kader). Dit is een gedistribueerde, schaalbare, real-time zoek- en analyse engine. In antwoord op ad hoc query’s zijn met Elasticsearch grote hoeveelheden data snel te schiften en te bundelen. Dit maakt real-time analyse van data mogelijk. In tegenstelling tot andere storage analytic tools die van op kolommen gebaseerde databases gebruik maken, met in vergelijking een inherente trage toegangstijd. Tintri Analytics heeft een aparte benadering gevolgd. Het is vanaf de basis ontwikkeld om het resource planning proces te ondersteunen. Net zoals de Tintri storage systemen is Tintri Analytics VM-aware (VAS). Dat betekent, dat er verbanden worden gelegd tussen de gemeten storage waarden, VMs en applicaties. Deze combinatie maakt het mogelijk om in real-time ‘what-if’ scenario’s uit te voeren, wat in hoge mate het resource planning proces vereenvoudigt.
Tintri Analytics Metrics De door Tintri Analytics getoonde meetwaarden zijn gesynthetiseerd uit raw data. Deze data kan weliswaar worden afgebeeld maar in de meeste gevallen zijn ze nog niet bruikbaar. Want de
gebruiksdata die afkomstig is van een storage systeem is complex geworden. Tintri Analytics rapporteert drie primaire meetwaarden in het ‘Analytics Dasboard’ tabblad: • Logical Space: toont de grootte van virtual machines na thin provisioning maar voor compressie en deduplication (ook de grootte van snapshot data) • IO Performance: een inschatting van de IO en throughput van resources die een virtual machine nodig heeft (deze meeteenheid is een lineaire combinatie van reads, writes, IOPs en throughput) • Working Set: de hoeveelheid benodigde flash voor de opslag van ‘hot data’ voor een virtual machine, nadat Tintri data reductie algoritmen zijn uitgevoerd De drie getoonde waarden, Logical Space, IO Performance en Working Set, zijn gebaseerd op meerdere raw data elementen. Dit heeft als voordeel dat er voor de gebruiker weinig voor nodig is om de resultaten te interpreteren. Nemen we IO Performance als voorbeeld. Daarbij spelen meetwaarden als raw IOPs, block lengte, read/write verhouding en throughput een rol. Door deze waarden te bundelen, en als eenduidig getal te tonen, begrijpt de beheerder onmiddellijk de context binnen andere applicaties en in welke mate een VMstore presteert. Datzelfde geldt voor de Working Set. Het is een waarde die is samengesteld uit meerdere elementen (welke dit zijn wordt niet door Tintri gespecificeerd). Is ook niet zo belangrijk omdat dit getal een basisreferentiewaarde is waartegen toekomstige meetwaarden kunnen worden gespiegeld.
Resource Planning Resource Planning vormt een belangrijk onderdeel van Tintri Analytics. Daarmee kunnen verschillende ‘what-if-scenarios’ worden gedefinieerd die kunnen helpen bij de keuze voor de beste uitbreiding van de storage omgeving. Er zijn ook trendanalyses op basis van sleutelwaarden mee uit te voeren, om te zien welke invloed een verandering heeft in het gebruik van de beschikbare resources. Met behulp van Tintri Analytics ‘Experiments’ menupagina zijn ‘what-if’ query’s te definiëren. Er zijn talrijke situaties denkbaar waarin men antwoorden wil op ‘what-if-questions’. Bijvoorbeeld, men is van plan om tientallen webservers of VDI seats te installeren. Het is dan lastig om een duidelijk antwoord op deze vraag te krijgen, met name voor de op capaciteit gerelateerde vragen. Dit komt omdat deduplicatie en compressie en capaciteit complicerende factoren zijn geworden.
Benodigde storage capaciteit De hoeveelheid storage die in gebruik is, moet op een regelmatige basis worden gecheckt zodat tijdig actie kan worden genomen voordat er een tekort ontstaat. Met Tintri Analytics is de analyse snel en eenvoudig uit te voeren. Het ‘Trends’ menu laat in de tijd het verbruik zien en op basis daarvan een trend. Uit de grafieken valt onmiddellijk op te maken welke resource een kritisch punt zal bereiken. Er zijn een aantal manieren om meer inzicht te krijgen in de resultaten. Zo kan men een bepaalde subset van een enkele VMstore appliance of een enkele VMstore bekijken. Bij de resultaten van alle CloudWorks - nr. 5 / 2017
17
Review VMs is dezelfde data te zien per applicatie. Daarin valt op te maken welke applicaties recources consumeren en de consumptie over een tijd zal zijn. Verder is het tijdframe te verkleinen of vergroten voor een nauwkeuriger projectie van de resources. De algemene trend is dat er in een virtuele omgeving in de tijd gezien er meer capaciteit nodig is. Doorgaans neemt de vraag in de loop van de tijd toe bij het aanbrengen van wijzigingen aan VMs. De ‘Profiles’tabblad laat de behoefte aan storage zien wanneer het profiel van een applicatie zich in de tijd wijzigt.
Belangrijke vragen bij Resource Planning Met de hulp van de Tintri Analytics tool kunnen een aantal belangrijke resource planning vragen worden beantwoord, waaronder: • Z ijn er genoeg resources beschikbaar om meer instances van een applicatie toe te voegen? •O p welk moment zullen mijn storage systemen niet meer genoeg capaciteit of prestaties leveren? •H oe zal, in de tijd gezien, mijn storage utilisatie van de verschillende applicaties zijn?
Benodigde compute capaciteit Recentelijk is er aan de predictive storage analyses functionaliteit een tweede aan toegevoegd, predictive compute. Met behulp van Apache Spark, Amazon Machine Learning en Elasticsearch technologie worden iedere seconde meer dan een miljoen meetpunten verwerkt. Machine learning algoritmen gebruiken deze historische data om het gebruik van compute resources te bepalen. Daarmee kan de benodigde cpu- en geheugen capaciteit voor de komende achttien maanden worden voorspeld.
Tintri Cloud Connector Naast een storage resource plan behoort een gedegen Data Protection en Recovery (DP/DR) tot een van kerntaken van IT-beheer. Steeds meer ondernemingen adopteren een multi-cloud strategie op basis van hybride cloud services voor het bouwen van een on-premises enterprise infrastructuur die is gekoppeld aan cloud resources.
creëren op een andere plaats. VM-snapshots zijn handmatig of automatisch te creëren, via een schedule of getriggerd via een RESTful API. Met de komst van de Cloud Connector zijn lokale snapshots asynchroon naar de cloud te repliceren. Tintri snapshots maken gebruik van inline compressie en data deduplicatie waarbij alleen gewijzigde 8 KB data-blokken via het WAN naar de Cloud worden verstuurd; compressie en deduplicatie reduceert de hoeveelheid via WAN verstuurde data tot wel 95%. Een geminimaliseerd gebruik van HTTP requests, zoals GET en PUT, vermindert het aantal connecties met de public cloud (en daarmee de kosten); die kosten kunnen aanzienlijk zijn bij het transport van grote hoeveelheden te herstellen data. De Cloud Connector voorziet in een ‘data-at-rest’encryptie (de versleuteling van in de cloud opgeslagen gevoelige data) op de cloud backup target. Voor de verbinding met cloud wordt SSL-encryptie toegepast. Tenslotte, alle configuratie van de snapshots, scheduling en beheer van de sleutels kan vanuit een enkele locatie via Tintri Global Center gebeuren.
De firma Tintri heeft onlangs de Tintri Cloud Connector geïntroduceerd waarmee Tintri storage is te koppelen aan twee public cloud services, Amazon S3 Web Service en IBM Object Storage of aan private clouds op basis van public cloud APIs. De Cloud Connector kan worden gebruikt als uitbreiding op een bestaande DP/DR strategie met een veilige cloud-verbinding voor lange termijn data retention.
Figuur 2: Compute Analytics (CPU, Memory) Dashboard
18
Alles over innovatie in ICT
Tintri Analytics is een resource en planning tool voor de VM-omgeving. In tegenstelling tot andere analyse-tools biedt Analytics een gedetailleerd inzicht in het verbruik en de prestaties op VM-niveau, in plaats van op storage LUN- of volume-niveau. Op het gebied van resource planning kunnen op basis van verschillende ‘what-if-scenarios’ de beheerder behulpzaam zijn bij de keuze voor de beste uitbreiding van de storage omgeving. Tenslotte, het nieuwe product Cloud Connector waarmee snapshots naar de cloud zijn te repliceren. Tot dusver is dit beperkt tot Amazon S3 Web Service en IBM Object Storage, maar de verwachting is dat in de toekomst andere cloud storage providers zullen worden toegevoegd, bijvoorbeeld Microsoft Azure Cloud Services. Bram Dons, IT-Trendwatch
Apache Spark Apache Spark is een snelle, in-memory data processing engine, die voor efficiënte streaming, machine learning of SQL-werkbelasting doeleinden kan worden ingezet. Spark is speciaal ontworpen voor het maken van data science analyses. Data scientists maken in het algemeen gebruik van machine learning, dat is een verzameling technieken en algoritmen, waarmee informatie uit data is te abstraheren. De gebruikte algoritmen zijn vaak iteratief. Door cache memory te gebruiken kan data snel worden verwerkt. Dit maakt Spark een ideale processing engine om dergelijke algoritmen snel uit te kunnen voeren.
Snapshots naar de Cloud Snapshots vormen de basis van een data protectie strategie voor VMs. Ze worden gebruikt als recovery points, gerepliceerd naar een andere VMstore of gekloond om een nieuwe VM te
Epiloog
Figuur 3: Tintri Cloud Connector
CloudWorks - nr. 5 / 2017
19
Praktijk All IT Rooms en Amit Services vernieuwen serverruimtes, bekabeling en netwerkinfrastructuur
Ronald Kok (links) en Sander Heezius
Zuivelfabrikant vernieuwt ICT-infrastructuur All IT Rooms en Amit Services voeren voor een grote Nederlandse zuivelfabrikant een grootschalig project uit. De fabrikant laat in tientallen fabrieken in Nederland de ICT-infrastructuur volledig vernieuwen, waarbij nieuwe datacenters worden gebouwd en de netwerkinfrastructuur op de schop gaat. All IT Rooms realiseert hierbij een groot deel van de serverruimtes, terwijl Amit Services het coördineren van het programma voor zijn rekening neemt.
Het ICT-landschap verandert in een razendsnel tempo. Een groot aantal nieuwe technologieën zijn de afgelopen jaren beschikbaar geworden, die voor spelers in de voedselindustrie interessante voordelen kunnen bieden. Denk hierbij aan het Internet of Things en Big Data. De zuivelfabrikant ziet IT dan ook steeds belangrijker worden op de productievloer. Zo worden productieprocessen digitaal uitgevoerd, wordt IT ingezet voor kwaliteitscontroles en wordt een grote hoeveelheid data verzameld in haar fabrieken. Om gebruik te kunnen maken van deze technologieën en zeker
te stellen dat de productielocaties klaar zijn voor de toekomst, heeft de zuivelfabrikant besloten een grootschalige vernieuwing van haar ICT-infrastructuur door te voeren. Alle componenten worden hierbij redundant uitgevoerd, moeten schaalbaar zijn en voldoen ten minste aan alle toekomstige eisen die het bedrijf voor de komende vijf tot tien jaar voorziet.
In de ‘slipstream’ van andere projecten Flexibiliteit en snel schakelen staat in het project centraal. De projecten die All IT Rooms en Amit Services gezamenlijk uitvoeren worden in nagenoeg alle gevallen uitgevoerd in de ‘slipstream’ van andere projecten op de productielocaties. Deze keuze is gemaakt om alle werkzaamheden die op een locatie moeten worden uitgevoerd - ongeacht het project waarbij deze horen - in een zo kort mogelijke periode uit te voeren. Dit helpt de impact van deze werkzaamheden op de productielocaties te minimaliseren. Bij het vernieuwen van de ICT-infrastructuur op een locatie heeft het project telkens een totale doorlooptijd van slechts vier tot vijf maanden, wat veel druk zet op de betrokken partijen. “Uitloop is bij een project in een fabriek simpelweg geen optie; de consequenties hiervan zijn enorm. De druk op onze projectmanagers is dan ook groot. Zij zijn continu op locatie aanwezig om alle werkzaamheden te begeleiden en stroomlijnen”, zegt Ronald Kok, directeur van All IT Rooms. “Juist deze complexiteit maakt dit een erg mooi project om uit te voeren.” Sander Heezius, Managing Consultant van Amit Services: “Amit Services is door deze zuivelfabrikant gevraagd het projectmanagement voor deze projecten op zich te nemen. Wij zijn de coördinerende factor die zorgt dat de verschillende werkzaamheden die binnen de projecten worden uitgevoerd in goede banen worden geleid. Zo bestaat het project op iedere locatie uit drie componenten: het ontwerp en de bouw van de serverruimte, het aanleggen van de benodigde bekabelingsinfrastructuur en het zowel aanleveren als installeren van de gewenste IT-apparatuur. Dit betekent dat een flink aantal bedrijven betrokken zijn bij het project, die ieder andere werkzaamheden moeten uitvoeren. Wij coördineren dit proces en zorgen dat alles soepel verloopt.” All IT Rooms is één
20
Alles over innovatie in ICT
{
‘ Uitloop is bij een project in een fabriek simpelweg geen optie; de consequenties hiervan zijn enorm’
van deze bedrijven en verantwoordelijk voor zowel het ontwerp als de bouw van de serverruimtes die op de verschillende locaties worden gerealiseerd.
Zeer strenge eisen “Aangezien het project wordt uitgevoerd bij productiefaciliteiten, worden door de zuivelfabrikant strenge eisen gesteld aan de betrokken partijen. Zo is niet alleen van belang dat de continuïteit van het productieproces te allen tijde wordt gewaarborgd, maar moet ook rekening worden gehouden met de voedselveiligheid. Er zijn dan ook zeer strenge regels opgesteld voor het aan- en afvoeren van materialen, maar ook voor de stofproductie die kan optreden bij werkzaamheden”, aldus Heezius. Kok vult aan: “Dit levert flinke uitdagingen op. Zo zijn er locaties waar de IT-apparatuur letterlijk door de productiefaciliteit vervoerd moet worden, waarvoor zeer strenge hygiëne-eisen gelden. In de praktijk betekent dit onder meer dat aanwezig personeel zich meerdere malen moet omkleden en apparatuur gereinigd moet worden voordat deze de faciliteit door mag. Dit zorgt dat relatief eenvoudige handelingen veel tijd in beslag kunnen nemen. Het vervoeren van een kast naar de serverruimte kan zo maar een halve dag kosten.” Binnen het project wordt gewerkt met standaarden, die onder meer definiëren aan welke eisen het datacenter moet voldoen, hoe de netwerkapparatuur moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd, en welke bekabeling wordt ingezet. “Ondanks deze standaardisatie is geen enkel project hetzelfde. Op iedere locatie moet opnieuw worden gekeken waar we de serverruimte kwijt kunnen; de ene fabriek is immers de andere niet. Op sommige locaties is de beschikbare ruimte bijvoorbeeld zeer beperkt en moet er dus veel meetwerk aan te pas komen om het datacenter in het bestaande pand te plaatsen. In andere gevallen is dit simpelweg niet mogelijk, waardoor de serverruimte in een apart gebouw buiten de productielocatie wordt gevestigd. Ondanks deze verschillen zijn alle datacenters gestandaardiseerd, met een uniforme lay-out en infrastructuur. Zo wordt binnen alle serverruimtes gebruik gemaakt van Cisco netwerkapparatuur en servers van T-Systems”, legt Ronald Kok uit. CloudWorks - nr. 5 / 2017
21
Praktijk
Opleiding
Room-in-room concept Voor het project is een room-in-room concept ontwikkeld, waarbij in een bestaande ruimte een nieuwe ruimte wordt gebouwd die de serverruimte huisvest. Deze ruimte wordt opgebouwd uit brandwerende en waterbestendige wanden. Dit levert een datacenter op dat snel kan worden gerealiseerd en voldoet aan alle eisen. “Het room-in-room concept biedt grote voordelen. Het concept voorkomt dat in iedere productiefaciliteit een ruimte op maat moet worden aangepast om deze geschikt te maken voor het huisvesten van de serverruimte. De werkwijze levert dan ook veel tijdswinst op en maakt het mogelijk in zeer korte tijd een datacenter te realiseren, wat een belangrijke rol heeft gespeeld in het halen van de strenge deadlines binnen dit project. Een bijkomend voordeel is dat de serverruimte met dit concept eenvoudig kan worden gescheiden van eventuele al aanwezige apparatuur die niet verplaatst kan worden. Denk hierbij aan apparatuur die gebruikt wordt voor het productieproces in de fabriek”, legt Kok uit. “Speciaal voor locaties waar in de productiefaciliteit geen ruimte is, hebben wij een buitenvariant ontwikkeld. Hierbij maken wij gebruik van een op maat gemaakt frame wat op locatie in korte tijd wordt voorzien van brandwerende en waterbestendige wanden. In het frame wordt de serverruimte bijna volledig geïnstalleerd zoals de serverracks en koelinstallatie. Het is als het ware een prefab datacenter. Op deze manier beperken wij de benodigde bouwtijd op locatie tot enkele dagen en kunnen wij het datacenter in gecontroleerde en geconditioneerde omstandigheden bouwen. Het ontwikkelen van dit soort klant specifieke oplossingen is één van onze core competenties.”
Nieuwe opleiding voor talent in de hostingbranche Het room-in-room concept is gedurende het project bij deze klant ontwikkeld en is gebaseerd op feedback die tijdens de evaluatierondes van uitgevoerde deelprojecten is verzameld. “Bij deze zuivelfabrikant voeren wij een langdurig en grootschalig project uit, wat de mogelijkheid biedt onze werkwijze steeds verder te optimaliseren. Bij ieder deelproject leren we nieuwe dingen, bijvoorbeeld hoe we nog sneller de benodigde apparatuur en componenten op locatie kunnen krijgen zonder het productieproces te verstoren. Door deze lessen continu mee te nemen in het volgende project, maken we onze werkwijze steeds efficiënter en gestroomlijnder. Na afloop van ieder project wordt het project dan ook uitgebreid geëvalueerd samen met zowel de klant als alle betrokken toeleveranciers”, legt Heezius uit. “Het vendor-ecosysteem werkt dan optimaal samen om de resultaten voor alle betrokkenen nog beter te maken.”
70 productielocaties All IT Rooms en Amit Services hebben tot nu toe samen zes projecten uitgevoerd voor deze grote Nederlandse zuivelfabrikant, terwijl voor de nabije toekomst nog eens zes projecten op de planning staan voor Amit Services en de rest van het vendorecosysteem. Nadat op deze locaties de ICT-infrastructuur is vernieuwd is het project overigens waarschijnlijk nog niet ten einde; de zuivelfabrikant beschikt in totaal over ongeveer 70 productielocaties die op termijn allemaal aangepakt moeten worden. Wouter Hoeffnagel is freelance journalist Fotografie: Paul Kampman
{
‘ Voor het project is een roomin-room concept ontwikkeld, waarbij in een bestaande ruimte een nieuwe ruimte wordt gebouwd die de serverruimte huisvest’
22
Alles over innovatie in ICT
De hostingbranche in ons land groeit razendsnel, maar de datacenters, cloud- en hostingproviders hebben de grootste moeite om goed personeel te vinden. De onlangs door de branchepartijen ISP Connect en DHPA opgerichte Stichting Cloud IT Academy gaat daar verandering in brengen. Als eerste initiatief start de stichting in samenwerking met de Hogeschool Utrecht en het bedrijfsleven met een duale Hboopleiding. “We willen op termijn de beste praktijkgerichte ICT-opleiding van Nederland worden”, vertelt directeur Marcel Schilders. De kloof tussen onderwijs en praktijk is een bekend probleem, zeker in de IT-sector, zegt Schilders. “Je ziet dat opleidingen de nieuwe ontwikkelingen in het vak niet bijbenen. In de voltijdopleiding van Systems en Network Engineering worden bijvoorbeeld veel te weinig cloudgerelateerde onderwerpen behandeld.” “Natuurlijk maken hosting- en cloudbedrijven hun wensen bekend bij onderwijsinstellingen en verzorgen ze regelmatig gastlessen. Maar als je onderwerpen écht wilt agenderen, dan moet je elkaar actief opzoeken”, vervolgt Schilders. Binnen de Cloud IT Academy wordt dat nu gerealiseerd. De hoge organisatiegraad binnen de branche is volgens Schilders een voordeel. “Met een consortium van dertig of meer bedrijven zijn we als Academy in staat om invloed uit te oefenen op de samenstelling van het curriculum van de opleiding. We gaan nu samen met de Hogeschool Utrecht (HU) een zeer praktijkgerichte duale opleiding System Network én Cloud Engineering ontwikkelen die van start gaat in schooljaar 2018-2019.”
ICT’ers met kennis van de cloud “Samen met de HU gaan we met de bij de Cloud IT Academy aangesloten hostingbedrijven SNC-Engineers opleiden die straks complexe cloudsystemen en cloud-
infrastructuren kunnen ontwerpen én beheren”, aldus Marcel Schilders. “De System Network & Cloud Engineer heeft een heel interessant én breed takenpakket. Hij moet straks zorgen voor het technisch beheer, het inrichten van het beheerproces, het ontwerpen van (delen van) de cloudinfrastructuur of het gezamenlijk met cloudontwikkelaars inrichten van een cloudgebaseerde Continuous Integration (CI) en Continuous Delivery (CD) omgeving. Het wordt een prachtige opleiding die nauw aansluit bij de praktijk in de bedrijven”, zegt Marcel Schilders.
Kweekvijver voor talent System Network Cloud Engineering wordt een vierjarige, duale Hbo-opleiding. De student leert en werkt vier dagen in het bedrijf en volgt één dag per week lessen aan de Hogeschool Utrecht. Schilders: “Onze bedrijven denken dus niet alleen mee over de inhoud van de opleiding. Ze zijn ook betrokken bij de uitvoering van de opleiding doordat ze de studenten in de eigen praktijk opleiden. De studenten gaan de HBO-opdrachten en projecten immers in de bedrijven uitvoeren. Om dat goed te doen moeten de bedrijven er natuurlijk ook voor zorgen dat de studenten zorgvuldig worden begeleid.”
programma ‘persoonlijke ontwikkeling’ aan toe”, aldus Marcel Schilders. “Op deze wijze kunnen we er met elkaar voor zorgen dat de studenten een uitstekende praktijkgerichte opleiding System Network Cloud Engineering volgen.” Gezien de eerste enthousiaste reacties van studenten is Marcel Schilders ervan overtuigd dat met deze opleiding zeer veel jong studietalent naar de hosting wordt getrokken. De nieuwe opleiding is bedoeld voor studenten die al een achtergrond in de IT hebben. “In eerste instantie zoeken we mensen met een afgeronde IT-opleiding van het mbo. Maar er is ook ruimte voor bijvoorbeeld de havist of vwo’er die in de avonduren servers configureert of beheert. We willen echt een kweekvijver zijn voor nieuw talent.” Onlangs vond er bij hostingprovider True in Amsterdam een bijeenkomst plaats van de bedrijven die de Cloud IT Academy ondersteunen. Ook True doet mee omdat het bedrijf gelooft dat je het IT-talent van de toekomst zo vroeg mogelijk aan je moet binden. Ben jij werkzaam bij een bedrijf dat ook geïnteresseerd is in deze nieuwe opleiding of naar de meeting wil komen? Neem dan contact op met Marcel van de Cloud IT Academy: marcel@clouditacademy.nl.
Als Academy voegen wij daar gedurende de gehele opleiding nog een trainingsCloudWorks - nr. 5 / 2017
23
IT Room Infra
Kansen zien door kennisoverdracht Computerruimtes en datacenters bieden veel kansen aan industriële partijen door de recente ontwikkelingen met Industrial Internet of Things en Big Data. De innovaties op het gebied van energie, monitoring, visualisering, koeling en het balanceren van elektriciteit bieden juist weer kansen aan de eigenaren van datacenters en computerruimtes.
deze te optimaliseren binnen de ASHRAE grenzen, wordt er voldaan aan de IT equipment specificaties en kan er aanzienlijk op energie worden bespaard. Aanvullend wordt de betrouwbaarheid vergroot.
verwachting is dat we daar in de komende jaren op gaan vastlopen. Fotonica kent niet alleen een veel hogere verwerkingssnelheid dan micro-elektronica, het verbruikt ook aanzienlijk minder energie per verwerkt bit aan informatie.”
Rob van Roijen (KSB) en Ruben Strijk (HUAWEI) gaan ook in op koeling. Op dit moment zijn voor datacenters twee koeloplossingen populair: gekoeld watersystemen met vrije koeling en luchtbehandelingskasten met een platenwisselaar. In hun presentatie worden de verschillen met betrekking tot EUE, PUE, WUE, beschikbaarheid, vermogensdichtheid en kosten op een rijtje gezet.
De actuele technologische ontwikkelingen en de maatschappelijke trends verhogen de waarde van datacenters en computerruimtes steeds verder. In de industrie worden mogelijkheden gezien in de optimalisatie van processen door de sterkere digitalisering en connectiviteit. Daarvoor moeten grote hoeveelheden data goed opgeslagen en geanalyseerd worden. Tevens zien we nog steeds de trends van centralisering en het uitbesteden van de IT-diensten door kleinere organisaties. Binnen computerruimtes, groot of klein, wordt de beschikbare energie (warmte/ elektriciteit) beter beheerst en gemonitord. De koppeling met het (gehele) gebouw, de digitale visualisering en de verbeteringen in de koeling zorgen voor een verdere optimalisering in de technische infrastructuur van de ruimtes.
Uitgebreid lezingenprogramma Deze geïntegreerde en multidisciplinaire aanpak binnen computerruimtes en datacenters komt sterk terug in het lezingenprogramma van het IT Room Infra event op 14 november 2017. De eerste spreker, Ewit Roos van PhotonDelta en TU/e, gaat bijvoorbeeld in op de energiezuinige aanpak met Fotonica. ”Sinds de introductie van internet verdubbelt het dataverkeer zowat ieder jaar. De datacenters proberen dat bij te benen met parallelprocessing met steeds meer micro-elektronica en dat vreet energie. Momenteel gaat ruim drie procent van de wereldenergie op aan datacenters. De
24
Alles over innovatie in ICT
John Laban van de OCP Foundation gaat in op datacenters die met Open Compute principes zijn opgebouwd. De infrastructuur wordt eenvoudiger en overzichtelijker opgebouwd, om met minder mensen meer apparatuur te beheren en energiezuiniger te werken. De oude en nieuwe werkwijze zijn daardoor waard om te presenteren. Door het hele programma zijn er nogal wat voorbeelden van mogelijkheden om de werkwijzen te verbeteren. Martin Amsterdam van Vodafone / Ziggo gaat bijvoorbeeld in op het optimaliseren van datacenter koeling. Veel datacenter koelingen draaien op setpoints en gebruiken hiermee een aanzienlijke hoeveelheid energie. Door
{
Vijf tracks De multi-disciplinaire behoefte in datacenters komt verder tot uiting in de vijf tracks van het programma. Naast een track over warmte is er een track over energie. Daarin wordt bijvoorbeeld de stabilisatie van het elektriciteitsnet aangehaald door Mattieu Terlouw van Eaton. De opwekking van duurzame energie stijgt en zorgt voor een flinke fluctuatie in zowel productie als prijzen. Het balanceren van het elektriciteitsnet wordt hierdoor uitdagend en duur, en oplossingen zijn noodzakelijk.
‘ Fotonica kent niet alleen een veel hogere verwerkingssnelheid dan micro-elektronica, het verbruikt ook aanzienlijk minder energie per verwerkt bit aan informatie’
De elektriciteit in het datacenter zelf is natuurlijk ook cruciaal. Raymond Vergouwe van Bender Benelux gaat in op het ontstaan, de risico’s en de oplossingen voor het monitoren van lekstromen. De aanwezigheid van AC en DC lekstromen in een datacenter kunnen gevaren en negatieve gevolgen hebben voor mens en systeem. Wet- en regelgeving zal uitgebreid moeten worden. Met een casestudie van RKOM DC Oost-Beieren worden inhoudelijke voorbeelden, oplossingen en voordelen voor het datacenter getoond.
Voorbeelden van andere sectoren bieden de kans, om in datacenters en computerruimtes de infrastructuur beter te ontwerpen, bouwen en managen. Ben Meesters van SPIE ICS toont een werkwijze om industrieel te bouwen. Door te digitaliseren en te virtualiseren kan een datacenter 20% goedkoper en 50% sneller gebouwd worden. Door het datacenter eerst virtueel op te bouwen is er direct inzicht in alle fysieke kenmerken, technische zaken als capaciteit, uptime, PUE en is de bouwtijd direct zichtbaar.
Het managen van alle informatie in en over de infrastructuur vraagt om een andere aanpak. Timothy Lievendag van BAM Bouw en Techniek gaat daarom in op BIM (Building Information Management). Indien je in een DBFMO (Design Build Finance Maintain and Operate) project niet alleen verantwoordelijk bent voor het ontwerp en de bouw maar ook voor het langjarig onderhoud en beheer, is het noodzakelijk om moderne hulpmiddelen zoals BIM in te zetten om dit beheer efficiënt en kosteneffectief te kunnen uitvoeren en om vooraf de goede keuzes te kunnen maken.
Dat hoeft dus niet alleen met een sector als de industrie beschouwd te worden. Lennart Graaff van Bloc laat zien, dat de impact van Internet of Things (IoT) kan zorgen voor ‘smart living’. Het gebouw wordt als het ware om de toekomstige gebruiker heen gebouwd. Centraal staat de ontwikkeling van een slim ‘service-ecosysteem’: een totaalpakket van diensten dat voor de gebruiker de ideale interactieve woon-, werk- en verblijfsomgeving vormt. Het gebouw wordt in de loop van de tijd niet afgeschreven, maar waardevoller. Dat wordt gedaan door IoT toepassingen die steeds gebruiksvriendelijker, comfortabeler en gezonder worden.
Dat IoT een impact heeft, laat de presentatie van Marcel Pol van Rittal ook zien. Hij gaat in op een Honda Formule 1 en Hybrid Computing. Een Formule 1 auto bestaat tegenwoordig uit meer dan 150 sensoren. Per wedstrijd verzamelt en verwerkt het Formule 1 team ongeveer 100 GB aan data. Door middel van de autosport wordt de relatie tussen (big)data, snelheid, analyse en hybrid computing uiteengezet. Maar ook de data staan centraal in een track. Han Pieterse van KPN legt de focus op de veiligheid van de data. Eigenlijk gaat hij in op een case. Via bewakingscamera’s zijn hackers het netwerk van het datacenter binnengedrongen en via ‘identity theft’ zijn ze binnengedrongen in het centrale netwerk van de klanten. De dominostenen vallen achtereenvolgens in een niet te keren proces. Hoe veilig is uw datacenter? Met geen mogelijkheid zijn alle presentaties te benoemen. Op www.itroominfra.nl kunt u alle beschrijvingen bekijken en uw kansen pakken. Paul Petersen, FHI CloudWorks - nr. 5 / 2017
25
Interview
Security kan niet zonder realtime inzicht in het netwerkverkeer Cyberaanvallen blijven in aantal, complexiteit en intensiteit toenemen, waardoor securityverantwoordelijken dagelijks voor de uitdaging staan verdacht netwerkverkeer zo snel mogelijk te detecteren en tegen te houden. Daarvoor is realtime inzicht in al het netwerkverkeer onontbeerlijk. Volgens Frank Dupker, VP Sales EMEA bij Flowmon Networks wordt netwerkmonitoring steeds vaker als een managed service gebruikt. Cybercriminelen voeren aanvallen uit om de online services van organisaties te verstoren, informatie te stelen, of losgeld te incasseren. Die aanvallen zijn onder te verdelen in intelligente en volumetrische. Intelligente aanvallen richten zich op de bedrijfsapplicaties en -services, terwijl volumetrische aanvallen als doel hebben met brute kracht online services te verstoren. Welk motief een cybercrimineel ook heeft, de impact en gevolgen zijn vaak desastreus. Variërend van aanzienlijke imagoschade als gevolg van datalekken, tot grote financiële verliezen door niet beschikbare apparatuur, processen en informatie. “Voor de verdediging tegen elk type cyberaanval is het noodzakelijk de volledige netwerkinfrastructuur continu te monitoren op afwijkingen in de herkomst en gedrag van het verkeer”, zegt Dupker. “Daarom heeft Flowmon Networks zich daar sinds 2006 in gespecialiseerd.” Anno 2017 werken er bij deze spin-off van de technische universiteit uit het Tsjechische Brno ruim 120 medewerkers voor klanten over de hele wereld. In samenwerking met gespecialiseerde partners op het gebied van netwerksecurity.
Application Performance Monitoring
{
‘ Wij blijven voortdurend investeren in onze securityoplossingen om klanten meer en betere functionaliteit te bieden’
26
Alles over innovatie in ICT
Frank Dupker
Gartner positioneert Flowmon Networks al een aantal jaren als de enige Europese fabrikant in het segment voor Network Performance Monitoring & Diagnostics (NPM&D). Na in eerste instantie succesvol de Benelux-business te hebben uitgebouwd, is Dupker sinds eind vorig jaar verantwoordelijk geworden voor het uitbreiden van de EMEA-verkooporganisatie en het internationale partnernetwerk. “Om te anticiperen op de snelgroeiende vraag naar onze oplossingen bij alle partners, ben ik momenteel business development managers voor acht landen aan het zoeken en aannemen. Gelukkig hebben een aantal partners zelf al veel kennis en ervaring opgedaan, zoals Vosko Networking in de ziekenhuismarkt. De laatste tijd ervaren wij vooral bij financiële dienstverleners en zorginstellingen in de Benelux een verschuiving van ‘Network Performance Monitoring’ naar ‘Application Performance Monitoring’. Bijvoorbeeld omdat zorginstellingen alle gegevens in elektronische patiëntendossiers zorgvuldiger willen beschermen, ter voorbereiding op de nieuwe General Data Protection Regulation (GDPR). Ook banken en verzekeraars zijn daar uiteraard al volop mee bezig.”
DDoS-verdediging als managed service Een ander segment waarin Flowmon Networks al jaren succesvol groeit, is het detecteren en tegenhouden van DDoS-aanvallen. “Wij leveren al enkele jaren een eigen DDoS Defender, maar teamen ook met complementaire technologiepartners als A10 Networks, F5 Networks en Juniper Networks om organisaties een effectievere securityoplossing tegen lagere kosten aan te bieden, versus de totaaloplossingen van één leverancier”, vervolgt Dupker. “Bijvoorbeeld in de vorm van een managed service, zoals bij de NaWas. Deze nationale anti-DDoS wasstraat van de Stichting Nationale Beheersorganisatie Internet Providers (NBIP) beschikt sinds 2014 over de grootste schaalbare capaciteit in Europa om zowel volumetrische als intelligente DDoS-aanvallen effectief tegen te houden. Ontworpen en gebouwd vanuit de visie dat een groep van deelnemers met dezelfde doelstelling sterker is dan de individuele organisaties. Die oplossing is door onze partner Quanza in samenwerking met alle betrokken leveranciers geïmplementeerd en wordt sindsdien ook als managed service aan derden aangeboden. Quanza levert ook SaaS-oplossingen vanuit een eigen 24/7 bemand Network Operation Centre (NOC) in Amsterdam en helpt andere organisaties tevens bij het opzetten van een cloudgebaseerd extern scrubbingcenter.”
Security wordt businessvereiste Dupker ervaart dat steeds meer organisaties security als een primaire businessvereiste beschouwen. Omdat de beschikbaarheid en performance van hun webapplicaties en -services steeds kritischer worden en betere informatiebescherming noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan nieuwe regelgeving, zoals de al genoemde GDPR. “Wij blijven voortdurend investeren in onze securityoplossingen om klanten meer en betere functionaliteit te bieden”, vertelt Dupker. “Zoals de onlangs geïntroduceerde Flowmon APM Transaction Generator, die de beschikbaarheid en reactiesnelheid van webpagina’s geautomatiseerd test en meet in relatie tot een overeengekomen SLA. Maar ook bredere ondersteuning van gedistribueerde netwerkarchitecturen, meer virtualisatieplatformen, Software Defined Networking en het integreren van industriële protocollen als SCADA, om het snelgroeiende aantal Internet of Things apparaten effectiever te kunnen beschermen tegen aanvallen.” Voor het monitoren van SCADA-netwerken, werkt Flowmon Networks behalve aan het integreren van meer bestaande protocollen tevens aan IOTA-functionaliteit. Door de groei van het Internet of Things kan de vraag hiernaar snel gaan toenemen. Van de redactie
CloudWorks - nr. 5 / 2017
27
Blog Donate IT Hardware donaties aan goede doelen of ten bate van goede doelen komen vaker voor, maar de Stichting Donate IT gaat hierin verder. Naast hardware donaties staan wij ook open voor software (licentie) donaties. De Stichting zorgt voor de coördinatie, maar laat een scala aan operationele taken over aan haar ‘Donate IT Authorized Partner Network’. Deze bedrijven staan klaar om donerende organisaties bij te staan met diensten gerelateerd aan het verwijderen van software en hardware uit hun organisatie.
‘ Open voor iedere ICT-partner die MVO belangrijk vindt’ Uiteraard zijn donateurs niet verplicht gebruik te maken van dit ‘Donate IT Authorized Partner Network’, want ook hun eigen IT-afdeling of toeleverancier kan hier een bepalende rol in spelen. Maar de aangesloten bedrijven onderschrijven het ISO26000 en zijn bereid een deel van hun tarieven te schenken aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De diensten omvatten praktische diensten, maar ook expert sessies rond juridische of fiscale vraagstukken. Deze diensten zijn soms gericht op de operationele afdelingen, maar ook op boardroom niveau kan een vraagstuk worden behandeld. De Stichting Donate IT gaat uit van het ‘One-Stop shopping’ principe en wil donateurs graag een zo compleet mogelijk palet van mogelijkheden bieden. De Stichting is dan ook doorlopend op zoek naar nieuwe partners die donerende organisaties kunnen bijstaan met diensten die helpen bij de ‘decomissioning’ van hardware en software van donateurs.
Huisleveranciers mogen ook meedoen Iedere organisatie die IT Assets wil doneren, heeft vaak al een aantal preferente IT Service Providers met wie men service contracten heeft onderhandeld. Als deze partners aangeven via telefoon, e-mail of website te willen toetreden tot het ‘Donate IT Authorized Partner Network’ dan worden zij in een versneld toetredingsprogramma opgenomen. Ook vinden zij een uitgebreid kennisnetwerk bij Donate IT waaruit men kan putten. Door de huidige deelnemers binnen het ‘Donate IT Authorized Partner Network’ is een aantal initiatieven aangemeld. Partner LogicQ had als eerste een consultancy aanbod voor ISO26000 MVO certificatie. Maar heeft begin dit jaar samen met Scalable Software een bijzonder voorstel op tafel gelegd voor donateurs; 3 maanden gratis gebruik van de top management applicatie AssetVision voor het meten van de balans tussen geïnstalleerde software en de licentierechten. Dit initiatief dat is genomen door LogicQ Consultants verdient navolging van andere vendors en partners. Ook zij mogen zich melden bij de Stichting met een aanbod naar iedere donerende organisatie als zij ook Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) in het vaandel hebben staan om bij te dragen aan goede doelen.
Nieuwe partnerinitiatieven voor donerende organisaties Eén van de nieuwe partners is In2SAM, waarvan het hart is gevormd door een groep ervaren software management consultants, die hun sporen verdiend hebben bij onder andere Getronics en Capgemini. Zij bedienen vooral in de Enterprise Organisaties en centrale overheden en bieden een ‘SAM Maturity Assesment’
28
Alles over innovatie in ICT
in het kader van het promo-aanbod van het ‘Donate IT Authorised Partner Network’. De Stichting verwacht op korte termijn meer aanbod door de andere partners en zal op haar website binnenkort een aantal interessante voorstellen van hen doen aan donerende organisaties. Geïnteresseerden, zowel donateurs als partijen die Donate IT willen helpen op welke wijze dan ook, kunnen zich eenvoudig aanmelden op de website www.donate-it.nl. Dat mogen ook kleinere organisaties zijn en zelfs ZZP’ers, want soms is een organisatie op zoek naar een specialist op een specifiek terrein, zoals licentiecontracten, compliancy audits of educatie.
Kortom de Stichting propageert een grote betrokkenheid voor bedrijven die aansluiten bij het ‘Donate IT Authorised Partner Network’. Partners zullen worden gevraagd deel te nemen aan een kennismaking- en introductie-sessie, maar kunnen ook deelnemen aan een van de in den lande geplande ‘ICT in Beweging’ bijeenkomsten. Gezamenlijk proberen we met ‘ICT in Beweging’ meer betrokkenheid te genereren bij de IT ‘workers’ van Nederland en ruimte te bieden voor nieuwe initiatieven op donatiegebied en Corporate Charity. Houd de website in de gaten of volg Donate IT op LinkedIn, Twitter @St_Donate_IT of stuur een e-mail: info@donate-it.nl.
Ook bestaande hardware inzamelaars kunnen meedoen Stichting Donate IT wil graag werken met inzamelaars van IT-apparatuur als logistiek partner binnen haar partner netwerk. Dit zorgt voor een grotere diversiteit en samenwerking. Een donateur kan bij het Projectbureau aangeven dat hardware via een van deze partijen beschikbaar mag worden gesteld.
{
Pauline van Alderwerelt is bestuurslid van de Stichting Donate IT. Dit is een wervingsfonds zonder winstoogmerk, dat zich ten doel heeft gesteld financiële middelen te verwerven voor maatschappelijke organisaties. De stichting werkt samen met partners en biedt donateurs fiscale voordelen en professionele services.
‘ Het ‘Authorized Partner Netwerk’ biedt ruimte voor IT-initiatieven ter versterking van meer participatie van de IT-sector aan goede doelen’ CloudWorks - nr. 5 / 2017
29
Strategie in de individuele winkels analyses van lokaal koopgedrag uit te voeren.
Over The Digital Outpost
Zes eisen die we aan moderne ‘remote infrastructure’ moeten stellen
Of kijk eens naar zorgverleners. Ook deze partijen zien hun apparatuur steeds vaker digitaal worden, met alle kansen en mogelijkheden van dien. Voeg hierbij de consolidatie die in de zorg plaatsvindt en het is logisch dat deze organisaties steeds vaker zorg leveren over grotere en geografisch verspreide netwerken van ziekenhuizen, klinieken en speciale praktijken.
Digitale transformatie Bij deze - zeg maar - branchespecifieke issues komt ook nog het feit dat gebouwen zelf slimmer worden en meer met elkaar verbonden zijn. Elk bedrijf wordt dus in toenemende mate afhankelijk van een remote infrastructure die bovendien steeds intensiever wordt gebruikt. Het is van cruciaal belang dat de kosten voor het inrichten en beheren van deze infrastructuur-op-afstand goed in de hand worden gehouden, terwijl tegelijkertijd een veilige en goed functionerende werkomgeving op locatie wordt gerealiseerd. We staan daarmee op een kantelpunt. Was een remote infrastructure voorheen vooral bedoeld om regiokantoren te ondersteunen zodat medewerkers daar konden werken, tegenwoordig zijn deze volledig gedigitaliseerd en maken een integraal onderdeel uit van de bedrijfskritische infrastructuur van een organisatie. Het zijn dus als het ware ‘digital outposts’ van de organisatie geworden. Dit vereist een radicaal andere aanpak als het om de infrastructuur van deze outposts gaat. Het is niet meer voldoende om in een regiokantoor een server en een router in de bezemkast te plaatsen. De eisen die we aan de infrastructuur van een digital outpost stellen, gaan veel verder met name als het gaat om prestaties, beschikbaarheid en total cost of ownership. De IT-afdeling moet adequaat op deze ontwikkeling reageren. Gebeurt dit niet, dan zullen de digitale prestaties - en daarmee de financiële prestaties - van de organisatie negatief worden beïnvloed. Anders gesteld: het slagen (of falen) van de digitale transformatie van een organisatie is in hoge mate afhankelijk van de kwaliteit van de remote infrastructure die de IT-afdeling inricht.
IT heeft gegevensverwerking op externe locaties op afstand altijd ondersteund. Maar het belang van nieuwe bedrijfskritische activiteiten op afgelegen locaties als Internet of Things en real-time analytics neemt zo snel toe, dat IT-afdelingen goed moeten nadenken hoe deze zogeheten ‘remote infrastructure’ het beste kan worden ingericht. Doen zij dat niet, dan is de kans groot dat de kosten voor het faciliteren van dit soort toepassingen op onverantwoorde wijze toenemen. Sterker nog: grote kans dat de organisatie er dan niet in slaagt om van deze zo belangrijke digitale transformatie een succes te maken.
30
Alles over innovatie in ICT
Computing-op-afstand verandert drastisch. Mobiliteit, IoT, draadloze connectiviteit en softwaretoepassingen met een wat we wel noemen ‘small footprint’ (denk aan gezichtsherkenning in bewakingscamera’s) zijn de drijvende kracht achter de snelle groei van de digitale activiteiten van veel organisaties. Een gevolg hiervan is natuurlijk wel dat IT-faciliteiten op afstand steeds belangrijker worden voor bedrijven, terwijl de technische eisen die we aan deze voorzieningen stellen almaar toenemen. Zo houden detailhandelaren zich tegenwoordig niet alleen bezig met het kiezen van de beste Point of Sale (POS) systemen voor hun winkel(s). Ze kijken ook nadrukkelijk naar de rijke mobiele ervaring die zij klanten willen bieden als zij door de gangpaden van een winkel lopen. Zij hebben steeds vaker slimme systemen voor het beheer van voorraden in gebruik. Sommige retailers bereiken hoge omloopsnelheden van hun producten door in real-time en
Provisioning van de Digital Outpost De veranderingen die plaatsvinden rond remote computing maken het noodzakelijk dat de IT-provisioning van locaties-op-afstand op zes punten wordt gewijzigd.
De cloud zal deze on-site IT-vereisten niet verbeteren. De gegevens moeten nog steeds lokaal worden verzameld - en in een toenemend aantal gevallen ook lokaal geanalyseerd. Met name videostreams en motion tracking zullen de eisen voor on-site infrastructuur voor toepassingen zoals distributie en fulfillment, retail, beveiliging van faciliteiten evenals virtual reality en entertainment nog verder aanscherpen. De kans is zelfs groot dat het gebruik van de cloud de infrastructuurvereisten voor de on-site infrastructuur verhogen. Dit is een gevolg van het feit dat het aantal applicaties, services en databronnen toeneemt. Medewerkers, klanten en andere partijen op afstand zullen op ieder gewenst moment hier toegang toe willen en moeten hebben. • Eis #2: Bescherm tegen kwalijke fysieke omgevingsinvloeden Bedrijven investeren forse bedragen in de fysieke infrastructuur van hun centrale datacenter om ervoor te zorgen dat hun primaire IT-faciliteiten op de juiste temperatuur en vochtigheid worden gehouden, een consistente stroomtoevoer kennen ongeacht eventuele storingen in het lokale stroomnetwerk en bovendien worden beschermd tegen potentieel schadelijke invloeden zoals trillingen en elektromagnetische interferentie. De IT-infrastructuur op afstand vereist hetzelfde beschermingsniveau. Omdat bedrijven vaak hun afgelegen locaties leasen of huren, moeten deze outposts zelfs nog nadrukkelijker worden beschermd tegen de gevaren die ontstaan door nalatigheid of ongelukken bij eigenaren van onroerend goed en naburige huurders. Geen bedrijf wil immers inkomsten verliezen of met compliance issues zitten, omdat de bovenburen een probleem met de waterleiding hebben of iemand verzuimd heeft een airconditioning te onderhouden. IT moet daarom een nieuwe, weldoordachte aanpak ontwikkelen voor de huisvesting en de fysieke bescherming van de remote infrastructure.
{
‘ Het gemiddelde aantal kantoren dat wordt bediend door enterprise datacenters bedraagt momenteel 55’ (bron: IDC)
• Eis #3: Kies de juiste form factor • Eis #1: Kies high-performance en high-density compute, storage en networking Naarmate op remote locaties meer gegevens op meer manieren worden verwerkt, zal de infrastructuur-op-afstand zich dienovereenkomstig moeten ontwikkelen. Aangezien veel remote locaties niet over een overvloed aan extra vierkante meters |beschikken, zal de form factor voor deze benodigde infrastructuur zorgvuldig gekozen en liefst geminimaliseerd moeten worden.
Bedrijven hebben geen onbeperkte ruimte beschikbaar op hun afgelegen locaties. Ondanks het steeds verder toenemende belang van digitale technologie worden deze locaties vaak gekozen en ingericht zonder rekening te houden met de eisen die een IT-infrastructuur - denk aan computer, opslag, netwerk, energiebeheer, koeling, en dergelijke - aan zo’n ruimte stelt. Een van de sleutels tot een succesvolle ‘digital outpost provisioning’ is een strakke, efficiënte form factor waarin de IT-voorzieningen kunnen worden ondergebracht. Deze dient zo weinig mogelijk ruimte in beslag CloudWorks - nr. 5 / 2017
31
Strategie te nemen. In veel gevallen is het zinvol om een apparatuurbehuizing achter een verlaagd plafond te plaatsen of hoog op een muur te monteren. Dit type opstelling dient twee doelen: geen beslag leggen op de beperkte vloeroppervlak en IT-apparatuur niet in de weg van werknemers laten staan.
Deze beveiliging kan ook invloed hebben op compliance-kwesties. Regulerende instanties verwachten terecht dat bedrijven aantonen dat er voorzorgsmaatregelen zijn genomen om onbevoegde personen de toegang tot faciliteiten en gegevens te ontzeggen. Bedrijven die hun remote infrastructure niet zorgvuldig beschermen, kunnen zich op die manier blootstellen aan een falende cybersecurity audit.
• Eis #4: Zorg voor goed onderhoud & beheer op afstand • Eis #6: Zorg voor een gestroomlijnde provisioning Op afgelegen locaties is veelal geen technisch personeel aanwezig. Is support nodig dan is het naar deze locatie sturen van mensen kostbaar, terwijl de tijd die hiermee gemoeid is ontwrichtend werkt op de operatie. Het is dus van cruciaal belang dat sprake is van goede mogelijkheden voor beheer op afstand. Dit is geen nieuw concept, maar historisch gezien hebben de meeste IT-organisaties alleen maar nagedacht over service op afstand in termen van basisfuncties zoals waarschuwingen over systeemstatus, softwarematige reboots van hardware en patching van applicatiesoftware of besturingssystemen. Naarmate de dichtheid van IT-apparatuur en het bedrijfsbelang van de remote IT-voorzieningen verder toeneemt, moeten ook de mogelijkheden voor beheer op afstand verder worden uitgebreid. Deze mogelijkheden kunnen onder meer betrekking hebben op volledig op afstand uitgevoerde KVM-sessies, hard reboots, waarschuwingen over temperatuurdrempels en dergelijke. Behuizingen voor dit soort remote IT-voorzieningen moeten het voor niet-technisch personeel ter plaatse ook zo eenvoudig mogelijk maken om basistaken uit te voeren, zoals het verwisselen van serverblades of voedingen. • Eis #5: Geef security en compliance een hoofdrol Bedrijven investeren veel tijd en energie om hun kwetsbaarheid voor allerlei soorten cyberaanvallen te verminderen. Of het nu gaat om geavanceerde penetratie van perimeterverdedigingen tot eenvoudige, maar slimme phishing mails. Toch nemen diezelfde bedrijven vaak zelfs niet de meest rudimentaire maatregelen om de fysieke beveiliging van hun IT-infrastructuur te beschermen. Als gevolg daarvan kunnen kwaadwillige personen gegevens stelen of systemen uitschakelen via directe fysieke toegang tot servers of opslagmedia. Dit geldt met name voor locaties op afstand, waar IT-apparatuur vaak in ruimtes staat opgesteld die geen eigen toegangsbeveiliging kennen. De IT-infrastructuur op locatie vereist een veel hoger niveau van fysieke beveiliging dan nu vaak het geval is.
{
‘ Driekwart van de bedrijven zal in 2020 nog steeds hun kritische applicaties lokaal draaien op eigen IT-infrastructuur in plaats van SaaS en cloud’ (Bron: ESG)
32
Alles over innovatie in ICT
Sommige bedrijven hebben een zeer groot aantal remote locaties. In andere gevallen gaat het over een kleiner aantal, maar zijn deze verspreid over een zeer groot geografisch gebied. En weer andere bedrijven werken bijvoorbeeld met strakke tijdschema’s voor het opstarten van nieuwe locaties-op-afstand. Al deze bedrijven hebben echter één ding gemeen: zij moeten de kosten die zij maken voor al deze remote infrastructures goed onder controle houden. Daarom is het proces van provisioning voor remote locaties even belangrijk als het eindresultaat. Een consistent, gestroomlijnd proces voor het specificeren van de juiste provisioning voor elke outpost, het aanschaffen van de juiste apparatuur, het inzetten van die systemen en het valideren van het eindresultaat is van cruciaal belang. Zonder een efficiënt en gemakkelijk herhaalbaar proces zal de provisioning te traag en te duur zijn, maar bovendien te gevoelig voor fouten.
Zes vereisten voor de Digital Outpost • Kies high-performance en high-density compute, storage en networking • Bescherm tegen kwalijke fysieke omgevingsinvloeden • Kies de juiste form factor • Zorg voor goed onderhoud & beheer op afstand • Geef security en compliance een hoofdrol • Zorg voor een gestroomlijnde provisioning
Nieuwe digitale infrastructuur Hoe kan IT, gezien de bovenstaande vereisten, het best voorzien in IT-infrastructuur op afstand? Welke nieuwe stappen moet IT ondernemen om te voldoen aan nieuwe eisen voor betrouwbare, kostenefficiënte digitale zakelijke activiteiten op meerdere geografisch verspreide locaties? Bedrijven gaan deze uitdaging te lijf met oplossingen voor beheer op afstand die zich in het verleden al hebben bewezen. Denk aan KVM-switches, intelligente oplossingen voor power- en sensorbewaking en DCIM-software voor het beheer van de infrastructuur van datacenters en serverruimtes. Deze oplossingen bieden altijd en overal zicht op de gedistribueerde infrastructuren en geven vroegtijdige waarschuwingen over potentiële problemen. Daarbij geven deze oplossingen ook nog eens suggesties hoe een probleem het beste verholpen kan worden. Bovendien kunnen beheerders met deze tools op een goed beveiligde manier toegang-op-afstand krijgen tot IT-apparatuur en de ondersteunende infrastructuur. Veel van deze populaire mogelijkheden voor het beheer van infrastructuren op afstand worden nu geïntegreerd in geprefabriceerde
microdatacenters. Deze worden daardoor steeds interessanter omdat ze de uitdaging om tot een goede remote infrastructure te komen op drie niveaus aanpakken:
bedrijf aanzienlijk worden verbeterd en meer digitale activiteiten op meer locaties worden ondersteund.
• Datacenter-achtige omgevingen voor externe locaties Een goed ontworpen prefab-unit biedt een kant-en-klare omgeving voor IT-apparatuur op afstand die nauwkeurig nabootst wat er in het belangrijkste datacenter van de onderneming staat: koeling, geconditioneerde stroom, bescherming tegen externe schade, regulering van de fysieke toegang en dergelijke. • Eigenschappen en form factor op maat voor de remote locatie Terwijl microdatacenters enerzijds de kenmerken van het enterprise datacenter op meerdere manieren nabootsen, spelen deze prefab units anderzijds ook in op de eisen van afgelegen locaties met beperkte ruimte en weinig of geen technici ter plaatse. Zo kunnen ze gemakkelijk worden gemonteerd op plaatsen waar deze veilig zijn en niet in de weg staan. Ook kunnen zij gemakkelijk worden beheerd waarbij minimale hands-on vaardigheden nodig zijn. • Gestandaardiseerd en gemakkelijk uit te rollen Sommige bedrijven standaardiseren hun afgelegen locaties zodanig dat ze overal een identiek prefab ontwerp kunnen gebruiken. Andere organisaties kennen een aanpak waarbij een klein aantal verschillende soorten standaardontwerpen voor meerdere soorten locaties op afstand is gekozen (regionale distributie, lokale verkooppunten, enz.). Hoe dan ook, prefab eenheden elimineren de noodzaak voor IT om het wiel iedere keer opnieuw uit te vinden voor elke locatie op afstand. Het gebruik van prefab units is in het verleden enigszins beperkt geweest, omdat de behoefte aan remote computing niet groot genoeg was om een uitgebreid scala aan opties te rechtvaardigen. De keuze uit prefab units die beschikbaar waren voor enterprise IT was vrij beperkt om grotendeels dezelfde reden: ontoereikende marktvraag. Remote computing is inmiddels echter erg belangrijk geworden voor veel organisaties en biedt grote voordelen. Denk aan:
Prototype van Intelligent Cabinet Raritan heeft samen met de Data Communications Division van Legrand een prototype van een Intelligent Cabinet ontwikkeld, dat gebruik maakt van de expertise van het concern op het gebied van datacenters, intelligente stroomverdeling, monitoring van stroom en omgeving, DCIM, bekabeling, netwerken en beheer van datacenters op afstand. Een nieuwe embedded controller - waarvoor overigens een octrooi is aangevraagd - biedt de nodige intelligentie aan het kabinet. De kast heeft een eigen IP-adres. Verder is voorzien in zowel een lokaal of op afstand geplaatst touchscreen voor het beheren van een aantal belangrijke taken. Denk aan beveiligingsauthenticatie en deurvergrendeling, het volgen van IT-assets en -infrastructuur in de kast. Ook biedt de software mogelijkheden voor het monitoren van de omgeving van de kast, het energieverbruik en eventuele storingen. De open architectuur van de kast ondersteunt nog veel meer functies en mogelijkheden om aan de behoeften van remote locaties te voldoen. De mogelijkheden van de kast zijn bij uitstek geschikt voor digital outpost-scenario’s. Als er bijvoorbeeld een warmte-hotspot in de buurt van de kast is, waarschuwen de milieusensoren van de kast het IT-personeel en activeren de LED buiten de kast. Is er sprake van een inbraak of poging daartoe, dan maken camera’s in de kast foto’s van de indringer en sturen deze naar IT-beveiligingsmedewerkers.
• Geen verstoring van de business-operatie • Betere en consistente bediening van klanten • Snelle en eenvoudige lancering van remote IT op nieuwe locaties • Lagere IT-kosten • Verminderde belasting en betere verdeling van het schaars IT-personeel • Vermindert operationele, security- en compliance-risico’s • Hogere beschikbaarheid en betere MTTR (mean time to repair) • Goede technische basis voor verdergaande digitale transformatie van bedrijven Geen enkel bedrijf mag zijn remote locaties anno 2017 nog voorzien van voorzieningen die we kennen uit 2007. Remote offices vragen om een slimme IT-strategie. Microdatacenters en intelligente oplossingen voor beheer-op-afstand kunnen een centrale rol spelen in die strategie. Met als gevolg dat de prestaties van het CloudWorks - nr. 5 / 2017
33
Praktijk Succesvolle samenwerking
Equinix en Beveco optimaliseren
Equinix is de grootste IBS datacenter & colocatie aanbieder ter wereld. Met meer dan 175 datacenterlocaties in 44 markten verdeeld over 5 continenten, biedt Equinix haar klanten een unieke mogelijkheid voor wereldwijde connectiviteit in een beveiligde omgeving voor IT- en telecomapparatuur. Zo biedt Equinix als kernspeler van de digitale economie, de mogelijkheid nieuwe IT- en cloud strategieën vorm te geven. In Amsterdam kunnen klanten gebruik maken van 8 datacenters welke aangesloten zijn op de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) en Neutral Internet Exchange (NL-ix), waar thans 1000 ISP’s, telecommunicatie carriers, providers en hosting services gebruik van maken. Equinix stelt hoge kwaliteitseisen aan haar datacenters. Niet alleen qua veiligheid en beveiliging, maar ook op het gebied van duurzaamheid en energie-efficiëntie. De werkwijze en de manier waarop Beveco haar beloftes waarmaakt hebben geleid tot een succesvolle samenwerking tussen beide bedrijven. Deze samenwerking stamt uit de jaren 90 waar destijds TelecityGroup op zoek was naar een gespecialiseerde partij voor het verzorgen van service en onderhoud aan de klimaatinstallaties. Deze samenwerking leidde ertoe dat Beveco in 2008 niet alleen werd
34
Alles over innovatie in ICT
geselecteerd voor het verzorgen van het Building Management Systeem (BMS) voor het vierde datacenter, maar ook voor het Cooling Management Systeem (CMS) en Security Management Systeem (SMS) inclusief alle onderliggende systemen (toegangscontrole, inbraak en detectie). Ook voor de nieuwbouw van de tweede fase van het datacenter in 2009, het vijfde datacenter in 2012 en de zesde in 2015, werd voor Beveco gekozen. In 2016 is TelecityGroup overgenomen door Equinix en al snel was ook Equinix overtuigd van de uitgebreide mogelijkheden en het kennisniveau van
Beveco. Onlangs is dan ook in AM6 een nieuwe fase door Beveco opgeleverd en zijn op diverse andere datacenters uitbreidingen gerealiseerd.
Ervaren projectmanagers De vraag naar duurzaamheid en beschikbaarheid neemt steeds verder toe evenals de snelheid waarmee de datacenters gebouwd worden. Door de inzet van adequate projectmanagers is Beveco in staat om de processen succesvol af te ronden. De ervaren projectmanagers hebben een uitgebreide kennis van E, W en ICT-systemen, dit is een unieke combinatie die de projectmanager in staat stelt om mee te denken bij het ontwerp van de technische installaties en toe te zien op een correcte uitvoering. Duurzaamheid en energie-efficiëntie nemen binnen de datacenterwereld een steeds prominentere positie in. Werd er voorheen gekoeld door middel van koelmachines, thans gebeurt dit met ATES (Aquifer Thermal Energy Storage)
Datacenter Management Systemen
installaties in combinatie met koeltorens voor vrije koeling. Beveco realiseert hiervoor een Cool Management Systeem (CMS). Het CMS zorgt continu voor de meest optimale en cyclische aansturing van de verschillende installatiedelen. Doordat de verschillende installatiedelen ook zijn voorzien van een eigen regeling, wordt een hoge mate van beschikbaarheid verkregen. De prestaties van de installatie wordt verzameld en verwerkt in rapportages, welke automatisch naar de betrokkenen wordt verzonden. Zo is maandelijks terug te zien hoe de installatie presteert en of wordt voldaan aan de gestelde criteria.
Databeveiliging steeds belangrijker Ook op het gebied van veiligheid en beveiliging gaan de ontwikkelingen razendsnel. Met de toename van web based oplossingen en mobiele data neemt data beveiliging een steeds prominentere rol in bij onze dagelijkse werkzaamheden. Door het behalen van de ISO27001 certificering heeft Beveco een grote stap gezet in de dienstverlening op dit gebied.
Uiteraard is dit maar een deel van de beveiliging. Voorkomen van ongewenste bezoekers of juist weten wie de bezoekers zijn is een ander aspect om de continuïteit van de Equinix datacenters te waarborgen. Beveco levert hiervoor de systemen zoals toegangscontrole, inbraak, camera’s, intercom en bezoekersregistratie. Deze systemen worden efficiënt bediend en beheerd door het Security Management Systeem. Via e-mail en SMS worden storingen en alarmen direct naar de betrokken medewerkers verstuurd, zodat er geen kostbare tijd verloren gaat. Voor een optimale ondersteuning in dit traject heeft Equinix met Beveco een mantelcontract afgesloten voor de serviceverlening. Beveco treedt hierbij op als aanspreekpunt voor de diverse installatiedelen. Gedurende 24/7 zorgen de engineers en projectleiders van Beveco ervoor dat elke verstoring snel en adequaat wordt opgelost.
Niet alleen voor grote datacenters Een veelgehoorde opmerking is dat de BMS, CMS en SMS systemen alleen toepasbaar zouden zijn voor de grotere datacenter locaties. De grotere locaties hebben immers andere eisen dan bijvoorbeeld in-house datacenters of de zogenaamde shelters. Maar zowel bij een groot datacenter als bij alleen een serverruimte is de overeenkomst dat de continuïteit voor elke situatie van het grootste belang is. Daarnaast is goed en centraal overzicht over de actuele status van je systemen en uniforme alarmafhandeling eigenlijk onmisbaar in elk datacenter. Er zijn verschillende manieren om dit te bereiken. Beveco levert diverse oplossingen van groot naar klein die toepasbaar zijn in elke situatie, of het nu gaat om beveiliging, veiligheid of comfort: wij laten ons graag uitdagen om tot een optimale oplossing te komen. Kijk voor meer informatie op www.beveco.nl CloudWorks - nr. 5 / 2017
35
Markt Software Defined WAN biedt meer bandbreedte dan MPLS voor zelfde kosten
Stolt-Nielsen kiest voor SD-WAN Voor een wereldwijde dienstverlener als Stolt-Nielsen Limited (SNL) is een betrouwbaar bedrijfsnetwerk een eerste vereiste om processen optimaal te ondersteunen. Het bedrijf, dat geïntegreerde transport- en opslagoplossingen biedt voor vloeibare chemicaliën, plantaardige oliën, zuren en andere specialty liquids, besloot zijn bestaande MPLS-netwerk te vervangen door een SD-WAN-oplossing. “We hebben nu veel meer bandbreedte voor hetzelfde geld”, zegt Daan Muizer, Global Operations Manager bij Stolt-Nielsen.
stuurde aanvragen uit naar verschillende leveranciers. Met het oog op de toekomst had het bedrijf voor het nieuwe platform twee eisen. Ten eerste was voor Stolt-Nielsen een toekomstvast design een harde eis om te garanderen dat ook nieuwe applicaties direct toegankelijk zijn voor de gehele organisatie zonder dat het netwerk hiervoor opnieuw ingericht hoeft te worden. Ten tweede had het bedrijf een platform nodig, dat de groeistrategie via fusies en overnames zou ondersteunen. Nieuwe bedrijven en vestigingen moeten eenvoudig, snel, efficiënt en zonder extra kosten in het bestaande netwerk geïntegreerd kunnen worden.
Bij Stolt-Nielsen werken meer dan 2.200 mensen verdeeld over ruim veertig vestigingen in meer dan dertig landen. De bestaande MPLS-netwerkinfrastructuur kende drie varianten met elk een andere netwerk- en platformontsluiting: Brons, Zilver en Goud. In Brons-vestigingen werken maximaal vijf werknemers. Zij hadden in de oude situatie verbinding via een enkele internetlijn met best-effort SLA’s. In Zilver-vestigingen werken tot honderd werknemers die gebruikmaakten van een traditionele MPLSverbinding met internet als back-up. Goud-vestigingen zijn vestigingen met meer dan honderd werknemers, productielocaties of datacenters, en die waren verbonden via twee MPLS-lijnen voor redundantie. In deze vestigingen wordt ook het grootste deel van de bedrijfskritieke processen beheerd.
Keus voor SD-WAN
Dichter bij de gebruiker Toen het bestaande MPLS-contract van Stolt-Nielsen afliep, startte het bedrijf een grondige evaluatie van de mogelijkheden voor de infrastructuur. Stolt-Nielsen ontwikkelde een lijst met criteria en
{
‘ Het bedrijf had een platform nodig, dat de groeistrategie via fusies en overnames zou ondersteunen’
36
Alles over innovatie in ICT
Na uitgebreide evaluatie van diverse oplossingen besloot StoltNielsen te kiezen voor de SD-WAN-oplossing van Videns IT Services, dat zijn VeloCloud Cloud-Delivered SD-WAN leverde als vervanging van de bestaande MPLS-WAN-infrastructuur. In drie maanden tijd werden meer dan veertig vestigingen aangesloten. De overgang naar een platform dat het gehele netwerk verbindt met dezelfde applicaties - waar ter wereld de vestigingen zich ook bevinden - was een belangrijke voorwaarde. Dit om te garanderen dat applicaties altijd toegankelijk zijn en voor alle gebruikers voor een goede ervaring zorgen. Applicaties die door de gehele organisatie gebruikt worden, zijn Office 365, Skype for Business en bestandsreplicatie. In de nieuwe omgeving worden de bedrijfsapplicaties centraal beheerd, terwijl de Microsoft Officesuite voor telefonie en collaboration verplaatst wordt naar lokale end-points. Muizer: “Onze datacenters staan in het Verenigd Koninkrijk en van daaruit draaien alle gebruikers hun Citrixdesktop en applicaties. Daardoor heeft een gebruiker in Rotterdam een heel andere ervaring dan een gebruiker in Melbourne. Zeker als je bedenkt dat die gebruiker in Melbourne internettoegang krijgt via datzelfde datacenter, terwijl hij vaak Australische websites bezoekt. Met het nieuwe netwerk en de dynamische routing bieden we nu lokale internettoegang en kunnen we in de toekomst applicaties en content mogelijk nog dichter naar de gebruiker brengen. Denk aan de mogelijkheden van Microsoft Office 365 als gedistribueerde cloudoplossing.”
Meer bandbreedte Alle vestigingen, groot en klein, zijn gemigreerd naar een cloudinfrastructuur. Onderlinge communicatie en toegang tot alle cloudapplicaties gebeurt via internet. Voor capaciteit, failover en redundantie werden Zilver- en Goud-vestigingen uitgerust met twee of drie internetlijnen. Met de SD-WAN-oplossing krijgen
{
‘ Ook voor het dagelijks beheer van het nieuwe netwerk zijn geen hooggekwalificeerde netwerkengineers nodig’
alle gebruikers toegang tot significant meer bandbreedte en snelheid. Applicaties hebben daardoor snellere responstijden, wat de algemene bedrijfsefficiëntie verhoogd heeft. Alle vestigingen maken gebruik van Zscaler-cloudsecurity, volledig geïntegreerd met de SD-WAN-oplossing. Verder zijn met de nieuwe oplossing het inzicht in, en de prestaties van het netwerk aanzienlijk verbeterd. Door de inzet van een orchestrator is er meer inzicht en betere beheersbaarheid, waardoor het team van Stolt-Nielsen meer zicht heeft op verkeerspatronen, probleemidentificatie en incidentoplossing.
Snelheid van levering Waar het leveren van een MPLS-lijn naar een kantoor voorheen negentig dagen duurde, kostte dat later slechts enkele dagen dankzij de inzet van internetverbindingen van lokale ISP’s. De nieuwe omgeving hoeft slechts op de ISP-lijn (of -lijnen) aangesloten te worden, waarna die hun configuratie automatisch aangeleverd krijgen vanuit orchestrator en de verbinding operationeel is. Ook voor het dagelijks beheer van het nieuwe netwerk zijn geen hooggekwalificeerde netwerkengineers nodig.
Complex beheer verleden tijd
en het aansluiten van nieuwe vestigingen. Om het beheer nog verder te vereenvoudigen, werkt Stolt-Nielsen met de orchestrator die voorziet in één centrale interface om alle netwerkactiviteiten te beheren. Dat maakte de zes of meer interfaces overbodig, waarvan Stolt-Nielsen voorheen gebruikmaakte. Het bedrijf beschikt nu eindelijk over end-to-end inzicht en performancestatistieken, wat heeft gezorgd voor transparantie en een verbeterd incidentafhandelingsproces.
Hogere gebruikerstevredenheid Al na enkele maanden na de implementatie zag Stolt-Nielsen een gigantische stijging in gebruikerstevredenheid, zowel bij interne gebruikers als bij hen die extern profiteren van de implementatie van de SD-WAN-oplossing. Het vereenvoudigen en stroomlijnen van toegang tot bedrijfskritische applicaties en de verbeterde performance hebben het imago van Stolt-Nielsen als bedrijf dat om zijn werknemers en klanten geeft, sterk helpen verbeteren. Volgens Muizen heeft Stolt-Nielsen vanuit een kosten-batenoogpunt meer bereikt dan het had durven hopen. “We hebben nu veel meer bandbreedte voor hetzelfde geld. En wat voor onze eindgebruikers nog veel belangrijker is: de migratie was een compleet backendproces met weinig tot geen invloed op de bedrijfsvoering.”
Uitdagingen •H et traditionele MPLS-netwerk was kostbaar in onderhoud, moeilijk te beheren, inflexibel en had zeer lange levertijden. •D e overstap naar een nieuwe, gedecentraliseerde omgeving leidde tot andere verkeerspatronen en hoge eisen voor bandbreedte in alle vestigingen - met hoge kosten tot gevolg. Resultaten •N etwerkinfrastructuur die klaar is voor de toekomst. •C omplex beheer is verleden tijd. • L agere beheer- en netwerkkosten. •U itstekende en wereldwijd consistente gebruikerservaring.
Direct na de implementatie van de SD-WAN-oplossing behaalde Stolt-Nielsen al financiële en operationele voordelen - met name op het gebied van managed services. Doordat Stolt-Nielsen niet langer een MPLS- en meerdere internetproviders hoeft te managen, zijn de service- en beheerkosten sterk verlaagd en kan de IT-afdeling zich focussen op activiteiten die daadwerkelijk waarde toevoegen. Videns IT Services verzorgt het beheer van alle technologie en leveranciers, het oplossen van eventuele problemen CloudWorks - nr. 5 / 2017
37
Big data
Onderzoek
Onderzoekers sporen groeifactoren van bedrijven op met big data
Wereldwijd tekort aan gekwalificeerd datacenterpersoneel
Welke zaken zijn goede indicatoren van groei van een bedrijf? Tot nu toe bestaan hier alleen maar aannames over, maar een echte blauwdruk voor groei ontbreekt. Voor het eerst worden met behulp van data science deze groeifactoren op een wetenschappelijke manier in kaart gebracht. De Nederlandse universiteit voor data science JADS (Jheronimus Academy of Data Science) en bedrijfsinformatiespecialist Graydon gaan hieraan samenwerken.
Bijna 60% van de bedrijven wereldwijd zegt over voldoende on-premise datacentercapaciteit en -ruimte te beschikken om de behoeften voor tenminste de komende vijf jaar op te vangen. Tegelijkertijd geeft 73,3% van de bedrijven aan moeite te hebben voldoende gekwalificeerd datacenterpersoneel te vinden. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Voice of the Enterprise: Datacenter Transformation’ van onderzoeksbureau 451 Research. Ondanks de migratie naar de cloud blijven bedrijven de komende jaren inzetten op on-premise datacenters. Organisaties geven over het algemeen aan te verwachten dat het totaal aantal ICT-medewerkers zal afnemen, maar dat het aantal professionals dat specifiek is toegespitst op datacenter en facilitaire taken gelijk zal blijven. 63% van de respondenten geeft aan dat dit vooral te danken is aan de groei van hun totale business, terwijl meer dan een derde aangeeft dit personeel nodig te hebben om te voldoen aan de groei van specifieke projecten binnen hun bedrijf.
“Tijdens hun levenscyclus ondergaan sommige bedrijven een enorme groei. Maar er zijn ook bedrijven die door de jaren heen min of meer dezelfde omvang houden”, zegt Arjan van den Born van JADS. “Er lijkt geen blauwdruk voor succes of groei te zijn. Zelfs nu - na meer dan een eeuw waarin de wetenschap zich volop heeft gebogen over wat de succesfactoren van ondernemerschap zijn - is er nog steeds geen eenduidig, waterdicht groeimodel.”
‘Wat zijn bepalende elementen?’ “Wij zijn een samenwerking aangegaan met JADS omdat we willen onderzoeken wat de bepalende elementen zijn van succesvolle organisaties”, legt Rob Veneboer, COO van Graydon uit. “Waarom groeien zij? Wat doen de bedrijven anders? Welke overeenkomsten tonen ze? Investeren ze veel? Kennen ze de klantvraag of de potentie in de markt beter dankzij inzet van slimme data?”
JADS en Graydon willen samen indicatoren voor de groei van bedrijven in kaart brengen met Big Data (foto: Graydon)
de voorspellende kracht van beschikbare bedrijfsmodellen verbeterd.
Nieuwe variabelen en inzichten Om op deze vragen een antwoord te kunnen bieden, ontwikkelen data scientists van Graydon en JADS aan de hand van big data analyses nieuwe modellen die groei van bedrijven kan verklaren en zelfs voorspellen. Daarnaast wordt, met behulp van de data science inzichten en -toepassingen,
38
Alles over innovatie in ICT
Waar tot nu toe bedrijfsgroei de belangrijkste factor voor succes was, zal er nu gekeken worden naar voorheen ontoegankelijke data - zoals ongestructureerde data van websites - om nieuwe variabelen en inzichten te verkrijgen. Dit gebeurt met gebruik van state-of-the-art technieken
zoals scraping, natural language processing en machine learning. Daarnaast willen Graydon en JADS ook nieuwe en potentieel waardevolle gebieden voor datacollectie identificeren. De samenwerking tussen Graydon en JADS zal stapsgewijs intensiveren. Elke vervolgstap wordt op basis van de behaalde resultaten genomen.
73,3% van de bedrijven noemt het vinden van datacenter- en facilitairpersoneel moeilijk. De drie belangrijkste redenen hiervoor zijn dat huidige kandidaten vaardigheden en ervaring missen, een te hoog salaris verwachten of dat er simpelweg te weinig kandidaten beschikbaar zijn in de regio waarin de organisatie actief is. “Het goede nieuws is dat veel organisaties op dit moment nog niet met een tekort aan datacenterpersoneel en facilitaire managers te maken hebben”, zegt Christian Perry, die als analist betrokken was bij het onderzoek. “Bedrijven die wel recruitmentproblemen hebben, geven aan het tekort aan beschikbaar talent vooral op te lossen door nieuwe vaardigheden aan te leren aan bestaand personeel.”
{
‘ Ontbreken van specialisten levert risico’s op’
Geen reden om over te stappen op managed services Slechts 19,2% van de ondervraagde organisaties geeft aan dat het tekort aan gekwalificeerd datacenterpersoneel reden is om over te stappen op managed service providers. 451 Research stelt dat er voor managed service providers en infrastructuurleveranciers kansen liggen in het assisteren van klanten bij het trainen van personeel. Als voorbeeld noemt het onderzoeksbureau het leveren van trainingen op het gebied van milieuvriendelijke verwarmings-, ventilatie- en airconditioningtechnologieën. 20,5% van de organisaties die met personeelstekorten te maken hebben geven aan workloads te willen verplaatsen naar de public cloud. 42% geeft echter aan dat hun investeringen in de public cloud niet worden beïnvloed door het tekort aan personeel. 32,1% wil meer investeren in het aantrekken van talent.
EXECUTIVE OVERVIEW
Q UA RT E R LY A DV I S O RY R E P O RT
O R G A N I Z AT I O N A L DY N A M I C S
Datacenter Transformation Combining 451 Research’s industry leading analysis with an extensive network of over 60,000 senior IT professionals, Voice of the Enterprise: Datacenter Transformation tracks the disruption occurring in the market and exposes the major opportunities for enterprises, IT vendors, suppliers and investors. The study represents over 680 completes of a web-based survey, completed by IT and datacenter facilities decision-makers worldwide, primarily based in North America and Europe, and supplemented by 16 in-depth, phone-based interviews. The sample is representative of small, medium, large and very large organizations in both the private and public sectors. In addition to regular quarterly topics, the survey focuses on organizational dynamics for 2017, skillset gaps, colocation spending trends, cloud and datacenter building plans.
©2017 451 Research, LLC | W W W . 4 5 1 R E S E A R C H . C O M
“Indien een IT-team primair bestaat uit generalisten, zijn bedrijven eerder geneigd te investeren in het veilig stellen van talent ten opzichte van bedrijven waar veel specialisten actief zijn”, aldus Perry. 451 Research stelt dat organisaties met silo’s niet snel geneigd zijn hun IT-team significant om te vormen, terwijl bedrijven met veel generalisten geneigd zijn nog meer generalisten aan te nemen. Het onderzoeksbureau waarschuwt dat dit risicovol is en het moeilijk maakt het vertrek van gespecialiseerd personeel op te vangen.
CloudWorks - nr. 5 / 2017
39
IoT
NEN
De vijf fasen van ieder IoT-project Het Internet of Things (IoT) ondersteunt digitalisering en biedt bedrijven vele mogelijkheden. De data die voortkomen uit met het internet verbonden apparaten resulteren vaak in inzichten die transparantie verbeteren en productieprocessen optimaliseren. Zelfs als het gaat om zoiets alledaags als een IoT-koffiezetapparaat. Dankzij de verbinding met het netwerk weet zo’n koffiezetapparaat op welk moment van de dag een bepaald type koffie het populairst is. Of wanneer de meeste koffie wordt gedronken. Of hij waarschuwt je wanneer er onderhoud nodig is. Toch is zo’n IoT-project niet zomaar te realiseren - zelfs al gaat het om een koffiezetapparaat. Er dient rekening te worden gehouden met vijf fasen die van toepassing zijn op ieder project: verzamelen, verplaatsen, opslaan, analyseren en archiveren.
ten die dezelfde taal spreken, kunnen met elkaar communiceren. MQTT (Message Queue Telemetry Transport) is momenteel het meest gebruikte open message protocol voor machine-tomachine-communicatie.
3. Opslaan 1. Verzamelen Fase 1 omvat het vastleggen van sensordata en ervoor zorgen dat deze data kan worden doorgestuurd. Retrofitting stelt hierbij vast hoe een ouder apparaat met het internet te verbinden is. Hoewel deze apparatuur wel over interne sensoren beschikt, is dit vaak geen IP-data, en moet deze worden omgezet. Bijvoorbeeld met een edge-gateway, die de oorspronkelijke data vertaalt en dan doorstuurt. Ook bestaan er systemen die met een webcam bepaalde signalen vastleggen en vervolgens omzetten in IP-data met behulp van kunstmatige intelligentie. Hierna wordt de data doorgestuurd voor evaluatie. Nieuwere IP-apparatuur is daarnaast simpelweg te upgraden.
2. Verplaatsen Dan komt het veilig verplaatsen van data van het apparaat naar het datacenter. Hier komen switching-, routing-, firewall- en draadloze technologieën bij kijken. Daarnaast is het belangrijk om het juiste communicatieprotocol te selecteren. Er bestaan zo’n vijftig verschillende protocollen voor datasensorcommunicatie, maar een universele standaard ontbreekt nog. Alleen appara-
40
Alles over innovatie in ICT
De volgende stap is het opslaan van sensordata en de analyse ervan mogelijk maken. De toegepaste technologie is afhankelijk van de situatie. Zo kunnen bedrijven die data-analyse uitvoeren met Hadoop zich het beste wenden tot highperformance storage-oplossingen. Als het op edge-computing aankomt, worden SSD’s gebruikt voor opslag op industriële pc’s. En stream-analytics - oftewel de realtime berekeningen van datastromen vergt zeer snelle flash-resources. Verder is de zeer schaalbare cloud juist geschikt voor het opslaan van grote hoeveelheden data in het centrale data-lake. Met een goed besturingssysteem voor datamanagement, databasesystemen als NoSQL of traditionele SQL-databases, is het daarnaast mogelijk om data eenvoudig te verhuizen naar een andere storageoplossing.
4. Analyseren Fase vier bestaat uit het analyseren van de sensordata. Ook hier bepaalt de situatie de oplossing. Het Hadoop-kader en de NoSQL-database-oplossingen zijn geschikt voor het verwerken van grote hoeveelheden gestructureerde en ongestructureerde data uit het data-lake. SAP HANA of SAP Business Objects
worden meestal gebruikt voor realtime analyses. Daarnaast speelt ook het verbinden van de analyseresultaten met het ERP-systeem van bedrijven een rol in deze fase.
NEN start consultatie over wenselijkheid van AI-standaarden
5. Archiveren De vijfde fase draait om het archiveren van de sensordata voor een langere periode. Belangrijk onderdeel hiervan is een op rollen gebaseerde, geautomatiseerde dataclassificatie. De classificatie verwijdert automatisch data die niet langer bewaard hoeft te worden, en geeft toegang tot storage-tiering. Storage-tiering houdt in dat data op basis van relevantie wordt opgeslagen op verschillende opslagmedia. Nieuwere data wordt bijvoorbeeld opgeslagen op snelle systemen, terwijl oudere data wordt opgeslagen op minder krachtige en goedkopere storage-oplossingen. “Bij de aanvang van een IoT-project is het belangrijk om allereerst de doelstellingen op papier te zetten”, zegt Wessel Gans, Senior Systems Engineer Benelux bij NetApp. “Dit leidt tot de vragen ‘Welke data heb ik nodig?’, ‘Waar komen deze data vandaan en hoe kan ik ze verzamelen?’. En ‘Moeten deze data on-premises of in de cloud worden geanalyseerd?’ en ‘Hoe lang en waar wil ik de data opslaan?’. Voordat het project wordt gestart doorlopen we eerst de vijf projectfasen. Zodra de basis is gelegd, en het testproject, dat bijvoorbeeld bestaat uit het verzamelen van de data van één apparaat, is afgerond, is het tijd voor de volgende stap. Deze bestaat uit het selecteren van de juiste IoT-leverancier, die met een netwerk van partners werkt en zo alle vijf de fasen van het IoT-project uit handen neemt en tegelijkertijd overzicht houdt. Dát is de sleutel tot een succesvol IoT-project.”
Twee voorstellen om standaarden te ontwikkelen voor kunstmatige intelligentie (AI) zijn door het Amerikaanse normalisatie-instituut ANSI ingediend bij ISO en IEC. NEN is daarom onlangs een consultatie gestart naar de wenselijkheid van deze standaarden. Hoewel AI zeker niet nieuw is en er al decennia onderzoek naar wordt gedaan, staat AI op dit moment volop in de belangstelling. De toegenomen rekenkracht van computers heeft geresulteerd in de opkomst van Machine Learning. Deze tak van kunstmatige intelligentie is gebouwd op patroonherkenning en heeft de mogelijkheid om zelfstandig kennis op te bouwen. Machine Learning kent steeds meer praktische toepassingen in verschillende sectoren en industriële processen. Daarmee wordt deze tak van AI beschouwd als één van de pijlers van de vierde industriële revolutie. De Amerikaanse standaardisatievoorstellen hebben betrekking op: • Artificial Intelligence Concepts and Terminology: gestandaardiseerde concepten en terminologie voor een beter begrip en bredere acceptatie van de technologie. • Framework for Artificial Intelligence (AI) Systems Using Machine Learning (ML): het raamwerk richt zich op praktische afstemmingsproblemen bij het gebruik van Machine Learning in AI systemen en gaat in op maatschappelijke zorgen die er spelen ten aanzien van AI. NEN heeft Nederlandse belanghebbenden gevraagd hun mening te geven over de voorstellen. Op basis van de marktconsultatie zal NEN, namens Nederland, een stem uitbrengen ten aanzien van de Amerikaanse voorstellen. CloudWorks - nr. 5 / 2017
41
Blog BTG Digitale connectiviteit vormt voor BTG en haar leden een belangrijk en actueel najaar thema, dat zowel wordt vertaald in het ledenprogramma als in de activiteiten als branchevertegenwoordiger namens de zakelijke afnemers.
HEt keNNiseveNt Over COMputerruiMtes, DataCeNters eN ClOuD COMputiNg
Digitale connectiviteit Medio 2016/begin 2017 heeft het Ministerie van Economische Zaken de nota Frequentiebeleid afgerond, die inmiddels succesvol in de Tweede Kamer is gepresenteerd. Hiermee is een belangrijk punt geadresseerd, namelijk dat een goede en evenwichtige beschikbaarheid en verdeling van frequenties in het belang van alle stakeholders is. Als gevolg van de groeiende behoefte aan mobiele data, mede door de huidige ICT-ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld IoT, videostreaming, maar ook 5G, is een goede regie op dit thema naast een economisch belang, ook een groeiend maatschappelijk belang geworden. De continue borging van de beschikbaarheid van vooral mobiele data- en communicatievoorzieningen is tevens een toenemende zorg voor onze leden, organisaties die de verantwoordelijkheid dragen voor de realisatie van deze bedrijfskritieke diensten aan hun medewerkers en klanten. Vooral sectoren op het gebied van Veiligheid, Logistiek en Zorg dragen hierbij een extra verantwoordelijkheid, omdat een groot aantal van hun diensten direct de veiligheid raakt van personen, dus hiermee een levensafhankelijke taak vervullen.
een aantal markt- en gebruikersdialogen zal organiseren. Vanuit BTG zal hierop worden aangesloten met een aantal masterclasses en themabijeenkomsten, te weten op dinsdag 10 oktober a.s. een masterclass in samenwerking met marktpartijen zoals Flash, gericht op de impact van 5G op de invulling van mobiele communicatieoplossingen. Op 7 november a.s. organiseert BTG een uitgebreide vervolgdialoog over de invulling van indoorcoveragevraagstukken bij BTG-lid Schiphol. Hierbij sluiten zowel gebruikers, marktpartijen als overheidsvertegenwoordigingen aan. Daarnaast werkt BTG in samenwerking met de vier MNO’s constructief aan de ontwikkeling van marktneutrale standaarden voor de koppeling van MNO-services op indoornetwerken die door gebouweneigenaren of -beheerders worden beheerd. Hiermee positioneert BTG zich als intermediair namens zakelijke gebruikers in het speelveld van policymaking en de mark door de ontwikkeling van pragmatische oplossingen, die in het voordeel zijn van alle stakeholders. Zie onze BTG-website voor de agenda, u bent van harte welkom aan te sluiten! Jan van Alphen,Voorzitter BTG
Binnen de BTG hebben deze leden zich verenigd in een aantal expertise groepen, die vanuit gezamenlijke vraagbundeling en belang de requirements ontwikkelen voor de marktoplossingen en policymakers. Vanuit de branchevereniging worden hun belangen zowel nationaal als internationaal ingebracht binnen de diverse overheidsdialogen. Einde dit jaar rondt het Ministerie van Economische Zaken haar tweede belangrijke nota af, namelijk Mobiele Communicatie. Hiervoor is diverse malen geconsulteerd en heeft inmiddels door Consultancy partner Strict aanvullend onderzoek bij de betrokken stakeholders plaatsgevonden. Op basis van deze resultaten zal Economische Zaken haar concept eind dit jaar definitief maken. Eén van de getrokken conclusies betreft de nadere uitwerking van de invulling van bedrijfskritieke communicatie in de vervolgstudie Digitale Connectiviteit, waarvoor Economische Zaken dit najaar
42
Alles over innovatie in ICT
{
‘ Goede regie is een groeiend maatschappelijk belang geworden’
iT ROOM iNfRA 2017 14 NOveMBer
• WarMtE
1931 CONgresCeNtruM
• eNergiE
DeN BOsCh
• ONtwerpeN eN MaNageN • iMpaCt iOT • Data CeNtraal
Registreer u online voor een bezoek aan het event Bekijk de deelnamevoorwaarden op de website
www.itrOOMiNfra.Nl
Van complexiteit naar resultaat
Flexibel personeel
Specialisten in regelgeving
Ierse bouwbedrijven behoren tot de toonaangevende dienstverleners voor de meest complexe bouwprojecten voor datacenters, de farmaceutische industrie en biotechnologie in Europa. Ierse bedrijven bieden innovatieve oplossingen, werken flexibel en bouwen een hechte samenwerking. De vereisten van hun klanten staan voorop en ze voltooien veeleisende projecten sneller, efficiĂŤnter en volgens de hoogste technologische normen.
Bewezen staat van dienst
Toonaangevende innovatie
Voor deskundige ondersteuning bij het vinden van uw ideale bouwpartner bezoekt u onze website irishadvantage.nl/construction